VUmc_CAT_HZ_B15_ _inzage Wednesday, May 16, :05

Transcriptie

1 pagina 1 van 28 VUmc_CAT_HZ_B15_ _inzage Wednesday, May 16, :05 Block 1, bb question(s), maximum score 54 CAT HZ B15 [ ] INZAGE a of bb De musculus tensor tympani is aangehecht aan (i) Incus (ii) Malleus (iii) Stapes en wordt geïnnerveerd door de nervus (i) facialis (ii) hypoglossus (iii) trigeminus. IF choice a. matches "Malleus" AND choice b. matches "trigeminus" De musculus tensor tympani is aangehecht aan [Malleus] en wordt geïnnerveerd door de nervus [trigeminus]. b of bb Het vliezige gedeelte van de basaalmembraan van het orgaan van Corti is het kleinste dicht bij het: helicotrema rotsbeen middenoor ovale venster IF choice d. is selected c of bb Lage tonen worden vooral waargenomen via de haarcellen: aan het begin van het orgaan van Corti dicht bij het middenoor dicht bij het helicotrema aan het einde van het orgaan van Corti IF choice c. is selected d of bb

2 pagina 2 van 28 Bij een rotatoire versnelling naar links is de draaiingsrichting van het endolymfe in het horizontale halfcircelvormige kanaal: in beide vestibuli linksom in het linker vestibulum rechtsom en in het rechter vestibulum linksom in beide vestibuli rechtsom in het linker vestibulum linksom en in het rechter vestibulum rechtsom IF choice c. is selected e of bb De gehoorbeentjes vormen met zijn drieën een keten. Wat is, startend bij het trommelvlies, de juiste volgorde van deze 3 botjes? stapes incus malleus stapes malleus incus incus malleus stapes incus stapes malleus malleus - incus - stapes malleus stapes incus IF choice e. is selected f of bb Vumc_cursus : B123 Otitis media met effusie OME (otitis media met effusie) is een ziektebeeld van het (iii) binnenoor (ii) middenoor (i) uitwendig oor dat (ii) perceptieslechthorendheid (i) geleidingsslechthorendheid tot gevolg heeft. De ziekte komt vooral voor bij (iii) bejaarden (ii) jong volwassenen (i) peuters en kleuters. De slechthorendheid is meestal (ii) blijvend (i) tijdelijk. IF choice a. matches "middenoor" AND choice b. matches "geleidingsslechthorendheid" AND choice c. matches "peuters en kleuters" AND choice d. matches "tijdelijk" OME (otitis media met effusie) is een ziektebeeld van het middenoor dat geleidingsslechthorendheid tot gevolg heeft. De ziekte komt vooral voor bij peuters en kleuters. De slechthorendheid is meestal tijdelijk. g of bb

3 pagina 3 van 28 [Originele bron: afdeling oogheelkunde VUmc] Kies telkens het juiste bloedvat bij de getallen. 1. (i) aa. ciliares (ii) a. carotis interna (iii) a. centralis retinae (iv) a. communicans anterior (v) a. ophthalmica 2. (i) aa. ciliares (ii) a. carotis interna (iii) a. centralis retinae (iv) a. communicans anterior (v) a. ophthalmica 3. (i) aa. ciliares (ii) a. carotis interna (iii) a. centralis retinae (iv) a. communicans anterior (v) a. ophthalmica 4. (i) aa. ciliares (ii) a. carotis interna (iii) a. centralis retinae (iv) a. communicans anterior (v) a. ophthalmica IF choice a. matches "aa. ciliares" AND choice b. matches "a. carotis interna" AND choice c. matches "a. ophthalmica" AND choice d. matches "a. centralis retinae" 1. aa. ciliares 2. a. carotis interna 3. a. ophthalmica 4. a. centralis retinae h of bb U bent coassistent op de polikliniek oogheelkunde en ziet de heer Bon, 54 jaar. Hij is naar de oogarts verwezen vanwege klachten van dubbelzien en een stijve nek. Uit de anamnese blijkt dat er sprake is van dubbelbeelden schuin boven elkaar, vooral naar rechts en rechts beneden. Bij lichamelijk onderzoek valt het u op dat het hoofd iets naar rechts is gedraaid met de kin omlaag en ziet u een torticollis naar rechts. Er is sprake van een esotropie en een hypertropie. Volgens u is er sprake van paralytisch strabismus. Welke oogzenuw is in dit geval verlamd? n. oculomotorius n. trochlearis n. abducens

