Starten met My name is Tom (part 1) vanaf groep 5 2

Transcriptie

1 1 Inhoudsopgave Starten met My name is Tom (part 1) vanaf groep 5 2 Voorbeelden van gewijzigde kringgesprekken My family 2.1 My house 3.1 Waking up 4.1 Happy birthday Voorbeelden van gewijzigde kringactiviteiten Flowers for Tom 1.20 The word is 2.15 I spy with my little eye 3.18 Where is the flag? 4.18 Find it! Overige tips voor My name is Tom in de middenbouw 21

2 2 Starten met My name is Tom (part 1) vanaf groep 5 U heeft er voor gekozen om met My name is Tom in een later stadium te starten. My name is Tom (part 1) is in eerste instantie bedoeld voor een start in groep 1 van de basisschool, omdat uit onderzoek is gebleken, dat kinderen tot zeven jaar een vreemde taal gemakkelijk simultaan aanleren. Daarna leren kinderen een vreemde taal meer successief, waarbij de vreemde taal vanuit de moedertaal wordt geleerd (vertaald) 1. Dit betekent overigens niet dat kinderen Engels leren door woorden en zinnen te vertalen, integendeel, ook in de bovenbouw van de basisschool leren kinderen Engels door het te doen! Het is derhalve heel goed mogelijk om te starten met My name is Tom in groep 5 van de basisschool. Vervroegd Eibo Engels in de onderbouw van de basisschool wordt VVTO (vroeg vreemdetalenonderwijs) genoemd. Engels in de bovenbouw wordt doorgaans Eibo (Engels in het basisonderwijs) genoemd, maar omdat steeds meer scholen starten in groep 1 (VVTO) of groep 5, wordt de start vanaf groep 5 ook wel vervroegd Eibo genoemd. De meeste scholen die werken met My name is Tom, part 1, starten in groep 1 en ronden My name is Tom, part 1, af aan het einde van groep 4 of iets later (groep 5). Het is ook goed mogelijk om te starten met My name is Tom, part 1, in groep 5, hoewel sommige onderdelen dan iets te kinderachtig kunnen zijn. Aan deze start (tweede instapmoment vanaf groep 5) willen wij in dit hoofdstuk even aandacht schenken. Rijke leeromgeving Net zoals bij jonge kinderen is het ook voor de bovenbouw belangrijk dat kinderen een krachtige leeromgeving geboden wordt, waarin ze zelfontdekkend, spelend kunnen leren, waardoor zij zich de vreemde taal op een natuurlijke wijze eigen kunnen maken. Te denken valt aan: - het inrichten van een Engelse hoek, waarbij verschillende materialen liggen die te maken hebben met het leren van Engels, bijvoorbeeld prentenboeken, leesboekjes (met cd-speler en hoofdtelefoon), typische Engelse producten, een Engels woordenboek (picture dictionary), spellen, enz. - het inrichten van een Engelse boekenplank, waarbij verschillende luister- en leesmaterialen zijn te gebruiken (o.a. prentenboeken) - het labelen van voorwerpen in de klas, waarbij ook de uitspraak (fonetisch) wordt weergegeven 1 S.M. Goorhuis-Brouwer, Meertaligheid bij kinderen, uit de bundel n.a.v. de conferentie Early English, a good start!, september 2007.

3 3 - kaart van Engeland in de klas (nog mooier: een kaart waarop te zien is welke landen in de wereld Engels spreken) - computer in de klas waarop Engelse programma s staan, waarbij leerlingen zelfsturend werken (spelletjes, games, oefeningen) enz. In de groepen 5 en 6 zijn leerlingen erg leergierig. Ze zijn nieuwsgierig naar het leven van kinderen in andere landen. Prikkel de kinderen om onderzoekend bezig te zijn. Hoe heet iets in een andere taal, in het Engels? Leer kinderen zo snel mogelijk zelf woorden op te zoeken in een woordenboek. Een woordenboek Nederlands-Engels mag dan ook niet ontbreken in de Engelse hoek. Ook is het stimulerend voor kinderen wanneer ze hun eigen spelletjes (kwartetspel, domino, memory) maken. Ze kunnen er mee in de Engelse hoek spelen, maar ook in groepjes in de klas. Een eigen picturebook maken is erg stimulerend om kinderen actief met de Engelse taal bezig te laten zijn: Verzamel zoveel mogelijk plaatjes rond een thema en plak ze op een A4; zet er de Engelse woorden onder; doe ze in een ringband en je Engelse hoek kan worden uitgebreid met een prachtig plaatjesboek geordend per thema of onderwerp. De creatieve leerkracht zal zeker zijn of haar ideeën hebben en de materialenlijst kunnen uitbreiden naast de al bestaande materialen in de handleiding. Kerndoelen en tussendoelen (vervroegd) Engels 2 Het is erg belangrijk dat u op de hoogte bent van de kerndoelen Engels voor groep 1 4 (bladzijde 13 van de handleiding). U kunt er vanuit gaan dat deze kerndoelen ook gelden voor leerlingen van groep 5, als zij starten met My name is Tom, part 1. Waar staat: groep 1 en 2 kan worden gelezen groep 5. Waar staat groep 3 en 4 kan worden gelezen groep 6. U zult merken dat uw leerlingen, als zij deze doelen halen, ook goed zullen aansluiten op My name is Tom, part 2. Omdat u start met Engels in groep 5, willen wij u toch ook op de hoogte brengen van de kern- en tussendoelen Engels die gelden voor vervroegd Eibo (start in groep 5 en 6). Als u deze kerndoelen vergelijkt met die van groep 1 4, dan heeft u een goed beeld van wat er van de leerlingen verwacht wordt. U vindt deze hieronder beschreven. 2

