Effectmonitor Top

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Effectmonitor Top"

Transcriptie

1 Effectmonitor Top600

2 Inhoud Top Doelstelling 1. Verminderen (high impact) criminaliteit... 4 Doelstelling 2. Verbeteren perspectief Doelstelling 3. Beperken instroom broertjes en zusjes Conclusie

3 Top600 De aanpak Top600 bestaat inmiddels ruim 5,5 jaar. In deze periode hebben 1177 personen op de lijst gestaan, zijn 618 personen uitgestroomd en staan momenteel 562 personen op de lijst (inclusief herintreders). De gemiddelde leeftijd van deze personen fluctueerde de afgelopen jaren tussen de 23 en de 28 jaar en is op dit moment 27,8 jaar. Van de oorspronkelijke 600 uit 2011 staan nu nog (steeds) 162 personen op de lijst. In deze rapportage worden de resultaten en effecten van de aanpak weergegeven voor het jaar. Deze worden afgezet tegen de cijfers van 2015 en waar relevant wordt iets verder terug in de tijd gekeken. De resultaten en effecten worden zoals ieder jaar ook in deze monitor onderverdeeld naar de drie doelstellingen van de aanpak: (1) het verminderen van (high impact) criminaliteit, (2) het verbeteren van het perspectief van de Top600-personen en (3) het verminderen en voorkomen van in- en doorstroom van de broertjes en zusjes. Tevens wordt een aantal verdiepende analyses gemaakt naar kenmerken van de Top600 en verschillende subgroepen daarin. De analyse is gebaseerd op cijfers die zijn aangeleverd door de gemeente (directie OOV, OJZ, de stadsdelen, Werk, Participatie & Inkomen (WPI), het Preventief Interventieteam (PIT) en GGD), de Amstellandgemeenten, Politie, Openbaar Ministerie, Jeugdbescherming Regio Amsterdam, William Schrikker Groep, Reclassering Nederland, Reclassering Inforsa en het Leger des Heils. Dit zijn de kernpartners van de Top600-aanpak, hetgeen inhoudt dat zij ook regisseurs leveren die op het totaal van veiligheid en zorg sturen. 3

4 Doelstelling 1. Verminderen (high impact) criminaliteit Een van de drie pijlers van de aanpak is het voeren van een lik-op-stuk beleid om high impact criminaliteit (HIC) zoals onder andere woninginbraken, overvallen en straatroof te verminderen. Recidive totale Top600 1 De personen op de Top600-lijst 2 hadden, voordat ze in regie werden genomen 5179 ingestroomde gedagvaarde zaken bij het OM. Nadat zij in regie werden genomen, waren dit er Dit betekent een totale daling van 49% (figuur 1). Dit percentage komt exact overeen met de recidivevermindering van vorig jaar. Uitgesplitst naar type delict zien we een recidivedaling van 61% voor HIC-delicten 3 en 43% voor niet-hic-delicten 4. Vorig jaar was sprake van overeenkomstige percentages, namelijk 60% recidivevermindering voor HIC en 43% recidivevermindering voor niet-hic. Figuur 1: recidive, en recidive (n=965) HIC niet-hic totaal -61% -43% -49% % -43% -49% : 1 mei '09 1 november ' : 1 mei '09 31 oktober '15 overval inbraak woning geweld* straatroof moord/doodslag -74% -45% -68% -71% -42% % -43% -71% -66% -49% *openlijk geweld + zware mishandeling Wanneer dit wordt afgezet tegen de recidivecijfers sinds het begin van de aanpak (figuur 2), valt op dat met name de laatste twee jaar de recidive flink gedaald is en dan in het bijzonder voor HICdelicten. Mogelijk hangt dit samen met de steeds groter wordende groep personen die uit de Top600 gestroomd zijn, omdat zij niet meer voldeden aan de politie en justitie criteria, maar die nog wel meetellen in de algemene recidiveberekening. In de volgende paragraaf wordt hier dieper op ingegaan. 1 Voor de berekening van de recidive is de definitie van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) gehanteerd dat zich baseert op de analyse van alle door het OM gedagvaarde zaken en strafbeschikkingen, met uitzondering van sepots, nietigverklaringen, vrijspraken en overdrachten naar een ander parket. 2 Het gaat hier om personen die op de peildatum 1 november minimaal een jaar in regie zijn geweest, waarbij de periode vanaf het regiemoment wordt vergeleken met een gelijke periode vóór regie zaken m.b.t. HIC-delicten voor regie versus 624 zaken na regie zaken m.b.t. niet-hic-delicten voor regie versus 2040 zaken na regie. 4

5 Figuur 2: ontwikkelingen in recidivedaling sinds het begin van de aanpak totaal HIC niet-hic 57% 49% 46% 60% 61% 53% 52% 43% 45% 49% 49% 37% 41% 43% 43% Effectmonitor 2012 (n=427) Effectmonitor 2013 (n=651) Effectmonitor 2014 (n=651) Effectmonitor 2015 (n=797) Effectmonitor (n=965) Recidive huidige lijst versus uitstroom De groep Top600-personen die reeds is uitgestroomd bestaat momenteel uit 618 personen. Dat zijn meer personen dan op dit moment op de lijst staan (562) en die groep groeit bovendien bij elke opstelling van een nieuwe lijst. Om de recidive goed te kunnen duiden, is het daarom van belang een onderscheid te maken tussen personen die momenteel op de lijst staan ten opzichte van personen die reeds zijn uitgestroomd (figuur 3). De recidivevermindering voor uitstromers ligt fors hoger dan bij de huidige groep. Dit is logisch aangezien een daling in recidive tijdens regie de reden is dat deze personen konden uitstromen. Deze daling bleef ook na de regieperiode aanhouden: na regie hadden zij minder dagvaardingen dan in een vergelijkbare periode vóór regie. Dit zou erop kunnen duiden dat de Top600-aanpak een langdurig effect heeft. Bij de personen die op dit moment op de lijst staan, is eveneens sprake van een recidivedaling in vergelijking met de periode voor regie (-36% HIC-delicten), maar deze is lager dan bij personen die de aanpak reeds hebben afgerond. Figuur 3: recidive onder personen die zijn nu op de lijst staan of zijn uitgestroomd 5, , recidive huidige lijst (n=400) en na uitstroom (n=565) HIC niet-hic totaal -36% -33% -34% % -40% -40% HIC niet-hic totaal -82% -50% -59% % -47% -58% : 1 mei '09 1 november ' : 1 mei '09 31 oktober '15 Recidive oorspronkelijke 600 Interessant is om te kijken naar personen die sinds het begin van de aanpak op de lijst staan (162 personen). Voor deze groep ligt de recidivedaling lager dan voor de rest van de personen die nu op de lijst staan: 27% recidivedaling in totaal en 19% voor wat betreft HIC-delicten. In vergelijking met vorig jaar is vooral bij niet-hic delicten een minder grote afname te zien. In het voorjaar van 2017 zal deze groep nader geanalyseerd worden om inzicht te krijgen in kenmerken van deze groep, opdat hun aanpak verder op maat gemaakt kan worden, met als doel de recidive onder deze personen verder terug te brengen. 5 Niet alle uitgestroomde personen werden meegenomen, bijvoorbeeld personen die voor uitstroom minder dat één jaar in regie waren. 5

6 Figuur 4: recidive onder personen die vanaf het begin van de aanpak op de Top600-lijst staan, , recidive oorspronkelijke 600 (n=155) HIC niet-hic totaal -19% -31% -27% % -36% -35% : 1 mei '09 1 november ' : 1 mei '09 31 oktober '15 Aanhoudingen voor en na regie Niet elke aanhouding leidt tot een ingezonden proces-verbaal aan het OM en tot een dagvaarding. Daarom is het interessant om naast recidive gebaseerd op dagvaardingen bij het OM ook te kijken naar politieaanhoudingen voor en na regie. In is een daling waar te nemen in aanhoudingen van 49%, ten opzichte van de periode voor regie. In 2015 was dit nog 41%. Met name binnen niet- HIC delicten (-41%) is een grotere daling te zien ten opzichte van 2015 (-34%). Figuur 5: aanhoudingen onder (ex-)top600 personen, en aanhoudingen (n=980) HIC niet-hic totaal -68% -41% -49% % -34% -41% : 1 mei '09 1 november ' : 1 mei '09 31 oktober '15 Recidive over de jaren heen De aanpak Top600 loopt inmiddels ruim 5,5 jaar. Voor zo n periode is het niet meer alleen relevant om inzicht te hebben in de ontwikkelingen van de recidive voor en na regie, maar is het ook interessant om te zien hoe de recidive zich ontwikkelt in de jaren nadat iemand in regie is gekomen. Vanuit de gedachte dat het aannemelijk is dat er een verschillend effect optreedt voor mensen die twee, drie of vier jaar in regie zijn, kijken we dit jaar voor het eerst ook op deze manier naar recidive. De laatste twee jaar voor regie wordt ook meegenomen, zodat de jaren na regie ook tegen deze periode afgezet kunnen worden. Omdat voor de opeenvolgende jaren sprake is van verschillende aantallen personen 6, wordt gebruik gemaakt van gemiddelden. Dagvaardingen voor de totale groep Vanaf de in regie name daalt jaarlijks zowel het aantal personen dat een dagvaarding bij het OM heeft, als het aantal nieuwe dagvaardingen. Figuur 6 toont het percentage van personen met een dagvaarding, onderverdeeld naar het aantal jaar dat iemand in regie is. Omdat niet iedereen even lang in regie is, is per jaar het aantal Top600-personen genoemd waarover de analyse is uitgevoerd. In de twee jaren voor regie had gemiddeld 80% van de personen een dagvaarding op diens naam staan. Vanaf het moment van in regie name daalt dit aandeel naar 61% in het eerste 6 Er zijn meer personen die in elk geval één of twee jaar in regie zijn geweest, dan personen die vier of zelfs vijf jaar in regie zijn geweest. Om deze reden verschilt de N per periode. 6

