HAVENVISIE Ramingen Goederenoverslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HAVENVISIE 2030. Ramingen Goederenoverslag"

Transcriptie

1 HAVENVISIE 23 Ramingen Goederenoverslag

2 Samenvatting Dit document bevat de ramingen per marktsegment en goederensoort voor de overslag in de zeehavens in de Hamburg - Le Havre range (HLH-range) en de potentie voor de ontwikkeling van het marktaandeel c.q. de overslag van Rotterdam in de jaren 22, 23 en 24. Voor het ramen van de mogelijke goederenoverslag in 23 zijn vier verschillende scenario s gebruikt. De meest bepalende factoren bij het ramen van goederenstromen zijn de economische groei, de omvang van de wereldhandel, de olieprijs en het milieubeleid. Op basis van deze factoren zijn vier verschillende economische scenario s geselecteerd voor het schatten van de toekomstige ontwikkeling van de goederenoverslag. Het zijn scenario s van het CPB en de Europese Commissie. Het betreft: Low Growth; lage economische groei en een lage olieprijs; fossiele brandstoffen blijven dominant en het milieubeleid is gematigd; European Trend; bestaand beleid en een gematigde groei van de economie; Global Economy; verdere globalisering gecombineerd met een lage olieprijs leidend tot hoge economische groei en een gematigd milieubeleid; High Oil Price; een hoge olieprijs, een strikt milieubeleid, een gematigde economische groei en een relatief snelle verduurzaming van industrie en logistiek. Deze vier scenario s zijn vertaald naar toekomstige goederenstromen voor de Hamburg - Le Havre range (HLH-range) en het marktaandeel dat Rotterdam daarin kan verwerven. De uitkomsten zijn bovendien getoetst aan de verwachtingen van een groot aantal klanten, kennisinstituten en stakeholders. In de ramingen zijn geen goederen meegenomen waarvoor nog geen concrete investeringen zijn gedaan, zoals CO 2, waterstof of zoet water. Methode Met behulp van een rekenmodel (Transtools) zijn de sociaaleconomische ontwikkelingen uit de vier scenario s doorgerekend en vertaald in goederenstromen die vervolgens aan de diverse havens van de HLH-range zijn toebedeeld. Deze modeluitkomsten zijn daarna in- en extern getoetst. Op basis van deze toetsing zijn verschillende aanpassingen van de modelresultaten doorgevoerd. Nat massagoed In alle vier scenario s zijn de overslag van minerale olieproducten, chemische producten en plantaardige oliën belangrijke groeimarkten. Alleen in Low Growth is deze groei van vooral chemische producten beperkt, als gevolg van een lage groei van de basischemie. LNG ontwikkelt zich voor Rotterdam tot een nieuwe goederenstroom. In High Oil Price groeit LNG het snelst. Dit komt doordat de marktprijs voor LNG sterk samenhangt met de olieprijs. In Low Growth is door een stabiele energievraag minder behoefte aan diversificatie in energiebronnen en daardoor minder behoefte aan LNG. De overslag van ruwe olie neemt in Global Economy licht toe. In de andere drie scenario s is sprake van een daling. De overslag van ruwe olie wordt vooral bepaald door de raffinagecapaciteit in Noordwest-Europa, de ontwikkeling van de lokale vraag en de overzeese export mogelijkheden van de raffinaderijen en de ontwikkeling van alternatieve energiedragers. De daling is het scherpst in Low Growth, waar als gevolg van de lage economische groei de afzetmarkt krimpt. In High Oil Price is de daling ook fors, maar dat komt doordat er, vanwege de hoge olieprijs, veel meer alternatieven worden ontwikkeld. Dit laatste zien we dan terug in een stijging bij chemische producten, minerale olieproducten en plantaardige oliën, afhankelijk van de gekozen grondstof. De positionering van Rotterdam in het nat massagoed blijft ongewijzigd sterk: voor ruwe olie blijft de hub-positie onaangetast door het bestaande pijpleidingennetwerk (naar o.a. Antwerpen, Moerdijk en het Ruhrgebied) gecombineerd met de diepgang en opslagcapaciteit in Rotterdam. Minerale olieproducten hebben de grootste groeipotentie. Droog massagoed De groei van de overslag van droog massagoed is tot 23 beperkt of daalt fors (High Oil Price en Low Growth). De belangrijkste daler is in alle scenario s de overslag van ijzererts, die direct samenhangt met de hoogovencapaciteit in Noordwest- Europa. De kolenoverslag stijgt tot 22 door de komst van de nieuwe kolencentrales, maar stabiliseert zich daarna in Global Economy en European Trend en neemt af in High Oil Price en Low Growth. In High Oil Price wordt succesvol ingezet op alternatieve energiebronnen. In Low Growth stijgt het energiegebruik niet of nauwelijks ten opzichte van 28 maar wordt wel ingezet op energiebesparing en efficiëntie. De overslag van overig droog massagoed (bouwgrondstoffen, industriële mineralen, ertsen en concentraten) en agribulk blijft naar verwachting min of meer stabiel in Global Economy en European Trend en daalt in High Oil Price en Low Growth. De overslag van droge biomassa is een echte groeimarkt, met logischerwijs de grootste toename in High Oil Price. Stukgoed De containeroverslag is voor Rotterdam in alle scenario s een grote groeimarkt. Rotterdam heeft de mogelijkheid om de potentiële groei maximaal te faciliteren, met name door de ingebruikname van Maasvlakte 2. Daarnaast profiteert Rotterdam van de komst van steeds groter wordende containerschepen die in de Rotterdamse haven goed terecht kunnen. Hierdoor zullen in Rotterdam de intercontinentale containerstromen (Direct Deep Sea en Transhipment) sneller groeien dan containers met zowel een herkomst als bestemming in Europa (Short Sea). De overslag van containers wordt steeds belangrijker voor de haven: in 21 is het nog 25% van de overslag, in 23 mogelijk 42% van de totale hoeveelheid goederen. Ook de overslag van ruw staal producten is een groeimarkt in alle vier scenario s. Dit is in lijn met de trend dat er steeds meer halffabricaten worden vervoerd. Totale overslag De ontwikkeling van de totale overslag van de havens in de Hamburg Le Havre range en die van Rotterdam ziet er in de vier scenario s als volgt uit: In alle scenario s neemt de totale overslag toe, maar dat geldt lang niet voor alle goederensoorten in elk scenario. De containersector groeit het hardst. Ook de overslag van kolen groeit tot 22 fors, door toename van de elektriciteitsproductie. Daarnaast zijn LNG, minerale olieproducten, biomassa en staal HLH: Totale overslag groeimarkten. Ruwe olie en ijzererts blijven op hun best stabiel. De ramingen laten daarmee een accentverschuiving zien van overslag van grondstoffen naar halffabricaten en eindproducten. () () () () HLH: Totale overslag REALISATIE REALISATIE Rotterdam: Totale overslag Rotterdam: Totale overslag REALISATIE REALISATIE pag. 1 pag. 2

3 Inhoud 1. Inleiding 2. Op weg naar potentieramingen 3. Vier scenario s 3.1 Global Economy 3.2 EuropeAN Trend 3.3 HiGH OIL PRICE 3.4 Low Growth 3.5 De vier scenario s naast elkaar 4. Nat massagoed 4.1 Ruwe olie 4.2 Minerale olieproducten 4.3 Chemische producten 4.4 Plantaardige oliën 4.5 LNG 5. Droog massagoed 5.1 IJzererts 5.2 Kolen 5.3 Agribulk 5.4 Droge biomassa 5.5 Overig droog massagoed 6. Stukgoed 6.1 Containers 6.2 Roll-on Roll-off (RoRo) 6.3 Staal 6.4 Overig stukgoed (EXCLUSIEF staal) 7. Bijlagen 7.1 OVERZICHT GOEDERENSTROMEN HLH RANGE 7.2 OVERZICHT GOEDERENSTROMEN ROTTERDAM pag. 3 pag. 4

4 1. Inleiding Het Havenbedrijf Rotterdam kent een jarenlange traditie in het maken van lange termijn voorspellingen van de goederenstromen via de Rotterdamse haven. In het verleden is een aantal prognoses opgesteld. De zevende en laatste van deze reeks, Verkenningen 22, dateert al weer van 1998, en vormde in hoofdlijnen het kompas waarmee de koers van de haven in de jaren daarop is uitgezet. Met het opstellen van een nieuwe Havenvisie 23 (Port Compass) wil het Havenbedrijf de haven optimaal voorbereiden op de toekomst. De basis van de Havenvisie wordt gevormd door de potentieramingen voor de toekomstige ontwikkeling van de goederenstromen (forecasting in onderstaand figuur). Daarnaast staan trends & ontwikkelingen en twee vergezichten aan de basis van de nieuwe havenvisie. Dit achtergronddocument beschrijft de totstandkoming van de potentieraming goederenstromen. Op basis van vier scenario s zijn goederenstromen geraamd per marktsegment en goederensoort voor de Hamburg-Le Havre-range (HLH-range) en voor de ontwikkeling van het marktaandeel c.q. de overslag in de haven van Rotterdam. Hierbij is geen rekening gehouden met mogelijke knelpunten ten aanzien van ruimte, milieu en capaciteit van de achterlandinfrastructuur. Het volgende hoofdstuk gaat in op de voor het opstellen van de lange termijn ramingen gekozen aanpak. In hoofdstuk drie staan de vier gekozen scenario s centraal. Hoofdstuk vier t/m zes geven achtereenvolgens voor nat massagoed, droog massagoed en stukgoed de ramingen voor de overslag in de HLH-range en de raming voor de Rotterdamse haven. Huidige situatie Haven- en industriecomplex Forecasting Trends & Ontwikkeling Backcasting VISIE Global Hub & Europe s Industrial Cluster Ruimte Bereikbaarheid Milieu, Veiligheid & Leefklimaat SUCCESFACTOREN Stad & Regio Arbeid Investeringsklimaat Scheepvaart Innovatieklimaat Wet- en regelgeving Agenda pag. 5 pag. 6

