Zelfredzaamheid. bij grootschalige chemische incidenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zelfredzaamheid. bij grootschalige chemische incidenten"

Transcriptie

1 Zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten

2 Blz. 2

3 Masterthesis: Master of Crisis and Public order Management (2) Titel: Zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten Auteur: Han de Brock MCDm Begeleidster: Ing. Nancy Oberijé Opdrachtgever: Ing. Paul van Sambeeck Organisaties: Politie Brabant Zuid-Oost Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Blz. 3

4 Opgedragen aan Toos en Poa. Blz. 4

5 Calamitas virtutis occasio Een ramp biedt de gelegenheid zijn moed te tonen. Citaat van: Lucius Anneaeus SENECA Romeins filosoof, staatsman en toneelschrijver ± 5 v Chr Blz. 5

6 Blz. 6

7 Voorwoord De opleiding Master of Public Order Management biedt een goede aanvulling op de eerder door mij gevolgde opleiding Master of Crisis and Disaster Management. Het Public Order Management laat zich multidisciplinair steeds meer gelden: de publieke en private sectoren ontmoeten elkaar steeds vaker op het uitbreidende evenemententerrein. Vanuit mijn toenmalige functie bij de politie Brabant Zuid-Oost, zocht ik naar een theoretisch fundament voor professionele advisering naar de bestuurlijk verantwoordelijken vanuit het perspectief om risico s gezamenlijk te reduceren om optimale veiligheid te garanderen. En dat in een multidisciplinaire setting, met studiegenoten vanuit alle disciplines, om goed zicht te krijgen op de volle breedte van de materie. Dat stimuleert mijn creativiteit, die ik graag wil benutten om te denken in oplossingen en niet in problemen. Halverwege deze studie maakte ik de overstap naar de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost. De Brandweer bleek een zeer sterke eigen dynamiek te kennen, hetgeen mijn volledige aandacht vergde. Ook het vervolgens ontvallen van enkele zeer dierbaren in mijn familie, kostte mij veel energie. Het besluit deze thesis uit te stellen, viel mij dan ook niet licht en kon ik alleen nemen door de steun van familie, vrienden en studiebegeleiders. Erie (decaan) bedankt voor je reflectie en positieve steun. Nancy (thesisbegeleidster) geweldig hoe jij mij de vrijheid gaf en toch op koers hield in mijn eigen tempo! Dank voor alle tijd en energie die jij hierin gestoken hebt, ondanks dat dit jou niet altijd goed uitkwam! Ingeborgh, grandioos hoe jij jezelf op de achtergrond stelde, mij de ruimte gaf om deze studie te voltooien en er altijd was om mij te steunen en energie te geven op de zware momenten! Deze thesis draag ik op aan mijn schoonmoeder Toos en mijn vader. Hun trots op mij was voor mij een bijzondere motivator en nog steeds! Blz. 7

8 Blz. 8

9 Samenvatting Een ramp biedt de gelegenheid zijn moed te tonen: (zelf)redzaamheid in optima forma! Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen professionele hulpverleners, slachtoffers, betrokkenen of toevallige omstanders. Iedereen die hulp biedt bij een ramp, toont moed! Toch heeft het twee decennia geduurd voordat de overheid tot dat besef kwam. Voorheen droeg de overheid een soort van monopolie uit op de hulpverlening. Die visie kantelde doordat enerzijds de claim op veiligheid en het niveau van hulpverlening in crisis en rampen veeleisender werd en anderzijds het besef dat exclusieve professionele hulpverlening onbetaalbaar werd. Waar burgers 25 jaar geleden nog aan de kant gezet werden als lastige ramptoeristen, worden zij nu steeds meer actief betrokken bij de hulpverlening. Zonder burgerhulp had de hulpverlening bij de poldercrash zeer veel kostbare tijd extra gekost! Kortom: zelfredzaamheid is niet meer weg te denken uit de hedendaagse crisisbestrijding. Dit leidt tot de definitie van zelfredzaamheid: wat wordt hieronder verstaan? Betreft het alleen zichzelf redden uit een crisis, of is het ook de hulp die anderen verlenen aan de (potentiële) slachtoffers van een crisis. En wanneer begint zelfredzaamheid: in de acute fase of ook al in de voorafgaande tijd? De trend is zelf tussen aanhaaltekens te plaatsen: (zelf)redzaamheid, om aan te geven dat het ook gaat om redzaamheid van niet direct betrokkenen, zoals de boeren bij de poldercrash. In deze thesis wordt voor zelfredzaamheid aansluiting gezocht bij de definitie van M. Kobes (2008): Zelfredzaamheid is het menselijk vermogen om signalen van gevaar waar te nemen en te interpreteren, en om beslissingen te nemen en uit te voeren die gericht zijn op het overleven van een grootschalig chemisch incident. Deze thesis gaat over zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. Het doel is inzicht te krijgen in de factoren die de overheid zou kunnen benutten om zelfredzaamheid bij dergelijke incidenten te bevorderen. Hierop werd de volgende probleemstelling geformuleerd: Het is niet bekend of en in hoeverre zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten kan worden bevorderd en welke rol de overheid daarin kan of moet invullen. M. Kobes (2008) deed onderzoek naar de kritische factoren voor zelfredzaamheid bij brand. In deze thesis wordt onderzocht of de geformuleerde probleemstelling aan de hand van dit model zicht biedt op de kritische factoren voor zelfredzaamheid bij grootschalige incidenten. Daarvoor werd de volgende centrale onderzoeksvraag geformuleerd: In hoeverre komen de kritische factoren voor zelfredzaamheid bij brand in gebouwen overeen met de kritische factoren voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten en hoe kan de overheid deze factoren benutten om zelfredzaamheid van burgers bij grootschalige chemische incidenten te bevorderen. Om deze centrale vraag goed en volledig te kunnen beantwoorden, zijn enkele deelvragen geformuleerd, waardoor stapsgewijs zicht wordt verkregen op die kritische factoren en uiteindelijk de rol van de overheid te bevordering van zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. Dit betreft de volgende deelvragen: Blz. 9

10 Wat is zelfredzaamheid/zelfredzaam gedrag van een burger? Wat zijn grootschalige chemische incidenten? Welke kritische factoren spelen een rol bij zelfredzaamheid bij brand in gebouwen? Welke van die factoren zijn ook toepasbaar op grootschalige chemische incidenten? Welke aanvullende factoren ten opzichte van de gevonden factoren bij brand in gebouwen kunnen een rol spelen bij grootschalige chemische incidenten? Welke van de gevonden factoren kunnen in theorie door de overheid benut worden om zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten te versterken of te benutten? Welke rol kan de overheid in de praktijk invullen om zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten te bevorderen? In haar theoretisch model definieert M. Kobes (2008) drie kritische factoren die van invloed zijn op zelfredzaamheid bij brand. Dat model werd onderzocht en geëxtrapoleerd naar zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. De hieruit gedistilleerde kritische factoren zijn de mens, de chemische stoffen en de omgeving. Iedere factor bezit specifieke kenmerken. Uit het onderzoek blijkt dat die kenmerken voor chemische incidenten soms afwijken van die van een brand in een gebouw. Deze onderzoeksresultaten zijn gevalideerd in enkele meetings met experts uit het veld, Adviseurs Gevaarlijke Stoffen. Dit leidde tot additionele kenmerken, hetgeen het theoretisch model voor deze thesis completeerde. Voor de drie kritische factoren zijn de volgende kenmerken vastgesteld: Mens: persoonskenmerken, persoonsgebonden situatiekenmerken en sociale kenmerken; Chemische Stof: waarneembaarheid, snelheid/ontplooiing, Dampdichtheid/toxiciteit, hitte en Verspreiding; Omgeving: fysieke/technische kenmerken, situatiekenmerken, infrastructuur, bewegwijzering en zichtbaarheid. Onderzoek werd gedaan naar de theoretische mogelijkheden om zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten te bevorderen, op basis van de benoemde factor-kenmerken en naar de rol die de overheid daarbij zou kunnen spelen. Daarvoor werd een case study uitgevoerd. Er werden drie grootschalige chemische incidenten in Nederland onderzocht op welke factoren en kenmerken in verband konden worden gebracht met zelfredzaamheid en welke overheidsmaatregelen benut werden om die zelfredzaamheid te bevorderen. Ondanks dat er betrekkelijk veel bronnen raadpleegbaar zijn, blijkt zelfredzaamheid moeilijk hierop terug te voeren. Duidelijk is dat mensen eerst bewust moeten zijn van een risico, voordat zij zich daadwerkelijk bedreigd voelen en eventueel maatregelen nemen. De mens moet gealarmeerd zijn; er moet een trigger zijn die leidt tot risicobewustzijn. De overheid kan die trigger activeren middels het sonderen van risico-informatie in netwerken, gebruik makend van sociale relaties: maatwerk op kleinschalig niveau. In samenwerking met zo n lokaal netwerk zou de overheid bepaalde vluchtroutes (beter) kunnen aanduiden of zelf aanleggen en schuillocaties duidelijk kenbaar kunnen maken. Om de mensen goed te kunnen bereiken, is risicocommunicatie cruciaal. Daarmee moeten de mensen als het ware verleid worden tot een informatiebehoefte, die leidt tot risicobewustzijn. Als de mens niet zelf komt tot risicobewustzijn, moet deze extern gealarmeerd worden op het moment van een grootschalig chemisch incident. Dit leidt tot een informatiebehoefte, waarin de overheid moet voorzien middels crisiscommunicatie. De overheid kan ook gedragsverandering ten aanzien van zelfredzaamheid op de lange termijn bereiken door middel van educatieve programma s op scholen, vanaf groep 4. Blz. 10