7 jaar tot 26% van personen die reeds in hun vijfde regiejaar zitten (figuur 6). Dit betekent dat ook personen die al langer op de lijst staan, blijven dalen in hun recidive. Figuur 6 Aandeel personen met een dagvaarding per periode, met bijbehorende N % 78% 61% 48% 40% 38% % 2e jaar voor regie 1e jaar voor regie 1e jaar na regie 2e jaar na regie 3e jaar na regie 4e jaar na regie 5e jaar na regie De personen die wel plegen, zijn minder actief; gemiddeld hadden de personen de twee jaar voordat zij instroomden 4,4 dagvaardingen per jaar op hun naam staan 7. Vanaf het moment van in regie name, daalt het gemiddeld aantal zaken per persoon van 3,6 voor actieve personen in het eerste jaar na regie, tot 2,5 zaken per jaar op het moment dat zij reeds vijf jaar in regie zijn (figuur 7). Figuur 7 gemiddeld aantal dagvaardingen per periode voor recidivisten en de totale groep 4,3 4,4 3,5 3,4 3,6 3,6 3,5 2,2 1,7 Gemiddeld aantal delicten per recidiverende Gemiddeld aantal delicten per persoon (hele groep) 1,4 3,0 1,2 2,5 0,6 2e jaar voor regie 1e jaar voor regie 1e jaar na regie 2e jaar na regie 3e jaar na regie 4e jaar na regie 5e jaar na regie Samenvattend: naarmate de regieperiode langer is, zijn er minder personen met een dagvaarding op hun naam en daalt ook het aantal dagvaardingen per persoon. Tot slot daalt het aandeel HIC-delicten naarmate er sprake is van een langere regieperiode. In de twee jaar voor regie betrof gemiddeld 27% van het aantal binnengekomen dagvaardingen een HIC-delict. Vanaf de in regie name daalt dit naar 21% in het eerste regiejaar en daarna steeds verder tot 10% bij personen die vijf jaar in regie zijn. 7 Dit gemiddelde is berekend op basis van de twee jaar voordat een persoon in regie kwam. 7

8 Figuur 8 aandeel HIC-delicten van totaal aantal binnengekomen zaken bij het OM, per periode 40% 20% niet HIC HIC 0% 2e jaar voor regie 1e jaar voor regie 1e jaar na regie 2e jaar na regie 3e jaar na regie 4e jaar na regie 5e jaar na regie Recidive na detentie Voor het bepalen van de recidive na detentie is gekeken in hoeverretop600-gedetineerden die tussen 1 januari en 1 oktober vrijkwamen uit een PI 8 binnen een maand na detentie opnieuw met de politie in aanraking kwamen. Figuur 9 geeft aan of en hoe snel na detentie zij weer een politiecontact hadden. Deze resultaten zijn vergeleken met een vergelijkbare groep Top600- personen in Figuur 9. Snelheid van recidive na uitstroom uit detentie 2015 (n=203) (n=205) 21% 17% wel recidive binnen 1 maand 79% 83% geen recidive binnen 1 maand Snelheid van recidive (aantallen) 2015 binnen 48 uur 3 0 binnen 1 week 15 3 binnen 2 weken binnen 1 maand Uit dit figuur blijkt dat in 83% van de 205 Top600 gedetineerden binnen een maand na detentie niet opnieuw met de politie in aanraking kwam. De overige 17% recidiveerde wel binnen een maand na detentie. Zij pleegden in totaal 45 feiten in die periode, waarvan eenmaal een HICdelict (een overval). Ter vergelijking: in 2015 recidiveerde 21% van de 203 Top600-gedetineerden binnen een maand na detentie. Van de 55 feiten die in 2015 binnen een maand na detentie werden gepleegd, betrof het vijf maal een HIC-delict (drie keer een woninginbraak en twee keer een straatroof). Detentie Figuur 10 laat per maand de in- en uitstroom uit detentie van Top600-personen zien in en het aantal personen dat aan het eind van elke maand vast zat. In zaten gemiddeld 184 personen vast aan het eind van de maand. Dit is een stijging in vergelijking met 2015: toen zaten er gemiddeld 167 personen vast aan het eind van elke maand. Voor deze stijging zijn verschillende verklaringen. Enerzijds is er een toename van het aantal detenties onder Top600-personen 9. De gemiddelde instroom per maand ligt iets hoger dan de gemiddelde uitstroom per maand. Daarbij 8 Bij personen die meerdere keren vastzaten, is de eerste detentie in het jaar geselecteerd. 9 In stroomden gemiddeld 32 personen per maand in detentie en 31 personen per maand uit. In 2015 stroomden gemiddeld 33 personen per maand in detentie en 32 personen per maand uit. 8

9 zien we in het bijzonder dat een steeds groter deel van de nieuwe instromers vast zit op het moment dat zij op de lijst komen te staan (38% in oktober t.o.v. 21% in oktober 2014). Anderzijds zien we een toename van de detentieduur. Zo is het aantal ISD-ers toegenomen van 18 in oktober 2014 naar 33 in oktober. Ook is het gemiddeld aantal dagen dat de Top600- personen gedetineerd zitten gestegen, in het bijzonder bij de Top600-personen die vanaf de start van de aanpak op de lijst staan. Figuur 10. In- en uitstroom in detentie per maand in aantallen, jan-okt uitstroom instroom totaal aantal eind van de maand Tussen 1 januari en 1 november kwam 308 keer een Top600-persoon vrij uit detentie (246 unieke personen) 10. Qua kenmerken van de detentie zijn er geen opvallende verschillen tussen en 2015: Iets meer dan de helft (52%) van de detenties duurde korter dan twee maanden. Het merendeel van de personen (89%) kwam vrij uit een Penitentiaire Inrichting (PI). De overige 11% kwam vrij uit een jeugdinrichting. Van de personen die uit een PI vrijkwamen was 32% voorlopig gehecht en 49% afgestraft (de overige 19% heeft een onbekende status) Gemiddeld kwamen in 31 personen per maand vrij. In 2015 kwamen gemiddeld 32 personen per maand vrij. 11 Cijfers 2015: detenties korter dan twee maanden 54%, detenties in PI 87%, detenties jeugdinrichting 13%, voorlopig gehecht vrijgekomen uit PI 32%, afgestraft vrijgekomen uit PI 54%, onbekende status vrijgekomen uit PI 13%. 9

10 Doelstelling 2. Verbeteren perspectief Binnen de Top600 is er veel aandacht voor de zorg die nodig is om een Top600-persoon aan te zetten tot duurzame gedragsverandering. Een belangrijk onderdeel hiervan is de inzet op het verbeteren van het perspectief en de maatschappelijke kansen van Top600-personen. Daar waar mogelijk en nodig wordt dit ondersteund vanuit een strafrechtelijk kader, bijvoorbeeld door zorg op te nemen in de bijzondere voorwaarden bij een vonnis of een schorsing. Zo wordt de Top600- persoon ook extrinsiek gemotiveerd om deel te nemen aan de benodigde zorg. Toezicht De inzet van reclasseringstoezicht is een belangrijk instrument voor de combinatie van straf en zorg. Binnen de Top600 wordt dan ook ingezet op bijzondere voorwaarden, waar mogelijk gekoppeld aan de uitkomsten van de screeningen van de GGD. In het begin van de aanpak (mei 2011) was het aandeel bijzondere voorwaarden bij een eindvonnis nog 29%. Het laatste halfjaar van was dit 50%. Terugkijkend naar een langere periode is er een opvallende daling in het aandeel bijzondere voorwaarden in de periode tussen juli 2015 en juni (figuur 11). Vanuit de reclasseringsorganisaties wordt momenteel uitgezocht wat hier een verklaring voor zou kunnen zijn. Figuur 11: percentage (ZM-)eindbeslissingen met bijzondere voorwaarden per (ZM-)afdoeningsperiode 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 48% 49% 53% 50% 42% 41% Indien er bijzondere voorwaarden bij eindvonnis, schorsing of in het kader van een voorlopige invrijheidsstelling worden opgelegd, zijn de drie reclasseringsorganisaties verantwoordelijk voor het toezicht van volwassen Top600-personen. Ook nemen zij in bijzondere gevallen het elektronisch toezicht voor hun rekening, terwijl het daadwerkelijke toezicht door een andere partij wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld in het geval van minderjarigen. Van januari tot november zijn in totaal 111 toezichten afgesloten, waarvan de helft positief. Er is sprake van een positieve afsluiting als een persoon zich aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden en bijvoorbeeld het toezichtstermijn is afgelopen. Van een negatieve afsluiting is bijvoorbeeld sprake als iemand zich niet aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden en als gevolg daarvan een schorsing is opgeheven. In 2015 waren in dezelfde periode 157 toezichten afgesloten, waarvan 62% positief. 10

