Regionale samenwerking voor Leerplicht en RMC in de regio Voorne - Putten en Rozenburg

Transcriptie

1 Regionale samenwerking voor Leerplicht en RMC in de regio Voorne - Putten en Rozenburg Opdrachtgever: Gemeente Spijkenisse Datum: maart 2009 Plaats: Helmond Status: Definitief Donkelaar & Schüller adviseurs BV Postbus AD Helmond T: F: E: info@densa.nl U: Donkelaar & Schüller adviseurs BV is specialist op de vakgebieden Jeugdwerkloosheid, Voortijdig Schoolverlaten, Leerplicht en Leerlingenvervoer. De projectleiders en adviseurs van DSA houden zich dagelijks bezig met het tot stand brengen van samenwerking in de keten, regionalisering, het optimaliseren van de organisatie, werkprocessen en van de bijbehorende geautomatiseerde systemen. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv

2 1. INLEIDING Leerplicht & RMC De Opdracht LEERPLICHT EN RMC IN DE REGIO ZUID-HOLLANDSE EILANDEN Werkgebied Organisatiewijze Werkwijze Voordelen huidige samenwerking in de regio MOGELIJKE SAMENWERKINGSVORMEN Regionale afstemming (de bestaande situatie) Juridische context Werkwijze en Taakuitvoering De situatie zoals deze is vastgesteld tijdens het verkenningsonderzoek Registratie & rapportage Regionale afstemming Mogelijkheden voor verbetering in dit scenario Conclusie Het dienstverleningsconcept Juridische context Werkwijze en taakuitvoering Conclusie Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL) Juridische context RBL via delegatie (aansluiting bij de een GR) RBL via mandaatregeling aan de een GR RBL via mandaatregeling aan één centrumgemeente Werkwijze en taakuitvoering Variant 1: RBL via delegatie aan een GR Variant 2: RBL via mandaatregeling aan een GR Variant 3: RBL via mandaatregeling aan één centrumgemeente Conclusie Formatie en personeel Regionale afstemming (huidige situatie) Dienstverleningsconcept Regionaal Bureau Leerplicht RBL (variant 1 en 2, respectievelijk delegatie en mandatering aan een GR ) RBL (variant 3: mandaat aan één centrumgemeente) Proces (op welke wijze kan de totstandkoming plaats vinden) Regionale afstemming (huidige situatie) Dienstverleningsconcept of RBL Uitwerken gekozen scenario Implementatie scenario Unieke situatie gemeente Rozenburg Conclusie Aanbeveling...19 Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 2 van 19

3 Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 3 van 19

4 1. Inleiding 1.1 Leerplicht & RMC Gemeenten zijn wettelijk verplicht om zorg te dragen voor handhaving van de Leerplichtwet 1969 en uitvoering te geven aan de RMC-wet. Gemeenten zijn grotendeels vrij in de wijze waarop zij deze taken organiseren. De leerplichtwet van 1969 biedt het kader voor de bewaking en bescherming van het recht op onderwijs voor 5 tot en met 17 jarigen. De leerplichtwet verplicht gemeenten om te controleren of de in de gemeente wonende leerplichtigen staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Indien een leerplichtige niet ingeschreven is, dan is er sprake van absoluut verzuim. Daarnaast schrijft de wet voor dat gemeenten vermoedelijk ongeoorloofd verzuim, dus afwezigheid van leerlingen die wel staan ingeschreven aan een onderwijsinstelling, te bestrijden. Sinds 1994 is RMC een taak voor de gemeenten. De RMC-wet regelt het verplicht melden van verzuim en uitval van leerlingen, en is daarmee de basis voor het bestrijden van de problematiek van het voortijdig schoolverlaten (VSV). De RMC regelgeving is een regeling voor de voortijdig schoolverlaters van 18 tot 23 jaar. Het RMC wordt wel gezien als het vervolg op de leerplicht. Het doel van de leerplicht- en RMC wetgeving is dat zoveel mogelijk leerlingen een startkwalificatie behalen die hen in principe in staat stelt een plaats op de arbeidsmarkt te verkrijgen en behouden. De startkwalificatie is behaald bij: een HAVO- / V.W.O. diploma of diploma op minimaal Mbo-2 niveau. De wettelijke taken voortvloeiend uit de Leerplicht- en RMC-wet zijn gericht op het zo snel en zo goed mogelijk terugleiden van jongeren naar het onderwijs. De wetgeving en de uitvoering vullen elkaar aan. Het RMC is echter regionaal georganiseerd en leerplicht lokaal. Daarnaast werken onderwijsinstellingen veelal regionaal. Door de regionale structuur van het RMC en de (boven)regionale verzorgingsgebieden van onderwijsinstellingen wordt een regionale samenwerking op het gebied van leerplicht en RMC beschouwd als een logische stap. Regionale samenwerking is dan ook een landelijke tendens. Het ministerie van OC&W, de branchevereniging voor Leerplicht en RMC (Ingrado) en de VNG stimuleren regionale samenwerking. Er zijn op het gebied van Leerplicht en RMC al vele goed werkende voorbeelden van regionale samenwerkingsconstructies in Nederland. Landelijk gelden vaak de volgende motieven voor regionale samenwerking: Door regionale samenwerking ontstaat ruimte voor kwaliteitsverbetering. Het toezicht op het handhaven van de leerplicht wordt eenduidiger en meer direct. De registratie vindt op een uniforme wijze plaats. De continuïteit van de uitvoering van de functie is gewaarborgd. Voor scholen en instellingen ontstaat één adres waar gemeld moet worden. De scholen kunnen meer betrokken worden in het verdere proces en zien sneller resultaat van hun melding. 1.2 De Opdracht De Gemeente Spijkenisse heeft namens de regio Voorne - Putten en Rozenburg (VPR) aan Donkelaar & Schüller adviseurs BV (DSA) gevraagd offerte uit te brengen voor het uitvoeren van een verkenning naar de mogelijkheden voor regionale samenwerking leerplicht en RMC. De regio VPR bestaat uit de gemeenten Spijkenisse, Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Rozenburg en Westvoorne. Het doel van de verkenning is het vastleggen van een op bestuurlijk, beleidsmatig en uitvoerend niveau gedragen regionale visie en missie voor de regionale samenwerking op het gebied van leerplicht en RMC. In de verkenning wordt vastgelegd: - de uitgangssituatie van leerplicht en RMC in de regio VPR, deels op basis van de bestaande inventarisatie en aanwezige documenten; - een gedeelde visie op de inzet van leerplicht en RMC; - de gewenste toegevoegde waarde van verdergaande regionale samenwerking; - aandachtspunten bij het bereiken van de toegevoegde waarde; Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 4 van 19

