Projectverslag Logopedie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectverslag Logopedie"

Transcriptie

1 Projectverslag Logopedie Taal als startpunt voor verdere ontwikkeling Freda Kingma Januari 10

2 Inhoudsopgave Blz. 1. Inleiding 3 2. Beginsituatie Personele bezetting Inzet van logopedie op de verschillende scholen Multidisciplinair werken Benodigde competenties Kader 6 3. Theoretisch kader Relevantie van logopedie voor kinderen met een psychiatrische stoornis Wetenschappelijke evidentie voor logopedische behandeling Richting en Houvast Visie op logopedie binnen RENN Doelstellingen van het project Benodigde acties Doelstelling Doelstelling Doelstelling Onderzoekstraject 4. Procesbeschrijving Het veranderproces School a School b V.S.O. 4.2 Het verandertraject Doelstelling Doelstelling Doelstelling Het onderzoekstraject Doelstelling 1: Competentiescan Interactief Taalonderwijs Doelstelling 2: Effectmeting individuele begeleidingen Effecten van de logopedische therapie Onderwijsgerelateerde doelstellingen Doelstelling 3: Analyse van de verslaglegging Einddoelstelling verbetertraject: Tevredenheidinterviews 1

3 5. Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Inzet van logopedie binnen RENN4: het onderwijs en de hulpvraag centraal Individuele begeleiding Klassikale ondersteuning De rol van de logopedist bij lees- en spellingsproblemen Logopedie binnen het V.S.O De relatie tussen taal en gedrag Voorwaarden Borging van de opbrengsten 2

4 1. Inleiding In juni 2007 is door de afdeling Expertise RENN4 een notitie geschreven, waarin is geconstateerd dat er nog geen RENN4 brede visie is over hoe de onderwijsondersteunende disciplines logopedie, schoolmaatschappelijk werk en vaktherapie zo optimaal mogelijk kunnen worden ingezet. Wel hadden de genoemde disciplines op papier gezet hoe zij zelf de inhoudelijke invulling van hun functie zien, maar een disciplineoverstijgende visie op onderwijsondersteuning ontbrak. In de notitie werd gesteld dat het gezien de ontwikkeling naar een SO en VSO Friesland/Drenthe/Groningen en naar een inhoudelijke organisatie in termen van onderwijszorgprofielen, gewenst zou zijn om dat wel te doen. De concrete situatie op dat moment was dat de aanwezigheid van genoemde disciplines in de verschillende RENN4-scholen sterk varieerde: sommige RENN4-scholen hadden zowel de beschikking over logopedie, schoolmaatschappelijk werk, als vaktherapie, terwijl op andere scholen één of meer van deze disciplines ontbraken. Dit gegeven illustreerde in feite dat er ten aanzien van de inzet van onderwijsondersteunende disciplines nog niet RENN4-breed werd gedacht. De notitie had na bespreking in het managementteam van RENN4 tot gevolg dat de afdeling Expertise de opdracht kreeg om een disciplineoverstijgende richting te formuleren en om met de drie genoemde disciplines een traject in te gaan om concreet vorm te geven aan deze richting. Het RENN4 visiedocument Richting en Houvast bood een duidelijk aanknopingspunt voor het formuleren van de gewenste richting. Het na te streven doel luidde als volgt: de onderwijsondersteunende disciplines leveren een essentiële en aantoonbare bijdrage aan het vergroten van de onderwijskansen van cluster 4-leerlingen op het gebied van leer- en omgangsgedrag. Het managementteam van RENN4 gaf bovendien aan dat het wenselijk zou zijn om handvatten te krijgen met behulp waarvan beslissingen zouden kunnen worden genomen over de formatiegrootte. De volgende stap was het realiseren van dit doel: dit vond plaats in de vorm van een verbetertraject voor iedere discipline. De disciplines kregen van het management RENN4 ruim de tijd namelijk twee jaar om onder aansturing van medewerkers van de afdeling Expertise vorm te geven aan deze verbetertrajecten. Het onderhavige rapport vormt het eindresultaat van het verbetertraject van de discipline logopedie. 3

5 Doelstelling van het project Aan het begin van het traject is de doelstelling binnen het MT als volgt verwoord: De discipline logopedie levert na twee jaar een essentiële en aantoonbare bijdrage aan het vergroten van de onderwijskansen van cluster 4- leerlingen op het gebied van leer- en omgangsgedrag. Vanuit het RENN4 brede MT heeft men met dit project een kwaliteitsverbetering van de discipline logopedie beoogd, gerelateerd aan de visie zoals verwoord in Richting en Houvast. In dit verslag wordt in hoofdstuk twee de beginsituatie geschetst, zoals deze was voor aanvang van het verbetertraject. Hoofdstuk drie beschrijft het theoretisch kader waarop de visie op logopedie binnen RENN4 is beschreven en schetst een beeld van de acties die nodig zijn om deze visie vorm te geven binnen het verbetertraject. In hoofdstuk vier vindt de procesbeschrijving plaats, met specifieke aandacht voor het verander- en bijbehorende onderzoekstraject. Dit leidt in hoofdstuk vijf tot een conclusie en aanbevelingen richting de toekomstige inzet van logopedie binnen RENN4. 4

6 2. Beginsituatie Naar aanleiding van de visie op goed cluster 4 - onderwijs, zoals verwoord in Richting en Houvast (2006) is door het toenmalige MT van RENN4 in april 07 het verzoek gekomen om als ondersteunende disciplines een visie te schrijven op de wijze waarop de betreffende discipline kan bijdragen aan het vormgeven van de CARE- BAGS en daarmee een positieve impuls geeft aan de kwaliteit van het onderwijs binnen RENN4. In het visiedocument dat hieruit voortvloeide, is aangegeven wat destijds de huidige stand van zaken was en waar de discipline logopedie, uitgaand van de algemene visie van RENN4, naar toe zou willen werken. In het navolgende volgt onder een weergave van de beginsituatie. 2.1 Personele bezetting Op het moment dat de visie geschreven is, zijn er op zes locaties binnen RENN4 logopedisten werkzaam, met in totaal een werktijdfactor van 4,5 fte. Het project is in augustus 07 gestart met 2.7 fte. De door het vertrek van drie logopedisten vrijgekomen formatie is door geen van de scholen ingezet voor het aanstellen van een logopedist. In het tweede jaar van de looptijd van het project is de vacature binnen het V.S.O. ingevuld met 0.4 fte en aangevuld met 0.2 fte tijdelijke formatie ten behoeve van het project. Dit is bekostigd door de overige V.SO.-scholen, zodat ook deze scholen zouden kunnen profiteren van de opbrengsten van de pilot die binnen deze V.S.O.-school ging draaien. 2.2 Inzet van logopedie op de verschillende scholen Er is voor aanvang van het verbetertraject sprake van een klassieke situatie waarbij de logopedist leerlingen met problemen op het gebied van stem, spraak, mondelinge en schriftelijke taal en gehoor observeert, onderzoekt en begeleidt, de zogenaamde curatieve logopedie (NVLF, 2003). De gerichtheid op de onderwijsleersituatie wordt daarin nog nauwelijks teruggezien, met uitzondering van de behandelingen die gericht zijn op lees- en spellingsproblemen. Deze vinden soms al wel in de klassensituatie plaats. Opvallend is dat iedere logopedist op geheel eigen wijze haar vak binnen de school neerzet: een aantal logopedisten richt zich met name op mondelinge taal en op groepsgerichte trainingen gericht op sociale cognitie, de zogenaamde ToMtrainingen. Op twee scholen is naast sociale cognitietrainingen de laatste jaren meer groepsgerichte ondersteuning gegeven op het gebied van taal en communicatie. In Groningen behandelen drie van de vier logopedisten voornamelijk leerlingen met lees- en spellingsproblemen, terwijl op de scholen in Friesland de logopedisten daar niet voor in worden gezet. De inzet van logopedisten is met uitzondering van twee scholen- met name individueel van aard, waarbij er soms gekozen wordt voor het werken met een klein groepje leerlingen om de generalisatie van vaardigheden te bevorderen. 5

7 2.3 Multidisciplinair werken De logopedisten maken bij aanvang van het verbetertraject deel uit van het multidisciplinair team, waarbij zij deelnemen aan multidisciplinaire teamvergaderingen waarin handelingsplannen en de voortgang van leerlingen besproken worden. Op één van de scholen wordt de logopedist niet toegelaten tot deze overlegmomenten, omdat de verwachte meerwaarde niet in verhouding staat tot de tijdsinvestering die dit vraagt. Opvallend is dat er nog nauwelijks tot geen sprake is van een zichtbare samenhang tussen datgene wat de logopedist bewerkt in haar therapie en de problematiek van de leerling zoals deze in de onderwijssituatie in de klas naar voren komt. 2.4 Benodigde competenties De competenties die logopedisten bij aanvang van het traject nodig hebben om te kunnen functioneren binnen de scholen sluiten vrij goed aan bij de competenties die zijn verworven tijdens de opleiding Logopedie. Dit betreft voor cluster 4-onderwijs de onderstaande competenties, waarbij de schuin gedrukte competenties nog onvoldoende zichtbaar zijn binnen de verschillende scholen: Kennis hebben van en inzicht hebben in het primaire en/of voortgezet onderwijs, als ook kennis van didactische methoden en technieken en vaardigheid in de toepassing daarvan; Inzicht in samenhang tussen de taal- en communicatiestoornissen en de daarop van invloed zijnde processen in de klas; Vaardigheid in het afnemen van testen, het (bij)stellen van diagnoses en het open bijstellen van handelingsplannen, vaardigheid in de omgang met en het stimuleren en behandelen van leerlingen en hun omgeving en vaardigheid in het ontwikkelen en samenstellen van oefenmateriaal. De relatie tussen het (taal)gedrag in de klas en de logopedische bevindingen is voornamelijk een kwestie van kennis, die slechts in enkele specifieke gevallen leidt tot concrete handelingsadviezen richting de klas. In het algemeen is de logopedist toch voornamelijk iemand die zich binnen de grenzen van haar eigen kamer beweegt, behalve daar waar het sociale cognitietrainingen betreft. 2.5 Kader De logopedist legt in functionele zin verantwoording af in de leerlingenbesprekingen over de vorderingen van de leerlingen. In hiërarchische zin is zij verantwoording schuldig aan het management over de kwaliteit van de inbreng van het logopedisch handelen in diverse plannen. Inhoudelijk gezien functioneert zij echter als expert op het gebied van spraak, mondelinge en schriftelijke taal en communicatie, waardoor zij weinig inhoudelijke aansturing krijgt en binnen haar eigen grenzen inhoud aan haar werk geeft. 6