11 Om triggers tot risicobewustzijn te activeren, kan de overheid beter gebruik maken van de menselijke zintuigen. Dat kan door chemische stoffen beter ruikbaar en zichtbaar te maken, bijvoorbeeld door toevoeging van additieven (geur- en kleurstoffen) aan chemische stoffen. Door strengere regelgeving zou het effect van een incident met chemische stoffen beperkt kunnen worden, bijvoorbeeld door transport en opslag in kleinere volumes en strengere handhaving hierop. Het effect van chemische stoffen kan ook verminderd worden door het bij een incident vrijkomen van een parate stabilisator of neutralisator. Dit kan de overheid prima inpassen in het kader van haar algemene verplichting om zorg te dragen voor de veiligheid van de burger, en specifiek middels de (wettelijke) mogelijkheden die zij hiervoor al heeft (zoals Wet vervoer gevaarlijke stoffen, Ruimtelijke Ordening, BRZO, BEVI). Tot slot kan de overheid haar risico- en crisiscommunicatie verbeteren door het mogelijk te maken meerdere handelingsperspectieven, snel te kunnen verspreiden. Het Waarschuwing- en Alarmering Systeem (WAS) zou hierop aangepast moeten worden, maar de overheid kan beter gebruik maken van de moderne sociale media. Door snel een kort en kracht handelingsperspectief te twitteren en de ontvangers te vragen deze te retweeten, bereikt de boodschap razendsnel honderden, zo niet duizenden mensen. Deze conclusies werden in een meeting aan enkele beleidsmakers van de Nederlandse overheid voorgelegd, enerzijds om de realiteitszin hiervan te bespreken en anderzijds om te vernemen wat hiervan wellicht al in gang is gezet dan wel overgenomen zou kunnen worden. Hieruit bleek dat de overheid inmiddels een programma heeft (Empowering People) dat gericht is op lokale netwerken. Hierbij zou met dit onderwerp prima aansluiting gezocht kunnen worden. Ook bleek dat het gehanteerde theoretisch model extra handvatten biedt voor fysieke veiligheid en zelfredzaamheid. Daarmee hoop ik met deze thesis bij te dragen aan het instrumentaria van de overheid om zelfredzaamheid te bevorderen. Blz. 11

12 Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding Probleemstelling, centrale vraag en deelvragen Onderzoeksopzet Leeswijzer Theoretisch kader Inleiding Ontwikkeling van zelfredzaamheid Grootschalige chemische incidenten Tot slot Het model voor zelfredzaamheid bij brand in een gebouw Inleiding Model Kobes Kortom Het model voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten Inleiding De kritische factoren Model voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten De kenmerken De kenmerken kritisch beschouwd Kortom Additionele kritische factor-kenmerken voor grootschalige chemische incidenten Inleiding De factor mens De factor chemische stoffen De factor omgeving De kritische factor-kenmerken voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten Verantwoording Kortom Theorie en praktijk Inleiding Verantwoordelijkheden Handelingsproces Theoretische overheidsmaatregelen De praktijk De cases: zelfredzaamheid en de rol van de overheid Kortom Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Aanbevelingen Eindconclusie Bijlagen Deel A.1: Onderzoek naar de kenmerken behorend bij de factor mens Deel A.2: Onderzoek naar de kenmerken behorend bij de factor omgeving Deel A.3: Onderzoek naar de kenmerken behorend bij de factor omgeving Deel B.1: De klassieke indeling van hulpverleningsprocessen Deel B.2: De moderne indeling van hulpverleningsprocessen Deel C.1: De format scorematrix (blanco) voor de case study Deel C.2: De case study Moerdijk Deel C.3: De case study Heinenoord Deel C.4: De case study Amersfoort Deel C.5: De analyse in de scorematrix Deel D: De expertmeetings Deel E: Theoretische overheidsmaatregelen Deel F: De beleidsmeeting Deel G: De bronnen Deel H: Lijst van afkortingen Blz. 12

13 Blz. 13

14 1. Inleiding Deze thesis, ter afsluiting van de studie Master of Crisis and Public order Management, gaat in op de kritische factoren van zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. In dit hoofdstuk wordt de aanleiding tot dit onderwerp kort beschreven. Een thesis vergt een probleemstelling en onderzoeksvragen, die hierna worden geformuleerd. Tot slot volgt de onderzoeksopzet die is gehanteerd om deze vragen te beantwoorden. 1.1 Aanleiding De overheid kan niet de verzorgingsstaat zijn, die velen verwachten (Helsloot en Van t Padje, 2010). De overheid dacht enkele decennia geleden dat zij alles voor haar burgers moest regelen. Daarvoor betaalde de burger tenslotte belasting. Dat leidde tot een groot en log overheidsapparaat met navenante kosten. Die kosten stegen de pan uit, dus moest de overheid afslanken. De burger kreeg de boodschap dat zij meer zelf moest bijdragen op allerlei terreinen, waaronder veiligheid. De overheid ging daarop de zelfredzaamheid van de burger stimuleren. De burger zelf is altijd wel zelfredzaam geweest en bleef bij calamiteiten ook in het verleden niet lijdzaam wachten op overheidshulp. Nieuw was dat de overheid het nu benoemde en daarmee erkende. Zelfredzaamheid kwam in de studie Master of Crisis and Public order Management (MCPM) veelvuldig aan bod. Tegenwoordig rekent de overheid op een bepaalde mate van zelfredzaamheid als ware het een zelfverantwoordelijkheid. Bij rampen en calamiteiten zijn burgers in eerste instantie hierop aangewezen (NVBR 2012). In de praktijk blijkt ook dat de burger zelfredzaam is bij calamiteiten en rampen (o.a. Ruitenberg en Helsloot 2004; Starmans en Oberijé 2006; Groenewegen en Oberijé 2010). Tijdens de studie MCPM vond in Moerdijk een grootschalig incident plaats met chemische stoffen. Ook tijdens dat incident vertoonden burgers zelfredzaam gedrag. De gemiddelde burger heeft vermoedelijk zeer beperkte kennis van chemische stoffen. Dat zou van invloed kunnen zijn op de zelfredzaamheid. De burger is dan afhankelijk van informatie: wat voor stoffen betreft het, wat zijn de effecten en wat zijn de zelfredzame mogelijkheden. Daarmee werd de gedachte gevoed dat zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten anders verloopt dan bijvoorbeeld bij een brand, waarvan de gemiddelde burger zich aanzienlijk meer kennis lijkt toe te dichten. Met deze veronderstelling werd de richting voor deze thesis bepaald: hoe kan deze zelfredzaamheid bevorderd worden en welke rol kan de overheid daarbij invullen? 1.2 Probleemstelling, centrale vraag en deelvragen Iedere burger reageert op een grote ramp of calamiteit, op de wijze waartoe hij (nog) in staat is. De mens heeft een grote behoefte aan lichamelijke veiligheid en zekerheid (Maslov, 1943) en zal vanuit zijn natuurlijke overlevingsdrang, proberen zichzelf en zijn dierbaren te redden en in veiligheid te brengen. Bij diverse recente rampen werd dat ook vastgesteld, zoals de Poldercrash (IOOV, 2009; Scholtens en Groenendaal, 2011) en Koninginnedag Apeldoorn (IOOV 2009). Mensen zagen het incident gebeuren en signaleerden dat hier slachtoffers waren die hulp nodig hadden. Zij besloten niet te wachten op anderen, maar onmiddellijk zelf die hulp te bieden om het slachtofferschap zoveel mogelijk te beperken. Zij brachten slachtoffers in veiligheid, boden EHBO en brachten hen naar de hulpverleners. Deze hulp werd geboden door mensen die getuige waren van de ramp maar ook door omstanders, die hiervan vernamen en ter plaatse gingen om hulp te bieden. De eerste hulpverlening was feitelijk onmiddellijk op gang gekomen, nog voordat de professionals van de hulpdiensten ter plaatse waren. Maar wat beweegt de zelfredzamen? Blz. 14