11 Figuur 12: doorstroom toezichten bij de drie reclasseringsorganisaties jan-nov * * Voor de maand september ontbreken de cijfers van een van de reclasseringsorganisaties Jan '16 Feb '16 Maart '16 April '16 Mei '16 Juni '16 Juli '16 Aug '16 Sep '16 Okt '16 Positieve afsluiting Negatieve afsluiting 7 6 Zoals eerder genoemd kan een reclasseringstoezicht vanuit verschillende kaders bij de reclasseringsorganisaties binnen komen (tabel 1). Terugkijken voor de Top600 blijkt dat veruit de meeste toezichten binnenkomen in het kader van een schorsing van preventieve hechtenis, of in het kader van een voorwaardelijke veroordeling (bijzondere voorwaarden). Verder neemt het aantal ingestroomde toezichten op basis van een ISD toe evenals de toezichten in het kader van een voorwaardelijke invrijheidsstelling. Ook het elektronisch toezicht lijkt steeds vaker ingezet te worden, in combinatie met toezicht bij een van de reclasseringsorganisaties of bij een andere partner. Dit alles lijkt er op te duiden dat er steeds beter gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden die de reclasseringsorganisaties hebben. Tabel 1: verschillende kaders waarbinnen een toezicht plaatsvindt, nov Schorsing prev. hechtenis Voorwaardelijke Veroordeling Voorw. invrijheidstelling Toezicht door derden, EC bij 3RO PP met ET PP zonder ET ISD extramurale fase totaal Totaal Inzet op passende zorg door screening en diagnostiek Vanuit de Top600 wordt ingezet op het screenen van alle Top600-personen om inzicht te krijgen in hun problematiek en om daarop aansluitend passende hulpverlening in te kunnen zetten. Voor de 11

12 Top600-personen verzorgt de GGD de screeningen. Tijdens de screening neemt een verpleegkundige, psycholoog en/of psychiater van de GGD een sociaal psychiatrisch interview af. Het doel hiervan is het in kaart brengen van (mogelijke) psychische problemen en, indien van toepassing, het stellen van een voorlopige diagnose. In zijn tot aan peildatum 1 november 108 Top600-personen gescreend vanuit 254 pogingen (figuur 13). Van de huidige lijst zijn daarmee 70% van de personen gescreend. In diezelfde periode zijn 96 personen besproken in het zogenaamde Stedelijk Indicatieoverleg 12 (SIO), van waaruit een voorlopig advies is opgesteld voor (aanvullende) diagnostiek, behandeling, begeleiding en overige zorg 13. Uit een steekproef uitgevoerd voor de effectmonitor van 2015 kwam naar voren dat in dat jaar tweederde van de adviezen uit het SIO opgevolgd werd en dat bij 94% van de personen van voor wie het advies opgevolgd was en die na negen maanden nog in zorg waren, de situatie verbeterd was 14. Figuur 13: GGD screeningen incl. pogingen en besprekingen in het SIO afgeronde screeningen van huidige lijst 70% Poging tot screening Afgeronde screening Besproken in SIO Ontwikkelingen op de ZRM Een vast onderdeel van de GGD screening is het afnemen van een zogenaamde Zelfredzaamheid- Matrix (ZRM). Met de ZRM wordt de mate van zelfredzaamheid op verschillende domeinen of leefgebieden in kaart gebracht, om inzicht te krijgen in zowel de problematiek als de sterke kanten van een Top600-persoon. Binnen de Top600 wordt de ZRM daarnaast elke zes maanden opnieuw ingevuld door de regisseur, ter ondersteuning bij het verhelderen van de zorg- en 12 Het SIO wordt voorgezeten door de GGD en bestaat uit vertegenwoordigers van Arkin, de Bascule, GGZ InGeest, de Waag, Amsta, het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en MEE. 13 Zoals informatie opvragen over bestaande juridische kaders (reclasseringstoezicht, jeugdbeschermingsmaatregel of ISD), of mogelijkheden m.b.t. creëren van kaders in toekomst. Bij politie en justitie informeren over hoeveelheid delicten, mate van geweld bij recente delicten. Praktische zaken oppakken door regisseur. Subject onderbrengen bij andere zorgpaden in de stad (aanmelden instroomhuis, veldtafel e.d.). 14 Voor het vaststellen van de situatie na negen maanden werden de betrokken zorgpartners geraadpleegd. 12

13 ondersteuningsbehoeften van de Top600-persoon en om ervoor te zorgen dat er hierdoor meer zicht komt op langdurige gedragsverandering. Voor 387 van de Top600-personen is de ZRM zowel door de GGD gescoord (de nulmeting) als door de regisseur in 2015 of. De gemiddelde tussenperiode tussen deze twee metingen bedroeg 2,3 jaar. Hiervan waren 228 ZRM s volledig ingevuld. Voor deze personen is het mogelijk uitspraken te doen over de ontwikkeling in hun situatie op verschillende leefgebieden. Bij een kleine meerderheid (55%) van de Top600-personen is vooruitgang te zien op de totale ZRM-scores. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2015, toen dit nog 58% was (figuur 14) 15. Figuur 14: ontwikkelingen op ZRM-totaalscore voor personen met een volledig ingevulde ZRM, (n=228) 58% 55% 6% 7% 36% 38% 2015 Vooruitgang op zelfredzaamheid Zelfredzaamheid stabiel Achteruitgang op zelfredzaamheid Als de domeinen apart van elkaar worden bekeken, zijn er verschillen in de ontwikkelingen tussen de baseline meting en de laatste mogelijke meting in. De domeinen financiën, sociaal netwerk en maatschappelijke participatie tonen de hoogste vooruitgang: 75% van de personen die hierin vooruit gaan, verschuift van acute problematiek/niet-zelfredzaam naar zelfredzaam zijn op dit gebied. Opvallend is echter ook dat van degenen die achteruitgaan op dit domein,52% van zelfredzaam naar acute problematiek/niet zelfredzaam gaat. Figuur 15 laat hier een voorbeeld van zien voor het domein financiën. Figuur 15 Ontwikkeling tussen screening en laatste meetmoment op het domein financiën vooruit gelijk achteruit 0% 20% 40% 60% 80% 100% nog steeds 1-2; blijvend probleem van naar 1-2; afglijden van naar 3-4-5; zelfredzaam gebleven van 1-2 naar 3-4-5; opgelost probleem Vooruitgang op het ZRM-domein financiën van een score 1/2 naar een score betekent de aanvang van een uitkering of andere inkomsten, en/of bovendien dat eventuele schulden stabiliseren. Voor de domeinen geestelijke gezondheid, huisvesting en verslaving blijft de meerderheid van de personen, inclusief diegenen die voor- of achteruitgang vertonen, nog wel binnen de grenzen van voldoende zelfredzaamheid(zie figuur 16, grijze en groene vlakken). 15 Tussentijds zijn personen in- of uit- de Top600 gestroomd. Deels betreft dit dus een andere groep personen. 13

14 Figuur 16 Ontwikkeling tussen screening en laatste meetmoment op het domein geestelijke gezondheid vooruit gelijk achteruit 0% 20% 40% 60% 80% 100% nog steeds 1-2; blijvend probleem van naar 1-2; afglijden van naar 3-4-5; zelfredzaam gebleven van 1-2 naar 3-4-5; opgelost probleem Tot slot wordt het domein dagbesteding gekenmerkt door relatief veel personen met een score 1 ( acute problematiek : geen werk/opleiding en overlast veroorzakend) op dit domein ten opzichte van de andere domeinen. Echter, bij personen die vooruitgang boeken, is bij de meerderheid ook sprake van het écht oplossen van het probleem: 70% gaat vooruit van een score 1-2 naar een score 3-4-5, wat inhoudt dat subjecten meedoen met laagdrempelige dagbestedingstrajecten of zelfs (parttime/fulltime) werk hebben gevonden (figuur 17). Figuur 17 Ontwikkeling tussen screening en laatste meetmoment op het domein dagbesteding vooruit gelijk achteruit 0% 20% 40% 60% 80% 100% nog steeds 1-2; blijvend probleem van naar 1-2; afglijden van naar 3-4-5; zelfredzaam gebleven van 1-2 naar 3-4-5; opgelost probleem De ZRM en afgesloten Top600-personen Bekeken is of er significante verschillen bestonden in de ZRM s van personen die nog op de Top600-lijst staan ten opzichte van personen die reeds zijn uitgestroomd. Personen die reeds afgesloten zijn, vertoonden significant meer vooruitgang op de voor hun laatst ingevulde ZRM: 68% vertoonde vooruitgang in de ZRM-totaalscore t.o.v. 47% voor personen die nog in regie zijn. Ook op het domein sociaal netwerk is er voor de groep uitstromers significant meer vooruitgang op dit ZRM-domein dan bij de groep die nog in regie is, respectievelijk 40% en 30% (figuur 18). Figuur 18 Ontwikkelingen in zelfredzaamheid op sociaal netwerk en totaalscore afgezet naar in regie/afgesloten (n=113) Totaal in regie Soc netwerk in regie 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Vooruitgang op zelfredzaamheid Zelfredzaamheid stabiel Achteruitgang op zelfredzaamheid Onderscheidende kenmerken van subgroepen op doorstroomsnelheid Sinds het begin van de aanpak in mei 2011 hebben 1177 personen op de lijst gestaan. Hiervan zijn 618 personen inmiddels uitgestroomd en staan 162 personen sinds het begin op de lijst. Met een verdiepende analyse heeft de GGD getracht inzichtelijk te maken of er verschillende kenmerken te onderscheiden zijn tussen personen die snel uitstroomden (minder dan 1,87 jaar in regie), 14