5 2. Op weg naar Potentieramingen Transtools als vertrekpunt Om de toekomstige omvang van goederenstromen te kunnen bepalen is zicht op de economische groei en ontwikkelingen binnen de diverse sectoren belangrijk. Voor de kwantitatieve vertaalslag daarvan is een rekenmodel nodig. Het Havenbedrijf heeft in dit project gekozen voor Transtools. Dit model vertaalt op Europees niveau sociaal-economische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de transportmarkt in goederenstromen. De Europese Unie gebruikt Transtools als basis voor het opstellen van verschillende beleidsstudies. Met behulp van Transtools kunnen de verschillende scenario s worden doorgerekend. Op basis van Transtools heeft TNO voor alle bestaande marktsegmenten en goederenstromen van de haven een raming gemaakt. Nieuwe goederenstromen kunnen met Transtools niet bepaald worden. Voor een nieuwe goederenstroom, zoals LNG, is daarom een andere benadering gekozen. Als vervolgstap zijn de modeluitkomsten van Transtools getoetst aan segmentspecifieke marktkennis binnen het Havenbedrijf Rotterdam. Waar nodig zijn op basis daarvan aanpassingen en aanvullingen gedaan. De uiteindelijke prognoses zijn dus een mix van modeluitkomsten (Transtools) en eigen ramingen van het Havenbedrijf. De tabel op de volgende pagina geeft per goederenstroom een beknopt overzicht van de manier waarop de resultaten zijn verkregen. Vier verschillende scenario s De meest bepalende factoren bij het ramen van goederenstromen zijn de economische groei, de omvang van de wereldhandel, de olieprijs en het milieubeleid. Op basis van deze factoren zijn vier verschillende economische scenario s geselecteerd voor het schatten van de toekomstige ontwikkeling van de goederenoverslag. Het zijn scenario s van het CPB en de Europese Commissie. Het betreft: Low Growth; lage economische groei en een lage olieprijs; fossiele brandstoffen blijven dominant en het milieubeleid is gematigd; European Trend; bestaand beleid en een gematigde groei van de economie; Global Economy; verdere globalisering gecombineerd met een lage olieprijs leidend tot hoge economische groei en een gematigd milieubeleid; High Oil Price; een hoge olieprijs, een strikt milieubeleid, een gematigde economische groei en een relatief snelle verduurzaming van industrie en logistiek. In hoofdstuk 3 zijn de scenario s nader beschreven. Voor elk van deze vier scenario s is een potentieraming voor de overslag van de verschillende goederenstromen in de HLH-range en Rotterdam gemaakt. De scenarioresultaten vergroten de bewustwording over mogelijke toekomstige ontwikkelingen, waardoor het Havenbedrijf en de haven hierop beter kunnen anticiperen. De scenario s zijn niet in alle gevallen voldoende gedetailleerd om een goede vertaalslag naar goederenstromen te kunnen maken. De scenario s zijn namelijk gebaseerd op sectorale economische groei en geven geen informatie over de ontwikkeling van de productiecapaciteit in bepaalde sectoren. In sommige gevallen is dit voor de ontwikkeling van de goederenstromen echter wel leidend. Op basis van aanvullende informatie over actuele investeringen en investeringsplannen heeft het Havenbedrijf daarom voor raffinaderijen, LNG-terminals, hoogovens en kolencentrales in de geest van de scenario s een raming gemaakt van de ontwikkeling van de productiecapaciteit in Noordwest-Europa. pag. 7 pag. 8

6 Goederenstroom Aanpak Opmerkingen Containers TNO heeft o.b.v. Transtools groeicijfers voor HLH-range aangeleverd, met HbRinput t.a.v.: - Transhipmentmarkten (UK & Ierland en ScanBaltic) - Containerisatiegraad Transtools kan onvoldoende omgaan met marktontwikkelingen, zoals de aanleg van Maasvlakte 2, om per haven een goede inschatting te maken. RoRo Modeluitkomsten Transtools zijn overgenomen. Staal Eigen HbR-raming o.b.v. raming hoogovencapaciteit en staalverbruik in Noordwest-Europa. Transtools is teveel business-as-usual, sluiting hoogovens en kolenmijnen zit er onvoldoende in. Overig stukgoed Eigen inschatting, markt is zeer gering. Transtools overschat marktgroei, effect van containerisatie zit er onvoldoende in. Ruwe olie Minerale olieproducten Chemische producten LNG Plantaardige oliën Kolen Eigen HbR-raming o.b.v. ontwikkeling raffinagecapaciteit. Modeluitkomsten Transtools zijn overgenomen, met uitzondering van stookolie (ca 6% van totaal volume). Volume stookolie is geraamd o.b.v. ontwikkeling bunkermarkt en Russische raffinagesector. Modeluitkomsten Transtools zijn overgenomen. Inventarisatie bestaande, in aanbouw zijnde en geplande LNG-terminals en realisatiekans en benuttinggroei per scenario beredeneerd op basis van inzichten in marktkarakteristieken. Modeluitkomsten Transtools zijn overgenomen. Eigen HbR-raming o.b.v. ontwikkeling capaciteit kolengestookte energiecentrales. Eigen raming is redelijk in lijn met Transtools, maar komt lager uit doordat raffinagesector in Noordwest-Europa deels exportgericht is. Dit is onvoldoende in Transtools meegenomen. Stookolie is dermate specifiek (handel, bunkermarkt), dat dit niet goed in Transtools verwerkt is. Eigen raming omdat Transtools LNG niet als aparte goederengroep kan onderscheiden. 22, 23 en 24 De ramingen concentreren zich op drie zichtjaren: 22, 23 en 24. Voor de tussenliggende jaren wordt uitgegaan van een constante ontwikkeling. Er is bewust voor gekozen om verder te kijken dan onze planperiode om zo niet verrast te worden door mogelijke ontwikkelingen vlak na 23. Voor het opstellen van de havenvisie voor de Rotterdamse haven is uiteindelijk wel het jaar 23 leidend. Logische indeling Voor het maken van de ramingen is gekozen voor een indeling in goederenstromen die qua ontwikkeling met elkaar samenhangen, qua overslag goed zijn te ramen en die voldoende omvang hebben. De raming voor containerstromen bijvoorbeeld is opgebouwd uit shortsea, transhipment en direct deep-sea. Ook is een onderscheid gemaakt tussen agribulk en droge biomassa. De ramingen zijn voor de meeste marktsegmenten tot stand gekomen door eerst een raming te maken van de ontwikkeling van de goederenvolumes in de Hamburg - Le Havre range. Vervolgens is een inschatting gemaakt van het marktaandeel van Rotterdam hierbinnen. Vanwege de directe relatie tussen aanwezige productiecapaciteit (hoogovens, raffinaderijen) en goederenstromen is voor sommige marktsegmenten direct naar Rotterdam gekeken. Invloed economische crisis De wereldwijde economische crisis heeft een forse impact gehad op de overslagcijfers voor 29. Tegelijkertijd heeft de overslag in 21 alweer een fors herstel getoond. Als conservatief startpunt voor deze lange termijnramingen is daarom de helft van de geprognosticeerde overslagdaling voor 29 meegenomen en is 21 uitgegaan van nulgroei. IJzererts Agribulk (excl. biomassa) Droge biomassa Overig droog massagoed Eigen HbR-raming o.b.v. ontwikkeling hoogovencapaciteit. Modeluitkomsten Transtools zijn overgenomen. Eigen HbR-raming o.b.v. ontwikkeling capaciteit kolengestookte energiecentrales en percentage meestook. Eigen HbR-raming, overslag gekoppeld aan ijzererts, chemische producten en groei bouwsector in Europa. Eigen raming is lager dan Transtools; afbouw hoogovencapaciteit in Noordwest- Europa is daarin onvoldoende meegenomen. Ontwikkeling van bijstook in centrales zit onvoldoende in Transtools. De link met de staalindustrie zit onvoldoende in Transtools. pag. 9 pag. 1

7 3. Vier scenario s De vier voor de potentieramingen gebruikte scenario s zijn gebaseerd op scenario s van verschillende partijen. Global Economy (GE) en Low Growth (LG) zijn ontwikkeld door het CPB, terwijl het European Trend (ET) het referentiescenario is voor veel Europese beleidsstudies. Het High Oil Price (HOP) tenslotte is ontwikkeld door een consortium adviesbureaus in opdracht van de Europese Commissie. 3.1 Global Economy scenario In Global Economy is de economische groei fors. De EU breidt zich nog verder naar het oosten uit. Naast Turkije worden ook landen als Oekraïne lid. Economisch en monetair is de EU een succes. Mede door grote buitenlandse investeringen vindt in Oost-Europa een inhaalslag plaats. De welvaart neemt snel toe en het economische zwaartepunt van Europa verschuift daardoor enigszins naar het Oosten. De landbouwsector in Europa wordt geherstructureerd. De internationale energiemarkt is efficiënt en betrouwbaar en landen werken nog niet aan het diversificeren van hun energieimporten. De consumptie van energie is relatief hoog en fossiele brandstoffen spelen daarin een dominante rol. In Global Economy komt geen overeenkomst tot stand voor het aanpakken van grensoverschrijdende milieuvraagstukken. In combinatie met de wereldwijde hoge economische groei resulteert dit in forse milieuvervuiling. Global Economy in cijfers Door de internationale integratie en de marktgeoriënteerde politiek stijgt de arbeidsproductiviteit in de EU tot 22 met 2,1% per jaar en daarna met 2,%. Jaarlijkse groei EU (in %) BBP 2,1 2,9 2,6 Arbeidsproductiviteit 1,5 2,1 2, Werkgelegenheid,7,5,2 Bevolking,3,4,2 Wereldexport 5,6 5,8 5,4 Ratio s Participatiegraad 46,6 46,5 45,8 Werkloosheid 8,5 6,2 3,9 Spaarquota 18,8 19,5 15,6 Reële rente 3,6 4,2 3,8 Aandeel 53,5 46,4 39,4 intra-europese handel Groeiverschillen per sector De dienstensector groeit in Global Economy het snelst. Het aan- deel van deze sector in de creatie van toegevoegde waarde was 73% in 2 en groeit tot 85% in 24. Tegenover de groei van de toegevoegde waarde in de dienstensector staan in Global Economy dalende aandelen van landbouw en industrie. Sectorale toegevoegde waarde in de EU15-landen in 2 en 24 (% van BBP, excl. belastingen) in Global Economy 2 24 Landbouw en voeding 6,5 3,2 Energie en grondstoffen 1,8 2,1 Industrie 18,6 1,2 Diensten 73,2 84,7 Handel Handelsstromen veranderen: met name de Europese export verschuift naar andere regio s. Azië wordt een steeds belangrijkere handelspartner van Europa. In Global Economy zorgt de vergaande wereldwijde handelsliberalisatie in Europa voor een verdere verschuiving naar hoogwaardige activiteiten en vooral ook voor een verdere toename van de overzeese import van half- en eindfabricaten. Steeds meer productie verschuift vanuit Noordwest-Europa naar andere landen. Energie Drijvende krachten achter de energiemarkt zijn de macroeconomische groei en de sterke opkomst van diensten. In Global Economy is concurrentie op de energiemarkt zeer belangrijk. De liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkt gaat onverminderd verder. Technologie speelt voornamelijk een rol in de conversietechniek en efficiencyverbetering van energiesystemen. Energietechnologisch brengt Global Economy geen echte doorbraken (zoals brandstofcellen). Kolen worden belangrijker in de energiemix. 3.2 Europees Trendscenario European Trend is een gematigd scenario dat uitgaat van bestaand en voor de toekomst bekend overheidsbeleid. European Trend houdt voor de EU15-landen rekening met een gemiddelde jaarlijkse groei van het BBP tot 23 van ongeveer 1,85%. Voor de nieuwe lidstaten is deze stijging aanzienlijk hoger. Als gevolg van de liberalisatie groeit de wereldhandel fors: tot 22 met circa 6% per jaar. Door een afname van het BBP neemt de groei daarna wat af. In 24 heeft 6% van alle Europese export een bestemming buiten Europa, een toename van ruim 1% ten opzichte van 2. pag. 11 pag. 12

8 Ontwikkeling van het BBP (%/jaar) in de EU Gemiddelde 2-23 EU15-landen 2,7 1,94 2,13 1,54 1,85 Nieuwe lidstaten 1,82 4,1 3,98 3, 3,66 Het aantal inwoners van de EU neemt tot 22 nog licht toe. Daarna is tot 23 sprake van stabilisatie. Bevolkingsontwikkeling (%/jaar) in de EU Gemiddelde 2-23 EU25,27,24,11,,12 Europees Trend gaat uit van licht stijgende olieprijzen: van $55 per barrel (bbl) in 25 naar $58 / bbl in 23 (uitgedrukt in 25 $). De primaire energievraag neemt tot 23 toe met 15%, vergeleken met een economische groei van 8% over die periode. De beperkte groei van de energievraag komt door dematerialisatie van de Europese industrie en structurele veranderingen binnen sectoren. Daarnaast is voor een aantal energietoepassingen sprake van sterke verzadigingseffecten en vinden er verbeteringen plaats in de isolatie en energie-efficiency in gebouwen. Efficiëntere technologieën en veranderingen in de brandstofmix richting efficiëntere energievormen hebben een positieve invloed op de energie-intensiteit. EU-25 primaire energie indicatoren (index 199=1), Bron: PRIMES Toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU veroorzaakt in European Trend geen radicale veranderingen in het energiesysteem. De nieuwe lidstaten zijn zowel qua economie als energiegebruik relatief klein. Tot 23 verandert de structuur van de energieproductie significant richting duurzame energie en LNG. Kernenergie en brandstoffen in vaste vorm, zoals kolen, verliezen terrein. De verschuiving richting duurzame energie wordt gedreven door de hoge groei van windenergie en het toenemende gebruik van biomassa. De afname in het gebruik van kernenergie is het gevolg van politieke besluiten. Aandeel van energiebronnen in de totale energieconsumptie (in %) Vaste brandstoffen 27,8 18,5 15,8 13,8 15,5 Olie 38,3 38,4 36,9 35,5 33,8 Gas 38,3 38,4 36,9 35,5 33,8 Kernenergie 12,7 14,4 13,7 12,1 11,1 Hernieuwbaar 4,4 5,8 7,9 1,4 12,2 Het energiesysteem van de EU25-landen blijft echter gedomineerd door fossiele brandstoffen. Het aandeel fossiele brandstoffen in de energieconsumptie neemt tussen 2 en 23 af van 83,1% naar 95,3%. De fossiele brandstoffen worden voornamelijk geïmporteerd (tweederde van de primaire energiebehoefte) en zorgen voor een stijging van de CO 2-emissies. Fuel use for electricity generation in EU-25 (MTOE) Hard coal Lignite Oil products Gas Biomass-Waste Nuclear energy Geothermal Heat Total EU ONTWIKKELING ENERGIEMIX IN EUROPEAN TREND 16% 13% Primaire Energie Vraag in 25: 196 Mtoe in 23: 28 Mtoe in 25: 218 Mtoe 7% 23% 41% Tussen Primary 2 Energy en 23 Demand groeit het gebruik van duurzame energie Olieprijs ontwikkeling High Oil Price in 25: 196 Mtoe in 23: 192 Mtoe in 25: 2116 Mtoe in het European Trend van 5,8% naar 12,2%. De vraag groeit 7% 3 daarmee zes keer harder dan de totale primaire vraag naar 25 18% 13% 24% 26% 3% energie. Het uiteindelijke aandeel is echter veel lager dan het 2 (Europese) doel voor % 16% Olie blijft de belangrijkste energiebron, hoewel de consumptie 12% in 23 die van nu niet zal overschrijden. 95% van de olie wordt in 23 geïmporteerd. De consumptie van vaste brandstoffen daalt tot 22, 23% maar neemt daarna weer sterk toe. Oorzaak 18% zijn de hogere importprijzen voor gas en geavanceerde kolentechnologieën die beschikbaar komen. Primary Energy Demand Renewables in 25: 143 Mtoe 3.3 HIGH OIL PRICE 1% 2% 15% Primaire Energie Vraag Hernieuwbaar in 25: 143 Mtoe in 23: 43 Mtoe in 25: 591 Mtoe 2% 8% 4% 26% 15% 25% 2% 24% 2% 8% 4% 62% 1% In High Oil Price is sprake van een plotselinge, zeer sterke 24% stijging van de olieprijs. Tussen 21 en 213 stijgt de prijs van olie naar 15 per vat en loopt daarna verder op tot meer 24% dan 2 na 24. De gasprijs is gekoppeld aan de olieprijs. In High Oil Price is European Trend als referentie gebruikt om effecten van de olieprijsstijging te berekenen. 19% De economische groei is in beide scenario s zeer 62% vergelijkbaar. 9% 21% in 23: 462 Mtoe 8% 14% 34% 4% 2% (E uro/bbl) % 17% 24 26% 19% 28 6% % Het effect van de hoge olieprijs op de Europese economie is weergegeven in onderstaande in 25: 638 Mtoe tabel % 26% 36% 17% % Olie Gas Kolen Nuclear Hernieuwbaar Wind/Zon Biomassa Hydro Biobrandstof Anders Hernieuwbaar Olie Gas Kolen Nuclear Hernieuwbaar 24% Prijspiek Kenmerken 19% Verlies op moment van piek BBP Werkgelegenheid Wind/Zon Biomassa Verdubbeling Snelle en scherpe -2,1% -8,5% Hydro Biobrandstof prijs stijging Anders 35% Hernieuwbaar 18% 33% Het gevolg van een plotselinge, vroege prijspiek van ruwe olie 6% is een heftige reactie van de economie. Investeringsbeslissingen worden sneller genomen en zijn forser. Een aantal jaren zijn de groeicijfers in High Oil Price hierdoor hoger dan in European Trend (zie paragraaf 3.4). De prijssprong stimuleert vooral investeringen in alternatieven voor olie en in efficiencyverbeteringen die niet haalbaar zouden zijn bij een geleidelijke stijging van de olieprijs. Deze investeringen zijn de sleutel voor het dempen van de negatieve effecten van de olieprijs pag. 13 pag. 14

