Onderzoek effectiviteit van amfibieëntrappen

Transcriptie

1 Onderzoek effectiviteit van amfibieëntrappen Kleine watersalamander en gewone pad beginnen aan hun tocht omhoog, 8 april 2015, Zwanebloem. Foto: Gerard van Zuijlen Auteur: Gerard van Zuijlen Natuurgroep Kockengen Juli

2 Inhoud Blz 1. Voorwoord 3 2. Inleiding 3 3. Werkwijze 3 4. Het weer 5 5. Resultaten monitoring 6 a. Gewone pad 7 b. Kleine watersalamander 9 c. Bruine kikker 11 d. Andere aangetroffen dieren Conclusies ` Eindconclusies Aanbeveling 14 Bijlage 1. Overzicht onderzoeksgebied 15 Bijlage 2. Verzamellijst Zwanebloem-begin 16 Bijlage 3. Verzamellijst Zwanebloem-eind 17 Bijlage 4. Verzamellijst Bernhardweg 18 Bijlage 5. Verzamellijst van Zuylenweg 19 Bijlage 6. Verzamellijst Julianaweg 20 Bijlage 7. Verzamellijst Wagendijk-dorp 21 Bijlage 8. Artikel in AD van 5 mei 22 2

3 1. Voorwoord De gemeente Stichtse Vecht heeft in het voorjaar van 2015 als onderdeel van het project Kockengen Waterproof in de van Zuylenweg 8 nieuwe straatkolken geplaatst met een ingebouwde amfibieëntrap. Op 31 maart 2015 zijn deze amfibievriendelijke kolken door de leverancier Wavin met een officieel tintje aangeboden aan de gemeente Stichtse Vecht en aan de Natuurgroep Kockengen (NGK). Min of meer gelijktijdig heeft de NGK op de NL-doet-dag 22 amfibieëntrappen gemaakt en 24 trappen aangeschaft bij het bedrijf Vivara. Al deze trappen zijn geplaatst in kolken van straten in het dorp Kockengen waar van bekend is dat er amfibieëntrek voorkomt. De NGK heeft de gemeente gevraagd of het mogelijk is om ook in de andere straten die worden opgehoogd en waar amfibieëntrek voorkomt, kolken met ingebouwde amfibieëntrap te plaatsen. De gemeente Stichtse Vecht heeft aangegeven eerst meer te willen weten over het effect van deze amfibieëntrappen. De NGK heeft daarop aangeboden hier onderzoek naar te willen doen. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven.. 2. Inleiding De amfibieëntrek is in het voorjaar een jaarlijks terugkerend fenomeen waarbij amfibieën vanuit hun winterverblijven, zoals tuinen, naar het water trekken om zich voort te planten. Op de trekroutes naar het water komen de amfibieën veel obstakels en gevaren tegen. Een daarvan zijn de straat- en trottoirkolken in de dorpen. Padden en salamanders springen niet, maar lopen, nog wat versuft na de lange winter, langs het trottoir om een doorgang te vinden. De straatkolken die ze tegenkomen lijken op doorgangen, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ze vallen in de kolken, waar ze dan niet meer uit kunnen komen en sterven. Een oplossing voor dit probleem wordt gezocht in het plaatsen van trappen in de kolken, zodat de amfibieën zelfstandig de kolk weer uit kunnen klimmen en hun weg kunnen vervolgen naar het water. Ervaringen hiermee lijken er op te wijzen dat dit werkt. (voorlopig onderzoek van RAVON) Met dit monitoringsproject hoopt de NGK een bijdrage te leveren aan deze veronderstelling. 3. werkwijze De 46 amfibieëntrappen van de NGK zijn op 21 maart 2015, de NL-doet-dag, geplaatst in 5 straten. De acht nieuwe kolken met trappen in de van Zuylenweg waren vanaf begin april aanwezig. Straatkolk met vaste ingebouwde amfibieëntrap op locatie van Zuylenweg 3