8 3. Theoretisch kader In dit hoofdstuk wordt de theoretische onderbouwing die aan het visiedocument ten grondslag ligt, toegelicht. Het theoretisch kader zoals beschreven in de notitie Evidence Based handelen binnen de logopedie wordt in onderstaande kort beschreven (zie bijlage 2). Dit is aangevuld met beschikbare literatuur over oudere kinderen, zodat ook voor het V.S.O. relevante uitgangspunten kunnen worden geformuleerd. Er wordt in dit hoofdstuk gekeken naar de relevantie van logopedie voor kinderen met psychiatrische problematiek en de wetenschappelijke evidentie die er bestaat voor het effect van logopedische begeleiding. Vervolgens wordt samengevat welke consequenties deze inzichten hebben voor de inzet van logopedie binnen RENN4 en wordt beschreven hoe op grond van dit kader de wenselijke situatie aan het begin van het verbetertraject is geformuleerd. Naar aanleiding van deze beschrijving wordt in de laatste paragraaf aangegeven welke acties nodig zijn om deze visie binnen RENN4 te kunnen realiseren. 3.1 Relevantie van logopedie voor kinderen met een psychiatrische stoornis Vanuit de literatuur komt naar voren dat er bij kinderen in de leeftijd van vier tot tien jaar met een psychiatrische stoornis sprake is van een comorbiditeit met taalstoornissen van meer dan tachtig procent waarbij de taalstoornissen 1 en de aan taal gerelateerde schrijf-, lees- en leerproblemen van kinderen met een psychiatrische stoornis vaak ernstiger en hardnekkiger lijken te zijn (Blankenstijn en Scheper, 2003). Omgekeerd geldt dat kinderen met een taalstoornis een 4,5 keer verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van een psychiatrische stoornis (Clegg et al, 2005). Door de taalstoornis wordt het communicatieve, maar ook het sociaal-emotionele en cognitieve leerproces gehinderd (McCabe, 2005). Zoals van Daal & van der Gaag (2007) aangeven, leidt het voortdurend ervaren van problemen in communicatie en interactie bij kinderen met ernstige spraak-/taalmoeilijkheden tot het zich terugtrekken uit hun omgeving, (faal)angstiger worden en het vertonen van tekenen van depressie. Hun zelfvertrouwen kan sterk verminderen. Aan de andere kant kunnen kinderen door de communicatieproblemen ook gefrustreerd raken en kunnen zij dit afreageren op hun omgeving door vormen van explosief en agressief gedrag. De mate van verstoord zijn van de pragmatische ontwikkeling lijkt een voorspeller te zijn voor het ontwikkelen van gedragsproblemen (Conti-Ramsden en Botting, 2004). Ketelaars (2009) voegt naar aanleiding van onderzoek bij vierjarigen hier nog aan toe dat als kinderen pragmatisch voldoende scoren, de problemen in de structuur van taal geen voorspeller voor gedragsproblemen meer zijn. Nijokiktjien (2006) duidt op de invloed van innerlijke taal de tot jezelf gerichte taal die mentale processen beïnvloedt die leidt tot minder impulsief en direct handelen. Deze maakt tevens mentale planning mogelijk, zodat motivatie, bedoelingen en alternatieven overwogen kunnen worden. De innerlijke taal maakt het kind onafhankelijk van sociale taal, omdat de taal een intrapersoonlijke functie krijgt: overleggen met zichzelf. Aan de andere kant kan het kind bij gecompliceerde situaties met taal een beroep doen op de ander, zodat het gedrag van de ander beïnvloed wordt. 1 Met taal / taalonderwijs / taalstoornissen wordt in dit verslag zowel naar de mondelinge als de schriftelijke taal verwezen. 7

9 Bouman en Schuyt (2009) geven richting het V.S.O. aan dat mensen met autisme vaak problemen ondervinden bij het doorlopen van een stage- of arbeidtoeleidingstraject. Deze problemen zijn het gevolg van hun beperkingen op het gebied van communicatie, sociale interactie en verbeelding. In een werksetting manifesteren deze zich tijdens het toepassen van de technische vaardigheden die horen bij het beroep, maar vooral in communicatieve en sociale situaties. De logopedist kan volgens de auteurs hierbinnen functioneren als coach wanneer er aanpassingen in de communicatieve interactie nodig zijn. Bovendien kan de logopedist aandacht besteden aan de oorzaken die aan het gedrag ten grondslag liggen. Dit kan gebeuren door het oefenen van sociale vaardigheden, het bespreken van situaties zoals die zich in de werksetting zouden kunnen voordoen en het vullen van concepten, zoals stagelopen, kritiek krijgen en afspraken en regels nakomen. Ook Kingma (2005) beschrijft de relevantie van logopedie binnen het V.S.O. voor leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum. Zij wijst op het gegeven dat het vergroten van de communicatieve competenties van leerlingen een gunstig effect heeft op aanwezige gedragsproblemen. Vanwege het moeizaam verlopen van generalisatie van logopedische vaardigheden voor leerlingen met autisme spectrumstoornissen is het van belang dat deze vaardigheden hen in de klassensituatie worden aangeleerd. De ernst en complexiteit van de taalstoornissen maakt dat linguïstisch onderzoek en advies noodzakelijk is binnen ieder instituut voor kinderpsychiatrie (Blankenstijn en Scheper, 2004). Linguïstisch onderzoek voorziet namelijk in een meer gedetailleerde analyse van de taalstoornissen, wat resulteert in verfijnde diagnostiek en beter afgestemde handelingsadviezen. Specifieke aandacht voor taal lijkt op grond van bovenstaande niet alleen relevant te zijn voor kinderen met een psychiatrische stoornis, maar blijkt noodzakelijk te zijn voor de totale ontwikkeling. 3.2 Wetenschappelijke evidentie voor logopedische behandeling Vanuit de literatuur kan nog geen overtuigend antwoord worden geformuleerd op de vraag naar wetenschappelijke evidentie van logopedische interventies, omdat het onderzoek hiernaar nog in de kinderschoenen staat. In onderstaande wordt beschreven welke gevolgtrekkingen op grond van de beschikbare literatuur zijn af te leiden. Wat betreft het behandelen van de deelaspecten van taal geeft vooral Law (2003) aan dat er bewijs bestaat voor effectiviteit voor fonologische problemen en problemen met de woordenschat, mits taalbegripproblemen afwezig zijn. Kinderen met taalbegripproblemen lijken minder te profiteren van de therapie. Nader onderzoek op dit gebied is echter noodzakelijk. Goorhuis-Brouwer (2006) geeft aan dat gemiddeld dertig tot veertig procent van de taalgestoorde kinderen tot zes jaar een significante groei laat zien na logopedische begeleiding. Ook Goorhuis-Brouwer en Knijf (2001) geven aan dat voor kinderen met een taalstoornis logopedie effectief is. Bij kinderen bij wie de taalstoornis samen voorkomt met een verminderde intelligentie is plaatsing binnen het Speciaal Onderwijs, eventueel in combinatie met taaltherapie effectief. Plaatsing binnen het Speciaal Onderwijs zorgt blijkbaar voor een dusdanig taalstimulerende omgeving dat de taalontwikkeling zich 8