15 Welke factoren zijn van invloed op zelfredzaamheid? En hoe kan zelfredzaamheid worden bevorderd? Verschilt zelfredzaamheid bij grootschalige incidenten van zelfredzaamheid bij andere incidenten? Wat kan de overheid hierin betekenen? Er zijn vele onderzoeken gedaan naar zelfredzaamheid, met name bij brand (zoals Kobes, 2008, Groenewegen en Oberijé, 2010 en Helsloot, 2011). Kobes (2008) definieert zelfredzaamheid bij brand als het menselijk vermogen om signalen van gevaar waar te nemen en te interpreteren, en om beslissingen te nemen en uit te voeren die gericht zijn op het overleven van een brandsituatie. Zij ontwikkelde een model waarin zij kritische factoren onderscheidde voor zelfredzaamheid bij brand in gebouwen. Dit model wordt in deze thesis gebruikt om te bestuderen of en in welke mate zelfredzaamheid aan de orde is met betrekking tot grootschalige chemische incidenten en wat zelfredzamen dan beweegt. Vervolgens wordt op basis hiervan onderzocht welke rol de overheid kan spelen om de zelfredzaamheid bij dergelijke grootschalige incidenten te bevorderen. De bevindingen kunnen de overheid en burgers een handvat bieden voor hun handelen in relatie tot een grootschalig chemisch incident. Het kan de hulpverlening bevorderen en de nadelige effecten van het incident zoveel mogelijk beperken. Een goede afstemming tussen handelingen van zelfredzame burgers en professionele hulpverleners, moet kunnen resulteren in optimale hulpverlening. Het is daarom voor de overheid van belang te weten welke factoren voor zelfredzaamheid benut kunnen worden, om die hulpverlening te kunnen optimaliseren. Dat kan worden vertaald in de volgende probleemstelling: Het is niet bekend of en in hoeverre zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten kan worden bevorderd en welke rol de overheid daarin kan of moet invullen. Zelfredzaam gedrag van burgers wordt bepaald door diverse stimuli, cognitief en intuïtief. Ofwel diverse factoren spelen een rol bij het zelfredzaam gedrag van burgers. Vanuit haar onderzoek definieert Kobes (2008) voor zelfredzaamheid bij brand in gebouwen, drie factoren: het incident (brand), de mens en de omgeving. In deze thesis over zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten wordt aansluiting gezocht bij dit model en deze factoren. De centrale vraag voor deze thesis wordt daarmee: In hoeverre komen de kritische factoren voor zelfredzaamheid bij brand in gebouwen overeen met de kritische factoren voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten en hoe kan de overheid deze factoren benutten om zelfredzaamheid van burgers bij grootschalige chemische incidenten te bevorderen. Deze centrale vraag leidt vervolgens tot de volgende deelvragen: 1. Wat is zelfredzaamheid/zelfredzaam gedrag van een burger? 2. Wat zijn grootschalige chemische incidenten? 3. Welke kritische factoren spelen een rol bij zelfredzaamheid bij brand in gebouwen? 4. Welke van die factoren zijn ook toepasbaar op grootschalige chemische incidenten? 5. Welke aanvullende factoren ten opzichte van de gevonden factoren bij brand in gebouwen kunnen een rol spelen bij grootschalige chemische incidenten? 6. Welke van de gevonden factoren kunnen in theorie benut worden om zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten te versterken of te benutten? 7. Welke rol kan de overheid in de praktijk invullen om zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten te bevorderen? Blz. 15

16 1.3 Onderzoeksopzet Na benoeming van de centrale vraag en de deelvragen, werd bepaald met welk soort onderzoek hieraan invulling gegeven kon worden, waarmee de diepgang en breedte van het onderzoek, en daarmee van het onderwerp, werd bepaald. De deelvragen 1 tot en met 6 zijn beantwoord vanuit de literatuur. Voor vraag 5 werd een Expertmeeting gehouden, waarin experts op het gebied van Chemische Stoffen de theorie toetsten aan hun praktijk. Voor de beantwoording van de laatste vraag werd een case study uitgevoerd. Dit betrof enkele recente grootschalige chemische incidenten in Nederland waarin zelfredzaamheid een rol speelde en waarnaar objectief en onafhankelijk onderzoek werd verricht. De uit de case study verkregen resultaten werden in een meeting met beleidsmakers op dit specifieke terrein getoetst. Hiermee werd de theorie getoetst aan de praktijk en werd gevalideerd antwoord verkregen op de laatste vraag, naar welke rol de overheid kan spelen om zelfredzaamheid bij grootschalige incidenten te bevorderen. 1.4 Leeswijzer Na deze inleiding met daarin de aanleiding, de probleemstelling met de centrale vraag, de deelvragen en de onderzoeksopzet, wordt in het tweede hoofdstuk het theoretisch kader beschreven. Eerst zal worden ingegaan op zelfredzaamheid en vervolgens op grootschalige chemische incidenten. De basis voor deze thesis is het theoretisch model van Kobes (2008), gepresenteerd in hoofdstuk drie. Dat model wordt in hoofdstuk vier uitgewerkt naar een model voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. Hoofdstuk vijf beschrijft de additionele kritische factoren, specifiek voor grootschalige chemische incidenten. In het zesde hoofdstuk worden de uit de literatuur gedestilleerde factoren en kenmerken geoperationaliseerd in een matrix ten behoeve van de case study. Met behulp van die matrix is een case study uitgevoerd van enkele grootschalige chemische incidenten in Nederland. Dit leidt uiteindelijk in het laatste hoofdstuk tot conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten en de rol die de overheid hierin kan spelen. Blz. 16

17 Blz. 17

18 2. Theoretisch kader 2.1 Inleiding Deze thesis gaat over zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten bij burgers. Om hierop in te kunnen gaan, dienen eerst enkele begrippen verduidelijkt te worden: het theoretisch kader. Daartoe volgt eerst een beschrijving van hetgeen onder zelfredzaamheid moet worden verstaan en hoe dit tot deze ontwikkeling is gekomen. Zelfredzaamheid uit zich in gedragingen, volgens een proces dat beschreven zal worden. Vervolgens zal dat zelfredzaam gedrag worden onderscheiden in verschillende vormen van overlevingsstrategieën. Tot slot wordt beschreven wat grootschalige chemische incidenten zijn. 2.2 Ontwikkeling van zelfredzaamheid Iedere dag gebeuren er wel ergens grote incidenten, calamiteiten of rampen. De overheid heeft vele professionals beschikbaar om hierbij hulp te verlenen aan (potentiële) slachtoffers. Maar het aantal hulpverleners is beperkt en hun opkomst en organisatie vergt tijd. In die tijd wordt steeds vaker hulp aan slachtoffers verleend door niet-professionals. De burger is steeds minder lijdzaam geworden en toont steeds meer initiatief tijdens calamiteiten en rampen, blijkt ook wel uit onderzoek (Quarantelli ea, 1985). Natuurlijk probeerde de burger zich ook in het verleden reactief te redden uit gevaarlijke situaties, maar dat ontwikkelde zich langzaam tot een breder veiligheidsbewustzijn en een soort samenwerkingsvorm met de overheid: burgerparticipatie (Starmans en Oberijé 2006). Dit wordt gedefinieerd als alle handelingen die door burgers worden verricht ter voorbereiding op en tijdens rampen en zware ongevallen om zichzelf èn anderen te helpen de gevolgen van de ramp of het zware ongeval te beperken. Zelfredzaamheid gaat uit van het principe dat een burger primair op zichzelf aangewezen is en zichzelf redt, al dan niet samen met lotgenoten, totdat de professionele (hulpverlenings) organisatie zich over hem bekommert. Met andere woorden: de burger is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de eigen veiligheid (Horst ter, 2009). De burger onderneemt primair zelf actie om geen -of zo min mogelijk- slachtoffer te worden en om anderen te helpen, totdat de professionele hulpverleningsdiensten aanwezig zijn. Zelfredzaamheid gaat nog verder dan dat. Vaak komen de professionals handen te kort en is ook in die fase de hulp van niet-professionals meer dan welkom. Zelfredzaamheid houdt dus niet op bij het arriveren van het eerste, het beste hulpverleningsvoertuig. De maatschappelijke evolutie hierin is de doorontwikkeling van reactieve burger, naar burgerparticipatie, naar verantwoordelijke burger en zelfredzaamheid in een participatiemaatschappij. De commissie Bruinooge 1 gaat zelfs uit van (zelf)redzaamheid van de burger (Bruinooge 2012) en maakt onderscheid tussen het slachtoffer dat zichzelf redt en de burger die hem daarbij helpt. Dit standpunt is inmiddels overgenomen door het kabinet in de nota De Doe-democratie d.d. 9 juli 2013, waarin de overheid meer als partner faciliteert en zorgt dat in plaats van als monopolist zorgt voor. Zelfredzaamheid is een steeds belangrijkere factor in de hulpverlening ter beperking van de effecten van een calamiteit of ramp. Slachtoffers brengen zichzelf in veiligheid en helpen medeslachtoffers. Ook omstanders komen in actie om de slachtoffers te helpen en om de gevolgen van de calamiteit of ramp te beperken. Om in actie te komen, moeten mensen wel 1 Commissie Bevolkingszorg op orde, onder voorzitterschap van P. Bruinooge, in opdracht van het Veiligheidsberaad. Blz. 18