15 langzaam uitstroomden (langer dan 1,87 jaar in regie), nog niet zijn uitgestroomd (de zittenblijvers), of juist weer ingestroomd zijn (de herintreders) 16. Meer inzicht in deze groepen kan handvatten bieden voor de aanpak van zowel huidige als nieuwe Top600-personen en richting geven aan interventies die nodig zijn om het gedrag van personen positief te beïnvloeden. Voor de verdiepende analyses is gebruik gemaakt van de sociaalpsychiatrische screeningsgegevens 17 van personen die in de periode van 2011 t/m 2014 instroomden. Binnen de vier eerder genoemde categorieën waren in totaal 311 screeningen beschikbaar. In tabel 2 worden de scores van kenmerken weergegeven waarbij een significant verschil tussen groepen gevonden is 18. Gekozen is om alleen de groepen die het meest van elkaar verschillen in de tabel op te nemen voor de overzichtelijkheid. Hierbij geldt dat de groep die het beste scoort op een domein de kleur groen heeft gekregen en de groep met de slechtste score op een domein de kleur rood. De oranje score betekent dat er geen sprake is van slechter of beter. Tabel 2 Schematische weergave van significante verschillen tussen de meest contrasterende groepen Delicten (hoofdzakelijk alleen vs. in groepsverband) 19 Zelfredzaamheid: sociaal netwerk Schuldenproblematiek Snelle uitstromers 32% alleen 39% groep <5% acute problematiek 18% geen schuld Langzame uitstromers Zittenblijvers 15% acute problematiek Herintreders 0% alleen 86% groep 37% geen schuld Aanwezigheid hulp/ondersteuning (incl. schuldhulp) 20 65% hulp 43% hulp Aanwijzingen voor angst- en/of stemmingsstoornis 4% - 14% 4% - 36% Aanwijzingen voor ADHD of andere problemen met impulscontrole Aanwijzingen voor persoonlijkheidsproblematiek 3% - 5% 14% - 36% 9% - 67% 4% - 25% Tevens is gekeken naar de verschillen op de Zelfredzaamheidsmatrix tussen de personen die snel zijn uitgestroomd en de personen die tot nu toe nog niet zijn uitgestroomd (tabel 3). 16 Voor de verdeling tussen snelle en langzame uitstromers is gekeken naar de 50% die het snelst uitstroomden in een jaar vs. de overige 50% die het langzaamst uitstroomden. Gemiddeld leverde dit een regieperiode van 1,87 jaar op als ijkpunt. 17 Deze bevat onder andere informatie over sociodemografische kenmerken, de mate van zelfredzaamheid van een persoon en een inschatting van psychopathologie (volgens DSM-IV) 18 Ook op andere kenmerken kunnen er verschillen zijn tussen de groepen, echter waren deze verschillen niet significant, waardoor ze niet in deze tabel zijn opgenomen. 19 Berust op informatie verkregen met de screening, niet op basis van politieregistratie. 20 Het betreft uitsluitend hulp/ondersteuning voor sociale problemen en geen zorg voor geestelijke-, lichamelijke- en/of verslavingsproblemen 15

16 Tabel 3. Schematische weergave van verschillen tussen de groepen snelle uitstromers en zittenblijvers Snelle uitstromers Zittenblijvers Zelfredzaamheid 21 : dagbesteding Hoogst (2.71) Laagst (2.25) Zelfredzaamheid: sociaal netwerk Hoogst (2.95) Laagst (2.66) Zelfredzaamheid: maatschappelijke participatie Hoogst (3.02) Laagst (2.63) Zelfredzaamheid 22 totaal (range 11-55) Schulden complexiteit (aantal eisers) 50% >3 30% > 3 Schulden (hoogte) 18% geen; 50% > 5K 33% geen; 25% > 5K Uit bovenstaande tabellen komt naar voren dat snelle uitstromers (een kwart van de onderzochte groep) minder problemen lijken te hebben op verschillende gebieden van zelfredzaamheid. In het organiseren en onderhouden van steunende sociale relaties zijn snelle uitstromers het meest zelfredzaam. Aanvullend hebben zij in mindere mate problemen in de thuisrelaties, wat mogelijk betekent dat zij eerder kunnen terugvallen op hun sociale netwerk. Verder lijkt deze groep beter in staat tot het organiseren van (passende) dagbesteding en blijkt zij vaker maatschappelijk betrokken. In negatieve zin valt op dat deze groep op het gebied van financiën zelf aangeeft juist veel problemen te hebben, zowel wat betreft de hoogte van de schulden als de complexiteit daarvan. Bij de langzame uitstromers (een kwart van de onderzochte groep) worden de meeste aanwijzingen voor persoonlijkheidsproblematiek gevonden. In positieve zin valt op dat deze groep vaker in voldoende mate in zorg is en/of hulp en ondersteuning ontvangt voor sociale problemen. De zittenblijvers (een derde van de totale groep) lijken minder zelfredzaam op verschillende gebieden, zoals het onderhouden en organiseren van een steunend sociaal netwerk, waarbij zij mogelijk ook meer omgang hebben met antisociale/criminele vrienden. Ook in de huiselijke sfeer, bij het organiseren van (passende) dagbesteding en bij het participeren in de maatschappij lijkt deze doelgroep meer problemen te hebben, zeker in vergelijking met de groep snelle uitstromers. Bij de herintreders (een tiende van de totale groep) valt met name op dat zij hun delicten naar eigen zeggen vrijwel uitsluitend in groepsverband plegen. Binnen de andere groepen zijn er meer personen die aangeven ook solo delicten te plegen. Daarnaast lijkt bij deze groep, in vergelijking met de andere drie groepen, alleen financiële problematiek minder prominent aanwezig te zijn en worden de minste aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van persoonlijkheidsproblematiek. Wel worden vaker aanwijzingen gezien voor angst- en/of 21 De mate van zelfredzaamheid op een domein wordt aangegeven op een schaal die loopt van 1 (acute problematiek) tot 5 (volledig zelfredzaam). 22 De totale zelfredzaamheidsscore wordt berekend door de scores op de 11 domeinen op te tellen en varieert daarmee tussen 11 (acute problematiek op 11 domeinen) en 55 (volledig zelfredzaam op alle domeinen). Ondanks dat een significant verschil is gevonden, is het verschil in absolute zin niet groot (gemiddelde score ~3 op elk van de domeinen, dat impliceert een beperkte zelfredzaamheid). 16

17 stemmingsstoornissen en problemen in de impulscontrole, zoals ADHD. Tot slot lijken herintreders over het algemeen het minst te kunnen profiteren van hulp of ondersteuning voor sociale problematiek. In 2017 zal vanuit het Actiecentrum Veiligheid en Zorg verder gekeken worden naar kenmerken tussen verschillende subgroepen binnen de Top600. De inzichten die vanuit dit GGD onderzoek naar voren gekomen zijn, worden hierin meegenomen en verder uitgewerkt. Begeleiding naar werk en opleiding door WPI Voor de Top 600 heeft WPI een speciaal multidisciplinair interventieteam ingericht dat maatwerk levert door middel van intensieve en persoonlijke begeleiding op de leefgebieden werk, inkomen, schulden en scholing. Het team begeleidt Top600-personen naar werk, een leerwerktraject of dagbesteding, om hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt te vergroten. De begeleiding vanuit WPI is outreachend en proactief en start al vaak tijdens detentie. Dat geldt ook voor de voorbereiding van een aanvraag van een uitkering. Doel hiervan is om het traject direct aan te laten sluiten op detentie en de persoon sneller van inkomen en perspectief te voorzien en zo een bijdrage te leveren aan het verminderen van recidive. Voor 152 personen was reeds sprake van begeleiding vanuit WPI op het moment dat zij gedetineerd raakten. Hiervan ontvingen 83 personen op dat moment een uitkering. In totaal zijn 62 personen tijdens detentie bezocht en 17 maal is contact gelegd via telefoon, regisseur of de casemanager van de PI. In ontvingen gemiddeld 162 Top600-personen een uitkering. Tijdens de begeleiding stemt de re-integratieconsulent de begeleiding en het traject af op de klant met het doel het toewerken naar een zelfstandig en legaal inkomen door toeleiding naar werk of school. Indien de afstand tot de arbeidsmarkt te groot is, wordt gezocht naar een passend leerwerktraject of dagbesteding. Voor Top600-personen is het aantal ingezette trajecten ten opzichte van 2015 licht gestegen met 5%, van 128 naar 139. Figuur 19: gemiddeld verloop klantenbestand WPI Top600, 2014, 2015 en Caseload Uitkering Op traject Vanaf de start van de aanpak (mei 2011) zijn in totaal 269 personen positief uitgestroomd, waarvan 183 naar werk zijn begeleid en 86 naar school. Van januari tot november zijn 64 personen positief uitgestroomd. Ten opzichte van 2015 is er een stijging in het aandeel positief afgeronde begeleidingstrajecten, van 38% in 2015 naar 43% in. Het aandeel negatieve afsluitingen zien we licht stijgen van 7% naar 9%. 17

18 Figuur 20 soorten afrondingen WPI, (n=1140), 2015 (n=167) en (n=149) 38% 43% 55% 50% 7% 9% jan-okt 2015 jan-okt * Positief Neutraal Negatief * in verband met het afronden van percentages telt het totaal op tot 102% Actieve begeleiding WPI versus aanhoudingen In is er 273 maal op enig moment sprake geweest van een uitkeringsperiode vanuit WPI 23. Hiervan zijn er 149 in beëindigd, waarvan 74 neutraal, 13 negatief en 64 positief uitgestroomd 24. Deze 273 uitkeringsperioden zijn vergeleken met de HIC-aanhoudingen in diezelfde periode. In totaal 35 personen (13%) zijn in aangehouden voor een HIC-delict. In 2015 waren dit er 8%. Als wordt ingezoomd op HIC-aanhoudingen binnen de eerste zes maanden na uitstroom 25 valt op dat personen die met hulp van WPI naar werk of school zijn begeleid (de positieve uitstroom) beduidend minder vaak worden aangehouden voor een HIC-delict dan personen die negatief zijn uitgestroomd: Bij drie (5%) van de 64 personen die positief zijn uitgestroomd vond er binnen zes maanden na uitstroom een HIC-aanhouding plaats. In 2015 was dit nog bij 12%. Bij drie personen gebeurde dit na zes maanden. Bij 58 personen was er op de peildatum nog geen HIC-aanhouding geweest. Bij zes (8%) van de 74 personen die neutraal zijn uitgestroomd vond er binnen zes maanden na uitstroom een HIC-aanhouding plaats. In 2015 was dit nog bij 22%. Bij zes personen gebeurde dit na zes maanden. Bij 62 personen was er op de peildatum nog geen HIC-aanhouding geweest. Bij drie (23%) van de 13 personen die negatief zijn uitgestroomd vond er binnen zes maanden na uitstroom een HIC-aanhouding plaats. In 2015 was dit bij 18% het geval. Bij tien personen was er op de peildatum nog geen HIC-aanhouding geweest. De overige 23 aanhoudingen vonden plaats vóór aanvang van de uitkeringsperiode (3) of gedurende de uitkeringsperiode (20). Van deze laatste groep zijn acht uitkeringen beëindigd en zijn er 12 in onderzoek genomen. 23 Dit zijn alle begeleidingsperioden bij elkaar opgeteld over het hele jaar, inclusief de afgesloten en opnieuw gestarte begeleidingen. 24 Neutrale afsluiting vindt plaats in geval van detentie, verhuizing, overlijden of indien iemand geen recht meer heeft op een uitkering. Een negatieve uitstroom vindt plaats als een persoon niet meewerkt, in het geval van een gezamenlijke huishouding. Van een positieve uitstroom is sprake als iemand naar school of werk wordt begeleid. 25 In deze analyse zijn alle personen geselecteerd die minstens zes maanden de tijd hebben gehad om te recidiveren, dus minstens zes maanden geleden zijn uitgestroomd 18

