Praktische toepassing versnellingssensoren bij het kogelslingeren.
|
|
- Nele de Jong
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Praktische toepassing versnellingssensoren bij het kogelslingeren. Jo de Ruiter In eerdere stukjes in Sportgericht 1,2 heb ik laten zien dat het met behulp van versnellingsensoren mogelijk is om directe feedback te krijgen over contacttijden, zweeftijden en pasfrequenties bij het hardlopen. In dit stukje presenteer ik de toepasbaarheid van versnellingssensoren tijdens een veel complexere vaardigheid. Hierbij heb ik voor het kogelslingeren gekozen, omdat het een hobby van mij is, maar eigenlijk is kogelslingeren slechts een voorbeeld om de lezer een idee te geven hoe (versnellings)sensoren ook (of juist) bij het verbeteren van complexe vaardigheden kunnen we ingezet in de sportpraktijk. Bij het kogelslingeren, één van de spectaculairste atletiekonderdelen, wordt een 7.25 kg zware kogel (vrouwen 4 kg) met daaraan een staaldraad en een handvat (totale lengte 1.2 m) door de atleet zover mogelijk weggeslingerd. Hierbij gelden als belangrijkste beperkingen dat de atleet binnen de betonnen werpring (doorsnede 2.15m) moet blijven tijdens en na de slingerbeweging en dat de kogel binnen een sector van 40 graden (in de vorm van een soort taartpunt vanuit de ring gezien) moet landen. De kunst is om de kogel binnen de beperkte oppervlakte van de werpring een zo n hoog mogelijke snelheid te geven. De afworpsnelheid is namelijk de dominante prestatiebepalende factor, waarbij het natuurlijk wel van belang is dat de kogel ook onder een optimale werphoek (40-45 graden) wordt losgelaten. Wereldtoppers bereiken afworpsnelheden van 30 m/s en werpen de kogel verder dan 80 m. Voor een goed begrip van dit artikel is het belangrijk te weten dat het handvat met beide handen wordt vastgehouden. Een rechtshandige werper pakt met zijn gehandschoende linkerhand het handvat van de slingerkogel vast, waarna de rechterhand de vingers van linkerhand omsluit. 1
2 De kogelslingertechniek De meeste werpers draaien 4 keer om hun lengte-as alvorens zij de kogel afwerpen. De werper begint met zijn rug in de werprichting en met zijn voeten in een lichte spreidstand achter in de ring (figuur 1, beeldje 1; b1). Voordat hij gaat draaien, maakt hij enkele voorzwaaien (niet getoond in figuur 1), waarbij de voeten contact houden met de ring en de kogel met de armen over het hoofd wordt rondgedraaid, zodat de kogel een beginsnelheid krijgt. Na de laatste voorzwaai wordt de kogel met gestrekte armen voor het lichaam langs versneld (figuur 1, b1), waarbij de kogel zijn laagste punt bereikt voor de werper, dus achter de ring. Na dit laagste punt volgt de (rechtshandige) werper de kogel door linksom te draaien (b2), waarbij de linkervoet aan de grond blijft en rechts wordt opgetild. De werper houdt zijn armen continu gestrekt voor zich: een grote draaicirkel betekent immers een hogere baansnelheid van de kogel en daar gaat het om. De werper volgt vervolgens de baan van de kogel (b 2,3). De rechtervoet wordt kort en snel om/over de linkervoet heen getild om weer zo snel mogelijk contact te krijgen met de betonnen ring. Dit snelle contact wordt bevorderd door de linker knie actief te buigen (b3 en beelden 6,9,12 in de latere draaien). Op b4 landt de rechtervoet en hierbij heeft de werper de kogel als het ware ingehaald: de kogel (aangegeven met een zwart pijltje in de beeldserie) bevindt zich op beeldje 4 niet recht voor de borst (er is lichte torsie in het lichaam) en kan nu actief versneld worden doordat de werper met gestrekte armen vanuit de romp draait (lichte torsie wordt opgeheven) en beide benen iets strekt. De kogel wordt dus actief door de werper versneld in de neergaande beweging. Het hoogste punt van de kogel(cirkel)baan was bereikt in b3 en het laagste punt ligt altijd achter in de ring (zie b.v. b14). Op b4 heeft de werper 1 volledige draai gemaakt en heeft hij een vergelijkbare positie als op b1, alleen heeft de kogel nu een hogere snelheid. Vervolgens worden nog drie draaien 2
3 gemaakt om de kogel verder te versnellen, telkens tijdens de neergaande beweging van de cirkelbaan (b7,10,13). Doordat de linkervoet continue contact houdt met de ring en hierbij bij elke draai vanaf de hiel naar de teen draait (b5,6) schuift de werper bij elke draai iets verder de ring in, totdat het einde vande ring is bereikt. Dan vindt de laatste (vierde) versnelling in de neergaande beweging van de kogel plaats (b13), deze wordt gevolgd door een nog verdere versnelling nadat de kogel door het laagste punt is gegaan (b14), waarbij beide benen actief gestrekt worden om de kogel nog een laatste zwiep te geven: de afworp (b14,15,16). Om te voorkomen dat de werper tijdens het draaien door de kogel uit de ring wordt getrokken moet hij een (grote) centripetale kracht op de kogel uitoefenen, waardoor de kogel in zijn cirkelbaan wordt gehouden en de werper binnen de ring blijft. Doordat bij elke draai de snelheid van de kogel toeneemt, neemt ook de te leveren centripetale kracht toe: de werper moet steeds meer tegenwicht geven aan de kogel. Dit wordt bewerkstelligd doordat de werper bij elke draai iets verder achterover helt: vergelijk b.v. b9 met b3. Cruciale techniekkenmerken 1. Lange armen: kogeldraad recht voor de borst, om een zo n groot mogelijk draaicirkel te houden (b11). 2. De kogel wordt actief versneld door de werper in de neergaande beweging, nadat de kogel achter de ring door laagste punt is gegaan volgt de werper de kogel passief. 3. De rechtervoet moet na het overstappen telkens snel contact hebben met de ring. Hoe eerder de rechtervoet staat, des te langer de kogel versneld kan worden in de neergaande beweging (b.v. op b7 is te zien dat de werper vrij laat landt met zijn rechtvoet, waardoor de kogel nog maar 3