19 getriggerd worden: zij moeten bepaalde informatie ontvangen die zelfredzaamheid activeert. Vanuit die optiek definieert Kobes (2008) zelfredzaamheid bij brand als het menselijk vermogen om signalen van gevaar waar te nemen en te interpreteren, en om beslissingen te nemen en uit te voeren die gericht zijn op het overleven van een brandsituatie. In het kader van deze thesis, die gericht is op zelfredzaamheid bij grootschalige incidenten, kan de definitie van Kobes gehanteerd worden, met dien verstande dat haar perspectief van brand wordt gewijzigd in het perspectief van deze thesis: grootschalige chemische incidenten [deelvraag 1]: Zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten is het menselijk vermogen om signalen van gevaar waar te nemen en te interpreteren, en om beslissingen te nemen en uit te voeren die gericht zijn op het overleven van het grootschalig chemisch incident. 2.3 Grootschalige chemische incidenten Deze thesis gaat over zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. Dat betreft een incident (ongeval of opzettelijk) waarbij chemische stoffen betrokken zijn. Met chemische stoffen wordt bedoeld niet-natuurlijke stoffen die kunstmatig worden geproduceerd ( d.d ). Een chemische stof is in principe gevaarlijk en kan een risico of hinder veroorzaken voor mens en milieu: een veiligheidsrisico (bv brand of explosie) of een gezondheidsrisico (bv toxiciteit). Een veiligheidsrisico bedreigt niet rechtstreeks de fysieke gezondheid van mensen. Gezondheidsrisico's kunnen acuut optreden bij een hoge blootstelling, of chronisch bij een langdurige lage blootstelling (bron: d.d ) Daarmee kan een chemisch incident worden gekenschetst als een al dan niet opzettelijk incident waarbij chemische stoffen zijn betrokken, die een gevaar voor de mens en het milieu kunnen vormen. Grootschaligheid impliceert dat het een incident moet zijn met enige omvang van betekenis. De hulpverleningsdiensten hebben hiervoor een zogenaamde GRIP 2 procedure ontwikkeld, met verschillende opschalingniveaus. Vanaf GRIP 1 achten de hulpverleningsdiensten het noodzakelijk om eenhoofdige leiding te geven aan de multidisciplinaire bestrijding van een grootschalig incident. De grootschaligheid heeft betrekking op de opschaling van de hulpverleningsdiensten, waarvoor coördinatie en leiding nodig is. De leidraad Repressieve Brandweerzorg (Brandweer Nederland, 2012) beschrijft grootschalig optreden van de Brandweer als de inzet van minimaal drie tankautospuiten en een hulpverleningsvoertuig, onder leiding van ten minste een Officier van Dienst Brandweer. Ook de procedure Ongeval Gevaarlijke Stoffen schrijft opschaling naar GRIP 1 voor, op basis van de (voorgeschreven) inzet van voertuigen van Brandweer en Ambulancedienst. Voor de Handreiking Kleinschalige chemische Decontaminatie geldt een potentieel aantal slachtoffers tot maximaal 10 mensen. Daaruit mag worden opgemaakt dat indien een chemisch incident méér dan 10 (potentiële) slachtoffers kent, dit grootschalig is 3. De definitie van een grootschalig chemisch incident is dan [deelvraag 2]: Een ongeval waarbij chemische stoffen zijn betrokken die potentieel een ernstig gevaar vormen voor de gezondheid van méér dan 10 mensen en waarvoor de hulpverleningsdiensten opschalen naar GRIP 1 of hoger. 2 GRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure. 3 Conform de expertmeetings, zie bijlage D. Blz. 19

20 2.4 Tot slot In dit hoofdstuk werden de eerste twee deelvragen van de thesis beantwoord: Wat is zelfredzaamheid? en Wat zijn grootschalige chemische incidenten?. Hiermee is een kader bepaald voor deze thesis met behulp van definities. In het volgende hoofdstuk wordt het theoretisch model en de kritische factoren en hun kenmerken uiteen gezet. Blz. 20

21 Blz. 21

22 3. Het model voor zelfredzaamheid bij brand in een gebouw 3.1 Inleiding Nadat het onderwerp van deze thesis zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten in het eerste hoofdstuk kort werd beschreven, werd in het vorige hoofdstuk het kader hiervoor vastgelegd. In dit hoofdstuk wordt een model geïntroduceerd om de kritische factoren voor zelfredzaamheid vast te kunnen stellen. 3.2 Model Kobes M.Kobes (2008) deed onderzoek naar zelfredzaamheid bij brand in een gebouw. Op basis van haar bevindingen onderscheidt zij drie factoren die bepalend zijn voor de mate van zelfredzaamheid: de mens, de brand en het gebouw. Elke factor heeft specifieke kenmerken, ondervond zij, die ieder voor zich de mate van zelfredzaamheid (mede)bepalen. Kobes plaatste haar bevindingen in een model, dat ten grondslag ligt aan deze thesis. Daarom wordt dit model hierna verder uiteengezet. DE KRITISCHE FACTOREN Haar onderzoek naar zelfredzaamheid bij brand in een gebouw verrichtte Kobes (2008) vanuit de wetenschappelijke benadering van fire safety engineering. Daarin worden de brandfysica, de bouwtechniek en architectuur en de psychonomie (gedragskunde) onderscheiden als kritische factoren. Brandfysica omvat de typische kenmerken van de brand: de het ontstaan, de ontwikkeling en de repressie van (de effecten) van een brand. Bouwtechniek en architectuur betreft het architectonische, bouwkundige en installatietechnische gebouwontwerp. Psychonomie is de wetenschap over de interactie tussen de omgeving en het gedrag van mensen in die omgeving. In samenhang met elkaar zijn deze factoren bepalend voor de mate van zelfredzaamheid bij brand in een gebouw. De brand (of de effecten daarvan) noopt tot zelfredzaamheid. Het is aan de mens om dat waar te nemen, te beoordelen en op basis daarvan keuzes te maken; het gebouw is randvoorwaardelijk en beïnvloed zowel de brand, als de mens, als de mogelijkheden voor zelfredzaamheid. DE FACTORKENMERKEN Na vaststelling van de drie kritische factoren die bepalend zijn voor de mate van zelfredzaamheid, verrichtte Kobes verder onderzoek naar de kenmerken die iedere factor haar specifieke inhoud geeft. Bij iedere factor werden specifieke kenmerken gevonden: I. Factor mens: Persoonskenmerken, die van invloed zijn op de keuze voor een overlevingsstrategie: Profiel (geslacht, leeftijd en beroep); Karakter (volger of leider, stressniveau, zelfvertrouwen); Kennis en ervaring (met brandincidenten of door trainingen); Waarnemingsvermogen (vermogen om brand te ontdekken); Beoordelingsvermogen (inschatting van de gevaardreiging); Verplaatsingsvermogen (mobiliteit en conditie); Blz. 22

23 II. III. Persoonsgebonden situatiekenmerken Opmerkzaamheid (wakker of slapend, onder invloed van alcohol of drugs); Gevaarperceptie (inschatting van de ernst van het gevaar); Fysieke positie (staand, zittend of liggend); Lokale bekendheid (bekend met gebouw, vluchtroutes); Sociale Kenmerken Onderlinge sociale relatie (gedrag in groepen: altruïstisch en volgend) Taakcommitment (concentratie op werk of bezigheid); Rol / verantwoordelijkheid (bekend in gebouw en leidende functie). Factor Brand: Waarneembaarheid, onder te verdelen in: Zichtbaarheid (zien); Ruikbaarheid (ruiken); Hoorbaarheid (Horen); Voelbaarheid (Voelen); Snelheid van brandontwikkeling (van langzaam tot exponentieel) Rookdichtheid/Toxiciteit (zicht-/bewustzijn belemmering) Hitte (fysieke belemmering) Factor Gebouw: Fysieke/Technische kenmerken Lay out (indeling en vormgeving van het gebouw); Installaties (trappen, liften, sprinklerinstallaties etc.); Materialen (brandwerendheid, hittebestendigheid); Compartimentering (fysieke barrière voor branduitbreiding); Hoogte en omvang (van plafonds in ruimten en vloeroppervlak); Situatie kenmerken Focuspunt (onderwerp waarop aanwezigen geconcentreerd zijn); Bezettingsdichtheid (aanwezigen in een bepaalde ruimte); Wayfinding (oriëntatie en route keuze); Handhaving van de veiligheidsvoorzieningen (brandpreventie). Hiermee zijn de kritische factoren voor zelfredzaamheid bij brand vastgesteld [deelvraag 3]. In het volgende figuur is dat inzichtelijk gemaakt. Blz. 23