19 Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening is een onderdeel van het WPI Interventieteam. Vanaf de start in 2013 zijn 351 personen aangemeld voor schuldhulpverlening. Hiervan zijn op peildatum 31 oktober in totaal 175 personen actief in begeleiding, waarvan 87 zijn aangemeld in. In de genoemde periode zijn 63 dossiers afgesloten. Op peildatum 31 oktober zijn 113 dossiers in behandeling. Sinds de start zijn in totaal 239 plannen van aanpak opgesteld, 158 stabilisaties gerealiseerd, 131 regelingen getroffen en 11 saneringen tot stand gekomen. In 2015 waren dit respectievelijk 161, 106, 79 en 6. CJIB en de Top600 Een (problematische) schuldsituatie ontregelt het leven van een persoon enorm en vormt bovendien een extra risicofactor voor recidive, ook bij de Top600. Een groot deel (78%) van de personen die op de Top600-lijst staat, heeft openstaande boetes bij het CJIB. De grondslagen hiervoor verschillen (opgelegde schadevergoeding, strafbeschikkingen en verkeersboetes). Bij meer dan de helft (58%) van de huidige Top600 is bijvoorbeeld sprake van een boete in het kader van een strafbaar feit. De bedragen van de boetes variëren; ruim een kwart (29%) van de personen heeft een boete tussen de 2000 en Per soort variëren de gemiddelden tussen de 540 en Daarom is de aanpak van schulden op casusniveau een integraal onderdeel van het programma Top600. Hiervoor is de samenwerking gezocht met het team Persoonsgebonden Aanpak van het CJIB om zodoende (meer) persoonsgericht te werken bij Top600-personen. Het CJIB maakt daarbij een vertaalslag van zaaksgericht naar persoonsgericht werken. Samen met het CJIB, OM en Ministerie van V&J onderzoekt het Actiecentrum Veiligheid en Zorg of (binnen de grenzen van de executieplicht van het CJIB en passend binnen het plan van aanpak van de Top600- persoon) procedures kunnen worden ingekort, versneld of overgeslagen (bijvoorbeeld eerder ingrijpen als blijkt dat er structureel geen inkomen is, alternatieve oplossingen zoeken zodat bijvoorbeeld verhogingen of deurwaarderskosten voorkomen kunnen worden). Op deze manier zal de inning maatschappelijk verantwoord plaatsvinden met, waar nodig en mogelijk, oog voor de financiële situatie van de persoon en draagt deze bij aan de aanpak vanuit de Top600. Figuur 21. Voorbeeld casus samenwerking CJIB en de Top600 Jan* is in het proces van de Top600-aanpak door Werk Participatie en Inkomen (WPI) begeleid naar een baan als steigerbouwer waar hij in december 2013 mee begonnen is en die hij nog steeds heeft. Hij komt al langere tijd niet meer negatief in aanraking met politie. Hij heeft een licht verstandelijke beperking en is in het verleden door de Bascule gediagnosticeerd. Jan heeft schulden waarvan een zeer groot deel bestond uit CJIB boetes. Deze zijn ontstaan doordat hij aan brommers sleutelde, waarvan hij de kentekens op zijn naam had staan, maar waarvan hij niet begreep dat deze ook verzekerd moesten zijn. De boetes waren bijna tot ,- euro opgelopen. In eerste instantie ging het CJIB alleen akkoord met een betalingsregeling van 300 per maand. Voor Jan was enkel een aflossing van 100 per maand mogelijk. De casus van Jan is door de regisseur via het AcVZ onder de aandacht gebracht van het CJIB. De maandelijkse termijn van 300 is verlaagd naar 100. Na veelvuldig in contact geweest te zijn met het CJIB is de situatie van Jan (met zijn toestemming) uitvoerig besproken, ondersteund door het verhaal vanuit WPI en de regisseur, een verklaring van politie en het oude rapport van de Bascule. Het CJIB heeft de casus op verzoek van het AcVZ ingebracht in het RDW voertuig ketenloket en hier is besloten om de boetes van Jan terug te brengen naar het eerste initiële bedrag. Hij heeft nu een openstaand saldo van 3000 bij het CJIB. Jan is hiervan op de hoogte gebracht en was hiermee erg blij. Er is meteen een regeling getroffen door de schuldhulpverlener Puur Zuid en er wordt nu goed afbetaald. *voornaam is gefingeerd 19

20 Met het CJIB zijn afspraken gemaakt om extra inzet te kunnen plegen in het kader van het samenwerkingsverband (figuur 22). Daarnaast is er met CJIB afgesproken dat bestaande dwangmiddelen waar nodig voor Top600-personen eerder kunnen worden ingezet om de vicieuze cirkel (al dan niet vrijwillig) te kunnen doorbreken. Dit gaat dan om het inzetten van een deurwaarder, inname van een rijbewijs, buitengebruikstelling van een voertuig, gijzeling of een arrestatiebevel. Figuur 22. extra inzetmogelijkheden in het kader van het samenwerkingsverband Het bevriezen van openstaande boetes om verhoging te voorkomen Een betalingsregeling treffen ook als deze in de afgelopen 12 maanden is gestagneerd Boetes terugbrengen naar het eerste initiële bedrag Tijdelijk versluieren van openstaande boete/vordering ( het onder water zetten) Afwijken wettelijke betalingstermijn van 36 maanden (naar 72 maanden) Zaak terughalen bij de deurwaarder Resultaten samenwerking CJIB en de Top600 Van januari tot 1 november zijn in het kader van het samenwerkingsverband met het CJIB in totaal 153 Top600-casussen opgepakt, waarvan er tien nog in behandeling zijn. Deze werden deels door de regisseur zelf aangedragen, deels werd de aandacht gericht op personen met een boete tot Het doel om in minimaal 100 zaken te behandelen is daarmee behaald. Voor de in totaal 153 casussen zijn 66 betalingsregelingen getroffen en is 58 maal gebruik gemaakt vanuit de extra mogelijkheden vanuit het samenwerkingsverband, zoals beschreven in figuur 22. Soort boete 26 Betalingsregeling getroffen 66 Mulder 98 Strabis 79 Zaken nog in behandeling 10 Terwee 79 Ontneming 6 Extra inzet vanuit Top600/CJIB 58 Detentie & Terugkeer Om de kans op recidive na een detentieperiode zo klein mogelijk te maken, is het belangrijk dat is voorzien in de basisvoorwaarden voor re-integratie, te weten: huisvesting/onderdak, zorg, werk, inkomen of dagbesteding, aanpak schulden en motivatie. De Top600-regisseurs geven vorm aan een plan van aanpak op deze leefgebieden, in nauwe samenwerking met de Penitentiaire Inrichtingen (PI s). Gekeken is naar de 308 Top600-personen die in de periode van januari tot november vrijkwamen (zie figuur 23). Met name op de leefgebieden huisvesting/onderdak, werk, inkomen, dagbesteding en zorg lukt het goed om het plan van aanpak tijdens detentie voort te zetten dan wel zaken te regelen; bij 70% (73% in 2015) van de personen die vrijkwamen werd toegewerkt naar 26 Voor een beschrijving van de verschillende soorten boetes, zie bijlage 1. 20