4 gedurende een klein stukje (minder dan 90 graden) van zijn cirkelbaan kan worden versneld. 4. De draaisnelheid neemt gelijkmatig toe, uitmondend en een maximale snelheid van de kogel op moment van afwerpen. Deelnemers Hieronder zal ik aangeven hoe versnellingsensoren zijn ingezet om snel (binnen 2 minuten na een worp), informatie te krijgen over enkele cruciale techniekparameters, waarbij de atleet direct feedback kan krijgen. Tevens zal ik deze parameters van twee Nederlandse werpers van verschillend niveau vergelijken met die van de wereldtop 3. Uit dit artikel van Gutierrez worden de gemiddelde waardes gebruikt van vijf werpers die vier draaien maakten en daarbij ongeveer 79 m wierpen (range: m). De eerste Nederlandse werper is op de beeldserie te zien tijdens het NK 2011 (afstand m, derde plaats), van hem wordt een trainingsworp van 51 m geanalyseerd en vergeleken met een trainingsworp van een minder goede werper (41 m). Voor de duidelijkheid verwijs ik steeds naar de 41 m- en de 51 m-werper, hoewel de laatste een persoonlijk wedstrijdrecord heeft van 58.77m. Sensoren Er worden twee, drie-assige versnellingsensoren (30 gr, 1000 Hz sample frequentie) gebruikt die op de Faculteit Bewegingswetenschappen zijn gemaakt, waarbij er één op de wreef van de rechtervoet wordt getaped zodat het overstap ritme (zweef- en contacttijden) nauwkeurig kan worden gemeten, en één op de handschoen van de linkerhand. Met de handsensor kan nauwkeurig het moment van afwerpen worden bepaald: als het handvat aan het eind van de afworp uit de 4
5 handschoen schiet geeft dit een grote piek in het versnellingssignaal (figuur 2, rechtsonder). De sensoren hebben helaas geen gyroscoop, waardoor geen (veranderingen in) hoeken konden worden bepaald. Echter, door de handsensor met één van de assen in het verlengde van de arm te richten, kan met behulp van onderstaand biomechanisch model een aardige indicatie van de normaalversnelling (vanuit de hand naar het draaipunt van de cirkel gericht) en daarmee van de afworpsnelheid worden verkregen. Biomechanisch model De normaalversnelling (a n ) is gelijk aan het kwadraat van de hoeksnelheid, vermenigvuldigd met de straal (r) van de cirkel, en omdat de hoeksnelheid gelijk is aan de baansnelheid (v) gedeeld door de straal, geldt: a n =v 2 /r, waardoor v= (a n *r). Kogel en werper roteren tijdens het draaien om een gemeenschappelijke draaias, waarbij de straal van de kogel tot die as zowel voor mannen als vrouwen ongeveer 1.65 m is (tabel 4 in 3 ). De handsensor bevindt zich op 1.25 m van de kogel (draadlengte van de slingerkogel ligt immers reglementair vast), zodat de afstand van de handsensor tot de gemeenschappelijk rotatie as ongeveer 1.65m-1.25m=0.4m zal zijn. Dus de afstand van de kogel tot de gemeenschappelijke rotatie as (~1.65 m) is ongeveer 4 x groter dan die van de hand tot die rotatie as (~0.4m). Als we a n van de hand (die we meten) met een factor 4 vermenigvuldigen dan zouden we een redelijke indicatie van a n van de kogel moeten hebben en daarmee van de baansnelheid van de kogel ( v kogel = (a nkogel *r), met daarbij r=1.65 m). Als we de afwerphoogte op schouderhoogte veronderstellen (bij Yuriy Sedykh, 1.85 m lang en meervoudig kampioen was dit b.v m) en een afwerphoek van 40 graden aanhouden 4, dan geldt voor de verticale verplaatsing als de kogel weer geland is (met S t =S 0 + v kogel *t+1/2g*t 2 ): 0 m=1.66m+ v kogel *sin(40 )*t - 1/2*9.81m/s 2 *t 2, v kogel wordt bepaald [v kogel = (a nkogel *r)], waardoor t (tijdsduur 5
6 vlucht) kan worden berekend. In de horizontale richting geldt vervolgens: voorspelde worpafstand = cos(40 )* v kogel *t. De techniekanalyse Figuur 2 toont de signalen na een trainingsworp van 51 m. De pieken in het versnellingssignaal van de rechtervoet (voor de duidelijkheid is slechts één versnellingsrichting getoond) leveren de momenten waarop rechtervoet loskomt bij het ingaan van elke draai (in figuur 2 beelden: 2,5,8,11) en de landingen na het overstappen (in figuur 2 beelden: 4,7,10,13). De zwarte horizontale lijnen geven aan wanneer de werper beide voeten aan de grond heeft (double support: DS). Daartussen is alleen de linkervoet aan de grond (single support: SS). Na de laatste landing rechtervoet (t=5400 ms in figuur2) houdt de werper beide voeten aan de grond en vindt de afworp plaats (figuur 1: beelden 13 t/m 16). De verticale omhooggerichte pijl (rechtsonder in fig.2) geeft het moment weer waarop de kogel de handschoen verlaat (t= 5700 ms). In figuur 2 is verder te zien dat zowel de SS-fase, maar vooral ook de DS-fase steeds korter duurt in de opeenvolgende draaien: de totale draaiduur neemt met elke draai af, hetgeen wijst op een toenemende rotatiesnelheid van de werper. In figuur 3 is een voorbeeld te zien van de feedback die de werper krijgt na de worp met betrekking tot zijn voetenwerk. De smallere balkjes met daarin de getallen geven de resultaten van de laatste worp, met daarachter (de bredere balkjes) de resultaten van een referentieworp. Een goed geslaagde worp kan bijvoorbeeld als referentie worden gebruikt. In dit voorbeeld is de worp van 41m van de andere werper als referentie gebruikt. In het onderste deel van de balkjes wordt de duur (ms) van de SS-fase getoond (rechtervoet in de lucht) met daarbovenop de duur van de daaropvolgende DS-fase. De eerste SS-fase van de 51 m-werper (354 ms) duurt even lang lang als die van de 41 m-werper, maar de hogere rotatiesnelheid van de 51 m-werper leidt er vervolgens toe dat de 6