10 daardoor verder uitbreidt. Binnen RENN4 wordt er echter vanwege de ernstige gedragsproblematiek van de leerlingen vaak weinig ruimte geboden voor interactief leren, zoals is gebleken uit klassenobservaties en gesprekken met leerkrachten. De rol van het instrueren en/of trainen van ouders en leerkrachten mag niet onderschat worden. Verschillende auteurs geven aan dat talige interventies gericht op ouders en leerkrachten veelal dezelfde resultaten laten zien als individuele logopedische begeleiding van de leerling (Law, 2003; Leemrijse, 2006; Williams, 2006). Dit pleit voor een gedeeltelijk veranderende rol van de logopedist binnen RENN4: van therapeut naar adviseur. Het terugbrengen van de interactie binnen de klassen zorgt er namelijk voor dat alle kinderen de hele dag door in de gelegenheid gesteld worden hun taalvaardigheden uit te breiden. Ook duiden alle auteurs op het belang van vroegtijdige, intensieve en langdurige interventie voor het verhogen van de effectiviteit van logopedische begeleiding. Tot slot geeft Williams (2006) aan dat een multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is voor effectieve remediëring van gedragsproblemen. De volgende benaderingen zijn wetenschappelijk werkzaam gebleken: ouders positieve gedragsinterventies aanleren; al vroeg in de ontwikkeling sociale vaardigheden aanleren; model staan voor gedrag en directe instructie met betrekking tot emotioneel bewustzijn en sociale competentie leidt tot afname van de gedragsproblemen. 3.3 Richting en Houvast Uitgaand van de notitie Richting en Houvast (2006), waarin de visie van Minnaert (2005) centraal staat, zijn voor de discipline logopedie accentverschuivingen nodig. Deze worden in deze paragraaf toegelicht. Minnaert stelt het onderwijs als leidend en de zorg als aanvullend met als doel het bevorderen van de effectiviteit van het onderwijs, zodat leerlingen hun onderwijskansen optimaal benutten. Daartoe zullen de talige c.q. communicatieve aspecten die de leerling belemmeren in het schoolse leren binnen het logopedisch handelen meer centraal moeten gaan staan. Dit vraagt een nauwere aansluiting met de klassensituatie en een betere afstemming van de behandeling met de leerstof zoals deze in de klas besproken wordt. Van Daal en van der Gaag (2007) geven aan dat de problemen met het volgen van de lesstof vaak groter worden op een reguliere middelbare school. Tevens wordt er daar een groter beroep gedaan op zelfstandig werken en planning, waar jeugdigen met ernstige spraak-/taalmoeilijkheden (en zeker in combinatie met psychiatrische stoornissen) niet sterk in zijn. De logopedist zal daarom meer dan vroeger bezig moeten zijn met de voorwaarden die op het gebied van taal en communicatie aan het leren ten grondslag liggen, zoals (lees)woordenschat, begrip van (klassikale) instructie en het in de praktijk toepassen van geleerde communicatieve vaardigheden. Naast de leerontwikkeling, zal de logopedist zich binnen de visie van Minnaert duidelijker moeten gaan profileren binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling. Binnen de leerlijn sociaal-emotionele ontwikkeling wordt leergedrag (werkhouding, concentratie e.d.) en 9

11 omgangsgedrag onderscheiden. Omgangsgedrag wordt gedefinieerd als de kennis (sociale cognitie) en kunde (sociale en communicatieve vaardigheden) van leerlingen over hoe zich in sociale situaties te gedragen. Een aspect van de sociaal-emotionele ontwikkeling waaraan de logopedist een belangrijk aandeel zal moeten blijven leveren. Hiermee komen de accenten van de logopedische inzet echter in een ander perspectief te staan. De logopedist zal zich binnen deze leerlijn meer moeten gaan richten op het vergroten van competenties van de leerling binnen een sociale context en minder gericht zijn op de manier waarop hij dat doel bereikt (grammaticale zinnen, een goede uitspraak et cetera). Logopedische inzet zal pragmatischer van aard moeten zijn: Welke aspecten op het gebied van taalvorm en taalinhoud liggen ten grondslag aan de problemen die een leerling heeft om zich te redden binnen het sociale verkeer? moet de kernvraag zijn. Van hieruit kunnen doelstellingen worden geformuleerd die de sociaal-emotionele ontwikkeling in positieve zin gaan ondersteunen. Van Daal & van der Gaag (2007) geven aan dat aanvankelijk behandeling van de taalproblemen centraal moet staan, maar dat bij het ouder worden de optimalisering van het gedrag centraal dient te staan, waarbij psycho-educatie, verdere behandeling van taal- en leesvaardigheid, communicatiecursussen, begeleiding van leerontwikkeling, studiekeuze en beroepskeuzeadvies noodzakelijk kunnen zijn. Dit impliceert richting bovenbouw- en V.S.O. groepen dat de taal- en communicatievaardigheden van leerlingen dusdanig moeten worden geoptimaliseerd dat zij kunnen schakelen naar de meest passende vervolgplek. Samenvattend kan gezegd worden dat cluster 4-leerlingen recht hebben op een communicatieve benadering van de taalstoornis door een in psychiatrische stoornissen gespecialiseerde logopedist die zich voortdurend richt op generalisatie van de vaardigheden naar de alledaagse (school)context. Dit houdt ondermeer in dat de inzet van de logopedist niet beperkt blijft tot haar kamer, maar reikt tot daar waar het (taal)onderwijs plaatsvindt: de klas, waarbinnen de specifieke kennis betreffende taal en communicatie overgedragen wordt aan de leerkracht. 3.4 Visie op logopedie binnen RENN4 Op grond van de theoretische achtergronden, zoals in de vorige paragrafen beschreven, is er door de logopedisten van RENN4 een visie opgesteld, waarin beschreven staat hoe logopedische begeleiding er idealiter uit zou moeten zien om een zo groot mogelijke bijdrage te kunnen leveren aan het verhogen van de kwaliteit van onderwijs voor cluster- 4 leerlingen (zie bijlage 1 en 2). Deze visie houdt in het kort in dat logopedie een integraal onderdeel uit moet gaan maken van het onderwijs aan cluster 4-leerlingen, omdat de relatie met gedragsstoornissen zo sterk is en de taalstoornis het kind niet alleen belemmert op communicatief en sociaal-emotioneel vlak, maar ook het cognitieve leerproces verhindert. 10

12 De logopedist kan deze visie uitdragen door: intensieve remediëring van spraak-/taalstoornissen en lees- en spellingsproblematiek binnen een multidisciplinair team, waarbinnen zij zich met name richt op die stoornissen die de leerling belemmeren in zijn sociaalemotionele en/of leerontwikkeling of het schakelen naar vervolgonderwijs/arbeid; meer dan voorheen aan te sluiten bij het (taal)onderwijs zoals dit in de klas wordt gegeven: enerzijds door te ondersteunen bij het neerzetten van een dusdanig interactief leerklimaat dat leerlingen binnen de klassensituatie in de gelegenheid gesteld worden hun taalvaardigheid verder te ontwikkelen. Anderzijds door haar specifieke expertise op het gebied van taal en communicatie over te dragen aan de leerkrachten, hetzij middels klassenobservaties, adviesgesprekken of het geven van lessen die recht doen aan de specifieke taalproblematiek van de leerlingen binnen RENN4; in de verslaglegging en de handelingsplannen en in gesprek met direct betrokken collega s een duidelijke relatie te leggen tussen de spraak-/taalstoornissen van de leerling en de consequenties die dit heeft voor de leerontwikkeling en /of het gedrag in de onderwijssituatie. 3.5 Doelstellingen van het project Om de discipline logopedie na twee jaar een essentiële en aantoonbare bijdrage te laten leveren aan het vergroten van de onderwijskansen van cluster 4-leerlingen zijn op grond van de visie zoals beschreven in paragraaf 3.4 de volgende doelstellingen geformuleerd: 1. Logopedisten geven de visie op interactief taalonderwijs/taalgericht vakonderwijs mede-inhoud in de klassen, zodat taal een startpunt wordt voor verdere ontwikkeling; 2. Logopedisten versterken de talige en communicatieve vaardigheden die leerlingen nodig heb in het volgen van onderwijs of het schakelen naar vervolgonderwijs of arbeid; 3. Logopedisten maken gebruik van heldere verslaglegging, waarin de relatie tussen de logopedische interventies en de onderwijssituatie transparant wordt gemaakt. 3.6 Benodigde acties De volgende acties zijn in gang gezet om de in paragraaf 3.5 beschreven doelstellingen te kunnen verwezenlijken: Doelstelling 1 Logopedisten geven de visie op interactief taalonderwijs/taalgericht vakonderwijs medeinhoud in de klassen, zodat taal een startpunt wordt voor verdere ontwikkeling. Logopedisten hebben een opleiding genoten die voornamelijk gericht is op de zorgkant van de hulpverlening en veel minder op de onderwijskant. Dit maakt dat het aansluiten bij het onderwijs in de klas vraagt om een verbreding van kennis betreffende het taalonderwijs en van vaardigheden betreffende het begeleiden van leerkrachten en het hanteren van groepsprocessen. Om logopedisten daar enigszins handvatten voor te 11