21 huisvesting of was deze geregeld, bij 74% (72% in 2015) werd toegewerkt naar werk, inkomen of dagbesteding na detentie en bij 67% (evenals in 2015) was toeleiding naar zorg in gang gezet of werd bestaande zorg gecontinueerd. Het creëren van oplossingen tijdens detentie om de schuldenproblematiek aan te pakken blijft lastig. Bij 40% (41% in 2015) van de personen zijn in zaken georganiseerd op dit leefgebied, zoals het in kaart brengen van schulden en het maken van afspraken rond betalingsregelingen. In 2017 worden de aanbevelingen uit het onderzoek naar mogelijkheden in de aanpak van schulden bij (ex-)gedetineerden, verder geconcretiseerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om het organiseren van een aanspreekpunt voor schulden tijdens detentie, de aansluiting met het re-integratiecentrum in detentie (binnen-ric) en de mogelijkheid om tijdens de reguliere bezoeken in detentie uitgebreider en specifieker aandacht te geven aan het onderwerp schulden. Redenen dat een leefgebied (nog) niet is aangepakt zijn uiteenlopend. De redenen die bij alle leefgebieden terugkomen zijn dat de persoon (ten tijde van einde detentie) nog in regie moet worden genomen of dat de persoon een vreemdeling is en geen verblijfsstatus heeft. Ook kan het voorkomen dat een persoon motivatie mist om mee te werken en wordt er eerst ingezet op het verhogen van deze motivatie. Figuur 23. Inzet Detentie & Terugkeer op de verschillende leefgebieden, 2015 (n=383) 27 en (n=308) 48% 22% 4% 26% % 17% 5% 22% Huisvesting geregeld Acties t.b.v. passendere huisvesting Hulp geweigerd (Nog) geen huisvesting geregeld/onbekend 74% 6% 21% % 8% 20% Acties t.b.v. inkomen/dagbesteding Hulp geweigerd (Nog) geen acties uitgezet/onbekend 67% 13% 20% % 14% 19% Acties t.b.v. zorg Hulp geweigerd (Nog) geen acties uitgezet/onbekend 40% 5% 2% 53% % 7% 3% 49% Acties t.b.v. schulden Geen schulden Hulp geweigerd (Nog) geen acties uitgezet/onbekend Leefgebied motivatie in detentie Naast bovenstaande leefgebieden is binnen het programma Detentie en Terugkeer specifieke aandacht besteed aan het leefgebied motivatie. Dit omdat motivatie van groot belang is voor het desistance-proces : het stoppen met het plegen van criminaliteit. Vanuit de Top600 worden in detentie verschillende projecten voor Top600-gedetineerden georganiseerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inzet van Peter Faber en zijn team en projecten gericht op het omgaan met relaties en op gedetineerde vaders. Deze projecten zijn verschillend van aard, maar hebben 27 De N ligt in 2015 hoger doordat voor 2015 gegevens over heel 2015 zijn meegenomen i.p.v. de gegevens tot november. 21

22 gemeenschappelijk dat ze gericht zijn op het motiveren van de Top600-gedetineerden om hun gedrag te veranderen en hun leven een andere richting te geven. Ook is begin weer Yoga in Prison in PI Lelystad georganiseerd. In totaal hebben 24 Top600-gedetineerden deelgenomen aan de training. Na afloop van de yogalessen zijn er evaluatiegesprekken met de deelnemers gevoerd. De meest genoemde positieve effecten van de yogatraining zijn: meer fysieke ontspanning, gevoel van mentale rust en beter slapen. Daarnaast zijn er deelnemers die aangeven rustiger te zijn geworden en minder (snel) boos worden. Vanwege deze eerste positieve resultaten is begin oktober een nieuwe yogatraining van start gegaan. 22

23 Doelstelling 3. Beperken instroom broertjes en zusjes De (minderjarige) broers van Top600-personen lopen een aanzienlijke kans zelf in crimineel gedrag te vervallen 28. Om dit te voorkomen zetten GGD Vangnet, het Preventief Interventie Team (PIT), de Jeugdbescherming Amsterdam (JBRA) en de Willem Schrikker Groep (WSG) actief in op het in kaart brengen van de (benodigde) hulpverlening en het actief begeleiden van minderjarige broertjes en zusjes 29 van Top600-personen. Vangnet Als er sprake is van broertjes of zusjes van een Top600-persoon onder de acht jaar krijgt de GGD hier een melding van en neemt zij in alle gevallen contact op met de regisseur en, indien van toepassing, de gezinsmanager van JBRA of WSG of het PIT om af te stemmen of een huisbezoek wenselijk is. Belangrijk criterium voor het vervolg is of de gezinsmanager of begeleider voldoende zicht heeft op alle kinderen in het gezin. Veruit de meeste meldingen komen via deze weg binnen. Van januari tot oktober heeft GGD Vangnet 30 meldingen binnen gekregen. Op basis hiervan heeft de GGD huisbezoeken succesvol uitgevoerd. In totaal zijn 28 meldingen afgesloten, omdat het gezin reeds bekend was bij JBRA of WSG en de interventiepleger voldoende zicht had op alle kinderen, omdat bleek dat er geen zorgen waren of nadat de GGD het gezin had doorgeleid door middel van een zorgmelding (figuur 24). Figuur 24: inzet vanuit GGD Vangnet en resultaten Q1 Q2 Q3 Q1 Q2 Q3 Q1 Q2 Q3 Q1 Q2 Q3 aanmeldingen reeds in zorg huisbezoek gelukt afgesloten PIT Sinds de start van de aanpak Top600 zijn in totaal 675 broertjes en zusjes uit 350 gezinnen ingestroomd bij het PIT, waarvan er 66 uit 35 gezinnen zijn ingestroomd in. Op peildatum 1 november zijn 227 broertjes en zusjes uit 123 gezinnen actief in begeleiding bij het PIT. Dit kan gaan om het aanjagen van de bestaande hulpverlening, nieuwe hulpverlening organiseren, screenen op sociale leerbaarheid of bijvoorbeeld het onderhouden van contact met de betreffende 28 Uit eerder onderzoek blijkt dat ongeveer driekwart van jongens met een zwaar criminele broer later zelf een veroordeling krijgt. 29 GGD Vangnet richt zicht op minderjarigen tot acht jaar, PIT richt zicht op minderjarigen vanaf acht jaar en JBRA en WSG werken gezinsgericht met aandacht voor broertjes en zusjes. 30 Het is mogelijk om meerdere huisbezoeken uit te voeren binnen één gezin. 23

24 school. Nadat een gezin actief in begeleiding is geweest wordt het gezin nog gemonitord door het PIT en als blijkt dat er al lange tijd geen zorgen naar voren komen vanuit het monitoren of als bijvoorbeeld broertjes en zusjes meerderjarig zijn geworden, kan een zaak worden afgesloten. Om de begeleiding goed vorm te kunnen geven, brengt het PIT bij aanvang van elk traject in kaart op welke gebieden er sprake is van problemen (figuur 25). Bij aanvang bleek 80% van de broertjes en zusjes problemen te hebben op één of meerdere leefgebieden en dan met name op de gebieden: motivatie (62%), opvoeding (65%), vrije tijd (62%), gedrag op school (53%) en schoolresultaten (52%). Figuur 25: percentage problemen op verschillende leefgebieden bij aanvang Eén of meerdere leefgebieden Schoolresultaten Schoolverzuim Vrije tijd Gedrag thuis Gedrag op school Opvoeding Motivatie Ontwikkeling leefgebieden na minstens een half jaar begeleiding van het PIT Elk half jaar scoort het PIT opnieuw de stand van zaken op eerder genoemde leefgebieden van de broertjes en zusjes die zij in begeleiding hebben. Na zes maanden is er op de verschillende leefgebieden vooruitgang waargenomen door de interventieplegers van het PIT: motivatie (58%), opvoeding (46%), gedrag op school (51%), gedrag thuis (37%), vrije tijd (72%), schoolverzuim (12%) en schoolresultaten (56%). De positieve ontwikkeling van vooruitgang op de verschillende leefgebieden zet door na 12 maanden begeleiding van het PIT, vooral op de leefgebieden gedrag thuis, vrije tijd en schoolverzuim (zie figuur 25). In 2015 zagen we de grootste vooruitgang op motivatie (53%), gedrag op school (53%), vrije tijd (55%) en gedrag thuis (52%). Figuur 26: voortgang op verschillende leefgebieden na 6 en 12 maanden begeleiding vanuit het PIT Schoolresultaten na 6 maanden (N= 117) Schoolresulaten na 12 maanden (N= 66) Schoolverzuim na 6 maanden (N=25) Schoolverzuim na 12 maanden (N= 13) Vrije tijd na 6 maanden (N=129) Vrije tijd na 12 maanden (N=79) Gedrag thuis na 6 maanden (N= 71) Gedrag thuis na 12 maanden (N= 45) Gedrag op school na 6 maanden (N= 97) Gedrag op school na 12 maanden (N= 66) Opvoeding na 6 maanden (N= 101) Opvoeding na 12 maanden (N= 63) Motivatie na 6 maanden (N= 109) Motivatie na 12 maanden (N= 67) Vooruitgang Gelijk Achteruitgang 24

Versie definitief 23 februari Effectmonitor Top600

Versie definitief 23 februari Effectmonitor Top600 definitief Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Het verminderen van de HIC recidive... 5 2 Het verbeteren van het toekomstperspectief... 10 3 Voorkomen van instroom broertjes en zusjes... 18 Bijlage 1: Kenmerken

Nadere informatie

Tweede halfjaarmonitor Top400

Tweede halfjaarmonitor Top400 Tweede halfjaarmonitor Top400 2016 Top400 Met de Top400-aanpak wordt ernaar gestreefd om te voorkomen dat de jongeren en jongvolwassenen op de lijst nieuwe politiecontacten krijgt en verder afglijden qua

Nadere informatie

Effectmonitor Top400. Resultaten en effecten van de Aanpak Top400 in 2017

Effectmonitor Top400. Resultaten en effecten van de Aanpak Top400 in 2017 Resultaten en effecten van de Aanpak Top400 in 2017 Met bijdragen van: Politie Eenheid Amsterdam Het Arrondissementsparket Amsterdam (OM) Reclassering Nederland (RN), het Leger des Heils (LdH) en Inforsa

Nadere informatie

Profielen van succesvolle uitstromers, zittenblijvers en herinstromers in de Top600

Profielen van succesvolle uitstromers, zittenblijvers en herinstromers in de Top600 Menno Segeren Profielen van succesvolle uitstromers, zittenblijvers en herinstromers in de Top600 December 2016 Auteur(s) Menno Segeren Thijs Fassaert Christel Grimbergen Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding

Nadere informatie

Halfjaarmonitor Top600

Halfjaarmonitor Top600 januari-juni 2017 Met bijdragen van: Politie Eenheid Amsterdam Het Arrondissementsparket Amsterdam (OM) Reclassering Nederland (RN), het Leger des Heils (LdH) en Inforsa Geneeskundige en Gezondheidsdienst