7 aansluitende DS-fase korter duurt (360 ms) dan bij de 41 m-werper. Vervolgens zien we dat SS-fases van de 51 m werper afnemen (354,302, 283, 284 ms) opdat hij na het overstappen weer snel ringcontact heeft met zijn rechtervoet. De 41mwerper stapt duidelijk trager over (zie overstap nummers 2,3,4 in Figuur 3) en er zit bij hem ook een minder duidelijke afname in de overstaptijden (blijft rond de 330 ms, bredere balkjes). De DS-fase (bovenste balkjes) van de 51 m-werper neemt af van 360, naar 264 en 270 ms waarna de laatste DS-fase (tot aan de afworp) 256 ms duurt. De totale duur van de hele werpactie, vanaf het moment dat de rechtervoet de eerste keer loskomt bij ingaan van de eerste draai tot aan moment van afworp is sec. Dat is beduidend sneller dan de totale duur van de 41 m-werper (2.736 sec). Alle afzonderlijke balkjes zijn bij de 51 m-werper minder hoog: hij draait sneller. Wat bij de 41 m-werper in het bijzonder opvalt, is dat de totale duur van de SS plus de DS na derde overstap (derde balkje) bijna net zo hoog is als bij de 51 m- werper, maar bij die laatste is de verhouding SS:DS (=283 ms:270 ms) beduidend gunstiger dan bij de 41 m-werper. De 41 m-werper is duidelijk langer met slechts één been aan de grond dan met beide benen (SS : DS= 335 ms: 234 ms). Dit laatste is één van de belangrijkste kenmerken van minder goede en beginnende kogelslingeraars. Echter, ook 51 m is nog geen 80 m (wereldtop), dus om deze getallen goed te kunnen duiden is het van belang ze te vergelijken met een goede referentie, zoals b.v. met die wereldtop. Hierbij is ook het verloop in de tijd (dus van draai tot draai) van belang is. De vergelijking tussen beide werpers in dit onderzoek en de wereldtop is gemaakt in figuur 4. Daarbij moet worden opgemerkt dat de getallen van de wereldtop verkregen zijn met filmbeelden opgenomen met 50Hz, die vervolgens geïnterpoleerd zijn tot 100Hz 3. Het werken met filmbeelden, om daaruit tijden te bepalen, is enorm tijdrovend en veel minder nauwkeurig dan de tijden verkregen met sensoren. 7
8 Conclusie: Met behulp van op het lichaam aangebrachte versnellingsensoren, die de sporter niet hinderen in zijn beweging, is snel en heel nauwkeurig feedback te geven met betrekking tot de duur/timing van de verschillende fases van een techniek (in dit geval een kogelslingerworp). Mogelijke techniek verbeteringen deelnemers Figuur 4 (linksboven) toont, wat we natuurlijk al vermoeden, dat de wereldtop sneller draait. De totale gemiddelde worpduur van de vijf 80m-werpers is sec (de 51m-werper deed er sec over). Duidelijk is dat SS-fase (figuur 4 linksboven) bij de wereldtop nog weer korter duurt dan bij de 51 m-werper: voor de eerste overstap is dat ongeveer 50 ms korter en vervolgens ongeveer 30 ms in de volgende overstappen. De 51 m-werper is vooral trager dan de wereldtop bij de derde en vierde draai, wat erop wijst dat hij relatief snel begint maar de snelheid vervolgens minder opvoert dan de wereldtop. Doordat de SS-fases bij de wereldtop gemiddeld ms korter duren, komt die tijd bij hen telkens ten goede aan de daarop volgende DS-fase, waardoor er meer tijd beschikbaar is om te versnellen. De 51m-werper kan dus winst boeken door geprononceerder door zijn linker knie te zakken (knieval) tijdens het overstappen om sneller met rechts op de grond te komen, waardoor de SS-fases korter worden (ten bate van de DS fases), wat hem de mogelijkheid zou geven beter door te versnellen. De 41 m-werper heeft lange DS-fases na de eerste en tweede overstap, maar dit komt vooral omdat hij duidelijk langzamer draait. De eerste draai duurt b.v. 800 ms t.o.v. 700 ms bij de andere werpers (figuur 4 linksonder). Wat vooral opvalt, zijn de lange duur van de SS-fase (die ook niet afneemt van tweede naar de vierde draai) en de relatief korte DS-fase na de derde overstap, resulterend in een heel ongunstige DS/SS ratio. Hij mist als het ware de derde draai. De 41 m-werper zal moeten werken aan het actiever optillen van de rechtervoet bij het 8
9 afzetten en het meegeven in linkerknie (knieval), zodat de SS-fases korter worden en rechtervoet eerder aan de grond komt. Beide werpers zouden met betrekking tot hun voetenwerk dus vergelijkbare aanwijzingen krijgen. Dit is niet vreemd, want voor de technieknummers in de atletiek geldt dat de sleutelaanwijzingen van beginner tot wereldtopper dezelfde blijven. Wat de sensoren in dit verband toevoegen is dat voor elke draai exact bepaald kan worden hoe de SS- en DS-fases zich tot eerdere worpen van de atleet verhouden: coaches kunnen op het oog nooit zien of een SS met 10 ms is afgenomen of juist is toegenomen. Conclusie: Met sensoren is voor de hele beweging exact te meten wat een coach, zelfs met zijn getrainde blik hooguit kwalitatief en slechts voor één onderdeel van de beweging, kan schatten. Rotatiesnelheid van de kogel De toenemende rotatiesnelheid van de werper is niet alleen af te leiden uit de het afnemen van SS- en DS-fases zoals die bepaald zijn met de voetsensor. De rotatiesnelheid is ook terug te vinden in het signaal van de handsensor. De dalletjes in het handsensorsignaal (figuur 2, de verticale pijltjes naar beneden tijdens de DS-fase) geven het moment aan dat de hand en daarmee de kogel bij elke rotatie zijn laagste punt heeft; de zwaartekrachtversnelling draagt op dat moment het meest bij aan de gemeten normaal versnelling a n. De afstand tussen deze dalletjes (rotatieduur) wordt met elke draai korter (figuur 2 horizontale, gestreepte pijlen). Zowel werper als kogel draaien steeds sneller rond gedurende de worp. Op het moment van loslaten is de gemeten a n van de hand van de 51mwerper m/s 2. Met het biomechanisch model wordt dan een afstand van 50.6 m voorspeld, wat verrassend goed overeenkomt met de geworpen afstand. De 41 m- werper is veel vaker gemeten, bij worpen van 41 m is a n op de hand bij hem ongeveer -55 m/s 2 waaruit een afstand van 38.3 m wordt voorspeld met het 9
10 model. Bij een heel rustige worp van 30.5 m was a n -38 m/s 2, waaruit met het model 27m wordt voorspeld. Op zich zijn deze voorspelde afstanden, gezien het feit dat er geen geïndividualiseerd model is gebruikt en er de nodige aannames zijn gemaakt, niet slecht. Echter, het is in de praktijk veel belangrijker dat de normaalversnelling van de individuele werper over de tijd kan worden gevolgd en een duidelijke indicatie geeft van de ontwikkeling van zijn afworpsnelheid en van de kogelsnelheid gedurende de draaien. Beiden hangen natuurlijk direct samen met de techniek. Beginners trekken bijvoorbeeld nogal eens aan hun armen, terwijl het draaien met lange ( ontspannen ) armen een grotere normaalversnelling van de kogel geeft tijdens de opeenvolgende draaien en bij de uiteindelijke afworp. Conclusie: de normaalversnelling (a n ) gemeten met de handsensor wordt gedurende de draaien steeds meer negatief (figuur 2) wat duidt op een toenemende rotatiesnelheid van de kogel. Op moment van afworp geeft a n een redelijke indicatie van de handsnelheid en via het biomechanisch model van de snelheid van de kogel en zelfs van de geworpen afstand. Slotsom Sensortechniek zal in de toekomst een steeds grotere rol gaan spelen in de sport. Het huidige artikel laat zien dat zelfs met een relatief eenvoudige sensor, al nuttige informatie kan worden verkregen die coaches en sporters kan helpen tijdens (de evaluatie van) het trainingsproces. De sensoren zijn natuurlijk op allerlei manieren in allerlei sporten te gebruiken. Het kogelslingeren moet in dit verband dan ook nadrukkelijk gezien worden als een voorbeeld van de mogelijkheden. Mogelijkheden, die in de nabije toekomst alleen maar groter zullen worden. Voor de praktijk is het hierbij belangrijk dat sporters en coaches zich realiseren dat het benutten en toepassen van de sensortechniek ook van hen een tijdsinvestering zal vragen. Voor elke specifieke toepassing zal een 10
11 uitgebreide test en uitprobeerfase moeten worden doorlopen, voordat de hard- en software zullen voldoen aan de specifieke wensen van coach en atleet. Over de auteur Dr. Jo de Ruiter heeft lichamelijke opvoeding (HALO) en bewegingswetenschappen gestudeerd. Sinds zijn promotie op het gebied van de spierfysiologie werkt hij als docent/onderzoeker aan de Faculteit BewegingsWetenschappen van de VU in Amsterdam. Hij is voormalig tien-kamper en heeft jarenlang atleten van nationaal niveau gecoacht, onder andere als bondstrainer speerwerpen. Referenties 1. de Ruiter, J. (2010). Het gebruik van versnellingmeters tijdens sprongtesten. Sportgericht, 64 (4), de Ruiter, J. (2012). Running economy en pasfrequentie. Sportgericht, 66 (3), Gutierrez, M., Soto (2002), V.M., Rojas, R.F. A biomechanical analysis of the individual techniques of the hammer throw finalist in the Seville Athletics World Championship New Studies in Athletics no Ralph Otto Hammer throw WR photosequence-yuriy Sedykh. 11
12 Figuur 1. Beeldserie kogelslingeren (beelden 1 tm 16), de voorzwaaien zijn weggelaten. De positie van de kogel is aangegeven met een zwart pijltje. Verdere toelichting wordt in de tekst gegeven. 12
13 Figuur 2. Versnellingssignalen van de rechtervoet (grote pieken) en de linkerhand gemeten tijdens de vier draaien bij het kogelslingeren (51 m worp). DS is double support (twee voeten contact met de werpring), SS (single support): alleen linker voet in contact met de ring. Figuur 3. Voorbeeld van feedback over de duur van de SS- en DS-fases zoals die binnen 2 minuten na een worp beschikbaar is. Verdere toelichting wordt in de tekst gegeven. 13
14 Duur (ms) Ratio Duur (ms) Duur (ms) top 51m 41 m 500 Single Support top 51m 41 m 500 Double Support Overstapnummer Overstapnummer top 51m 41 m SS+DS Overstapnummer top 51m 41 m DS/SS Overstapnummer Figuur 4. Vergelijking van parameters zoals gemeten met versnellingssensoren bij de twee deelnemers in het huidige onderzoek (41m en 51 m), vergeleken met de gemiddelde waardes van vijf wereldtoppers (80 m) bepaald met video 3. 14
HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o
HHS Opdracht 3 Biokinematica I Ilse Speelman 12024767 Joppe Korfage 12020338 Danny Zomerhuis 12102237 Veron t Hart 12103993 BT-1o Opdracht 1, V2C Inleiding Om een analyse van een beweging uit te voeren
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieGa naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.