4 4 Kerndoel 13 De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. Doel: - De kinderen maken een start met bewust luisteren naar Engels (ze leren informatie te halen uit korte, voor hen relevante teksten zoals berichten, liedjes en gesprekjes) - Er wordt een voorzichtige start gemaakt met het lezen van Engels (ze kunnen enkele eenvoudige woorden en een of meer zinnen binnen de thema's herkennen, bijvoorbeeld welk dier wordt beschreven of hoe de kinderen heten in het gesprekje) - Er wordt een start gemaakt met de Eibo-thema's (Eibo-)thema = een aantal onderwerpen die bij elkaar horen, bijvoorbeeld: naam, leeftijd, adres horen bij het Eibo-thema kennismaken met elkaar. Onderwerp = een deel van een Eibo-thema (persoonlijke gegevens), bijvoorbeeld: getallen (zeggen hoe oud je bent), adres (vragen/zeggen op welk adres iemand woont). De Eibo-thema s zijn: kennismaken met wonen vrijetijdsbesteding en hobby's eten en drinken tijdsaanduiding beschrijven van personen op straat in de winkel in de klas feesten het weer De inhoud van de meeste thema s wordt in groep 5 t/m 8 uitgebouwd. Bijvoorbeeld bij het thema wonen : in groep 5 het woonadres; in groep 6 het huis met de vertrekken; in groep 7 landen en nationaliteiten;in groep 8 de inrichting van je kamer en de regio waarin je woont (north, west, etc.). Uitgangspunten - De teksten hebben betrekking op eenvoudige en vertrouwde onderwerpen uit het dagelijks leven - De kinderen worden zich bewust van de rol die Engels speelt in hun directe omgeving en als wereldtaal

5 5 - Luister-/leesvaardigheid is onderdeel van de doorlopende lijn voor Engels in de school en bereidt de kinderen voor op luister-/leesvaardigheid Engels in groep 7 en 8 Materialen - Diverse voor de leeftijdsgroep geschikte materialen zoals Engelstalige prentenboeken, video s, cd s, etc. - Bij gebruik van een lespakket: dit is afgestemd op de leeftijdsgroep Kerndoel 14 De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. Doel - De kinderen beginnen met het spreken van Engels Uitgangspunten - De kinderen ontwikkelen een positieve houding ten opzichte van het spreken van een vreemde taal - De onderwerpen waar zij over spreken, zijn zeer eenvoudig en alledaags (bijvoorbeeld: jezelf voorstellen, zeggen/vragen hoe oud je bent, zeggen/vragen of je van een bepaalde kleur houdt of raden welke kleur of dier wordt bedoeld) - Het gaat voornamelijk om (uit het hoofd geleerde) standaardzinnen en - gesprekjes die in allerlei situaties kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld: Do you like (icecream)? Is it (red) or (blue)? It s a (giraffe). - Door de speelse werkwijze worden alle kinderen gestimuleerd om te laten zien wat ze weten en kunnen zeggen Kerndoel 15 De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. Sommige kinderen zijn nieuwsgierig naar de schrijfwijze van Engelse woorden en gaan experimenteren. - Er kan een start worden gemaakt met het schrijven van Engels door woorden die voor kinderen in deze groepen belangrijk zijn, op te laten zoeken en te laten kopiëren - Een eerste stadium bij communiceren door schrijven kan zijn het aanklikken op internet van bepaalde opties (bijvoorbeeld bij nationality klikt de leerling aan: Dutch ) Kerndoel 16