24 Zelfredzaamheid bij brand in gebouw Factor MENS Persoonskenmerken: -Profiel -Karakter -Kennis en ervaring -Waarnemingsvermogen -Beoordelingsvermogen -Verplaatsingsvermogen Sociale kenmerken: -Onderlinge sociale relatie -Taakcommitment -Rol/verantwoordelijkheid Situatiekenmerken: -Opmerkzaamheid -Fysieke positie -Bekendheid lay out Factor BRAND Waarneembaarheid Snelheid van ontwikkeling Toxiciteit Hitte Factor GEBOUW Technische kenmerken -Lay out -Installaties -Materialen -Compartimentering -Omvang gebouw Situatie kenmerken -Focuspunt -Bezettingsdichtheid -Wayfinding -Handhaving Figuur: zelfredzaamheid bij brand in gebouw. SAMENHANG Naast dat iedere factor op zich ingevuld wordt aan de hand van de kenmerken, is er ook een onderlinge samenhang tussen en beïnvloeding van deze factoren. Een actiegericht mens zal snel geneigd zijn om een brand te blussen. Maar hij zal zijn acties heroverwegen als er geen mogelijkheden zijn of hij niets ziet door de rook of überhaupt als hij grote vrees heeft voor vuur en door schrik bevangen wordt. Het is dus geen mathematische zekerheid dat door het beschikbaar stellen van blusmiddelen, aanwezigen de brand in een gebouw trachten te blussen; dat actiegerichte mensen bluspogingen doen of dat niet-actiegerichte mensen het gebouw uit vluchten. Maar het is wel aannemelijk dat actiegerichte mensen die beschikken over de juiste blusmiddelen, onder redelijke omstandigheden, een brand in een gebouw proberen te blussen. Blz. 24

25 HET MODEL GRAFISCH De drie factoren, mens, brand en gebouw, zijn door Kobes (2008) in een grafisch model uitgewerkt. Daarin wordt tevens de onderlinge samenhang duidelijk gemaakt. Het gebied waar de factoren samenvallen, is bepalend voor de mate van zelfredzaamheid. Dat grafisch model is weergegeven in het volgend figuur: Mate van zelfredzaamheid MENS kenmerken GEBOUW kenmerken BRAND kenmerken Figuur: Mate van zelfredzaamheid bij brand. 3.3 Kortom In dit hoofdstuk werd het model voor zelfredzaamheid bij brand in gebouwen van Kobes (2008) uiteengezet, waarbij drie kritische factoren, ieder met eigen specifieke kenmerken zijn onderkend. Dat model vormt de basis voor deze thesis en zal in het volgende hoofdstuk toegesneden worden op grootschalige chemische incidenten. Blz. 25

26 Blz. 26

27 4. Het model voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten 4.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk werd een model van Kobes (2008) beschreven met kritische factoren en hun kenmerken. Dat model is van toepassing op de zelfredzaamheid bij een brand in een gebouw. In dit hoofdstuk wordt dat model geabstraheerd en toegepast op zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. 4.2 De kritische factoren Onderzocht moet worden of de door Kobes gedefinieerde factoren ook bepalend kunnen zijn op het zelfredzaam gedrag bij grootschalige chemische incidenten en eventueel in welke mate. Daarvoor worden de drie kritische factoren van Kobes geabstraheerd tot de factoren: de mens (blijft hetzelfde), het grootschalig chemisch incident (in plaats van brand ) en de omgeving (in plaats van gebouw ). Deze factoren worden in de volgende subparagrafen uitgewerkt. I. DE FACTOR MENS Zelfredzaamheid begint met een trigger zoals ieder proces: de mens moet een signaal krijgen dat duidt op een onregelmatigheid. Vervolgens moet die mens iets met dat signaal doen en treedt het informatieverwerkingsproces in werking dat uiteindelijk kan leiden tot (zelfredzaam) handelen. Daarmee staat de mens centraal in zelfredzaamheid. Het is de mens die informatie moet ontvangen en uiteindelijk zelf moet handelen, ongeacht het moment van de calamiteit of ramp en ongeacht het soort calamiteit of ramp. Daarmee wordt de mens beschouwd als universele, bepalende factor, niet alleen voor brand, maar in iedere ramp, of calamiteit. De informatie die een mens waarneemt, kan verschillend zijn, maar het proces van waarnemen tot en met wel of niet handelen, ligt besloten in de mens en is niet afhankelijk van de omstandigheden. Daarom kan deze factor onverkort worden overgenomen in een model voor een andere calamiteit of ramp, zoals een grootschalig chemisch incident. Die mensfactor wordt vanuit een ruime psychologisch context bekeken, dus niet alleen naar de logos (leer) van het gedrag, maar ook vooral ook naar de nomos, de wetten waarmee het gedrag zich laat beschrijven en voorspellen: psychonomie 4 (Kobes, 2008). De mens is dan ook de eerste factor die bepalend is voor de mate van zelfredzaamheid bij een grootschalig chemisch incident. II. DE FACTOR CHEMISCHE STOFFEN In het model van Kobes is brand de kern van de calamiteit of ramp. Hierbij gebruikt zij de theorie van brandfysica. Een brand kan een grote omvang hebben, een zeer hoge temperatuur bereiken, een brand kan gepaard gaan met donkere en warme rookgassen die het zicht ontnemen maar ook zuurstofrijke lucht verdrijven. Voor zelfredzaamheid bij een brand, is het dan ook logisch dat de brand ook een bepalende factor is, als de aard van de calamiteit of ramp. Een grootschalig chemisch incident kan natuurlijk gepaard gaan met brand of het gevolg zijn van brand, maar het accent ligt niet op de brand; het accent ligt bij de chemische stoffen die vrijkomen en daarbij meer bij fysische chemie. Geabstraheerd is de aard van de calamiteit of ramp daarmee een bepalende factor en betekent dit voor een grootschalig chemisch incident dat de chemische stoffen die vrijkomen de bepalende factor zijn. Die chemische stoffen hebben een bepaalde samenstelling en komen in een bepaalde concentratie vrij. Een chemische stof kan zeer 4 Dit is de wetenschap over de interactie tussen de omgeving en het gedrag van mensen in deze omgeving. Blz. 27

28 toxisch (giftig) of corroderend (bijtend) zijn. Net zoals de brand het gedrag van een mens beïnvloedt, beïnvloeden chemische stoffen dat. De aard van de brand c.q. de aard van de chemische stoffen levert specifieke, bepalende informatie die de mens verwerkt in zijn besluit om wel of niet te handelen en hoe. De aard van de calamiteit of ramp is dus een bepalende factor en dat is voor een grootschalig chemisch incident: de chemische stoffen die vrijkomen. Hiermee is de aard van de calamiteit of ramp, in casu chemische stoffen, als tweede bepalende factor voor zelfredzaamheid vastgesteld. III. DE FACTOR OMGEVING De derde bepalende factor in het model van Kobes betreft het gebouw, belicht vanuit de bouwtechniek. Het gebouw heeft diverse kenmerken, die bepalend kunnen zijn voor zowel het besluit als de uitvoering van zelfredzame handelingen. Het gebruik van bepaalde materialen, de situering en uitvoering van vluchtwegen de inrichting met beveiligingsmateriaal (zoals een sprinklerinstallatie) zijn voorbeelden van gebouwkenmerken die direct of indirect van invloed kunnen zijn op zelfredzaamheid. Als bij een klein brandje meteen veel schadelijke rook vrijkomt, zal dat de neiging om te blussen reduceren. Als die rook zich door het gebouw kan verspreiden, zullen meer mensen op die manier attent worden op potentieel gevaar en zal dat de zelfredzaamheid van anderen in het gebouw beïnvloeden. Als het een groot, ruim gebouw is, voorzien van meerdere, grote en brandvrije vluchtwegen die regulier gebruikt worden, dan vergemakkelijkt dat het besluit om te vluchten uit het gebouw. Geabstraheerd is het gebouw de fysieke omgeving waarin een potentieel slachtoffer van een calamiteit of ramp, in dit voorbeeld een brand, zich bevindt. De onderzoeksscope van deze thesis beperkt zich niet tot een gebouw, maar beslaat de hele fysieke omgeving. Daarmee wordt de derde bepalende factor voor de mate van zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten: de omgeving. Biedt de omgeving een mogelijkheid om te vluchten of juist om te schuilen? Ofwel: in welke mate is zelfredzaamheid mogelijk? Dit kan worden benaderd vanuit de optiek van ruimtelijke ordening en infrastructuur. De derde en laatste bepalende factor is daarmee geïdentificeerd: de fysieke omgeving. 4.3 Model voor zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten In analogie op het model van Kobes, zijn hiervoor drie factoren vastgesteld, die bepalend zijn voor de mate van zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten: de mens, de chemische stof en de fysieke omgeving. Alle afzonderlijke factoren bevatten verschillende kenmerken, die van invloed kunnen zijn op de mate van zelfredzaamheid. Grafisch wordt dat weergegeven in de figuur op de volgende pagina: Blz. 28

29 Mate van zelfredzaamheid MENS kenmerken OMGEVING kenmerken CHEMISCHE kenmerken Figuur: Mate van zelfredzaamheid bij chemisch incidenten. 4.4 De kenmerken In haar model onderscheidde Kobes (2008) voor alle kritische factoren afzonderlijke kenmerken. Sommige kenmerken zijn zelfs nog verder uitgewerkt. In de volgende subparagrafen worden alle factoren onderzocht op hun toepasbaarheid op zelfredzaamheid bij een grootschalig chemisch incident [Deelvraag 4]. I. De mens - kenmerken In het analysemodel onderscheidt Kobes de volgende menskenmerken: A) Persoonskenmerken; B) Persoonsgebonden situatiekenmerken; C) Sociale kenmerken. Deze kenmerken zijn allen onderzocht op zelfredzaamheid bij grootschalige chemische incidenten. De resultaten daarvan zijn vervat in bijlage A. De conclusie daaruit wordt in de volgende subparagrafen per kenmerk en eventueel per onderwerp, weergegeven. De kritische menskenmerken voor een brand zijn dezelfde als voor een (grootschalig) chemisch incident. De outcome van de menskenmerken is echter situatie gestuurd. Deze kan variëren per brand, afhankelijk van andere factoren, en dus ook voor chemische incidenten. Ad A) Persoonskenmerken De persoonskenmerken worden gevormd door: Profiel; Karakter; Kennis en ervaring; Waarnemingsvermogen; Beoordelingsvermogen; Verplaatsingsvermogen. Blz. 29