9 62% 1% 9% 4% 13% 6% 36% Hydro Biobrandstof Anders Hernieuwbaar ONTWIKKELING ENERGIEMIX IN HIgh Oil price 16% Primary Energy Demand in 25: 196 Mtoe in 23: 192 Mtoe in 25: 2116 Mtoe 7% 18% 13% 24% 26% 3% 23% 41% 12% 18% 2% 19% 16% 17% Olie Gas Kolen Nuclear Hernieuwbaar Het energiegebruik stabiliseert rond het niveau van 22 vanwege de lage bevolkingsgroei, de lage economische groei en voortgaande besparing. Elektriciteitsopwekking met hernieuwbare energiebronnen (uit wind, zon, waterkracht en biomassa) is voorlopig nog niet mogelijk zonder overheidssteun. Door doorlopende subsidietrajecten wordt de sector na 22 wel efficiënter (in tegenstelling tot Global Economy). Echter door de lage economische groei is het overheidsbudget beperkt, zodat het aandeel hernieuwbare energie ook beperkt blijft (tot 9% in 24 in tegenstelling tot 1% in Global Economy). Wind en biomassa zijn de belangrijkste vormen van hernieuwbare energie in Nederland. De collectieve sector wordt in dit scenario nauwelijks hervormd. Collectieve regelingen blijven in stand, waarbij de nadruk erop ligt de inkomens gelijkmatig te verdelen en solidair te zijn. Door geringere prikkels in de sociale zekerheid en de hoge belastingen premietarieven is de arbeidsparticipatie relatief laag en de werkloosheid hoog. Minder concurrentie remt de noodzaak voor bedrijven om te innoveren. De verbrokkelde markten belemmeren dat kennis zich snel verspreidt, en door kleine inkomensverschillen is de stimulans om te investeren in onderwijs is beperkt. De arbeidsproductiviteit stijgt nauwelijks. Primary Energy Demand Renewables in 25: 143 Mtoe in 23: 462 Mtoe in 25: 638 Mtoe 3.5 De vier scenario s naast elkaar 24% 2% 8% 4% 62% 19% 24% 14% 35% 18% 24% 19% 33% Wind/Zon Biomassa Hydro Biobrandstof Anders Hernieuwbaar Low Growth Global Economy European Trend High Oil Price Gemiddelde BBPontwikkeling (%) ,9 2,9 2,9 2,9 8% 6% ,9 1,4 1,4 Een direct gevolg van de hoge prijs is dat olie zijn dominante positie in het energiesysteem verliest. Hernieuwbare energiebronnen, kolen en kernenergie krijgen een groter aandeel in de energiemix. Hernieuwbare energie zal uiteindelijk meer dan een derde van de energiemix uitmaken, gedeeltelijk door de toename van het gebruik van biobrandstoffen, maar ook door duurzame elektriciteitsproductie. Een ander effect van de hoge olieprijs is een afname van de energieconsumptie met 5% tot 1% tot 23. Het elektriciteitsgebruik stijgt echter. Oorzaak is een versnelling in de trend van meer gebruik van elektriciteit in plaats van olie bij eindgebruikers. In High Oil Price scenario neemt het personen- en vrachtverkeer tussen 21 en 23 af met 1 tot 2%. De snelle prijsstijging van conventionele transportbrandstoffen (met name relevant tussen 215 en 22) leidt in het personenverkeer tot een absolute afname van het aantal passagierskilometers. Het effect op het vrachtverkeer is minder groot. De sterk verhoogde brandstofprijs vertraagt de groei van het aantal tonkilometers enkele jaren, maar resulteert niet in een afname van vrachtverkeer. Er worden meer tonnen over minder kilometers vervoerd. Daarnaast gaan rail en binnenvaart een grotere rol spelen. 3.4 Low Growth In dit scenario hechten landen sterk aan hun eigen soevereiniteit. Daardoor slaagt de Europese Unie er niet in om institutionele hervormingen door te voeren. Ook mondiale handelsliberalisatie komt niet van de grond, waardoor de wereld uiteenvalt in een aantal handelsblokken. De Nederlandse bevolking groeit minimaal tot 17 miljoen inwoners in 22 en neemt daarna langzaam af tot 16,7 miljoen in 23 en 16,4 in 24. De economische groei is bescheiden met een gemiddelde jaarlijkse groei tot 24 van,7%. Door een stabilisering van de bevolkingsgroei en een lage economische groei blijft de milieudruk relatief laag. Internationale milieuvraagstukken worden dan ook niet aangepakt, waardoor er ook geen systeem komt voor emissiehandel. Nationale en regionale initiatieven zijn wel succesvol, maar hun impact is beperkt. Afspraken met directe buurlanden resulteren in een CO 2 -prijs van 2 euro per ton vanaf 23. Bij een dergelijke lage prijs komt CCS (Carbon Capture & Storage) in dit scenario niet tot een doorbraak. Net als in Global Economy en European Trend, blijft ook de olieprijs relatief laag. Deze stijgt van $55,- in 2 naar $68,- in 24. Overigens is het effect van de olieprijs op de ontwikkeling van het BBP in een lange tijdsspanne beperkt. Maar: een laag BBP maakt de olie relatief duur, waardoor er wel een effect op de oliegerelateerde brandstofmarkt zichtbaar zal zijn. De Nederlandse aardgasreserves raken op, maar minder snel dan in Global Economy (afname van 6% ipv 76% in 23). De gasprijs stijgt wel naar een hoger niveau vanwege het ontbreken van goede handelsrelaties ,9 1,8 1, ,5 2,3 1,5 1, ,3 1,3 1,4 Ontwikkeling handel Ontwikkeling olieprijs Energievraag in 23 (in Mtoe) Energiemix in 23 (in %) Milieubeleid Wereld valt uiteen in een aantal handelsblokken, importheffingen blijven gehandhaafd; economische groei blijft laag. Verdere globalisering, forse groei handelsstromen, zowel tussen Azië en Europa als tussen rijke Europese landen en arme Europese landen (Polen, Turkije). Doorzetting groei wereldhandel, minder stijging dan in GE (met name door verschil in economische groei). Wereldhandel blijft groeien, iets minder dan in ET vanwege hogere transportkosten $/bbl 22-28$/bbl 55-68$/bbl 15-22$/bbl Kolen 12 Kolen 17 Kolen 16 Kolen 16 Olie 38 Olie 41 Olie 34 Olie 18 Gas 41 Gas 35 Gas 27 Gas 17 Nucleair 11 Nucleair 19 Overig 9 Overig 7 Hernieuwbaar 12 Hernieuwbaar 3 Enkel effectief nationaal milieubeleid. Na 22 zeer beperkte rol. Bestaand en bekend beleid, geen nieuw. Zeer hoge inzet op alternatieven voor olie. pag. 15 pag. 16

10 4. Nat massagoed Het marktsegment nat massagoed omvat vijf goederenstromen: ruwe olie minerale olieproducten chemische producten plantaardige oliën LNG. LNG (vloeibaar aardgas) is voor de Rotterdamse haven een nieuwe goederenstroom. In 28 was er nog geen LNG overslag, maar door de bouw van terminalcapaciteit zal dit snel veranderen. Chemische producten (ca. 75%) en plantaardige oliën (ca. 25%) vormen samen het overig nat massagoed. Voor beide is een afzonderlijke raming gemaakt. Dit hoofdstuk geeft ramingen voor de overslag van nat massagoed in de havens van de Hamburg Le Havre range (HLHrange) en de potentie voor het marktaandeel c.q. overslagvolume van Rotterdam. Rotterdam heeft in Noordwest-Europa een zeer goede concurrentiepositie. Kustlocaties zijn doorgaans aantrekkelijker dan in het binnenland gelegen raffinaderijen. Dit vanwege de flexibiliteit van de oliebevoorrading en de grotere mogelijkheid om in te spelen op ontwikkelingen in de vraag naar raffinaderijproducten op de wereldmarkt. Rotterdam ondervindt bij de overslag van ruwe olie enige concurrentie van Wilhelmshaven. Raffinaderijen in het Duitse Rührgebied zijn voor hun bevoorrading op beide havens aangesloten. Met een overslag van 1,4 miljoen ton in 28 heeft Rotterdam in de HLH-range een stabiel marktaandeel van 56%. De concurrentiepositie van Rotterdam in de HLH-range wordt op langere termijn versterkt door verschuivingen in de herkomst van ruwe olie: de aanvoer van Noordzeeolie neemt af, terwijl de aanvoer uit het Midden- Oosten toeneemt. De olie uit het Midden-Oosten wordt getransporteerd in grotere schepen. Deze kunnen niet alle havens in de HLH-range aanlopen. 4.1 Ruwe olie Noordwest-Europa wint ruwe olie op de Noordzee en is, om te kunnen voldoen aan de vraag van raffinaderijen, tevens een grote netto-importeur. De eigen oliewinning op de Noordzee loopt terug. Import vindt plaats uit landen als Rusland, Nigeria en Venezuela maar vooral uit het Midden-Oosten. De aanvoer verloopt grotendeels via enkele havens in de HLH-range en bedroeg in ,6 miljoen ton. Italië, Duitsland en Frankrijk hebben in Europa de meeste raffinagecapaciteit en produceren hoofdzakelijk voor de eigen binnenlandse markt. De binnenlandse onbalans (dieselen kerosinetekort en een benzineoverschot) leidt hierbij tot importen uit overwegend andere EU15-landen. Vooral Duitsland is een belangrijke importeur van minerale olieproducten als diesel en nafta. In Nederland en België overtreft het aanbod raffinaderijproducten in grote mate de eigen binnenlandse vraag. De raffinaderijen zijn hierdoor sterk georiënteerd op export naar in het bijzonder Duitsland en de Verenigde Staten. De aanvoer van ruwe olie in Rotterdam schommelt de afgelopen jaren rond de 1 miljoen ton per jaar. In het havengebied zijn vijf raffinaderijen die gezamenlijk circa 5 miljoen ton ruwe olie raffineren tot olieproducten. De andere helft van de in Rotterdam aangevoerde ruwe olie wordt via pijpleidingen vervoerd naar raffinaderijen in het Nederlandse, Belgische en Duitse achterland. Raming overslag ruwe olie HLH-range De stroom ruwe olie via Rotterdam hangt rechtstreeks samen met de ontwikkeling van de raffinagesector in Noordwest- Europa. De ontwikkeling van de raffinagesector is op zijn beurt gerelateerd aan de (binnenlandse) consumptie van raffinageproducten (met name benzine en diesel) en exportmogelijkheden. Voor de potentieraming van de overslag van ruwe olie in de havens van de HLH-range is per scenario de ontwikkeling van de raffinagesector in Noordwest-Europa beredeneerd. Noordwest-Europa heeft een overschot aan raffinagecapaciteit. In geen van de scenario s wordt de bouw van nieuwe raffinaderijen voorzien, wel modernisering van bestaande capaciteit. Er zijn 23 raffinaderijen in Noordwest-Europa. Per scenario is, op basis van scenario-ontwikkelingen en raffinaderijkarakteristieken geschat welke raffinaderijen in Noordwest-Europa blijven bestaan en welke worden gesloten. Per scenario worden de volgende ontwikkelingen voorzien: pag. 17 pag. 18

11 In Global Economy is de economische groei groot, de vraag naar transportbrandstoffen hoog, terwijl de prijs van olie relatief laag blijft. Het aantal voertuigkilometers van personenwagens in Nederland stijgt van 98 miljard in 2 naar 161 miljard in 24 en het aantal goederentonkilometers van 95 miljard in 2 naar 215 miljard in 24. Het gebruik van fossiele brandstoffen in de transportsector stijgt van 463 Petajoule (PJ) in 22 naar 778 Petajoule in 24, bijna twee derde meer. Het gebruik van biobrandstoffen is in 24 met circa 15 PJ zeer beperkt. Voor de omringende Europese landen wordt een vergelijkbare ontwikkeling voorzien. Tegenover de groei van de lokale Noordwest-Europese afzet staat een krimpende overzeese export. Ondersteund door de hoge economische groei, de lage olieprijs en het milde milieu- klimaat wordt daar stevig geïnvesteerd in de uitbreiding van eigen raffinagecapaciteit. De via Rotterdam bevoorrade raffinaderijen blijven in Global Economy transportbrandstoffen produceren. Gezien de huidige overcapaciteit in de raffinagesector worden echter geen nieuwe investeringen verwacht. Als reactie op de gunstige marktontwikkeling vindt wel enige upgrading en de-bottlenecking van bestaande raffinagecomplexen plaats. De raffinagecapaciteit in Noordwest-Europa kan hierdoor met 6% toenemen. In het gematigde European Trend is de vraag naar energie voor vervoer en transport in de EU15-landen in 23 circa 8% hoger dan in 25. Energievraag transport (EU15, in KTOE*) Personenauto s en motoren Vrachtwagens Totaal * Kilotonne of Oil Equivalent Tegenover een nog redelijke stijging van het aantal voertuigkilometers voor personenvervoer staat als gevolg van efficiencyverbeteringen een daling van de energievraag van dit personenvervoer (respectievelijk -,1% in 215 en -,5% in 23), waarbij het aandeel van biofuels van 4% in 21 stijgt naar 5,5% in 215 en 1% in 23. Naast biobrandstoffen ontwikkelen zich geen andere significante alternatieven voor brandstof. De energievraag van het vrachtverkeer neemt wel toe. De vraag naar olie in de EU15-landen neemt tot 21 nog iets toe. Daarna is de jaarlijkse groei nagenoeg nul, om vervolgens in de periode af te nemen met,4% per jaar. Dit leidt in Europa tot een geringere vraag naar raffinaderijproducten. De raffinaderijen in Noordwest-Europa worden hierdoor voor hun afzet afhankelijker van overzeese export. Daarbij ondervindt men concurrentie van een grote stroom olieproducten die vanuit het Midden-Oosten en Brazilië op de wereldmarkt komen. De op langere termijn afnemende olieconsumptie in Noordwest-Europa heeft in eerste instantie effect op de landinwaarts gelegen raffinaderijen die sterk afhankelijk zijn van de lokale vraag en minder geschikt voor export. De kleinere stand alone raffinaderijen in het Belgische en Duitse bedieningsgebied van Rotterdam zullen hierdoor worden gesloten. De Rotterdamse raffinaderijen richten zich in reactie op de afnemende lokale vraag steeds meer op overzeese export. Door al deze ontwikkelingen is de verwachting dat de capaciteit van de Rotterdamse raffinagesector op de lagere termijn tegen 24 met circa 1% afneemt. In High Oil Price resulteert de acute prijsverhoging van aardolie in een terugval van economische groei. Door de sterk stijgende brandstofprijzen nemen personen- en goederenverkeer fors af. De binnenlandse en overzeese vraag naar benzine en diesel daalt drastisch, terwijl het aandeel biobrandstoffen sterk toeneemt evenals het gebruik van innovatieve aandrijftechnologie. Toch rijdt bijna 75% van de auto s in 24 nog op fossiele brandstoffen. Deze auto s rijden echter aanzienlijk meer kilometers per eenheid brandstof. Tegelijkertijd loopt de totale mobiliteit terug. High Oil Price gaat er verder van uit dat nationale oliemaatschappijen bij de bron meer raffinageactiviteiten ontwikkelen en een dominante rol op de exportmarkten krijgen. Resultaat is een forse sanering van de raffinagesector in Noordwest-Europa. In principe blijft alleen de hoogwaardige capaciteit van de oil majors overeind. Zowel de capaciteit van de Rotterdamse raffinaderijen als van de raffinaderijen in het achterland neemt fors af. In Low Growth zijn een aantal factoren van invloed op de overslagontwikkeling van ruwe olie. Er is in Nederland sprake van een nagenoeg gelijkblijvende bevolkingsomvang t.o.v. 22 en een zeer geringe groei van het BBP van,7%. Met name als gevolg van deze beide factoren is het autobezit in 24 met 7,7 miljoen auto s vrijwel gelijk gebleven met de huidige stand van het wagenpark (7.8 Miljoen in 21). Als gevolg van de lage economische groei en de krimp in de industriële productie is ook het wegvervoer in Nederland in 24 in Low Growth (54,2 mld tonkm) aanzienlijk lager dan in Global Economy (125 mld tonkm). Voor de binnenvaart geldt nagenoeg hetzelfde beeld: 8,4 mld tonkm in Global Economy vs 36,1 in Low Growth. Aangenomen wordt, dat voor de direct omringende landen een vergelijkbare ontwikkeling geldt. Voor de raffinagesector in Noordwest-Europa zijn de afzetmogelijkheden voor de raffinageproducten dus aanzienlijk slechter. De verwachting is dan ook dat in Low Growth de minder goed gelegen en minder goed geoutilleerde raffinaderijen weg zullen vallen. Deze aannames over de ontwikkeling van de raffinagecapaciteit zijn vertaald in een raming van de olieaanvoer. Overslag HLH-range Ruwe Olie In Global Economy blijft de overslag van ruwe olie in de havens van de HLH-range tot 24 nagenoeg gelijk aan 28. In European Trend is sprake van een dalende trend, terwijl in High Oil Price de teruggang zeer fors is. raming overslag ruwe olie Rotterdam De raming voor de olie-overslag van Rotterdam is mede afgeleid uit de aannames voor de ontwikkeling van de raffinagecapaciteit. De concurrentiepositie van Rotterdam ten opzichte van de andere havens in de HLH-range en de raffinaderijen in het achterland is in alle scenario s gunstig. De Rotterdamse raffinaderijen zullen naar verwachting lang openblijven. In Global Economy neemt het marktaandeel van Rotterdam in de overslag van ruwe olie hierdoor toe van 56% in 28 naar 58% in 24. In European Trend bedraagt het marktaandeel in 24 61% en in High Oil Price 57%. De Nederlandse raffinagesector heeft een relatief sterke positie door de goede ligging en de infrastructuur. Toch komt in Low Growth uiteindelijk de raffinaderij-doorzet ook in het Rotterdamse havengebied zelfs onder de prognose van High Oil Price vanwege de permanent lage economische groei. Overslag Rotterdam Ruwe Olie Ondanks het stijgende marktaandeel neemt de overslag van ruwe olie in Rotterdam alleen in Global Economy nog licht toe. In de andere twee scenario s is sprake van een daling, in High Oil Price en Low Growth zelfs fors. 4.2 Minerale olieproducten De overslag van minerale olieproducten vindt plaats bij raffinaderijen, chemische fabrieken, onafhankelijke en raffinaderijgebonden tankopslagterminals en op boeien en palen. Voor de toekomstige ontwikkeling van dit marktsegment is naast economische groei ook de onbalans in vraag en aanbod tussen diverse wereldregio s een belangrijke factor. Zo is Europa een dieselmarkt en de VS een belangrijke benzinemarkt. Europa importeert steeds meer diesel en kerosine terwijl de Rotterdamse raffinagesector zich voor de afzet van diverse olieproducten steeds meer op export richt. De verwachting is dat Europa vanwege een toenemende vraag steeds meer minerale olieproducten zal importeren, terwijl de productie daarvan in Europa stabiliseert c.q. afneemt. De andere belangrijke driver in het segment minerale olieproducten is een combinatie van het toenemende aantal verschillende specificaties van olieproducten voor verschillende markten en de mogelijkheid om producten op specificatie te brengen door het bijmengen van andere producten. Dit vraagt om toenemende flexibiliteit van de opslag. Daarnaast lopen veel Duitse stromen via Rotterdam en komt de laatste jaren met name veel stookolie uit Rusland. Veel van de in Rotterdam overgeslagen minerale olieproducten zijn niet gerelateerd aan de Europese groei, maar het resultaat van de belangrijke hubfunctie van de haven. Zowel de hoeveelheid verhandelde olieproducten als de omloopsnelheid ervan kent al jaren een stijgende lijn. De overslag van minerale olieproducten in Rotterdam was in miljoen ton. Hiervan was 33 miljoen ton stookolie (23 miljoen ton inkomend en 1 miljoen ton uitgaand) en pag. 19 pag. 2

12 26 miljoen ton andere olieproducten. Voor de potentieramingen is voor alle vier scenario s naar de ontwikkelingen in beide marktsegmenten gekeken. Daarbij is rekening gehouden met de ten opzichte van 28 zeer sterke stijging van de overslag in 29. De helft van die stijging (17,7%) is meegenomen bij de berekeningen vanaf 28. raming overslag minerale olieproducten Vanwege het grote aandeel van stookolie in de overslag van olieproducten, is hiervoor een aparte berekening gemaakt. Door de modernisering van de Russische raffinagesector neemt in alle vier scenario s de productie in Rusland af en daardoor ook de aanvoer van stookolie naar Rotterdam. In Global Economy wordt er daarbij van uit gegaan dat sommige traders stoppen met deze handel. De traders die overblijven centraliseren hun overslag grotendeels in Rotterdam. Hierdoor blijft de terugval in de aanvoer hier beperkt. In de andere scenario s is dat niet het geval. Tegelijkertijd leidt de ingebruikname van containerterminals op Maasvlakte 2 in Global Economy tot een groeiende vraag naar bunkers in Rotterdam: van 13 miljoen ton in 28 naar 31,6 miljoen ton in 24. Kenmerkend voor Global Economy is het gematigde milieubeleid. Hierdoor treden geen echte verstoringen van de bunkermarkt op. In European Trend is dat wel het geval. De vraag naar bunkers blijft in dit scenario beperkt tot iets boven het niveau van 28. In High Oil Price wordt stookolie als bunkerbrandstof voor schepen vervangen door marine diesel. Doordat de raffinagecapaciteit in High Oil Price sterkt afneemt en zich vooral zal concentreren op hoogwaardige producten moet het merendeel van de marine diesel in Rotterdam worden geïmporteerd vanuit het Midden-Oosten of Rusland. Dit zal een prijsopdrijvend effect hebben. Een flink percentage schepen zal er daardoor voor kiezen om elders (bijvoorbeeld in Singapore) brandstof in te nemen. Het blijvend groeiende scheepvaartverkeer biedt hierbij wel een tegenwicht. Het percentage schepen dat in Rotterdam bunkert en de hoeveelheid daarvoor benodigde stookolie zal in High Oil Price afnemen. Uitgegaan is van een beperkte achteruitgang van het belang van Rotterdam als bunkerhaven (ten koste van havens in Azië en/of het Midden- Oosten). Ook in Low Growth wordt een afname naar de vraag naar bunkerbrandstof verwacht gezien de afname van het transport, waarbij aangetekend wordt dat een belangrijke afnemer, de containervaart, nog een beperkte groei laat zien. Een belangrijke kanttekening is dat wereldwijde IMOregelgeving vanaf 22 nog maar,5% zwavel toestaat in bunkers. Hierdoor is stookolie vanaf dan niet zonder meer te gebruiken als bunkerbrandstof. Alleen gasolie kan voldoen aan de nieuwe strenge eisen. Een alternatieve oplossing is het afvangen van de zwaveluitstoot aan boord van schepen door zogenaamde scrubbers. Het is in 29 nog volledig onduidelijk of en hoe de omslag in de brandstofvoorziening aan de scheepvaart bereikt gaat worden. Mocht de invoering van de nieuwe IMO-regels in 22 doorgaan, dan kan dit tot een enorme daling in de vraag naar stookolie leiden. Er is voor gekozen om deze verandering in soort bunkerbrandstof alleen mee te nemen in het High Oil Price. De andere scenario s gaan er van uit dat stookolie (voor het overgrote deel) blijft als bunkerbrandstof. Het is de vraag of de raffinagesector wil investeren in het ontzwavelen ten behoeve van de productie van marine diesel. De kans is groot dat de miljardeninvesteringen, indien onvermijdelijk, worden ingezet voor de stabiele, want lokale en lucratievere dieselmarkt dan de moeilijk beheersbare bunkermarkt waar mondiale (prijs)concurrentie heerst. European Trend gaat er van uit dat er meerdere oplossingen voor het probleem komen: zowel de toepassing van marine diesel als van zwavel-afvang aan boord. Voor de overige minerale olieproducten blijft de Verenigde Staten de belangrijkste exportbestemming voor met name benzine. Een groeiend gebruik van biobrandstoffen in de Verenigde Staten en ontwikkelingen in de Amerikaanse raffinagesector kunnen hier wel een dempend effect op hebben. In High Oil Price is dit effect het sterkst. De eigen Europese productie van kerosine en jet fuel groeit in de toekomst nauwelijks. Vanwege het toenemende vliegverkeer zullen deze brandstoffen in Global Economy in toenemende mate worden geïmporteerd, vooral met grotere tankers vanuit het Midden-Oosten. In High Oil Price neemt het vliegverkeer juist af. Hierdoor wordt minder kerosine en jet fuel geïmporteerd. De afname in het vrachtverkeer zorgt voor een teruggang van de import van dieselolie. Ten opzichte van European Trend bijvoorbeeld is de activiteit in de transportsector in High Oil Price in 24 5,8% lager, de energievraag neemt daarbij met 16,5% af. Een vergelijkbare ontwikkeling doet zich in Low Growth voor. Overslag HLH-range Minerale Olieproducten In Global Economy neemt de overslag van minerale olieproducten in de havens van de HLH-range sterk toe. Ook in European Trend groeit de overslag van minerale olieproducten fors, maar wel minder snel dan in Global Economy. Voor alle vier scenario s is er van uit gegaan dat het marktaandeel van Rotterdam binnen de HLH-range in principe gelijk blijft (35%). In Global Economy wordt verondersteld dat de Russische raffinagesector minder stookolie zal exporteren en dat de export van de resterende Russische olie geconcentreerd wordt in Rotterdam. In High Oil Price zet Europa voluit in op energiebesparing en het creëren van alternatieven voor fossiele transportbrandstoffen. Bovendien vermindert de raffinagecapaciteit in dit scenario, met als gevolg een toenemende aanvoer van minerale olieproducten uit olie-exporterende landen. Ook in Low Growth neemt de aanvoer van minerale olieproducten tot 23 toe en blijft de handelsfunctie t.b.v. olieproducerende landen sterk. Overslag Rotterdam Minerale Olieproducten De overslag van minerale olieproducten blijft voor Rotterdam een serieuze groeimarkt. 4.3 Chemische producten Voor de overslag van chemische producten zijn economische groei en veranderingen in wereldwijde productiepatronen de belangrijkste business drivers. Nieuwe vraag wordt gecreëerd door de opkomst van biobrandstoffen en andere nieuwe brandstofcomponenten. Door een toenemende vraag en een stabiliserende c.q. afnemende eigen Europese productie neemt de import van chemische producten in de toekomst in Global Economy toe. Belangrijke herkomstgebieden zijn het Midden- Oosten voor petrochemie en Zuid-Amerika voor biobrandstoffen. Overslag HLH-range Chemische Producten In Rotterdam is 3 á 4% van de overslag van chemicaliën direct gerelateerd aan de aanwezige chemische industrie. Global Economy gaat voor de Nederlandse chemische (basis) industrie uit van een relatief hoge groei van 2,8% per jaar tussen 2 en 22 en van 1,9% per jaar tussen 22 en 24, In European Trend is deze groei 2,8% per jaar tussen 2 en 22 en 1,6% tussen 22 en 24. In High Oil Price blijft de overslag van chemische producten groeien dankzij de snelle opkomst van biobrandstoffen. Naar verwachting worden circa 5% van deze biobrandstoffen van overzee aangevoerd. Dat is goed voor circa 35% van de totale overslag van chemische producten. In Low Growth wordt een beperkte groei van de basischemie van 1,2% per jaar voorzien. De overige 6 à 7% van de overslag zijn met name handelsstromen die vanwege de ligging van de haven en de aanwezige op- en overslagvoorzieningen in Rotterdam worden gebundeld. Ook in de toekomst staat dit borg voor een krachtige hubfunctie Overslag Rotterdam Chemische Producten pag. 21 pag. 22

Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde

Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde Plan De veranderingen in de internationale oliemarkten Gevolgen voor ARA, rol van energiehub Energietransitie,

Nadere informatie

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011 Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011 1 Doel Havenvisie 2030 Richting geven aan de verdere ontwikkeling van de Rotterdamse mainport. Zekerheid en perspectief bieden aan klanten, burgers, overheden

Nadere informatie

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Referentiescenario De WETO-studie (World Energy, Technology and climate policy Outlook 2030) bevat een referentiescenario

Nadere informatie

volgens HbR zelfs verder Rotterdam

volgens HbR zelfs verder Rotterdam Heel Rijnmond één grote keten? Havenbedrijf Rotterdam Sandra Prenger 1 Heel Rijnmond industrial area logistics hub metropolitan area distribution volgens HbR zelfs verder Rotterdam Inhoud Havenvisie 2030

Nadere informatie

Inventarisatie vraag en aanbod Waalweelde West

Inventarisatie vraag en aanbod Waalweelde West Inventarisatie vraag en aanbod Waalweelde West Op verzoek van de provincie Gelderland hebben we een uitsnede van vraag en aanbod gemaakt voor het gebied Waalweelde west. Gemeenten behorende tot regio Waalweelde

Nadere informatie

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie De Rotterdamse haven en het achterland Havenvisie 2030 en achterlandstrategie Ellen Naaykens Havenbedrijf Rotterdam N.V. ALV ELC, Venlo 30 november 2011 Inhoud Profiel haven Rotterdam Ontwerp Havenvisie

Nadere informatie

Naar een duurzame energie huishouding: belofte of mogelijkheid?

Naar een duurzame energie huishouding: belofte of mogelijkheid? Naar een duurzame energie huishouding: belofte of mogelijkheid? Luuk Beurskens, ECN Beleidsstudies KIVI NIRIA, Noordscharwoude, 23 september 2008 www.ecn.nl Inleiding ECN/NRG ontwikkelen hoogwaardige kennis

Nadere informatie

en demografische scenario s

en demografische scenario s Vier Landbouw economische en demografische scenario s H 3 Vier economische en demografische scenario s Hoe analyseren we de ontwikkelingen die zich op langere termijn voordoen in de fysieke omgeving en

Nadere informatie

Energievoorziening Rotterdam 2025

Energievoorziening Rotterdam 2025 Energievoorziening Rotterdam 2025 Trends Issues Uitdagingen 9/14/2011 www.bollwerk.nl 1 Trends (1) Wereld energiemarkt: onzeker Toenemende druk op steeds schaarsere fossiele bronnen Energieprijzen onvoorspelbaar,

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Betaalbaar & betrouwbaar? Robert Harmsen ECN Beleidsstudies COGEN Symposium Zeist 22 oktober 2004 Een blik naar de toekomst (1) Four Futures

Nadere informatie

Overslagcijfers Rotterdam 2014

Overslagcijfers Rotterdam 2014 Overslagcijfers Rotterdam 2014 Allard Castelein President-directeur Havenbedrijf Rotterdam 1 Samenvatting overslag 2014 +1%, 445 miljoen ton Een jaar met grote verschillen tussen marktsegmenten: Droog

Nadere informatie

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 2 oktober 2010 Bron: Secretariaat van de CCR 5 oktober 2010)

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 2 oktober 2010 Bron: Secretariaat van de CCR 5 oktober 2010) CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 2 oktober 2010 Bron: Secretariaat van de CCR 5 oktober 2010) Gehele binnenvaart: In de eerste helft van

Nadere informatie

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Het Energiebeleid van komende jaren dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Opbouw Ambities en hoofdlijnen Ontwikkelingen in het energieveld Keuzes van het kabinet Ambitie Regeerakkoord: 1. Minder

Nadere informatie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019 ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:

Nadere informatie

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030 IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk

Nadere informatie

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk Jaarcongres Nederlandse Vereniging van Binnenhavens, Venlo, 5 oktober 2012 Hans Smits, CEO Havenbedrijf Rotterdam N.V. 1 Haven Rotterdam in cijfers

Nadere informatie

Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range

Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range Januari - Juni 2013-2014 Pagina: 1 Totale Goederenoverslag Hamburg 38.299 29.811 68.109 39.972 32.637 72.609 4.500 6,6 Bremerhaven 19.754 20.009 39.763

Nadere informatie

Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range 2e kwartaal

Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range 2e kwartaal Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range 2e kwartaal 2014-2015 Totale Goederenoverslag Hamburg 39.972 32.637 72.609 38.884 31.928 70.812-1.797-2,5 Bremerhaven 19.188 19.658 38.846 18.477 18.093

Nadere informatie

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË Overzicht 1 Hernieuwbare energiebronnen (hierna ook: HE) spelen een belangrijke rol in het kader van het Italiaanse energiesysteem. Ze worden uitvoerig gebruikt om elektriciteit

Nadere informatie

Haven Amsterdam Gateway to Europa

Haven Amsterdam Gateway to Europa IJ (voor 1850) Haven Amsterdam Gateway to Europa Jan Egbertsen 26 september 2011, Amsterdam Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam Amsterdam Noordzeekanaalgebied (rond 1875) Overzicht

Nadere informatie

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 22 mei 2013 Nieuwe omstandigheden op de wereldwijde energiemarkt

Nadere informatie

NAAR EEN GROENE WATERSTOFECONOMIE IN ZUID-HOLLAND EEN VISIE VOOR 2030

NAAR EEN GROENE WATERSTOFECONOMIE IN ZUID-HOLLAND EEN VISIE VOOR 2030 NAAR EEN GROENE WATERSTOFECONOMIE IN ZUID-HOLLAND EEN VISIE VOOR 2030 Een advies aan de Provincie Zuid-Holland Maart 2019 Zuid-Holland kent een dubbele urgentie voor ontwikkelen groene waterstofeconomie:

Nadere informatie

Biomassa: brood of brandstof?

Biomassa: brood of brandstof? RUG3 Biomassa: brood of brandstof? Centrum voor Energie en Milieukunde dr ir Sanderine Nonhebel Dia 1 RUG3 To set the date: * >Insert >Date and Time * At Fixed: fill the date in format mm-dd-yy * >Apply

Nadere informatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!

Nadere informatie

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014 Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014 1. Samenvatting en conclusies De Nederlandse uitvoerwaarde is in 2013 met 1,0% gestegen t.o.v. dezelfde periode in 2012 tot 433,8 miljard euro. De bescheiden

Nadere informatie

Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range 4e kwartaal

Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range 4e kwartaal Aan- en afvoer van goederen Hamburg Le Havre range 4e kwartaal 2014-2015 Totale Goederenoverslag Hamburg 81.123 64.549 145.673 77.155 60.669 137.824-7.849-5,4 Bremerhaven 38.701 39.559 78.260 37.009 36.438

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens De Rotterdamse haven en het achterland Havenvisie 2030 en achterlandstrategie Ellen Naaykens Havenbedrijf Rotterdam N.V. Movares symposium 29 november 2011 Inhoud Profiel haven Rotterdam Ontwerp Havenvisie

Nadere informatie

WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN

WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN In het kader van de WETO-H2-studie is een referentieprognose van het wereldenergiesysteem ontwikkeld samen met twee alternatieve scenario's, een

Nadere informatie

Beknopte analyse van de overslag in de Amsterdamse haven

Beknopte analyse van de overslag in de Amsterdamse haven CPB Notitie Datum : 23 juli 2003 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DGG, Van Bommel) Beknopte analyse van de overslag in de Amsterdamse haven Het ministerie van Ven W heeft het CPB om een beknopte

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% Deze brochure wordt gepubliceerd met als doel door een efficiënt en doelgericht gebruik van de statistische gegevens, van marktgegevens, van de databank

Nadere informatie

Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief

Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief Jeroen de Joode Schaliegasbijeenkomst provincie Noord-Brabant s-hertogenbosch, 27 september 2013 www.ecn.nl Hoofdboodschap Rol gas in NL energiesysteem

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

Jaarmonitor goederenvervoer

Jaarmonitor goederenvervoer Jaarmonitor goederenvervoer Goederenvervoer blijft groeien in 2018 In 2018 werd 1,71 miljard ton goederen vanuit, naar en in Nederland vervoerd. Dit was een stijging van 1,2 procent in vergelijking met

Nadere informatie

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in geleverde elektriciteit Feiten en conclusies uit de notitie van ECN Beleidsstudies Sinds 1999 is de se elektriciteitsmarkt gedeeltelijk geliberaliseerd. In

Nadere informatie

Aanpassing WLO scenario s voor het containervervoer

Aanpassing WLO scenario s voor het containervervoer CPB Memorandum Sector : 5 Afdeling/Project : Economie en fysieke omgeving Samensteller(s) : Paul Besseling, Jan Francke en Rafael Saitua Nistal Nummer : 172 Datum : 18 december 2006 Aanpassing WLO scenario

Nadere informatie

Duurzame energie in Japan

Duurzame energie in Japan Duurzame energie in Japan Rob Stroeks (Project Officer, TWA Tokio) - 8-3-2004 Samenvatting Japan heeft van oudsher weinig natuurlijke energiebronnen. De daarmee samenhangende afhankelijkheid van buitenlandse

Nadere informatie

Energie en geopolitiek

Energie en geopolitiek Energie en geopolitiek Pieter Boot Groningen, 15 juni 2009 Deze presentatie Introductie Internationale energiemarkt Energie voorzieningszekerheid Energie en beleid 1 Introductie Dalende prijzen na juli

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2011 60%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2011 60% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2011 20% 80% 60% 40% Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be

Nadere informatie

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2010 60%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2010 60% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2010 20% 80% 60% 40% Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

Tankvaartonderzoek: Overzicht van de tankvloot en het probleem van de drijvende opslag