4 Belangrijk bij deze monitoring is dat ook in een groot aantal kolken zonder trap is gekeken of er amfibieën in voorkwamen. In totaal zijn 25 kolken zonder trap gemonitoord. Daarmee kan een vergelijking gemaakt worden tussen kolken met en kolken zonder trap. Dit geeft een goede indruk over het functioneren van de trappen. Direct na plaatsing van de trappen is het monitoren gestart. Tot ongeveer eind april zijn de putten om de dag gecontroleerd door 6 vrijwilligers van de NGK op de aanwezigheid van amfibieën. Totaal gaat het hierbij om 65 bezoeken aan totaal 79 kolken. Uitgaande van gemiddeld 1 uur per bezoek (incl. de uitwerking) zijn er dus door de NGK vrijwilligers een flink aantal uren aan dit project besteed. Tabel 1. Overzicht van de straten, de kolken met en de kolken zonder trap en het aantal bezoeken door NGK vrijwilligers straat aantal kolken aantal kolken aantal controles NGK vrijwilliger met zonder Julianaweg x Theo van Schie Zwanebloem begin x Ben vd Horst Zwanebloem eind x Gerard van Zuijlen Bernhardweg x Paul Vlaanderen Wagendijk x Jan de Lange Van Zuylenweg x Pieter Hielema Totalen De volgende amfibieën soorten zijn per kolk genoteerd op een monitoringsformulier (zie bijlagen). Bruine kikker Gewone Pad Kleine watersalamander Foto s Wikipedia. Naast deze amfibieën zijn er ook enkele andere dieren in de kolken aangetroffen: loopkevers, waterkevers, bloedzuiger en veldmuis. Deze bijvangsten zijn eveneens genoteerd. Controles Bij de controle werden de deksels van de kolken geopend en werd er gekeken of er amfibieën in de put aanwezig waren. Zo ja, dan werden in de kolken met trap de amfibieën met rust gelaten. Het is immers de bedoeling dat ze de kolk via trap verlaten. Bij de volgende controle 2 dagen later kon dit worden vastgesteld. Waren de amfibieën niet meer aanwezig dan wordt aangenomen dat ze de trap gebruikt hebben. Zo niet, dan overleefden de amfibieën het verblijf in de put meestal niet, bij het volgende controle dreven ze dood in de put. 4

5 Controle van putten op 8 april 2015 op locatie Zwanebloem-eind door Gerard van Zuijlen en zijn kleinkinderen. De amfibieën in de kolken zonder trap werden er met een schepnetje uit gehaald en naar de dichtstbijzijnde sloot gebracht. De deksels van de kolken in de Van Zuylenweg gaven problemen. De deksel gingen maar moeilijk open of schoten na sluiten vanzelf weer open. De meegeleverde speciale putopener ging kapot. Ëén kolk was lange tijd geblokkeerd door een stapel tegels. Eind april zijn de trapjes van de NGK uit de kolken verwijderd. In de 8 nieuwe kolken die door de gemeente geplaatst zijn in de van Zuylenweg zitten vaste trappen. Die blijven dus het hele jaar functioneren voor de amfibieën en andere dieren. Dus ook voor de meer gespreide najaarstrek van de amfibieën naar de winterverblijven. 4. Het weer De trek vindt plaats in de periode februari tot ongeveer half april. De combinatie van temperatuur (minimaal 6 C) en luchtvochtigheid (hoe natter hoe beter) zijn belangrijk voor het op gang komen van de paddentrek. Tijdens milde, natte perioden kan het grootste deel van de populaties in korte tijd naar het voortplantingswater trekken. Figuur 1; Voorspelling paddentrek 2015, landelijk. Bron Natuurkalender.nl Gewone pad We hadden dit jaar een koud en droog voorjaar. De trek van de padden kwam pas laat op gang. Op 7 en 8 april werden in de kolken de eerste wat grotere aantallen aangetroffen. Paul Vlaanderen heeft op 8 april in verschillende straten padden overgezet; Beatrixweg 12, Bernhardweg 8, Julianaweg 20 padden. En op 9 april resp. 8, 4 en 10 padden.. Op 13 april meldde Theo van Schie dat het in zijn vijver achter zijn huis een grote amfibieën orgie gaande was. Hij zag naar schatting zo n parende kikkers en padden en nog de nodige watersalamanders. Volgens hem was de paddentrek nu echt wel op zijn hoogtepunt. 5