6 6 De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. De kinderen zoeken de spelling op of controleren de spelling van woorden - Gebruik van een woordenboek of woordenlijst, afhankelijk van de aandacht voor schrijven en lezen in het Engels in deze groepen Van input naar output Het belangrijkste doel van Engels in de basisschool is dat kinderen aan het einde van groep 8 binnen eenvoudige thema s met elkaar in het Engels kunnen communiceren. De onbevangenheid en de spontaniteit van de basisschoolleerling is uitermate geschikt om juist in deze fase veel aandacht te besteden aan communicatieve vaardigheden bij het aanleren van een vreemde taal. Om te komen tot output (spreken en schrijven) is voldoende input (lezen en luisteren) nodig. Zonder bouwstenen (input) geen bouwwerk (output). Het is erg belangrijk om bij het aanbod van Engels rekening te houden met de balans tussen deze twee. Voor leerlingen die starten met My name is Tom in groep 1 geldt, dat de kringgesprekken en de kringactiviteiten voorwaarde zijn voor het werken op de computer. De leerlingen worden op deze manier voorbereid op de taal die Tom spreekt op de computer. Tom spreekt alleen Engels en kinderen worden door animatievoorbeelden door het programma geleid. Het is voor de leerlingen in de onderbouw noodzakelijk om vooraf bekend te zijn met de woorden en de zinnen die behoren bij het thema, zodat de leerling deze herkent als hij op de computer gaat werken. Voor leerlingen in groep 5 en 6 is dit anders. Het zelfsturende karakter van het digitale deel van de methode zal er toe bijdragen dat deze leerlingen het computerdeel geheel zelfstandig kunnen doen. Dat betekent dat de leerkracht er alleen voor hoeft te zorgen dat de leerlingen moeten weten hoe het programma werkt en op welk tijdstip alle onderdelen moeten zijn afgerond. De organisatie daarvan is voor elke school verschillend, afhankelijk van het aantal computers in de school e.a. In groep 5 en 6 zullen de kringgesprekken en de kringactiviteiten dus minder de functie hebben als opstap naar het werken op de computer. Het belang van de kringgesprekken en kringactiviteiten is er natuurlijk niet minder om. Het uiteindelijke doel is immers dat leerlingen met elkaar kunnen communiceren in het Engels! Onze verwachting is dat het werken op de computer enerzijds en de kringgesprekken en kringactiviteiten anderzijds naast elkaar kunnen verlopen. Leerlingen worden zelfstandig en zelfsturend door het computerprogramma geleid; de leerkracht heeft daardoor de tijd om aandacht te geven aan de kringgesprekken en de kringactiviteiten. Als een school kiest voor de start van My name is Tom in groep 5, is het raadzaam om MNIT1 (My name is Tom, part 1) af te ronden aan het einde van groep 6. Als auteurs zijn we van mening dat de gemiddelde leerling in groep 5 en 6 dit zeker aan kan. In groep 7 kan dan worden gestart met MNIT2 (My name is Tom, part 2).

7 7 Adaptief My name is Tom is thematisch opgebouwd. Er zijn scholen die binnen een specifiek onderwijsconcept ook gewend zijn om thematisch (vakoverstijgend, integraal) te werken. Voor deze leerkrachten zal het niet moeilijk zijn om My name is Tom adaptief in te zetten binnen de thema s die aan de orde zijn. De subthema s binnen My family, my house, my school en my birthday (bijvoorbeeld kleding, huisdieren, je lijf, je eigen kamer, eten en drinken, speelgoed, speeltuin, verjaardag enz.) passen goed binnen thematisch onderwijs. Maar ook scholen die niet gewend zijn aan thematisch werken, kunnen My name is Tom toch goed adaptief inzetten, mits zij goed nadenken over de manier waarop My name is Tom een plaats krijgt binnen het klassenmanagement. De vraag is: hoe organiseer je het Engels zo, dat ieder kind tot zijn recht komt en dat je als leerkracht zeker weet dat alle kinderen aan het einde van groep 6 voldoende input hebben gehad, zodat ze in groep 7 kunnen beginnen met MNIT2. De ene school is de andere niet. De ene school beschikt over een klaslokaal met 30 computers; de andere heeft er maar twee per klas. Als auteurs kunnen wij daarom geen eenduidige organisatie aanbieden m.b.t. de uitvoering van My name is Tom. Het lijkt ons wel verstandig om de organisatie van het werken op de computer zodanig aan te pakken, dat elke leerling binnen een bepaalde periode aan een thema werkt. Tijdens deze periode kunnen dan de kringgesprekken en de kringactiviteiten van dit thema aan de orde komen in de klas. Het is aan de leerkracht of de school welke vorm het beste geschikt is: in groepjes of in de hele klas. Het kan allebei. De kringgesprekken en de kringactiviteiten van MNIT1 zijn ook heel goed in te zetten in groep 5 en 6; daar waar deze wat kinderachtig worden, kunt u deze enigszins aanpassen, met inachtneming van het feit dat de leerlingen wel dezelfde doelen moeten behalen (en dezelfde nieuwe woorden en zinnen moeten leren). Kringgesprekken Als auteurs vinden we het gebruik van de handpop Tom een belangrijk middel om leerlingen tot spontane communicatie te bewegen. Omdat Tom alleen Engels spreekt, worden de leerlingen als het ware ondergedompeld in de vreemde taal. Daarnaast is deze didactiek ook veilig voor leerling en leerkracht. De leerling weet dat de leerkracht ook Nederlands spreekt; de leerkracht kan met het poppenspel haar schroom overwinnen om Engels als voertaal te gebruiken. Tevens is de leerkracht intermediair tussen Tom en de leerlingen, tussen de Engelse taal en de Nederlandse taal. Natuurlijk is het belangrijk zoveel mogelijk Engels te spreken, maar de leerkracht kan indien nodig even uit haar rol stappen om iets te verduidelijken of uit te leggen. Het gebruik van de handpop Tom kan door sommige leerlingen (en leerkrachten) als wat kinderachtig worden beschouwd in groep 5 en 6. Hoewel wij denken dat een goede handpopspeler zelfs in groep 8 de leerling kan boeien, is het begrijpelijk dat er leerkrachten zijn die hier niet voor kiezen. In dat geval zullen de kringgesprekken enigszins aangepast dienen te worden. Als de pop niet wordt gebruikt, is het wenselijk dat de leerkracht zijn rol als Tom duidelijk maakt, door bijvoorbeeld een