13 kunnen bieden, zijn er bij aanvang van het verbetertraject drie studiedagen ingepland, gericht op interactief taalonderwijs, woordenschatonderwijs en begeleidingsvaardigheden, welke zijn verzorgd door de projectleider. Vervolgens is er draagvlak voor deze veranderingen gecreëerd op management- en schoolniveau door het informeren van het management en - na goedkeuring van deze visie- het presenteren van deze nieuwe manier van werken in de teams. Ook is door de logopedisten en de projectleider aansluiting gezocht bij de werkgroep rond de Onderwijszorgprofielen, die op dat moment de leerlijn taal centraal hadden staan. In deze werkgroepen is de visie op taalonderwijs beschreven en is tevens de rol van de logopedist hierbinnen opgenomen. Deze is als volgt verwoord, waarbij per school enige accentverschillen zichtbaar zijn: De logopedist wordt gezien als specialist op het gebied van taal en communicatie en ondersteunt, of attendeert de leerkracht op de mogelijkheden om de interactie van/met de leerling te optimaliseren. Zij begeleidt zowel de mondelinge als de schriftelijke taalontwikkeling van de leerling. Dit kan voor alle vakken een optie zijn. De insteek van de begeleiding binnen de andere vakken is gericht op begrijpend lezen en woordenschatontwikkeling. De logopedist heeft als taak om de visie van interactief taalonderwijs praktisch vorm te geven en het handelen van de leerkracht hierin te ondersteunen aan de hand van de hulpvraag van een (groep) leerling(en). Op deze wijze profiteren alle leerlingen de hele dag door van het taalstimulerende klimaat dat in de klassen wordt vormgegeven. In de toekomst zal de logopedist steeds vaker aanwezig zijn in de groep om de leerkracht ondersteuning te bieden. Wanneer deze ondersteuning voor de leerling niet toereikend is, dan zal de leerling door middel van individuele en / of groepstherapie worden begeleid. Vanuit deze visie, die gepresenteerd is aan de teams, is voor de S.O.-scholen in overleg met de projectleider en de teamleiders/i.b.-ers een plan van aanpak opgesteld, dat aansloot bij de visie op taalonderwijs en ondersteunde bij reeds ingezette ontwikkelingen. Dit betekent dat op school a. is ingezet op het in de volle breedte neerzetten van interactief taalonderwijs en op school b. het woordenschatonderwijs centraal heeft gestaan. Binnen de pilot op het V.S.O. zijn op grond van taalleerklimaat observaties die bij aanvang van de pilot in alle groepen door de logopedist zijn gedaan, in overleg met het management van de school modules en trainingen ontwikkeld die aansloten bij de verbeterpunten die uit deze observaties zijn voortgekomen. De inhoudelijke inzet van de groepsgerichte ondersteuning wordt in paragraaf nader toegelicht. In het eerste jaar van het verbetertraject is voor de S.O.-scholen de verhouding tussen het geven van individuele therapie en groepsondersteuning als volgt geweest: een derde deel van de tijd wordt besteed aan individuele therapie en tweederde deel van de tijd aan groepsondersteuning. Hiervoor is gekozen om ruimte te creëren voor het inzetten van de veranderingen richting groepsgericht werken. In het tweede jaar is deze verhouding gelijkgetrokken: de helft van de tijd individueel en helft van de tijd bieden van groepsondersteuning. 12

14 3.6.2 Doelstelling 2 Logopedisten versterken de talige en communicatieve vaardigheden die leerlingen nodig hebben in het volgen van onderwijs of het schakelen naar vervolgonderwijs of arbeid. Om logopedisten in hun begeleiding van leerlingen goed aan te kunnen laten sluiten bij de onderwijssituatie, is veel aandacht besteed aan het genereren en concretiseren van hulpvragen. Hiertoe is in samenwerking met de projectleiders van de maatschappelijk werkenden en de vaktherapeuten een begeleidingsformulier opgesteld (zie bijlage 3) voor de Commissie van Begeleiding van de betreffende scholen. Op de scholen zelf is dit niet in gebruik genomen, omdat de bestaande begeleidingsformulieren zouden volstaan. Op één van de scholen heeft de logopedist in overleg met de Commissie van Begeleiding een begeleidingsformulier opgesteld waar de teams zich beter in kunnen vinden (zie bijlage 4). Daarnaast is op een A4-tje een overzicht gegeven van hulpvragen waarbij de logopedist mogelijk een aandeel zou kunnen leveren (zie bijlage 5), wat verspreid is onder de leden van de Commissie van Begeleiding en gebruikt wordt om leerkrachten die een hulpvraag willen formuleren op weg te helpen. De afspraak die met de logopedisten is gemaakt, is dat zij op grond van een schriftelijke aanvraag via de Commissie van Begeleiding eerst naar de leerkracht toegaan om de hulpvraag nader uit te werken en te concretiseren. Het werken met hulpvragen heeft ertoe geleid dat de diagnostiek aangescherpt is richting de onderwijsbehoeften van de leerling. Vervolgens is er binnen de logopedische therapie voor gekozen om de doelstellingen zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de doelstellingen uit het handelingsplan. Zo nodig wordt door logopedisten -vanuit verworven inzichten naar aanleiding van de diagnostiek of behandeling- een voorstel gedaan voor het uitbreiden van doelstellingen ten gunste van de leer- en/of sociaalemotionele ontwikkeling van de leerling. De logopedische doelstellingen zijn daardoor verweven in de handelingsplannen, wat tot gevolg heeft dat voor iedere collega inzichtelijk wordt gemaakt welke bijdrage de logopedische begeleiding levert aan het vergroten van de onderwijskansen van de betreffende leerling. Logopedisten zijn tevens de therapie meer af gaan stemmen op het onderwijs, door zich te verdiepen in en aan te sluiten bij de gehanteerde taalmethoden op school en de methoden die voor de zaakvakken worden gebruikt. Dit heeft in een aantal gevallen geleid tot het werken met kleine groepjes leerlingen in de vorm van pre- of reteaching waardoor leerlingen het onderwijs in de klas beter kunnen volgen omdat de talige input reeds aangeboden is op het taalniveau van de betreffende leerling. Op het gebied van lees- en spellingproblemen is door logopedisten voorzien in het aanbieden van dispenserende en compenserende maatregelen, waardoor het lezen een minder groot obstakel vormt voor de voortgang van hun leerontwikkeling. Wat betreft de begeleiding van de schriftelijke taalontwikkeling heeft naar aanleiding van het RENN4 brede protocol leesproblemen en dyslexie, waarin de comorbiditeit van leesproblemen (en dyslexie) met gedragsproblemen en de daaruit voortvloeiende behoefte aan goed lees- en spellingsonderwijs naar voren is gebracht, in juni 08 in het MT een discussie plaatsgevonden over de toekomstige verantwoordelijkheid van de logopedist betreffende zorgleerlingen op het gebied van lezen. Dit naar aanleiding van 13

15 de tendens die op school a. zichtbaar was om deze verantwoordelijkheid op termijn bij leerkracht(en) met een specialisatie tot leesspecialist neer te gaan leggen. In het betreffende MT is afgesproken om binnen het verbetertraject de logopedisten op de betreffende S.O.- scholen verantwoordelijk te maken voor deze ondersteuning, zodat na anderhalf jaar geëvalueerd kan worden of ondersteuning van het leesonderwijs in de klas en individuele ondersteuning van de zorgleerlingen door een logopedist, in deze behoefte voorziet. Daartoe zijn de logopedisten op één van de scholen gestart met een scholing op het gebied van lees- en spellingproblematiek/dyslexie. Binnen de pilot op het V.S.O. is er voor gekozen om het versterken van deze talige en communicatieve vaardigheden met name in de klassensituatie zelf te laten plaatsvinden en/of middels trainingen in kleine groepjes, alsmede het feedback geven op het talig functioneren van de leerkracht. Dit naar aanleiding van eerdere ervaringen van de vorige logopedist, die geconstateerd heeft dat individuele logopedische begeleiding binnen het V.S.O. onvoldoende tot generalisatie van vaardigheden leidt. Hiertoe zijn een aantal modules/trainingen ontwikkeld en in de verschillende groepen gegeven Doelstelling 3 Logopedisten maken gebruik van heldere verslaglegging, waarin de relatie tussen de logopedische interventies en de onderwijssituatie transparant wordt gemaakt. Om aan deze doelstelling te kunnen voldoen, is aan het begin van het verbetertraject een analyse gemaakt van de behandelverslagen uit het voorgaande schooljaar (zie ook paragraaf 4.3.3). Op grond van de resultaten van deze analyse is een format ontwikkeld dat als vanzelfsprekend zou leiden tot een kwaliteitsslag in de verslagen. Zo is de hulpvraag bijvoorbeeld standaard opgenomen in dit format, evenals een kopje waarin adviezen ten behoeve van de generalisatie van de vaardigheden worden gegeven. Op grond van de tweede analyse van de verslagen zijn de resultaten opnieuw met de logopedisten besproken, zijn actiepunten geformuleerd en is het format nog enigszins aangepast op grond van de opgedane ervaringen. Naast het verbeteren van de verslaglegging is aandacht geweest voor het nadrukkelijker uitdragen van de relatie die zichtbaar is tussen taalstoornissen en gedrags-/leerproblematiek van leerlingen. Het streven is geweest om de doelstellingen zoals deze binnen het handelingsplan van de leerkracht zijn verwoord, als uitgangspunt te nemen voor de prioriteiten binnen de logopedische behandeling. Dit betekent ook dat de logopedische doelstellingen verweven zijn in het handelingsplan van de leerling en niet slechts worden toegevoegd aan het kopje ondersteunende hulpverlening, zoals is opgenomen aan het eind van het handelingsplan. De projectleider heeft halverwege het traject de handelingsplannen van de leerlingen die logopedisch worden begeleid voorafgaand aan de handelingsplan besprekingen gelezen en deze vergeleken met de logopedische doelstellingen zoals geformuleerd in het logopedisch onderzoeks-/evaluatieverslag. Daar waar de relatie niet voldoende inzichtelijk gemaakt was, is dit met de betreffende logopedist besproken en vervolgens meegenomen in de bespreking van het handelingsplan. 14

16 Onderzoekstraject Om inzichtelijk te krijgen of bovengenoemde acties ook leiden tot de beoogde doelstelling is er gekozen voor een onderzoekstraject, waarin -voor zover mogelijk - gemeten wordt in hoeverre de ingezette verandering leidt tot een zichtbare positieve tendens in het vergroten van de onderwijskansen van cluster 4-leerlingen. De opzet van dit onderzoekstraject is voor de S.O.-scholen als volgt: Doelstelling 1: Competentiescan Interactief Taalonderwijs Afname van een observatie-instrument die veranderingen in het taalleerklimaat in groepen waar de logopedist zich in heeft gezet in beeld kan brengen: De Competentiescan Interactief Taalonderwijs (zie bijlage 6). Er zal een beginmeting plaatsvinden op het moment dat de logopedisten in groepen bezig gaan met het vormgeven van interactief taalonderwijs. Vanuit deze profielen zal de logopedist in overleg met de leerkracht haar doelstellingen voor de begeleiding vastleggen en op grond van haar inzet nulhypotheses opstellen voor de tweede meting. Doelstelling 2: Effectmeting individuele begeleiding Het in beeld brengen van de voortgang van de individuele begeleiding van leerlingen door de toetsresultaten aan het begin en aan het einde van het schooljaar met elkaar te vergelijken en te scoren of de door de logopedist gestelde doelen in het HP worden teruggezien in de klassensituatie. Deze analyse wordt gemaakt aan het eind van het verbetertraject op grond van de behandelverslagen van het schooljaar 2008/2009. Doelstelling 3: Analyse van de verslaglegging Een analyse van de verslagen van de logopedisten, waarbij de kwaliteit van de verslaglegging wordt beoordeeld op van tevoren vastgelegde criteria. Deze analyse wordt gemaakt bij aanvang van het verbetertraject op grond van de verslaglegging van het voorgaande schooljaar, halverwege en aan het eind van het verbetertraject. Einddoelstelling: Tevredenheidinterview Om een uitspraak te kunnen doen over het behalen van de einddoelstelling van het verbetertraject, namelijk het leveren van een essentiële en aantoonbare bijdrage aan het vergroten van de onderwijskansen van cluster- 4 leerlingen, is een tevredenheidinterview afgenomen onder bij de logopedist betrokken collega s. Gekeken zal worden of er sinds de ingezette verandering sprake is van een positieve tendens in het beleven van logopedie als onderwijsondersteunende discipline. Deze interviews worden afgenomen nadat draagvlak is gecreëerd bij het management van de school door de projectleider en de teams (door de logopedisten) en voorafgaand aan de inzet van de logopedist richting de klas. Om de effecten van de nieuwe inzet van logopedisten af te kunnen zetten tegen de traditionele manier waarop logopedie wordt ingezet binnen scholen, zijn twee S.O.- scholen die logopedie extern inhuren aangewezen als controlegroep. Daarmee kan een goede vergelijking worden getrokken tussen de tevredenheid van de collega s van scholen die intern met logopedisten werken en degenen die dit extern verzorgen. 15

17 Voor de pilot op het V.S.O. geldt dat er alleen een tevredenheidmeting wordt gedaan aan het einde van het verbetertraject in verband met de kortere looptijd van dit traject. Het zwaartepunt voor dit traject ligt op het ondersteunen in de groepen, waardoor de individuele begeleidingen en de daarbij horende verslaglegging geen prioriteit hebben gekregen. Het taalleerklimaat is binnen deze school in kaart gebracht als een startpunt voor het ontwikkelen van een aantal trainingen op het gebied van taal en communicatie en is niet gebruikt om effecten te meten, omdat het doel van deze pilot is om mogelijke trainingen te ontwikkelen op het gebied van taal- en communicatievaardigheden. Voor een uitgebreidere weergave van de effectmeting wordt verwezen naar hoofdstuk vier, waarin tevens verslag gedaan wordt van de resultaten van de betreffende metingen. 16

18 4. Procesbeschrijving In de volgende paragrafen zal per school beschreven worden welke inzet er is geweest om de in hoofdstuk drie besproken doelstellingen te bereiken. Begonnen wordt met een beschrijving van het verloop van het proces op de verschillende scholen, alvorens de inhoudelijke kant van het veranderproces en de daarbij horende effectmeting wordt toegelicht. 4.1 Het veranderproces Het neerzetten van een verandering vraagt veel van de betrokkenen en hun omgeving (Ardon, 2006). Naast de inhoud die op de scholen is neergezet, wordt in deze paragraaf beschreven hoe het veranderproces op de verschillende scholen is verlopen. Deze processen zijn misschien wel de meest bepalende factor geweest voor het wel of niet slagen van de ingezette veranderingen School a. Op school a. zijn vanaf de start van het project de contacten met de projectleider verlopen via de teamleiders en de directeur. Op deze school zijn gedurende het traject steeds twee logopedisten werkzaam geweest, waarbij één logopedist is ingezet op mondelinge taalvaardigheid en één op schriftelijke taalvaardigheid. Na een start met een plan van aanpak, waarin na een teampresentatie in blokken van zes weken logopedisten rond een onderdeel van interactief taalonderwijs met zes leerkrachten per logopedist aan de slag zou worden gegaan, is na drie maanden op de rem getrapt. Het plan bleek te groot te zijn opgezet, met teveel variatie aan inhoudelijke thema s en teveel betrokken leerkrachten. In overleg met de directeur en de teamleiders is het plan van aanpak in januari 08 aangepast. Interactief onderwijs bleef het centrale gegeven, maar leerkrachten konden zelf aangeven welke ondersteuning zij daarbij wilden hebben en het aantal leerkrachten dat begeleid zou worden werd teruggebracht naar drie per logopedist, waarbij de periode van inzet werd verlengd naar drie maanden. Belangrijke voorwaarde was dat de leerkrachten nogmaals geïnformeerd zouden worden over het doel en de inhoud van de aangeboden ondersteuning en dat het management op de school beter zicht zou krijgen op de inspanningen die de logopedisten leverden. Hierin is voorzien door het opstellen van een begeleidingsformulier, dat voor leerkrachten en teamleiders de inzet en daarbij horende afspraken helder zou maken (zie bijlage 7). Vanaf dat moment is er voor iedereen meer overzicht en duidelijkheid ontstaan. Terugkijkend op het verbetertraject binnen de school komt een aantal aandachtspunten naar voren: Binnen de school is steeds gekozen voor aanbodgericht werken om zo eerst te kunnen laten zien/ervaren wat logopedisten in de klassensituatie te bieden hebben en van daaruit toe te werken naar een situatie waarin hulpvraaggericht gewerkt wordt. Dit heeft bij een aantal leerkrachten de indruk gewekt dat de groepsgerichte inzet hen werd opgedrongen, omdat de logopedisten van RENN4 de klas in moesten; De logopedisten hebben in het eerste jaar van het verbetertraject hinder ondervonden van de formatieplaats van 0,8 fte die tijdens het voorgaande 17

19 schooljaar was verdwenen. Doordat logopedisten -conform de afspraak in het verbetertraject- juist dat schooljaar minder als therapeut en meer als onderwijsondersteuner in de klassen zouden werken, ontstond er een lange wachtlijst voor individuele aanvragen. Hierdoor voelden de logopedisten veel druk op hun schouders door de eigen zorgen over deze aanvragen, evenals de ongerustheid die hierover bij leerkrachten ontstond; Aansluiting zoeken bij het taalonderwijs dat in de klas gegeven wordt, is een logische en bewuste keuze geweest. Logopedisten kunnen hun anderswaarde binnen taalonderwijs echter pas laten zien op het moment dat er interactie in de klas is en zij binnen die interactie hun expertise kunnen inzetten. Omdat het vormgeven van interactief onderwijs binnen RENN4 nog weinig expliciete aandacht heeft gekregen, is ervoor gekozen om logopedisten daarbij te laten ondersteunen. Daarmee zaten zij op de stoel van de leerkracht, die zich -terechthoofdverantwoordelijk voelt voor het vormgeven van het taalonderwijs. Bij een aantal leerkrachten geldt dat de ervaren meerwaarde van een logopedist in de klas daardoor gering is; De professionele cultuur binnen de school is in die zin positief dat men over het algemeen voldoende bereidwilligheid, openheid en leerbaarheid ten opzicht van groepsondersteuning toont. Toch werd de samenwerking in enkele gevallen bemoeilijkt door het niet nakomen van afspraken. Daarnaast kostte het soms de nodige overredingskracht om leerkrachten van het belang en doel van de groepsondersteuning te overtuigen School b. Op school b. zijn de contacten met de projectleider verlopen via de teamleiders, die de directeur informeerden, en de inhoudelijk begeleiders. Deze collega s hebben het verbetertraject met een enorme gedrevenheid ondersteund en richting de teams gecommuniceerd. Vanwege omstandigheden is gekozen om alleen aan het eind van het traject ook met de directeur zelf te evalueren. Gedurende het traject zijn twee logopedisten werkzaam geweest op de school. Door boventalligheid is één van deze logopedisten sinds april 09 niet meer bij het traject betrokken geweest. Zij is tot juli 09 wel vervangen geweest in verband met haar zwangerschapsverlof. Op school b. is direct gekozen voor een afgebakende taak van de logopedist in de groepen, omdat de school is ontstaan uit het samengaan van twee scholen en daardoor al op veel fronten, zoals pedagogisch-didactisch klimaat en de overgang naar andere onderwijsmethodes, een beroep moest doen op de collega s. Daarom is in overleg met het middenmanagement gekozen om aan te sluiten bij een reeds lopende ontwikkeling binnen het taalonderwijs, namelijk het centraal stellen van woordenschat. Er is een plan van aanpak opgesteld, waarbij de logopedisten in vier fasen zouden toewerken naar implementatie van een woordenschatdidactiek (de Viertact ontwikkeld door Verhallen & Verhallen, 2003). De taalmethode voorziet hier onvoldoende in en daarom is besloten om de woordenschatlessen in deze methode aan te scherpen aan de hand van de Viertact. 18