6 Kleine watersalamander Kleine watersalamanders begonnen dit voorjaar al eerder aan de trek. Op 21 maart, bij het plaatsen van de trapjes,werden in de 10 kolken eind Zwanebloem in totaal al 13 levende en helaas ook 7 dode salamanders aangetroffen. Tijdens de laatste controle van deze locatie op 29 april werden nog steeds kleine watersalamanders uit de kolken gehaald; in totaal 7, waarvan er helaas 2 dood waren. Bruine kikker Bij de eerste controle op 21 maart zijn er nog enkele bruine kikkers in de kolken gevonden. De trek van deze amfibie vindt eerder in het voorjaar plaats. 5. Resultaten monitoring De centrale vraag: wat is de effectiviteit van de amfibieëntrappen? Om een antwoord op deze vraag te krijgen zijn de aantallen amfibieën in de 54 kolken met trap en 25 kolken zonder trap gemonitoord in de periode 21 maart 2 mei. De tellingen zijn per straat uitgewerkt en als bijlagen toegevoegd. Om inzicht te krijgen in onderlinge verschillen zijn de gegevens per amfibieën soort uitgewerkt. 6

7 Gewone pad Zwanebloem eind Zwanebloem begin Julianaweg Bernhardweg wagendijk van Zuylenweg totalen met zonder met zonder met zonder met zonder met zonder met zonder met zonder aantal kolken levend dood In de 54 kolken met een trap zijn in totaal 23 padden aangetroffen. Dat is gemiddeld 0,43 pad per kolk. Vergelijken we dat met de 25 kolken zonder trap met in totaal 39 padden, dan komen we uit op een gemiddelde van 1,56 pad per kolk. Dat zijn er dus bijna vier keer zo veel. Dit is een sterke aanwijzing dat de padden uit de kolken met trap weten te ontsnappen via de geplaatste trappen. Op de foto van de omslag van dit rapport, gemaakt op 8 april in een kolk in de Zwanebloem-eind, begint een pad, samen met kleine watersalamander, aan zijn tocht omhoog. Op 7 april zag Theo van Schie een pad halverwege het trapje. Helaas liet deze zich terugvallen bij het openen van de kolk. Theo zag op 9 april twee kleine padden boven in de kolk bij de uitgang. Volgens Theo waren ze dus zelf weer omhoog geklommen. gewone pad in kolken met trap omgerekend naar standaard 100 kolken gewone pad in kolken zonder trap, omgerekend naar standaard 100 kolken kolken levend dood 0 kolken levend dood 7

8 In bovenstaande grafieken zijn de aantallen omgerekend naar standaard bij 100 kolken voor zowel de kolken met trap als de kolken zonder trap. Nu is nogmaals het grote verschil te zien tussen kolken met trap en kolken zonder trap. In de kolken met trap werden bij de controles gemiddeld veel minder padden aangetroffen. De trapjes werken schijnbaar prima. Ondanks de trappen werden er toch ook nog dode padden aangetroffen in deze kolken. Bij de kolken zonder trap is dat gemiddeld zelfs twee keer zo veel. Als je dus als pad niet snel maakt dat je weg komt uit de kolk (via trap of via je redder met het netje) dan loop je het grote risico het niet te overleven. Dat is opmerkelijk, want de kolken werden om de dag gecontroleerd. De doodsoorzaak moet gezocht worden in de kwaliteit van het water in de kolken. De waterkwaliteit in de kolken is zeer slecht, het water was zwart en stonk behoorlijk. Regelmatig kwamen bij controles gasbellen omhoog. Bladeren en ander organisch materiaal wat in de kolken spoelt gaat daar naar verloop van tijd verrotten. Zeker bij een periode met weinig neerslag is er geen doorspoeling en wordt het water helemaal dood. Dat is waarschijnlijk de oorzaak van het snelle sterven van de amfibieën die nog maar amper 1 dag in de kolk zaten. De meeste padden werden aangetroffen in de kolken op locatie Zwanebloem-eind (t.o. Kerkweg). In de kolken zonder trap waren ze het talrijkst; totaal bijna 3 keer zo veel en bij de levende padden zelfs ruim 7 keer zo veel. Het positieve effect van de trappen is op deze locatie het meest zichtbaar. Alleen bij de controles op de van Zuylenweg werden geen padden aangetroffen. Door de werkzaamheden in de tuinen (ophogingen e.d.) kan het zijn dat de winterverblijven, en daarmee de padden, zijn verstoord en vernietigd. 8

9 kleine watersalamander Zwanebloem eind Zwanebloem begin Julianaweg Bernhardweg wagendijk van Zuylenweg totalen met zonder met zonder met zonder met zonder met zonder met zonder met zonder aantal kolken levend dood In de 54 kolken met een amfibieëntrap zijn tijdens de 65 controles totaal 14 kleine watersalamanders aangetroffen. Dat is gemiddeld per kolk 0,3 salamander. In de 25 kolken zonder trap waren het er totaal 61 stuks; een gemiddelde van 2,44 salamander per kolk. In de kolken zonder trap zijn dus ruim 8 keer zo veel salamanders aangetroffen dan in de kolken met trap. Dit wijst, net als bij de gewone pad, op het gebruik van de trappen door de kleine watersalamanders om uit de kolken te komen. Een bewijs hiervoor werd geleverd op 8 april op de lokatie Zwanebloem t.o Kerkweg. Een salamander en een pad begonnen samen aan de klim naar boven (zie omslagfoto). In een andere kolk was een salamander al halverwege (zie onderstaande foto). Aardig om te vermelden dat het op de foto op de omslag gaat om een gekochte trap bij Vivara en op onderstaande foto om een door de NGK gemaakte trap. Beide trappen blijken dus geschikt voor gebruik door de amfibieën. kleine watersalamander klimt op 8 april op eigen gemaakte trap omhoog uit straatkolk op locatie Zwanebloem-eind; foto Gerard van Zuijlen 9

10 120 kleine watersalamander in kolken met trap, omgerekend naar standaard 100 kolken 250 kleine watersalamander in kolken zonder trao, omgerekend naar standaard 100 kolken kolken levend dood 0 kolken levend dood In bovenstaande grafieken zijn de aantallen omgerekend naar standaard bij 100 kolken voor zowel de kolken met trap als de kolken zonder trap. Net als bij de gewone pad is er bij de kleine watersalamander een groot verschil te zien tussen kolken met trap en kolken zonder trap. In de kolken met trap worden bij de controles gemiddeld veel minder salamanders aangetroffen dan in kolken zonder trap. Ook hier een duidelijke aanwijzing dat de trapjes prima werken. Niet alle salamanders weten de trap te vinden. Een klein aantal is toch dood in deze kolken gevonden. Dat aantal is nagenoeg gelijk aan het aantal doden in de traploze kolken. Overigens viel het bij de controles op dat dode salamanders niet altijd aan de oppervlakte dreven, maar pas bij inspectie met het netje boven kwamen. Dit in tegenstelling tot de gewone pad, dode exemplaren zien er sterk opgeblazen uit waardoor ze blijven drijven. Dus het kan zijn dat er dode salamanders gemist zijn. De doodsoorzaak heeft, zoals bij de gewone pad, vrijwel zeker te maken met het smerige water in de kolken. In de tabel is duidelijk te zien dat de locatie Zwanebloem-eind (t.o. Kerkweg) er uitspringt wat aantallen salamanders betreft. Ongeveer 41 % van het totaal aantal salamanders is daar geteld en dan met name in de kolken zonder trap. Wat kan daarvan de reden zijn? Wellicht heeft de lokale situatie er iets mee te maken. Aan een zijde van de weg liggen de weilanden met slootjes en aan de andere zijde een plasje met aan de overkant het hakhoutbosje. Aan de weilandzijde waren in 9 van de 10 kolken trapjes geplaatst. In de 9 kolken aan de zijde van het plasje niet een. In eerste instantie was het niet de bedoeling om deze kolken na te lopen, maar bij inspectie eind maart bleken er in sommige kolken toch amfibieën te zitten. Begin april werd besloten deze 9 kolken zonder trap bij elke controle mee te nemen. En daar zijn de meeste salamanders uitgehaald. Vermoedelijk is het plasje een belangrijke voortplantingsplek voor de salamanders. Trappen in de kolken aan die zijde van de weg is dus volgend jaar zeer wenselijk. 10

11 Op de locatie Julianaweg werden in alle 23 kolken slechts twee kleine watersalamanders aangetroffen. Deze zaten ook nog eens alleen in de kolken met trap, waarvan er ook nog eentje dood bleek te zijn. Mogelijk dat in deze straat nauwelijks overstekende kleine watersalamanders voorkomen. Wellicht trekken ze naar de vijvers van de huizen, zoals Theo van Schie meldde op 13 april (zie opmerking in hoofdstuk Het Weer bij gewone pad). De controles van de kolken op de van Zuylenweg leverde geen kleine watersalamanders op. Mogelijk dat door de recente werkzaamheden in de tuinen (ophogingen e.d.) de winterverblijven, en daarmee de salamanders, zijn verstoord en vernietigd. Op de Wagendijk werden in de 2 kolken zonder trap totaal 6 levende salamanders gered. Op deze locatie komen ze dus best veel voor. Des te opmerkelijker is het dat in de 5 kolken met trap er niet een werd gezien. Dit zou er op kunnen duiden dat de trappen in deze kolken goed functioneerden als ontsnappingsroute. Bruine kikker Deze amfibie werd maar 10 keer in de 79 kolken aangetroffen. Helaas overleefde 1 kikker het verblijf in de kolken niet. Het is niet zo vreemd dat de bruine kikker niet zo vaak werd aangetroffen. De bruine kikker is de eerste kikker die zijn eiklompen afzet en trekt hij al vanaf half februari naar het voortplantingswater. Dus ver vóór het project met de amfibieën trappen van start ging. Tussen maart en april is de voortplantingsperiode alweer voorbij en begeven de dieren zich naar het zomerverblijf. Daarnaast zijn de achterpoten van de bruine kikker zeer lang. Dankzij deze krachtige en lange achterpoten is het een uitstekende springer en kan hij de stoeprand makkelijk opkomen. Tot slot vindt de overwintering van de bruine kikker vaak op de bodem van een poel plaats, dus een straat oversteken is voor hen meestal niet nodig. Andere aangetroffen dieren: Grote loopkever Bij de controles van de kolken in de Zwanebloem-eind (t.o. Kerkweg) viel het grote aantal drijvende grote loopkevers op. De precieze soort is niet gedetermineerd. Vanaf 13 april zijn de aantallen daarvan genoteerd. In totaal zijn er tijdens de resterende 5 controles 28 uit de kolken gehaald. Heel opmerkelijk was dat ze alleen voorkwamen in de kolken zonder trap.dus ook voor deze soort lijken de trappen levensreddend. Zwarte waterkever Deze grote prachtige waterkever werd eenmaal gered uit een kolk zonder trap langs de Zwanebloem-eind. Zonder hulp van een trap zou deze er niet uit kunnen komen. Grote bloedzuiger Een zeer bijzondere vondst was een grote bloedzuiger in een kolk in de Zwanebloem-eind. Wellicht is hij via de afwateringbuis vanuit de sloot in de kolk hier gekomen. 11

12 Veldmuis Bij het plaatsen van de trapjes op 21 maart werd er een dode veldmuis aangetroffen in een kolk in de Zwanebloem-eind. Ben van der Horst meldde op 9 april een dode veldmuis in een kolk zonder trap. 12

