lllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Transcriptie

1 Gemeente įį) Bergen op Zoom Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom lllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Uw kenmerk Ons kenmerk U Datum 2 7 FEB, 2018 Uw brief Beh. door M. Schenk IR. van der Borght Doorkiesnr. Onderwerp: Toegezegde aanvulling informatie Parkeerverordening Afdeling Team Stad Bijlage(n) Juridisch advies Beste leden en duoburgerleden van de gemeenteraad, Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel RVB Parkeerverordening Bergen op Zoom e wijziging in de commissie Stad en Ruimte van 21 februari 2018 heb ik u aangegeven nog nadere informatie te sturen aangaande dit voorstel. Deze informatie heeft betrekking op: - VNG» Juridische toets» Risico s» Communicatie «Evaluatie Rol van de VNG Ten tijde van het bekend worden van de afschaffing van de PV-vergoeding (procesverbaal) door het Rijk hebben vele gemeenten, waaronder ook Bergen op Zoom, hun ongenoegen hierover kenbaar gemaakt bij de VNG. De VNG is destijds namens alle gemeenten in discussie gegaan met het Rijk hierover, echter was de conclusie dat gemeenten gebruik moeten maken van hun juridische bevoegdheden via de parkeerverordening om parkeren te reguleren. Op 2 november 2017 heeft de VNG in een schrijven aan het Rijk wederom aandacht gevraagd voor de PV-vergoeding. Tot op heden blijft de reactie van het Rijk gelijk aan de eerdere reactie (ondanks nieuw kabinet). Tevens heeft de landelijke wetgever een ander alternatief om deze situatie mogelijk op te lossen, via de bestuurlijke boete, verworpen en onmogelijk gemaakt. Kortom: de weg via de parkeerverordening blijft als enige over. Juridische toets Zoals tijdens de commissievergadering al is aangegeven, is deze aanpassing juridisch getoetst (zie bijlage) en overlegd met de Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB). Mocht er tijdens de commissie vergadering gesproken zijn over de belastingdienst, dan wordt hier de BWB bedoeld. De externe juristen komen tot de conclusie dat de huidige wetgeving de ruimte biedt om deze handelswijze in te voeren. Gemeenten hebben namelijk met de parkeerverordening het recht gekregen om, voor het toepassen van landelijke wetgeving, parkeren eerst zelf te reguleren met de parkeerverordening, parkeerbelastingverordening, nadere beleidsregels en aanwijzingsbesluit. Dat is precies wat dit voorstel doet. Eerst krijgt de overtreder de mogelijkheid te voldoen aan de regels gesteld door de gemeente. Maakt de overtreder hier geen gebruikt van, volgt de weg naar de landelijke wetgeving (zoals dat nu ook al het geval is). De externe jurist en de BWB hebben allebei mondeling nog aangeven dat de overtreder goed geïnformeerd moet worden over de uit te voeren handelswijze (hierover meer bij het onderdeel communicatie). Jacob Obrechtlaan 4 Postbus 35 T B nv BNG rek. nr AR Bergen op Zoom 4600 AA Bergen op Zoom F (0164) B IBAN: NL41BNGH Contactwww.bergenopzoom.nl lwww.bergenopzoom.nl KvK B BIC: BNGHNL2G

2 De BWB vindt het een innovatieve oplossing en adviseerde dit goed vast te leggen in de parkeerverordening en daarbij horende documenten. Verder heeft de BWB ons gewezen op jurisprudentie aangaande tariefstellingen van parkeervergunningen. Deze tarieven mogen niet exponentieel zijn en moeten altijd onderbouwd kunnen worden vanuit de kostenkant. Hierbij mogen kosten voorde vergunning zelf, systemen, administratie, handhaving en afhandeling van bezwaar en beroep bij elkaar genomen worden en ten opzichte van het verwachte aantal gebracht worden. De kosten van de vergunning zelf zijn maar een klein onderdeel van het bedrag; vooral de handhaving en afhandeling bezwaren zorgen voor de hoogte van het bedrag. Op deze manier zijn wij tot de prijs van f45,- gekomen. Deze kosten zijn te onderbouwen gelijk aan de naheffingsaanslagen. Echter is deze prijs lager, omdat de kosten voorde parkeerapparatuur op straat (automaat I afschrijving I data verbinding en onderhoud) in deze situatie niet meegeteld mogen worden. Deze apparatuur staat namelijk niet op straat in deze gebieden. Risico s In het raadsvoorstel staan de risico's op niet van toepassing, omdat de huidige handelwijze met beboeten via het CJIB in stand blijft. Wij maken met dit voorstel innovatief gebruik van door de landelijke wetgever geboden ruimte om via de parkeerverordening eerst regels voor parkeren voor vergunninghouders te stellen. Dit alles voorafgaand aan de landelijke regels. Mocht een gerechtelijke uitspraak of een algemene maatregel van bestuur er toe leiden dat deze handelswijze toch onrechtmatig wordt verklaard (iets wat juristen op dit moment niet verwachten), schrappen wij dit gedeelte van de regels in de parkeerverordening. De parkeersituatie op straat verandert door deze wijziging van deze regels niet en er wordt handhavend opgetreden tegen fout parkeerders. Communicatie Afgelopen jaar zijn in het gebied rond het ziekenhuis, mede op aangeven van de bewoners, in alle straten duidelijke borden geplaatst "parkeren voor vergunninghouders". De huidige situatie is naar de volle tevredenheid van de bewoners. Deze situatie verandert met deze wijziging helemaal niet. Op straat blijft alles hetzelfde. Dit betekent ook dat foutparkeerders (bezoekers van het ziekenhuis), die er nu ook regelmatig zijn, blijven. Voor deze doelgroep verandert alleen de afhandeling van foutief parkeergedrag. In een duidelijke flyer wordt de foutparkeerder gewezen op zijn foute parkeergedrag. Hij krijgt de mogelijkheid zijn foute parkeergedrag, volgens de gemeentelijke regels, te herstellen volgens het voorliggende voorstel. Weigert I negeert de foutparkeerder dit te doen, dan weet hij aan de voorkant dat zijn foute parkeergedrag bestraft gaat worden door het CJIB (net als nu het geval is). Evaluatie Tijdens de commissievergadering heb ik toegezegd dat dit proces na 6 maanden geëvalueerd wordt. Hieraan voeg ik toe 6 maanden na definitieve invoering, omdat ik het belangrijk vind 6 uitvoeringsmaanden te evalueren. Bij de evaluatie betrekken wij alle betrokkenen in het gebied en sturen wij u deze evaluatie uiteraard toe. Met deze aanvullende informatie vertrouw ik erop u voldoende te hebben geïnformeerd om tot een goede besluitvorming te komen. Met vriendeli ke groet, Dhr. A.J.M. Coppens Wethouder

3 Notitie Aan Van Inzake de heer M. Schenk mr I.M. ten Oever, Lawwise Advocaten Parkeerbeheer Bergen op Zoom I vergunningenstelsel Datum 18 januari 2017 (aangevuld 27 februari 2018) Inleiding De gemeente Bergen op Zoom wil op korte termijn een nieuw product toevoegen aan haar parkeerverordening, te weten de 'kortparkeervergunning'. Deze kortparkeervergunning kan worden aangeschaft voor parkeren in gebieden die enkel zijn voorbehouden voor mensen die een vergunning hebben. In deze gebieden is het niet mogelijk om een parkeerkaartje voor bijvoorbeeld 2 uur te kopen. Dit om bewoners van deze vergunningsgebieden niet te belasten met veel parkerende bezoekers van bijvoorbeeld het ziekenhuis waardoor er geen plek meer is voor bewoners. Met de kortparkeervergunning wordt onder foutparkeerders meer bewustzijn gecreëerd ter zake gebieden waarin alleen met een vergunning kan worden geparkeerd. Ondanks dat deze gebieden enkel zijn voorbehouden aan vergunninghouders, wordt er nog veel foutgeparkeerd, zo'n 1000 keer per jaar. Een boete in het kader van foutparkeren in een vergunningsgebied bedraagt C 104,- (prijspeil 2018) en wordt geïncasseerd door het CJIB. De inkomsten van deze overtredingen vloeien geheel naar de staatskas, terwijl de gemeente de handhavingswerkzaamheden moet uitvoeren en dus moet bekostigen. De vraag die nu voorligt is of de voorziene toevoeging van het product 'kortparkeervergunning' juridisch haalbaar is. In deze notitie wordt op die 1

4 vraag ingegaan. Het adviestraject is vormgegeven door mr. A. Jacobs. Zijn advisering is in de onderhavige notitie samengevat. Situatie Nabij het ziekenhuis - in de wijk Warande - heerst een vergunningenstelsel. In dat gebied mag derhalve alleen met een vergunning geparkeerd worden. (Sanctionering van) Overtredingen van het vergunningenstelsel en daaruit voortvloeiende boetes vallen onder de 'Wet Mulder'. De wet Mulder is feitelijk de wet Administratiefrechtelijke handhaving Verkeersvoorschriften. Met deze wet blijft de inning van boetes voor bijvoorbeeld parkeerovertredingen buiten het strafrecht en is vergelijkbaar met het innen van belastingheffingen. De inning van de parkeerboetes wordt verzorgd door het CJIB. Door de inning via het CJIB vloeien de betaalde boetes naar de staat en niet naar de gemeente waar de overtreding is begaan en die belast is met de handhaving en het beboeten van overtredingen (en hiervoor dus kosten moet maken). In de sector Bouw- en woningtoezicht kunnen overtredingen van het vergunningstelsel achteraf gerepareerd worden. Indien bijvoorbeeld gebouwd is zonder vergunning, kan de vergunning naderhand (indien is voldaan aan de voorschriften) alsnog worden verleend en wordt de overtreding feítelijk opgeheven. De vraag was of de Parkeerverordening (en mogelijk enkele andere regelingen) zodanig konden worden aangepast dat parkeerovertredingen in het onderhavige vergunningengebied niet op een gelijke wijze kunnen worden opgeheven, bijvoorbeeld door het alsnog achteraf verstrekken van een dagvergunning voor de dag waarop de overtreding is begaan. Voordeel daarvan is dat de inkomsten - nu de inning niet via een boete (CJIB) maar via een vergunning - ten gunste van de gemeente komen en niet van de staat. 2

5 Juridisch kader Mr. Jacobs heeft de vraag juridisch beoordeeld en het volgende daarover gecommuniceerd. De handhaving in de ruimtelijke sector is - anders dan de overtredingen van parkeervergunningen - verankerd in de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). De overtredingen in het omgevingsrecht (bijvoorbeeld het bouwen zonder vergunningen) duren doorgaans voort, terwijl overtredingen van het parkeerbeleid snel zijn opgeheven (als de foutgeparkeerde auto weer weg is, is de overtreding ook afgelopen). Bij voortdurende overtreding in het omgevingsrecht is daarom belang bij handhaving, terwijl bij 'foutparkeren', gelet op het relatief korte tijdsverloop en de (doorgaans) snelle opheffing van handhaving (en reparatie) geen sprake meer is en er slechts sanctionering in de vorm van een boete voorgeschreven is. De wijze van afwikkeling van administratieve sancties (alsmede fiscalisering) zijn wettelijk voorgeschreven en de regels moeten restrictief worden uitgelegd en toegepast. De afwikkeling van handhaving van parkeerboetes is vastgelegd in de Wet Mulder en dit betreft een verplichte afwikkeling van de opgelegde sancties (parkeerboetes). Het structureel wijzigen van afwikkeling van parkeerovertredingen (boetes) op een vergelijkbare wijze als in het omgevingsrecht behoort derhalve niet tot de mogelijkheden: als er eenmaal een boete is opgelegd, kan dit niet via een kortparkeervergunning worden gerepareerd en is de afwikkeling via de Wet Mulder wettelijk voorgeschreven. De voorziene aanpassing van de parkeerverordening is daarom niet een stap ná het opleggen van een boete, maar is in beginsel een stap vóórdat een daadwerkelijke boete wordt opgelegd: degene die de auto foutparkeert wordt in de gelegenheid 3

6 gesteld om alsnog het nieuwe parkeerproduct, de kortvergunning, aan te vragen. De kosten hiervoor bedragen C 45,-. In feite krijgt de overtreder een 'terme-de-grâce' van zeven dagen waarin hij zijn overtreding kan repareren alvorens hij daadwerkelijk wordt beboet. Wordt er alsnog een kortparkeervergunning voor de dag van de overtreding aangevraagd en betaald, dan wordt er geen boete opgelegd en blijft de geconstateerde parkeerovertreding buiten de Wet Mulder. Wordt er binnen de 7 dagentermijn geen vergunning aangevraagd en betaald, dan wordt de boete alsnog opgelegd en verloopt de incasso via het CJIB. De aanvraag kortparkeervergunning wordt afgerond door een Ideal-betaling. Het risico van niet betaalde leges en de daarop van toepassing zijnde incassotrajecten, waar mr. Jacobs in een eerder stadium op heeft gewezen, is derhalve niet tot nauwelijks aanwezig. Immers, als de aanvraag niet binnen de 'terme-de-grâce' met betaling is afgerond, geldt de aanvraag als niet afgerond en wordt de overtreding alsnog beboet als parkeerovertreding waarna CJIBincasso volgt. De kortparkeervergunning kan alleen worden aangeschaft in de gebieden die enkel zijn voorbehouden aan vergunninghouders en waar geen mogelijkheid is om met een parkeerkaartje een korte periode van een aantal uren te parkeren. Gemeenten zijn tot op bepaalde hoogte vrij het parkeerbeleid vast te stellen. Nu er nog geen sprake is van een daadwerkelijke boete en van (wettelijk verplichte) incasso op grond van de Wet Mulder nog geen sprake is, is het mogelijk om dit product aan de parkeerverordening toe te voegen. Daarbij zij opgemerkt dat niet ondenkbaar is dat de Staat mogelijk op enig moment aanleiding ziet bezwaar te maken tegen deze wijziging van de gemeentelijke parkeerverordening, omdat de Staat daardoor mogelijk inkomsten misloopt (in alle gevallen dat het niet tot een boete komt). Wellicht heeft de Staat een mogelijkheid om de wijziging van de parkeerverordening door toevoeging van dit nieuwe product op enig moment weer ongedaan te maken: onze advisering strekt zich niet daartoe uit. 4

7 Maar zelfs dan lijkt het risico beperkt, omdat dan kan worden teruggevallen op het bestaande parkeerbeleid. Het lijkt dus interessant het nieuwe product van de kortparkeervergunning in ieder geval bij wijze van proef uit te proberen, omdat zowel de belangen van de inwoners van de gemeente als die van de gemeente zelf daarbij lijken te zijn gediend. 5