5 - randvoorwaarden voor het vervolgproces; - advies over welke vorm van regionaal samenwerken het beste past bij de gewenste toegevoegde waarde en geformuleerde randvoorwaarden. Gedurende het opstellen van de verkenning wordt afstemming gezocht binnen relevante overleggen zoals het portefeuillehouderoverleg Maatschappelijke Zaken (PFO-MAZA), het regionaal beleidsoverleg onderwijs (ROPO) en de werkgroep uitvoering leerplicht (WUL). De verkenning wordt in het PFO-MAZA gepresenteerd. Het PFO-MAZA neemt aan de hand van de verkenning een Go / No-Go beslissing over de voorzetting van het proces voor regionale samenwerking leerplicht en RMC. Met het vaststellen van de verkenning en het voortzetten van het proces spreken de gemeenten de intentie uit om verdergaand regionaal samen te gaan werken op het gebied van leerplicht en RMC. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 5 van 19

6 2. Leerplicht en RMC in de regio Zuid-Hollandse eilanden Door het bestuderen van aanwezige documenten en door gesprekken met directe betrokkenen in de verschillende gemeenten is geïnventariseerd hoe de taken met betrekking tot leerplicht en RMC op dit moment zijn georganiseerd. In dit hoofdstuk en het volgende hoofdstuk zijn de resultaten van deze korte inventarisatie weergegeven. 2.1 Werkgebied Het werkgebied voor RMC-regio Rotterdam waaronder de subregio Zuid-Hollandse eilanden beslaat de volgende 10 gemeenten: Spijkenisse, Bernisse, Brielle, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Middelharnis, Oostflakkee, Rozenburg en Westvoorne. De regio Voorne - Putten maakt weer deel uit van de Zuid-Hollandse eilanden en bestaat uit Spijkenisse, Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne. Deze gemeenten hebben uitgesproken dat ze willen laten onderzoeken in welke vorm een regionale samenwerking mogelijk is. De toekomstige Rotterdamse deelgemeente Rozenburg 1 heeft zich bij het initiatief aangesloten. Aanleiding daartoe wordt mede bepaald door de nog autonome status van de gemeente Rozenburg en het feit dat de meeste Rozenburgse leerplichtigen onderwijs volgen op een VO school in Brielle of Spijkenisse. 2.2 Organisatiewijze In de regio Voorne - Putten en Rozenburg voert iedere gemeente zelfstandig de Leerplichtwet uit. Elke gemeente beschikt over 1 of meerdere leerplichtambtenaren. 2.3 Werkwijze Hieronder wordt een globale schets gegeven van de huidige werkwijze voor Leerplicht en RMC. Leerplicht Hoewel de leerplichttaken in veel gevallen per gemeente zijn georganiseerd en worden uitgevoerd bestaan er al regionale afspraken over bepaalde (deel-)activiteiten. Gezien het aantal contacten dat leerplichtambtenaren hebben binnen de keten (onderwijsinstellingen, zorginstanties, justitie) worden regionaal afspraken gemaakt hoe vanuit leerplicht eenduidig gecommuniceerd en gewerkt kan worden met de ketenpartners. Tevens worden regionaal afspraken gemaakt over een eenduidige interpretatie en handhaving van wet- en regelgeving, speerpunten in het leerplichtbeleid en het omgaan met specifieke problematiek (bepaalde inwonersgroepen, scholierenstakingen, probleemfamilies etc.). Deelname aan de ZAT s is evenredig verdeeld over alle leerplichtambtenaren in de regio. RMC De uitvoering van de RMC-functie valt onder regio 29 Rijnmond. De Zuid-Hollandse eilanden vormen hieronder een subregio. De RMC-functie in de subregio wordt uitgevoerd door het Steunpunt Onderwijs te Spijkenisse. Spijkenisse is de contactgemeente voor de subregio. Indien kwalificatieplichtige jongeren deelnemen aan een opleiding bij het ROC en zij hebben een verkeerde opleiding gekozen wat resulteert in uitval, dan krijgt de leerplichtambtenaar de regie over deze melding. Dit geldt totdat de jongere 18 jaar is geworden, dan wordt de trajectbegeleiding uitgevoerd door het Steunpunt Onderwijs. Dit onderdeel is door het RMC uitbesteed aan Stichting de Lindenhof. Voortijdig schoolverlaten door jongeren is een groot probleem. Een onvoldoende opleiding in de zin van het ontbreken van een startkwalificatie schept voor deze jongeren risico s voor het verwerven van een plaats op de arbeidsmarkt en/of om deze te behouden. Als een (potentiële) VSV er in beeld is van de instantie, wordt bepaald hoe de jongeren het best geholpen kunnen worden. Het voornaamste doel is daarbij om de jongere terug te leiden naar onderwijs zodat de startkwalificatie behaald kan worden en de jongere een beter toekomstperspectief heeft. 1 Begin 2010 zal Rozenburg als deelgemeente onder Rotterdam komen te vallen. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 6 van 19

7 2.4 Voordelen huidige samenwerking in de regio De vorm van samenwerking die in de afgelopen jaren is ontstaan heeft op een aantal aspecten al meerwaarde aangetoond: de leerplichtambtenaren krijgen een bredere kijk op de problematiek van de leerplicht, die de uitvoering ten goede komt; de deskundigheid van de leerplichtambtenaren wordt vergroot door uitwisseling van ervaringen, methodieken en mogelijkheden om met elkaar over knelpunten te kunnen praten (collegiale consultatie); er ontstaat meer duidelijkheid naar scholen omdat de werkwijze op elkaar wordt afgestemd (niet geüniformeerd); samenwerking betekent het versterken van de positie van de leerplicht binnen de eigen gemeente en regio; samenwerking heeft de mogelijkheden tot afstemming met de netwerkpartners versterkt; contacten met allerlei organisaties/netwerken zijn belangrijk en dit contact blijkt beter mogelijk bij regionale samenwerking. Regionaliseren Regionaliseren, of regionale samenwerking, is een beladen woord dat bij veel mensen associaties oproept dat er sprake is van een gecentraliseerd uitvoeringsorgaan waarmee men geen binding meer op of invloed over heeft. Regionaliseren kan beter omschreven worden als een vorm van samenwerken die bij maatschappelijke problemen middels een gezamenlijke aanpak uitkomst biedt. Een regionale samenwerking tussen de partijen kan alleen bereikt worden als deze partijen daartoe bereid en bevoegd zijn dit te doen. Er is voor de gemeenten geen plicht om regionaal samen te werken. Indien de keuze wordt gemaakt om samen op te trekken in een samenwerkingsverband dan moge het helder zijn dat de gemaakte afspraken ook moeten worden nageleefd. In de regio is geïnventariseerd hoe men staat tegenover een regionale samenwerking. Iedere gemeente staat positief tegenover een versterkte regionale samenwerking. De wijze waarop men de regionale samenwerking georganiseerd wil hebben is niet bij iedere gemeente gelijk. Twee gemeenten hebben expliciet aangegeven dat zij niet in een gemeenschappelijke regeling willen werken. Dit geldt voor de gemeente Rozenburg, daar zij begin 2010 een deelgemeente van Rotterdam worden, waardoor het niet mogelijk lijkt om aan te sluiten bij een gemeenschappelijke regeling. Daarnaast heeft Hellevoetsluis aangegeven niet in een gemeenschappelijke regeling te willen werken. Zij streven een hoge kwaliteit na en willen hun werkwijze behouden. Het college heeft aangegeven wel bereid te zijn tot een nauwe regionale samenwerking, maar in eerste instantie willen ze de samenwerking niet in een regionaal Bureau voor Leerplicht vormgeven. Indien dit standpunt overeind blijft, ook na het advies dat aan het einde van het rapport wordt gegeven zal er onderzocht worden op welke wijze er wel vorm gegeven kan worden aan een nauwe regionale samenwerking. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 7 van 19