4 pagina 4 van 28 IF choice b. is selected i of bb [Originele bron: eigen materiaal anatomie en neurowetenschappen] De afbeelding laat een bulbus oculi zien met de extrensieke oogspieren. Vul de volgende twee beweringen juist aan: Dit is een (i) linker (ii) rechter oog De met pijlen aangeduide spier wordt geinnerveerd door de nervus (i) abducens (ii) facialis (iii) occulomotorius (iv) trochlearis IF choice a. matches "rechter" AND choice b. matches "trochlearis" Dit is een [rechter] oog De met pijlen aangeduide spier wordt geinnerveerd door de nervus [trochlearis] j of bb Als de lens in het oog is gefocust voor het dichtbij zien dan is de lens (i) dikker (ii) dunner, het Ligamentum suspensorium Zinnii is (i) aangespannen (ii) ontspannen en de musculi ciliares zijn (i) ontspannen. (ii) samengetrokken. IF choice a. matches "dikker" AND choice b. matches "ontspannen" AND choice c. matches "samengetrokken."

5 pagina 5 van 28 Als de lens in het oog is gefocust voor het dichtbij zien dan is de lens [dikker], het Ligamentum suspensorium Zinnii is [ontspannen] en de musculi ciliares zijn [samengetrokken.] k of bb Fotonen worden in de retina omgezet in actiepotentialen door de: ganglion cellen horizontale cellen zintuig cellen bipolaire cellen l of bb Bij donkeradaptatie in de ogen treedt op: aanmaak van fotopigment afbraak van fotopigment aanmaak van pigmentepitheel afbraak van pigmentepitheel m of bb Bij het afnemen van cerebrospinale vloeistof wordt er doorgaans geprikt op het niveau van: het sacrale ruggenmerg het lumbale ruggenmerg de cauda equina het thoracale ruggenmerg het cervicale ruggenmerg IF choice c. is selected n of bb

6 pagina 6 van 28 Tekening transversale doorsnede van het cervicale ruggenmerg Wat is wat? achterhoorn (sensibel) (i) A. (ii) B. (iii) C. (iv) D. (v) E. (vi) F. (vii) G. (viii) H. achterwortel (i) A. (ii) B. (iii) C. (iv) D. (v) E. (vi) F. (vii) G. (viii) H. voorhoorn (motorisch) (i) A. (ii) B. (iii) C. (iv) D. (v) E. (vi) F. (vii) G. (viii) H. voorwortel (i) A. (ii) B. (iii) C. (iv) D. (v) E. (vi) F. (vii) G. (viii) H. IF choice a. matches "E." AND choice b. matches "F." AND choice c. matches "B." AND choice d. matches "G." achterhoorn (sensibel) - E achterwortel - F voorhoorn (motorisch) - B voorwortel - G o of bb

7 pagina 7 van 28 [Originele bron: //nl.pinterest.com/pin/ / ] U ziet hier een detailopname van een onderdeel van het zenuwstelsel. Welke celtypen komen voor in dit specifieke onderdeel van het zenuwstelsel? Kies twee antwoorden. astrocyten ependymcellen microglia motorneuronen oligodendrocyten satellietcellen schwann-cellen IF choice a. is NOT selected AND choice b. is NOT selected AND choice c. is NOT selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is NOT selected AND choice f. is selected AND choice g. is selected satellietcellen schwann-cellen p of bb Schwannoma tumoren zijn traag groeiende tumoren die ontstaan uit de cellen van Schwannn. In welke twee gebieden in het zenuwstelsel kunnen deze tumoren voorkomen?