20 Beide logopedisten kregen zeer moeilijk ingang in de groepen, ondanks de grote inspanningen die geleverd zijn op dit gebied. De collega s gaven aan de handen vol te hebben aan het draaiend houden van de eigen groep en al het werk dat dit met zich meebracht en zagen de inmenging van de logopedist in hun onderwijs als extra belasting. De eerste fase van het implementatietraject, het willen bewerken, verliep daarom erg moeizaam. In overleg met teamleiders en I.B.-ers is er toen voor gekozen om de I.B.-ers en de logopedisten samen verantwoordelijk te maken voor de in te zetten verandering en zich ook vanuit deze samenwerking te profileren richting de teams. Dat heeft in het geval van één logopedist en I.B.-er goed gewerkt. De andere logopedist en I.B.-er hadden hun handen beiden vol met andere zaken (gezondheid en te hoge werkdruk door onrust in de groepen), waardoor de samenwerking niet constructief is vormgegeven. Daarnaast is gekozen om de weerstanden weg te nemen door eerst een periode te nemen om voorbeeldlessen te schrijven, die de logopedist of de leerkracht zelf (naar eigen keuze) konden uitvoeren (zie bijlage 8 voor een voorbeeldles). Dit is een enorme tijdsinvestering geweest, die ertoe heeft geleid dat in een of twee groepen logopedisten konden starten met het zelf verzorgen van de lessen. Uiteindelijk is in 7 groepen de gelegenheid geboden om de woordenschatlessen door de logopedisten zelf te geven V.S.O. Binnen de V.S.O. school is vanuit de projectleider alleen contact geweest met de directeur in verband met de vele wisselingen die er in deze periode bij teamleiders zijn geweest. De opzet van de pilot binnen het V.S.O. is gunstig geweest. Ten eerste was er vooraf een projectplan geschreven (zie bijlage 9), waar de directeur enthousiast over was en formatie voor heeft ingezet, zodat een logopedist kon worden aangesteld. Ten tweede was er geen sprake van een verandertraject, omdat binnen de school logopedie in de jaren daaraan voorafgaand (tot 2006) al in de groepen werd gegeven. De pilot richtte zich op het ontwikkelen van aanvullende trainingen en modules op het gebied van taal en communicatie en had daarmee een andere insteek dan de verandertrajecten zoals deze op de S.O.-scholen zijn vormgegeven. Tot slot is de logopedist van buitenaf aangetrokken en geselecteerd op haar competenties richting groepsgericht werken om deze pilot te kunnen draaien. Ook dit heeft duidelijk bijgedragen aan de opbrengsten van het traject. De grote verandering voor deze V.S.O.-school was in eerste instantie vooral dat het voor het grote aantal beginnende mentoren op deze afdelingen nieuw was om een logopedist in het team te hebben. Doordat bij aanvang van de pilot direct een presentatie is gehouden in beide teams en de logopedist snel is gaan investeren in de groepen, is er al gauw draagvlak ontstaan voor de pilot. Ondanks de grote mate van onrust die er in het betreffende schooljaar binnen de scholen was, is de bereidheid van leerkrachten steeds groot geweest om de logopedist als ondersteuner in de groepen te ontvangen. Het projectplan is van begin tot eind uitgevoerd: van klassenobservaties betreffende het taalleerklimaat, tot het gelijktijdig ontwikkelen en uitvoeren van verschillende trainingen en modules in 15 groepen. Wat moeizaam is verlopen, is het delen van de opgedane kennis en ervaringen met een aantal collega 19

Logopedie in het cluster 2 onderwijs

Logopedie in het cluster 2 onderwijs Logopedie in het cluster 2 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement gaat over de logopedische

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 4 onderwijs

Logopedie in het cluster 4 onderwijs Logopedie in het cluster 4 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement richt zich op de

Nadere informatie

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Uitgangspunten: De toewijzing van het arrangement gebeurt op basis van de onderwijsbehoefte van de leerling. De onderwijsbehoefte van een cluster

Nadere informatie

Evidence based handelen binnen de logopedie. Consequenties voor de logopedische begeleiding gekoppeld aan de onderwijszorgprofielen

Evidence based handelen binnen de logopedie. Consequenties voor de logopedische begeleiding gekoppeld aan de onderwijszorgprofielen Evidence based handelen binnen de logopedie Consequenties voor de logopedische begeleiding gekoppeld aan de onderwijszorgprofielen Inleiding Logopedisch handelen op basis van wetenschappelijke evidentie

Nadere informatie

onderwijs, de ontwikkelingen op een rij

onderwijs, de ontwikkelingen op een rij onderwijs, de ontwikkelingen op een rij Veel scholen zijn begonnen met het werken met groepsplannen. Anderen zijn zich aan het oriënteren hierop. Om groepsplannen goed in te kunnen voeren is het belangrijk

Nadere informatie

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) 36 Bijlage 5 Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) De schoolleider en de interne begeleider geven samen leiding aan het borgen van het leesonderwijs. Beiden hebben hierin

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Pantarijn (18UM00) Pantarijn 18UM00 Directeur Bert - Hoogwerf Adres Dubbelstraat 6 3073 LG ROTTERDAM Telefoon 0104851184

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren Inleiding Doubleren op de Wiekslag kan worden omschreven als: Een proces waarbij in de groepen 1 t/m 4 een situatie is ontstaan, waarbij de ontwikkeling van een

Nadere informatie

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Prof. W.J. Bladergroenschool

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Prof. W.J. Bladergroenschool VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK Prof. W.J. Bladergroenschool Plaats : Groningen BRIN nummer : 02YR OKE 01 SO Onderzoeksnummer : 274473 Datum onderzoek : 10 maart 2014 Datum vaststelling : 1 april 2014 Pagina

Nadere informatie

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Margot Willemsen, m.willemsen@kentalis.nl logopedist ~ We komen misschien

Nadere informatie

elk kind een plaats... 1

elk kind een plaats... 1 Elk kind een plaats in een brede inclusieve school Deelnemen aan het dagelijks maatschappelijk leven Herent, 17 maart 2014 1 Niet voor iedereen vanzelfsprekend 2 Maatschappelijke tendens tot inclusie Inclusie

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel Primair Onderwijs Almere

Schoolondersteuningsprofiel Primair Onderwijs Almere Schoolondersteuningsprofiel Primair Onderwijs Almere Gegevens van de school Naam van de school: Basischool Vuurvogel Directie: Anneke Koelman, interim directeur Bestuur: Almeerse Scholen Groep Visie Onderwijs

Nadere informatie

- de criteria en aandachtspunten aan de hand waarvan de plaatsing in de groepen geschiedt; én

- de criteria en aandachtspunten aan de hand waarvan de plaatsing in de groepen geschiedt; én Protocol groepsindeling 1. Inleiding De school heeft tot taak het onderwijs zodanig in te richten dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het onderwijs moet door de school

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Wat is opbrengstgericht werken? Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van leerlingen.

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Dr. Martin Luther Kingschool

Dr. Martin Luther Kingschool 1 Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel Dr. Martin Luther Kingschool Algemene gegevens School Dr. Martin Luther Kingschool BRIN 09TC Directeur L. de Roo Adres Bertrand Russellplaats 7 Telefoon 010-4205629

Nadere informatie

Dr. J.C. Logemannschool

Dr. J.C. Logemannschool 1 Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel SBO Dr. J.C. Logemannschool Algemene gegevens School BRIN Directeur Locatieleider Dr. J.C. Logemannschool 06RV vacature Mevr. S.C. van Duin Adres Schiedamseweg

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011)

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011) Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011) Uitgangspunten bij de visie op ondersteuning van het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5. Zorgstructuur 1 Inhoudsopgave Visie 3 Kernwaarden. 4 Zorgstructuur. 5 Zorgniveau 1 6 Zorgniveau 2... 7 Zorgniveau 3 9 Zorgniveau 4 11 Zorgniveau 5. 13 Bijlagen.. 15 2 Visie De visie van de Fonkelsteen:

Nadere informatie

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School 1 LOGO SCHOOL Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel Naam School Algemene gegevens School Zalmplaatschool BRIN 10QX 00 Directeur Nico Bakker Adres Aalreep 8-10 Telefoon 010-4167408 E-mail directie@ Bestuur

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Eendracht

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Eendracht RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Eendracht Plaats : Hansweert BRIN nummer : 12RI C1 Onderzoeksnummer : 287626 Datum onderzoek : 1 februari 2016 Datum vaststelling : 30 maart 2016

Nadere informatie

Beleid VPCO - Plusklas

Beleid VPCO - Plusklas Beleid VPCO - Plusklas Versie 24-09- 2015 07 Inleiding Beide scholen van VPCO Rhenen hebben hun eigen Beleidsplan Meerbegaafdheid. Dit document is een bijlage bij deze school-specifieke beleidsplannen

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1. Inhoudsopgave Inleiding School Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar 1. Leerlinggegevens 1.1 Algemene gegevens 1.2 Gegevens m.b.t. passend onderwijs 2. Toezicht Onderwijsinspectie

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016. Bernulphusschool

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016. Bernulphusschool SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016 Bernulphusschool 1 Voorwoord Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de Bernulphusschool. Iedere school stelt een SOP op, dit is een wettelijke

Nadere informatie

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen en dyscalculie Stichting Primair Onderwijs Achterhoek Lohmanlaan 23 7003 DJ Doetinchem INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Visie en uitgangspunten... 3 Route... 4 Wat

Nadere informatie

Evaluatie plan van aanpak cbs de Wâlikker schooljaar 2011-2012 EVALUATIE. plan van aanpak schooljaar 2011-2012. 4-11-2012 team Wâlikker Pagina 1

Evaluatie plan van aanpak cbs de Wâlikker schooljaar 2011-2012 EVALUATIE. plan van aanpak schooljaar 2011-2012. 4-11-2012 team Wâlikker Pagina 1 EVALUATIE plan van aanpak schooljaar 2011-2012 4-11-2012 team Wâlikker Pagina 1 Plan van aanpak 2011-2012 1. Professionele schoolcultuur Het team kan op aantoonbaar voldoende wijze functioneren door: resultaat-

Nadere informatie

Protocol Terugplaatsingsbeleid van SBO naar BAO

Protocol Terugplaatsingsbeleid van SBO naar BAO 1 Protocol Terugplaatsingsbeleid van SBO naar BAO A. Algemeen. 1. Doelstelling. Het kind op de juiste plaats; onderwijs dat past bij de behoeften van het kind... Terugplaatsing van leerlingen van het Speciaal

Nadere informatie

Onderwijsvoorziening

Onderwijsvoorziening Onderwijsvoorziening 1. Doel van de onderwijsondersteuning Inleiding Veel leerlingen van het Viertaal College maken de overstap naar het regulier voortgezet onderwijs het Regius College. Omdat deze groep

Nadere informatie

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling SCHEMA AFASIE Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 4 Wat is voor

Nadere informatie

1. Doel van de trajectgroep voor eigen school

1. Doel van de trajectgroep voor eigen school KADERPLAN TRAJECTGROEPEN LYCEUM SANCTA MARIA INLEIDING. Sancta is een van de zes scholen die zich heeft aangemeld voor de pilot Trajectgroep. We zien mogelijkheden om met inzet van deze voorziening de

Nadere informatie

Werkwijzer Onderwijsondersteuners

Werkwijzer Onderwijsondersteuners Werkwijzer Onderwijsondersteuners De onderwijsondersteuners zijn sinds de invoering van passend onderwijs actief op de scholen in het samenwerkingsverband. Zij leveren middels hun inzet een bijdrage aan

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR INHOUDSOPGAVE Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingonderwijs Stap 1: Leestijd blz. 3 Kwaliteit instructiegedrag blz. 3 Klassenmanagement blz. 4 Stap 2: Juist

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie

Protocol leesproblemen en dyslexie 1 KC Den Krommen Hoek Protocol leesproblemen en dyslexie Verantwoording: Het protocol leesproblemen en dyslexie van kindcentrum Den Krommen Hoek is opgesteld op basis van het Protocol Leesproblemen en

Nadere informatie

Uitgangsvragen en aanbevelingen

Uitgangsvragen en aanbevelingen Uitgangsvragen en aanbevelingen behorende bij de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van afasie bij volwassenen. De aanbevelingen dienen te worden gelezen in relatie tot de tekst in de desbetreffende

Nadere informatie

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het? Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het? werkgroep bundelen van expertise, 25 mei 2012 Aanleiding voor een team passend onderwijs Passend onderwijs betekent dat iedere leerling het onderwijs en

Nadere informatie

G.V.Basisschool Hamont-Lo

G.V.Basisschool Hamont-Lo G.V.Basisschool Hamont-Lo Zorg onze schooleigen visie op BREDE zorg Als school hebben we de opdracht om met brede zorg te werken aan de ontplooiing van iedere leerling. Dat is één van de pijlers van het

Nadere informatie

VOORTGANGSGESPREK. het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO

VOORTGANGSGESPREK. het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO VOORTGANGSGESPREK het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO Plaats : Alphen aan den Rijn BRIN nummer : 04DF C1 BRIN nummer : 04DF 00 HAVO BRIN nummer : 04DF 00 VMBOGT BRIN nummer :

Nadere informatie

Toelichting competenties

Toelichting competenties Toelichting competenties De vraag van dit onderzoek was of leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders die werken met nieuwkomers aanvullende of extra competenties nodig hebben bovenop de bekwaamheidseisen

Nadere informatie

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan Basisschool De Goede Herder Schakelklas plan 2008-2009 1. Inleiding Basisschool De Goede Herder participeerde in de periode 2002-2006 in het Helmondse Onderwijs- Kansenbeleid. Met een percentage gewichtenleerlingen

Nadere informatie

SCHOOL ONDERSTEUNINGS PROFIEL

SCHOOL ONDERSTEUNINGS PROFIEL Met het Schoolondersteuningsprofiel worden de volgende onderdelen in beeld gebracht (zie kader): Specifieke kennis en kunde Aantoonbare specifieke deskundigheid Extra ondersteuning ism externe partners

Nadere informatie

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie ) De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan

Nadere informatie

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL Koningsschool Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning wij kinderen kunnen bieden die op

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs Handreiking Schoolondersteuningsprofiel Passenderwijs Het schoolondersteuningsprofiel is met de komst van passend onderwijs als verplicht document voor elke basisschool ingevoerd. In dit document beschrijft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK cbs Koningin Juliana Plaats : Wilnis BRIN nummer : 09UW C1 Onderzoeksnummer : 292388 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 6 april 2017 Pagina

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016. Basisschool Pius X

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016. Basisschool Pius X SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016 Basisschool Pius X 1 Voorwoord Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van basisschool Pius X. Iedere school stelt een SOP op, dit is een wettelijke

Nadere informatie

Werkwijze Commissie voor de Begeleiding (CvB)

Werkwijze Commissie voor de Begeleiding (CvB) Werkwijze Commissie voor de Begeleiding (CvB) www.zat.nl Over dit instrument 1 Commissies voor de Begeleiding (CvB s) hebben de taak om er met het team voor te zorgen dat iedere leerling optimaal gebruik

Nadere informatie

Stappenplan Dyslexietraject

Stappenplan Dyslexietraject Stappenplan Dyslexietraject Een leerling komt in aanmerking voor dyslexie-onderzoek wanneer: Criterium van de achterstand: er sprake is van een significante achterstand op het gebied van lezen en/of spelling

Nadere informatie

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte) VACATURE Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte) Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire (EOZ) biedt zorg en begeleiding

Nadere informatie

Kindcentrum De Boeg Parallelweg 2 2951 BS Alblasserdam T 078 820 00 31 E info@boeg-alblasserdam.nl I www.boeg-alblasserdam.nl

Kindcentrum De Boeg Parallelweg 2 2951 BS Alblasserdam T 078 820 00 31 E info@boeg-alblasserdam.nl I www.boeg-alblasserdam.nl Kindcentrum De Boeg Parallelweg 2 2951 BS Alblasserdam T 078 820 00 31 E info@boeg-alblasserdam.nl I www.boeg-alblasserdam.nl Betreft : Jaarverslag 2014-2015 Alblasserdam september 2015, Aan de ouder(s)

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016. OBS De Kameleon

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016. OBS De Kameleon SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016 OBS De Kameleon 1 Voorwoord Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van basisschool de Kameleon. Iedere school stelt een SOP op, dit is een wettelijke

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 3 onderwijs

Logopedie in het cluster 3 onderwijs Logopedie in het cluster 3 onderwijs mw. M. Boersma (NVLF) mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement

Nadere informatie

Interne zorgstructuur

Interne zorgstructuur Interne zorgstructuur Zorgniveau 1: Adaptief onderwijs Doel: Preventie van problemen door tegemoet te komen aan de basisbehoeften van kinderen: relatie, competentie en autonomie. In deze fase staat het

Nadere informatie

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider Gegevens leerling Naam leerling :.. 0 jongen 0 meisje Geboortedatum Groep

Nadere informatie

Schooljaar 2014-2015. Schoolondersteuningsprofiel van Anne Frankschool De Basis

Schooljaar 2014-2015. Schoolondersteuningsprofiel van Anne Frankschool De Basis Schooljaar 2014-2015 Schoolondersteuningsprofiel van Anne Frankschool De Basis VRAGENLIJST Met het Schoolondersteuningsprofiel worden de volgende onderdelen in beeld gebracht (zie kader): Specifieke kennis

Nadere informatie

PLD de Spindel, bijlage 4

PLD de Spindel, bijlage 4 Checklist Onderkenning Dyslexie Edux Beoordeling van de ernst en hardnekkigheid van de lees- en/of spellingproblemen t.b.v. de continuïteit van de zorg in het primair en voortgezet onderwijs Naam leerling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Basisschool t Kwekkeveld School/instelling: Basisschool t Kwekkeveld Plaats: Schijndel BRIN-nummer: 13CK Postregistratienummer: 08.H2727425 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL ER-RISÈLÈH

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL ER-RISÈLÈH VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL ER-RISÈLÈH Locatie : Basisschool Er-Risèlèh Brinnr. : 24DH Plaats : 2313 AB Leiden Reg.nr.

Nadere informatie

VERSLAG VOORTGANGSGESPREK. 8e Montessorischool Zeeburg

VERSLAG VOORTGANGSGESPREK. 8e Montessorischool Zeeburg VERSLAG VOORTGANGSGESPREK 8e Montessorischool Zeeburg Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 22LE C1 Onderzoeksnummer : 291877 Datum onderzoek : 18 januari 2017 Datum vaststelling : 1 februari 2017 Pagina 2

Nadere informatie

Het leerlingaantal op de Montinischool is de afgelopen jaren stabiel gebleken, zo rond de 275 leerlingen. We maken geen gebruik van leerling weging.