30 Vrouwen lijken eerder dan mannen geneigd om aanwijzingen voor gedrag/handelen op te volgen. Zeker als die aanwijzingen als logisch ervaren worden en gegeven worden door betrouwbare instanties, zijn mensen bereid om die op te volgen. De meeste mensen volgen anderen tijdens een calamiteit. Mensen hebben tijd nodig om zich te realiseren dat zij te maken hebben met een grootschalige chemische calamiteit en hoe zij daarmee om moeten gaan. Paniek breekt echter niet uit. Stress beïnvloedt niet de gedrags- of handelingskeuze, maar wel de snelheid voor het maken daarvan. Zelfverzekerde mensen lijken ook bij een grootschalige chemische calamiteit sneller keuzes te maken voor hun gedrag/handelen en die sneller uit te voeren. Een chemisch incident draagt niet positief bij aan mobiliteit en conditie. Naast eventueel reeds aanwezige beperkingen, kunnen vrijgekomen gevaarlijke stoffen de mobiliteit en conditie (extra) verminderen. Dat is van invloed op het gedrag en handelen en beperkt de keuzes die mensen hiervoor kunnen maken. Mensen met een verminderd waarnemingsvermogen hebben meer tijd nodig voor het maken van bewuste keuzes voor hun gedrag/handelen. Onder invloed van alcohol, drugs (of medicatie) kunnen ook niet-rationele keuzes gemaakt worden. Mensen die minder mobiel zijn, verplaatsen zich minder snel. Dat kan ook gelden van mensen onder invloed van alcohol, drugs of medicatie. Grootschalige chemische incidenten komen zelden voor. Op enkele vakmensen na, hebben mensen over het algemeen weinig of geen kennis of ervaring hiermee. Dit zal dan ook niet van invloed zijn op het gedrag of handelen van mensen. Synopsis: bij grootschalige chemische incidenten is het belangrijk dat snel goede en logische aanwijzingen gegeven worden door een betrouwbare instantie/autoriteit. Betrokkenen zullen ook actief en rationeel zoeken naar goede aanwijzingen. De eerste betrokkenen zullen zich daarop richten en snel zelfredzaam gedrag vertonen. Anderen zullen hen volgen! Betrokkenen helpen elkaar door de aanwijzingen te delen en behulpzaam te zijn voor minder mobiele mensen. De persoonskenmerken zijn dus ook relevant voor grootschalige chemische incidenten. Waarneming van een incident is de belangrijkste trigger naar zelfredzaam gedrag. Dat gedrag wordt deels bepaald door deze persoonskenmerken. Ad B) Persoonsgebonden situatiekenmerken De persoonsgebonden situatiekenmerken bestaan uit: Opmerkzaamheid; Gevaarperceptie; Fysieke positie; Lokale bekendheid. De meeste persoonsgebonden situatiekenmerken worden niet beïnvloed door de aard van een ramp of calamiteit. Mensen vertoeven in een bepaalde positie, ongeacht de ramp of calamiteit. Zij worden ook niet opmerkzamer door een chemisch incident en zullen geen andere vluchtroute kiezen dan bijvoorbeeld bij een brand. Alleen als een chemisch incident als extreem gevaarlijk onderkend wordt, zal eerder vluchtgedrag vertoond worden. Als mensen bij een brand door rook lopen (die zeer toxisch kan zijn), mag verwacht worden dat zij bij een chemisch incident ook door chemische wolken en dergelijke lopen. Lokale bekendheid kan dit proces versnellen, als bekend is dat een bepaald chemisch incident kan plaatsvinden. Dit kan de opmerkzaamheid stimuleren en de gevaarperceptie versnellen, waarop gerichte zelfredzaamheid kan volgen. Synopsis: in principe zijn deze persoonsgebonden kenmerken voor ieder incident even belangrijk. Maar als een incident, zoals een grootschalig chemisch incident, als extreem gevaarlijk gepercipieerd wordt, gaan betrokkenen sneller maatregelen overwegen en zelfredzaam gedrag vertonen. Blz. 30

31 Ad C) Sociale kenmerken De sociale kenmerken worden gevormd door: Onderlinge sociale relatie; Taakcommitment; Rol / verantwoordelijkheid. Ook de sociale kenmerken worden niet of nauwelijks beïnvloed door de aard van de ramp of calamiteit. Bij alle rampen en calamiteiten wordt nauw samengewerkt door groepen mensen, die elkaar informeren en helpen. Informatie middels alarmering of communicatie wordt het beste vertaald in gedrag en handelen van mensen. Mensen zijn daarbij geneigd om hun gedrag en handelen af te stemmen op anderen met een verantwoordelijke rol of functie, zeker als deze aanwijzingen geven die zij als logisch ervaren. Mensen die beperkt mobiel zijn, zijn afhankelijk van hulp en daarmee minder zelfredzaam, ongeacht de ramp of calamiteit. Zelfs bij grootschalige chemische incidenten zijn mensen geneigd hun werk af te maken, als zij het incident al opmerken. Synopsis: ook voor de sociale kenmerken geldt dat deze voor alle incidenten van belang zijn. Betrokken komen niet snel in beweging, zelfs niet bij een grootschalig chemisch incident. Zij wachten informatie en aanwijzingen af, liefst van een autoriteit en stemmen hun handelen af op dat van anderen. Zelfredzaamheid wordt vorm gegeven door goede samenwerking en zorg voor minder mobiele betrokkenen. II. De Chemische stoffen - kenmerken In het analysemodel van Kobes worden vanuit de effecten en gevolgen van een brand, de specifieke kenmerken benoemd. Voor grootschalige chemische incidenten zijn de gevolgen en effecten van de betrokken chemische stoffen natuurlijk kenmerkend. In een brand kunnen chemische stoffen een belangrijke rol spelen, zodat de kenmerken van brand grote raakvlakken kunnen hebben met de kenmerken van chemische stoffen. Dit is onderzocht en uitgewerkt in bijlage A; de relevante conclusies daaruit volgen in de volgende subparagrafen. Het betreft de door Kobes onderscheiden kenmerken: A) Waarneembaarheid; B) Snelheid van de ontwikkeling; C) Dampdichtheid/toxiciteit; D) Hitte. Ad A) Waarneembare kenmerken De waarneembare kenmerken worden gevormd door: Zichtbaarheid; Ruikbaarheid; Hoorbaarheid; Voelbaarheid. De waarneembare kenmerken zijn onderverdeeld op basis van de menselijke zintuigen zien, ruiken, horen en voelen. De menselijke zintuigen zijn niet in staat om alle chemische stoffen waar te nemen. Sommige chemische stoffen zijn niet zichtbaar, ruikbaar, hoorbaar of voelbaar. En als dit wel het geval is, dan nog wordt de stof niet altijd (als zodanig) herkend, omdat in het algemeen de kennis van chemische stoffen zeer beperkt is. Als een stof niet herkend wordt als chemisch, kunnen mensen vaak toch iets waarnemen als een trigger, ook al kunnen zij het niet labelen als chemische stof. Daarom worden vaak herkenningsymbolen gebruikt bij de opslagplaats van chemische stoffen, die door de trigger van het incident snel kunnen terugleiden naar de betrokkenheid van een chemische stof. Blz. 31

Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting

Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting Margrethe Kobes en Karin Groenewegen Onderzoekers NIFV Nibra 4-11-2009 1 Doelen Verkrijgen van inzicht in aspecten die zelfredzaamheid

Nadere informatie

Zelfredzaamheid bij brand

Zelfredzaamheid bij brand Zelfredzaamheid bij brand Margrethe Kobes Onderzoeker NIFV Promovenda VU, Crisislab 6-6-2008 1 Inhoud Conclusies uit literatuuronderzoek Meer dan 300 wetenschappelijke publicaties incidentanalyses Experimentanalyses

Nadere informatie

FSE op basis van psychonomie

FSE op basis van psychonomie FSE op basis van psychonomie Margrethe Kobes Senior-onderzoeker NIFV Promovenda VU Amsterdam Inleiding Psychonomie: mens en omgeving Resultaten praktijkonderzoek in een hotel Gebruik van transparanten

Nadere informatie

Zelfredzaamheid en burgerhulp. Nancy Oberijé

Zelfredzaamheid en burgerhulp. Nancy Oberijé Zelfredzaamheid en burgerhulp Nancy Oberijé 2 oktober 2014 1 Doel 1. Bewustwording en kennis opdoen van fenomeen zelfredzaamheid/burgerhulp 2. Meningsvorming over mogelijkheid benutten zelfredzaamheid/burgerhulp

Nadere informatie

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen.