8 pagina 8 van 28 cerebellum perifere zenuwen pons ruggenmerg spinale ganglia IF choice a. is NOT selected AND choice b. is selected AND choice c. is NOT selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is selected perifere zenuwen spinale ganglia q of bb Op de polikliniek interne geneeskunde zie je als coassistent bij de endocrinoloog meeloopt, een door de huisarts doorverwezen 35-jarige vrouw, met hoofdpijn klachten en verminderde visus, beiderzijds. In de verwijzing staat summier nog vermeld dat zij de laatste tijd fors in gewicht is toegenomen, geen kinderen heeft en emotioneel labiel is. Wat verwacht je bij onderzoek volgens Donders te vinden? bitemporale hemianopsie homonieme hemianopsie in het onderste kwadrant homonieme hemianopsie in het bovenste kwadrant geen afwijkingen nasale hemianopsie r of bb Amaurosis fugax is een plotselinge, tijdelijke uitval van het gezichtsvermogen gedurende enkele seconden tot enkele minuten. van één oog van beide ogen s of bb De MMSE wordt gebruikt bij patiënten met: emotionele problemen geheugenproblemen

9 pagina 9 van 28 gehoorproblemen reukproblemen IF choice b. is selected t of bb Geef voor elk van onderstaande hulpmiddelen of handelingen aan of deze gebruikt kunnen worden om de vitale sensibiliteit te testen. Kies alle juiste antwoorden. buisje koud of warm water op en neer bewegen grote teen puntig voorwerp stemvork wattenstaafje AND choice b. is NOT selected AND choice c. is selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is NOT selected buisje koud of warm water puntig voorwerp u of bb Aan welke zijde van het lichaam vallen de verschillende motorische en sensorische modaliteiten uit (gerekend vanaf de zijde van de afwijking) bij een halfzijdige laesie van het ruggenmerg ter hoogte van C4? motoriek: (i) bilateraal (ii) contralateraal (iii) ipsilateraal vitale sensibiliteit: (i) bilateraal (ii) contralateraal (iii) ipsilateraal gnostische sensibiliteit: (i) bilateraal (ii) contralateraal (iii) ipsilateraal IF choice a.(iii) is selected AND choice b.(ii) is selected AND choice c.(iii) is selected Add 1 to score. Continue evaluating. v of bb Onderstaande afbeelding toont een schematische weergave van een doorsnede door het myelencephalon.

10 pagina 10 van 28 Bij het syndroom van Wallenberg is het gebied aangegeven met A beschadigd. Welke symptomen zijn te verwachten met betrekking tot de sensibiliteit van het lichaam van een patiënt die het syndroom van Wallenberg heeft? verlies van gnostische sensibiliteit van het lichaam ipsilateraal ten opzichte van de locatie van de laesie verlies van vitale sensibiliteit van het lichaam ipsilateraal ten opzichte van de locatie van de laesie verlies van vitale sensibiliteit van het lichaam contralateraal ten opzichte van de plaats van de laesie verlies van gnostische sensibiliteit van het lichaam contralateraal ten opzichte van de plaats van de laesie IF choice c. is selected w of bb Welke twee van onderstaande criteria moeten aanwezig zijn om aan definite Meniere s disease te voldoen volgens de American Academy of Otolaryngology - Head and Neck Surgery van 1995? klachten van tinnitus of een vol gevoel in het aangedane oor subjectief gehoorverlies op ten minste 1 gelegenheid 2 Of meer spontane episodes van vertigo welke ten minste 20 minuten aanhouden AND choice b. is NOT selected AND choice c. is selected klachten van tinnitus of een vol gevoel in het aangedane oor 2 of meer spontane episodes van vertigo welke ten minste 20 minuten aanhouden x of bb Met welke stimulus kan de functie van beide vestibuli - onafhankelijk van elkaar - gecontroleerd worden? draaistoel nystagmus calorische nystagmus virtuele nystagmus

11 pagina 11 van 28 optokinetische nystagmus IF choice b. is selected y of bb Welke deel van de hersenvliezen is aangeduid met het sterretje? [Originele bron: Martini.] septum pellucidum arachnoid mater dura mater tentorium cerebelli pia mater IF choice c. is selected z of bb Welke neurologische symptomen passen bij een occlusie van de arterie die het vascularisatie gebeid aangeduid met nummer 2 verzorgt?

