Stenden Hogeschool. Hbo-bachelor Vrijetijdsmanagement Ad-programma Vrijetijdsmanagement

Transcriptie

1 Stenden Hogeschool Hbo-bachelor Vrijetijdsmanagement Ad-programma Vrijetijdsmanagement Netherlands Quality Agency (NQA) Juli 2011

2 2/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

3 Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding met Ad-programma heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Stenden hogeschool Opleiding Hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement Varianten Voltijd en duaal Croho-nummer Opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement Croho-nummer Locatie Leeuwarden Auditdatum 28 april 2010 Auditteam De heer drs. J.W. te Kloeze (vakdeskundige en voorzitter) De heer dr..e. van Keken (vakdeskundige) Mevrouw C.L.M. Egelman (studentlid auditteam) Mevrouw drs. M.E. Voorthuis (senior-auditor NQA) Mevrouw C.A.J. Witsenboer, BComm & BEd (junior-auditor NQA) Door Stenden hogeschool is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement en het Associate degree programma Vrijetijdsmanagement. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding en het Ad-programma heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft het zelfevaluatierapport bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. Het zelfevaluatierapport en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Tijdens de bezoekdag zijn door een notulist van de Stenden Hogeschool van alle gevoerde gesprekken notulen gemaakt. Onderwerp 1. Doelstellingen van de opleiding De opleiding Vrijetijdsmanagement leidt studenten op tot breed inzetbare vrijetijdsmanagers die in een scala van beroepen in de sectoren van sport, kunst en cultuur terechtkomen. Voor de voltijd- en duale variant van de opleiding wordt vanaf cohort 2010/2011 gebruik gemaakt van de in 2009 tien landelijk vastgestelde competenties en het landelijke beroepsprofiel van Vrijetijdsmanagement. Voor de cohorten voor 2009/2010 worden de eerdere versies van het profiel en de competenties gebruikt. De opleiding heeft twee Stenden competenties toegevoegd aan de landelijke competenties. De competenties zijn gevalideerd door de Raad van Advies van de opleiding. NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 3/73

4 Het Ad-programma maakt gebruik van zes van de tien landelijke competenties. Het verschil met de landelijke competenties is dat die van het Ad-programma zijn geformuleerd op het niveau van assistent event manager. Het auditteam heeft vastgesteld dat de beide varianten van de opleiding hun competenties hebben gerelateerd aan de Dublin descriptoren. Het Ad-programma heeft haar competenties gekoppeld aan de Dublin descriptoren van de short cycle. De opleiding profileert zich op de thema s maatschappelijk ondernemen en duurzaamheid. Onderwerp 2. Programma De voltijd en de duale variant hebben respectievelijk een programma van vier en drie jaar. Het Ad-programma duurt twee jaar. De jaren van de alle drie de programma s zijn opgedeeld in periodes van 15 EC. De opleiding kent een grote mate van praktijkgerichtheid en onderhoudt een hechte relatie met de beroepspraktijk. Zij realiseert dit door de voltijdstudenten veel beroepsgerichte opdrachten te laten uitvoeren en hen in het vierde jaar een stage van 43 EC te laten lopen. Ook zet de opleiding regelmatig gastdocenten in. Belangrijke studieonderdelen waarin voltijdstudenten in aanraking komen met de beroepspraktijk zijn Jong Ondernemen in het eerste studiejaar en het Leerbedrijf in het tweede jaar. In Jong Ondernemen zetten de studenten een bedrijf op en in het Leerbedrijf voeren zij een onderzoek van beperkte omvang uit. Het onderzoek van de opleiding is geprogrammeerd in de onderzoekslijn, die als een rode draad door het eerste, tweede en derde jaar heen loopt, om in het vierde jaar afgerond te worden met een afstudeeronderzoek, dat uitmondt in een scriptie. Het auditteam heeft vastgesteld dat met name het lectoraat Scenarioplanning Toerisme nauw betrokken is bij de vormgeving van het onderzoek in de opleiding. Met ingang van het nieuwe studiejaar wordt de omvang van de onderdelen, waarin aandacht wordt besteed onderzoek in de voltijdvariant uitgebreid met 18 EC. Volgens het auditteam sluiten de door de opleiding gehanteerde toetsvormen goed aan bij de werkvormen. De opleiding borgt in voldoende mate de kwaliteit van de toetsen. Voor de meeste toetsen zijn beoordelingscriteria en -formulieren beschikbaar. Het auditteam is positief over de in 2009 door de opleiding doorgevoerde maatregel om de scriptie door twee docentbeoordelaars in plaats van door één docent te laten beoordelen. Ook de onlangs door de opleiding doorgevoerde maatregel om de opzet van de scriptie, het bouwplan genoemd, door twee beoordelaars te laten goedkeuren, zorgt volgens het auditteam voor een betere borging van de kwaliteit van de scripties. De randvoorwaarden voor de studeerbaarheid van de opleiding, zoals de studiebegeleiding, de informatievoorziening en de materiële voorzieningen zijn volgens het auditteam in orde. Onderwerp 3. Inzet van personeel De docenten zijn volgens het auditteam goed op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het werkveld. Zij houden deze ontwikkelingen onder andere bij door de contacten met de Raad van Advies en met het lectoraat Scenarioplanning Toerisme. De staf-student ratio is gunstig, 1 : 21,7. 4/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

5 Van de docenten heeft tweederde minimaal een mastertitel. De overige docenten hebben een hbo-bachelor vooropleiding. Het auditteam heeft vastgesteld dat alle docenten in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid (eerste of tweede graad). Nieuwe docenten zijn verplicht om deze aantekening te behalen. Het auditteam trekt op basis van de bestudering van de curricula vitae van de docenten en de gesprekken met het opleidingsmanagement, de docenten en de studenten de conclusie dat thans nog niet alle docenten voldoende kennis hebben van het Engels om in deze taal les te kunnen geven. Een tweede aandachtspunt is de kennis, die docenten hebben van onderzoeksvaardigheden, ondanks dat tweederde van hen minimaal een mastertitel heeft. Het auditteam heeft vastgesteld dat het management maatregelen neemt om docenten hierin bij te scholen. Onderwerp 4. Voorzieningen De opleiding is gehuisvest in een nieuw gebouw van de hogeschool. Het gebouw heeft een lichte en moderne uitstraling en is van alle gemakken voorzien. Het Studielandschap neemt een centrale plaats in binnen het gebouw en bevat een mediatheek. De opleiding beschikt over een eigen ruimte waarin het Leerbedrijf is gehuisvest. Deze ruimte is voorzien van computers. Voor de informatievoorziening gebruikt de opleiding Blackboard en het intranet. De studiebegeleiding in de opleiding is vanaf cohort gewijzigd qua naam, dat wil zeggen dat het nu Studieloopbaanbegeleiding (SLB) heet. Deze SLB wordt onderverdeeld in Studieloopbaanvaardigheden (SLV) en Studieloopbaancoaching (SLC). De studievoortgang van de studenten wordt bijgehouden in ProgRESS. Het auditteam is van mening dat de studiebegeleiding voldoet. Onderwerp 5. Interne kwaliteitszorg De opleiding maakt gebruik van het kwaliteitszorgbeleid van de hogeschool, dat is beschreven in de nota Control in Quality, Quality in control (CHN, 2006, 2007). De dean van de School waartoe de opleiding behoort, is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg van de opleiding. Hij evalueert jaarlijks het onderwijskwaliteitsplan met een vertegenwoordiger van het Quality Centre van het Educational Support Office van de hogeschool en rapporteert hierover in het Annual Quality Report (AQR), dat een onderdeel is van de cyclus van Planning & Control van de opleiding. De opleiding hanteert verschillende evaluatie-instrumenten, zoals het studenttevredenheidsonderzoek, de module-evaluatie en de aansluitingsmonitor. Er zijn verschillende personen en commissies betrokken bij de kwaliteitszorg, zoals bijvoorbeeld de moduulcoördinator, die de resultaten van de evaluaties analyseert en hier een evaluatierapport over schrijft en de opleidings- en de examencommissie. De opleiding voert indien nodig naar aanleiding van evaluatieresultaten verbetermaatregelen door, zo heeft het auditteam vastgesteld. Alle stakeholders van de opleiding zijn structureel betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleiding door hun deelname aan enquêtes of participatie in een commissie. NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 5/73

6 Onderwerp 6. Resultaten Het laatste jaar van de opleiding staat geheel in het taken van het afstuderen. Het eerste deel is de afstudeerstage (43 EC) en het tweede deel het afstudeerproject (17 EC). De duale studenten lopen geen stage, maar voeren wel een afstudeerproject uit, dat een omvang heeft van 22 EC in plaats van 17 EC. Het afstuderen kan de vorm hebben van het uitvoeren van een onderzoek, maar ook van het maken van een ondernemingsplan of een leisureconcept. Ad-studenten ronden de studie af met de module Event and Operations (15 EC), waarin de student een beurs of evenement organiseert. Hiermee moet hij aantonen dat hij de eindcompetenties van de assistent event manager beheerst. Voordat een student aan de afstudeerstage begint, maakt hij een bouwplan, waarin hij de opzet en uitvoering van de het afstudeeronderzoek beschrijft. Dit bouwplan dient sinds dit jaar ( ) voorafgaand aan de stage, goedgekeurd te worden door twee docentbeoordelaars. Over de stage schrijft de student een stageverslag en over het afstuderen een scriptie, die sinds 2009 door twee in plaats van één docentbeoordelaar worden beoordeeld. Het auditteam heeft tien stageverslagen en negentien scripties bestudeerd en concludeert voor de scripties dat de kwaliteit uiteenloopt van zwak tot zeer goed. Alle door het auditteam bestudeerde scripties voldoen volgens het auditteam aan het bachelorniveau. De Adstudenten voeren als afsluiting van het Ad-programma individueel of gezamenlijk een project uit. Ondanks dat de producten lastig waren te beoordelen door het auditteam, geven de producten blijk van een Ad-niveau. Uit de cijfers die de opleiding geeft voor de laatste zes cohorten voltijdstudenten, de laatste vijf duale cohorten en de laatste vier cohorten Ad-studenten blijkt, dat de streefcijfers voor de voltijd- en de duale studenten voor de meeste van deze cohorten worden gerealiseerd. Het auditteam heeft voor het Ad-programma vastgesteld dat de opleiding nog te jong is om een gefundeerd oordeel te kunnen uitspreken over de in-, door- en uitstroomcijfers. Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de voltijd- en de duale variant van de bestaande hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement en het Associate degree-programma Vrijetijdsmanagement van Stenden hogeschool aan de vereiste basiskwaliteit voldoen. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2. 6/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

7 1 Basisgegevens 9 2 Beoordeling Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten 46 3 Bijlagen 53 Bijlage 1 Deskundigheden auditteam 55 Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam 59 Bijlage 3 Bezoekprogramma 65 Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal 69 Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 7/73

8 8/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

9 1 Basisgegevens De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. Naam instelling Stenden hogeschool 2. Status instelling Bekostigd 3. Naam opleiding in CROHO Vrijetijdsmanagement 4. Registratienummer in CROHO Oriëntatie en niveau Hbo bachelor 6. Aantal studiepunten Afstudeerrichtingen n.v.t. 8. Locatie Leeuwarden 9. Code of conduct ja 10. Varianten Voltijd en duaal 11. Inhoudelijk profiel opleiding De opleiding Vrijetijdsmanagement valt onder de algemene hbo Sector Economie, domein Bachelor of Business Administration. Verwante opleidingen zijn bijvoorbeeld: Facility Management, Hospitality Management, Toerisme en het Hoger Hotelonderwijs. Het propedeusejaar is een oriëntatiejaar, waarin de nadruk wordt gelegd op het eerste niveau van de Dublin descriptoren: kennis en inzicht. In dit jaar legt de student een theoretische basis onder Vrijetijdsmanagement en verkent al doende het werkveld en het management ervan. In het eerste jaar leert de student de beginselen van (duurzaam) ondernemerschap, bedrijfseconomie, onderzoeks-, computer-, en Engelse taalvaardigheden. Er wordt gewerkt aan de Dublin descriptor communicatie in het onderdeel Managementvaardigheden. De vijfde Dublin descriptor, leervaardigheden, wordt uitgediept in het intensieve programma Studieloopbaanvaardigheden. Jaar 2 staat in het teken van de tweede Dublin descriptor: toepassen kennis en inzicht. Het conceptueel denken wordt ontwikkeld en toegepast, waarna diensten en evenementen daadwerkelijk vorm kunnen worden gegeven. De student dringt daarmee door tot de kern van Vrijetijdsmanagement. Ook de uitvoerende onderzoeksvaardigheden worden verder ontwikkeld, onder meer in het Leerbedrijf, dat doorontwikkeld wordt als LeisureLAB. Onderdoorlopend in het tweede jaar werkt de student aan het organiseren van een evenement, dat uiteindelijk gestalte krijgt in het laatste moduul: Events Operations. In het HRM-moduul worden de kaders aangegeven, waarna de student in Leisure Experience een rendabel concept uitdenkt. Als tweede Moderne Vreemde Taal volgt de student Duits of Frans. Er wordt gewerkt aan de Dublin descriptor communicatie in het onderdeel Managementvaardigheden. De vijfde Dublin descriptor, leervaardigheden, wordt uitgediept in het programma Studieloopbaanvaardigheden. NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 9/73

10 Het derde jaar is allereerst gericht op integratie van alle voorgaande modulen. Er wordt een abstracter onderzoeks- en denkniveau gevraagd. Met de bagage van de eerste jaren is de student in staat zich bewust te specialiseren in een tweetal minoren. De Dublin descriptor oordeelsvorming staat hier dan ook centraal. De vijfde Dublin descriptor, leervaardigheden, wordt uitgediept in het programma Studieloopbaanvaardigheden. Het vierde en laatste jaar staat in het teken van de afstudeerstage, verrichten van afstudeeronderzoek, uitmondend in het schrijven van de scriptie. Het gedrag van de student wordt geprofessionaliseerd, en de student wordt daadwerkelijk voorbereid op een (junior) managementfunctie in het werkveld. De nadruk ligt in dit jaar op de integratie van de verschillende Dublin descriptoren. De opgedane kennis dient te worden toegepast tijdens stage en afstudeeronderzoek, en gecommuniceerd in de vorm van het stageverslag en de scriptie. Verder werkt de studentzelfstandig, waardoor de opgedane leervaardigheden moeten worden aangewend. Met het schrijven van de scriptie toont de student aan informatie, ideeën en oplossingen over te kunnen brengen op specialistisch en niet-specialistisch publiek. 12. Beoogd werkveld alumni Vrijetijdsmanagement is een hbo-studie welke opleidt voor management-, beleids- en adviesfuncties in de vrijetijdsindustrie binnen de sectoren Media, Recreatie, Sport, Kunst en Toerisme. Te denken valt aan recreatiebedrijven, casino s, kunst- en cultuurorganisaties, sportorganisaties, evenementenbureaus, expo-centra, congrescentra, beursorganisaties, media-organisaties en overheden. Binnen deze organisaties houdt de student zich bezig met communicatie en promotie, marketing, kwaliteitszorg, dienstverlening, ondersteuning bij de ontwikkeling van vrijetijdsproducten, en operationele ondersteuning bij de exploitatie van vrijetijdsbedrijven. Daarbij bekleden alumni onder meer de volgende functies: evenementencoördinator, beleidsmedewerker, sport & cultuur, inkoopmanager bij een reisorganisatie, programmeur bij een theater, medewerker Publiciteit en Sponsoring of marketingmanager. 13. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool Stenden Hogeschool is op 1 januari 2008 ontstaan uit een fusie van de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) en Hogeschool Drenthe. Aan de hogeschool studeren circa studenten en werken bijna medewerkers. Stenden Hogeschool kent zeven Schools, te weten: School of Business School of IHM School of Education School of Media & Entertainment Management and Technology School of Social Work School of Leisure & Tourism Management School of Commerce Vrijetijdsmanagement vormt samen met International Tourism Management de School of Leisure & Tourism Management. 10/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

11 14. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie Jaar vorige visitatie: 2005 Datum besluit: 16 mei 2006 Vanaf het studiejaar voert de opleiding Vrijetijdsmanagement gefaseerd een puntenstructuur met bouwstenen in. Dit wil zeggen dat alle programmaonderdelen van de opleiding zijn onderverdeeld in blokjes van minimaal 3 EC. Deze bouwstenen zijn in een module geclusterd tot 1 onderdeel van maximaal 12 EC. Iedere moduul wordt afgesloten met één toets in de vorm van een moduulopdracht. edurende het eerste studiejaar zijn er meerdere studieweken gepland, die onder andere benut kunnen worden voor herkansingen van modulen. Deze studieweken kunnen door de studenten ook gebruikt worden voor overige onderwijsactiviteiten. Daarnaast kan de student aan het eind van elk moduul deelnemen aan een zogenaamde voortgangstoets, waarbij kennis op eindniveau wordt getoetst. Aan het einde van elk jaar moet de student via deze kennistoets aantonen, dat zijn kennisniveau voor dat bewuste jaar voldoende is. De invoering van deze structuur houdt gelijke tred met de doorontwikkeling van het nieuwe curriculum op basis van de nieuwe landelijke beroepscompetenties, die in 2009 zijn vastgesteld. Tot slot is voor de beoordeling van scriptie een tweede beoordeling ingevoerd voor zowel de onderzoeksopzet, (Bouwplan) als het eindproduct (Scriptie). 16. Schema opbouw programma Het curriculum Vrijetijdsmanagement is opgebouwd uit 3 verschillende soorten bouwstenen: - enerieke bouwstenen, dit zijn bouwstenen die gerelateerd zijn aan hogeschoolbreed gedragen competenties. - Domein (BBA) specifieke bouwstenen, dit zijn bouwstenen gerelateerd aan de competenties van de BBA. - Opleidingsspecifieke bouwstenen, dit zijn bouwstenen gerelateerd aan landelijk vastgestelde competenties voor vrijetijdsmanagement. In de eerste 10 modulen van het curriculum van Vrijetijdsmanagement zijn de volgende competenties opgenomen. eneriek: - Studieloopbaanbegeleiding 1(3 EC) - Studieloopbaanbegeleiding 2(3 EC) - Studieloopbaanbegeleiding 3(3 EC) - Schriftelijke communicatie 1(3 EC) - Schriftelijke communicatie 2(3 EC) (Engels) - Onderzoek1 (3 EC) - Onderzoek 2(3 EC) - Conceptueel denken(3 EC) NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 11/73

12 Domeinspecifiek: - BE1 Bookkeeping(3 EC) - BE2 Management Accounting(3 EC) - BE3 Finance(3 EC) - BE4 financial Accounting(3 EC) - English 1 &2 Market Leader Business English (3 EC)+(3 EC) - Human Resource Management 1(3 EC) - Human Resource Management 2(3 EC) - Marketing 1(3 EC) - Marketing 2(3 EC) - Management 1 (3 EC) - Management 2 (3 EC) - Operations Management(3 EC) - Strategic Management(6 EC) Opleidingsspecifiek: - IVK 1 inleiding in de vrijetijdskunde (3EC) - DOB 1e jaar Doorlopende Opleidingsspecifieke Bouwsteen(12EC) - SKR 1 Sport Kunst en Recreatie (3 EC) - DOB 2e jaar Doorlopende Specifieke Bouwsteen(12EC) - LeisureLAB 1&2(3 EC)+(3 EC) - Leisure Experience 1&2(3 EC)+(3 EC) - Voortgangstoets 1e, 2e en 3e jaar - (3 EC)+(3 EC)+(3 EC) - Strategic Management(3 EC) - Studieloopbaanbegeleiding 4 (3 EC) - ResearchLAB 1&2(3 EC)+(3 EC) - Onderzoek 3(3 EC) - Talen (Duits/Frans)(12 EC) - Talen (Engels)(3 EC) 12/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

13 De basisgegevens van het Associate degree-programma Vrijetijdsmanagement zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. Naam instelling Stenden Hogeschool 2. Status instelling Bekostigd 3. Naam opleiding in CROHO Vrijetijdsmanagement 4. Registratienummer in CROHO Oriëntatie en niveau Associate degree 6. Aantal studiepunten Afstudeerrichting n.v.t 8. Locatie Leeuwarden 9. Code of conduct Ja 10. Varianten n.v.t. 11. Inhoudelijk profiel opleiding Zie eerste twee jaar Bacheloropleiding VM 12. Beoogd werkveld alumni Idem VM, niveau van assistent event manager 13. Plaats opleiding in organisatiestructuur Idem VM hogeschool 14. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO n.v.t. 15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie n.v.t. 16. Schema opbouw programma Idem VM, eerste twee jaar NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 13/73

14 2 Beoordeling Het auditteam komt samenvattend tot de volgende oordelen over de varianten voltijd en duaal van de bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement. Onderwerp Oordeel Voltijd Oordeel Duaal Facet 1 Doelstellingen P P 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.1 Niveau 1.2 Oriëntatie hbo 2 Programma P P 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen/programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving/inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3 Inzet personeel P P 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4 Voorzieningen P P 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5 Interne kwaliteitszorg P P 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6 Resultaten P P 6.1 erealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Oordeel Voltijd Voldaan V V V V V Oordeel Duaal V Voldaan V V V V V Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de varianten voltijd en duaal van bestaande hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement van Stenden Hogeschool aan de vereiste basiskwaliteit voldoen en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van de beide varianten van deze opleiding. Op de volgende pagina is het oordeel voor het Associate degree-programma Vrijetijdsmanagement weergegeven. 14/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

15 Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de Associate degree Vrijetijdsmanagement. Onderwerp Oordeel Facet Oordeel 1 Doelstellingen P 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2 Programma P 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3 Inzet personeel P 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4 Voorzieningen P 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5 Interne kwaliteitszorg P 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6 Resultaten P 6.1 erealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Voldaan V V V V V V Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van het Ad-programma Vrijetijdsmanagement van Stenden hogeschool aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van dit programma. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau. NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 15/73

16 2.1 Doelstellingen van de opleiding Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen Voltijd en duaal De hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement van Stenden Hogeschool behoort tot het domein van de Bachelor of Business Administration (BBA). De inhoud en de competenties van zowel de voltijd- als de duale variant zijn afgeleid van de landelijk vastgelegde competenties en de Body of Knowledge and Skills (BoKs) van dit BBAdomein (Body and Knowlegde of Skills van de opleidingsdomeinen Business Administration, Commerce, Communications, Economics en Laws binnen het hoger economisch onderwijs (23 juni 2008); Landelijk competentieprofiel Vrijetijdsmanagement 2009). Voor cohort 2010 wordt gebruik gemaakt van het profiel uit Eerdere cohorten maken gebruik van het profiel van vóór De opleiding participeert in het Landelijk Opleidingsoverleg Leisure Management (LOLM). Voorafgaand aan de formulering van de landelijke competenties voor Vrijetijdsmanagement is overleg gevoerd met vertegenwoordigers uit de (internationale) vrijetijdsindustrie, met partneruniversiteiten en met vertegenwoordigers uit het werkveld. Het totale aantal landelijke competenties is tien. Twee hiervan zijn algemene hbo-competenties. De overige acht zijn de domeincompetenties. De opleiding heeft twee Stenden competenties toegevoegd aan de tien landelijke competenties, namelijk het zich positief kunnen identificeren en om kunnen gaan met culturele verschillen in een internationaal team (de interculturele competentie) en in staat zijn om zich te richten op zijn of haar managementvaardigheden en ondernemerschap, bekeken door zijn of haar eigen ogen, op basis van waarden die bijdragen aan de zorg voor mensen en de zorg voor de wereld (de ondernemende competentie). De competenties drie en vier van de landelijke set zijn specifieke competenties voor de opleiding Vrijetijdsmanagement, namelijk: het regisseren in netwerken en het initiëren, creëren en vermarkten van producten en diensten, zowel zelfstandig als ondernemend. Alle tien de landelijke competenties gelden ook voor de Engelse stroom van de opleiding (zie voor een beschrijving van de competenties bijlage 5). De Raad van Advies van de opleiding heeft de competenties van de opleiding gevalideerd, evenals de bijbehorende bekwaamheidseisen en het opleidingsprofiel. De opleiding voert periodiek overleg met deze raad, onder andere over de actualiteit van de beroepsvisie en de eindkwalificaties. Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding zich profileert ten opzichte van andere opleidingen Vrijetijdsmanagement door een accent te leggen op maatschappelijk ondernemen en duurzaamheid. In het eerste jaar zetten studenten in het kader van het maatschappelijk ondernemen in de module Jong ondernemen een eigen onderneming op. Duurzaamheid komt onder andere aan de orde in de 16/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

17 module het Leerbedrijf, waarin studenten toegepast onderzoek uitvoeren. Tevens streeft de opleiding er naar om zich te profileren op het terrein van toegepast onderzoek, zo heeft het auditteam vastgesteld. Met het oog hierop zal vanaf het volgende studiejaar ( ) het aantal EC, dat de opleiding besteedt aan onderzoek uitgebreid worden van 42 EC naar 60 EC. Uit een vergelijking van de opleiding met andere opleidingen Vrijetijdsmanagement blijkt, dat de opleiding Vrijetijdsmanagement van INHolland 48 EC aan onderzoek besteedt, de opleiding van Hogeschool Rotterdam 43 EC en de NHTV 44 EC. Uit deze cijfers blijkt dat de opleiding van Stenden thans nog in totaal minder EC besteedt aan onderzoek. Zij besteedt echter voorafgaand aan het afstudeeronderzoek in het vierde jaar meer EC aan onderzoek dan de andere drie opleidingen. Het auditteam heeft verder vastgesteld dat de voltijd- en de duale variant van de opleiding (nog) geen internationale profilering hebben. Associate degree Voor de invulling van het Ad-programma heeft de opleiding aansluiting gezocht bij het profiel van de Assistent Event Manager (Landelijk competentieprofiel Vrijetijdsmanagement, 2009). Het auditteam heeft geconstateerd dat het Ad-programma dezelfde competenties gebruikt als de voltijd- en duale variant. Het verschil zit in het niveau, namelijk dat van assistent. Vier van de tien competenties van de voltijd- en de duale variant worden niet gebruikt in het Ad- programma, omdat deze specifiek voor de hbo-bachelor bedoeld zijn. Het gaat om de competenties het werven van inkomsten, het managen van projecten, het leidinggeven aan medewerkers en het maken van producten. Voor het Ad-programma geldt dezelfde profilering als voor de voltijd - en de duale variant. Ook voor het Ad-programma heeft het auditteam geen internationale profilering kunnen vaststellen. Overwegingen Voltijd, duaal en Associate degree Het auditteam stelt op basis van de bovenstaande bevindingen vast dat de voltijd- en de duale variant van de opleiding aansluiten bij de tien landelijk vastgestelde domeincompetenties. Het Ad-programma sluit aan bij het profiel van de Assistant Event Manager. De opleiding heeft ondanks dat zij zich wil profileren op het terrein van onderzoek geen extra onderzoekscompetenties toegevoegd aan de landelijke competenties en de Stenden competenties, zo heeft het auditteam vastgesteld. Het auditteam ziet de thema s maatschappelijk ondernemen en duurzaamheid, waarmee de opleiding zich wil profileren met name terugkomen in het programma van het lectoraat Sociale Innovatie. De opleiding heeft (nog) geen internationale profilering. Het auditteam heeft de door de opleiding gemaakte vergelijking met andere relevante opleidingen bestudeerd en heeft vastgesteld dat zij tot op heden tot aan de afstudeerfase in het vierde jaar meer EC, maar in totaal minder EC (in totaal 42) aan onderzoek besteedt dan drie andere opleidingen. Echter, met ingang van het komende studiejaar (2011/2012) zal de opleiding in totaal 18 EC meer gaan besteden aan het afstudeeronderzoek en de scriptie. NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 17/73