Enkele tips : training en opwarming Trainingen : Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Geef nooit op. Het kan best even duren voor je conditie op peil is. Het belangrijkste
Nadere informatieTechnisch instapbrevet INITIATOR ATLETIEK
Technisch instapbrevet INITIATOR ATLETIEK INSTAPVOORWAARDE KANDIDAAT-CURSISTEN OPLEIDING INITIATOR Houder zijn van het Technisch Jeugdbrevet OF Wedstrijdresultaten kunnen voorleggen in minstens één werpnummer,
Nadere informatieWerkstuk LO Atletiek. Werkstuk door een scholier 1639 woorden 14 april keer beoordeeld
Werkstuk LO Atletiek Werkstuk door een scholier 1639 woorden 14 april 2004 6 280 keer beoordeeld Vak LO 2.Wat is atletiek? Atletiek is een van de eerste sporten. Atletiek bestond al voor de Grieken. Atletiek
Nadere informatieRunning economy en pasfrequentie
SPORTWETENSCHAP In een eerder artikel in Sportgericht (nummer 4/2010) hebben we laten zien dat het mogelijk is om heel nauwkeurig zweef- en contacttijden te meten tijdens (herhaald) springen en lopen met
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat
Nadere informatieJohan van Lieshout. Start carrière als handballer. Getriggerd door schoolatletiek! Liefhebber van het onderdeel speerwerpen
Voorstellen Johan van Lieshout. Start carrière als handballer. Getriggerd door schoolatletiek! Liefhebber van het onderdeel speerwerpen Atletiek is speerwerpen met wat bijnummers! Mijn rol is promoten
Nadere informatieHoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen?
Het schaatsen van de bocht deel 2 door Aitske Ruben De techniek We weten nu (zie deel 1) dat we een kracht nodig hebben om ons van onze rechte lijn af te laten wijken en ons de bocht door te duwen De volgende
Nadere informatieSEVA-Yoga. Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 6 (B6R2) Oefening 1
SEVA-Yoga Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 6 (B6R2) Oefening 1 - Gewoon rechtop staan (nekwervel in verlengde van rugwervel en volledig ontspannen) - Thuiskomen in je lichaam, alle
Nadere informatiePROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism
KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.
Nadere informatiewiskunde B havo 2017-I
Cirkel en lijn De cirkel c en de lijn l worden gegeven door l: 5. Zie figuur. 4 3 2 2 c: 9 en figuur l c 4p Toon aan dat l raakt aan c. Cirkel c snijdt de negatieve -as in het punt A. Lijn l snijdt de
Nadere informatieStatische rekoefeningen
Statische rekoefeningen Bovenlichaam Lage rugspieren Ga met je zitvlak op je hakken zitten. Duw je handen over de grond naar voren en buig je rug. Rek zover mogelijk uit. Kijk naar de grond. Houd deze
Nadere informatieHieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:
Rekoefeningen onderlichaam Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam: Bilspieren Ga op de rug liggen. Hef de rechterknie en houd deze met beide handen vast. Trek de rechterknie
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatieSnelwandelen. Techniek en training van het snelwandelen
Snelwandelen Techniek en training van het snelwandelen Techniek van het snelwandelen De snelwandelaar moet zich aan internationaal bepaalde wedstrijdregels houden die onderscheid maken tussen het snelwandelen
Nadere informatieAlgemene instructies oefeningen
Algemene instructies oefeningen o Lees eerst de disclaimer voordat u deze oefeningen begint. o Indien u pijnklachten vraag dan eerst uw arts of therapeut om advies o Zorg er voor dat de spieren niet koud
Nadere informatieTentamen Mechanica ( )
Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en
Nadere informatieOefenstof voor aquamove:
Oefenstof voor aquamove: De oefenstof wordt opgedeeld in vijf verschillende onderdelen nl.: loopoefeningen, oefeningen in het ondiepe gedeelte, oefeningen in het diepe gedeelte, partneroefeningen en spelvormen.
Nadere informatieLenigheidtrainingsschema - niveau 1
Lenigheidtrainingsschema - niveau 1 Oefening 1 - back cat Aandachtsgebied: onderste en bovenste rugspier Ga op uw knieën zitten. Zorg dat deze onder uw heupen staan. Uw tenen wijzen naar achteren. Plaats
Nadere informatieGa op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.
BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen
Nadere informatieVAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Nadere informatieBorstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging
Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging De benadering Bij de benadering is het belangrijk dat er met zoveel mogelijk snelheid het keerpunt ingegaan wordt.
Nadere informatieZomerfit Pagina 1 van 5
Zomerfit Pagina 1 van 5 1. Brug in ruglig met calf raises Neem plaats in ruglig met de kniëen gebogen, waarbij de voeten plat op de mat staan. Til het bekken op tot een brugpositie en ga op de tenen staan.
Nadere informatieYogales mei Ademoefening Prana Mudra!
Yogales mei 2019 Staan Plaats de voeten onder de heupen. Je voeten licht naar binnen gedraaid. Je voeten staan stevig op de grond. Voel je in verbinding staan met de aarde. De knieën zijn zacht. Ga met
Nadere informatieBasisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou
Basisoefeningen Nu de standen bekend zijn, moeten de overgangen van de één naar de andere stand getraind worden. Hiervoor zijn 8 basisoefeningen bedacht die bijna elke overgang omvangt. Bij sommige oefeningen
Nadere informatieJUMP UP VZW. Skipper Brevet
Skipper Brevet Skipper brevet: Proficiat, je hebt het vorige brevet, microbe, goed behaald. Nu beginnen we aan het 2 de brevet. De puntentelling blijft hetzelfde als bij het vorige brevet. A) Single rope
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen HAV 207 tijdvak vrijdag 9 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieIndividuele vendelreeksen Trommelreeks voor het Brechts Korpsvendelen
Individuele vendelreeksen Trommelreeks voor het Brechts Korpsvendelen Enkele algemene principes De tamboer leidt de gilde doorheen de reeks. Dit betekent o.a. dat de tamboer het tempo bepaalt. Hierbij
Nadere informatieSenioren elementen voor limieten. passie voor synchroonzwemmen
Senioren elementen voor limieten passie voor synchroonzwemmen Element A 2.5 (senioren element team nr. 1) Vanuit een gehoekte houding achterover onder water met de benen loodrecht op de waterspiegel, wordt
Nadere informatieDe Trainingsladder Het ontwikkelen van goed en sneller voetenwerk geeft je de vaardigheid om snel te bewegen.
De Trainingsladder Het ontwikkelen van goed en sneller voetenwerk geeft je de vaardigheid om snel te bewegen. De trainingsladder dwingt benen en voeten snelle patronen in te slijpen door ze veel te herhalen.
Nadere informatieLenigheid en beweeglijkheid
2.3.2. Lenigheid en beweeglijkheid Deze vaardigheid is bedoeld om de verschillende spieren te trainen op lenigheid en de verschillende gewrichten te mobiliseren. Lenigheid en beweeglijkheid bestaat uit:
Nadere informatieYogales maart 2019!! Bewust staan
Yogales maart 2019 Bewust staan Ga staan met je voeten heupbreedte, voorvoeten licht naar binnen, voel hoe de hiel van je voet contact maakt met de grond, voel de buitenkanten van de voet op de grond voel
Nadere informatieOnderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.
ZEILBOOTDIPLOMA 1. Van zwemmen naar voortbewegende technieken a.25 m rugcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. b.25 m borstcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. 2. Stuwen a.stuwen
Nadere informatieUitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.
Uitwerkingen Opgave π omtrek diameter Eén radiaal is de hoek, gemeten vanuit het middelpunt van een cirkel, waarbij de lengte van de boog gelijk is aan de straal. c. s ϕ r d. ϕ ω t Opgave π (dus ongeveer
Nadere informatieTussenseizoensplanning 2015 KSV OOSTKAMP. Individueel voorbereidingsprogramma
Tussenseizoensplanning 2015 KSV OOSTKAMP Individueel voorbereidingsprogramma Beste spelers, Het voetbalseizoen 2015-2016 nadert met rasse schreden. Tijdens de rustperiode is het je taak om het nieuwe seizoen
Nadere informatiekijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!
Schouders Ga met je linkervoet goed stevig op de dynaband staan en houd met je rechterhand de dynaband vast. Strek je arm naar de rechterzijkant uit tot boven je schouder en kijk je rechterhand na. Breng
Nadere informatieCursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42
Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische
Nadere informatiePraktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126
Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer
Nadere informatie3 Veranderende krachten
3 Veranderende krachten B Modelleren Een computermodel van bewegingen in SCYDynamics NLT-module Het lesmateriaal bij deze paragraaf vormt een onderdeel van de NLT-module Dynamische Modellen VWO. Wat gaan
Nadere informatieSamenvatting. Introductie
143 Introductie Werpers spelen een belangrijke rol in honkbalwedstrijden en hebben een groot aandeel in het wedstrijdresultaat. Het succes van een werper wordt voor een belangrijk deel bepaald door diens
Nadere informatieSichido: de zeven posities met tekeningen van Dominique Zaugg
Sichido: de zeven posities met tekeningen van Dominique Zaugg Voorbereiding Stap 1: Yo-I Stap 2: Yumidaoshi Het oproepen van de juiste geestesgesteldheid Het neerlaten van de Yumi De linkerhand houdt de
Nadere informatieElement A (senioren element team nr. 1) 2.5
BIJLAGE X GROEPEN Senior Elementen voor limieten 2017-2021 (De elementen dienen uitgevoerd te worden zoals omschreven in Bijlage IV Beschrijving Figuren punt 1 t/m 10) Groep 1 Element A (senioren element
Nadere informatieYogales december 2018!
Yogales december 2018 Ademoefening Plaats de handen aan de achterkant op het bekken, de pinken tegen elkaar. Adem in de buik, laat ontspannen naar buiten. Het hoofd komt achterover in de nek. Maak een
Nadere informatieIJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag
Nadere informatieWarming-up & Cooling-down
Warming-up & Cooling-down Atletiekvereniging Athloi Warming-up Het basisdoel van de warming up is de spieren voorbereiden op de arbeid die komen gaat. De temperatuur in de spieren ligt gemiddeld 2 graden
Nadere informatieWat een trainer moet weten over looptechniek
Wat een trainer moet weten over looptechniek Move-Metrics Sport & health data analytics RUG Groningen, MSc bewegingswetenschappen Klapschaats HaemoScan, Projectmanagement Orgaanschade bij triatleten Sensamove,
Nadere informatieKWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) HOOFDSTUK 2. TECHNIEKANALYSE
KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) HOOFDSTUK 2. TECHNIEKANALYSE TECHNIEKANALYSE Als coach draagt u de verantwoordelijkheid om de spelers te vertellen of zij de ijshockeytechnieken
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatieTechnisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015. Versie 1.0
Technisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015 Versie 1.0 Inhoudsopgave: Bladzijde 1: Inhoudsopgave Bladzijde 2: Het hoe en wat van een training Bladzijde 3: Techniek: Pass Bladzijde 5: Techniek: Bovenhands
Nadere informatieBoulestechniek Keuze van boules
Boulestechniek Keuze van boules Om voor u de juiste diameter van de boules te bepalen, wordt door de Franse Jeu de Boules Bond de volgende meetmethode geadviseerd: Meet de afstand van het topje van de
Nadere informatieDe biomechanica van het sprinten De start en de acceleratiefase (deel 2)
TRAINING Dit is het tweede artikel in een reeks over de biomechanica van het sprinten. Het eerste deel ging over (de techniek van) het lopen op maximale snelheid. 1 Dit tweede artikel concentreert zich
Nadere informatieVraag januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:...
1 24 januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:... Vraag 1 Een mobiele torenkraan is verplaatsbaar op een spoor (loodrecht op het vlak van de figuur). De giek (het horizontale deel bovenaan de kraan) kan zwenken
Nadere informatieCore Stability - serie 1
Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieTNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems
TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek John Willems Inhoud Korte intro TNO Wat is runalyser? Waarom runalyser? Voorbeeld data runalyser Onderzoek naar running economy Toekomst 2 TNO personal
Nadere informatieSteptechniek deel 1: Een eerste aanzet om de steptechniek in kaart te brengen.
Steptechniek deel 1: Een eerste aanzet om de steptechniek in kaart te brengen. In de vorige artikelen met het onderwerp steptraining zijn algemene zaken als zin en onzin van stretchen, een verkenning van
Nadere informatieAdemhaling. Yoga Oefeningen
Ademhaling We begonnen met een volledige ademhaling. Omdat te oefenen leg je je handen op je buik en adem je diep in. Je zult merken dat je buik uitzet. Je kunt je er heel bewust van zijn als je inademt.
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 25
jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een
Nadere informatieVC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen
LOOP ABC Opleiding LOOP ABC Praktijk VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen INLEIDING Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede
Nadere informatieAction Type maakt duidelijk dat horizontaal perifeer zicht samenhangt met hersenhelftdominantie:
Tijdens het afgelopen wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika besteedde de Franse televisie LÉquipe TV aandacht aan Action Type. Onze collega s Bertrand Théraulaz en Ralph Hippolyte analyseerden spelers
Nadere informatieOefenprogramma revalidatie linkerzijde
Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids
Nadere informatieDe Krachtplaat in de atletiek Over het werk van Jan van de Waerdt Deel 2 Krachten bij het hardlopen
De Krachtplaat in de atletiek Over het werk van Jan van de Waerdt Deel 2 Krachten bij het hardlopen Jan van de Waerdt verzorgde op 18 maart 2014 een presentatie over zijn onderzoek met de krachtplaat.
Nadere informatieCore-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)
Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Bruggetje Ga op je rug liggen. Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond. Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen
Nadere informatieRomphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair
Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch
Nadere informatieOefenschema 'test atleet'
Oefenschema 'test atleet' 19/07/2013 08:30 GLUTEUS MED ZIJLIG 1 Zijlig. 1 arm onder het hoofd, andere arm met de hand in de zij om de beweging van het bekken te evalueren. Beide knieën opgetrokken, voeten
Nadere informatieInleiding Checklist en tips
Inleiding Speed ladder, speedfoot ladder, oefenladder, agility ladder, snelle voeten ladder zijn enkele benamingen die gebruikt worden voor het meest simpele en effectieve trainingsmiddel in de wereld.
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B pilot II
Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:
Nadere informatieSchaatstechniek Martijn Carol TCT 2008
Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008 1 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 De schaatsbeweging... 4 De keyposes van het schaatsen... 5 De fases van het schaatsen... 6 De video feedback of techniekanalyse...
Nadere informatieEenvoudige bovenbeen spieroefeningen
Oefeningen menselijk lichaam Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Eenvoudige oefeningen voor de bovenbeen spieren bijvoorbeeld na een operatie aan het kniegewricht of immobilisatie van het kniegewricht.
Nadere informatieMULTISKILLS MOTORIEK WARMING-UP
Stichting Instituut MultiSkills De Stichting Instituut MultiSkills is een initiatief van bezorgde ouders, (ex-)topsporters en -trainers, ondersteund door bekende personen en instellingen uit sport en samenleving.
Nadere informatieBrede opgaven bij hoofdstuk 2
Brede opgaven bij hoofdstuk 2 Opgave 1 In Zeeland heeft een ingenieur een wegdek bedacht dat de snelheid van auto s moet beperken: de kantelweg. Het wegdek loopt afwisselend naar links en naar rechts af
Nadere informatieDe 11+ Een compleet warming-up programma
De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste
Nadere informatieNATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds
Nadere informatieMkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg
Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1
Nadere informatieBal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.
Bal in de sloot Een bal met een straal van cm komt in een figuur sloot terecht en blijft drijven. Het laagste punt van de bal bevindt zich h cm onder het wateroppervlak. In figuur zie je een doorsnede
Nadere informatie8.1 Rekenen met complexe getallen [1]
8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn
Nadere informatieStart (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken
Training Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken Gooi- en vangoefeningen (ca. 5 minuten) Kinderen verdelen in 2 groepjes
Nadere informatie2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45
15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een
Nadere informatieOefenprogramma revalidatie rechterzijde
Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids
Nadere informatieStretch oefeningen. Stretch oefeningen. Kuit stretchen (uitrekken) Adductoren rekken. Aandachtspunten:
Kuit stretchen (uitrekken) ) Voeten wijzen voorwaarts ) Achterste been volledig gestrekt (hiel van achterste been op de grond houden. ) Lichaam (romp) recht houden en licht voorwaarts & & Opm. : Deze oefening
Nadere informatieEen kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:
Voorbeeldmeetrapport (eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat) Eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat. Doel van de proef Een kogel die van een helling afrolt, voert een eenparig versnelde
Nadere informatieGET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie
Rompstabilisatie Superman handen- en knieënsteun Ik strek mijn arm (of ) Ik strek mijn arm en tegenovergesteld elk / elke arm 2 seconden houden Superman met tikken handenen knieënsteun Ik strek mijn arm
Nadere informatie(VEEL AANDACHT VOOR DE CONTROLE VAN DE ADEMHALING DOCH DIT WORDT NIET IN DETAIL BESCHREVEN..)
SEVA-Yoga Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 4 (B4R2) (VEEL AANDACHT VOOR DE CONTROLE VAN DE ADEMHALING DOCH DIT WORDT NIET IN DETAIL BESCHREVEN..) Oefening 1 - Gewoon rechtop staan
Nadere informatieTRAININGSPLAN STRETCHBANDEN
TRAININGSPLAN STRETCHBANDEN FITNESSBANDENSET TRAININGSHANDLEIDING Let op: Wees er voor de training van verzekerd dat uw training bij uw fysieke conditie aansluit. Consulteert u, bij twijfel, de huisarts.
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatiePosities van de voeten
Posities van de voeten 1 e positie: De hielen aan elkaar, de voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De voeten staan met de hele voetzolen op de grond. 2 e positie: De voeten naar buiten
Nadere informatiem C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo
rillingen http://nl.wikipedia.org/wiki/bestand:simple_harmonic_oscillator.gif http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/74/simple_harmonic_motion_animation.gif Samenvatting bladzijde 110: rilling
Nadere informatieGELE GORDEL 5 DE KYU
GELE GORDEL 5 DE KYU EXAMENSTOF 1. TACHI-WAZA O-SOTO-GARI KO-UCHI-GARI IPPON-SEOI-NAGE O-UCHI-GARI UKI-GOSHI O-GOSHI KOSHI-GURUMA 2. NE-WAZA 2.1. osae-komi-waza (houdgrepen correcte starthouding basis)
Nadere informatieBij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.
Warming up Losdraaien schouders, handen op de schouders Losdraaien heupen, alleen draaien niet slingeren. Romprotaties Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.
Nadere informatieStabiliteitstraining lage rug
Nr Oefening Beschrijving 1 Zet de lage rug in een neutrale stand, trek de navel in. 2 Zet de lage rug in een neutrale gebogen op, zonder rug te bewegen. 3 Zet de lage rug in een neutrale gestrekt op, zonder
Nadere informatieLessen over Cosmografie
Lessen over Cosmografie Les 1 : Geografische coördinaten Meridianen en parallellen Orthodromen of grootcirkels Geografische lengte en breedte Afstand gemeten langs meridiaan en parallel Orthodromische
Nadere informatie10 Had Halley gelijk: worden de maanden korter?
10 Had Halley gelijk: worden de en korter? Dit is de laatste module. We kunnen nu (eindelijk!) terugkomen op de vraag waar we twee jaar geleden mee begonnen. Terugblik In 1695 had de Engelse astronoom
Nadere informatie- 1 - Afstandtastschoen en riem voor de mobiliteit van blinde en slechtziende mensen.
- 1 - Afstandtastschoen en riem voor de mobiliteit van blinde en slechtziende mensen. 1 20 2 30 De uitvinding is een vervolg op een idee waar ik de volgende octrooien op heb. De tastgrijphulp NL 2961 en
Nadere informatieDe motorische ontwikkeling van het jonge kind
De motorische ontwikkeling van het jonge kind Balanceren Loopt en trekt speelgoed achter zich aan. Hij kan dit ook achteruitlopend en zowel met de linker als rechter hand Draagt tijdens het lopen in zowel
Nadere informatieSpace Experience Curaçao
Space Experience Curaçao PTA T1 Natuurkunde SUCCES Gebruik onbeschreven BINAS en (grafische) rekenmachine toegestaan. De K.L.M. heeft onlangs aangekondigd, in samenwerking met Xcor Aerospace, ruimte-toerisme
Nadere informatie10 OEFENINGEN VOOR THUIS
10 OEFENINGEN VOOR THUIS Zoek een rustig plekje voor jezelf en neem deze 20 minuten voor jou en jouw lijf. Een gezonde start van de dag, als opwarmer of goede afsluiter. En vergeet niet te genieten! Start:
Nadere informatieHoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur
Wiskunde B (oude stijl) Examen HAV Hoger Algemeen Voortgezet nderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 0 mei 13.30 16.30 uur 0 03 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 0 vragen. Voor
Nadere informatieDe bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)
De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in
Nadere informatieNEKSPIEREN. Buig je hoofd langzaam naar voor, even houden, dan langzaam naar achter 3x herhalen op de maat van de muziek
NEKSPIEREN Buig je hoofd langzaam naar voor, even houden, dan langzaam naar achter 3x herhalen op de maat van de muziek Beweeg je hoofd naar rechts, dan naar links 3x herhalen op de maat van de muziek
Nadere informatie