DE TDI-REGISTRATIE IN BELGIË
|
|
- Christina Smits
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DIENST ENQUÊTES, LEEFSTIJL EN CHRONISCHE ZIEKTEN DE TDI-REGISTRATIE IN BELGIË Jaarlijks rapport, registratiejaar 2016
2 Enquêtes, leefstijl en chronische ziekten December 2017 Brussel, België De opdrachtgevers van het Belgisch register van de Treatment Demand Indicator Voor de Federale Staat : Maggie De Block, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : Jo Vandeurzen, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Voor het Waals Gewest : Alda Greoli, Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad : Guy Vanhengel, Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheidsbeleid Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel- Hoofdstad : Didier Gosuin, Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting, het Patrimonium en de Externe Betrekkingen Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van Brussel- Hoofdstad : Cécile Jodogne, Lid van het College van de Franse Gemeenschapcommissie, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid Voor de Duitstalige Gemeenschap : Antonios Antoniadis, Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Zaken Het belgisch register van de Treatment Demand Indicator wordt beheerd door de Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance (WIV-ISP). Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance Juliette Wytsmanstraat, Brussel België / drugs.wiv-isp.be Depotnummer: D/2017/2505/45 Intern referentienummer: PHS Report: ISSNnummer: X
3 Auteur Jérôme Antoine, WIV-ISP In samenwerking met Cloots Heidi, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid De Donder Else, VAD Deloyer Jocelyn, Centre Neuropsychiatrique Saint-Martin Hogge Michaël, Eurotox Huard Katia, FOD Volksgezondheid Mallebay-Vacqueur Pierre, OPGG van Baelen Luk, WIV-ISP Verstuyf Geert, VAD Gremeaux Lies, WIV-ISP (Ed.) Met de goedkeuring van het Coordinatie Comite TDI (CocoTDI) Contact: Jérôme Antoine Tel:
4 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL Inleiding...5 Achtergrondinformatie...6 Materialen en methodes...9 Resultaten en analyse...16 Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie...17 Thema 1: Beschrijving van de behandelingen voor alle middelen samen...35 Thema 2: Beschrijving van de behandelingen voor alcohol...51 Thema 3: Beschrijving van de behandelingen voor cannabis...67 Thema 4: Beschrijving van de behandelingen voor opiaten...85 Thema 5: Beschrijving van de behandelingen voor stimulantia Thema 6: Beschrijving van de behandelingen voor andere substanties Discussie en perspectieven Bibliografie Bijlage 1: TDI Formulier Bijlage 2: Upstream kwaliteitscontroles Bijlage 3: Opbouw van de indicatoren
5 INLEIDING Dit rapport stelt voor het tweede opeenvolgende jaar (Antoine, 2016) een nationale analyse voor van de gegevens van de Belgische Treatment Demand Indicator (TDI). Deze op Europese schaal gestandaardiseerde epidemiologische indicator heeft tot doel de behandelingsaanvragen te beschrijven van patiënten met een problematisch middelengebruik. De TDI wordt in België verzameld volgens een welomlijnd protocol in een toenemend aantal gevarieerde behandelingscentra. Naast de al dan niet laagdrempelige ambulante centra en residentiële centra voor personen met een verslavingsprobleem, wordt de indicator ook verzameld in sommige centra voor geestelijke gezondheidszorg en in alle algemene en psychiatrische ziekenhuizen. Sinds twee jaar worden de gegevens doorgegeven door meer dan 200 verschillende behandelingsprogramma s. Dat laat ons toe bijna behandelepisodes per jaar te verzamelen voor problemen die betrekking hebben op het gebruik van alcohol of illegale drugs. Zo is het verzamelen van deze indicator uitgegroeid tot een databank bij uitstek om de eigenschappen en de evolutie te beschrijven van deze patiënten die we met andere epidemiologische methodes vaak moeilijk kunnen bereiken. Op Europees niveau is België het vijfde land qua aantal behandelepisodes voor illegale drugs die elk jaar worden gerapporteerd. Dit document heeft tot doel een algemeen overzicht te bieden van alle gegevens die in 2016 werden geregistreerd voor de TDI. In een eerste luik worden de context van de registratie en het protocol voorgesteld om de grondslag te leggen voor de interpretatie van de gegevens. Een eerste analysethema laat toe alle registraties te beschrijven die in 2016 werden verzameld en hun kwaliteit en onderverdeling per middel te evalueren. De gegevens worden tevens ook voorgesteld in tabelvorm: algemeen (voor alle substanties samen) én per categorie probleemsubstantie die de patiënt heeft gemeld (alcohol, opiaten, stimulantia, cannabis, andere substanties). Dat laat toe deze zeer uiteenlopende patiëntengroepen nauwkeuriger te omschrijven. In elk hoofdstuk gebruiken we een reeks indicatoren om de demografische en sociale eigenschappen en de kenmerken op het vlak van behandeling of het gebruikersprofiel van de patiënten te beschrijven. Daarnaast plaatsen we de waarden van elke indicator in perspectief volgens bepaalde verklarende variabelen zoals het jaar van registratie (om de evolutie in de tijd te volgen), het soort behandelingsprogramma, het geografische niveau (provincie of gewest) en volgens bepaalde kenmerken van de patiënten (geslacht, leeftijd, opleidingsniveau) en hun behandelingsgeschiedenis. Bovendien wordt een vergelijking met de buurlanden van België voorgesteld voor zover deze gegevens beschikbaar zijn. Elke tabel van het rapport wordt kort becommentarieerd om de belangrijke elementen te onderstrepen en eventueel in perspectief te plaatsen met andere bestaande informatie. Ten slotte worden de beperkingen en mogelijke verbeteringen van de indicator besproken in een finale samenvatting van dit document. Dit rapport is dus vooral bedoeld als toegangspoort tot de gegevens van de TDI om een algemeen doch nauwkeurig overzicht te geven van de behandelingsaanvragen in België voor het jaar 2016 en dit voor alle actoren die van dichtbij of ver betrokken zijn bij de verslavingsproblematiek. Inleiding 5
6 ACHTERGRONDINFORMATIE Achtergrondinformatie 6 Drugsepidemiologie Het huidige drugsbeleid en de actieplannen hebben behoefte aan degelijke en uitvoerige bewijzen van wat de voornaamste actuele problemen in de drugsthematiek zijn en hoe we mogelijk kunnen ingrijpen. Om een beter inzicht te verwerven in de verschillende aspecten van het drugsfenomeen en de impact van de maatregelen in dit verband, zijn de uitwisseling van informatie, de verzameling van gegevens en het monitoren van de drugssituatie op nationaal en Europees niveau erg belangrijk (Council of the European Union, 2013;EMCDDA, 2015;European Union, 2012). Het laatste Europese drugsrapport wijst uit dat meer dan 93 miljoen volwassenen of iets meer dan een kwart van de personen van 15 tot 64 jaar oud in de Europese Unie in hun leven ooit illegale drugs hebben gebruikt(emcdda, 2017). In België zou 15% van de bevolking (15-64 jaar) ooit cannabis hebben gebruikt en 3,6% van de bevolking vermeldde andere illegale middelen (Gisle et al., 2015). Voor alcoholgebruik is de prevalentie echter veel hoger met 10,5% van de populatie die problematisch alcoholgebruik zou vertonen (Gisle et al., 2015). Deze gegevens over het gebruik die doorgaans werden verkregen via enquêtes bij de algemene bevolking blijven echter beperkt om een sociaal stigmatiserend gezondheidsprobleem van beperkte omvang te bestuderen. Andere epidemiologische studies laten toe het fenomeen van het drugsgebruik te beoordelen zoals enquêtes bij beperktere bevolkingsgroepen (bevolking in schoolmilieu(kraus et al., 2016)) of recenter nog de analyse van het afvalwater van sommige steden (van Nuijs et al., 2011). Wanneer personen met drugs- of alcoholproblemen echter in contact komen met gezondheidswerkers vormen de verzamelde gegevens de voornaamste informatiebron over de epidemiologie van drugs en de afname van de vraag. De indicator van de behandelingsaanvragen (TDI) werd dus aangenomen en gestandaardiseerd als epidemiologische indicator in de Europese Unie voor rekening van het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EMCDDA). Dankzij deze indicator zijn de kenmerken, het risicogedrag en de druggebruiksschema s van de patiënten die voor hun drugsgebruik worden behandeld, beter gekend. Deze indicator laat ook toe (idealiter in combinatie met andere drugsindicatoren) de tendensen te volgen in de duur en de wijzen van het drugsgebruik (Simon et al., 2000). Het Europese protocol Een gemeenschappelijk protocol (Hartnoll, 1994) voor de gegevensverzameling over mensen die in behandeling gaan voor drugsgebruik, werd voor het eerst opgesteld door de Pompidou Group (PG), die enkele studies op stadsniveau coördineerde (in Dublin en London in 1991). In 1994 werd het EMCDDA opgericht en het nam de verantwoordelijkheid op zich voor de verderzetting van de verzameling van Europese gegevens in verband met behandelingsaanvragen. Het Treatment demand indicator 2.0-protocol (Simon et al., 1999) werd gepubliceerd, gebaseerd op een herziene versie van het eerste PG-protocol. Het werd voorafgegaan door een haalbaarheidsstudie van de methodologie en de gegevensverzameling (Origer, 1996) alsook door een evaluatie van de