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen. Fatale woningbranden 2011 Managementsamenvatting Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) heeft onderzoek verricht naar de oorzaken, omstandigheden en het verloop van woningbranden met dodelijke

Nadere informatie

Masterclass Zelfredzaamheid bij brand

Masterclass Zelfredzaamheid bij brand Masterclass Zelfredzaamheid bij brand Margrethe Kobes 6-6-2008 1 Introductie Wat is het doel van brandpreventie? 6-6-2008 2 Introductie Wat is het doel van brandpreventie? Wat heeft een brandpreventist/adviseur

Nadere informatie

(on) mogelijkheden van de brandweer

(on) mogelijkheden van de brandweer (on) mogelijkheden van de brandweer Ing. H. Killaars, Adviseur Risicobeheersing 1 Taken conform de Wet op de veiligheidsregio s Artikel 25 1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer

Nadere informatie

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie

Nadere informatie

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven. Notitie 2015.245.02-01: Beperkte verantwoording tijdelijk asielzoekerscentrum Jachthuisweg te Hardenberg Berg en Terblijt, 6 oktober 2015 1. Inleiding Men is voornemens een asielzoekerscentrum te vestigen

Nadere informatie

Burgers bij de bestrijding van rampen: betrokken, beschikbaar, bekwaam. Nancy Oberijé Karin Groenewegen

Burgers bij de bestrijding van rampen: betrokken, beschikbaar, bekwaam. Nancy Oberijé Karin Groenewegen Burgers bij de bestrijding van rampen: betrokken, beschikbaar, bekwaam Nancy Oberijé Karin Groenewegen Doel van de workshop Kennisoverdracht over gedrag van burgers bij rampen Mogelijkheden verkennen benutten

Nadere informatie

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel Regionaal Ruud Houdijk Walter de Koning Programma 1. Wat is het risicoprofiel en waartoe dient het? 2. Handreiking Regionaal 3. Relatie met EV-beleid Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Van

Nadere informatie

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Hoe brandveilig is uw bedrijf? EXPEDITIE BRANDVEILIGHEID Hoe brandveilig is uw bedrijf? Beantwoord de vragen en ontdek of er verbeterpunten zijn. Ontdek welke punten u en uw medewerkers helpen bij het verbeteren van de brandveiligheid

Nadere informatie

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Bestemmingsplan De 5G s In Amsterdam Zuid Oost Referentie: 13/RoEv-2015 Datum: 9 april 2015 Behandeld door: K.

Nadere informatie

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren Bij incidenten met gevaarlijke stoffen Johan de Cock Kenniscongressen Protocol Leren 2007 Dinsdag 20 februari, Ede Dinsdag 27 februari, Den Haag Dinsdag 6 maart,

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Burgerhulp bij rampen en grote incidenten: aan de slag! Nancy Oberijé Sjoerd Wartna

Burgerhulp bij rampen en grote incidenten: aan de slag! Nancy Oberijé Sjoerd Wartna Burgerhulp bij rampen en grote incidenten: aan de slag! Nancy Oberijé Sjoerd Wartna 1 Doel Overdragen van kennis over onderzoek naar burgerhulp bij rampen en grote incidenten: gevonden praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

DE ICONEN DE ZEVEN PRINCIPES VAN ONTWERP VEILIGE OMGEVING DE ICONEN

DE ICONEN DE ZEVEN PRINCIPES VAN ONTWERP VEILIGE OMGEVING DE ICONEN DE ZEVEN PRINCIPES VAN ONTWERP VEILIGE OMGEVING DE ICONEN INLEIDING DE ICONEN Er zijn een paar relatief eenvoudige vragen die het bestuur en de ontwerper zich gedurende het planproces kunnen stellen, als

Nadere informatie

Gedrag van mensen bij brand

Gedrag van mensen bij brand Gedrag van mensen bij brand Drs. ing. Margrethe Kobes MIFireE Onderzoeker NIFV Promovenda VU, Crisislab 6-1-2009 1 Gedrag van mensen bij brand Wat doen mensen bij brand? Resultaten uit literatuuronderzoek

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN Sector Brandweer Groenewoudseweg 275 6524 TV Nijmegen Postbus

Nadere informatie

Programma. De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies

Programma. De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies Programma De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies 1 De uitdaging Wat willen we waarom bereiken? Motto Een crisis bestrijd je samen 2 Burger als hulpverlener kalm behulpzaam effectief Reflectie

Nadere informatie

Zelfredzaamheid en SIS Bevolkingszorg Kennemerland

Zelfredzaamheid en SIS Bevolkingszorg Kennemerland Zelfredzaamheid en SIS Bevolkingszorg Kennemerland Neil Jordan, Adviseur openbare orde en Veiligheid gemeente Haarlemmermeer Irene Mokkink, Adviseur Bureau Bevolkingszorg Kennemerland Zelfredzaamheid en

Nadere informatie

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012 Woensdag 15 Wat doet BOT-MI? februari Het BOT-mi is een samenwerkingsverband van zes ministeries en de daaraan verbonden kennisinstellingen. Het heeft expertise in huis op diverse gebieden zoals het uitvoeren

Nadere informatie

KIJK UIT OP DE WESTERSCHELDE

KIJK UIT OP DE WESTERSCHELDE KIJK UIT OP DE WESTERSCHELDE Door Arnold Bergstra, GGD Zeeland Link naar het onderzoeksrapport: http://www.ggdzeeland.nl/voor-u-en-jou/uwgezondheid/gezondheidsonderzoek/overig-onderzoek/kijkuit-op-de-westerschelde.htm

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film VRBZO Wat doet VRBZO? Zie film Inhoud van de begroting wordt bepaald door Algemeen Bestuur (burgemeesters) Gemeenteraden geven hun zienswijze hierover Gemeentelijke bijdrage 2020: 42,6 mln Verdeling van

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

HOE EFFECTIEF ZIJN DE VERSCHILLENDE HANDELINGSPERSPECTIEVEN?

HOE EFFECTIEF ZIJN DE VERSCHILLENDE HANDELINGSPERSPECTIEVEN? HOE EFFECTIEF ZIJN DE VERSCHILLENDE HANDELINGSPERSPECTIEVEN? Ingrediënten voor zelfredzaamheid bij grootschalige incidenten met gevaarlijke stoffen Inge Trijssenaar DISCLOSURE BELANGEN SPREKER (potentiële)

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

I K B E N B R A N D W E E R

I K B E N B R A N D W E E R IK BEN BRANDWEER Waar staat de brandweer voor? Wie zijn wij? Wat doen wij? En hoe willen wij gezien worden? Behulpzaam, deskundig en daadkrachtig. Dat is de brandweer. Maar wat betekent dit voor jou en

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers. 10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Voorwoord 7 Leeswijzer 9

Voorwoord 7 Leeswijzer 9 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Leeswijzer 9 Deel I Traumatische ervaringen 1 Wat kinderen kunnen meemaken 15 2 De reacties van kinderen op trauma 21 3 De impact op het gezin en de school 33 Deel II Kinderen

Nadere informatie

Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten?

Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten? Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten? Gegevens auteur 1 Titulatuur: Dr.ir. Voorletters: H.M.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG Turfmarkt 147 Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.minbzk.nl Betreft Antwoord

Nadere informatie

Uit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland

Uit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland Uit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland Over het algemeen zal een scenario paniek in menigten ontstaan vanuit een klein incident. In de regio is dit onderkend door een pro-actief en preventief

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Het werken op een locatie is niet altijd zonder risico s. Theoretisch

Nadere informatie

Nota overlegreacties bestemmingsplan Hoefweg 96-100

Nota overlegreacties bestemmingsplan Hoefweg 96-100 bestemmingsplan Hoefweg 96-100 Identificatiecode: NL.IMRO.1621.BP0138-VONT 7 maart 2013 T13.03121 Inhoudsopgave Blz. Hoofdstuk 1 Overleg 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Overlegreacties en gemeentelijke reactie en

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel mensen met een licht

Nadere informatie

Menselijk gedrag bij brand. Validatie van de toepassing van serious gaming in onderzoek naar brandveiligheidspsychonomie

Menselijk gedrag bij brand. Validatie van de toepassing van serious gaming in onderzoek naar brandveiligheidspsychonomie Menselijk gedrag bij brand Validatie van de toepassing van serious gaming in onderzoek naar brandveiligheidspsychonomie Een nieuwe kijk op brandveiligheid Veilig vluchten is het belangrijkste aspect bij

Nadere informatie

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: PREVENTIE II Komt het wel eens voor dat u:. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland 1. Overzicht Incident 30 mei 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Venhuizen Gemeente Drechterland GRIP 1 Omschrijving Op dinsdag

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ MET 4 BELANGRIJKE VRAGEN AAN U Gespreksnotitie bij REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ 2016-2019 VRGZ 2.0 - Integraal werken aan veiligheid in Gelderland-Zuid VEILIGHEID, DAAR ZIJN WE SÁMEN VERANTWOORDELIJK VOOR