8 8 Engelse das om te doen of een Engelse pet of (bol)hoed op te zetten. Als de pet of hoed wordt gedragen, spreekt de leerkracht alleen Engels. Als de pet of hoed wordt afgezet, spreekt de leerkracht weer Nederlands. Ook nu worden kinderen ondergedompeld in het Engels en u kunt gewoon dezelfde tekst gebruiken zoals die te vinden is in de kringgesprekken van groep 1 4. De leerkracht kan er ook voor kiezen tijdens de lessen Engels zichzelf te blijven in plaats van Tom te zijn. Zij introduceert een nieuw thema met behulp van: eigen materiaal ( foto s; collages; plaatjes van het internet). Het kringgesprek kan met een kleine aanpassing worden overgenomen uit de handleiding. Ook als u geen gebruik maakt van de handpop is het belangrijk om het kringgesprek goed voor te bereiden met behulp van de handleiding en de cd. Probeert u zo veel mogelijk dezelfde teksten te gebruiken zoals deze ook door Tom wordt gebruikt. Met behulp van de praatplaat of uw eigen materiaal heeft u dan voldoende mogelijkheden om een goed kringgesprek te doen. Ook nu gaat het om de communicatie met de leerlingen in het Engels (onderdompeling). We willen u aan de hand van een aantal voorbeelden laten zien op welke wijze je kringgesprekken kunt aanpassen, zonder af te doen aan het doel (de doelen) van het kringgesprek. Nieuwe woorden en zinnen blijven hetzelfde, alleen de vorm van het kringgesprek is anders. Met deze voorbeelden hopen wij dat u ook zelf de andere kringgesprekken zo kunt veranderen, dat zij passen bij de leeftijd (en de sfeer) van de leerlingen in uw groep. We hebben er voor gekozen, om te laten zien, hoe je kringgesprekken zo kunt veranderen, dat je zonder de handpop dezelfde stof kunt aanbieden.

9 9 Voorbeelden van gewijzigde kringgesprekken Hieronder vindt u een aantal voorbeelden van kringgesprekken voor groep 5/6, zoals zij veranderd kunnen worden vanuit de kringgesprekken voor groep My family Doel(en) - De leerlingen maken voor het eerst kennis met de Engelse taal. - De leerlingen kennen de namen van de gezinsleden. - De leerlingen kennen de namen van een aantal huisdieren. - De leerlingen kunnen een Engels liedje zingen, met de namen van de gezinsleden. - De leerlingen kunnen de namen van de gezinsleden zowel mondeling als schriftelijk reproduceren. Materialen Lied 3, een eigen familiefoto (als het minimale vocabulaire hierbij kan worden aangeboden) of een collage met de noodzakelijke personen. Gesprek De leerkracht heeft de motivatie gewekt door de nodige materialen kort te bespreken. Zij heeft de foto s opgehangen en er is ruimte op het bord, om eventueel nog woorden te schrijven. De leerkracht laat weten, dat er vandaag voor het eerst Engels wordt gesproken en vraagt of er leerlingen zijn, die ook Engelse woorden weten, die met het meegebrachte materiaal te maken hebben. Zij laat de kinderen weten dat er zoveel mogelijk Engels wordt gepraat en als ze het niet begrijpen, mogen ze aan de leerkracht vragen wat zij precies bedoelt. Het is belangrijk om tijdens deze eerste les uit te leggen, dat als zij de bolhoed 3 draagt, ze alleen Engels spreekt. Leerkracht Hello, boys and girls. This is a picture of my family. My name is.. and what is your name? (Zonder bolhoed) Hebben jullie begrepen wat er is gezegd? Ik vraag hoe jullie heten. Wie kan er al in het Engels antwoorden? (Eigenlijk is dit in groep 5 eigenlijk niet nodig. De leerlingen zullen prima begrijpen wat de leerkracht zegt en anders kan de leerkracht dit nog eens herhalen en wijst uitdrukkelijk zichzelf op de foto aan.) Hello, children, my name is.. and what s your name? Leerling: My name is Oooh what a nice name, great. You speak English too! Dit wordt met een aantal andere kinderen ook herhaald. 3 Of jasje of sjaal

10 10 De leerkracht wijst nu naar de foto en zegt: Can you see the picture over there? That s my family. Look! This is my father, mother, grandfather and sister Can you repeat after me? Let s do it together! Dit kan in het Nederlands worden herhaald, maar naar ons idee is dit niet nodig in groep 5, omdat we verwachten dat deze leerlingen dit zullen begrijpen. Father (you can also say daddy), mother (that s also mum) grandmother (that s also granny) grandfather (that s also grandpa) Can you see my brother? He is the boy with the..(colour) sweatshirt and a. in his hand. I d like to sing about my family, can you sing with me? Als er meerdere voorwerpen op de foto of collage staan, b.v. een auto of een huis, dan kan de tekst aangepast worden, bijvoorbeeld: That s my uncle. He has a nice blue car. Do you like that car? De cd wordt opgezet en het lied wordt afgespeeld. De leerlingen luisteren eerst en kunnen daarna meezingen. Als eerste kringgesprek kan dit voldoende input zijn. Deze zou kunnen worden gecombineerd met een kringactiviteit, bijvoorbeeld kringactiviteit 1.1. (zie handleiding). Afhankelijk van het niveau van uw groep kunt u het kringgesprek uitbreiden met het gesprek over pets (zie kringgesprek 1.1. handleiding). U kunt er ook voor kiezen om dit later te doen. In dat geval is het leuk om leerlingen plaatjes van verschillende huisdieren mee te laten nemen. Vervolg op 1.1 (1.1a) Materialen Collage of plaatjes van verschillende (huis)dieren Gesprek Can you see the animals in the picture? Do you know English words? Where is the dog? (waarschijnlijk kennen sommige kinderen deze woorden in het Engels). Great! Who can see the cat? Good job! Who of you can find the rabbit? Etc. Just repeat after me: dog, cat, rabbit, bear, etc. (Alle woorden worden herhaald en nagesproken). Let s do a game together: I let you hear the sound of an animal and you tell me what animal it is, OK? De leerkracht laat het geluid van een dier horen en de kinderen raden het dier (in het Engels). De leerkracht prijst de leerlingen in het Engels: Great! Good job! Well done! You are good! Thank you!

11 11 Het kan natuurlijk zijn, dat er verschillende dieren op de plaat staan, die niet bij de vocabulaire horen. Houd u er dan rekening mee bij de voorbereiding dat u weet hoe de verschillende woorden dienen te worden uitgesproken. Daarna is er de mogelijkheid om de leerlingen de dieren te laten aanwijzen. Zonder deze opdracht in het Nederlands uit te leggen, kun je de volgende opdracht met gebaren ondersteunen: Let s see, who can point to the.. in the picture? Where is the. In the picture? Point to the cat! Point to the dog! Etc. Het gesprek kan worden vervolgd met de vraag wie er zelf een huisdier heeft. Who has pet? Do you have a dog? Do you have cat? What s his name? What s her name? Is it a cat? Or is it a dog? That s nice! Great! What s the name of your dog? What s the name of your rabbit? Etc. Het gesprek kan worden afgesloten met het lied: My family. Vooraf kan gevraagd worden: Is your pet your family too? Of course it is! Let s sing! My doggie is my family, my rabbit, my goldfish, etc. 2.1 My House Doel(en) - De leerlingen maken kennis met de vocabulaire, die hoort bij het thema house. - De leerlingen kunnen het vocabulaire reproduceren, zowel mondeling als schriftelijk - De leerlingen horen voorbeelden van de present continuous (to be + ing, geeft aan dat iemand op dit moment iets doet). Ze kunnen dit ook mondeling reproduceren. Materialen - audio-cd lied 3, lied 6. Eventueel eigen materiaal een foto, collage, poster of tekening van een huis. Het gebruik van het digibord zou hier heel goed passen. De eerste digitale oefeningen bij het thema my house zijn daarvoor goed te gebruiken! Gesprek - De kinderen zitten in de eigen vertrouwde opstelling. De materialen staan klaar. De leerkracht begint in het Nederlands, omdat dit het eerste kringgesprek is over dit thema. Belangrijk is dat zij erachter komt, welke woorden kinderen al weten. In groep 5 en 6 zullen er altijd een aantal kinderen zijn, die al wat Engels kennen. Wie van jullie weet wat mensen uit Engeland zeggen tegen het woord huis? Wie kent al woorden die horen bij house? U kunt zelf een werkvorm bedenken om deze voorkennis te mobiliseren. Na deze fase zet u de bolhoed op en zegt:

12 12 Hi, everybody! This is a picture of a house. (Leerkracht wijst het huis aan) Can you see.. and.. (eventueel personen die iets doen)? Father is painting/washing the house/the car. (de leerkracht, wijst. aan.) He is standing on the ladder next to the car. And there is, she is doing the laundry/cleaning the windows. (leerkracht wijst aan) This is.., (De leerkracht wijst aan) playing in the garden with the dog. (De leekracht wijst de hond aan) This is grandpa, he is sleeping in a chair (De leerkracht wijst opa aan) He is sleeping! But Where is? I can t find.! De leerkracht kijkt de kinderen vragend aan. Can you find? Put your hand up when you see her, Ok? De leerkracht laat zien dat ze hun vinger op moeten steken, als ze weten waar. is. Dit mag ook best een voorwerp zijn. Waar het om gaat is, dat de leerlingen hebben begrepen wat de bedoeling is. Ok.. (willekeurige leerling) can you point to where. is in the picture? Point to.. (is het een persoon dan gebruikt u her of him. Is het een ding dan gebruikt u it ) yeah, great! Now I will mention you the names of the parts of the house. Can you repeat after me? This is the roof. Say roof! Yes, great! This is the door. Say door! Good! This is the window. Say window! Excellent! These are the walls. The walls are pink. Say Walls! Yes! Some other words in the picture are: Sun! Say Sun! Cloud! Flag! Tree! Plants! Garden! Blinds! Garage! Car! Bike! Doorbell! De leerlingen zeggen de woorden na. Leerkracht What words do you know already? Afsluitend kan lied 3, My father is my family worden gezongen als herhaling vanuit het vorige thema. U kunt er ook voor kiezen om een nieuw lied te leren over het huis: lied Waking up Doel(en)

13 13 - De leerlingen maken kennis met de zelfstandige naamwoorden en de werkwoorden die horen bij het onderwerp waking up. - De leerlingen kunnen spelenderwijs communiceren en schrijven binnen dit onderwerp - De leerlingen ervaren spelenderwijs dat wanneer je iets doet op dit moment de werkwoordsvorm present continuous wordt gebruikt. Materialen Kopieerblad 3.1. (digibord), andere platen waarin dezelfde activiteiten naar voren komen, rijmpje I brush my teeth Gesprek Good morning, everybody. Leerlingen: Good morning! I didn t hear you. (wat harder) Good morning, everybody. Leerlingen: (wat harder) Good morning Did you sleep well? Well, I did, but I didn t like getting up. Look at the pictures. It s. getting up. The alarmclock is beeping and.. mother called him:, wake up, it s time to go to school! Look at the pictures and see what. did this morning: - He is stretching his arms. - He is washing his face. - He is brushing his teeth. - He is combing his hair. - He is putting on his socks. - He is putting on his jeans. - He is putting on his sweatshirt. - He is having breakfast. De leerkracht kan de reeks zelf verder aanvullen. Ready! Let s do it together. De leerlingen spelen de situatie na. Ze spelen dus alsof ze het op dit moment doen. Dan wordt de duurvorm in het Engels gebruikt (ing- vorm) - We are sleeping.

14 14 - We are waking up. - We are stretching our arms. - We are washing our faces. De leerkracht in groep 5 en 6 kan er ook voor kiezen, om het een leerling voor de klas te laten doen en deze leerling de opdracht te geven als leerkracht te fungeren... Can you be the teacher? Ask the children to wake up. Leerling: - We are waking up. - Enz. Now we are going to learn a riddle, listen to me. First listen to me and then say the riddle together! Every morning. I brush my teeth, I wash my face, I comb my hair! Look! Who is there? (Maak de bewegingen erbij en tot slot kijkt u (zogenaamd) in de spiegel) 4.1 Happy birthday Doel(en) - De leerlingen maken kennis met de zelfstandige naamwoorden en werkwoorden die horen bij het thema birthday - De leerlingen communiceren en schrijven woordjes en/of korte zinnen over het thema - De leerlingen kennen het liedje Happy birthday to you - De leerlingen passen de woorden healthy en not healthy op de juiste manier toe Materialen - Willekeurige plaat/collage/foto van een verjaardagsfeestje (met het digibord zijn er natuurlijk veel mogelijkheden), bijbehorende attributen. Gesprek Het gesprek komt natuurlijk nog meer tot z n recht wanneer er echt iemand jarig is. Het kringgesprek kan prima ongewijzigd worden overgenomen van 4.1 De tekst van Tom kan ongewijzigd door de leerkracht worden gezegd. Een prima aanpassing kan zijn, wanneer u gewend bent de kinderen op een versierde stoel te laten staan, dit nu ook te doen en er Engels bij te gebruiken. come here please. I want you to stand on the chair, so that we can sing our song Happy birthday to you.

15 15.. what did you get for your birthday this morning? De leerling mag best in het Nederlands antwoorden. Look on the desk. I have some nice presents. What do you like.? Over here I have a ball, do you like a ball? And here I have a nice car. Do you like this? Look over here. I have some garlands some flags and balloons. Do you want to decorate your chair with it? You can also put them on top of the blackboard. What do like at most? On the blackboard or at your chair? (De jarige leerling mag kiezen of ze haar stoel of het bord versiert.) I see you have some treats with you. What do you have with you.(naam)? Is this a healthy treat or not? Do you know children what that means, healthy? I have some treats with me too, look over here. (de leerkracht kan zowel plaatjes als echte dingen laten zien) Can you show me what is healthy or not? Over here on this desk I want the healthy things and there I want the food what is not healthy. What do you like to do when you have a party? I like to drink coffee with cake and after have fun with my family and eat some nice healthy things, like a piece of cheese or meat. What do you like to eat? Op bovenstaande manier kan het kringgesprek naar wens worden gewijzigd, of u kunt er voor kiezen het ongewijzigd te laten. Sluit het gesprek af met het lied Happy birthday. Kringactiviteiten De kringactiviteiten zoals deze worden aangeboden aan de groepen 1 4 kunnen prima worden overgenomen uit de handleiding voor de groepen 5 en 6. Door de tekst van Tom te veranderen in die voor de leerkracht (met bolhoed 4 ), kan elke activiteit worden gebruikt. Waar u vindt dat de kringactiviteiten niet passend zijn bij de leeftijd van uw leerlingen, kunt u de kringactiviteit zo aanpassen, dat zij wel goed te gebruiken zijn in groep 5 en 6. In de handleiding kunt u lezen, dat de kringactiviteiten met name bedoeld zijn, om het geleerde in de praktijk te brengen door met elkaar te communiceren in het Engels. Daarnaast zijn sommige kringactiviteiten TPR oefeningen (Total Physical Response). Een leerling voert dan een verbale opdracht non-verbaal uit (bijvoorbeeld bij een les bewegingsonderwijs: sit down, stand up, shake your head, wave your arms, touch the wall enz). Zulke oefeningen zijn belangrijk om te toetsen of leerlingen ook begrijpen wat er wordt gezegd. De kringactiviteiten zijn vooral bedoeld om Engels niet alleen als vak te zien, maar integraal, vakoverstijgend aan te bieden. Engels is juist heel goed situationeel in te zetten bij andere vakken zoals rekenen, handvaardigheid (zie de activiteit flowers ), 4 Of pet of sjaal of jasje, waaruit blijkt dat de leerkracht dan alleen Engels praat

16 16 muziek of bewegingsonderwijs. Leerlingen vinden het heel leuk om zelf materialen te maken die ze tijdens deze kringactiviteiten kunnen inzetten. U kunt naast de kringactiviteiten uit de handleiding ook uw eigen materiaal inzetten of materiaal zoeken op internet. Belangrijk is dat de leerkracht probeert zoveel mogelijk de doeltaal als voertaal te gebruiken. Met andere woorden: spreek zoveel mogelijk Engels met de kinderen, ook bij de gewone rituelen. De leerlingen in groep 5 en 6 zullen weinig moeite hebben met zinnen als: Good morning children, let s start. Open your books. Put down your pen. Zeker niet als de leerkracht daarbij ook duidelijk laat zien, wat zij bedoelt.

17 17 Voorbeelden van gewijzigde kringactiviteiten Hieronder vindt u een aantal voorbeelden van een kringactiviteit, waarbij de inhoud is aangepast aan groep 5 en 6. Ook hier is de handpop weggelaten. 1.4 Flowers for Tom Deze oefening kan als volgt worden gewijzigd: Doel(en) - De leerlingen kennen de kleuren in het Engels. - De leerlingen passen de zinnen Here you are en Thank you very much juist toe. Materialen Gekleurd papier; het gaat vooral om de kleuren: rood, groen, blauw, geel, oranje, wit, zwart, bruin, rose en paars), voor elke leerling een A4-vel waarop geplakt kan worden, scharen en lijm. Activiteit Tijdens de handvaardigheidles geeft u aan, dat het belangrijk is om de bloemen die er worden geknipt en opgeplakt bovenstaande kleuren worden gebruikt. U kunt er voor kiezen om het Engelse vocabulaire tijdens de handvaardigheidactiviteit te doen, maar het is ook goed mogelijk dit na deze les te doen. In het voorbeeld kiezen we ervoor om het tijdens de les te doen. De leerkracht vraagt om aandacht van de kinderen en zet de bolhoed op. Zij pakt een paar producten van de kinderen en neemt die mee om ze goed te kunnen laten zien. Hier laat de leerkracht het werk van de kinderen aan de andere leerlingen zien (in plaats van aan Tom zoals in groep 1 4. In beide gevallen is er een duidelijk onderscheid wanneer de leerkracht Engels of Nederlands spreekt). Look, everybody! You made beautiful flowers! This one is great, and this one, wow! I like the flowers and also the beautiful colours! Nice colours! Mmmmm, red, blue, green, yellow, enz. Do you know the colours in English? Leerlingen noemen kleuren in het Engels. (Er zullen altijd een aantal leerlingen zijn die een aantal kleuren weten in het Engels). Complimenteer hen als ze er een aantal weten (in het Engels). Great! Yes, very good, thank you very much! Fine! Let s say the words together: red, blue, yellow, enz. De leerkracht houdt een bloem omhoog en vraagt: What colour is this? Who knows? De kinderen steken hun vinger op en geven antwoord.

18 18 De leerkracht herhaalt dit enkele keren en als er goede antwoorden zijn gegeven zegt hij:..that s nice, thank you very much. Aan het eind van de les geeft de leerkracht de bloemen weer terug aan de kinderen en hij zegt elke keer: Here you are, you made a nice flower.(naam leerling) Leerling: Thank you very much Het belang van een oefening als deze is, dat kinderen ook in groep 5 en 6 spelenderwijs Engels leren. Engels wordt hier niet als een apart vak gegeven, maar komt steeds om de hoek kijken. Het is goed om af en toe de bolhoed op te zetten en tijdens een willekeurige (andere) les even in het Engels te praten met elkaar The word is Doel(en) De leerlingen beheersen de voorgaande leerstof en kunnen die reproduceren zowel mondeling als schriftelijk. Materialen Kaarten van voorwerpen met Engelse tekst en op de achterkant alleen de tekst, lied 2 (Do you know the word?) My name is Tom and I speak English My name is Tom and I like playing My name is Tom and I speak English Do you know the word I m saying? Activiteit De leerkracht heeft verschillende kaarten uitgedeeld aan de leerlingen. Het lied wordt gezongen. Na het gezongen lied zegt de leerkracht: The word is.. De leerling die het kaartje heeft, legt deze op de tafel van de leerkracht. De leerkracht kan het ook aanpassen door een leerling aan te wijzen en hem of haar het woord te laten zeggen: And the word is. Lisa. De leerkracht wijst Lisa aan. Lisa zegt het woord dat op het kaartje staat. Een andere variatie is, dat er een bus, trommel of zak door de klas gaat met de kaartjes erin. De kinderen geven de kaartjes door en zingen het lied My name is Tom en het kind dat aan de beurt is zegt het woord dat op het kaartje staat dat eruit wordt gepakt I spy with my little eye Doel(en)

19 19 - De leerlingen kunnen de voorgaande leerstof in een communicatieve situatie toepassen. Materialen Verschillende materialen die horen bij een bepaald thema, bijvoorbeeld kitchen, een praatplaat uit de handleiding of het digibord. Als er voorwerpen worden getoond op tafel, kan de leerkracht zeggen: I spy, I spy with my little eye and the colour is Leerling(en): It s the Als de platen van bijvoorbeeld de ene ruimte in het huis zijn getoond, kan de oefening worden uitgebreid: This is the livingroom and I spy with my little eye and the colour is. Leerling: It s the.. Yes,.(naam). Great, it is No, it isn t 3.18 Where is the flag? Doel(en) - De leerlingen kunnen in het Engels een opdracht uitvoeren, maar ook een vraag stellen en antwoorden in het Engels. - De leerlingen leren een aantal Engelse voorzetsels. Materialen Platen van de verschillende ruimtes: garage, livingroom etc., vlaggetje Activiteit De leerkracht doet voor wat de bedoeling is en zegt bij elke handeling: I put the flag on the table, under the table, next to the table De leerkracht kan vragen: Where is the flag now? Een leerling kan antwoorden: The flag is under. De leerkracht kan de vlag op een willekeurige plek zetten en vragen: Where is the flag now? Is it under the table? Leerlingen antwoorden met: Yes, it is of No, it isn t. Andersom kunnen leerlingen aan de leerkracht vragen: Is the flag in the. (eerst de ruimte raden). De leerkracht antwoordt met: No, it isn t ; Yes, it is in the.. Etc Find it! Doel(en)

20 20 - De leerlingen begrijpen de betekenis van de Engelse voorzetsels en laten dit zien door de opdracht goed uit te voeren. Materialen Engelse hoed, sjaal of jas, verschillende voorwerpen/cadeaus. Activiteit De leerkracht heeft een paar kinderen naar de gang gestuurd, waaronder de jarige. Samen met de leerlingen worden zoveel voorwerpen verstopt als er kinderen op de gang staan. Bij het verstoppen geeft de leerkracht in het Engels aan waar het voorwerp ligt. Jan, I want you to hide the ball. Where do you want to put the ball? Leerling: I put the ball in that box. Lisa, I want you to hide the colouring pencils behind the..can you do that? Leerling: Yes, I put them behind the.. Mieke, can you bring Marcel to me? (Mieke haalt Marcel op.) Hi, Marcel, I want you to look for a nice present and I want you to say where you found it. (Marcel gaat zoeken. De kinderen kunnen helpen met warm-dichtbij, hot-heel dichtbij, or cold-veraf. Als John het voorwerp heeft gevonden zegt de leerling waar hij het heeft gevonden.) Leerling: I found it (on, in, behind, next to, in front of) the.

21 21 Overige tips voor My name is Tom in de middenbouw Computer Zoals gezegd kunt u in groep 5 en 6 de kringgesprekken en de kringactiviteiten enerzijds en het werken op de computer anderzijds, naast elkaar laten lopen. De leerlingen in groep 5 en 6 kunnen het computerprogramma zelfstandig doen; het is wel raadzaam om de kringgesprekken, de kringactiviteiten en het werken met de computer binnen een thema in een vaste periode te laten plaatsvinden, zodat er ook daadwerkelijk taalverwerving kan plaatsvinden binnen een bepaald thema. Als u over een digibord beschikt, zou u er voor kunnen kiezen, om de eerste oefeningen klassikaal te doen, zodat alle leerlingen de structuur van het computerprogramma zullen herkennen als ze er zelf mee aan de slag gaan. Wanneer u gebruik maakt van het tweede instapmoment, zult u merken dat de leerlingen weinig hulp nodig hebben wanneer u ze met het digitale deel laat werken. De leerlingen worden voldoende uitgedaagd om zelfstandig met het programma aan de slag te kunnen. Ook de voorbeeldanimaties van het programma helpen de leerlingen door het programma. Via het leerlingvolgsysteem kunt u zich op de hoogte houden van de vorderingen van de individuele leerling. Schrijfvaardigheid in groep 5 en 6 Schrijfvaardigheid is de minst belangrijke vaardigheid voor Engels in de basisschool. Alleen in de kerndoelen van groep 5 8 wordt iets gezegd over schrijfvaardigheid. Pas in groep 7 en 8 wordt aandacht besteed aan functioneel schrijven (het schrijven van een korte , een ansichtkaart, het invullen van een formulier enz.) In de kerndoelen voor groep 5 en 6 wordt aangegeven dat het bij schrijven alleen gaat om het leren van de schrijfwijze van woorden. U kunt dan denken aan de volgende mogelijkheden: - Na elk kringgesprek of kringactiviteit staat het vocabulaire op het bord. Net als de wekelijkse dicteewoorden in het Nederlands. - Na elk kringgesprek komen de plaatjes, met de daarbij behorende woorden in de Engelse hoek, zodat ze kunnen worden geleerd en geoefend. - De woorden kunnen tussen de lessen door dienst doen als klassikaal spel, b.v. Do you know the word.. Maar kun je het woord nu opschrijven? - Het maken van woordzoekers, waarin de betreffende woorden verstopt zitten. - Andere woordgames (evt. met gebruik van het digibord). Tips voor groep 5 en 6 Als u, naast het materiaal van My name is Tom, ook ander materiaal wilt gebruiken om leerlingen meer input te geven, dan kunt u denken aan: - het voorlezen van een prentenboek (luistervaardigheid) - het bekijken van Engelstalige educatieve films (luistervaardigheid)

22 22 - het (zelfstandig laten) lezen van luisterleesboekjes (lees- en luistervaardigheid) Het oefenen van output kan worden uitgebreid door: - het doen van spelletjes in het Engels - drama in het Engels - ook andere liedjes in het Engels te zingen