Het leerlingaantal op de Montinischool is de afgelopen jaren stabiel gebleken, zo rond de 275 leerlingen. We maken geen gebruik van leerling weging. NOTITIE PASSEND ONDERWIJS MONTINISCHOOL. Passend onderwijs Montinischool 2014-2015 In de afgelopen jaren heeft de Montinischool een brede deskundigheid opgebouwd op het gebied van extra ondersteuning binnen

Nadere informatie

Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard

Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard 2016-2017 1. Inleiding De Beiaard is een school, waar ieder kind wordt gezien Deze missie sluit naadloos aan bij die van het samenwerkingsverband

Nadere informatie

2

2 2 Inhoud 3 o o o 4 o o 5 6 7 1 8 a. 9 b. 10 11 12 a. b. 13 14 15 Soort informatie IQgegevens (IQ < 70) Eventueel: naam van document waarin de gevraagde informatie te vinden is Ontwikkelingsperspectief

Nadere informatie

ontwikkelingsperspectief

ontwikkelingsperspectief ontwikkelingsperspectief Leerlijnen OPP uitstroombestemming Thema nieuwsbrief schooljaar 2013-2014 IvOO - VSO Diplomastroom 15-11-2013 In oktober is er een ouderavond geweest met als onderwerp het (document)

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE...5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...8

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. De Nijenoert

Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. De Nijenoert Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. De Nijenoert Het ondersteuningsprofiel is opgebouwd uit vier elementen: basisondersteuning extra ondersteuning grenzen van ondersteuning ambities aangaande ondersteuning

Nadere informatie

De ambulant begeleider heeft als eerste zorg het welbevinden van de leerling binnen het regulier onderwijs

De ambulant begeleider heeft als eerste zorg het welbevinden van de leerling binnen het regulier onderwijs 1 Wat is ambulante begeleiding? Ambulante begeleiding is ondersteuning van het speciaal onderwijs aan het regulier onderwijs. Met ambulante begeleiding kunnen leerlingen met een cluster 4 indicatie regulier

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs. De Meent

Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs. De Meent DE DE DE DE MEENT MEENT MEENT MEENT MAARN MAARN MAARN MAARN Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs De Meent Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Wat is dyslexie... 1 3. Van signaleren tot

Nadere informatie

Kortdurend intensief verblijf

Kortdurend intensief verblijf Inhoudsopgave De Buitenwereld 4 6 Doelgroep 8 Doelgericht werken 10 Inhoudelijke randvoorwaarden 11 2 3 De Buitenwereld Als je binnen een gezin een kind mag grootbrengen met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Doorstromen, vertragen en versnellen. Doorstromen, vertragen en versnellen. Openbare Basisschool t Koppel Nieuw-Weerdinge Vastgesteld op: 7 maart 2011 Evalueren op: schooljaar 2011-2012 Protocol doorstromen, vertragen en versnellen obs t Koppel

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE HORN

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE HORN RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE HORN School : obs De Horn Plaats : Wijk bij Duurstede BRIN-nummer : 23DF Onderzoeksnummer : 112607 Datum schoolbezoek : 26 en 27 mei

Nadere informatie

Samenvatting van het projectverslag. Passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen met sociaal-emotionele problemen en/of een ontwikkelingsstoornis

Samenvatting van het projectverslag. Passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen met sociaal-emotionele problemen en/of een ontwikkelingsstoornis Samenvatting van het projectverslag Passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen met sociaal-emotionele problemen en/of een ontwikkelingsstoornis Op basisschool D n Heiakker in Deurne i.s.m. Triade Ambulante

Nadere informatie

Co-teaching 1 en 1 = 3? Margot Willemsen M.Willemsen@kentalis.nl

Co-teaching 1 en 1 = 3? Margot Willemsen M.Willemsen@kentalis.nl Co-teaching 1 en 1 = 3? Margot Willemsen M.Willemsen@kentalis.nl Co-teaching Definities (Gedurende een langere periode) zijn twee professionals Gezamenlijk verantwoordelijk voor het lesgeven aan alle leerlingen

Nadere informatie

1 Wie zijn we en welk onderwijsaanbod is er op onze school?

1 Wie zijn we en welk onderwijsaanbod is er op onze school? Ondersteuningsprofiel 2015-2016 Stadslyceum (lyceum, atheneum, havo) Inleiding Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband VO 20.01. Samen met alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs

Nadere informatie

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof Procesevaluatie Effectief Actief 2013 Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof VOORWOORD Effectief Actief (EA) is een programma geïnitieerd door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het heeft als doel

Nadere informatie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen volgende Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen Eindrapportage onderzoek Toekomstgericht Onderwijs Inhoud Onderzoek Toekomstgericht Onderwijs door Kohnstamm Instituut Schoolportret Herbert Vissers

Nadere informatie

esther dyslexiepraktijk

esther dyslexiepraktijk esther dyslexiepraktijk molema Dyslexiepraktijk Esther Molema Dyslexiepraktijk Esther Molema is een praktijk waar kinderen met dyslexie en hun ouders terecht kunnen voor behandeling, advisering en coaching.

Nadere informatie

Het zorgbeleid in het Pierenbos

Het zorgbeleid in het Pierenbos Het zorgbeleid in het Pierenbos Indien je als ouder vragen hebt, stap je in de eerste plaats naar de klasleerkracht. Deze zal overleggen met de ondersteuner en/of zorgcoördinator en bekijken welke trajecten

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Procedure Aanvraag TLV

Procedure Aanvraag TLV Procedure plaatsing leerlingen Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) / Aanvraag Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) VSO Voor het afgeven van een TLV, zodat de leerling toelaatbaar is tot het VSO, kent het samenwerkingsverband

Nadere informatie

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Perspectief op de ontwikkeling van kinderen.. als kijken in een glazen bol? Wat is het ontwikkelingsperspectief?

Nadere informatie

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs Evaluatieonderzoek naar Programma Interactief Taalonderwijs ER ZIT PIT IN Het Expertisecentrum Nederlands heeft een evaluatieonderzoek uitgevoerd op negen scholen die het Programma Interactief Taalonderwijs

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

Schooljaarplan 2015-2016 Koning Willem-Alexander

Schooljaarplan 2015-2016 Koning Willem-Alexander Schooljaarplan -2016 Koning Willem-Alexander 1 e kolom: (S.)ignaal, (M.)eetbaar, (A.)cceptabel, 2 e kolom (R.)ealisatie, (T.)ijd Onderwerp (S.M.A.) Datum agendapunt (R.T.) Klaar? (T) Borging VCPO-NG scholen

Nadere informatie

Om dit te realiseren hebben we in het Strategisch Beleidsplan de volgende beleidsvoornemens geformuleerd:

Om dit te realiseren hebben we in het Strategisch Beleidsplan de volgende beleidsvoornemens geformuleerd: Beleidsplan opbrengstgericht werken aan Onderwijs en Kwaliteit Beleid en doelen voor het thema Onderwijs en Kwaliteit voor de jaren 2013 2016 Vastgesteld juli 2013 Inleiding Onderwijs is onze kerntaak.

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

leerlingen in relatie met de visie en missie van de (speciale) basisschool, voortgezet onderwijs of kinderdagcentrum staat centraal.

leerlingen in relatie met de visie en missie van de (speciale) basisschool, voortgezet onderwijs of kinderdagcentrum staat centraal. Aanbod Kortdurende Arrangementen Algemene informatie De AB Dienst van de Koetsveldschool biedt o.a. diverse korte trajecten aan om Zeer Moeilijk Lerende Leerlingen en hun begeleiders te ondersteunen. Alle

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken Schoolondersteuningsprofiel 10XU00 CBS Het Baken Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4

Nadere informatie

Protocol Doubleren 1

Protocol Doubleren 1 Protocol Doubleren 1 Protocol: Doubleren. Inleiding Bij Basisschool Aventurijn kan het voorkomen dat kinderen niet altijd goed presteren. Er zijn situaties waardoor kinderen niet kunnen overgaan maar dat

Nadere informatie

Inleiding. Visie Beleid. Omgeving. Resultaat. Personeel. Beleid. Onderwijs. Leerlingen. Begeleiding. Communicatie. Cultuur.

Inleiding. Visie Beleid. Omgeving. Resultaat. Personeel. Beleid. Onderwijs. Leerlingen. Begeleiding. Communicatie. Cultuur. Inleiding Deze quickscan helpt u inzicht te krijgen in de taalsituatie op uw school. Met de scan licht u uw school door op vier categorieën en elf wezenlijke aspecten van het taalbeleid en de taalsituatie

Nadere informatie

School ONDERSTEUNINGSPROFIEL

School ONDERSTEUNINGSPROFIEL School ONDERSTEUNINGSPROFIEL VAN basisschool Ondersteuningsprofiel van De Horizon Naam van de school: Basisschool De Horizon Adres: Landtong 8-10 Postcode: 1186 GP Plaats: Amstelveen Datum: juni 2015 Opgesteld

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool Adriaan van den Ende Plaats : Warnsveld BRIN nummer : 09GA C1 Onderzoeksnummer : 287535 Datum onderzoek : 8 februari 2016 Datum vaststelling : 28

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen Schoolondersteuningsprofiel 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN? ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN? Omslag in denken en handelen: van deficit-denken naar handelen vanuit onderwijsbehoeften In plaats van: Deze leerling heeft ADHD,ODD, ASS, Dyslexie, Dyscalculie,

Nadere informatie