Nadere informatie

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling WAT? Dit plan beschrijft de stappen die een lokale groep kan zetten bij een vermoeden, onthulling of vaststelling van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag of seksueel misbruik t.a.v. de leden. Het is

Nadere informatie

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS Paul Geurts Bestuursadviseur openbare orde en veiligheid gemeente Tilburg Niko van den Hout Coördinator BHV & crisismanagement Onderwijsgroep Tilburg Fysieke calamiteiten

Nadere informatie

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Meet Inn Maroastraat 39 in Amsterdam Nieuw- West Referentie: 0046/RoEv-2016 Datum: 22 september 2016 Behandeld

Nadere informatie

CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study

CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study ir. Xavier Deckers FESG Presentatie CFD in de bouw Actiflow seminar Presentatie FESG Wie zijn wij? Onafhankelijk studiebureau brandveiligheid, Gespecialiseerd

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Expertmeeting uitval telecommunicatie / ICT

Expertmeeting uitval telecommunicatie / ICT Expertmeeting uitval telecommunicatie / ICT Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is een organisatie waarin brandweer, GHOR en RAV (Regionale Ambulancevoorziening) samenwerken om incidenten en rampen te voorkomen,

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Ontwerpen en externe veiligheid. oostkracht10.nl Milieu & veiligheid

Ontwerpen en externe veiligheid. oostkracht10.nl Milieu & veiligheid Ontwerpen en externe veiligheid oostkracht10.nl Milieu & veiligheid Voorstellen Nancy Oberijé Consultant milieu en veiligheid Oostkracht 10 B.V. nancy@oostkracht10.nl 06 51 11 90 78 Deventer Ontwerpen

Nadere informatie

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 BASISINFORMATIE INCIDENT Incident omschrijving Brand in laboratorium nabij kerncentrale Lingen Plaats Lingen, Duitsland Datum 6-12-2018 Incidentnr.

Nadere informatie

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF INTERGEMEENTELIJKE CRISISORGANISATIE I VIJFDE EDITIE I mei 2013

NIEUWSBRIEF INTERGEMEENTELIJKE CRISISORGANISATIE I VIJFDE EDITIE I mei 2013 NIEUWSBRIEF INTERGEMEENTELIJKE CRISISORGANISATIE I VIJFDE EDITIE I mei 2013 Beste medewerkers van Bevolkingszorg Kennemerland, Hierbij ontvangen jullie een nieuwe editie van de nieuwsbrief van Bevolkingszorg

Nadere informatie

De risicomatrix wordt ingevuld op basis van de informatie verkregen uit het beschrijvend deel.

De risicomatrix wordt ingevuld op basis van de informatie verkregen uit het beschrijvend deel. Risico Analyse model Het regionaal evenementenbesluit kent de afspraak dat er bij aandachtsevenementen (eventueel) of evenementen (altijd) een veiligheidsoverleg (vergunningverlener, parate diensten en

Nadere informatie

2. Hoe zorg je voor een goede koppeling tussen hulpvraag en hulpaanbod? O.l.v. Kim Anema, Projectleider CobaCore bij het Rode Kruis

2. Hoe zorg je voor een goede koppeling tussen hulpvraag en hulpaanbod? O.l.v. Kim Anema, Projectleider CobaCore bij het Rode Kruis De middagsessies 1. Hoe activeer je burgers via social echte wereld? O.l.v. Ragna Opten, VDMMP en Koert de Vries, Projectleider Burgerhulp bij het Rode Kruis 2. Hoe zorg je voor een goede koppeling tussen

Nadere informatie

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DOEN WAAR JE GOED IN BENT De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DIT MOET ANDERS In 2009 besloot het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe om crisisbeheersing op een andere manier vorm te geven

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement s. Functie meetplanleider Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub s Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

VLUCHTEN BIJ EEN BRAND

VLUCHTEN BIJ EEN BRAND VLUCHTEN BIJ EEN BRAND Waar zou op gelet kunnen worden wanneer er een brand is? Bij de brand in Volendam hebben van de 300 vluchtenden er slechts tien de twee nooduitgangen gebruikt, terwijl het gedrang

Nadere informatie

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

VICTIMS IN MODERN SOCIETY VICTIMS IN MODERN SOCIETY (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking met CentERdata en dr. P.G. van der Velden VICTIMS IN MODERN SOCIETY 2018 (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Nieuwe technieken voor wayfinding in een gebouw

Nieuwe technieken voor wayfinding in een gebouw Nieuwe technieken voor wayfinding in een gebouw Ir. D.J. de Boer Lectoraat Brandveiligheid in de Bouw Samenspel BHV en vluchtwegaanduiding Door de aanwijzing van de BHV-er is een positief effect op het

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Op grond van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crnvgs), moet het groepsrisico worden betrokken in

Nadere informatie

Chronische Pijn Groep

Chronische Pijn Groep Chronische Pijn Groep Geldermalsen Deze folder gaat over de behandeling van chronische pijn en over de manier waarop de Chronische Pijn Groep Geldermalsen deze klacht aanpakt. In deze folder wordt uitgelegd

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Polderweg 1 in Amsterdam Referentie: 0062/RoEv-2016 Datum: 30 november 2016 Behandeld door: B. (Bente) Boogaard

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Risicocommunicatie Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Presentatie Beleving risico s in relatie tot (praktijk) Wat is een risico?

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor ziekenhuizen, revalidatiecentra, umc s en tijdelijk verblijf in de ggz Maak de zorg brandveilig

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

Voorkomen is beter dan genezen.

Voorkomen is beter dan genezen. Voorkomen is beter dan genezen. Veiligheid, een gezamenlijke verantwoordelijkheid Razendsnelle ontwikkelingen Veiligheid is een van de belangrijkste aspecten in ons leven. In eerste instantie is dat natuurlijk

Nadere informatie

Bestuurlijk resumé Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio MWB

Bestuurlijk resumé Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio MWB Bestuurlijk resumé Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio MWB Aanleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s in werking getreden. Deze wet bepaalt dat elke veiligheidsregio per april 2011

Nadere informatie

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden 33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil

Nadere informatie

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN E-blog HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN In talent & groei Het is belangrijk om je talent goed onder woorden te kunnen brengen. Je krijgt daardoor meer kans om het werk te

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

ommunicere ver ilieu- Communiceren over milieu-incidenten Tips voor het bevoegd gezag

ommunicere ver ilieu- Communiceren over milieu-incidenten Tips voor het bevoegd gezag ommunicere ver Communiceren over milieu-incidenten ilieu- Tips voor het bevoegd gezag Checklist om altijd op zak te hebben. 1. Leef mee en toon dat. 2. Vermijd clichés en bagatelliseer nooit. Rook en chemische

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor ziekenhuizen, revalidatiecentra, umc s en tijdelijk verblijf in de ggz Brochure-IkMaakDeZorgBrandveilig_AB1-v4.indd

Nadere informatie

Bedrijfsnoodplan (voorbeeld)

Bedrijfsnoodplan (voorbeeld) Bedrijfsnoodplan (voorbeeld) Naam bedrijf Adres en postcode nog in te vullen. Voorwoord: U heeft in handen het Bedrijfsnoodplan van..dakbedekkingen ook wel ontruimingsplan genoemd. Ondanks allerlei voorzorgsmaatregelen

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2014-2015

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2014-2015 Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2014-2015 In 2011 en 2012 heeft het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) onderzoek uitgevoerd naar voorrangsvoertuigen. Sinds 2013 wordt

Nadere informatie

Berichtgeving over rook bij branden

Berichtgeving over rook bij branden Berichtgeving over rook bij branden Crisiscommunicatie op grond van perceptieonderzoek Frans Greven Index Aanleiding Onderzoeksopzet Resultaten & conclusies Media-analyse Vergelijking Expertmodel & Lekenperspectief

Nadere informatie

Voorwoord! Wie wil ik helpen?!

Voorwoord! Wie wil ik helpen?! Voorwoord Allereerst dankjewel dat je mijn boek hebt gekocht of gekregen en dat je dit ook leest. Dit toont dat jij vooruit wil in het leven en dat je ook actiegericht bent. En actiegerichte mensen halen

Nadere informatie

De GHOR neemt de ruimte

De GHOR neemt de ruimte De GHOR neemt de ruimte Visie op zorgcontinuïteit, zelfredzaamheid en fysieke veiligheid veiligheid in het kader van ruimtelijke ordening versie 20180326 tbv Bureauhoofden GHOR overleg 20180403 Inleiding

Nadere informatie

DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL :58

DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL :58 DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL 2015 16:58 INHOUD VOORWOORD 3 JOUW CULTUURPROFIEL 4 ONDERZOEKEND VERMOGEN 6 PRESENTEREN 8 SAMENWERKEN 10 ZELFSTANDIG WERKEN 12 REFLECTEREND VERMOGEN 14 CREËREND VERMOGEN

Nadere informatie

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden IJsselland TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden Captain crisis campagne In december 2013 is het project Captain Crisis gelanceerd. Het GHOR-bureau hielp de zorginstellingen om:

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Meedoen& Meetellen Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Samenstelling trainingsmodule Eline Roelofsen Roel Schulte www.verwondering.nu Illustratie

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie