OMGEVINGSVERGUNNINGVERLENEN

Transcriptie

1 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNINGVERLENEN Onderwerp Op 4 januari 217 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Afvalstoffendienst 's-hertogenbosch. Het betreft: de uitbreiding van de doorzet van gevaarlijke afvalstoffen van 6. ton per jaar naar 1. ton per jaar; het wijzigen van de vloeistofdichte vloeren van de kadaveropslag op de milieustraat en de olieopslag in de garage naar vloeistofkerende vloeren; het wijzigen van de opslag van spuitbussen, afkomstig van milieustraten, die tot maximaallo ton worden opgeslagen in vak C2/l van het kga-depot en het wijzigen van (de indeling van) de opslag van gevaarlijke afvalstoffen in het kga-depot. De aanvraag gaat over Titaniumlaan 1 te 's-hertogenbosch. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Z/41729 en ala nummer Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu) waarbij artikel3.1, lid 3 (milieuneutraal veranderen) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing verklaart. Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en artikel 2.14, lid 4 van de Wabo, de omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting te verlenen en: aan deze vergunning voorschriften te verbinden; dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: Aanvraagformulier d.d. 4 januari 217 met ala nummer Bijlage 1, uitwerking en toelichting wijzigingen; Bijlage 4, overzicht afvalstoffen (doorzet per jaar); Bijlage 12, akoestisch onderzoek 211; Bijlage 17, overzicht afvalstoffen (opslagcapaciteit); Inrichtingstekening GEO-TESC-PROD-VGN-9.dgn, laatst gewijzigd Voor zover de aan de vergunning verbonden delen van de vergunningaanvraag niet in overeenstemming zijn met de gestelde voorschriften, zijn de voorschriften bepalend. Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Ondertekening en verzending Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant namens deze, De heer J.A.J.lenssen, Directeur Omgevingsdienst Brabant Noord

2 Verzonden op 2 maart 217 De volgende instanties hebben een kopie van deze beschikking gekregen: Het college van burgemeester en wethouders van 's-hertogenbosch, Postbus 12345, 52 GZ 's-hertogenbosch. Rechtsmiddelen Tegen dit besluit bestaat de mogelijkheid om schriftelijk bezwaren in te dienen. De bezwaartermijn van 6 (zes)weken vangt aan met ingang van de dag na toezending van het besluit. Deze schriftelijke bezwaren moeten worden gericht en worden toegezonden aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, t.a.v. het secretariaat van de Hoor- en Adviescommissie voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, Postbus 9151, 52 Me 's-hertogenbosch. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. naam en adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. Wij verzoeken u tevens in de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden. Het secretariaat van de Hoor- en Adviescommissie is bereikbaar onder nummer (73) , faxnummer (73) en adres bezwaar@brabant.nl. Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de rechtbank Oost-Brabant te 's-hertogenbosch, Postbus 9125, 52 MA 's-hertogenbosch. Eenvoorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van een besluit, gedurende de tijd die nodig is om het bezwaar te behandelen. Voorwaarde om een dergelijke voorlopige voorziening te vragen is dat er sprake is van een spoedeisend belang. Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. ODBN, 2 maart 217 Kenmerk Z/

3 Inhoudsopgave Besluit 1 Voorschriften 4 Milieu 4 1. Afvalstoffen 4 2. Bodem 4 Procedurele overwegingen 6 Inhoudelijke overwegingen 8 Milieu 8 ODBN, 2 maart Kenmerk Z/41729

4 VOORSCHRIFTEN Milieu 1. AFVALSTOFFEN 1.1. Acceptatie en overslag Binnen de inrichting mogen per kalenderjaar niet meer dan de hoeveelheden gevaarlijke afvalstoffen worden ingezameld en op- of overgeslagen dan in de bijlage 4 (doorzet gevaarlijke afvalstoffen) en bijlage 17 (opslagcapaciteit gevaarlijke afvalstoffen) bij deze beschikking behorende aanvraag zijn vermeld Opslag van afvalstoffen In vak C2/l van het kga-depot mag niet meer dan 1 ton aan brandbare spuitbussen (ADR vervoersklasse 2.sA) opgeslagen worden De indeling van het kga-depot voor de opslag van gevaarlijke stoffen is als volgt: Compartiment A: brandbare stoffen halogeenvrij; Compartiment B: brandbare stoffen halogeen en N bevattend; Compartiment Cl: ADR-vrije stoffen; Compartiment C2: niet brandbare ADRstoffen; Compartiment C2/l: een kooiconstructie voor drukhouders (spuitbussen en brandblussers); ~ PGS15 opslagkasten: stoffen met specifieke risico's; Kast 1: anorganische vaste stoffen reactief met water met paklijst, UN 2813, klasse4.3; Kast 2: XTC-afval,UN 3286, klasse ; Kast 3: oxiderende vaste stof (geen klasse5.2), UN 1479, klasse5.1; Kast4: (onbekende) stoffen gedumpt in de openbare ruimte/zwerfafval; Kast 5: waterstofperoxiden type D tim G, niet temperatuur gevoelig, UN 315 en 317, klasse5.2; Buiten: stoffen in bulkcontainers. ODBN,2 maart Kenmerk Z/41729

5 PROCEDURELE OVERWEGINGEN GEGEVENSAANVRAGER Op 4 januari 217 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting als bedoeld in de Wabo ontvangen. Het betreft een verzoek van: Afvalstoffendienst 's-hertogenbosch, Titaniumlaan 1, 5221 CJ te 's-hertogenbosch. PROJECTBESCHRIJVING Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: de uitbreiding van de doorzet van gevaarlijke afvalstoffen van 6. ton per jaar naar 1. ton per jaar; het wijzigen van de vloeistofdichte vloeren van de kadaveropslag op de milieustraat en de olieopslag in de garage naar vloeistofkerende vloeren; de opslag van maximaallo ton spuitbussen afkomstig van milieustraten in vak C2/l van het kga-depot ; een wijziging van (de indeling van) de opslag van gevaarlijke afvalstoffen in het kga-depot. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. De vergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder categorie 28.4 van onderdeel Cvan bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht. De inrichting is daarom vergunningplichtig. HUIDIGE VERGUNNINGSSITUATIE Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: SOORTVERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP Oprichtingsvergunning Wm* Oprichten van een inrichting voor O.a. aanvoer, op- en overslag alsmede bewerken van (gevaarlijke) afvalstoffen, het exploiteren van een milieustraat, het bewerken van snoeihout tot brandstof en een biomassacentrale. Omgevingsvergunning Wabo: C272924/ Het veranderen van de inrichting voor: het plaatsen van een suntacker en het bijplaatsen van extra zonnecellen op het dak van de emballagehal, het uitbreiden Veranderingsvergunning van de vloeistofdichte vloeren, bedrijfsriolering en het plaatsen van een buffertank, het uitbreiden van de overslag van WEB, het plaatsen van een dieselolietank voor aflevering aan het voertuigenpark en het plaatsen van een dieselolietank voor aflevering aan het (eigen) materieel. Omgevingsvergunning Wabo: C214253/ Het toevoegen van een euralcode voor het innemen van de reeds vergunde stroom van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Milieuneutrale verandering Omgevingsvergunning Wabo: Het betreft het gebruik van meerdere euralcoderingen en het opnemen in de vergunning dat groenafval op een vloeistofkerende vloer opgeslagen mag worden. Milieuneurale verandering Omgevingsvergunning Wabo: C / Het veranderen van de inrichting: tijdelijk opslag van gevaarlijke afvalstoffen en werkvoorraad in de handlingsruimte, mengen en opbulken, het stallen van kgawagens met lading, het wijzigen van de opslag van gevaarlijke afvalstoffen in het Veranderingsvergunni ng kga-depot, het opslaan van niet-vergunde gevaarlijke afvalstoffen, het wijzigen van het acceptatie- en verwerkingsbeleid, aanpassing van het kga-depot om te voldoen aan de PGS15, wijziging verwerken/sorteren wit- en ruingoed, gft in de overslaghal. En een weigering voorhet niet afdekken van de container met afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Omgevingsvergunning Wabo: Het betreft het handmatig verwijderen van beton, glas, kunststof dekplaten, condensatoren en displays uit wasmachines, wasdrogers en vaatwassers. Milieuneutrale verandering. Omgevingsvergunning Wabo: Z-8767/14759 Het betreft het verhogen van beschermingsniveau 2 naar beschermingsniveau 1 van het KGA-depot. Milieuneutrale verandering. Melding Activiteitenbesluit Z / Het betreft het uitbreiden van de bestaande type C-inrichting met een CNG installatie voor voertuigen van de Afvalstoffendienst 's-hertogenbosch De hierboven genoemde vergunningen waar een * bij staat, zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. ODBN, 2 maart Kenmerk Z/41729

6 BEVOEGD GEZAG Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezagvoor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 28.4 van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPCinstallatie behoort. VOLLEDIGHEID AANVRAAG EN OPSCHORTING PROCEDURE Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraagvoldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. PROCEDURE(REGULIER) Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag digitaal gepubliceerd op internet: Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken als bedoeld in artikel 3.9, lid 2 Wabo. Van deze verlenging is digitaal kennis gegeven op internet ADVIEZEN In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan het College van burgemeester en wethouders van 's-hertogenbosch en de Brandweer Brabant-Noord gezonden. De gemeente 's-hertogenbosch heeft geen gebruik gemaakt van haar recht om ons te adviseren. De Brandweer Brabant-Noord heeft de aanvraag getoetst aan de indieningsvereisten uit paragraaf 4.2 en 4.3 van de Regelingomgevingsrecht voor zover deze van invloed zijn op de (brand)veiligheid. Er is getoetst of het aannemelijk is dat wordt voldaan aan de PGS15; 216 voor zover dit vanuit het oogpunt van (brand)veiligheid relevant is. De aanvraagvoldoet aan het genoemde toetsingskader. ODBN,2 maart 217 Kenmerk Z/