13 6. Conclusies Resultaten monitoring 1. De aantallen van de gewone pad en kleine watersalamander waren in de straatkolken met een amfibieëntrap beduidend lager dan in de straatkolken zonder amfibieën trap. Dit is een sterke aanwijzing dat veel amfibieën uit de kolken met een trap weten te ontsnappen via deze geplaatste trappen. Ook verschillende waarnemingen van amfibieën op de trapjes tijdens de controles wijzen daarop (zie foto s). 2. Ondanks de trappen werden er toch nog dode amfibieën aangetroffen in deze kolken. De doodsoorzaak moet gezocht worden in de zeer slechte kwaliteit van het water in de kolken. Het was soms zwart, het stonk en regelmatig werden gasbellen waargenomen. Dat is waarschijnlijk de oorzaak van het snelle sterven van de amfibieën die soms nog maar amper 1 dag in de kolk zaten. 3. Er zijn ten opzichte van het aantal aangetroffen dode gewone padden weinig dode kleine watersalamanders gevonden in de kolken. Dode watersalamanders blijven niet altijd drijven zoals de vaak sterk opgeblazen gewone padden. Het kan zijn dat daardoor bij de controles dode salamanders gemist zijn. 4. De meeste gewone padden en kleine watersalamanders werden aangetroffen in de kolken op locatie Zwanebloem-eind (t.o. Kerkweg). Waarschijnlijk speelt het plasje op de hoek Zwanebloem-Kerkweg daar een belangrijke rol. Het is voor die soorten een uitstekend voortplantingsbiotoop. 5. Het positieve effect van de trappen is op de locatie Zwanebloem-eind het meest zichtbaar door de hoge aantallen amfibieën die daar zijn aangetroffen; in de kolken met trap weinig dieren en in de kolken zonder trap veel dieren. 6. Op de locatie Julianaweg werden nauwelijks kleine watersalamanders in de kolken waargenomen. Wellicht trekken ze naar vijvers van de aangrenzende huizen. 7. De controles van de kolken op de van Zuylenweg leverde weinig amfibieën op. Slechts eenmaal werd een dode bruine kikker aangetroffen in een kolk met een trap. Mogelijk dat de recent verstoorde tuinen in het kader van het project Kockengen Waterproof (ophogingen e.d.) de winterverblijven heeft verstoord en vernietigd 8. Het was een koud en droog voorjaar in 2015 waardoor de paddentrek pas laat op gang kwam. Rond 8 april was deze op zijn hoogtepunt. Kleine watersalamanders werden al vanaf het begin van het onderzoek, zo rond 21 maart, in de kolken aangetroffen. 9. Bruine kikkers werden nauwelijks in de kolken aangetroffen. De trek van deze soort was al voorbij toen het onderzoek startte. Het zijn ook uitstekende springers, dus een stoeprand is voor hen geen echt obstakel. 10. Van de andere dieren was het grote aantal loopkevers dat in de kolken zonder trap dreef op de locatie Zwanebloem-eind zeer opmerkelijk. In de tegenover liggende kolken met trap werd er niet een gezien. Vermoedelijk maakten zij daar gebruik van de trappen om te ontsnappen.. 13

14 7. Eindconclusie 1. De centrale vraag van het onderzoek of de amfibieëntrappen in straatkolken effectief zijn kan door dit onderzoek positief beantwoord worden. 2. Vooral de gewone pad en de kleine watersalamander profiteerden van de amfibieëntrappen. Of dit ook voor de bruine kikker kan gelden kon niet worden vastgesteld, omdat de trek al bij de aanvang van het onderzoek voorbij was. 3. Of ook de vaste trappen in de gemeentekolken goed functioneerden kon met dit onderzoek niet goed worden vastgesteld, omdat de omgeving (tuinen e.d.) hier recent volledig op de schop is gegaan in het kader van het project Kockengen Waterproof. De kans op verstoring van winterverblijven is hier groot geweest. Daarnaast waren er problemen met de kolkdeksels. 4. Er zijn door de vrijwilligers van de NGK vele uren gestoken in het maken en plaatsen van de 54 amfibieëntrapjes en vervolgens het monitoren van de 79 straatkolken voor dit onderzoek. Het vele werk blijkt niet voor niets te zijn geweest. 5. Het sterke vermoeden bestaat dat ook andere dieren, zoals loopkevers, profiteren van de amfibieëntrappen. 8. Aanbeveling Gezien de resultaten van dit onderzoek hoopt De Natuurgroep Kockengen dat de gemeente Stichtse Vecht overtuigd is van het nut en noodzaak van vaste amfibieëntrappen in straatkolken in Kockengen. En dat de gemeente Stichtse Vecht besluit om dit type kolken tot een vast onderdeel te maken van de volgende fasen van het Project Kockengen Waterproof. Daarmee leveren de amifibievriendelijke kolken niet alleen een belangrijke bijdrage aan het in stand houden van amfibieënpopulaties in Kockengen, maar ook een veel bredere bijdrage aan een natuurvriendelijke inrichting van de openbare ruimte. 14

15 Bijlage 1: Overzicht onderzoeksgebied Bernhardweg Zwanebloem - begin Zwanebloem - eind Julianaweg Van Zuijlenweg Wagendijk Kaart: Openstreetmap.nl 15

16 Bijlage 2 Verzamellijst monitoring Zwanebloem begin Aangetroffen amfibieën per ronde/per put Put Met/zonder trap Locatie Sloot/huiszijde 23-mrt 25-mrt 27-mrt 29-mrt 1-apr 3-apr 6-apr 8-apr 10-apr 13-apr 15-apr 17-apr 22-apr 24-apr kws 1 mt Zwanebloem 1 sz p 0 1p mt Zwanebloem 5 sz mt Zwanebloem 11 sz p 1 kws mt Zwanebloem / Lisdodde sz zt Zwanebloem 3 sz 0 1p 1 kws kws zt Zwanebloem/ Waterlelie sz p zt Zwanebloem 7 sz kwsd 0 0 1d 7 zt Zwanebloem 15 sz p = pad, levend pd = pad, dood bk = bruine kikker, levend bkd = bruine kikker, dood kws = kleine watersalamander, levend kwsd = kleine watersalamander, dood Totaal per so 16

17 Bijlage 3 Verzamellijst monitoring Zwanebloem eind Aangetroffen amfibieën per ronde/per put Put Met/zonder trap Locatie Sloot/huiszijde 24-mrt 27-mrt 30-mrt 1-apr 3-apr 6-apr 8-apr 10-apr 13-apr 15-apr 17-apr 20-apr 1 mt Zwanenbloem sz zt Zwanenbloem sz pd 2p 0 0 1kwsd mt Zwanenbloem sz pd mt Zwanenbloem sz p kwsd 5 mt Zwanenbloem sz p,1kws mt Zwanenbloem sz kws pd 7 mt Zwanenbloem sz pd mt Zwanenbloem sz 2 bk kws mt Zwanenbloem sz 0 0 1kws mt Zwanenbloem sz bk zt* Zwanenbloem hz p, 3 kws - 2 p, 5 kws - 1 p/ 2 pd/6kws 2 p/3 kws/1 kwsd 1 p/1pd/6 kws/1 bk 2 p/9 kws 1 p/4 kws 2 kws 9 zt * = 9 putten zonder trap bij plas hoek Kerkweg, vanaf begin april structureel meegenomen in controle rondes p = pad, levend pd = pad, dood bk = bruine kikker, levend bkd = bruine kikker, dood kws = kleine watersalamander, levend kwsd = kleine watersalamander, dood 17

18 Bijlage 4 Verzamellijst monitoring Bernhardweg Aangetroffen amfibieën per ronde/per put Totaal per soort/per put Bernardweg Put Met/zonder trap Locatie Sloot/huiszijde 24-mrt 27-mrt 28-mrt 30-mrt 1-apr 3-apr 6-apr 8-apr 9-apr 11-apr 14-apr 29-apr kws pad bk 1 mt Bernhardweg/ Julianaweg sz pd 0 2d 0 2 mt Bernhardweg 1 sz bk 0 2 pd d 1 3 mt Bernhardweg 4 sz kws mt Bernhardweg 8 sz mt Bernhardweg 13 sz kws mt Bernhardweg 15 sz kws 1 kws pd 2 1d 0 9 mt Beatrixweg sz p mt ** Brandgang Berhardweg/Ireneweg zt ** Brandgang Berhardweg/Ireneweg kws 0 1 bk mt Brandgang Berhardweg/Ireneweg zt Bernhardweg 10 sz kws 1p zt Bernhardweg/Beatrixweg sz bk, 1pd bk 0 1d 2 10 zt Beatrixweg/ Ireneweg sz p,1kws 1p mt ** Brandgang Bernhardweg/Ireneweg p 1 bk zt ** Brandgang Bernhardweg/Ireneweg 2 0 3kws kws ** = na 8 april gewijzigd, trap verplaatst naar naast gelegen put p = pad, levend pd = pad, dood bk = bruine kikker, levend bkd = bruine kikker, dood kws = kleine watersalamander, levend kwsd = kleine watersalamander, dood 18

19 Bijlage 5 Verzamellijst monitoring Van Zuijlenweg Aangetroffen amfibieën per ronde/per put Totaal per soort/per put van Zuijlenweg Put Met/zonder trap Locatie Sloot/huiszijde 6-apr 8-apr 10-apr 12-apr 14-apr 16-apr 19-apr kws pad bk 1 zt Van Zuylenweg sz mt Van Zuylenweg sz mt Van Zuylenweg sz mt Van Zuylenweg sz mt Van Zuylenweg sz mt Van Zuylenweg sz mt Van Zuylenweg sz 0 0 1bkd d 8 mt Van Zuylenweg sz mt Van Zuylenweg sz Opmerking: na 19 april geen controles meer kunnen uitvoeren vanwege defecte putopener p = pad, levend pd = pad, dood bk = bruine kikker, levend bkd = bruine kikker, dood kws = kleine watersalamander, levend kwsd = kleine watersalamander, dood 19

20 Bijlage 6 Verzamellijst monitoring Julianaweg Aangetroffen amfibieën per ronde/per put Put Met/zonder trap Locatie Sloot/huiszijde 23-mrt 25-mrt 27-mrt 30-mrt 1-apr 4-apr 7-apr 9-apr 17-apr 20-apr 2-mei kws pad 1 mt hoek Dreef tegen verkeersdrempel sz 1 kws mt tegenover hoekhuis Dreef sz mt tegenover achterpad sz p mt tegenover hoekhuis Pr. Margrietweg sz zt bij drempel tegenover Kockenest sz mt tegenover Kockennest sz zt tegenover Kon Julianaweg 7 sz mt tegenover Kon Julianaweg 10 sz mt tegenover Kon Julianaweg 22 sz mt tegenover hoekhuis Bernardweg sz mt bij de glasbak sz mt bij bruggetje naar speeltuin/veld sz mt bij de bocht Zwanebloem sz kwsd 0 1d 0 14 mt naast hoekhuis Zwanebloem hz zt tegenover glasbak hz p 0 1p mt bij drempel, hoek Bernardweg hz mt straatkolk zijpad Kon. Julianaweg 7 hz mt bij Kockenest hz pd d 19 mt bij Kockenest, drempel hoek Pr. Margriet hz mt naast hoekhuis Pr. Margrietweg hz p mt bij achterpad Pr. Margrietweg hz mt naast hoekhuis Dreef hz zt bij drempel, hoek Dreef hz p = pad, levend pd = pad, dood bk = bruine kikker, levend bkd = bruine kikker, dood kws = kleine watersalamander, levend kwsd = kleine watersalamander, dood Totaal per soort/per put J 20

21 Bijlage 7 Verzamellijst monitoring Wagendijk Aangetroffen amfibieën per ronde/per put Put Met/zonder trap Locatie Sloot/huiszijde 23-mrt 25-mrt 27-mrt 30-mrt 1-apr 4-apr 7-apr 9-apr 13-apr 16-apr kws pad bk 1 zt Wagendijk 36 nvt kws zt Wagendijk 37 nvt 1 kws 1 kws 0 1kws,1p 2 kws 0 1 pd 0 0 1p 5 1d/2 0 3 mt Wagendijk 40 nvt mt Wagendijk 41 nvt mt Wagendijk 44 nvt mt Wagendijk 46 nvt mt Wagendijk 50 nvt p = pad, levend pd = pad, dood bk = bruine kikker, levend bkd = bruine kikker, dood kws = kleine watersalamander, levend kwsd = kleine watersalamander, dood Totaal per soort/per put Wagendijk 21

22 Bijlage 8. Artikel in AD van 5 mei