12 pagina 12 van 28 parese van de rechter arm parese van de linker arm parese van het rechter been parese van het linker been rechtszijdige homonieme hemianopsie linkszijdige homonieme hemianopsie aa of bb Wat zijn granulationes (villi) arachnoidales? Specialisaties van het durale vlies via welke veneus bloed wordt uitgescheiden in de veneuze sinussen Specialisaties van het durale vlies via welke de liquor cerebrospinalis wordt uitgescheiden in de veneuze sinussen Specialisaties van het arachnoidale vlies via welke de liquor cerebrospinalis wordt uitgescheiden in de veneuze sinussen Specialisaties van het arachnoidale vlies via welke veneus bloed wordt uitgescheiden in de veneuze sinussen IF choice c. is selected ab of bb Een patiënt komt op de Eerste Hulp na een verkeersongeval waarbij hij een schedeltrauma heeft opgelopen. Er wordt een CT-scan van het hoofd gemaakt waaruit blijkt dat het om een subarachnoidale bloeding gaat. Indien je in dit geval een liquorpunctie zou doen, vind je dan bloed in de liquor? ja nee ac of bb

13 pagina 13 van 28 De afbeelding laat een detail zien van een doorsnede door de cerebrale cortex. In de primaire visuele schors is laag V veel dunner dan in de primaire motor cortex. Dit komt omdat laag V veel: input van andere corticale gebieden ontvangt output naar andere corticale gebieden stuurt input van de thalamus ontvangt output naar de thalamus stuurt projecties van de hersenstam ontvangt projecties naar de hersenstam stuurt IF choice f. is selected ad of bb Met welk cijfer wordt de cingulaire cortex aangegeven in onderstaande afbeelding?

14 pagina 14 van 28 [Originele bron afbeelding: VUmc Anatomie en Neurowetenschappen] IF choice b. is selected ae of bb Met welke structuren corresponderen de nummers in onderstaande doorsnede van het mesencephalon?

15 pagina 15 van 28 1) (i) colliculus superior (ii) lemniscus medialis (iii) pedunculus cerebri (iv) reticulaire formatie 2) (i) colliculus superior (ii) lemniscus medialis (iii) pedunculus cerebri (iv) reticulaire formatie 3) (i) colliculus superior (ii) lemniscus medialis (iii) pedunculus cerebri (iv) reticulaire formatie IF choice a. matches "reticulaire formatie" AND choice b. matches "lemniscus medialis" AND choice c. matches "colliculus superior" 1) - reticulaire formatie 2) - lemniscus medialis 3) - colliculus superior af of bb Welke acties betrokken bij de REM slaap worden verzorgd door de structuren aangeduid met een rood cijfer in onderstaande figuur?

16 pagina 16 van 28 1 (i) activeert fasische oogbewegingen (ii) activeert fasische spieractiviteit (iii) inhibeert tonische spieractiviteit (iv) stimuleert tonische verticale oogbewegingen (i) activeert fasische oogbewegingen (ii) activeert fasische spieractiviteit (iii) inhibeert tonische spieractiviteit pedunculus cerebri 2 bilateraal (iv) stimuleert tonische verticale oogbewegingen 3 (i) activeert fasische oogbewegingen (ii) activeert fasische spieractiviteit (iii) inhibeert tonische spieractiviteit (iv) stimuleert tonische verticale oogbewegingen IF choice a. matches "activeert fasische oogbewegingen" AND choice b. matches "activeert fasische spieractiviteit" AND choice c. matches "inhibeert tonische spieractiviteit" 1. activeert fasische oogbewegingen 2. activeert fasische spieractiviteit 3. inhibeert tonische spieractiviteit ag of bb

17 pagina 17 van 28 Hoe noemt men deze bloedingen? bloeding tussen arachnoidea en pia mater (i) epidurale bloeding (ii) subarachnoidale bloeding (iii) subdurale bloeding bloeding tussen dura mater en arachnoidea (i) epidurale bloeding (ii) subarachnoidale bloeding (iii) subdurale bloeding IF choice a. matches "subarachnoidale bloeding" AND choice b. matches "subdurale bloeding" bloeding tussen arachnoidea en pia mater - subarachnoidale bloeding bloeding tussen dura mater en arachnoidea - subdurale bloeding ah of bb [Originele bron: VUmc] Dit angiogram toont de Cirkel van Willis van bovenaf gezien. Naar welk bloedvat wijst de pijl?

18 pagina 18 van 28 arteria cerebri media arteria cerebri posterior arteria communicans anterior arteria cerebri anterior arteria cerebelli superior arteria communicans posterior ai of bb [Originele bron: anatomie en neurowetenschappen] De afbeelding laat een ventraal aangezicht van het brein zien. Met welke letter wordt de nervus hypoglossus aangeduid? A B C D IF choice d. is selected aj of bb Welke oorzaak van trigeminusneuralgie komt veel vaker voor bij personen <40 jaar dan bij personen van >70 jaar oud? demyeliniserende ziekte (multiple sclerose) neurovasculair conflict (bloedvaatje drukt tegen n. trigeminus) demyeliniserende ziekte (neuromyelitis optica) neurovasculair conflict (n. trigeminus drukt a. posterior inferior cerebelli dicht)

19 pagina 19 van 28 ak of bb Zie de afbeelding met oogstanden. Deze persoon werd gevraagd achtereenvolgens recht vooruit (foto boven), naar rechts (foto midden) en naar links (foto onder) te kijken. Welke craniale zenuw is aangedaan? nervus abducens rechts nervus trochlearis rechts nervus occulomotorius links nervus trochlearis links nervus occulomotorius rechts nervus abducens links al of bb

20 pagina 20 van 28 In het geval van een laesie op plaats A verwacht u (i) wel (ii) geen uitval van de bovenste helft van het gelaat en (i) Wel (ii) Geen uitval van de onderste helft van het gelaat. IF choice a. matches "geen" AND choice b. matches "Wel" In het geval van een laesie op plaats A verwacht u [geen] uitval van de bovenste helft van het gelaat en [Wel] uitval van de onderste helft van het gelaat. am of bb Een patiënt klaagt over problemen bij het kauwen op taai vlees. Bij neurologisch onderzoek blijkt er atrofie en zwakte van de musculus masseter links te bestaan. Bij uitval van welke hersenzenuw kan dit beeld ontstaan? nervus trigeminus nervus facialis nervus glossopharyngeus nervus hypoglossus an of bb Midsagittale MR-opname van het hoofd Wat is wat?

21 pagina 21 van 28 hypofyse mesencephalon (middenhersenen) occipitale kwab pariëtale kwab thalamus L L L L L (i) A (ii) B (iii) C (iv) D (v) E (vi) F (vii) G (viii) H (ix) J (x) K (xi) (i) A (ii) B (iii) C (iv) D (v) E (vi) F (vii) G (viii) H (ix) J (x) K (xi) (i) A (ii) B (iii) C (iv) D (v) E (vi) F (vii) G (viii) H (ix) J (x) K (xi) (i) A (ii) B (iii) C (iv) D (v) E (vi) F (vii) G (viii) H (ix) J (x) K (xi) (i) A (ii) B (iii) C (iv) D (v) E (vi) F (vii) G (viii) H (ix) J (x) K (xi) IF choice a. matches "H" AND choice b. matches "C" AND choice c. matches "L" AND choice d. matches "K" AND choice e. matches "B" hypofyse - H mesencephalon (middenhersenen) - C occipitale kwab - L pariëtale kwab - K thalamus - B ao of bb

22 pagina 22 van 28 [Originele bron: galaxymri.net] Is de nucleus lentiforme (lenskern) zichtbaar in bovenstaande afbeelding van een coronale MRI van het hoofd? nee ja IF choice b. is selected ap of bb Microcefalie kan leiden tot een vertraagde ontwikkeling, spasticiteit, voedingsproblemen door slikstoornissen en dysarthrie. Ontwikkeling in welk domein wordt vaak onderschat bij dysarthrie en spasticiteit? het zien en de fijn motorische vaardigheden grove motorische vaardigheden sociale en emotionele ontwikkeling spraak- en taalontwikkeling IF choice d. is selected aq of bb Een laesie in de laterale hemisfeer van het cerebellum levert (i) contralaterale (ii) ipsilaterale motorische klachten op, omdat de projecterende banen vanuit het cerebellum naar de motorneuronen in het ruggenmerg (i) niet kruisen (ii) één keer kruisen (iii) twee keer kruisen (iv) drie keer kruisen

23 pagina 23 van 28 IF choice a. matches "ipsilaterale" AND choice b. matches "twee keer kruisen" Een laesie in de laterale hemisfeer van het cerebellum levert [ipsilaterale] motorische klachten op, omdat de projecterende banen vanuit het cerebellum naar de motorneuronen in het ruggenmerg [twee keer kruisen] ar of bb Welke structuur, behorende tot de basale ganglia, zendt dopaminerge projecties naar het striatum en met name het frontale deel van de cerebrale cortex? substantia nigra globus pallidus pars interna nucleus caudatus globus pallidus pars externa putamen nucleus subthalamicus as of bb [Originele bron:.anatomie-amsterdam.nl] Welke drie structuren behoren tot de basale ganglia? 1

24 pagina 24 van IF choice a. is NOT selected AND choice b. is selected AND choice c. is NOT selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is selected AND choice f. is selected AND choice g. is NOT selected AND choice h. is NOT selected at of bb Het ventriculaire systeem wordt gevormd door omliggende hersenstructuren. Welk van de volgende structuren vormt de wand van het cerebrale aquaduct? mesencephalon myelencephalon metenchepalon telencephalon diencephalon au of bb

25 pagina 25 van 28 [Originele bron: Blumenfeld, Sinauer 2002.] Welke pijl wijst de amygdala aan in bovenstaande afbeelding? A B C D IF choice c. is selected av of bb Tussen welke van de volgende twee structuren maakt de fornix een functionele verbinding mogelijk? amygdala corpus mamillare hippocampus nucleus anterior van de thalamus nucleus caudatus septum pellucidum IF choice a. is NOT selected AND choice b. is selected AND choice c. is selected AND choice d. is NOT selected AND choice e. is NOT selected AND choice f. is NOT selected corpus mamillare hippocampus aw of bb

26 pagina 26 van 28 De hippocampus heeft een functie bij geheugenprocessen. Voor het uitoefenen van deze geheugenfunctie is de hippocampus afhankelijk van directe verbindingen met de: hersenstam basale ganglia parahippocampale cortex amygdala IF choice c. is selected ax of bb Welke van onderstaande worden tot het declaratieve (expliciete) geheugen gerekend? Kies twee goede antwoorden. episodisch geheugen klassieke conditionering priming semantisch geheugen werkgeheugen AND choice b. is NOT selected AND choice c. is NOT selected AND choice d. is selected AND choice e. is NOT selected episodisch geheugen semantisch geheugen ay of bb Een 75-jarige vrouw, bekend met schizofrenie van het paranoïde type, wordt opgenomen op de afdeling algemene interne geneeskunde vanwege een exacerbatie COPD. Er is sprake van koorts en benauwdheid, in het laboratorium is er sprake van verhoogde infectieparameters. De verpleegkundige vertelt dat patiënte onrustig en motorisch hyperactief is. Zij trekt infusen, lijnen en de zuurstofsonde uit, en is hierin niet te corrigeren. Bij onderzoek zie je een patiënte die in eerste instantie helder lijkt, maar moeite heeft om haar aandacht vast te houden. Er is sprake van verwardheid. Tevens zijn er aanwijzingen voor visuele hallucinaties (patiënte volgt met haar ogen dingen op het plafond). Fixatie in deze casus is niet mogelijk omdat patiënt wilsbekwaam is mogelijk onder de wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) mogelijk onder de wet bijzondere opname in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) niet mogelijk voordat andere opties geprobeerd zijn IF choice b. is selected

27 pagina 27 van 28 az of bb Angst is een symptoom dat hoort bij de conatieve functies cognitieve functies affectieve functies IF choice c. is selected ba of bb Wat is de eerste stap voor het stellen van grenzen? uitspreken van gevoelens concrete situatie- of gedragsbeschrijving je ervan bewust worden dat grenzen worden overschreden IF choice c. is selected bb of bb Wat bepaald of een patiënt oud is? persoonlijke factoren kalenderleeftijd kalenderleeftijd en persoonlijke factoren IF choice c. is selected Feedback 0% to 100% Je hebt %SESSION.SCORE% van de %SESSION.MAX% vragen juist beantwoord.

28 pagina 28 van 28