Tankvaartonderzoek: Overzicht van de tankvloot en het probleem van de drijvende opslag Tankvaartonderzoek: Overzicht van de tankvloot en het probleem van de drijvende opslag Edwin van Hassel BLN 14 Mei 2014 Probleemstelling (1) Laadcapaciteit tankvloot erg veel toegenomen(+94% vanaf 2000

Nadere informatie

Activiteiten van leveranciers van biobrandstoffen, ontwikkelingen en toekomstverwachtingen

Activiteiten van leveranciers van biobrandstoffen, ontwikkelingen en toekomstverwachtingen Activiteiten van leveranciers van biobrandstoffen, ontwikkelingen en toekomstverwachtingen Eric van den Heuvel 18 maart 2015 Presentatie tijdens het Truck van de Toekomst evenement - Hardenberg Inpakken

Nadere informatie

Branche Update: Container terminals

Branche Update: Container terminals Branche Update: Container terminals Economisch Bureau Sector & Commodity Research Nadia Menkveld +31 206 286441 Concurrentiepositie haven van belang voor terminal Hoewel de overslag in de haven van Rotterdam

Nadere informatie

Marktaandeel. Nederlandse zeehavens. Adviesdienst Verkeer en Vervoer Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat. 10 december 1999

Marktaandeel. Nederlandse zeehavens. Adviesdienst Verkeer en Vervoer Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat. 10 december 1999 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Marktaandeel Nederlandse zeehavens 10 december 1999 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal

Nadere informatie

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van Externe notitie Petten, 8 juli 2013 Afdeling Policy Studies ECN-N--13-028 Van Cees Volkers Wouter Wetzels Onderwerp Nieuwste inzichten Nederlands gasverbruik Inleiding ECN Policy Studies voert regelmatig

Nadere informatie

Nulgroei in 2014: opluchting, maar geen opleving

Nulgroei in 2014: opluchting, maar geen opleving Persconferentie 12/02/2014 Nulgroei in 2014: opluchting, maar geen opleving Internationale conjunctuur en economische toestand 2 Verbetering ondernemersvertrouwen in 2013, maar terugval in 2014 30,00 NBB-barometer

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011 Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Voorlopige jaarcijfers 2014

Voorlopige jaarcijfers 2014 Voorlopige jaarcijfers 2014 Goederenoverslag 200 150 MILJOEN TON 100 50 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Afvoer Aanvoer 2 Goederenoverslag 108,1 14,3 62,7

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Toelichting bij de doelstelling van 9% duurzame elektriciteit: - De definitie van de 9% doelstelling is conform de EU richtlijn duurzame elektriciteit

Nadere informatie

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Een belangrijke taak van UWV is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Visie op Windenergie en solar Update 2014

Visie op Windenergie en solar Update 2014 Visie op Windenergie en solar Update 2014 De vooruitzichten voor hernieuwbare energie zijn gunstig Succes hangt sterk af van de beschikbaarheid van subsidies Naast kansen in Nederland kan de sector profiteren

Nadere informatie

Gemeenteraad Velsen informatiebijeenkomst 20 februari 2014 n derde presentatie

Gemeenteraad Velsen informatiebijeenkomst 20 februari 2014 n derde presentatie Gemeenteraad Velsen informatiebijeenkomst 20 februari 2014 n derde presentatie Dertje Meijer, President-directeur Naam, Afdeling, Dag maand jaar, Plaats Inhoud 1. Introductie Havenbedrijf Amsterdam 2.

Nadere informatie

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe

Nadere informatie

NOTA (Z)140109-CDC-1299

NOTA (Z)140109-CDC-1299 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS NOTA

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013 De agrarische handel van Nederland in 2013 1. Opvallende ontwikkelingen Totale handelsoverschot groeit met 4,5 miljard; aandeel agrarische producten 2 miljard Nederlandse agrarische export neemt in 2013

Nadere informatie

UITDAGINGEN BINNENVAART

UITDAGINGEN BINNENVAART UITDAGINGEN BINNENVAART PROMOTIE BINNENVAART VLAANDEREN 2012 09 18 WATERWEGEN West Europa heeft het dichtste waterwegennetwerk van de EU 90 miljoen inwoners EUR 910 miljard BBP 320 miljoen ton via Rijn

Nadere informatie

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie Waterstof Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie Jörg Gigler & Marcel Weeda TKI Nieuw Gas Waterstofbijeenkomst

Nadere informatie

Les Crisis in de olie

Les Crisis in de olie LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Les Crisis in de olie Werkblad Les Crisis in de olie Werkblad Op zondag 4 november 1973 bestonden er nog geen inline- skates. Hadden ze wel bestaan, dan had je die dag heerlijk

Nadere informatie

De afnemende vrees voor een Amerikaanse interventie in Syrië zorgde voor lagere olieprijzen. Ten opzichte van vorige week is de prijs 1,7 % gedaald.

De afnemende vrees voor een Amerikaanse interventie in Syrië zorgde voor lagere olieprijzen. Ten opzichte van vorige week is de prijs 1,7 % gedaald. Energiemarktanalyse Powerhouse Olie Olie (volgende maand) De afgelopen week waren de ogen van beleggers vooral gericht op een eventuele aanval van de VS op Syrië. Omdat het lijkt dat Obama steeds meer

Nadere informatie

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015 Rabobank Food & Agri Kwartaalbericht Varkens Q2 2015 Druk op varkensvleesmarkt blijft De vooruitzichten voor de Nederlandse varkenshouderij voor het tweede kwartaal 2015 blijven mager. Ondanks de seizoensmatige

Nadere informatie

Impact analyse: ambitie elektrisch transport

Impact analyse: ambitie elektrisch transport Impact analyse: ambitie elektrisch transport ad-hoc verzoek EL&I 29 maart 211, ECN-L--11-27, C. Hanschke www.ecn.nl Scope en aanpak impact analyse 1.8.6.4.2 Groeiambitie Elektrische auto's [mln] 215 22

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2012 20% 80% 60% 40% Deze brochure wordt gepubliceerd met als doel door een efficiënt en doelgericht gebruik van de statististische gegevens, van marktgegevens, van de

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017 218-1-8 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 217 TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 217 Brussel 8 oktober 218 - De in de Belgische havens geproduceerde

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 1. kwartaal 2010) (Bron: CCR-secretariaat)

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 1. kwartaal 2010) (Bron: CCR-secretariaat) CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 1. kwartaal 2010) (Bron: CCR-secretariaat) Drogeladingvaart: 1) Vraag: Met betrekking tot de bulkgoederen

Nadere informatie

Energy2050NL Klimaatneutraal energiesysteem. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Energy2050NL Klimaatneutraal energiesysteem. Frans Rooijers - directeur CE Delft Energy2050NL Klimaatneutraal energiesysteem Frans Rooijers - directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en

Nadere informatie

Energieverzorging Nederland

Energieverzorging Nederland Energieverzorging Nederland Naar een Duurzame Samenleving (VROM) Vanuit een internationaal geaccordeerde basis voor 2050 Standpunt Nederlandse overheid : 100% CO2 -reductie Standpunt van de G8: 80 % CO2

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Power to gas onderdeel van de energietransitie

Power to gas onderdeel van de energietransitie Power to gas onderdeel van de energietransitie 10 oktober 2013 K.G. Wiersma Gasunie: gasinfrastructuur & gastransport 1 Gastransportnet in Nederland en Noord-Duitsland Volume ~125 mrd m 3 aardgas p/j Lengte

Nadere informatie

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië Roemenië ligt geografisch gezien in het midden van Europa (het zuidoostelijk deel van Midden-Europa). Het land telt 21,5 miljoen inwoners en

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Bioethanol in den Niëderlanden

Bioethanol in den Niëderlanden Bioethanol in den Niëderlanden Nationale Ziele und Bioethanol für Mobilität Age van der Mei 13 december 2007 DUINN Age van der Mei. Dit werk is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit dit stuk mag worden

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord

Nadere informatie

Workshop Scenariodenken 16 oktober uur

Workshop Scenariodenken 16 oktober uur 1 Mobiel zonder olie Workshop Scenariodenken 16 oktober 2008 13-17 uur 2 - Hoge olieprijs - Energievoorzieningszekerheid - Grote gevolgen voor, maar ontbreken kennis en aandacht binnen sector verkeer -

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL 214-1-21 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 213 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Halfjaar bericht 2013

Halfjaar bericht 2013 Halfjaar bericht 2013 Financieel resultaat gelijk OVERSLAG HAVEN ROTTERDAM LICHT AFGENOMEN De goederenoverslag in de Rotterdamse haven is het eerste halfjaar 0,9% afgenomen ten opzichte van het eerste

Nadere informatie

Visie Global Hub. Visie 2030. Visie Europe s Industrial Cluster

Visie Global Hub. Visie 2030. Visie Europe s Industrial Cluster Visie Global Hub Port Compass is de visie op de toekomst van de haven van Rotterdam: de Havenvisie 2030. Port Compass is de opvolger van het Havenplan 2020 en verwoordt de ambitie en visie op de toekomst

Nadere informatie

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0) Gas op Maat De maatschappij is op weg naar een CO 2 -neutraal energiesysteem. De gassector wil graag bijdragen aan het behalen van deze doelstelling. In de transitieperiode is de rol van aardgas maatwerk:

Nadere informatie

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052 Tabellenbijlage Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052 Verantwoording Dit rapport is de tabellenbijlage bij de Nationale Energieverkenning 2014 verschenen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie