VISIE RUIMTE SAMENVATTING VAN DE KERNNOTA

Transcriptie

1 VISIE RUIMTE SAMENVATTING VAN DE KERNNOTA

2 2 VISIE RUIMTE SAMENVATTING VAN DE KERNNOTA De provincie - jouw streekmotor Hoe gaan we om met onze ruimte op lange termijn? Welke strategie volgen we? Om hier een antwoord op te bieden voerden de gemeenten, provincies en Vlaanderen, begin deze eeuw, de ruimtelijke structuurplannen in. Nieuwe uitdagingen Vandaag staan we voor andere uitdagingen dan bij de goedkeuring van het eerste provinciale ruimtelijk structuurplan in We denken anders over wonen, werken, mobiliteit, recreatie, klimaat en open ruimte dan eind jaren 90, toen het huidige ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant tot stand kwam. Daarom werkt de provincie sinds 2014 intensief aan een nieuwe ruimtelijke visie: met eigen analyses, gericht onderzoek en overleg met de betrokken provinciale diensten. We gingen in debat met externe experten, middenveldorganisaties, Vlaamse overheidsadministraties en gemeentebesturen. Dit traject bracht ons waar we vandaag staan, met een vernieuwd en wervend ruimtelijk verhaal: de Visienota Ruimte. De provincieraad keurde intussen de kernnota goed, een belangrijke bouwsteen van wat het provinciaal beleidsplan ruimte Vlaams-Brabant zal worden. De vernieuwing van het beleid focust op drie sporen: Spoor 1: ruimtelijke ontwikkelingen sturen binnen een performant mobiliteitsnetwerk Spoor 2: het uitwerken van een ruimtelijk-economische agenda voor de provincie Spoor 3: de ruimtelijke vertaling van het provinciaal klimaatplan In dialoog Vlaamse visie Met de Visienota Ruimte trekt de provincie als streekmotor aan de kar. Vanuit onze eigen kennis, expertise en ervaring met het ruimtelijk beleid in Vlaams-Brabant geven we ook input aan het Vlaamse ruimtelijk beleid. Onze Visienota past ook inhoudelijk en formeel in de ruimtelijke beleidsplanning van de Vlaamse overheid: een beleidsplan is opgebouwd uit een strategische visie en een set van beleidskaders. Deze kernnota met globale ruimtelijke strategieën en een vertaling hiervan in strategische thematische beleidslijnen kan je dus beschouwen als de strategische visie, zoals die in een beleidsplan een plaats moet krijgen. Mijlpaal We bouwen stap voor stap aan dit belangrijke traject voor de toekomst. We willen de vernieuwing van het ruimtelijk beleid dan ook grondig en doordacht aanpakken, waarbij we telkens de voor- en nadelen afwegen om ten slotte goed onderbouwde beslissingen te nemen. Toch is deze kernnota een mijlpaal waar we als provincie fier op zijn. De krachtlijnen en de ruimtelijke principes die erin beschreven zijn, geven ons ruimtelijke beleid de komende jaren een duidelijke richting. Op weg naar een aangename, aantrekkelijke en duurzame provincie, waar inwoners, bedrijven en bezoekers ruimte krijgen. Ruimte om zich thuis te voelen, om creatief bezig te zijn, om zichzelf te ontplooien. Ruimte om die dingen te doen waarmee onze provincie groot is geworden en zich in de toekomst nog verder op de kaart kan plaatsen. Samen maken we er iets moois van. INHOUD HET BELEIDSPLAN, EEN VERNIEUWING VAN HET RUIMTELIJK BELEID 3 UITDAGINGEN 4 MISSIE 5 BASISPRINCIPES VOOR HET RUIMTELIJK BELEID 5 Cultuurlandschap als nieuwe bril 5 Drie fundamentele principes 6 STRATEGIEËN 7 Hoogdynamische corridors, harde ruggengraat voor ruimtelijke ontwikkelingen 7 Robuust openruimtenetwerk, zachte ruggengraat voor ruimtelijke ontwikkelingen 7 Productief landschap 8 Netwerk van levendige kernen 8 Internationale groeipolen en optimalisatie economische knooppunten 9 Ruimte voor energie 9 3 Bij de opmaak van deze kernnota was een open dialoog belangrijk. Dat blijft zo. In de loop van 2018 nemen we de tijd om de inwoners, de belanghebbenden en de lokale besturen te informeren en consulteren. Vervolgens werken we de operationele beleidskaders uit die de ruimtelijke visie, uitgangspunten en beleidslijnen van deze kernnota concreet invullen. Ook dit doen we in nauwe samenwerking met de relevante actoren. En als deze beleidskaders klaar zijn, starten we de formele procedure om deze Visienota te verankeren in het nieuw provinciaal beleidsplan ruimte Vlaams-Brabant. Ann Schevenels Gedeputeerde ruimtelijke planning en stedenbouw THEMATISCHE VERTALING 10 Mobiliteit 10 Wonen 11 Voorzieningen 12 Economie 13 Open ruimte 14 Energie 15