Nadere informatie

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder

Nadere informatie

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Factsheet 2010-2 Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Auteurs: G. Weijters, P.A. More, S.M. Alma Juli 2010 Aanleiding Een aanzienlijk deel van de Nederlandse gedetineerden verblijft

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Eén van de manieren van het ministerie van Veiligheid en Justitie om de hoge recidive onder ex-gedetineerden omlaag te brengen is door al tijdens detentie

Nadere informatie

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Samenvatting. Onderzoeksvragen Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder (ex-)gedetineerden terug te dringen, wordt al tijdens detentie gewerkt aan re-integratie. Een belangrijk onderdeel van het re-integratiebeleid is het werken

Nadere informatie

Martijn Schippers, AcVZ. Ontwikkelplein informatiedeling (schakelteam verwarde personen) 28 juni 2017

Martijn Schippers, AcVZ. Ontwikkelplein informatiedeling (schakelteam verwarde personen) 28 juni 2017 Martijn Schippers, AcVZ Ontwikkelplein informatiedeling (schakelteam verwarde personen) 28 juni 2017 28 juni 2017 Inleiding (van Top600 naar AcVZ) Het regiemodel Rol van de regisseur ( poortwachter van

Nadere informatie

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Monitor 2013 Veelplegers Twente Monitor 213 Veelplegers Twente A. Kruize J. Snippe B. Bieleman 1. Inleiding Het thema veelplegers blijft actueel en is één van de speerpunten van beleid. Voor een goede beleidsvorming en -uitvoering voor

Nadere informatie

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Amsterdam, 4 augustus 2011 Lotte Loef DSP groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR

Nadere informatie

Veiligheidshuis Regio Utrecht. Jaarverslag Veiligheidshuis Regio Utrecht

Veiligheidshuis Regio Utrecht. Jaarverslag Veiligheidshuis Regio Utrecht Veiligheidshuis Regio Utrecht Jaarverslag - 2016 Veiligheidshuis Regio Utrecht april 2017 Het Veiligheidshuis Regio Utrecht (VHRU) - dat zijn we samen - Het VHRU is een samenwerkingsverband waarin gemeenten,

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,

Nadere informatie

Vijf jaar Aanpak Top600: waar staan we nu?

Vijf jaar Aanpak Top600: waar staan we nu? 127 Vijf jaar Aanpak Top600: waar staan we nu? S. van Grinsven en A. Verwest * Het geheel is meer dan de som der delen. Interventies die los van elkaar ingezet worden, daar komen geen doorbraken van in

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Directie Openbare Orde en Veiligheid

Directie Openbare Orde en Veiligheid Bezoekadres Stadhuis, Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 020 552 9111 Fax 020 552 3426 www.amsterdam.nl Directie Openbare Orde en Veiligheid Retouradres: BDA, Postbus 202,

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Jaarverslag Activiteiten Detentie Nazorg. Humanitas Haagland. Projectnaam Een Nieuwe Kans (ENK) / Buiten Re-integratiecentrum (RIC)

Jaarverslag Activiteiten Detentie Nazorg. Humanitas Haagland. Projectnaam Een Nieuwe Kans (ENK) / Buiten Re-integratiecentrum (RIC) Jaarverslag 2015 Activiteiten Detentie Nazorg Humanitas Haagland Projectnaam Een Nieuwe Kans (ENK) / Buiten Re-integratiecentrum (RIC) Coördinator Frederiek van Hulst Tijdsinvestering coördinator 1 januari

Nadere informatie

Monitor Treiteraanpak 1 januari 2017

Monitor Treiteraanpak 1 januari 2017 Monitor Treiteraanpak 2016 Monitor Treiteraanpak 1 januari 2017 Uitvoering Treiteraanpak Definitie Onder treiteren, ofwel intimidatie in de woonomgeving, wordt verstaan: Herhaaldelijk terugkerend wangedrag

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader Welke strafrechtelijke recidive volgt er op opnames in justitiële jeugdinrichtingen? In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI s) vindt opvang plaats van jongeren in voorlopige hechtenis en wordt uitvoering

Nadere informatie

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Aanleiding Het ministerie van Justitie en Veiligheid, onderdeel dienst Justitiële Inrichtingen, is eind 2016 gestart met de pilot doorzorgfunctionaris.

Nadere informatie

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Samenvatting. De onderzoeksgroep Samenvatting In 2002 is door het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de jeugdreclassering (Kruissink & Verwers, 2002). Dat onderzoek richtte zich op een steekproef uit de groep jongeren

Nadere informatie

(Forensische) ACT en FACT voor verslaafden

(Forensische) ACT en FACT voor verslaafden Improving Mental Health by Sharing Knowledge (Forensische) ACT en FACT voor verslaafden Congres sociale verslavingszorg 12 juni 2013 Laura Neijmeijer Doelgroep: mensen met langdurende of blijvende ernstige

Nadere informatie

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB Forensische cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben na een delict strafrechtelijk zorg opgelegd gekregen.

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder ex-gedetineerden te verminderen, wordt in het kader van re-integratie al tijdens detentie begonnen met het werken aan de problematiek van gedetineerden.

Nadere informatie

Halfjaarmonitor Top400 Januari tot en met juni 2017

Halfjaarmonitor Top400 Januari tot en met juni 2017 Halfjaarmonitor Top400 Januari tot en met juni 2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Doelstelling 1. Voorkomen en verminderen criminaliteit... 6 Doelstelling 2. Verbeteren perspectief...19 Doelstelling 3.

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

MKBA Amsterdamse aanpak statushouders November 2017

MKBA Amsterdamse aanpak statushouders November 2017 MKBA Amsterdamse aanpak statushouders November 2017 Wat is een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA)? Een MKBA is een onderzoek dat in kaart brengt wat de effecten van een programma zijn op de welvaart

Nadere informatie

DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN SAMENVATTING EVENTUELE VERLENGING

DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN SAMENVATTING EVENTUELE VERLENGING DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN EVENTUELE VERLENGING AUTEURS: FRANK VAN ZUTPHEN, MARJOLEIN GODERIE & JAN JANSSEN SAMENVATTING Aanleiding

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving Aanpak: Reset Thuisbegeleiding De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Careyn

Nadere informatie

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Inleiding Op 1 februari 2007 is de gemeente Boxmeer, in samenwerking met IBN Arbeidsintegratie gestart met het zogenaamde Groenproject. Dit project, waarbij

Nadere informatie

Van binnen naar buiten

Van binnen naar buiten Van binnen naar buiten Een behoefteonderzoek naar de aard en omvang van nazorg voor gedetineerden S am e nva tting Jos Kuppens Henk Ferwerda I Samenvatting Uit onderzoek is bekend dat de terugkeer van

Nadere informatie

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Aantal meldingen per gemeente, leeftijdscategorie, informatieverrijking, gerouteerd naar, risicotaxatie en doorlooptijd vanaf melding

Nadere informatie

Zorgmonitor. Januari 2019

Zorgmonitor. Januari 2019 Zorgmonitor Januari 219 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 219 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Monitor in ontwikkeling... 3 1.2 Informatie op hoofdlijnen... 3 1.3 Definities...

Nadere informatie

Jaarverslag. schulddienstverlening 2013. Een goede start

Jaarverslag. schulddienstverlening 2013. Een goede start Jaarverslag schulddienstverlening 2013 Een goede start 1. Aanleiding In 2012 heeft u het beleidsplan schulddienstverlening: De kanteling van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening vastgesteld.

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Resultaatgericht werken in het sociaal domein

Resultaatgericht werken in het sociaal domein Resultaatgericht werken in het sociaal domein Eigen kracht, schalen met de klant Bepalen van de eigen kracht -Gebruik eens een schaalvraag! Wat is een schaalvraag? Hoe zet je een schaalvraag in? Netwerk

Nadere informatie

Dreigende Energieafsluitingen Holland Rijnland 2012 2013

Dreigende Energieafsluitingen Holland Rijnland 2012 2013 Dreigende Energieafsluitingen Holland Rijnland 2012 2013 Het aantal energie afsluitingen neemt de laatste jaren toe. Dreigende energie afsluitingen zijn een signaal van problematische schulden en multiproblematiek.

Nadere informatie

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen Factsheet s-hertogenbosch Mill en Sint Hubert Sint- Michielsgestel Sint Anthonis Voorwoord Een nieuwe fase is aangebroken voor de Veiligheidshuizen, zowel

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Workshop DJI / PI Dordrecht

Workshop DJI / PI Dordrecht Deze workshop richt zic h op instroom, doorstroom en uitstroom van de gedetineerde burger. Detentie als onderdeel van een levensloop, een tijdelijke onderbreking waarbij een goede terugkeer in de maatschappij

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Wat is een Veiligheidshuis?

Wat is een Veiligheidshuis? Wat is een Veiligheidshuis? Uit landelijk Programmaplan (2011): Een Veiligheidshuis is een lokaal of regionaal samenwerkingsverband tussen verschillende partners gericht op integrale, operationele en persoons-

Nadere informatie

Versie def Maart Evaluatie indicatieoverleg Top

Versie def Maart Evaluatie indicatieoverleg Top 2015 , maart 2016 Menno Segeren (E&G), Thijs Fassaert, Christel Grimbergen & Nettie Avontuur (MGGZ) in samenwerking met de screeners Top600 en de deelnemers van het Stedelijk Indicatie Overleg (SIO) Inhoud

Nadere informatie

Monitor 2007 Veelplegers Twente

Monitor 2007 Veelplegers Twente Monitor 27 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Aantal meldingen per gemeente, leeftijdscategorie, informatieverrijking, gerouteerd naar, risicotaxatie en doorlooptijd vanaf melding

Nadere informatie

Monitoring van de Top600 aanpak met de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM)

Monitoring van de Top600 aanpak met de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) April 2015 Naam Afzender Monitoring van de Top600 aanpak met de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) Het functioneren van subjecten in de Top600 aanpak: ZRM-scores tijdens screening en een eerste follow-up Auteurs

Nadere informatie

WIE IS HET? LVB & Zelfredzaamheid: Een vergelijking tussen 010 & 020. Marie-Jolette Luijks & Leonie Harwig Symposium 2 juli 2015

WIE IS HET? LVB & Zelfredzaamheid: Een vergelijking tussen 010 & 020. Marie-Jolette Luijks & Leonie Harwig Symposium 2 juli 2015 WIE IS HET? LVB & Zelfredzaamheid: Een vergelijking tussen 010 & 020 Marie-Jolette Luijks & Leonie Harwig Symposium 2 juli 2015 Programma workshop Aanleiding onderzoek Doelgroep: Over wie hebben we het?

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

BIJLAGE: Overzicht aanpak jeugd in cijfers Overzicht totaal aantal meldingen jeugdoverlast Politie Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Eindtotaal Centrum 15 17 11 16 18 22 25 19 26 17 7 17

Nadere informatie

Aanmeldformulier Meldpunt Zorg en Overlast / Steunpunt Huiselijk Geweld

Aanmeldformulier Meldpunt Zorg en Overlast / Steunpunt Huiselijk Geweld Aanmeldformulier Meldpunt Zorg en Overlast / Steunpunt Huiselijk Geweld Mogelijk kunt u niet alle vragen in dit formulier beantwoorden. Wij verzoeken u zo veel mogelijk informatie te vermelden van zaken

Nadere informatie

Sociale stijging in Velve-Lindenhof Effecten van het werk van de wijkcoaches. Pieter-Jan Klok Bas Denters Mirjan Oude Vrielink

Sociale stijging in Velve-Lindenhof Effecten van het werk van de wijkcoaches. Pieter-Jan Klok Bas Denters Mirjan Oude Vrielink Sociale stijging in Velve-Lindenhof Effecten van het werk van de wijkcoaches Pieter-Jan Klok Bas Denters Mirjan Oude Vrielink Juni, 2012 1 Inleiding In deze rapportage onderzoeken we of de aanpak van de

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

RESULTATEN VAN HET DISCUS TOP 600 BEGELEIDINGSTRAJECT IN EEN TIJDELIJKE SLOOPWONING PERIODE

RESULTATEN VAN HET DISCUS TOP 600 BEGELEIDINGSTRAJECT IN EEN TIJDELIJKE SLOOPWONING PERIODE RESULTATEN VAN HET DISCUS TOP 600 BEGELEIDINGSTRAJECT IN EEN TIJDELIJKE SLOOPWONING PERIODE 2014-2017 Discus Amsterdam Ondersteuning in wonen en leven Inhoud Samenvatting Samenvatting 2 Inleiding 3 Probleem

Nadere informatie

Pagina 1 van 10. Legenda voortgang. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 april 2019

Pagina 1 van 10. Legenda voortgang. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 april 2019 Inhoud Tabel 1: Wachtlijsten Grafiek 1: en prognose wachtlijst en werkvoorraad Grafiek 2: Begroting en realisatie instroom meldingen per maand Grafiek 3: Percentage triages binnen 5 dagen afgerond Grafiek

Nadere informatie

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999 Samenvatting Welke recidive volgt er op de gevangenisstraffen die in ons land worden opgelegd? Ondanks een forse toename van het aantal beschikbare plaatsen heeft het Nederlands gevangeniswezen moeite

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg.

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg. Aanpak: TASs/Mijn Zuid De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Partner in

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

december Totaal behandeld

december Totaal behandeld Schuldhulpverlening In 2015 is besloten om met ingang van 2015 geen afzonderlijk jaarverslag over schuldhulpverlening op te stellen, maar de resultaten in een bijlage op te nemen bij de Marap. In 2015

Nadere informatie

Monitor 2010 Veelplegers Twente

Monitor 2010 Veelplegers Twente Monitor 2010 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Vijfhoek & Ronde Tafel, versie 31 juli 2017 1 Introductie De Vijfhoek Kindveiligheid (Ouder- en Kind Teams, Samen DOEN, Veilig Thuis, de William Schrikker groep,

Nadere informatie

Aanpak: OGGz. Beschrijving

Aanpak: OGGz. Beschrijving Aanpak: OGGz De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: OGGz Z.O. Drenthe GGD

Nadere informatie

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG Datum : 2 juni 2017 Auteur : Heleen de Boer Inhoud INTRODUCTIE... 2 SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1. Aanleiding en doel... 4 1.2 De vragenlijst...

Nadere informatie

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017 Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland Jaarcijfers 2017 Eind 2017 is het Centrum Seksueel Geweld (CSG) in de regio Amsterdam- Amstelland twee jaar op weg. Het CSG Amsterdam-Amstelland is één van

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens Jaarverslag 2012 Professionaliseren en versterken van de ketens Inleiding H et Veiligheidshuis is dé plek waar veiligheid, zorg en bestuur samen komen rond complexe problematiek. Het is een netwerksamenwerking

Nadere informatie

Forensische Herstelsetting

Forensische Herstelsetting Forensische Herstelsetting Wij zijn er voor mensen die door (dreigend) delictgedrag in aanraking zijn of dreigen te komen met politie en justitie. 2 Forensische Herstelsetting De Forensische Herstelsetting

Nadere informatie

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Een stap verder in forensische en intensieve zorg Een stap verder in forensische en intensieve zorg Palier bundelt intensieve en forensische zorg. Het is zorg die net een stapje verder gaat. Dat vraagt om een intensieve aanpak. Want onze doelgroep kampt

Nadere informatie

Rapportage resultaten van de pilot De bedoeling op 10 in 2017

Rapportage resultaten van de pilot De bedoeling op 10 in 2017 Rapportage resultaten van de pilot De bedoeling op 10 in 2017 Jeugdbescherming Regio Amsterdam Overschiestraat 57 1062 HN Amsterdam Contactpersoon: Silvana Bos s.bos@jeugdbescherming.nl Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

SAMENVATTING. Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland

SAMENVATTING. Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland SAMENVATTING Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland TOEKOMST OMVANG, SAMENSTELLING EN PARTICIPATIE ZORG WERK Lineke van Hal Bas Tierolf Maaike van Rooijen

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II Opgave 2 Rondhangen Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3 en tabel 1. Inleiding De Kamer ontvangt elk jaar een rapportage van de minister van Justitie over de voortgang van de aanpak van problematische

Nadere informatie

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive Toetsingskader Exodus, 15 januari 2008 De normering is gebaseerd op de kwaliteitscriteria resocialisatietrajecten ex-gedetineerden zoals geformuleerd door de Directie Sanctie- en Preventiebeleid van het

Nadere informatie

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving Aanpak: Integrale Aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Mondriaan

Nadere informatie

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2016

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2016 Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland Jaarcijfers 2016 De GGD Amsterdam biedt sinds 2012 zorgcoördinatie voor slachtoffers van acuut seksueel geweld die een sporenonderzoek bij de politie ondergaan.

Nadere informatie

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997 Welke recidive volgt er op de sancties die in Nederland worden opgelegd? Het Nederlandse strafrecht kent een uitgebreid pakket aan straffen en maatregelen, maar we weten niet goed welke uitstroomresultaten

Nadere informatie

Gevangen in Schuld. over de uitzichtloze schuldsituaties van cliënten van de verslavingsreclassering. door Marc Anderson

Gevangen in Schuld. over de uitzichtloze schuldsituaties van cliënten van de verslavingsreclassering. door Marc Anderson Gevangen in Schuld over de uitzichtloze schuldsituaties van cliënten van de verslavingsreclassering door Marc Anderson Hoe vorm te geven aan een sluitende aanpak van problematische schulden bij cliënten

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Factsheet Jeugd in cijfers

Factsheet Jeugd in cijfers Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Samenvatting. Aard en omvang van geweld Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het

Nadere informatie

Over onze leerlingen 2017

Over onze leerlingen 2017 INHOUDELIJK JAARVERSLAG 2017 Over onze leerlingen 2017 Gedurende het jaar hebben 90 leerlingen een periode bij School2Care gezeten. 50 leerlingen zijn ingestroomd in 2017, 45 leerlingen zijn uitgestroomd.

Nadere informatie

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer 6 Berechting Z.C. Driessen en R.F. Meijer In 2015 deed de rechter 102.000 misdrijfzaken af, 20% minder dan in 2007 en 5% meer dan in 2014. Vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven vormden

Nadere informatie

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange 6 Vervolging N.E. de Heer-de Lange Dit hoofdstuk beschrijft de fase van vervolging. Hierbij gaat het om de verdachten die worden vervolgd, de strafbare feiten die de basis vormen voor hun strafzaken, en

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Jaarverslag Leerplicht/RMC 2017-2018 S.A.W. Visser De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 54 66 1 19-12-2018 - Geachte heer, mevrouw, Hierbij presenteren wij u het jaarverslag

Nadere informatie

Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018

Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018 Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018 Inleiding Home-Start is een programma voor opvoedondersteuning waarbij vrijwilligers gezinnen ondersteunen met minimaal één kind

Nadere informatie

OGGZ Veldmonitor Utrecht

OGGZ Veldmonitor Utrecht Geneeskundige en Gezondheidsdienst OGGZ Veldmonitor Utrecht Rapportage nr 3 Halfjaarrapport 2011 www.utrecht.nl/gggd Stand van zaken uitvoering Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang in Utrecht Colofon

Nadere informatie