7 INHOUDELIJKE Milieu OVERWEGINGEN 1.1. Toetsing voorwaarden Wabo De aanvraag heeft betrekking op een milieuneutrale verandering van de inrichting of van de werking van de inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, 2 van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, vijfde lid dat in afwijking van het eerste tot en met vierde lid de vergunning wordt verleend, wanneer wordt voldaan aan artikel3.1, derde lid. Dat betekent dat een vergunning wordt verleend met de reguliere procedure, wanneer er sprake is van een verandering van de inrichting of van de werking van de inrichting die niet leidt: 1. tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning is toegestaan; 2. tot een verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer; 3. tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend. De aanvraag is getoetst aan deze criteria en wij komen tot de volgende afweging Toetsing gevolgen milieu Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering aan vorengenoemde criteria voldoet. Wij overwegen daarbij het volgende: Bodem; De doorzet van gevaarlijke afvalstoffen wordt verhoogd van 6. ton naar 1. ton per jaar. De aard en samenstelling van de opgeslagen gevaarlijke afvalstoffen en de maximale opslagcapaciteit wijzigen echter niet. Deze activiteit is daarom geen verhoogd risico voor de bodem. Voor dit aspect zijn geen aanvullende voorschriften noodzakelijk. De olieopslag in de garage en de kadaveropslag zijn zo uitgevoerd dat er sprake is van een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging. De noodzaak voor vloeistofdichte vloeren bij deze opslagen is derhalve niet (meer) aanwezig. Voor de opslag van olie en kadavers zijn de algemene regels uit het Activiteitenbesluit van toepassing. Geluid: Door verhoging van de doorzet van gevaarlijke afvalstoffen neemt het aantal aan- en afvoerbewegingen toe. In de vigerende vergunning zijn 2 vrachtwagenbewegingen per dag toegestaan voor de aanvoer van kga en 22 vrachtbewegingen per dag voor de afvoer van kga. Bij een doorzet van 6. ton kga per jaar zijn er gemiddeld 6 vrachtwagenbewegingen per dag voor de aanvoer en 3 vrachtwagenbewegingen per dag voor de afvoer (opgave Afvalstoffendienst 's Hertogenbosch). Bij een verhoging van de doorzet naar 1. ton zou dit betekenen dat er 1 vrachtwagenbewegingen per dag voor de aanvoer en 6 vrachtwagenbewegingen per dag voor de afvoer zijn. Dezetoename valt ruimschoots binnen de vergunde geluidsnormen. Het is daarom niet nodig om aanvullende voorschriften op te nemen. De andere aangevraagde activiteiten hebben geen invloed op geluid Lucht; Het milieuaspect lucht is niet relevant voor de aangevraagde wijzigingen. Geur; Het milieuaspect geur is niet relevant voor de aangevraagde wijzigingen. Afvalwater; Door de aangevraagde wijzigingen komt er niet meer afvalwater vrij of afvalwater van een ODBN, 2 maart Kenmerk Z/41729

8 andere (chemische) samenstelling. Het milieuaspect afvalwater is daarom niet relevant voor de aangevraagde wijzigingen. Energie; Het milieuaspect energie is niet relevant voor de aangevraagde wijzigingen. Afvalstoffen; De doorzet van gevaarlijke afvalstoffen neemt toe van 6. ton naar 1. ton per jaar. De aard en samenstelling en de maximale opslagcapaciteit van de gevaarlijke afvalstoffen wijzigen echter niet. Voor de gewijzigde doorzet en een andere indeling van het kga-depot zijn voorschriften opgenomen Externe veiligheid; in deze beschikking. De doorzet van gevaarlijke afvalstoffen wordt verhoogd van 6. ton naar 1. ton per jaar. De totale opslagcapaciteit blijft echter gelijk, waardoor het aantal handelingen en vervoersbewegingen zal toenemen met als gevolg dat het risico op ongewenste, ongewone voorvalien op het gebied van (brand)veiligheid zal toenemen. De vigerende vergunningvoorschriften zijn toereikend voor dit toegenomen risico. Het is niet nodig aanvullende voorschriften op te nemen. Overige aspecten; De aanvrager heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat er voor de overige milieuaspecten geen toename zal zijn van de milieubelasting. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu Toetsing milieueffectrapportage Er hoeft bij deze aanvraaggeen milieueffectrapport (MER)te worden ingediend. De reden hiervoor is dat de in de aanvraag beschreven voorgenomen veranderingen onder de in kolom 2 genoemde capaciteitsgrens blijven van activiteit 18.1 vermeld in de eerste kolom van onderdeel van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (besluit m.e.r.). Bij de totstandkoming van de capaciteitsgrens in kolom 2 zijn de criteria in bijlage III van richtlijn 85/337 leeg betrokken. Bij een capaciteit van minder dan 5 ton per dag is het derhalve uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadeiige gevolgen voor het milieu kan hebben Toetsing geen andere inrichting Op basisvan de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering is het aannemelijk dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. ODBN,2 maart Kenmerk Z/41729