7 nationale ervaringen met datarapportering op basis van de TDI (Simon and Pfeiffer, 1999). Sinds 2000 heeft het EMCDDA de datarapportering van de lidstaten van de Europese Unie geïmplementeerd en met de lidstaten formele afspraken gemaakt om de gegevensverzameling en -rapportering van nationaal naar Europees niveau te stimuleren en te faciliteren. Tien jaar lang werden gegevens op Europees niveau verzameld volgens dit protocol. In deze periode veranderede er veel, zowel in het drugsgebruik als in de behandelingen en in de nationale en internationale informatiesystemen. Opdat de TDI beter deze veranderingen zou weerspiegelen, was opnieuw een aanpassing nodig van het protocol en dus werd in 2013 een derde versie ingevoerd die nog steeds van kracht is (EMCDDA, 2012). Tegenwoordig verzamelt de indicator de gegevens in 30 landen (28 lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen en Turkije) en levert deze informatie over bijna patiënten per jaar (EMCDDA, 2015). Het Belgische protocol In 2011 begon de TDI-gegevensverzameling in België, toen alle ministers die bevoegd waren voor gezondheid het besluit namen om een gecoördineerd registratie van behandelingsaanvragen te ontwikkelen. Voordien waren er reeds verschillende initiatieven om op verschillende niveaus (regio, stad, groep van centra, enz.) informatie te verzamelen over de behandelingsaanvragen voor drugsproblemen (Hogge, 2017; Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van het Brussels Gewest, 2010;Raes and Lombaert, 2004;Van Deun, 2009). Deze registratievormen waren echter té uiteenlopend vanuit methodologisch oogpunt om een coherent nationaal beeld van het fenomeen te verschaffen. Daarom werd geopteerd om een specifiek nationaal protocol te ontwikkelen op basis van het Europese protocol versie 2 (Antoine et al., 2016; Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, 2006). In dit nationale protocol werd het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) aangesteld als coördinator van de registratie. Het WIV-ISP werd bovendien gevraagd om flexibele, beveiligde technische middelen te ontwikkelen om de gegevensregistratie mogelijk te maken met het oog op de nationale privacywetgeving (Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, 2010;Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, 2011;Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, 2012). Sinds het registratiejaar 2015 werd dit protocol geüpdatet met de noodzakelijke wijzigingen die het gebruik van het derde Europese protocol met zich meebrengt (Antoine et al., 2016; Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, 2013). Sinds het begin van de gestandaardiseerde registratie nemen alle revalidatie centra met een RIZIV conventie (MSOC s, dagcentra of raadplegingscentra, residentiële crisiscentra, therapeutische gemeenschappen) deel aan het project. Het aantal deelnemende ziekenhuizen is geleidelijk aan verhoogd dankzij diverse proefprojecten (tussen 2011 en 2014) op vrijwillige basis georganiseerd door de FOD Volksgezondheid. Daarnaast verhoogde de participatiegraad ook door het verplichte karakter van de registratie voor de ziekenhuizen vanaf De centra voor geestelijke gezondheidszorg zijn sinds 2013 verplicht de TDI te registreren. In Wallonië zijn echter enkel de centra voor geestelijke gezondheidszorg met een specifieke interventie rond verslaving uitgenodigd om deel te nemen aan de registratie. Bovendien is in Brussel geen enkel centrum voor geestelijke gezondheidszorg (afgezien van het centrum gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap) verplicht Achtergrondinformatie 7
8 deel te nemen aan TDI. In Wallonië en Brussel zijn de gespecialiseerde verslavingscentra verplicht aan de registratie deel te nemen wanneer de aangetroffen klinische situatie overeenkomt met de inclusiecriteria van het protocol dat opgenomen werd in het kader van de overeenkomst met het Waalse gewest of de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF). Achtergrondinformatie 8
9 MATERIALEN EN METHODES In dit hoofdstuk komen eerst de verschillende concepten aan bod die in het Belgische protocol gebruikt worden met het oog op een gestandaardiseerde datacollectie. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de TDI-vragenlijst, evenals op de methodes die aangewend worden bij de datacollectie en de gegevensanalyse. 1. Concepten Gevalsdefinitie De Belgische TDI-registratie verzamelt informatie over elke behandelepisodes door een patiënt begonnen in een behandelingscentrum voor zijn of haar gebruik van alcohol of illegale drugs. Definities van belang voor de registratie Een patiënt is: Alle personen, zonder enige beperking op basis van leeftijd of nationaliteit, die een face-to-face contact hebben met het behandelingscentrum voor zijn of haar middelengebruik. Uitsluitingscriteria : Personen die telefonisch, per brief of via het internet in contact zijn met een behandelingscentrum, of contacten die worden gelegd door familieleden van de patiënt, worden niet opgenomen in de registratie. Bovendien moet iedere patiënt om privacyredenen worden ingelicht over de registratie. In het bijzonder moet een vermelding worden gemaakt van het bestaan en de doelstellingen van het register, de coördinaten van de persoon die verantwoordelijk is voor de gegevens, de bestemming van de gegevens, het recht op toegang tot de eigen gegevens en het recht om die te corrigeren. Een patiënt kan schriftelijk weigeren deel te nemen aan deze registratie. Op dit ogenblik bestaat er geen systeem dat een systematische evaluatie toelaat van het aantal patiënten die de registratie weigeren. Behandelingscentra zijn: instellingen of artsen die een behandeling bieden voor een drugs- of alcoholverslaving. Deze centra bieden ambulante diensten of diensten met ziekenhuisverblijf aan, hetzij gespecialiseerd in verslavingsbehandeling, hetzij opgenomen in grotere instellingen die zich naar verschillende doelgroepen richten. Dit soort verzorging wordt soms erkend binnen een conventie met de overheid, zoals het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Materialen en methodes 9 Uitsluitingscriteria : Niet-professionele zelfhulpgroepen en centra die enkel een aanbod hebben van schadebeperkende activiteiten, sociale re-integratiediensten, preventiediensten of welzijnszorg worden niet beschouwd als behandelingscentra.
10 Een type behandeleenheid is een organisatievorm die overeenstemt met één van volgende categorieën: Ambulante raadpleging: deze categorie omvat de Medisch Sociale Opvangcentra (MSOC), gespecialiseerde laagdrempelige hulverleningsinstellingen, en de gespecialiseerde ambulante raadplegingen waar voornamelijk individuele hulpverlening wordt aangeboden op basis van consultaties bij verschillende professionelen. Dagcentrum: De dagcentra bieden naast dagactiviteiten een gespecialiseerde ambulante individuele of groepsbehandeling aan. Centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG): In een CGG worden psychische en psychologische problemen van de patiënten behandeld binnen een al dan niet gespecialiseerd ambulant kader volgens een multidisciplinaire aanpak. Crisis-eenheid: Een crisiseenheid is een laagdrempelige residentiële structuur buiten het ziekenhuis met als doel op korte termijn de crisissituatie waarin de toxicomane patiënt zich bevindt te stabiliseren. Behandelingsprogramma / Therapeutische gemeenschap (TG): De TG bieden een langdurig gespecialiseerd therapeutisch programma aan waarbij de bewoners binnen een groep gedurende een bepaalde tijd zelf samen verantwoordelijk zijn voor de organisatie van het gemeenschapsleven. Materialen en methodes 10 Algemeen Ziekenhuis: In psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ) worden mensen met diverse psychiatrische problemen opgenomen waaronder ook problematisch middelengebruik. Behandelingen in algemene ziekenhuizen zijn meestal van korte duur. Psychiatrisch Ziekenhuis: De meeste psychiatrische ziekenhuizen hebben een specifieke afdeling voor de behandeling van problematisch middelengebruik. De benadering is medisch-psychiatrisch op basis van een globale individuele aanpak. De behandeling is er meestal van langere duur dan in een algemeen ziekenhuis. Een behandeling wordt gedefinieerd als: Elke activiteit die direct gericht is op een persoon met een probleem van middelengebruik teneinde deze problemen te verminderen of te elimineren. Mogelijke activiteiten zijn o.a. detoxificatie of abstinentie, substitutiebehandeling, farmacotherapie, langetermijn alcohol- of drugsprogramma s, psychotherapie, counseling, gestructureerde behandeling met een sterke sociale component, behandeling met medische assistentie, niet-medische interventies, specifieke behandeling in de gevangenis of interventies gericht op de vermindering van drugsgerelateerde schade indien ze zijn opgenomen in een gepland programma. Anders dan in het Europese protocol wordt ook alcohol in het Belgische protocol als een substantie opgenomen.
11 Uitsluitingscriteria : Behandeling van de gevolgen van middelengebruik waarbij het gebruik van alcohol of drugs niet de hoofdreden is waarom hulp wordt gezocht, alsook sporadische interventies die niet zijn opgenomen in een gepland programma worden niet als een behandeling beschouwd. Een behandelepisode wordt gedefinieerd als: De periode tussen de start van de behandeling en het einde van de activiteiten in de context van het voorgeschreven programma. De start is het eerste face-to-face contact tussen de zorgverstrekker en de patiënt. Het einde van de behandelepisode wordt anders gedefinieerd voor ambulante dan voor residentiële patiënten. Het einde van de episode doet zich bij ambulante patiënten voor wanneer die langer dan 6 maanden niet meer naar de behandeling komen. Bij residentiële patiënten is het einde van de behandeling het moment dat de patiënt het centrum verlaat en er geen verdere opname meer is voorzien. De registratie van nieuwe behandelepisodes loopt voort over de registratiejaren heen, wat betekent dat een ambulante patiënt die regelmatig een centrum bezoekt zonder een onderbreking van 6 maanden, slecht één keer in TDI is geregistreerd, namelijk bij het eerste contact met dat specifieke behandelingscentrum. De substanties die geregistreerd worden zijn: a) de categorie van opiaten waaronder heroïne, methadon, buprenorfine, fentanyl of andere opiaten b) de categorie van cocaïne waaronder poedercocaïne, crack-cocaïne of andere soorten cocaïne c) de categorie van stimulantia andere dan cocaïne waaronder amfetamines, methamfetamines, MDMA of derivaten, mefedrone of andere stimulerende middelen d) de categorie van hypnotica en sedativa waaronder barbituraten en benzodiazepines, GHB/GBL of andere hypnotica en sedativa e) de categorie van hallucinogenen waaronder LSD, ketamine of andere hallucinogenen f) vluchtige snuifmiddelen g) de categorie van cannabis waaronder marihuana (plant), hasj (hars) of andere cannabis (bv. hash olie, syntetische cannabinoïde) h) alcohol i) andere middelen hierboven niet opgenomen. Materialen en methodes 11 Uitsluitingscriteria : Tabak en het gebruik van middelen voor een medische behandeling of voor andere somatische of psychiatrische redenen worden niet opgenomen in de registratie. Gedragsverslaving, zoals gokken, gamen of internetverslaving, maken ook geen deel uit van deze registratie.
12 2. De TDI-vragenlijst De vragenlijst wordt bij voorkeur ingevuld door een hulpverlener tijdens het eerste face-to-face gesprek van een nieuwe behandelepisode. De TDI-vragenlijst versie 3.0 is beschikbaar in bijlage 1. Het codeboek van de vragenlijst wordt hieronder beschreven. De identificatie van het centrum gebeurt op het niveau van het centrum zelf en op het niveau van een eenheid of programma of satelliet binnen het centrum (CI2). De type behandelingseenheid of het programma en zijn geografische ligging maken het mogelijk om de geleverde behandeling te karakteriseren en de geografische gebieden te onderscheiden. De patiënt wordt bij voorkeur geïdentificeerd aan de hand van het unieke rijksregisternummer (INSZ-nummer) (PI2). Dit nummer is uniek voor iedere Belgische ingezetene of niet-belgische burger die socialezekerheidsrechten heeft. Door het gebruik hiervan binnen de TDI-registratie worden dubbeltellingen vermeden: de identificatie van de patiënt wordt telkens bepaald bij elke behandelepisodes. Indien het INSZ-nummer van de persoon niet beschikbaar is of indien de patiënt niet wil dat zijn nummer geregistreerd wordt, kan de registratie anoniem gebeuren door daar melding van te maken (PI1). Materialen en methodes Variabelen zoals de sociaal-demografische gegevens (geslacht (PD1) en leeftijd (PD2)) en de sociaal-economische informatie (type van huisvesting (PD3), type van gezin (PD4, PD5), onderwijsniveau (PD6), werk en inkomen (PD7, PD8)) dienen ter beschrijving van de kenmerken van de patiënt. Deze variabelen maken een identificatie van epidemiologische groepen van patiënten mogelijk en geven een beeld van de sociale relaties en de stabiliteit van de levenssituatie van de patiënt. De kenmerken van de behandeling bevatten de begindatum van de huidige behandelepisode (TD1), het feit of de cliënt al eerder een behandeling volgde voor middelengebruik (TD3), de voornaamste doorverwijzer (TD2) en zijn of haar situatie wat substitutiebehandeling betreft (TD4, TD5, TD6). De vraag over de behandelingsantecedenten heeft als doel de personen die voor de eerste keer in behandeling komen te identificeren omdat ze een interessante groep vormen voor epidemiologische analyses. 12 Variabelen over het patroon van middelengebruik beschrijven eerst alle middelen die problemen veroorzaken (AP1) en uiteindelijk wordt het voornaamste middel vermeld (AP2). Drie vragen worden later gerelateerd aan het gebruikspatroon van het voornaamste middel (AP3, AP4, AP5). Het risicogedrag wordt dan in beeld gebracht met vragen over de injectiestatus (AP6, AP7, AP8) en het delen van spuiten (AP9, AP10).
13 3. Registratiesysteem De gegevens van alle registraties komen bij het WIV-ISP terecht die de gegevens op een beveiligde manier verzamelt en beheert op nationaal niveau. Om de gegevensverzameling te structureren, moeten de behandelingscentra bestanden van een bepaald jaar voor eind maart van het daarop volgende jaar versturen. Daartoe heeft het WIV-ISP twee opties voor dataoverdracht ontwikkeld : De registratiemodule bestaat uit een online formulier met beperkte toegang voor behandelingscentra, zodat ze hun registratiegegevens patiënt per patiënt kunnen coderen en beheren. De repository-module is een beveiligde mailbox waarmee behandelingscentra gestructureerde bestanden met een complete dataset voor een bepaald registratiejaar kunnen versturen. Het INSZ-nummer van de patiënt moet in beide opties worden gecodeerd, om de privacywetgeving te respecteren, vóór de gegevens in de databank worden opgeslagen. De codering gebeurt door een vertrouwde derde partij (ehealth) en gebeurt aan de hand van een algoritme dat het veld met de variabele in de registratiemodule of het eerste specifieke deel van het gestructureerde bestand in de repository-module versleutelt. 4. Kwaliteitscontrole van de gegevens Upstream kwaliteitscontroles (op niveau van het behandelingscentrum) De validiteit van de gecodeerde gegevens worden gecontroleerd voordat deze in de databank worden opgenomen. Deze controle gebeurt hetzij rechtstreeks online op het webplatform tijdens het coderen in het geval van de registratiemodule of hetzij na ontvangst van het bestand via de repositorymodule. De controles richten zich op de inhoud van de variabelen (met waarden die zijn toegewezen aan elke variabele) en op de verenigbaarheid tussen de variabelen (waar de waarde in de ene variabele afhankelijk is van de waarde in de andere). De verschillende uitgevoerde kwaliteitscontroles zijn in bijlage 2 opgenomen. Downstream Kwaliteitscontroles (op niveau van WIV-ISP) Materialen en methodes Controles gebeuren ook na het invoeren van de gegevens in de databank om te kunnen vergelijken met de reeds beschikbare gegevens of om meer nauwkeurige controle van de gecodeerde informatie te kunnen uitvoeren: 13 Een eerste controle, op het niveau van de databank, bestaat uit het verwijderen van dubbel geregistreerde gegegevens. Het gaat om registraties met hetzelfde INSZ-nummer, dezelfde datum van de start van de behandeling en hetzelfde behandelprogramma. Het gaat dus niet over opeenvolgende episodes gevolgd door eenzelfde patiënt, maar wel over een registratiefout waarbij eenzelfde behandelepisode meerdere keren werd geregistreerd. De meest recente registratie wordt behouden. De variabele eerdere behandeling wordt vervolgens op de volgende manier gecontroleerd met gegevens aanwezig in de gehele databank : Indien een patiënt, die geregistreerd is met een INSZ-nummer, reeds eerder
14 Materialen en methodes 14 in de databank voorkomt, maar de variabele aangeeft dat het gaat om de eerste behandeling, wordt deze variabele aangepast. Voor de patiënt wordt vermeld dat hij/zij reeds eerder werd behandeld. Deze controle garandeert geen volledige juistheid van deze variabele, omdat de patiënt ook kan behandeld zijn vóór de start van de TDI-registratie in Verder kan het ook dat de patiënt niet geregistreerd is geweest met een INSZ-nummer bij eerdere behandelepisodes of dat hij of zij behandeld werd in een centrum dat geen TDI-gegevens registreert, zoals huisartsenpraktijken. Data van voorgaande jaren worden niet gebruikt om deze variabelen te corrigeren. De open antwoorden in de categorie andere (specifieer), worden eventueel manueel opnieuw gecodeerd wanneer blijkt dat een bestaande antwoordcategorie beter aansluit bij de beschrijving. Voorbereiding van de gegevens in het kader van de verdere analyses De gegevens worden bewaard in een databank waar elke registratie overeenkomt met een behandelepisode. Elke behandelepisode wordt geïdentificeerd door het gecodeerde INSZ-nummer van de patiënt, het behandelprogramma en de datum van de start van de behandeling. In geval van anonieme patiënten, identificeert een volgnummer de patiënten. Een nieuwe variabele laat toe de behandelepisodes te identificieren. Deze variabele heeft als doel de opeenvolgende ambulante behandelepisodes met een interval van minder dan 6 maanden te verwijderen. Om het aantal individuele patiënten te kunnen tellen, identificeert een variabele de laatst geregistreerde behandelepisode van een patiënt geïdentificeerd met het INSZ-nummer. De anonieme patiënten worden apart beschreven. Het aantal patiënten die in de tabellen worden opgenomen heeft dus enkel betrekking op patiënten met een uniek INSZ-nummer. Presentatie van de gegevens De gegevens worden gepresenteerd op basis van één of meerdere variabelen die betrekking hebben op: ŘŘ ŘŘ ŘŘ ŘŘ De demografische kenmerken van de patiënten: volgens leeftijd en geslacht De sociale kenmerken van de patiënten: woning, leefsituatie, De kenmerken van de behandeling De gebruiksprofiel Elke indicator is op een zo nauwkeurig mogelijke manier beschreven met betrekking tot de constructie van de indicator of de populatie waarop de indicator is gebaseerd (Zie bijlage 3). De resultaten van deze indicatoren zijn gepresenteerd volgens : ŘŘ ŘŘ Het registratiejaar : enkel 2015 en 2016, twee jaren waarvoor de dekking gelijkaardig is en waarvoor hetzelfde protocol werd gebruikt. Het geografisch niveau van het behandelingscentrum : per provincie en per regio. Omwille van de relatief lage aantallen werden de
15 ŘŘ ŘŘ gegevens voor de provincie Luxemburg bij die van Namen gevoegd en de gegevens van Waals-Brabant bij die van Henegouwen. Behandeleenheid: per groot type (ambulant en residentieel) en sub-categoriëen het geslacht : man/vrouw ŘŘ de leeftijdscategorie : <20;20-29;30-39;40+ ŘŘ ŘŘ ŘŘ het scholingsniveau : Geen of lager; Secundair; Hoger de behandelingsantecedenten : Eerder behandeld; Eerste behandeling De specifieke substantie : indien van toepassing Materialen en methodes 15
16 RESULTATEN EN ANALYSE THEMA 0: ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE REGISTRATIE THEMA 1: BESCHRIJVING VAN DE BEHANDELINGEN VOOR ALLE MIDDELEN SAMEN THEMA 2: BESCHRIJVING VAN DE BEHANDELINGEN VOOR ALCOHOL THEMA 3: BESCHRIJVING VAN DE BEHANDELINGEN VOOR CANNABIS THEMA 4: BESCHRIJVING VAN DE BEHANDELINGEN VOOR OPIATEN THEMA 5: BESCHRIJVING VAN DE BEHANDELINGEN VOOR STIMULANTIA THEMA 6: BESCHRIJVING VAN DE BEHANDELINGEN VOOR ANDERE SUBSTANTIES
17 THEMA 0: ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE REGISTRATIE Het eerste analysethema wordt gebruikt om de verzamelde TDI-registraties te beschrijven volgens het aantal en oorsprong van de verzamelde TDI-registraties. Via deze analyses kan een idee gevormd worden van de representativiteit van de daarna gepresenteerde gegevens vanuit de dekkingsgraad van de verschillende type deelnemende behandelingsprogramma s en vanuit het aantal registraties. De volgende indicatoren worden besproken: Tabel 0.1. Aantal deelnemende eenheden per type behandeleenheid Tabel 0.2. Aantal en proportie behandelepisodes Tabel 0.3. Kwaliteit van de geregistreerde gegevens per variable Tabel 0.4. Aandeel per substantie Tabel 0.5. Aandeel per voornaamste substantie Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 17
18 Tabel 0.1. Aantal deelnemende eenheden per type eenheid, België, 2016 Type eenheid Ambulant Residentieel Centrum Ambulante raadpleging Dagcentrum geestelijke Crisiscentrum Therapeutische gemeenschap gezondheid Algemeen ziekenhuis Psychiatrisch ziekenhuis Totaal Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie N N N N N N N N Per registratiejaar Per provincie/gewest TOTAAL VLAANDEREN Antwerpen Vlaams Brabant West Vlaanderen Oost Vlaanderen Limburg TOTAAL WALLONIË Luik Henegouwen Luxemburg Namen Waals Brabant TOTAAL BRUSSEL Source : Belgian Treatment Demand Indicator Register,
19 Commentaar bij Tabel 0.1. Tussen 2011 en 2015, het jaar waarin de registratie verplicht werd voor alle ziekenhuizen in België, nam het totale aantal behandelingseenheden die deelnemen aan de TDI-registratie elk jaar toe. Vervolgens bleef het aantal tussen 2015 en 2016 stabiel op ongeveer 220, hoewel er lichte verschillen merkbaar zijn per behandeleenheid. Het aantal deelnemende eenheden in 2016 is vrijwel gelijk verdeeld over Vlaanderen enerzijds en Wallonië en Brussel anderzijds (respectievelijk 109 en 111). Er zijn meer eenheden van het type ambulante raadpleging en dagcentra in Wallonië en in Brussel (45) dan in Vlaanderen (15). Wegens de verplichting opgelegd door de Vlaamse Gemeenschap waarbij de behandeling van middelengebruik structureel verankerd is in de CGG, nemen er in Vlaanderen meer CGG deel aan de registratie, terwijl in Wallonië enkel de diensten die gespecialiseerd zijn in verslavingen deelnemen aan de registratie en er geen enkel CGG deelneemt in Brussel. De provincies Waals-Brabant en Luxemburg zijn schaars vertegenwoordigd met respectievelijk drie en vier registrerende eenheden. Dat is gedeeltelijk te wijten aan het lagere bevolkingsaantal in deze provincies. Deze twee provincies worden in de verdere analyses samengevoegd met respectievelijk Henegouwen en Namen. Het grootste aantal registrerende eenheden is te vinden in Brussel, Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Voorts is het mogelijk om een zeer algemene schatting van de deelnemingsgraad te maken (niet weergegeven in Tabel 0.1.): ŘŘ ŘŘ ŘŘ in Vlaanderen bedraagt de deelnemingsgraad van de ambulante raadplegingen, dagcentra, crisiscentra en therapeutische gemeenschappen 100%. Van de Vlaamse centra voor geestelijke gezondheidszorg hebben er 13 van de 20, of 65%, minstens één registratie opgegeven. Bovendien heeft 71% van de ziekenhuizen in Vlaanderen in 2016 deelgenomen aan de TDI-registratie. De ziekenhuizen die niet deelnemen zijn diegene die niet op de vraag tot registratie zijn ingegaan. in Wallonië heeft in 2016 meer dan 90% van de gespecialiseerde centra, 75% van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg met een specifieke interventie voor verslaving en 82% van de ziekenhuizen deelgenomen aan de registratie; in Brussel heeft in % van de gespecialiseerde centra en meer dan 90% van de ziekenhuizen deelgenomen. Geen enkel centrum voor geestelijke gezondheidszorg nam deel. Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 19
20 Tabel 0.2. Aantal en proportie behandelingsepisodes, België, 2016 Aantal en aandeel behandelingsepisodes Aandeel anonieme episodes Aantal verschillende patiënten identificeerbaar Aantal anonieme episodes Aandeel nieuwe patiënten elk jaar Per registratiejaar N % % N N % Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie ,9% 21,3% ,7% 19,1% , ,0% 25,8% , ,3% 29,7% , ,9% 28,8% , ,2% 21,7% ,1 Per provincie/gewest TOTAAL BELGIË ,0% 21,7% TOTAAL VLAANDEREN ,1% 17,8% Antwerpen ,3% 19,8% Vlaams Brabant ,5% 10,0% West Vlaanderen ,6% 25,8% Oost Vlaanderen ,3% 14,5% Limburg ,5% 15,1% TOTAAL WALLONIË ,5% 23,7% Luik ,2% 20,5% Henegouwen/Waals Brabant ,8% 30,2% Luxemburg 504 1,7% 24,0% Namen/Luxemburg ,5% 17,3% Waals Brabant 314 1,1% 12,1% TOTAAL BRUSSEL ,4% 40,3% Per type eenheid TOTAAL AMBULANT ,2% 27,6% Ambulante raadpleging ,4% 34,4% Dagcentrum ,2% 14,5% Centrum geestelijke gezondheid ,6% 38,9% TOTAAL RESIDENTIEEL ,8% 19,0% Crisiscentrum ,0% 5,3% Therapeutische gemeenschap 745 2,5% 25,8% Eenheid in AZ ,9% 22,5% Eenheid in PZ ,4% 16,3% Per geslacht Man ,0% 20,9% Vrouw ,0% 21,4%
21 Aantal en aandeel behandelingsepisodes Aandeel anonieme episodes Aantal verschillende patiënten identificeerbaar Aantal anonieme episodes Aandeel nieuwe patiënten elk jaar N % % N N % Per leeftijdscategorie < ,6% 36,5% ,5% 20,6% ,9% 19,4% ,1% 21,6% Per scholingsniveau Geen of lager ,6% 19,7% Secundair ,3% 20,7% Hoger ,0% 24,7% Per categorie voornaamste substantie Geen ,4% 18,0% Opiaten ,4% 20,8% Cocaïne ,0% 19,6% Stimulantia, andere dan cocaïne ,8% 12,7% Hypnotica of sedativa ,5% 19,6% Cannabis ,3% 23,5% Alcohol ,1% 23,0% Andere 124 0,4% 22,6% Per behandelingsantecedenten Eerder behandeld ,1% 17,1% Eerste behandeling ,9% 29,5% Source : Belgian Treatment Demand Indicator Register, Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 21
22 Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 22 Commentaar bij Tabel 0.2. Aantal behandelepisodes Net als het aantal behandeleenheden dat deelneemt aan de TDI-registratie is het aantal behandelepisodes gestabiliseerd tussen 2015 en 2016 op meer dan Meer dan verschillende patiënten waren individueel identificeerbaar. Van de personen die in 2016 met een rijksregisternummer werden geregistreerd, kwam 63% niet eerder in de TDI-databank voor. Het aantal episodes en het aantal patiënten ligt 1,7 keer hoger in Vlaanderen dan in Wallonië en in Brussel samen. Aangezien het aantal deelnemende centra gelijk gebleven is, kan dit verklaard worden doordat de opvangcapaciteit in Vlaanderen groter is dan in Wallonië of Brussel, doordat de behandelingsduur in Wallonië en Brussel langer is of door een grotere doorstroming in Vlaanderen. Dit betekent echter niet dat er in Vlaanderen meer behandelingen voor middelengebruik zijn aangezien TDI niet in alle behandelingscentra wordt gebruikt. Bepaalde centra die zouden kunnen deelnemen doen dat niet en TDI heeft enkel betrekking op nieuwe behandelingen. Meer dan twee derde van de geregistreerde episodes komt van residentiële eenheden, voornamelijk van ziekenhuizen. Het is belangrijk om te onthouden dat de definitie van een behandelepisode niet gelijk is voor een ambulante en een residentiële eenheid. In een residentiële eenheid wordt er een nieuwe episode geregistreerd telkens als de patiënt de eenheid binnenkomt, terwijl er in een ambulante eenheid een periode van zes maanden afwezigheid tussen twee opeenvolgende episodes van dezelfde patiënt moet zitten om van een nieuwe episode te kunnen spreken. Iets meer dan een kwart van de behandelepisodes komt voor bij vrouwen en meer dan de helft van de patiënten is jonger dan 40 jaar. Alcohol is de voornaamste substantie in meer dan de helft van de episodes (53%). Tot de andere vaakst vermelde substanties behoren cannabis (13%), opiaten (11%) en cocaïne (10%). Bij iets minder dan een derde van de episodes gaat het om de eerste behandeling ooit voor middelengebruik. Gebruik van het INSZ-nummer De omvang van het gebruik van het INSZ-nummer is duidelijk gestegen ten opzichte van vorig jaar, met in totaal 78% van de patiënten die zijn geregistreerd met hun INSZ-nummer, of 7% meer dan in Het gebruik van het INSZ-nummer is beter ingeburgerd in Vlaanderen (82%) dan in Wallonië (76%) en vooral in Brussel, waar het voor slechts 60% van de episodes mogelijk is om een individuele patiënt te identificeren. In Brussel kan deze situatie de grotere kwetsbaarheid weerspiegelen van het onthaalde publiek dat niet altijd in orde is met de administratie. Het gebruik van het INSZ-nummer gebeurt frequenter in residentiële eenheden (81%) dan in ambulante eenheden (72%). Dat heeft waarschi-
23 jnlijk te maken met het type contact tussen de patiënt en de dienst. De diensten voor geestelijke gezondheidszorg zijn het behandeleenheid dat deze unieke code van de patiënt het minst vaak gebruikt. Anonieme registraties komen het vaakst voor in de leeftijdscategorie jonger dan 20 jaar en ook bij patiënten met een diploma hoger/universitair onderwijs. De verschillen op het vlak van de voornaamste substanties zijn niet duidelijk. Het INSZ-nummer wordt vaker gebruikt bij patiënten die in behandeling zijn voor stimulantia, andere dan cocaïne. Personen die voor de eerste keer in hun leven in behandeling zijn, worden het minst geregistreerd met een INSZ-nummer. Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 23
24 Tabel 0.3. Kwaliteit van de geregistreerde gegevens per variabel, België, 2016 Aandeel onbekende gegevens Aandeel van antwoorden dat onterecht als "andere" werd gecategoriseerd Beschrijving van het patiënt % % % % Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 24 Geslacht 0,04 0,88 Leeftijd 0,30 0,34 Woonplaats 1,06 1,68 78,70 70,05 Woonsituatie 1,77 1,95 50,83 61,00 Kind 6,86 6,40 Educatie 10,86 12,21 88,76 80,18 Werk 7,22 7,38 70,93 71,41 Inkomsten 6,79 4,68 60,59 60,96 Beschrijving van de behandeling Verwijzer 1,33 2,12 65,81 66,76 Vroegere behandelingen 3,15 3,78 Substitutie behandeling 13,81 15,24 Leeftijd substitutie behandeling 33,65 28,47 Gebruiksprofiel Voornaamste substantie 2,21 1,87 Toedieningswijze 9,32 9,46 76,57 75,46 Frequentie gebruik 1,98 2,30 Leeftijd eerst gebruik 26,87 26,37 Risicogedrag Injectie status 9,97 10,77 Leeftijd injectie 24,65 22,59 Laatste injectie 17,72 30,77 Delen spuiten 36,38 30,77 Laatste delen spuiten 9,74 8,86 Substanties Andere opiaten 41,02 35,97 Andere cocaïne 27,78 46,94 Andere stimulantia 59,72 60,21 Ander hypnoticum 64,60 69,35 Andere hallucinogenen 41,79 28,57 Andere cannabis 82,01 64,79 Andere substantie 81,92 72,05 Source : Belgian Treatment Demand Indicator Register,
25 Commentaar bij Tabel 0.3. Aandeel onbekende gegevens Kenmerkend voor het registratiejaar 2015 was de invoering van een nieuw protocol met nieuwe variabelen. Het is dus interessant om een jaar later de evolutie van deze bijkomende variabelen na te gaan. Hoewel er een lichte algemene stijging merkbaar is, blijft het aandeel antwoorden «onbekend» voor de beschrijvende variabelen van de patiënt en van de behandeling relatief stabiel. Er is echter een verbetering vast te stellen voor bepaalde nieuwe variabelen in verband met risicogedrag, zoals de leeftijd bij de eerste injectie of het delen van spuiten. Aandeel antwoorden dat onterecht als «andere» werd gecategoriseerd Uit de gedetailleerde antwoorden die als aanvulling worden gegeven, valt af te leiden dat de antwoordcategorie «Andere» nog vaak foutief wordt gekozen. Het voorgestelde alternatieve antwoord is meestal te nauwkeurig en kan eigenlijk opnieuw worden geklasseerd in een van de bestaande categorieën. In bepaalde gevallen past het antwoord niet bij de vraag en moet het dus worden geklasseerd als «onbekend» antwoord. Het resultaat van de herklassering van deze antwoorden wordt ook doorgegeven aan elk centrum, zodat het zijn registraties in de toekomst kan verbeteren. Ook is algemeen het aandeel bijzonder hoog van de substanties die werden geklasseerd als «Andere» en die ergens anders kunnen worden geklasseerd. Dat is vooral zo voor «andere substanties» en «ander hypnoticum», waarin vaak namen van geneesmiddelen voorkomen die correct kunnen worden geklasseerd in een bestaande categorie. Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 25
26 Tabel 0.4. Aandeel behandelingsepisodes per problematische substantie gemeld, België, 2016 Problematische substantie gemeld Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 26 Behandelingsepisodes Opiaten niet-gespecificeerd Heroin Methadon (misbruik) Buprenorfine (misbruik) Fentanyl (illegaal/misbruik) Andere opiaten Cocaïne niet-gespecificeerd Cocaïne in poeder Crack Andere cocaïne Stimulantia, andere dan cocaïne niet-gespecificeerd Amfetamine N % % % % % % % % % % % % Per registratiejaar ,7 13,9 2,9 0,3 0,1 0,8 3,7 13,9 2,1 0,3 0,5 9, ,7 13,5 2,6 0,4 0,1 0,8 4,9 15,4 2,7 0,1 0,4 9,8 Per provincie/gewest TOTAAL VLAANDEREN ,7 10,2 1,3 0,3 0,1 0,9 5,6 15,3 1,6 0,1 0,5 14,3 Antwerpen ,3 10,1 1,5 0,3 0,1 1,7 0,3 23,9 1,8 0,3 0,1 15,5 Vlaams Brabant ,3 7,4 0,4 0,2 0,1 0,8 4,4 17,7 2,1 0,3 0,6 13,9 West Vlaanderen ,6 7,0 0,5 0,2 0,2 0,8 5,7 5,9 0,9 0,0 0,5 9,2 Oost Vlaanderen ,0 15,1 2,4 0,5 0,2 0,8 8,2 17,8 2,2 0,1 0,5 16,7 Limburg ,7 6,3 0,6 0,0 0,0 0,5 5,9 13,9 0,9 0,0 0,7 16,0 TOTAAL WALLONIË ,6 17,6 3,3 0,5 0,1 0,6 3,7 14,5 2,3 0,0 0,3 2,0 Luik ,6 20,3 3,1 0,4 0,1 0,7 2,7 16,8 1,7 0,0 0,3 2,4 Henegouwen/Waals Brabant ,4 17,4 3,3 0,3 0,1 0,4 3,1 16,6 3,2 0,0 0,2 1,8 Namen/Luxemburg ,7 14,3 3,4 0,8 0,1 0,7 6,0 7,6 1,4 0,0 0,5 1,9 TOTAAL BRUSSEL ,9 23,1 8,4 0,8 0,1 1,0 3,8 18,2 10,1 0,0 0,4 2,3 Per type eenheid TOTAAL AMBULANT ,6 21,3 3,1 0,5 0,1 1,0 6,7 18,7 3,7 0,2 0,4 12,7 Ambulante raadpleging ,8 35,9 5,7 0,7 0,2 1,9 8,0 17,5 3,9 0,0 0,3 10,4 Dagcentrum ,8 15,8 1,9 0,4 0,1 0,4 8,7 22,8 5,1 0,1 0,6 16,8 Centrum geestelijke gezondheid ,1 3,8 0,5 0,0 0,0 0,3 0,6 13,2 0,6 0,4 0,1 9,6 TOTAAL RESIDENTIEEL ,7 10,0 2,3 0,4 0,1 0,7 4,1 13,9 2,2 0,1 0,5 8,5 Crisiscentrum ,3 38,4 7,2 0,9 0,1 0,5 5,7 44,5 8,7 0,1 0,1 24,5 Therapeutische gemeenschap 745 0,3 27,3 4,4 0,7 0,1 0,5 8,7 35,3 7,1 0,4 0,7 16,8 Eenheid in AZ ,5 3,9 1,5 0,3 0,1 0,8 3,2 8,0 1,1 0,0 0,2 5,4 Eenheid in PZ ,0 10,8 2,2 0,2 0,1 0,7 4,5 13,7 2,0 0,1 0,9 8,6
27 Problematische substantie gemeld Methamfetamine MDMA of derivaten Mefedrone Andere stimulantia Hypnotica of sedativa niet-gespecificeerd Barbituraten Benzodiazepine GHB/GBL Ander hypnoticum Hallucinogenen niet-gespecificeerd LSD Ketamine Andere hallucinogenen Vluchtige snuifmiddelen Cannabis niet-gespecificeerd Marihuana (wiet) Hasj (hars) Andere cannabis Alcohol Andere substantie % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % 0,3 1,9 0,1 0,3 0,7 0,2 11,0 1,7 0,1 0,1 0,7 0,7 0,1 0,2 8,9 18,3 3,8 0,1 64,2 0,4 0,4 2,1 0,2 0,3 0,8 0,3 10,4 1,6 0,1 0,2 0,9 1,0 0,2 0,2 10,5 17,6 4,0 0,1 65,8 0,5 0,5 2,5 0,3 0,3 0,8 0,2 10,5 2,4 0,1 0,2 0,9 1,2 0,3 0,2 12,1 19,8 2,3 0,1 62,9 0,5 0,3 3,1 0,2 0,4 1,0 0,2 14,8 3,9 0,1 0,1 1,4 1,5 0,3 0,2 11,8 16,1 2,8 0,1 68,7 0,7 0,2 3,2 0,1 0,2 1,2 0,1 10,0 2,5 0,1 0,3 0,5 1,5 0,2 0,1 6,9 26,2 1,5 0,2 64,1 0,2 0,4 2,1 0,2 0,1 0,7 0,3 8,9 0,3 0,0 0,1 0,6 0,7 0,4 0,2 11,2 11,0 1,4 0,1 78,1 0,6 0,7 2,9 0,5 0,5 0,8 0,2 10,1 2,0 0,2 0,3 1,2 1,6 0,3 0,3 14,5 25,5 3,3 0,1 51,8 0,5 0,3 1,4 0,0 0,4 0,7 0,4 9,8 5,1 0,2 0,1 0,2 0,9 0,1 0,3 12,3 21,2 1,4 0,1 55,8 0,5 0,3 1,2 0,1 0,1 0,4 0,4 8,3 0,1 0,1 0,1 1,0 0,5 0,2 0,1 7,6 12,8 5,1 0,0 73,0 0,2 0,1 0,9 0,0 0,0 0,2 0,7 9,9 0,0 0,0 0,1 0,6 0,5 0,0 0,1 5,9 13,7 4,4 0,0 71,5 0,3 0,4 1,1 0,1 0,1 0,4 0,3 7,7 0,1 0,1 0,1 1,5 0,7 0,3 0,1 6,1 13,4 6,5 0,1 72,8 0,0 0,5 1,6 0,0 0,1 0,8 0,2 7,1 0,1 0,1 0,1 0,6 0,4 0,2 0,1 12,4 10,6 3,9 0,1 75,5 0,5 0,5 1,7 0,0 0,3 1,2 0,3 15,3 0,2 0,3 0,2 0,8 0,4 0,1 0,1 7,5 16,0 11,7 0,0 64,9 1,1 Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 27 0,3 2,6 0,3 0,3 0,8 0,2 6,7 1,6 0,1 0,2 0,7 1,1 0,3 0,1 16,3 26,4 4,5 0,1 37,9 0,4 0,4 2,2 0,1 0,4 1,1 0,3 8,1 1,5 0,1 0,2 0,7 0,9 0,1 0,1 17,8 20,2 4,9 0,0 31,8 0,5 0,3 3,7 0,6 0,2 1,0 0,1 6,1 1,6 0,1 0,2 0,9 1,5 0,5 0,1 22,5 32,2 5,9 0,1 29,3 0,5 0,1 1,1 0,1 0,3 0,1 0,3 5,1 1,8 0,3 0,2 0,6 0,4 0,1 0,2 2,1 27,1 1,2 0,3 65,3 0,1 0,5 1,8 0,1 0,2 0,7 0,3 12,1 1,5 0,1 0,1 1,0 0,9 0,2 0,2 7,8 13,6 3,8 0,1 78,4 0,6 0,3 5,1 0,2 0,4 0,7 0,3 21,6 6,4 0,1 0,1 2,6 3,2 0,4 0,3 22,3 20,9 6,8 0,1 47,0 0,3 0,8 5,1 0,7 0,3 1,1 0,3 14,8 5,4 0,0 0,1 2,2 2,4 0,3 0,4 18,3 15,8 7,9 0,3 60,4 1,2 0,3 1,4 0,0 0,1 0,5 0,3 10,7 0,8 0,2 0,1 0,5 0,5 0,1 0,2 5,3 10,6 2,3 0,0 85,1 0,5 0,8 1,5 0,2 0,4 0,9 0,4 12,0 1,3 0,1 0,2 1,2 0,9 0,3 0,3 7,4 15,9 4,8 0,1 77,4 0,6
28 Tabel 0.4. (vervolg) Aandeel behandelingsepisodes per problematische substantie gemeld, België, 2016 Problematische substantie gemeld Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 28 Behandelingsepisodes Opiaten niet-gespecificeerd Heroin Methadon (misbruik) Buprenorfine (misbruik) Fentanyl (illegaal/misbruik) Andere opiaten Cocaïne niet-gespecificeerd Cocaïne in poeder Crack Andere cocaïne Stimulantia, andere dan cocaïne niet-gespecificeerd Amfetamine N % % % % % % % % % % % % Per geslacht Man ,6 15,5 2,9 0,4 0,1 0,7 5,4 17,6 3,1 0,1 0,5 10,5 Vrouw ,8 8,6 1,8 0,2 0,1 1,0 3,1 10,0 1,7 0,0 0,3 8,0 Per leeftijdscategorie < ,0 2,9 0,2 0,0 0,1 0,3 4,7 9,5 0,8 0,1 1,0 12, ,0 15,9 2,4 0,6 0,1 0,5 9,4 25,7 3,9 0,3 0,9 18, ,8 20,4 3,4 0,5 0,1 0,8 7,2 22,8 4,0 0,1 0,6 14, ,6 9,2 2,4 0,2 0,1 1,0 1,7 7,0 1,4 0,0 0,1 3,3 Per scholingsniveau Geen of lager ,7 21,2 3,4 0,7 0,1 0,8 5,3 19,9 3,6 0,1 0,8 13,1 Secundair ,6 11,3 2,3 0,2 0,1 0,7 4,8 14,8 2,7 0,1 0,4 9,6 Hoger ,7 3,6 1,0 0,3 0,2 1,0 2,4 9,0 0,9 0,0 0,3 3,1 Per behandelingsantecedenten Eerder behandeld ,7 17,5 3,3 0,5 0,1 0,8 5,1 16,7 2,9 0,1 0,4 11,2 Eerste behandeling ,5 4,2 0,6 0,2 0,1 0,8 4,7 12,3 1,5 0,0 0,5 7,1
29 Problematische substantie gemeld Methamfetamine MDMA of derivaten Mefedrone Andere stimulantia Hypnotica of sedativa niet-gespecificeerd Barbituraten Benzodiazepine GHB/GBL Ander hypnoticum Hallucinogenen niet-gespecificeerd LSD Ketamine Andere hallucinogenen Vluchtige snuifmiddelen Cannabis niet-gespecificeerd Marihuana (wiet) Hasj (hars) Andere cannabis Alcohol Andere substantie % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % 0,5 2,3 0,2 0,3 0,7 0,2 9,4 1,7 0,1 0,2 1,1 1,1 0,3 0,2 11,9 20,2 4,8 0,1 63,2 0,4 0,2 1,6 0,1 0,2 0,8 0,4 13,1 1,2 0,2 0,1 0,5 0,6 0,1 0,1 6,7 11,3 2,0 0,0 72,1 0,8 0,8 7,4 0,8 0,4 0,2 0,2 2,3 1,6 0,0 0,4 2,3 3,4 0,5 0,4 30,7 55,9 8,1 0,4 18,0 0,6 0,7 4,8 0,5 0,3 0,8 0,3 9,6 3,7 0,2 0,3 1,8 2,7 0,5 0,3 20,5 32,8 6,3 0,2 42,0 0,3 0,7 2,1 0,2 0,4 0,9 0,3 13,1 2,2 0,1 0,1 1,1 0,7 0,2 0,2 11,9 20,0 4,9 0,1 60,4 0,5 0,1 0,4 0,0 0,2 0,7 0,3 9,9 0,3 0,1 0,1 0,3 0,2 0,1 0,1 3,4 6,1 2,1 0,0 83,7 0,6 0,7 3,2 0,2 0,2 0,6 0,3 12,0 1,8 0,1 0,1 1,4 1,5 0,3 0,3 15,1 26,9 7,0 0,1 50,1 0,6 0,4 1,9 0,2 0,2 0,8 0,4 9,8 1,5 0,1 0,2 0,8 1,0 0,2 0,2 9,3 17,6 3,7 0,1 68,7 0,5 0,3 0,9 0,1 0,2 0,6 0,2 8,9 0,7 0,2 0,1 0,4 0,4 0,1 0,1 3,2 6,9 1,5 0,1 84,9 0,5 Resultaten en analyse I Thema 0: Algemene beschrijving van de registratie 0,5 1,9 0,2 0,3 0,8 0,3 12,4 1,8 0,1 0,2 0,9 1,0 0,2 0,2 9,9 16,1 3,9 0,1 67,9 0,6 0,3 2,5 0,2 0,2 0,5 0,3 6,1 1,0 0,1 0,2 0,8 1,0 0,3 0,2 12,1 21,1 3,8 0,1 61,0 0,4 Source : Belgian Treatment Demand Indicator Register,
DE TDI-REGISTRATIE IN BELGIË
EPIDEMIOLOGIE EN VOLKSGEZONDHEID DE TDI-REGISTRATIE IN BELGIË JAARLIJKS RAPPORT REGISTRATIEJAAR 2017 toute une vie en bonne santé W i e w e zijn SCIENSANO telt meer dan 700 medewerkers die zich elke dag
Nadere informatieDE TDI-REGISTRATIE IN BELGIË
DIENST ENQUÊTES, LEEFSTIJL EN CHRONISCHE ZIEKTEN DE TDI-REGISTRATIE IN BELGIË Jaarlijks rapport, registratiejaar 2015 De TDI-registratie in België Jaarlijks rapport, registratiejaar 2015 Enquêtes, leefstijl
Nadere informatieTDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.
TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.) IDENTIFICATIE VAN DE REGISTRATIE CI2. CI4. Naam van het programma /
Nadere informatieFACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN
VLAANDEREN juli 2017 Deze factsheet presenteert cijfers over de hulpverlening bij problemen met alcohol of andere drugs op basis van de belangrijkste cijfergegevens uit de TDI-registratie in Vlaanderen
Nadere informatieTreatment Demand Indicator (TDI) Addibru Formulier Versie 2.0 >> http://tdi.wiv-isp.be << 1. ALGEMENE INFORMATIE
Treatment Demand Indicator (TDI) Addibru Formulier Versie 2.0 >> http://tdi.wiv-isp.be
Nadere informatieDe TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra
Dienst Geneeskundige Verzorging De TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra voor verslaafden Jaarlijks rapport van het registratie 2014 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst Enquêtes, leefstijl
Nadere informatieProcedure voor de aanvraag, de uitwisseling en het gebruik van de gegevens van de Belgische TDI Versie 1.0 April 2016
Procedure voor de aanvraag, de uitwisseling en het gebruik van de gegevens van de Belgische TDI Versie 1.0 April 2016 Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België www.wiv-isp.be Volksgezondheid en surveillance
Nadere informatieDe TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra
Dienst gezondheidszorg De TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra voor verslaafden Jaarlijks rapport van het registratiejaar 2012 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst Enquêtes, leefstijl en chronische
Nadere informatieDe TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra
Dienst Geneeskundige Verzorging De TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra voor verslaafden Jaarlijks rapport van het registratiejaar 2013 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst Enquêtes, leefstijl
Nadere informatieGelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, 2, 3, 4 en 5 ;
Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de financiering
Nadere informatieVR DOC.1297/3BIS
VR 2018 1611 DOC.1297/3BIS Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,
Nadere informatieJaarverslag De Spiegel 2014
Jaarverslag De Spiegel 2014 Paul Van Deun 1 Registratie Patiëntkenmerken 2014 1.1 Aantallen In 2014 werden er beduidend meer nieuwe behandelingen gestart dan in de twee vorige jaren. Deze stijging doet
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.
Nadere informatieActie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs
FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van
Nadere informatieEpidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting
Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie
Nadere informatieEpidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting
Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie
Nadere informatiePagina 1 AMBULANTE DRUGZORG KOMPAS
Pagina 1 AMBULANTE DRUGZORG KOMPAS STATISTIEKEN 2006 Pagina 2 Nieuwe dossiers Totaal ADIEPER ADKORTRIJK ADMENEN ADROESELARE ADWAREGEM ADTORHOUT 401 401 46 161 19 103 47 25 100,00% 11,47% 40,15% 4,74% 25,69%
Nadere informatieInleiding. Bespreking pagina 1
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieDe TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra
RIZIV Dienst voor Geneeskundige Verzorging De TDI-registratie in de RIZIVrevalidatiecentra voor verslaafden Jaarlijks rapport van het registratiejaar 2011 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst Enquêtes,
Nadere informatieDe Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
1/11 Advies nr 53/2013 van 6 november 2013 Betreft: Adviesaanvraag betreffende een ontwerp van koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke de ziekenhuizen gegevens met betrekking tot
Nadere informatieResultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,
Nadere informatieHULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2014
HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2014 1 AANTAL AANTAL CLIENTEN M V TOT % M % V overgedragen dossiers (lopende 1082 357 1.439 75,2 24,8 begeleiding op 01.01.2014) nieuwe dossiers (1 contact met 904
Nadere informatieSectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»
Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/12/108 BERAADSLAGING NR 10/079 VAN 16 NOVEMBER 2010, GEWIJZIGD OP 15 MEI 2012, VAN BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN
Nadere informatieDe Spiegel Registratie Patiëntkenmerken Jaarverslag vzw DE SPIEGEL Jaarverslag. 2. Patiëntkenmerken. a. Geslacht en leeftijd
Jaarverslag De Spiegel 2015 Paul Van Deun Registratie Patiëntkenmerken 2015 1. Aantallen De stijging in het aantal behandelde patiënten zet zich ook door in 2015, uitsluitend dan in de ambulante afdelingen,
Nadere informatieHULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2013
HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2013 1 AANTAL AANTAL CLIENTEN M V TOT % M % V overgedragen dossiers (lopende 979 344 1.323 74,0 26,0 begeleiding op 01.01.2013) nieuwe dossiers (1 contact met 976
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieJaarverslag De Spiegel 2013
Jaarverslag vzw DE SPIEGEL 13 Jaarverslag De Spiegel 13 Paul Van Deun 1 Registratie Patiëntkenmerken 13 1.1 Aantallen In 13 werden er lichtjes meer nieuwe behandelingen gestart dan in de twee vorige jaren.
Nadere informatie8% MEER ÉN DIVERSERE VRAGEN VOOR DE DRUGLIJN IN 2016
8% MEER ÉN DIVERSERE VRAGEN VOOR DE DRUGLIJN IN 2016 Brussel, 14 juni 2017 2016 werd voor De DrugLijn het op twee na drukste jaar ooit. In totaal werden 6.544 bellers, skypers, mailers en chatters anoniem
Nadere informatieASSESSMENT MIDDELENGEBRUIK. Achternaam. Cliëntnummer. Naam interviewer
ASSESSMENT MIDDELENGEBRUIK Achternaam bij vrouwelijke cliënten meisjesnaam Geboortedatum Cliëntnummer Datum interview d d m m d d m m 1. Naam interviewer 2. 3. Interview is niet volledig afgenomen want:
Nadere informatieStatistische gegevens Kompas Crisis 2006. 1. aantal opnames per jaar 193. 2. aantal nieuwe cliënten per jaar 110
Pagina 1 Statistische gegevens Kompas Crisis 2006 1. aantal opnames per jaar 193 2. aantal nieuwe cliënten per jaar 110 3. aantal intakes per geslacht man 158 81,87% vrouw 35 18,13% 4. Gemiddelde leeftijd
Nadere informatieGelet op de aanvraag van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid ontvangen op 09/11/2010;
1/8 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 01/2011 van 26 januari 2011 Betreft: aanvraag van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid om het identificatienummer van het Rijksregister
Nadere informatieMaxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Maxi feedback 2015 Subacute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - subacute ziekenhuizen Zijn
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat
Nadere informatieMaxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Maxi feedback 2015 Alle ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - alle ziekenhuizen Zijn inbegrepen,
Nadere informatieMaxi feedback Acute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Maxi feedback 2015 Acute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - acute ziekenhuizen Zijn inbegrepen,
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be
Nadere informatieResultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997
6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen
Nadere informatieOnderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)
Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be
Nadere informatieDe Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen
De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...
Nadere informatieGHB hulpvraag in Nederland
GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen
Nadere informatieInhoudsopgave. Jaarverslag DE SPIEGEL 2016
Inhoudsopgave 1. AANTALLEN... 5 2. PATIËNTENKENMERKEN... 5 2.1 GESLACHT... 5 2.2 LEEFTIJD... 5 2.3 HERKOMST... 6 2.3 OPLEIDING ARBEID - INKOMEN... 7 2.4 LEEFSITUATIE... 8 3. PROBLEMATIEK... 8 3.1 VOORNAAMSTE
Nadere informatieSectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»
Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/10/138 BERAADSLAGING NR 10/079 VAN 16 NOVEMBER 2010 VAN BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS
Nadere informatieMonitor. alcohol en middelen
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,
Nadere informatieMonitor. alcohol en middelen
Geneeskundige en Gezondheidsdienst Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/gggd Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht (GG&GD) Postbus
Nadere informatieGelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 5, 12, 18 en 22/12/2014;
1/9 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 05/2015 van 21 januari 2015 Betreft: Aanvraag van de vzw Alises (ex vzw Ellipse) om het Rijksregisternummer te gebruiken om het mee te delen
Nadere informatieResultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997
6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be
Nadere informatieStudiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.
In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;
Nadere informatieHet Brussels kluwen. Jean-Noël Godin deskundige adviseur gezondheidszorg. Symposium Zorgnet-Icuro: Minder versnippering, meer zorg
Het Brussels kluwen Jean-Noël Godin deskundige adviseur gezondheidszorg Symposium Zorgnet-Icuro: Minder versnippering, meer zorg 29.04.2019 1 Brussel: mooi maar ingewikkeld Gewest Ministers voor gezondheidszorg
Nadere informatieInleiding. Sabine Drieskens
Inleiding Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be
Nadere informatieVR DOC.0277/4BIS
VR 2018 2303 DOC.0277/4BIS SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, HET WAALSE GEWEST, DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN
Nadere informatieGelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;
Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden voor het coördineren van de gegevensverwerking in het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen Gelet op artikelen
Nadere informatieInhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17
Inhoud Lijst met afkortingen 13 Voorwoord 15 Inleiding 17 DEEL 1 TRENDS IN CIJFERS OVER ILLEGALE DRUGS IN VLAANDEREN/BELGIË 1997-2007 19 HOOFDSTUK 1! ILLEGALE DRUGS. SITUERING EN DEFINIËRING 21 1.1 Wat
Nadere informatiePreventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid. Frieda Matthys, MD, PhD
Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid Frieda Matthys, MD, PhD Overzicht Cannabis en gezondheid Prevalentie van gebruik Problemen door gebruik Drugbeleid vanuit gezondheidsperspectief
Nadere informatieInleiding. Johan Van der Heyden
Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be
Nadere informatieRegistratie arbeidszorg
Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft
Nadere informatieTekenNet.be. Resultaten januari-december Inleiding
TekenNet.be Resultaten januari-december 2016 Voor toelichtingen: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel T + 32 2 642 51 11 F + 32 2 642 50 01 tekennet@wiv-isp.be
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen
Nadere informatieActie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs
FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van
Nadere informatieEPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING
DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING TOESTAND OP 31 DECEMBER 2016 EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN BELGIË
Nadere informatieFACTSHEET CANNABIS augustus 2011
augustus 2011 Deze factsheet presenteert de belangrijkste cijfergegevens van het voorbije decennium (2001-2011) over de omvang van het cannabisgebruik in Vlaanderen en België. We bespreken achtereenvolgens:
Nadere informatieAlcoholhulpvraag in Nederland
Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor alcoholproblematiek in de verslavingszorg 25-214 Houten, december 215 Stichting IVZ Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste
Nadere informatieSterke stijging aantal drugdoden fors overdreven
Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven Op 4 december 2006 stond er een klein bericht in Het Laatste Nieuws met als kop sterke stijging Vlaamse drugdoden. De Morgen deed het de dag nadien over
Nadere informatieTabel 1: Aantal tekenbeten per provincie en per regio, uitgedrukt in absoluut aantal en per inwoners, juli-december 2015
TekenNet.be Resultaten juli-december 2015 Voor toelichtingen: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel T + 32 2 642 51 11 F + 32 2 642 50 01 tekennet@wiv-isp.be
Nadere informatieResultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997
6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de
Nadere informatieTevredenheidsenquête
Tevredenheidsenquête Geachte heer/mevrouw, Gegevens over uw ervaringen tijdens uw verblijf, kunnen ons helpen bij het verbeteren van de zorg- en dienstverlening. Mogen wij u vragen deze vragenlijst in
Nadere informatieGezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.
Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van
Nadere informatieGezondheidsenquête door middel van Interview België 2001
Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997
6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance
Nadere informatieADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016
ADDEDUM bij het rapport Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 Resultaten van de PlanKAD Gegevenskoppeling FOD VVVL - Datawarehouse AM&SB - RIZIV een rapport van de Cel Planning van het Aanbod van de
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieGelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ;
Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de mobiliteitshulpmiddelen
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997
5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie
Nadere informatieKerncijfers Brijder 2012 Noord- en Zuid-Holland. Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep
Kerncijfers Brijder 2012 Noord- en Zuid-Holland Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 VOORAF 4 BEKNOPTE SAMENVATTING 5 KERNCIJFERS BRIJDER 2012 NOORD-HOLLAND
Nadere informatieClostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009
Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2009 Dr Marie-Laurence Lambert Afdeling : Public Health and Surveillance Contact
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid SCSZ/09/082 BERAADSLAGING NR 09/047 VAN 28 JULI 2009 MET BETREKKING TOT DE VERWERKING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997
5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de
Nadere informatieSamenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid
1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid
Nadere informatieSTUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober
STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter
Nadere informatieGeïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek
Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek 1. Inleiding Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse
Nadere informatieStudie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling
Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken
Nadere informatieCOLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE
Avec le soutien de la Communauté française WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Operationele Directie Volksgezondheid & Surveillance COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE Toestand
Nadere informatieGraag informeer ik hierbij naar de werking van de Zorginspectie met betrekking tot het toezichtsdomein gehandicaptenzorg.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 818 van ELS ROBEYNS datum: 13 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Zorginspectie - Gehandicaptenzorg Graag informeer ik hierbij
Nadere informatieCONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES
BIJLAGE Bijlage nr. 1 CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES Tussen De Vlaamse overheid, vertegenwoordigd
Nadere informatieVR DOC.0082/1BIS
VR 2018 0202 DOC.0082/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van
Nadere informatiegegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1]
Gepubliceerd op sciensano.be (https://www.sciensano.be) Home > Surveillance van tekenbeten in België: gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld
Nadere informatiePendelarbeid tussen Gewesten en provincies
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere
Nadere informatieFederaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen OPROEP 2014
Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen OPROEP 2014 1 Mevrouw, Mijnheer, Het Fonds ter bestrijding van de verslavingen werd opgericht in 2006 met een jaarlijks budget van 5.000.000 (3.000.000
Nadere informatieHuishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen
PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen
Nadere informatieResultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997
5.7.1. Inleiding. Psychische gezondheidsproblemen, ook niet ernstige vormen, hebben een hoge belasting op het welzijn van een bevolking en op de kwaliteit van het leven. Echt psychiatrische condities zijn
Nadere informatieFlevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks
Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek
Nadere informatieIMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen
1 IMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen Boekhoudperiode 2015T1 2016T4 Publicatiedatum: 20 juni 2017 Auteurs: Belinda ten Geuzendam, Didier Saint-Jean,
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS
Nadere informatieOp 14 december 2015 stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr. 193) in verband met suïcidepreventie. Daarin stelde ik de volgende deelvragen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 322 van ANKE VAN DERMEERSCH datum: 4 februari 21 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Suïcidepreventie - Initiatieven - Expertisecentrum (2) Op
Nadere informatieEpidemiologische gegevens
Epidemiologische gegevens ESPAD (Vlaanderen) European School Survey Project on Alcohol and other Drugs Deelname van 35 landen 15- en 16-jarigen Sinds 2003 ook deelname van België (n= 2.320) Hieronder de
Nadere informatieVlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-821- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 33 van 7
Nadere informatie