TAKS OP EFFECTEN- REKENINGEN: STAND VAN ZAKEN

Transcriptie

1 #62 FISCALITEIT TAKS OP EFFECTEN- REKENINGEN: STAND VAN ZAKEN Na verschillende verhogingen van de taks op beursverrichtingen en van de roerende voorheffing, na de kortstondige belasting op de zogenaamde speculatieve meerwaarden in 2016, heeft onze regering besloten dat effectenrekeningen vanaf 2018, onder voorwaarden, onderworpen zijn aan een taks van 0,15%. Bruno Ferrier Senior Wealth Planner Puilaetco Dewaay Private Bankers Deze taks, die op 7 februari laatstleden gestemd werd, is in werking getreden op 10 maart 2018 (ofwel de dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad). Wij bepalen hier de stand van zaken tot op heden. Momenteel blijven er echter talrijke vragen onbeantwoord. Er worden de komende weken nog verduidelijkingen verwacht via koninklijke uitvoeringsbesluiten en/of administratieve circulaires. 1. WAT ZIJN DE ALGEMENE KENMERKEN VAN DE TAKS? De taks is toepasselijk op bepaalde effecten die door natuurlijke personen op effectenrekeningen worden aangehouden. Hij bedraagt 0,15% van de gemiddelde waarde van de betrokken effecten tijdens een «referentieperiode» (zie infra). Het aanhouden van een effectenrekening gedurende slechts één enkele dag van de referentieperiode maakt de taks opeisbaar op de gemiddelde waarde van de rekening. De taks is echter enkel toepasselijk indien de totale gemiddelde waarde van de betrokken financiële instrumenten of meer per persoon bedraagt. Anders gezegd, de taks is verschuldigd zodra het aandeel van een titularis in een effectenrekening minstens bedraagt. dat geval is de taks van toepassing vanaf de eerste euro. 2. WELKE NATUURLIJKE PERSONEN WORDEN DOOR DEZE TAKS BEOOGD? Deze taks heeft jaarlijks betrekking op effectenrekeningen die, in België of in het buitenland, worden aangehouden door titularissen natuurlijke personen Belgische ingezetenen en op effectenrekeningen die in België worden aangehouden door titularissen niet-ingezetenen (los van het feit of zij al dan niet een aangifte in de belasting van niet-inwoners indienen). Voor deze laatstgenoemden oordeelt de FOD Financiën echter dat als deze personen kunnen genieten van een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting die eveneens op de vermogensbelasting toepasselijk is, de taks op effectenrekeningen niet op hen toepasselijk is. Bij wijze van niet-uitputtende opsomming gaat het om personen die hun fiscale woonplaats hebben in Duitsland, Denemarken, Finland, Hongkong, Israël, Nederland, Noorwegen, Rusland, Spanje, Zwitserland, Zweden, Canada, Luxemburg, Onder titularis dient te worden verstaan: elke natuurlijke persoon die houder is van een effectenrekening, ongeacht de aangehouden rechten (volle eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik). Een gewone gevolmachtigde is dus geen titularis van een effectenrekening. dien een rekening door meerdere titularissen aangehouden wordt, neemt de wet aan dat elke titularis een evenredig aandeel in de rekening aanhoudt en de taks dus verschuldigd is ten belope van dit aandeel. Dit vermoeden kan worden omgekeerd indien, bijvoorbeeld, het aandeel van een titularis kleiner is dan dit evenredig aandeel of indien de aangehouden rechten gesplitst zijn tussen een blote eigenaar en een vruchtgebruiker. Het is dan aan elke titularis om de werkelijke rechten die hij op de rekening aanhoudt, te bewijzen teneinde de waarde van zijn rechten te bepalen en, desgevallend, van de taks te worden vrijgesteld of een deel ervan terugbetaald te krijgen. Voorbeeld: een effectenrekening van 3 miljoen euro wordt aangehouden door 5 titularissen. 2 titularissen houden elk 47% van de rekening in volle eigendom aan (ofwel elk) en de 10

2 3 anderen houden elk 2% aan (ofwel elk). Ook al neemt de wet aan dat elke titularis een evenredig aandeel in de rekening (ofwel 20%, i.e ) aanhoudt, toch zullen de twee titularissen die 47% aanhouden als enigen de taks verschuldigd zijn op hun eigen aandeel in de effectenrekening. Dit vermoeden van evenredige aandelen is eveneens van toepassing op de vennoten van een maatschap (vroeger «burgerlijke vennootschap» genoemd). Anderzijds worden rechtspersonen (vennootschappen, vzw s, ) in principe niet beoogd door de taks. De wet voorziet echter een specifieke antimisbruikmaatregel om te vermijden Zij gaan: De door de taks beoogde financiële instrumenten waarderen; Hun cliënten informeren; De taks berekenen, aan de bron inhouden en aan de Staat betalen. Voor in het buitenland aangehouden rekeningen is de titularis van de rekening de taks verschuldigd, behalve indien de in het buitenland gevestigde professionele tussenpersoon ervoor kiest om alle formaliteiten te vervullen voor rekening van de titulairis. Hij dient daartoe een aansprakelijke vertegenwoordiger aan te stellen. dat natuurlijke personen effectenrekeningen inbrengen in een vennootschap die aan de Belgische vennootschapsbelasting onderworpen is, met als enige doel om aan de taks te ontsnappen. Concreet blijft elke inbreng in een dergelijke vennootschap die vanaf 1 januari 2018 louter met deze bedoeling gedaan wordt, zonder gevolg ten aanzien van de administratie. De inbrenger zal dus nog altijd als de titularis van de effectenrekening worden beschouwd. Hoe zit het met een inbreng in een buitenlandse vennootschap of in een stichting? Dergelijke inbrengen zouden niet door de antimisbruikmaatregel worden beoogd, zelfs wanneer deze inbreng zou plaatsvinden met als enige doel om aan de taks te ontsnappen. 3. WIE IS DE TAKS VERSCHULDIGD? Voor in België geopende rekeningen zijn het de professionele tussenpersonen (in de praktijk hoofdzakelijk de banken en de beursvennootschappen) die de taks verschuldigd zijn. 4. WELKE FINANCIËLE INSTRUMENTEN WORDEN DOOR DE TAKS BEOOGD? De wet beoogt 5 categorieën van financiële instrumenten: 1. Aandelen, al dan niet beursgenoteerd, en certificaten van die financiële instrumenten ; 2. Obligaties, al dan niet beursgenoteerd, en certificaten van die financiële instrumenten, met inbegrip van depositobewijzen en thesauriebewijzen ; 3. Deelbewijzen van fondsen (beveks en gemeenschappelijke beleggingsfondsen (GBF s)), met uitzondering van deelbewijzen van fondsen verworven in het kader van een levensverzekering of pensioensparen ; 4. Kasbons ; 5. Warrants. ANALYSES Puilaetco Dewaay 11

3 #62 FISCALITEIT De parlementaire werkzaamheden beogen eveneens trackers of «exchange traded funds» die de rechtsvorm kunnen aannemen van ondere andere een beleggingsvennootschap, een GBF of een obligatie. Opties, futures en swaps zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de taks. Hetzelfde geldt voor liquiditeiten en termijnrekeningen. Zijn eveneens uitgesloten: nominatieve effecten die niet ingeschreven zijn op een effectenrekening. De wet bepaalt ook hier een specifieke antimisbruikmaatregel: alle omzettingen van gedematerialiseerde aandelencertificaten of aandelen in nominatieve certificaten of aandelen, uitgevoerd vanaf 9 december, zijn zonder gevolg voor de bepaling van de belastbare grondslag van de taks, maar uitsluitend voor de referentieperiode (zie infra) gedurende dewelke de omzetting heeft plaatsgevonden. Anderzijds sluit de wet niet uit dat nominatieve effecten ook worden beoogd indien ze «ingeschreven» zijn op een effectenrekening, bijvoorbeeld zogenaamde nominee effecten en geadministreerde nominatieve effecten. De wet bepaalt speciale referentiepunten in geval van wijzigingen. Onder wijzigingen verstaat men: De opening van een effectenrekening ; De afsluiting van een effectenrekening ; De toevoeging van een titularis ; De schrapping van een titularis ; De vestiging van een vruchtgebruik. Deze wijzigingen geven aanleiding tot een referentiepunt, maar kunnen eveneens, naargelang van het geval, het begin of het einde van een referentieperiode betekenen. Tot slot volgt de waardering van een effectenrekening, die op elk referentiepunt dient te gebeuren, verschillende regels al naargelang de aard van de op de rekening ingeschreven financiële instrumenten (voorbeeld 1: voor beursgenoteerde financiële instrumenten zal men in principe de slotkoers toepassen; voorbeeld 2: voor niet-beursgenoteerde fondsen en beveks zal men in principe de laatste beschikbare netto-inventariswaarde (NIW) toepassen). 5. HOE EN OP BASIS VAN WELKE WAARDE WORDT DE TAKS BEREKEND? De belastbare periode gedurende dewelke de gemiddelde waarde van de belastbare effecten bepaald wordt, wordt de referentieperiode genoemd. Ze strekt zich uit over 12 opeenvolgende maanden, lopende van 1 oktober tot 30 september. Voor 2018 wordt deze referentieperiode verkort en loopt ze van 10 maart 2018 (datum van inwerkingtreding van de wet) tot 30 september elke referentieperiode heeft de wetgever verschillende referentiepunten bepaald die overeenstemmen met de laatste dag van elk trimester (31/12 31/3 30/6 30/9). Voor 2018 zijn er slechts 3 referentiepunten (31/3 30/6 30/9). Om de gemiddelde waarde van een effectenrekening te bepalen, worden de waarden die op elk van de 4 referentiepunten worden weerhouden, opgeteld en vervolgens door 4 gedeeld (door 3 in 2018). 6. WIE MOET DE TAKS AANGEVEN EN BETALEN? Voor in België aangehouden effectenrekeningen zal de taks in principe aan de bron worden ingehouden door de banken. Deze inhouding zal automatisch gebeuren indien het aandeel van de belastingplichtige in de rekening of meer bedraagt. Deze inhouding zal in dat geval bevrijdend zijn voor de titularis. De effectenrekeningen die door eenzelfde cliënt worden aangehouden bij eenzelfde Belgische financiële instelling moeten het voorwerp zijn van een globalisering teneinde te bepalen of de drempel van euro aan het einde van de referentieperiode bereikt is. Deze inhouding zal optioneel zijn indien het aandeel van de titularis onder deze drempel ligt. De titularis zal dus kunnen kiezen voor de inhouding van de taks indien hij bovendien andere effectenrekeningen aanhoudt bij één of meerdere andere financiële instellingen, waarvan de gecumuleerde waarde de drempel van euro bereikt of overschrijdt. dien de titularis niet voor de inhouding geopteerd heeft, zal hij zelf alle administratieve formaliteiten met betrekking tot deze taks (aangifte en betaling) moeten vervullen. 12

4 geval van afsluiting van een rekening tijdens de referentieperiode zal de globalisering van alle rekeningen van eenzelfde titularis aan het einde van de referentieperiode (zie supra) slechts gedeeltelijk zijn. Ze zal immers enkel de niet-afgesloten effectenrekeningen van de titularis aan het einde van de periode in aanmerking nemen. Voor de afgesloten rekeningen zal de cliënt kunnen kiezen voor de inhouding van de taks. Voor in het buitenland aangehouden rekeningen zijn er twee scenario s mogelijk: ofwel heeft de buitenlandse bank een aansprakelijke vertegenwoordiger aangesteld; in dat geval is ze de taks verschuldigd en zal ze hem inhouden en aan de Belgische Staat storten. Ofwel heeft de buitenlandse bank geen aansprakelijke vertegenwoordiger aangesteld; in dat geval is het aan de cliënt Belgische ingezetene om zelf alle administratieve formaliteiten met betrekking tot deze taks (aangifte en betaling) te vervullen. Wanneer het aan de belastingplichtige is om zelf alle administratieve formaliteiten met betrekking tot deze taks te vervullen, moet de aangifte elektronisch worden ingediend (via het platform «MyMinfin») uiterlijk de laatste dag van de indiening van de aangifte in de personenbelasting. De taks moet worden betaald uiterlijk op 31 augustus van het jaar dat volgt op het jaar waarin de voorwaarden voor onderwerping vervuld zijn. CONCLUSIE Naast het feit dat deze taks zeer ingewikkeld is, was hij het voorwerp van talrijke kritieken van de Raad van State reeds vóór hij door het parlement werd aangenomen. Verschillende bepalingen van de wet zouden ongrondwettelijk kunnen blijken. Het parlement heeft echter zeer weinig rekening gehouden met deze kritieken in de eindversie van de wet. De eerste vordering tot nietigverklaring van deze wet zou reeds zijn ingediend. Andere vorderingen zullen wellicht volgen. Wij hebben hier te weinig plaats om de rechtsgrondslagen toe te lichten waarop deze vorderingen gebaseerd (zullen) zijn. Het is dus mogelijk dat deze taks op effectenrekeningen even kortstondig is als die op de speculatieve meerwaarden. Wordt vervolgd! ANALYSES Puilaetco Dewaay 13

5 MONTHLY PERFORMANCES INDICES AANDELEN SECTOREN (stoxx 600) BEURZEN MSCI World -3,3 % -4,2 % 5,4 % MSCI Europe -2,4 % -4,9 % 7,3 % MSCI EMU -2,2 % -3,0 % 10,1 % MSCI Belgium -1,4 % -1,9 % 1,7 % MSCI Netherlands -0,9 % -1,6 % 13,7 % MSCI France -2,4 % -2,2 % 10,7 % MSCI Germany -2,7 % -6,1 % 10,0 % MSCI UK local -1,7 % -7,2 % 3,1 % MSCI Spain -2,8 % -4,4 % 9,3 % MSCI Italy -0,5 % 2,6 % 9,9 % MSCI Switzerland -3,5 % -7,2 % 5,3 % MSCI USA -3,2 % -3,3 % 4,8 % MSCI Japan -3,7 % -2,4 % 6,9 % MSCI Emerging Markets -3,0 % -1,4 % 17,9 % MSCI Hong Kong -3,9 % -4,3 % 16,1 % MSCI China -4,2 % -0,8 % 32,7 % MSCI Brazil -3,0 % 8,4 % 6,2 % MUNTEN EUR - USD -1,1 % -2,6 % -12,4 % EUR - GBP 0,8 % 1,0 % -3,9 % EUR - JPY -0,7 % 3,3 % -9,1 % EUR - CHF -1,9 % -0,3 % -8,4 % EUR - NOK -0,3 % 1,9 % -7,7 % BEDRIJFSOBLIGATIES (IBOXX INDICES) AAA 0,8 % -0,4 % -0,1 % AA 0,8 % -0,1 % 0,4 % A -0,0 % -0,4 % 1,1 % BBB 0,1 % -0,3 % 2,6 % Auto & Auto Components -0,7% 1,8% 12,1% Banks -6,5 % -5,3 % 8,5 % Materials -4,6 % -5,7 % 16,0 % Chemicals -4,7 % -6,2 % 15,7 % Construction Materials -3,5 % -7,6 % -5,3 % Financials -5,6 % -4,4 % 8,3 % Food Beverage & Tobacco -0,9 % -9,2 % 6,5 % Health Care -1,0 % -6,4 % 0,6 % dustrials -2,7 % -4,4 % 13,1 % surance -3,5 % -1,7 % 6,4 % Media -8,1 % -4,2 % -12,9 % Oil Gas & Consumable Fuels -0,4 % -4,7 % 1,0 % Household & Personal Products 4,7 % -4,1 % 10,3 % Real Estate 3,6 % -4,5 % 6,8 % Retailing -5,0 % -13,5 % -16, 7% formation Technology -3,9 % -2,4 % 18, 3% Telecom Service -2,0 % -8,0 % -2,3 % Hotel Restaurants & Leisure -6,8 % -8,6 % 4,9 % Utilities 4,8 % -2,3 % 5,0 % OVERHEIDSOBLIGATIES (JPM INDICES) 1-3 a 0,2 % 0,1 % -0,3 % 3-5 a 0,6 % 0,4 % 0,2 % 5-7 a 1,2 % 0,7 % 1,0 % 7-10 a 1,9 % 1,2 % 1,6 % > 10 a 3,3 % 3,6 % -0,1 % GRONDSTOFFEN Goud 0,5% 1,7% 13,1% Ruwe olie 6,8% 5,1% 17,7% vestment Grade 0,4 % -0,3 % 1,1 % High Yield -0,2 % -0,5 % 6,0 % WENST U TE REAGEREN? Puilaetco Dewaay - Herrmann-Debrouxlaan Brussel 02/ stephanie.meily@pldw.be Twitter: Linkedin: De informatie werd verkregen van betrouwbaar geachte bronnen, maar het is voor J.P. Morgan en KBL European Private Bankers echter onmogelijk om de nauwkeurigheid of de volledigheid ervan te garanderen. De dex wordt met toestemming gebruikt. De dex mag niet worden gekopieerd, gebruikt of verspreid zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van J.P. Morgan. Copyright, J.P. Morgan Chase & Co. Alle rechten voorbehouden. De informatie werd verkregen van betrouwbaar geachte bronnen, maar het is voor MSCI en KBL European Private Bankers echter onmogelijk om de nauwkeurigheid of de volledigheid ervan te garanderen. De dex wordt met toestemming gebruikt. De dex mag niet worden gekopieerd, gebruikt of verspreid zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van MSCI. Dit document werd opgesteld door Puilaetco Dewaay Private Bankers NV, Herrmann-Debrouxlaan 46, 1160 Brussel. De informatie in het document is bestemd voor exclusief gebruik door de bestemmeling(en) en mag in geen geval gekopieerd, doorgegeven of verdeeld worden zonder de voorafgaande toestemming van Puilaetco Dewaay Private Bankers NV. De informatie in dit document werd verkregen van betrouwbaar geachte bronnen, maar het is echter onmogelijk om de nauwkeurigheid of de volledigheid ervan te garanderen. De uitgedrukte meningen kunnen op elk ogenblik zonder kennisgeving worden gewijzigd en kunnen verschillen van andere standpunten uitgedrukt in andere documenten. Wij hebben geen rekening gehouden met de persoonlijke situatie, noch met de beleggingsdoelstellingen en de financiële situatie van de bestemmeling(en) en het document mag niet worden beschouwd als beleggings-, juridisch of fiscaal advies. Bijgevolg raden wij de cliënten ten zeerste aan om hun adviseurs te contacteren alvorens een beleggingsbeslissing te nemen op basis van de informatie in dit document. Het document is geen, en mag niet worden beschouwd als, aanbod of verzoek tot aan- of verkoop. De redactie van deze nieuwsbrief werd afgesloten op 11 april 2018.