8 3. Mogelijke Samenwerkingsvormen Rondom regionale samenwerking zijn er diverse uitvoeringsmodellen mogelijk. Er zijn drie scenario s beschreven die toegepast kunnen worden bij het vormgeven van regionale samenwerking, toegespitst op de Regio Voorne - Putten en Rozenburg: 1. Regionale afstemming (bestaande situatie); 2. Dienstverleningsconcept; 3. Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL); dit scenario kent 3 varianten 3.1 Regionale afstemming (de bestaande situatie) De huidige vorm van samenwerking gaat er van uit dat de lokale uitvoering van de leerplicht kan worden verbeterd door verdergaande afstemming. De huidige afstemming bestaat voornamelijk uit afspraken tussen de leerplichtambtenaren over de manier van werken in de regio in het Werkgroep Uitvoering Leerplicht (WUL). Daarnaast worden in het ROPO (beleidsniveau) en in het PFO MAZA (portefeuillehouders) regionale afspraken gemaakt op het gebied van leerplicht. Met de afspraken wordt nagestreefd dat er een gezamenlijk en eenduidig beeld van de leerplicht wordt gegeven naar de ouders/jongeren en partners in de regio. Dit model is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Verantwoordelijkheid en uitvoering van de leerplicht blijft bij de gemeenten; leerplichtambtenaren stemmen hun werkzaamheden af door middel van regionaal overleg; de ambtelijke capaciteit blijft onder de verantwoordelijkheid van de eigen gemeente; de samenwerking heeft geen (directe) financiële consequenties voor de gemeenten; samenwerking heeft geen invloed op de formatie leerplicht (verantwoordelijkheid gemeente); leerplichtambtenaren worden gekoppeld aan scholen in de regio om eenduidigheid bij de partners te realiseren, zij nemen voor elkaar waar Juridische context In de huidige vorm van samenwerking in Voorne - Putten en Rozenburg wordt samengewerkt op basis van onderlinge afspraken. De leerplichtfunctie wordt lokaal uitgevoerd. Er worden geen taken en bevoegdheden aan elkaar overgedragen. Het overnemen van taken en/of bevoegdheden is, o.g.v. art 17 Leerplichtwet, alleen mogelijk bij een gemeenschappelijke regeling (mandaat of delegatie). Overnemen van taken in de leerplichtuitvoering, één van de gewenste toegevoegde waarden van regionale samenwerking, is via een omweg te realiseren door leerplichtambtenaren over en weer te beëdigen bij alle gemeenten. Hiervan is in de huidige samenwerkingsvorm geen sprake. Daarnaast kan een Bijzondere Opsporingsambtenaar (BOA) werkzaamheden uitvoeren voor 2 werkgebieden of organisaties, zodat twee gemeenten een BOA kunnen delen. Ook dit is nog niet geregeld. Bij de huidige vorm van afstemming is het verstandig dat afspraken worden vastgelegd, bijvoorbeeld in de vorm van een convenant, aangezien partijen elkaar anders nergens op kunnen aanspreken. In de regio Voorne - Putten en Rozenburg is nog geen convenant afgesloten. Dit heeft tot gevolg dat deze vorm van samenwerking geheel vrijblijvend is Werkwijze en Taakuitvoering In de meeste gemeenten in de regio Voorne - Putten en Rozenburg ligt het accent vooral op zorg. Nagenoeg alle leerplichtambtenaren hebben een BOA-bevoegdheid, waardoor bijna iedere leerplichtambtenaar zelf de instrumenten in handen heeft om door te kunnen pakken in zaken die stagneren. Het opmaken van een proces-verbaal kan bijdragen om een bepaalde impasse te doorbreken of biedt de mogelijkheid om door middel van de maatregel hulp en steun, niet vrijblijvende zorg binnen een gezin te krijgen. De leerplichtambtenaren werken vanuit hun eigen gemeente. De uitvoering van de taken worden verschillend opgepakt. Zo legt de ene ambtenaar wel huisbezoeken af en roept een andere ambtenaar iedereen op kantoor. Ook de wijze waarop met aanvragen extra verlof meer dan tien dagen wordt omgegaan, verschilt per gemeente. Zo zijn er meerdere voorbeelden te noemen waaruit de verschillende aanpak per gemeente blijkt. De samenwerking met onderwijsinstellingen blijkt uit de participatie in de ZAT s. Daarnaast zijn er op casuïstiek niveau zeer regelmatig contacten met de onderwijsinstellingen. De samenwerking Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 8 van 19

9 met de scholen verloopt over het algemeen goed. Wel zijn er vermoedens dat een aantal scholen in de regio niet of nauwelijks verzuim melden De situatie zoals deze is vastgesteld tijdens het verkenningsonderzoek In de huidige situatie wordt samenwerking gezocht middels het bijwonen van gezamenlijke regionale overlegvormen en veel onderlinge telefonische contacten. Daarnaast is deelname aan de ZAT s evenredig over de regio verdeeld Iedere gemeente heeft zijn eigen ambtsinstructie vastgesteld. De ambtsinstructie moet in de meeste gevallen nog geactualiseerd worden naar de actuele situatie. Elke gemeente heeft eigen leerplichtambtena(a)r(en) in dienst en elke gemeente bepaalt het eigen beleid op het gebied van de aanpak van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Elke leerplichtambtenaar heeft een eigen caseload en beslist zelf over de aanpak hiervan. In alle gemeenten beschikken één of meerdere leerplichtambtenaren over opsporingsbevoegdheden als BOA. In enkele gemeenten ligt wat betreft aanpak en beleid de voorkeur op zorg en preventie en wordt handhaving (repressie) ingezet als laatste redmiddel of als breekijzer in een vastgelopen situatie. De uitvoering van de kwalificatieplicht wordt in alle gemeenten door de leerplichtambtenaar uitgevoerd. Gemeente Aantal leerpl. fte LPA BOA j/n Caseload Pv s Huisbezoek j/n Bernisse ,6 j 45 1 >10 Brielle ,5 j 60 1 <2 Hellevoetsluis ,2 j <2 Rozenburg ,7 j 60 5 <2 Spijkenisse ,6 j >10 Westvoorne ,32 j 30 4 < Registratie & rapportage In veel gemeenten is de administratie en het applicatiebeheer, samen met de leerplichthandhaving samengevoegd in het takenpakket van één persoon. Op Spijkenisse na werkt iedereen met Civision van Getronics. Spijkenisse werkt met G4lpa van Pronexus. Niet alle gemeenten zijn tevreden over hun registratiesysteem. Bij de meeste gemeenten wordt de prioriteit bij de jongere gelegd en dit geeft het risico dat de aandacht voor de administratie op de achtergrond raakt. Een sluitende administratie is echter de basis voor de leerplichtfunctie. Dit heeft gevolgen voor de volledigheid waarmee gerapporteerd kan worden en de mate waarin de doelgroep in beeld is. Gemeente Jaarverslag uren p/j Bernisse 40 Brielle 25 Hellevoetsluis 200 Rozenburg 50 Spijkenisse 10 Westvoorne 4 De belangrijkste rapportage voor de leerplichtambtenaar betreft het leerplichtjaarverslag dat wettelijk voor 1 oktober gereed dient te zijn. Spijkenisse heeft al een aantal jaar geen jaarverslag gemaakt in verband met een chronisch personeelstekort. Wel is jaarlijks de verantwoording aan het CFI afgelegd. Dit tekort is inmiddels opgelost. In de tabel is opgenomen hoeveel uur het opstellen van de rapportage ongeveer kost Regionale afstemming Samenwerking tussen de leerplichtambtenaren is aanwezig. Op uitvoerend niveau hebben de leerplichtambtenaren bereikt dat zij met elkaar afspraken maken middels een regionaal overleg, het WUL. Het voorzitterschap van het regionale overleg ligt bij Spijkenisse. Op beleidsniveau is er ook een regionaal overleg, namelijk het ROPO. Ook hier worden afspraken gemaakt maar dan meer op Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 9 van 19

10 beleidsmatig niveau. Het voorzitterschap ligt bij Hellevoetsluis. Daarnaast is er een regionaal overleg van de Portefeuillehouders, het PFO MAZA. Het voorzitterschap ligt ook hier bij Hellevoetsluis. Door onderlinge afspraken te maken wordt geprobeerd de onderlinge uniformiteit in de taakuitvoering en beleid te versterken. De leerplichtambtenaren die deelnemen aan het WUL beschouwen het overleg en de uitkomsten daarvan nog als tamelijk vrijblijvend. Ondanks de gemaakte afspraken volgen gemeenten hun eigen koers. Het onderhouden van een goede relatie met de scholen vraagt veel aandacht. Scholen zijn soms terughoudend in het doormelden van verzuim. Argument van de scholen hierbij is dat zij het als een administratieve last ervaren om meldingen te doen aan verschillende gemeenten. Daarnaast is het lastig om met alle gemeenten afzonderlijk verschillende afspraken te maken betreffende de dagelijkse samenwerking rondom concrete casussen. Bovendien is het een tijdrovende bezigheid. Een aantal scholen staan buiten de gemeente en dat is een extra barrière voor een goede relatie met de scholen en het aantal meldingen. De houding van de scholen ten opzichte van de leerplichtambtenaar is verschillend. Er zijn nog scholen die de leerplichtambtenaar eerder zien als indringer dan professionele functionaris. De leerplichtambtenaren zijn veelal actief in de lokale jeugdnetwerken, zorgadviesteams (ZAT`s) en voeren regelmatig ambtelijk overleg op het gemeentehuis. Belangrijke ketenpartners zijn het AMK, RvdK, BJZ, OM, CWI, GGD, GGZ, RMC, Politie, huisartsen en de reboundvoorziening. Voor probleemjongeren geldt in het algemeen dat het moeilijk is om ze door te verwijzen naar hulpinstanties wegens capaciteitsproblemen. De leerplichtambtenaren blijven dan lang betrokken bij een probleemjongere voordat een oplossing wordt gevonden Mogelijkheden voor verbetering in dit scenario Aangezien dit scenario de huidige situatie beschrijft, zijn er ten opzichte van de huidige regionale afstemming de volgende verbeterpunten te formuleren. Convenant sluiten waarmee gemeenten afstemming formeel maken; zelfde regionale ambtsinstructie, beleid, verzuimprotocol (werkafspraken met onderwijs en gemeenten) etc.; afspraken vastleggen over BOA inzet en taken overnemen door beëdiging bij verschillende gemeenten Conclusie Gemeenten zijn dit proces gestart om samenwerking te verbeteren. De huidige situatie kan verbeterd worden, er worden een aantal toegevoegde waardes gezien en aandachtspunten genoemd voor de huidige situatie. Dit scenario kent echter een aantal beperkingen. De belangrijkste beperking is de volledige vrijheid van handelen waardoor de samenwerking al snel op losse schroeven kan komen te staan. De samenwerking is niet geformaliseerd en er zijn geen sturingsmogelijkheden om elkaar aan de afspraken te houden. Ander groot nadeel is de kwetsbaarheid van de leerplichtfunctie. Vooral de goede uitvoering van administratie en applicatiebeheer zijn moeilijk te realiseren met een beperkte formatie zoals nu het geval is in veel gemeenten. Daarnaast is bij afwezigheid (ziekte, verlof, vacature) de continuïteit niet voldoende gewaarborgd. Mede door deze aspecten is het proces om te komen tot verdere regionale samenwerking op gang gebracht. Voor de gemeente Rozenburg lijkt deze vorm van samenwerking de enige optie. Begin 2010 wordt Rozenburg een deelgemeente van Rotterdam. Aangezien de leerlingen in Rozenburg en Voorne - Putten naar school gaan willen zij wel een nauwe samenwerking binnen de regio houden. Het is dan ook van belang om samenwerkingsafspraken te formaliseren en in een convenant vast te leggen om de samenwerking te optimaliseren. 3.2 Het dienstverleningsconcept. Het dienstverleningsconcept betekent dat een gemeente met een andere gemeente (of met meerdere gemeenten) een overeenkomst sluit waarbij de ene gemeente (een deel van) de bevoegdheden en taken overdraagt aan de andere gemeente. Bij een dienstverleningsovereenkomst worden taken, formatie en verantwoordelijkheden ondergebracht bij de centrumgemeente in de regio. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 10 van 19

11 Voordelen als continuïteit, professionalisering e.d. worden pas bereikt vanaf een minimale deelname van 3 gemeenten aan één dienstverlenende organisatie. In deze vorm worden taken overgedragen aan een andere gemeente. Het is mogelijk om één of meerdere taken over te dragen aan gemeenschappelijke regeling of centrumgemeente, die deze taken vervolgens voor de gehele regio uitvoert In dit scenario is gekozen voor een verdeling van taken op basis van toegevoegde waarde en praktijkervaring. De taken administratie, BOA en vertegenwoordiging in ZAT s zijn regionaal belegd. Vanuit de centrale organisatie worden diensten verleend op deze deeltaken van de leerplicht. De taken van de leerplichtambtenaar en beleid blijven lokaal Juridische context Regionaal samenwerken in deze vorm betekent dat taken worden overgedragen aan een gemeenschappelijke regeling of centrumgemeente. Op grond van artikel 8 lid 3 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) kunnen taken en bevoegdheden worden gemandateerd aan een gemeenschappelijke regeling of een centrumgemeente in combinatie met een dienstverleningsovereenkomst, betreffende de taken die worden gemandateerd. De gemeente die taken en bevoegdheden mandateert blijft in deze situatie eindverantwoordelijk. Bij de gemeenschappelijke regeling (GR)/centrumgemeente ontstaat één centrale organisatie voor de uitvoering van leerplicht (deel)taken. De verantwoordelijkheid bij zaken waarbij beroep en bezwaar wordt aangetekend blijft bij deelnemende gemeente die de taken overdraagt. De klachtenregeling van de regio/centrumgemeente is van toepassing. Voor het opslaan, bewerken en bewaren van persoonsgegevens geldt de binnengemeentelijke afnemersindicatie. Dit heeft als voordeel dat er geen aparte autorisatie van het BPR nodig is voor het verkrijgen van persoonsgegevens, waardoor de implementatietijd voor het inrichten van de leerplicht- en RMC administratie korter is. Nadeel is dat gemeenten minimaal wekelijks en bestand moeten aanleveren vanuit het GBA aan de GR/centrumgemeente om het registratiesysteem actueel te houden Mandatering kan in de regio Voorne - Putten worden uitgevoerd door een mandaat te verlenen aan de GR of een centrumgemeente, die enkele met name genoemde taken voor de andere gemeenten uitvoeren. In dit scenario houden gemeenten hun eigen lokale verantwoordelijkheid als het gaat om leerplichtambtenaren en beleid. Er is al een bestaande Gemeenschappelijke Regeling, namelijk die van de GGD, welke voor dezelfde gemeenten al regionale taken uitvoert. De inhoud van de Gemeenschappelijke Regeling zal wel gewijzigd moeten worden op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen Werkwijze en taakuitvoering Voor het goede verloop van het regionale proces is het noodzakelijk dat eerst afstemming dient plaats te vinden over of het beleid meer wordt gericht op handhaving of zorg. Er dient een keuze te worden gemaakt tussen: Zorg en handhaven Met zorg handhaven Handhaven met zorg Zowel zorg als handhaving behoort tot de leerplichttaken. Er dient daarom te worden gezorgd voor voldoende leerplichtambtenaren met BOA bevoegdheden. Nu is er wel in iedere gemeente een leerplichtambtenaar met een BOA-bevoegdheid, maar niet alle leerplichtambtenaren hebben deze bevoegdheid Conclusie Het dienstverleningsconcept bevat aspecten die regionale samenwerking zullen versterken. Voordeel is dat lokale verantwoordelijkheid en invloed mogelijk blijft en dat de lokale binding grotendeels behouden blijft. Voordeel bij overdragen aan een centrumgemeente is dat uitvoering van (overige) leerplichttaken lokaal blijft uitgevoerd en dat daardoor leerplicht fysiek in de eigen gemeente aanwezig blijft. Gemeenten kunnen, naast het overdragen van taken, individueel nadere afspraken maken met de regio/centrumgemeente om extra taken te laten uitvoeren. Gemeenten kunnen daarvoor extra diensten bij de GR/centrumgemeente inkopen. Deze mogelijkheid bevordert dat gemeenten extra ruimte en vrijheid in uitvoering van beleid hebben. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 11 van 19

12 Gemeenten kunnen zich in deze constructie door het overdragen van in het bijzonder genoemde taken op onderdelen versterken. Nadeel is dat er te weinig uniformiteit in werkwijze zal ontstaan en dat ook de continuïteit voor de volle 100% niet kan worden gewaarborgd. 3.3 Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL). Het RBL is de meest vergaande vorm van samenwerking. Dit model gaat ervan uit dat de uitvoering van de leerplicht verbeterd kan worden door de formatie leerplicht en de uitvoering van de leerplichttaken van de afzonderlijke gemeenten te bundelen in één organisatie. Het regionaal bureau leerplicht dat op deze wijze ontstaat, kan ingericht worden als een zelfstandige organisatie of ondergebracht bij één van de gemeenten die als facilitair bedrijf functioneert. Een RBL is een regionale organisatievorm waarbij de verantwoordelijkheden en werkwijze nog steeds lokaal geregeld kan zijn. Daarnaast kan de taakuitvoering per cluster van gemeenten uitgevoerd worden Juridische context Het RBL kan op 3 verschillende (juridische) manieren worden gerealiseerd: via delegatie (aansluiting bij een GR) via een mandaatregeling bij een GR via een mandaatregeling aan één centrumgemeente RBL via delegatie (aansluiting bij de een GR) In deze samenwerkingsvorm is sprake van totale overdracht van taken en bevoegdheden aan een openbaar lichaam van een Gemeenschappelijke Regeling Dit is de meest vergaande vorm in de zin van overdracht van bevoegdheden. Er ontstaat één centrale organisatie voor de uitvoering van taken op het gebied van leerplicht. De deelnemende gemeenten zijn niet langer verantwoordelijk als besluitvormend of beslissend orgaan. Rechtsbescherming bij zaken van beroep en bezwaar, bij klachten en bij het opslaan, bewerken en bewaren van persoonsgegevens dient afzonderlijk te worden geregeld en vastgelegd. Het RBL (het openbaar lichaam) wordt door het BPR voor het kunnen verkrijgen van gegevens uit de GBA aangemerkt als een buitengemeentelijke afnemer en moet daartoe door het BPR worden geautoriseerd. Dit heeft gevolgen voor het inrichten van de ICT en het recht op het verkrijgen van samenstelling van de persoonsgegevens. Er is sprake van een langere implementatietijd voor het inrichten van de leerplicht- en RMC administratie. Een voordeel is als het eenmaal geregeld is er een onbeperkte toegang is tot de GBA van de aangesloten gemeenten, waardoor er altijd een actueel bestand is RBL via mandaatregeling aan de een GR Regionaal samenwerken in deze vorm betekent dat alle taken worden overgedragen aan een GR. Op grond van artikel 8 lid 3 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) kunnen taken en bevoegdheden worden gemandateerd aan een GR of centrumgemeente. De gemeenten die taken en bevoegdheden delegeren blijven in deze situatie eindverantwoordelijk. Bij een GR ontstaat één centrale organisatie voor de uitvoering van leerplicht- en RMC taken. Het geografische werkgebied is de gehele regio. De verantwoordelijkheid bij zaken waarbij beroep en bezwaar wordt aangetekend blijft bij deelnemende gemeenten die de taken overdragen. De klachtenregeling van de GR is van toepassing. Voor het opslaan, bewerken en bewaren van persoonsgegevens geldt de binnengemeentelijke afnemersindicatie. Dit heeft als voordeel dat er geen aparte autorisatie van het BPR nodig is voor het verkrijgen van persoonsgegevens, waardoor de implementatietijd voor het inrichten van de leerplicht- en RMC administratie korter is. Dit betekent echter wel dat er per gemeente geregeld dient te worden dat bepaalde personen toegang tot gegevens verkrijgen. De informatie uit de GBA dient vervolgens per gemeente te worden verzameld. Leerplichtambtenaren hoeven slechts eenmaal beëdigd te worden door de voorzitter van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling. Leerplichtambtenaren die tevens BOA zijn kunnen in de hele regio als BOA optreden, zodra zij door de korpschef hiertoe beëdigd zijn. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 12 van 19

13 RBL via mandaatregeling aan één centrumgemeente Regionaal samenwerken in deze vorm betekent dat alle taken en bevoegdheden worden overgedragen aan één van de gemeenten: de centrumgemeente. Op grond van artikel 8 lid 3 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) kunnen taken en bevoegdheden worden gemandateerd aan een centrumgemeente. Deze gemeente beschikt zelf al over deze taken en bevoegdheden en die taken en bevoegdheden worden uitgebreid met die van de andere gemeente. De gemeente die taken en bevoegdheden delegeert blijft in deze situatie eindverantwoordelijk. Bij de centrumgemeente ontstaat één centrale organisatie voor de uitvoering van leerplichttaken. Het geografische werkgebied wordt groter. De verantwoordelijkheid bij zaken waarbij beroep en bezwaar wordt aangetekend blijft bij deelnemende gemeente die de taken overdraagt. De klachtenregeling van de centrumgemeente is van toepassing. Voor het opslaan, bewerken en bewaren van persoonsgegevens geldt de binnengemeentelijke afnemersindicatie. Dit heeft als voordeel dat er geen aparte autorisatie van het BPR nodig is voor het verkrijgen van persoonsgegevens, waardoor de implementatietijd voor het inrichten van de leerplicht- en RMC administratie korter is. Dit betekent echter wel dat er per gemeente geregeld dient te worden dat bepaalde personen toegang tot gegevens verkrijgen. De informatie uit de GBA dient vervolgens per gemeente te worden verzameld. Leerplichtambtenaren zijn volgens de Leerplichtwet bevoegd om in alle gemeenten te mogen optreden ongeacht waar ze zijn beëdigd. Wel dienen de leerplichtambtenaren met BOA voor het hele werkgebied door de korpschef van de politie beëdigd te worden Werkwijze en taakuitvoering Wat betreft werkwijze en taakuitvoering geldt voor de drie varianten van het RBL hetzelfde uitgangspunt: een regionale organisatie met een lokale werkwijze. Voor het goede verloop van het regionale proces is het noodzakelijk dat eerst afstemming dient plaats te vinden over of het beleid meer wordt gericht op handhaving of zorg. Er dient een keuze te worden gemaakt tussen: Zorg en handhaven Met zorg handhaven Handhaven met zorg Zowel zorg als handhaving behoort tot de leerplichttaken. Er dient daarom te worden gezorgd voor voldoende leerplichtambtenaren met BOA bevoegdheden Variant 1: RBL via delegatie aan een GR Bij deze variant zijn alle taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden volledig gedelegeerd en overgedragen aan het openbaar lichaam, een GR. Er kan aansluiting gezocht worden bij de bestaande GR van de GGD of er kan een nieuwe GR worden opgericht.. Daarmee kunnen bestuurders van gemeenten niet meer direct invloed uitoefenen op beleid en uitvoering. Wel kunnen zij via het bestuur van de GR, waarin zij zelf zitting in hebben, invloed blijven uitoefenen. De uniformiteit in wijze van taakuitvoering neemt toe, aangezien in de gehele regio de werkzaamheden op dezelfde wijze worden uitgevoerd. Binnen de gehele regio worden scholen, leerlingen en hun ouders /verzorgers op dezelfde wijze benaderd en behandeld, hetgeen rechtsgelijkheid waarborgt. De continuïteit van de werkzaamheden is bijna optimaal gewaarborgd, aangezien voldoende leerplichtambtenaren ervoor zorgen dat werkzaamheden bij ziekte, vakantie en andere calamiteiten van elkaar kunnen worden overgenomen Variant 2: RBL via mandaatregeling aan een GR Bij deze variant van het RBL worden alle taken en bevoegdheden via mandaat overgedragen aan een GR die deze taken voor de gehele regio gaat uitvoeren. Bij deze variant behouden bestuurders van gemeenten hun invloed op beleid en uitvoering. Voor het beïnvloeden of aansturen van beleid en uitvoering dienen bestuurders zich te richten tot de GR aan wie alle taken zijn gemandateerd. De uniformiteit in wijze van taakuitvoering neemt toe, aangezien binnen het team, onder regie van de GR, de werkzaamheden op dezelfde wijze worden uitgevoerd. Binnen de gehele regio worden Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 13 van 19

14 scholen, leerlingen en hun ouders /verzorgers op dezelfde wijze benaderd en behandeld, wat rechtsgelijkheid waarborgt. De continuïteit van de werkzaamheden neemt aanzienlijk toe, aangezien voldoende leerplichtambtenaren ervoor zorgen dat werkzaamheden bij ziekte, vakantie en andere calamiteiten van elkaar kunnen worden overgenomen. Voor het verkrijgen van informatie uit de GBA moeten per gemeente afspraken gemaakt worden en er moet geregeld worden welke personen voor deze gegevens geautoriseerd zijn. Naast het formeel (juridische) regelwerk kost dit ook in de uitvoering veel tijd en aandacht aangezien de GBA informatie per gemeente handmatig dient te worden verzameld Variant 3: RBL via mandaatregeling aan één centrumgemeente Bij deze variant van het RBL worden alle taken en bevoegdheden overgedragen aan 1 centrumgemeente die deze taken voor de gehele regio gaat uitvoeren. Bij deze variant behouden bestuurders van gemeenten hun invloed op beleid en uitvoering, maar dienen zij zich te richten tot de centrumgemeente aan wie alle taken zijn gemandateerd. In deze uitvoering kan het RBL in iedere willekeurige gemeente worden geplaatst. De uniformiteit in wijze van taakuitvoering neemt toe, aangezien het team, onder regie van de centrumgemeente, de werkzaamheden op dezelfde wijze worden uitgevoerd. Binnen de gehele regio worden scholen, leerlingen en hun ouders /verzorgers op dezelfde wijze benaderd en behandeld, wat rechtsgelijkheid waarborgt. De continuïteit van de werkzaamheden neemt aanzienlijk toe, aangezien voldoende leerplichtambtenaren ervoor zorgen dat werkzaamheden bij ziekte, vakantie en andere calamiteiten van elkaar kunnen worden overgenomen. Voor het verkrijgen van informatie uit de GBA wordt de centrumgemeente als binnengemeentelijk beschouwd. Voor het verkrijgen van informatie uit de GBA moeten per gemeente afspraken gemaakt worden en er moet geregeld worden welke personen voor deze gegevens geautoriseerd zijn. Naast het formeel (juridische) regelwerk kost dit ook in de uitvoering veel tijd en aandacht aangezien de GBA informatie per gemeente handmatig dient te worden verzameld Conclusie De voordelen van regionale samenwerking komen het meest tot uiting als wordt gekozen voor een RBL. Binnen deze werkwijze is de uniformiteit in uitvoering van werkzaamheden het meeste aanwezig en vindt op een vrij natuurlijke wijze kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering plaats waarmee de kwaliteit van de werkzaamheden zal toenemen. Rechtsgelijkheid en continuïteit van de werkzaamheden zijn binnen een RBL het meeste gewaarborgd. Een RBL binnen mandaat regeling heeft als voordeel dat lokale verantwoordelijkheid en invloed mogelijk blijven. Bij een RBL via delegatieregeling is er geen lokale verantwoordelijk meer en is invloed beperkt mogelijk via het bestuur van de GR. Bij een RBL met een centrale organisatie is de lokale binding minder sterk aanwezig. Uiteraard kan met de dienstverlenende organisatie afgesproken worden dat extra beleidswensen, bijvoorbeeld extra preventieve inzet, door het RBL altijd uitgevoerd kan worden tegen meerkosten. Hiermee kan de beleidsvrijheid en de lokale binding behouden blijven en toch naar een RBL worden gegaan. 3.4 Formatie en personeel In de huidige situatie hebben alle gemeenten voorzien in de leerplichtformatie. De huidige formatie, zoals deze in onderstaande tabel is weergegeven is de formatie voor de leerplichtfunctie, dus inclusief leerplichtambtenaar, administratie, applicatiebeheer, coördinatie en beleid. De totale formatie komt redelijk overeen met de formatierichtlijn van Ingrado. Het uitgangspunt in alle beschreven scenario s is dat de gemeenten de formatie (minimaal) op het niveau van de richtlijn brengen. Hiermee is aan een belangrijke voorwaarde voldaan voor het tot stand komen van goede regionale samenwerking. Daarnaast geldt bij overdracht van taken in principe mens volgt werk, wat inhoudt dat medewerkers in een andere organisatie gaat werken. Hiervoor zijn twee werkwijzen mogelijk: in- en uit dienst treden of detachering. In alle scenario s waarin taken worden overgedragen zijn beide werkwijzen mogelijk. Het voordeel van detachering is behoud van rechtspositie en arbeidsvoorwaarden. Nadeel kan zijn ongelijke (secundaire) arbeidsvoorwaarden tussen directe collega s. Bij in- en uit dienst treden dient zorgvuldig te werk te worden gegaan. Deze transitie heeft een grotere persoonlijke impact voor de medewerkers. In het vervolgonderzoek worden de consequenties per individuele gemeente (en dus medewerkers) bekeken. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 14 van 19

15 De onderstaande formatierichtlijn van Ingrado gaat uit van 1fte leerplichtfunctie per 3800 leerplichtigen. Deze richtlijn kan verfijnd worden met de lokale caseload. Omdat er vorig schooljaar bij een aantal gemeenten sprake was van onderbezetting is de caseload in het onderstaande schema niet meegenomen. Bij onderbezetting daalt de caseload en daalt daarbij ook de formatierichtlijn. Uitgaan van 1 fte op 3800 biedt dan het meest realistische beeld. Gemeente Aantal leerplichtigen Huidige formatie Richtlijn verschil Ingrado Bernisse ,6 0,6 0 Brielle ,5 0,7-0,2 Hellevoetsluis ,2 1,9 +0,3 Rozenburg ,7 0,7 0 Spijkenisse ,6 3,5 + 0,1 Westvoorne ,32 0,6-0,28 Totaal ,92 8-0,08 De leerplichtfunctie is als volgt opgebouwd: 60% leerplichtambtenaar, 25% administratieve kracht, 5% coördinatie, 5% beleid en 5% applicatiebeheer. Deze taken zijn over het algemeen over meerdere personen verdeeld. Binnen een gemeente kan gekozen worden om vooral preventief in te zetten. Ingrado heeft berekent dat gemiddeld 60% van de werkzaamheden van een leerplichtambtenaar bestaat uit curatieve werkzaamheden en 40% uit preventieve werkzaamheden. In het onderstaande schema is te zien hoeveel % tijd van de leerplichtfunctie wordt ingezet voor preventieve werkzaamheden. (in de berekening is uitgegaan van 1200 effectieve werkuren op jaarbasis en de daadwerkelijke fte in schooljaar ) Gemeente Aantal uur preventieve werkzaamheden % van effectieve werkuren Bernisse % Brielle % Hellevoetsluis % Rozenburg % Spijkenisse % Westvoorne 80 21% Regionale afstemming (huidige situatie) In de huidige situatie blijven de leerplichtambtenaren werkzaam op hun huidige werklocatie en verandert er voor hen ook niets in functiewaardering. Ter verbetering van de huidige taakuitvoering wordt de formatie opgetrokken naar het niveau van de Ingrado richtlijn. Tot het takenpakket van een leerplichtambtenaar behoort ook handhaving van de Leerplichtwet. Daarvoor dienen leerplichtambtenaren te beschikken over BOA opsporingsbevoegdheid. Handhaving wordt gezien als een uiterst redmiddel en wordt in alle gemeenten ingezet. Wel zou er meer afstemming moeten zijn in welke situatie handhaving wordt ingezet en wat de meerwaarde ervan is Dienstverleningsconcept Bij het inrichten van de regio/centrumgemeente die voor de gehele regio enkele taken uitvoert, of bij de één centrumgemeente die een aantal (sub)regionale taken uitvoeren, wordt de bij die taken behorende formatie aan de centrumgemeente overgedragen. De omvang van de over te dragen formatie wordt pas duidelijke wanneer bekend is welke taken gemeenten aan de regio/centrumgemeente zullen worden overdragen. Hier dienen gemeenten bij de verdere uitwerking van dit scenario nadere afspraken over te maken. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 15 van 19

16 Medewerkers die worden gedetacheerd bij de regio of centrumgemeente zullen zich moeten instellen op meer reistijd voor woon- werkverkeer. Medewerkers die het zelfde werk in dezelfde functie doen dienen zich op een gelijk competentieniveau te bevinden. Hiervoor dient een functieprofiel te worden opgesteld en indien nodig scholing te worden aangeboden. Tot het takenpakket van een leerplichtambtenaar behoort handhaving van de strafbare feiten die in de leerplichtwet zijn opgenomen. Daarvoor dienen voldoende leerplichtambtenaren te beschikken over BOA opsporingsbevoegdheid. Alvorens taken worden overgedragen aan een centrumgemeente dienen gemeenten hun leerplichtformatie te brengen op de sterkte conform de richtlijn van Ingrado Regionaal Bureau Leerplicht RBL (variant 1 en 2, respectievelijk delegatie en mandatering aan een GR ) Bij het overdragen van alle taken en bevoegdheden aan het RBL worden in beide varianten (mandaatregeling en delegatie) alle fte s overgedragen aan een GR (openbaar lichaam). Medewerkers die worden gedetacheerd of overgeplaatst naar het RBL dienen zich in te stellen op meer reistijd voor woon- werkverkeer. Als wordt gekozen voor delegatie ligt het meest voor de hand dat alle medewerkers in dienst treden bij een GR. Als wordt gekozen voor de juridische variant van mandaatregeling ligt detachering meer voor de hand. Medewerkers die het zelfde werk in dezelfde functie doen dienen zich op een gelijk competentieniveau te bevinden. Hiervoor dient een functieprofiel te worden opgesteld en indien nodig scholing te worden aangeboden. Aangezien bepalingen uit de leerplichtwet strafrechtelijk zijn gesanctioneerd behoort het tot het taakgebied van de leerplichtambtenaar om processen-verbaal op te maken en dienen voldoende medewerkers over BOA bevoegdheden te beschikken. Bij mandatering aan een GR dienen alle leerplichtambtenaren met een BOA bevoegdheid door de korpschef van de politie voor het hele werkgebied beëdigd te worden. Bij een volledige overdracht van taken en bevoegdheden aan een GR dienen gemeenten hun leerplichtformatie te brengen op de sterkte conform de richtlijn van Ingrado RBL (variant 3: mandaat aan één centrumgemeente) Bij het overdragen van alle taken en bevoegdheden aan één centrumgemeente waar het RBL wordt gevestigd worden alle fte s overgedragen aan die centrumgemeente. Medewerkers die worden gedetacheerd of overgeplaatst naar het RBL dienen zich in te stellen op meer reistijd voor woon- werkverkeer. Medewerkers die het zelfde werk in dezelfde functie doen dienen zich op een gelijk competentieniveau te bevinden. Hiervoor dient een functieprofiel te worden opgesteld en indien nodig scholing te worden aangeboden. Aangezien bepalingen uit de leerplichtwet strafrechtelijk zijn gesanctioneerd behoort het tot het taakgebied van de leerplichtambtenaar om processen-verbaal op te maken en dienen voldoende medewerkers over BOA bevoegdheden te beschikken. Bij mandatering van alle taken aan één centrumgemeente dienen alle leerplichtambtenaren met een BOA bevoegdheid door de korpschef van de politie voor het hele werkgebied beëdigd te worden. Bij de volledige overdracht van taken en bevoegdheden aan de centrumgemeente dienen gemeenten hun leerplichtformatie te brengen op de sterkte conform de richtlijn van Ingrado. 3.5 Proces (op welke wijze kan de totstandkoming plaats vinden) Regionale afstemming (huidige situatie) Bij de keuze voor voortzetting van de huidige situatie kan het huidige werkproces onverminderd doorgaan. Gemeenten die voor wat betreft de leerplichtformatie niet aan de richtlijn van Ingrado Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 16 van 19

17 voldoen kunnen er voor kiezen om hun formatie uit te breiden. Wellicht is dat mogelijk met de huidige bezetting door het aantal werkuren uit te breiden. Als dat niet mogelijk is kan een wervingsactie worden opgestart. De individuele gemeenten kunnen dit in eigen beheer organiseren. Eventueel kan er voor worden gekozen om het proces van regionale afstemming te verbeteren door samenwerkingsafspraken vast te leggen in een convenant, een gemeenschappelijke ambtsinstructie en een verzuimprotocol met onderwijsinstellingen. Voor de gemeente Rozenburg is dit de enige manier om de regionale samenwerking te verstevigen, daar zij begin 2010 als deelgemeente van Rotterdam verder zullen gaan Dienstverleningsconcept of RBL Uitwerken gekozen scenario Bij de keuze voor het scenario van het dienstverleningsconcept of het RBL dient het gekozen scenario volledig te worden uitgewerkt. Het uitwerken daarvan duurt ongeveer 4 tot 6 maanden, afhankelijk van het gekozen scenario. Daarbij dienen ondermeer de volgende acties te worden ondernomen: onderzoek begrotingen van deelnemende gemeenten financiële gevolgen van het scenario per gemeente in kaart brengen frictiekosten vaststellen en daarmee de financiële gevolgen voor de gemeenten duidelijk krijgen keuze maken voor GR/centrumgemeente en locatie taakuitvoering en werkwijze duidelijk omschrijven keuze maken voor overdracht van taken en deze juridisch afkaderen gevolgen voor personeel (arbeidsrechtelijk, arbeidsvoorwaarden, salaris) in kaart brengen onderzoeken van uitwisseling gegevens met GBA (formaliseren, afstemming BPR) in kaart brengen van alle voor- en nadelen per gemeente en daarbij ook in beeld brengen wat gevolgen zijn als één of meerdere gemeenten besluiten om het scenario niet te implementeren Voor de uitwerking van het scenario kan het beste worden gekozen voor een extern bureau dat de kennis en kunde bezit om het scenario uit te werken. Nadat het scenario is uitgewerkt wordt dit voorgelegd aan alle gemeenten die vervolgens besluiten of ze over gaan tot implementatie Implementatie scenario Het implementeren van het gekozen scenario neemt ongeveer 9 tot 12 maanden in beslag. Voor de coördinatie hiervan zal gedurende deze periode een deskundige projectmanager dienen te worden aangesteld voor minimaal 2 dagen per week Unieke situatie gemeente Rozenburg Binnen de regio heeft de gemeente Rozenburg een bijzondere positie. Begin 2010 zullen zij als deelgemeente onder de gemeente Rotterdam komen te vallen. Het sluiten van een convenant om de regioanle samenwerking te formaliseren lijkt de enige optie. Gezien de uniciteit van deze situatie dient er nader onderzoek plaats te vinden onder welke juridische voorwaarden deze toekomstige deelgemeente deel kan gaan nemen aan de hierboven beschreven scenario s. Donkelaar en Schüller Adviseurs bv Regionale samenwerking Voorne-Putten Rozenburg Pagina 17 van 19