18 Hiermee komt het aantal EC dat de opleiding aan onderzoek besteed op 60 EC. Het auditteam is van mening dat met deze maatregel de profilering op onderzoek beter tot zijn recht zal kunnen komen. Conclusie Het auditteam komt op basis van de bovenstaande bevindingen en overwegingen voor de voltijd- en de duale variant en het Ad-programma tot het oordeel goed op dit facet. Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen Voltijd en duaal Voor de voltijd- en de duale variant van de opleiding is het bachelorniveau beschreven in het document Course Document VM (2010) en Onderwijsplan VM (2005). De opleiding heeft de eigen competenties geoperationaliseerd met behulp van de Dublin descriptoren. In de zelfevaluatie is een overzicht opgenomen van de relatie tussen de vijf Dublin descriptoren en de twaalf competenties van de opleiding. In het overzicht wordt vermeld in welke onderdelen van het programma de competenties aan bod komen, namelijk in de conceptuele modulen, projecten, onderzoekscursussen, stages, afstuderen, trainingen en studieloopbaanbegeleiding. Tijdens het visitatiebezoek heeft het auditteam een aantal blauwdrukken van modulen ingezien. Het team heeft kunnen vaststellen dat hierin de competenties en de doelstellingen (leerdoelen) worden gerelateerd aan de Dublin descriptoren. De verantwoordelijkheid voor de doorontwikkeling van de competenties in de desbetreffende studieonderdelen ligt bij de expertiseteams. De kwaliteitscommissie, waarin de toetscommissie van de opleiding is geïntegreerd, adviseert en controleert het werk van deze teams. De Dublin descriptoren Kennis en inzicht, Toepassen van kennis en inzicht en Oordeelsvorming komen in alle competenties aan bod. De Dublin descriptor Communicatie ziet het auditteam met name terugkomen in de twee Stenden competenties de interculturele en de ondernemende competentie. Associate degree De opleiding heeft haar visie op het Ad-niveau beschreven in het document Aanvraag Pilot Ad (2006). Zij maakt gebruik van zes in plaats van tien competenties. Deze keuze is gebaseerd op het gebruik van het profiel van Assistant Event Manager en het competentieprofiel Vrijetijdsmanagement van Het Ad-programma heeft haar competenties afgeleid van de vijf Dublin descriptoren voor de short cycle. Alle competenties van het Ad-programma worden onderscheiden in één of meer deelcompetenties. 18/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

19 Als voorbeeld van de koppeling van een Dublin descriptor van de short cycle met een competentie van het Ad-programma neemt het auditteam de Dublin descriptor Het kunnen toepassen van kennis en inzicht in beroepsmatige contexten. Deze is gekoppeld aan de (deel)competenties van het Ad-programma het verkopen van vrijetijdsproducten en diensten en het ontwikkelen van vrijetijdsproducten en diensten. Overwegingen Voltijd, duaal en Associate degree Zoals al beschreven bij facet 1.1 hebben de voltijd- en de duale variant van de opleiding hun competenties aantoonbaar afgeleid van de landelijke competenties en gekoppeld aan de Dublin descriptoren. Voor het Ad-programma is gebruik gemaakt van de Dublin descriptoren van de short cycle. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding bij haar competenties geen onderscheid maakt in niveaus van beheersing. Conclusie Het auditteam komt op basis van de bovenstaande bevindingen en overwegingen voor de voltijd- als de duale variant en het Ad-programma tot het oordeel goed op dit facet. Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen Voltijd en duaal De competenties die de voltijd- en de duale variant van de opleiding (vanaf cohort 2010) gebruiken, zijn afgeleid van het landelijke competentieprofiel Vrijetijdsmanagement uit Het programma van vóór 2010 is gebaseerd op eerdere versies van het landelijke profiel. Bij facet 1.1 werd vermeld dat de competenties in samenspraak met het werkveld tot stand zijn gekomen en gevalideerd zijn door de Raad van Advies van de opleiding. De voltijd- en de duale variant van de opleiding willen de studenten opleiden tot breed inzetbare vrijetijdsmanagers, die als beginnend beroepsbeoefenaar terecht kunnen in een breed scala van beroepen in de arbeidsmarktsectoren van sport, kunst en cultuur en evenementen. Binnen deze sectoren kan de afgestudeerde verschillende functies uitoefenen. Voorbeelden van functies zijn: evenementencoördinator, beleidsmedewerker sport en cultuur, inkoopmanager bij een reisorganisatie, programmeur bij een theater, medewerker publiciteit en sponsoring en marketingmanager. NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 19/73

20 Bedrijven en functies waarin afgestudeerden van de opleiding in de afgelopen jaren terecht zijn gekomen zijn event manager bij de Heineken Music Hall, beleidsmedewerker bij het Recreatieschap de Marrekrite, marketing manager bij Muziekcentrum & Theater de Oosterpoort, projectmanager bij Aviodrome, teamleider Recreatie en Mobiliteit bij de rontmij en dutymanager bij Walibi World. Associate degree Het Ad-programma leidt studenten op voor dezelfde functies als de voltijd- en duale opleiding, maar dan op het niveau van assistant event manager. De opleiding maakt voor de functieomschrijving van de Ad-afgestudeerde gebruik van het profiel dat in 2009 is opgesteld door de banche-organisatie Independent Dutch Eventmarketing Association (IDEA). Overwegingen Voltijd, duaal en Associate degree Het auditteam concludeert dat de competenties van de beide varianten van de opleiding zijn ontleend aan de beroepspraktijk en dat deze zijn gevalideerd door de Raad van Advies. Deze raad blijkt de opleiding regelmatig te adviseren over de vraag hoe het programma zo actueel mogelijk gehouden kan worden. De voltijd- en de duale variant van de opleiding en het Ad-programma leiden op tot dezelfde functies in dezelfde sectoren, zo heeft het auditteam geconstateerd. Een verschil zit in het niveau. Voor de Ad-afgestudeerden geldt dat zij als assistent event manager worden aangesteld. Conclusie Het auditteam komt op basis van de bovenstaande bevindingen en overwegingen voor de voltijd- en de duale variant en het Ad-programma tot het oordeel goed op dit facet. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding De facetten 1.1, 1.2 en 1.3 zijn door het auditteam voor de beide varianten en het Adprogramma met een voldoende beoordeeld. Het auditteam komt op basis hiervan voor de beide varianten en het Ad-programma tot een positief oordeel op Onderwerp 1 Doelstellingen opleiding. 2.2 Programma Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. 20/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

21 Bevindingen Voltijd, duaal en Associate degree Studenten van de voltijd- en de duale variant van de opleiding en het Ad-programma verwerven onder andere kennis door vakliteratuur te bestuderen. Deze bestaat uit boeken en readers. Ook verwijst de opleiding studenten voor literatuur door naar relevante internetsites en vaktijdschriften, die zij in het Studielandschap kunnen raadplegen. De opleiding werkt met een zogenoemd collectieprofiel om de literatuur zo actueel mogelijk te houden. Naast het gebruik van de verplichte literatuur worden studenten gestimuleerd om zelf literatuur te zoeken, die aansluit bij de opdrachten en projecten. Zowel de voltijd- als de duale variant van de opleiding als het Ad-programma hechten veel waarde aan het onderhouden van een goede relatie met de beroepspraktijk. Studenten komen in direct contact met het werkveld door op excursie te gaan naar bedrijven en authentieke beroepsgerelateerde casussen uit te voeren. In het onderdeel Jong ondernemen in het eerste jaar van de voltijdopleiding en het Adprogramma zetten studenten een eigen onderneming op. In het onderdeel Het Leerbedrijf, dat is geprogrammeerd in het tweede jaar van de voltijdvariant en het Ad-programma doen studenten ervaring op met het uitvoeren van onderzoek. In de duale variant van de opleiding is het Leerbedrijf niet geprogrammeerd. Studenten van deze variant komen, vanwege het feit dat zij al werkzaam zijn in een bedrijf voldoende in aanraking met de beroepspraktijk, zo stelt het auditteam met de opleiding vast. Om zo actueel mogelijk te blijven, nodigt de opleiding regelmatig gastdocenten uit de beroepspraktijk uit. Ook onderhoudt zij met het oog op de actualiteit contact met de brancheorganisatie IDEA en de Raad van Advies. De expertiseteams en de leden van de kwaliteitscommissie hebben de taak om de actualiteit van de opleiding te bewaken. Een belangrijk onderdeel van de opleiding is de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden. Studenten leren deze vaardigheden door een product of dienst voor de vrijetijdsindustrie te ontwikkelen. Een product kan bijvoorbeeld een ondernemingsplan zijn en een dienst kan het organiseren van een bedrijfsvoering zijn. Een veel voorkomende opdracht is het uitvoeren van een marktonderzoek voor een bedrijf. De opleiding hecht veel belang aan onderzoeksvaardigheden. Het kenniscentrum European Tourism Futures Institute (ETFI), waarmee de opleiding binnen de School of Leisure and Tourism Management samenwerkt, speelt een belangrijke rol bij de vormgeving van het onderwijs, waarin deze vaardigheden worden aangeleerd. De samenwerking met dit lectoraat zorgt er tevens voor dat de opleiding op de hoogte blijft van de meest actuele ontwikkelingen in het onderzoeksdomein op het terrein van Vrijetijdsmanagement. De opleiding heeft onderwijs in onderzoek geprogrammeerd in de zogeheten onderzoekslijn. Tot en met het studiejaar 2011 heeft de onderzoekslijn van de voltijdvariant een omvang van 42 EC. Vanaf het studiejaar 2011/2012 wordt de omvang van deze lijn uitgebreid tot 60 EC. Centrale modulen in de onderzoekslijn van het (huidige) voltijdprogramma zijn het Leerbedrijf en de Leisure NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 21/73

22 Onderzoeksmodule. Het eerste onderdeel is geïntegreerd in elk van de vier periodes van het tweede jaar en het tweede onderdeel in het derde jaar. In het eerste jaar komen studenten in alle vier de modulen in aanraking met onderzoek in de al eerder genoemde module Jong Ondernemen. Zij voeren binnen een organisatie of bedrijf in het toekomstige werkveld een onderzoek(je) uit. In het vierde jaar voeren studenten in het kader van de stage en het afstuderen een onderzoek uit in het binnen- of buitenland. Op basis van de resultaten van het onderzoek schrijven zij een advies. In het duale programma wordt aandacht besteed aan onderzoek in het eerste en het tweede jaar. In het eerste jaar wordt in de tweede module aandacht besteed aan kwalitatief onderzoek en in derde module aan kwantitatief onderzoek, onder andere aan SPSS en het maken van enquêtes. In de vierde module komen observatietechnieken aan bod. Per moduleperiode schrijven de duale studenten minimaal twee reports, waarin de structuur van de scriptie wordt gehanteerd. De Ad-studenten komen vanaf het eerste jaar in aanraking met onderzoek in de module Jong ondernemen. Volgens de resultaten van de Nationale Studenten Enquête 2010 (NSE, 2010) waarderen de voltijdstudenten de aansluiting van de opleiding bij actuele ontwikkelingen in het werkveld met ruim voldoende (score 3,6 op een vijfpuntsschaal). De praktijkgerichtheid beoordelen zij met de score 3,3 en de mate van contact met de beroepspraktijk met de score 3,1. Ook de alumni zijn tevreden over de actualiteit van de opleiding, zo blijkt uit de HBO-Monitor Zij waarderen de voorbereiding op de beroepspraktijk met de score 6,4 (op een tienpuntsschaal), de inbedding in de beroepspraktijk met de score 6,5 en de aansluiting van de opleiding op actuele ontwikkelingen in het vakgebied met de score 6,7. De docenten waarderen de aansluiting met de beroepspraktijk volgens het Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2009 met de score 6,7. Om de relatie met de beroepspraktijk verder vorm te geven en nog beter te verankeren, dienen docenten in hun jaarlijkse POP-gesprek aan te geven op welke wijze zij betrokken zijn bij het werkveld, de lectoraten en de leerbedrijven en aan welke symposia en excursies zij in het afgelopen jaar hebben deelgenomen. Overwegingen Voltijd, duaal en Associate degree De beide varianten van de opleiding en het Ad-programma hebben volgens het auditteam een hechte relatie met beroepspraktijk. De authentieke beroepsgerichte casussen nemen een belangrijke plaats in binnen het curriculum, evenals de modulen Jong ondernemen in het eerste jaar en het Leerbedrijf in het tweede jaar, zo heeft het auditteam vastgesteld. Opdrachten kunnen de vorm hebben van een onderzoek, een advies of product. In het duale programma zijn deze beide onderdelen niet geprogrammeerd, omdat duale studenten al in de beroepspraktijk werkzaam zijn. Het auditteam concludeert op basis van de documentatie en gesprekken dat de voltijd- en de Ad-studenten gedurende de hele opleiding in aanraking komen met de beroepspraktijk. Dit geldt ook voor de duale studenten, omdat zij naast hun studie werkzaam zijn in de beroepspraktijk. 22/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement

23 Het auditteam heeft tijdens het visitatiebezoek de literatuur bestudeerd, die in de beide varianten en het Ad-programma wordt gebruikt en concludeert dat deze voldoende actueel en van een goed niveau is. Een klein deel van de literatuur is Engelstalig. Naast de aandacht die de opleiding besteedt aan het verwerven van beroepsvaardigheden, besteedt de opleiding in de onderzoekslijn aandacht aan onderzoeksvaardigheden. De opleiding heeft als doel om studenten te stimuleren om de beroepspraktijk te benaderen vanuit een onderzoekende houding. Het auditteam heeft niet kunnen vaststellen dat dit streven thans al in alle modulen terugkomt. Wel heeft het auditteam kunnen constateren dat de opleiding intensief samenwerkt met het lectoraat Scenarioplanning Toerisme, met name om deze doelstelling te kunnen realiseren. Conclusie Het auditteam komt op basis van de bovenstaande bevindingen en overwegingen voor de voltijd- en de duale variant en het Ad-programma tot het oordeel goed op dit facet. Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen Voltijd De opleiding werkt thans met twee curricula, het lopende (bestaande) en het vernieuwde. Het lopende curriculum is ingevoerd in 2005 en wordt vanaf 2010 gefaseerd vervangen door een vernieuwd curriculum, dat is gebaseerd op het in 2009 vernieuwde competentieprofiel. Ten tijde van de visitatie was alleen van het eerste jaar het vernieuwde curriculum beschikbaar. De eerste drie jaren van de voltijdvariant van de lopende opleiding bestaan uit vier onderwijsperioden van tien weken en een omvang van 15 EC. Het vierde jaar bestaat uit de stage (43 EC) en de afstudeeropdracht (17 EC). Elke periode heeft een centraal thema en elk thema bestaat uit vijf zogenoemde bouwstenen. De bouwstenen hebben een omvang van drie EC of een veelvoud van drie EC, met een maximum van 15 EC. Elk onderdeel wordt afgesloten met een toets; de vorm ervan is afhankelijk van de gehanteerde werkvorm(en) en de doelstellingen van het onderdeel. In de onderdelen probleem gestuurd onderwijs (PO) ligt de nadruk op kennisverwerving. In de doorlopende opleidingsspecifieke bouwstenen (DOB) ligt het accent op (het toetsen van) attitudes en vaardigheden. Dit is bijvoorbeeld het geval in de module Jong Ondernemen en de workshops Managementvaardigheden. NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement 23/73

24 Zoals al beschreven bij facet 1.2 heeft de opleiding in een overzicht aangegeven in welke onderdelen welke competenties aan bod komen. De bijlage van het Coursedocument Vrijetijdsmanagement 2010 geeft hiervan een meer gedetailleerd overzicht. In dit document wordt beschreven in welke studieonderdelen van het vernieuwde programma de tien competenties aan bod komen. Tevens geeft het overzicht aan welke werk- en toetsvormen er in de verschillende onderdelen worden gebruikt. In de moduleblauwdrukken, die het auditteam tijdens het bezoek heeft ingezien, zijn de leerdoelen van de desbetreffende onderdelen gerelateerd aan de competenties. Duaal Het driejarige programma van de duale variant heeft dezelfde opbouw als de voltijdvariant, dat wil zeggen dat ook in deze variant elk jaar is opgebouwd uit vier periodes van tien weken van 15 EC. Het duale programma werkt (nog) niet volgens het concept van bouwstenen. In de duale variant zijn voor een deel dezelfde onderdelen geprogrammeerd als in het voltijdprogramma, maar de volgorde waarin de onderdelen worden gegeven is anders. Het duale programma kent geen stage, maar wel een afstudeeropdracht met een omvang van 22 EC. Duale studenten voeren een aantal opdrachten uit binnen hun eigen organisatie. Ook voor de duale variant geldt dat in de moduleblauwdrukken, die het auditteam tijdens het bezoek heeft ingezien en waarin de leerdoelen van de desbetreffende onderdelen zijn gerelateerd aan de competenties. Associate degree Het Ad-programma bestaat uit twee cursusjaren. Het eerste jaar van het Adprogramma is identiek aan dat van de voltijd-bacheloropleiding. Het tweede jaar van het Ad-programma verschilt van dat van het voltijd-bachelorprogamma, dat wil zeggen dat het Ad-programma studenten niet de mogelijkheid biedt om te kiezen voor het Leerbedrijf. Dit onderdeel is verplicht in de eerste periode van het tweede jaar. In de vierde periode van het tweede jaar, wijkt het Ad-programma af van dat van de voltijdopleiding. Studenten sluiten de opleiding af met de module Event management. Ook voor het Ad-programma geldt dat in de moduleblauwdrukken de doelstellingen (leerdoelen) van de onderdelen zijn afgeleid van de competenties. Overwegingen Voltijd, duaal en Associate degree Het auditteam is van mening dat de voltijd- en de duale variant en het Ad-programma studenten goede mogelijkheden bieden om de competenties te verwerven. De in de opleiding gehanteerde onderwijsvormen van probleem gestuurd onderwijs (PO) en het werken aan opdrachten, projecten en authentieke beroepstaken stellen studenten in staat om zich de competenties eigen te maken. Duale studenten voeren een aantal opdrachten uit binnen hun eigen organisatie. 24/73 NQA - Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding en Ad-programma Vrijetijdsmanagement