3 HET BELEIDSPLAN, EEN VERNIEUWING VAN HET RUIMTELIJK BELEID 4 Onze provincie staat voor enkele nieuwe uitdagingen: de mobiliteitsdruk is groter dan 15 jaar geleden, de toenemende bebouwing buiten de dorpen en steden heeft een impact op het landschap, de open ruimte verdwijnt aan een hoog tempo, het klimaat verandert, de economie moet concurreren op wereldschaal... Deze uitdagingen vragen om een aangepast ruimtelijk beleid, gebaseerd op nieuwe inzichten. De Visienota Ruimte Vlaams-Brabant geeft vorm aan het provinciale ruimtelijke beleid, tussen het Vlaamse en gemeentelijk niveau in. De kernnota bestaat uit 2 onderdelen: enerzijds ruimtelijke strategieën en anderzijds een thematische vertaling hiervan. De kernnota is de strategische visie van het hele beleidsplan, met onder meer een toekomstbeeld en een overzicht van belangrijke beleidslijnen. De thematische vertaling zet deze visie om naar concrete uitgangspunten en beleidslijnen. 5 Daarom werkte de provincie de Visienota Ruimte Vlaams-Brabant uit, met nieuwe basisprincipes, ruimtelijke strategieën en prioriteiten voor het provinciale ruimtelijke beleid. De krachtlijnen van de nota kwamen tot stand na een breed participatieproces waarbij ambtenaren, besturen, middenveld en inwoners werden betrokken. De nu goedgekeurde kernnota is een eerste stap in de voorbereiding van een beleidsplan ruimte Vlaams-Brabant. Dit moet de opvolger worden van het structuurplan Vlaams-Brabant dat werd opgemaakt in 2004 en herzien in 2012.

4 VISIE RUIMTE UITDAGINGEN EN MISSIE 6 DEMOGRAFIE In 2030 zal de provincie inwoners meer huisvesten dan in De groep van 65-plussers stijgt het sterkst. Samen met de trend van gezinsverdunning betekent dit een grotere vraag naar kleinere en aangepaste woningen. De uitdaging is om deze woningen op de juiste plaats in te plannen. Het beschikbare woonaanbod is vandaag niet altijd even goed bereikbaar met het openbaar vervoer of gelegen in de buurt van winkels, scholen en andere voorzieningen. ECOSYSTEMEN EN HUN DIENSTEN ONDER DRUK UITDAGINGEN Welke grote, inhoudelijke uitdagingen vormen de aanleiding voor de opmaak van deze visienota ruimte? Ecosystemen voorzien onze maatschappij van een hele reeks diensten en goederen van onschatbare waarde. Ze produceren zuiver water, reguleren de luchtkwaliteit, beschermen ons tegen overstromingen, bieden ruimte voor recreatie, sport en ontspanning. Maar deze ecosysteemdiensten kunnen niet zonder biodiversiteit en open ruimte. Door de druk op de open ruimte gaan veel kwaliteiten van ecosystemen achteruit. Een concreet voorbeeld is onze voedselproductie die onder druk staat. KLIMAATVERANDERING EN ENERGIEBEHOEFTE Om een verdere opwarming van de aarde tegen te gaan, moet de uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteiten zo snel mogelijk drastisch afnemen. De provincie heeft zich geëngageerd om te evolueren naar een klimaatneutraal en klimaatbestendig Vlaams-Brabant tegen Concreet bestaat deze klimaatuitdaging er vooral in om onze energiebehoefte te verkleinen en de omslag te maken van fossiele brandstof naar hernieuwbare energie. Daarvoor zijn ook ruimtelijke afwegingen nodig, denk maar aan locaties van installaties voor duurzame energie (wind, zon, biomassa en aardwarmte). Het is dus een uitdaging om deze klimaatambitie te vertalen naar het provinciale ruimtelijke beleid. Maar ook om onze ruimte zo te organiseren dat de provincie maximaal beschermd wordt tegen de onvermijdbare risico s van de klimaatverandering. MOBILITEIT Om maatschappelijke en ruimtelijke redenen maken we steeds meer verplaatsingen in onze provincie.. In twee op de drie gevallen kiezen we voor de auto. Onze wegen raken daardoor overbelast en onze veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid komt in het gedrang. De oorzaak van deze verplaatsingen moet aangepakt worden, maar ook de manier waarop ze gebeuren: er dringt zich een modal shift op: van de wagen naar een mix van verschillende vervoersmogelijkheden (fiets, wagen, openbaar vervoer, te voet ) ECONOMISCHE ONTWIKKELING Om onze huidige economische welvarendheid te vrijwaren, is ruimte voor bedrijvigheid en handel nodig. Veel bestaande bedrijventerreinen kennen momenteel echter een inefficiënt ruimtegebruik. Dat kan beter. In stadsen dorpskernen moet er plaats zijn voor detailhandel. Ook personeelsintensieve activiteiten, zoals kantoren, vragen een aangepast ruimtelijk beleid. MISSIE Als provincie helpen we de uitdagingen van onze samenleving het hoofd te bieden. Deze visienota doet dit vanuit het ruimtelijke beleid: het bevat inhoudelijke basisprincipes, strategieën en thematische vertalingen die ambitieuze antwoorden bieden op de ruimtelijke uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden. Het is de missie van onze provincie om (ruimtelijke) samenhang op regionaal niveau te creëren. Hiervoor zetten we partnerschappen op om samen projecten vorm te geven over de verschillende beleidsdomeinen heen, en trachten we de bestuurlijke kloof tussen het gewestelijke en het gemeentelijke niveau te overbruggen met geslaagde en inspirerende samenwerkingsverbanden. 7

5 VISIE RUIMTE BASISPRINCIPES 8 BASISPRINCIPES VOOR HET RUIMTELIJK BELEID Wat zijn de basisprincipes van het ruimtelijke beleid? Hoe maken we de overgang van de maatschappelijke uitdagingen naar specifieke strategieën? CULTUURLANDSCHAP ALS NIEUWE BRIL In deze visienota bekijken we de ruimte als een cultuurlandschap: het resultaat van de eeuwenlange wisselwerking tussen het fysische systeem en menselijke activiteiten. We herkennen in dit cultuurlandschap twee hoofdstructuren die de ontwikkeling van onze ruimte domineren: Het fysische systeem (de bodem, reliëf, watersysteem ) is natuurlijk ontstaan en vormt een landschappelijke structuur die we moeten beschermen als zachte ruggengraat van het cultuurlandschap. De menselijke activiteiten in onze omgeving delen we onder in vijf typerende bouwstenen: steden, dorpen, de perifere structuur, het economisch weefsel, en de openruimtestructuur: Steden hebben een historische centrumfunctie met bovenlokale voorzieningen, hoge woondichtheid, tewerkstelling en een goede bereikbaarheid. Ze hebben een regionale aantrekkingskracht. Dorpen hebben een belangrijke woonfunctie en huisvesten diverse lokale voorzieningen. Het economisch weefsel omvat bedrijventerreinen, detailhandelslinten en kantoorlandschappen, vaak in afzonderlijke clusters. De openruimtestructuur betreft landbouwgebieden en kleinere ecologische gebieden tussen de bebouwde omgeving. Recreatie en toerisme maken er gebruik van. Deze typologie van structuren helpt om de ruimte te lezen en toont aan hoe divers de ruimte in Vlaams-Brabant is. Van plek tot plek verschillen de uitdagingen en dus ook de aanpak. DRIE FUNDAMENTELE PRINCIPES Efficiënt ruimtegebruik De vraag naar ruimte vanuit verschillende sectoren (natuur, landbouw, economie, wonen, mobiliteit ) is zodanig groot dat je de ruimte niet langer eenvoudigweg kan opdelen. Je moet ze organiseren volgens een optimaal ruimtelijk rendement. Daarvoor hanteert de provincie vier principes: > Compact bouwen door woningen en andere functies te stapelen en te schakelen. > Minder inname van extra ruimte om de open ruimte te vrijwaren. Nabijheid en bereikbaarheid sturen ruimtelijke ontwikkelingen Nabijheid is de afstand die een persoon moet afleggen, bereikbaarheid is het gemak waarmee deze afstand kan afgelegd worden met een geschikt verplaatsingsmiddel. Deze grondbeginselen liggen aan de basis van ruimtelijke mobiliteit en hebben ook een sociale component. Ruimtelijke ontwikkelingen moeten dus gebundeld worden in goed bereikbare kernen zodat onze verplaatsingsbehoefte afneemt en er geen verdere versnippering van de open ruimte is. Fysisch systeem als basis, een geïntegreerde benadering van de ruimte Het landschap waarin we leven, is het resultaat van de eeuwenlange wisselwerking tussen het fysische systeem en menselijke activiteiten. De uitdagingen maken duidelijk dat we de werking van het fysische systeem moeten beschermen en versterken. Respect voor dit systeem geeft een duidelijke structuur aan ruimtelijke ontwikkelingen. 9 De mobiliteitsinfrastructuur vormt de harde ruggengraat. We moeten deze structuur verduurzamen en integreren met andere ruimtelijke ontwikkelingen. In de periferie gaat het over nederzettingsvormen aan de rand van kernen zoals woonlinten en woonwijken of geïsoleerde bedrijfjes. > Verweving van verschillende functies of meervoudig ruimtegebruik. > Tijdelijk ruimtegebruik en ruimtelijke transformatie.

6 10 STRATEGIEËN De strategieën vormen de krachtlijnen voor het ruimtelijk beleid dat de provincie zal voeren. Ze zijn ambitieus en raken de kern van de ruimtelijke uitdagingen. HOOGDYNAMISCHE CORRIDORS, HARDE RUGGENGRAAT VOOR RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN De auto botst tegen zijn grenzen aan. Een ruimtelijk beleid dat zich richt op openbaar vervoer en fietsen, komt als oplossing in beeld. Om de demografische en economische groei optimaal op te vangen, zijn onze steden goed uitgerust en multimodaal met elkaar verbonden. Tussen deze grote steden wil de provincie hoogdynamische corridors, dit zijn parelsnoeren van kleinere kernen die ook multimodaal ontsloten zijn, langs een hoogwaardig netwerk van openbaar vervoer. De groei wordt dan in deze kernen opgevangen, zonder de leefbaarheid van de kernen buiten de hoogdynamische corridors uit het oog te verliezen. ROBUUST OPENRUIMTENETWERK, ZACHTE RUGGENGRAAT VOOR RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN Onze rivier- en beekvalleien, bossen, landbouwgebieden en ecologische verbindingen vormen de zachte ruggengraat voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De samenhang tussen deze verschillende gebieden is cruciaal voor het openruimtenetwerk. Daarom moeten we deze gebieden duurzaam beheren en maximaal beschermen. Dit netwerk willen we zowel in open ruimte als in bebouwde omgeving uitbouwen. Binnen het netwerk vormt vooral de versterking van ecosystemen een belangrijke uitdaging. 11

7 VISIE RUIMTE STRATEGIEËN 12 PRODUCTIEF LANDSCHAP De open ruimte beschouwen we als een productief landschap met een grote maatschappelijke, ecologische en economische meerwaarde. Niet alleen door de landbouw is het landschap productief, ook de natuur biedt ons diensten aan zoals natuurbeleving en recreatie. Om de verschillende vormen van maatschappelijke meerwaarde concreet te maken en het productief landschap operationeel te krijgen en te houden, zijn slimme samenwerkingsverbanden nodig. NETWERK VAN LEVENDIGE KERNEN Om de leefbaarheid in alle kernen te garanderen, wordt een netwerk uitgebouwd dat verschillende types van kernen met elkaar verbindt. In kernen langs de vervoerscorridors kan een aanzienlijk deel van de bevolkingsgroei opgevangen worden. Meer woningen zorgt ook voor meer kwaliteitsvolle voorzieningen. Slimme ontwerpen moeten de leefbaarheid vrijwaren. Voor kernen buiten de vervoerscorridors worden alternatieve manieren ontwikkeld die de leefbaarheid garanderen, zonder in te zetten op sterke groei. Dorpen blijven wel een centrumrol spelen voor hun omgeving. Door al deze woonkernen duurzaam en multimodaal met elkaar te verbinden, blijven basisvoorzieningen overal bereikbaar. INTERNATIONALE GROEIPOLEN EN OPTIMALISATIE ECONOMISCHE KNOOPPUNTEN Om onze internationale concurrentiepositie verder te versterken, kiezen we voor de verdere uitbouw van drie internationale groeipolen: de Vlaamse rand rond Brussel, de luchthavenregio en de Leuvense stadsregio. Dit zijn belangrijke centra voor zaken, diensten en kennisontwikkeling met nog veel ruimtelijke ontwikkelingskansen. Het provinciale beleid ondersteunt en ontwikkelt deze drie internationale groeipolen door ze als samenhangend geheel te ontwikkelen en in de markt te zetten. Daarvoor moet de beschikbare ruimte wel selectief ingezet worden. RUIMTE VOOR ENERGIE Transport en huishoudens staan samen in voor ongeveer 1/3e van de totale energiebehoefte. Via het ruimtelijke beleid willen we deze vraag naar energie verkleinen door nabijheid te stimuleren. Een verplaatsing te voet of per fiets kan zo een waardig alternatief bieden voor privaat autogebruik. Ook het afstemmen van energieproductie en consumptie vergt ruimtelijke nabijheid. Wanneer de vraag naar energie (consumptie) en het aanbod van energie (productie) beter op elkaar afgesteld zouden zijn, dan is de totale energiebehoefte immers kleiner. In tweede instantie zullen we ook meer energie uit hernieuwbare bronnen zoals wind, zon, aardwarmte en biomassa moeten halen, afhankelijk van de lokale context. 13

8 VISIE RUIMTE STRATEGIEËN THEMATISCHE VERTALING Wat betekenen de ruimtelijke principes en strategieën voor het beleid. 14 De uitgangspunten en beleidslijnen bepalen hoe we rond verschillende thema s omgaan met onze ruimte. Uiteraard moeten deze nog verder op maat uitgewerkt worden, afhankelijk van de specifieke locatie en context. Zo vormt dit deel de brug naar meer concrete beleidskaders. heid multimodaal veiligstellen, en helpen om de klimaatdoelstellingen te halen. > Minder verplaatsingen door een locatiebeleid waarbij het juiste programma op de juiste plaats wordt voorzien. 15 > Infrastructuur voor fietsers en voetgangers. MOBILITEIT > Performant openbaar vervoer door de knooppunten te versterken, doorstroming te garanderen met een spoorlijn of aparte bedding tussen de steden, en een flexibel vervoersnetwerk uit te bouwen in functie van de lokale context en nieuwe technologische ontwikkelingen. > Verkeersluwe stads- en dorpskernen. > Het wegennet optimaliseren om de beschikbare infrastructuur efficiënt te benutten. Een overgang naar duurzame mobiliteit moet de verkeersdrukte, autoafhankelijkheid, uitstoot van broeikasgassen, fijn stof en geluidshinder verminderen. Dat zal de leefkwaliteit en gezondheid verbeteren, de bereikbaar- > Multimodale knopen verder ontwikkelen. > Ruimte bieden voor innovatieve mobiliteitsoplossingen.

9 VISIE RUIMTE THEMATISCHE VERTALING 16 WONEN De demografische uitdagingen - de bevolkingstoename, de gezinsverdunning, de maatschappelijke en ecologische impact van perifeer wonen, het onevenwicht tussen woningaanbod en behoefte - vragen een trendbreuk in het regionaal woonbeleid. De meest geschikte woonlocaties zijn multimodaal bereikbaar en nabij voorzieningen. Er is vooral nood aan kleine, betaalbare en kwaliteitsvolle woningen in hogere woondichtheden, met aandacht voor de bestaande context. > Demografische groei in de eerste plaats in steden. > Groei in de goed uitgeruste kernen binnen de multimodale corridors, dus ontsloten door hoogwaardig openbaar vervoer. > Buiten de corridors worden bijkomende, kleine woningen geconcentreerd in dorpskernen, gecombineerd met voorzieningen. > Kwalitatieve kernversterking: verdichting met aandacht voor toegankelijkheid, publieke groene ruimte, de lokale eigenheid > Selectieve verdichting en vernieuwing, vooral binnen de kernen. > Goedkope en sociale woningen in steden en kernen. > Versnippering van de open ruimte tegengaan door nieuwe, niet-ingesloten verkavelingen buiten de kernen te vermijden. VOORZIENINGEN Met voorzieningen bedoelen we zowel publieke (school, cultuur, openbare diensten, sport, zorg, speelruimte ) als commerciële voorzieningen (handel, commerciële dienstverlening, recreatie ). Dagelijkse voorzieningen moeten te voet of per fiets bereikbaar zijn, periodieke voorzieningen met collectief vervoer. Door ze te clusteren bij woningen wordt hun draagvlak ondersteund. Bij nieuwe projecten moet de locatie kritisch geëvalueerd worden, maar het ruimtelijk beleid richt zich in eerste instantie vooral op de consolidatie van bestaande voorzieningen. > Clustering van voorzieningen in steden vanwege het groot gebruikerspotentieel op loop- en fietsafstand. > Complementair voorzieningenaanbod in hoogdynamische corridors. > Gedeelde voorzieningen binnen een dorpennetwerk: kleinere kernen met onvoldoende gebruikers beschikken samen met naburige kernen over een complementair aanbod. > Duurzame detailhandelsclusters: het aanbod van kleinhandel in steden en kernen wordt ondersteund. In linten wordt dat aanbod selectief afgebouwd. > Openruimte-, vrijetijds- en plattelandsvoorzieningen ontsluiten voor de fiets en collectief vervoer. ECONOMIE De ruimtelijk-economische beleidsvisie wil de concurrentiepositie van Vlaams-Brabant versterken en zo de welvaart vrijwaren. Om de economie minder afhankelijk te maken van het wegverkeer, moeten we een modal shift van mensen en goederen realiseren. De nabijheid van tewerkstelling en de beschikbaarheid van producten en diensten bepalen mee de leefkwaliteit van steden en dorpskernen. Het ruimtelijke beleid stimuleert daarom de verweving van economische activiteiten, op voorwaarde dat ze geen onaanvaardbare hinder veroorzaken. Eerder dan nieuwe economische gebieden te ontwikkelen, kiezen we er voor om de bestaande economische structuur te optimaliseren. Flexibele en tijdelijke ruimte voor economie kunnen een oplossing bieden voor bedrijven om vlotter te anticiperen op nieuwe uitdagingen. En, ten slotte, moeten we de kansen voor een circulaire economie vrijwaren. > Drie internationale groeipolen bouwen we verder uit: de luchthavenregio (binnen ruimtelijk aanvaardbare grenzen), de Leuvense kennisregio, en delen van de Vlaamse rand. > Economische activiteiten concentreren en verweven in en rond de steden. > Overige regionale economische knooppunten buiten de steden die strategisch gelegen zijn, kunnen verder ontwikkeld worden. > Benutting van bestaande bedrijfsruimte volgens de draagkracht van de lokale omgeving. 17

10 VISIE RUIMTE THEMATISCHE VERTALING OPEN RUIMTE ENERGIE 18 Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Ze levert ons allerlei diensten en is dus een kostbaar goed dat we moeten beschermen. De ontwikkeling en inrichting ervan moet altijd afgestemd zijn op de karakteristieken van het landschap, in samenwerking met de verschillende gebruikers. Om een robuust openruimtenetwerk te kunnen realiseren, staat de samenhang van de open ruimte voorop. Als we als provincie klimaatneutraal willen zijn, moeten we vandaag nadenken over hoe we in de toekomst onze energiebehoefte invullen. Met een zo laag mogelijke energiebehoefte en zoveel mogelijk hernieuwbare energie. Door de ruimte beter te organiseren, kunnen we al een grote stap nemen. Het duurzame energielandschap zal overal in het landschap plaatsvinden. 19 > Grote natuurgehelen beschermen en versterken om het openruimtenetwerk van ecologische kwaliteit te voorzien. Recreatie en landbouw kan, als er geen afbreuk gedaan wordt aan de aanwezige ecosystemen. > Groenblauwe dooradering voorziet de ruimte van continuïteit, zowel in de bebouwde als onbebouwde gebieden. > Vrijwaren van het landbouwgebied: het aaneengesloten karakter van landbouwgebied is een belangrijke voorwaarde voor ecologische samenhang én voor het voortbestaan en ontwikkelen van agrarische activiteiten. > Minder energiebehoefte door nabijheid en bereikbaarheid. > Ruimte voor hernieuwbare energieproductie, met oog voor landschappelijke inbedding. Bij de opmaak van bouwplannen kan gekeken worden naar de optimale oriëntatie voor zonne-energie. In de open ruimte, langs lijninfrastructuur of op bedrijventerreinen kunnen windturbines verrijzen. In landbouw- of economisch gebied zijn er kansen voor de omzetting van biomassa.. > Buffering en uitwisseling van energie om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, door reststromen lokaal op te vangen en een (internationaal) gekoppeld transmissienetwerk uit te bouwen.

11 MEER INFO Provincie Vlaams-Brabant Dienst ruimtelijke planning Provincieplein Leuven Beleidsverantwoordelijke Ann Schevenels gedeputeerde voor ruimtelijke planning tel