should(n t) / should(n t) have to zouden moeten / hadden meestergijs.nl

Transcriptie

1 @meestergijs meestergijs.nl

2 Think of three things you should do to stay healthy. You should You should... You should Think of two things you shouldn t do when at school. You shouldn t You shouldn t

3 Think of three things you should do to stay healthy. You should eat vegetables. You should...exercise on a regular basis. You should sleep well. Think of two things you shouldn t do when at school. You shouldn t cheat during a test. You shouldn t be late in class.

4 Think of three things you should do to stay healthy. You should eat vegetables. You should...exercise on a regular basis You should sleep well. Think of two things you shouldn t do when at school. You shouldn t cheat during a test. You shouldn t be late in class.

5 They should be more careful. They should have been more careful. Ernest shouldn t be so lazy. Ernest shouldn t have been so lazy. Wat is het onderling verschil tussen bovenstaande zinnen?

6 They should be more careful, (next time). Zij zouden voorzichtiger moeten zijn. They should have been more careful, (but they weren t). Zij hadden voorzichtiger moeten zijn. In de eerste zin is het adviserend naar de toekomst. (advies) should + hele werkwoord (in het voorbeeld = be) In de tweede zin is het veroordelend over het verleden. (verwijt) should have to + voltooid deelwoord (in het voorbeeld = been).

7 Ernest shouldn t be so lazy. (=advies) Ernest zou niet zo lui moeten zijn. Ernest shouldn t have been so lazy. (=verwijt) Ernest had niet zou lui moeten zijn. Vertaal nu: Zij zou niet alleen moeten reizen. Ik had niet op het feest moeten zijn.

8 Zij zou niet alleen moeten reizen. She shouldn t travel alone. Ik had niet op het feest moeten zijn. I shouldn t have been at the party. Adviseren/afraden = should(n t) + hele werkwoord Verwijten/veroordelen = should(n t) have (+ volt.deelw)

9 Exercise 1: vul in should(n t) (have to) + werkwoord tussen haakjes 1. I have to make a choise. What do you think I. (do)? 2. He regrets his mistake. He. (take) his losses. 3. Kevin. (pass) the exam tomorrow. He didn t study at all! 4. We lost the game, but we. (win) it. 5. Is Denise already here? No, but she. (be) here any minute now. 6. I m feeling sick. I. (eat) so much. 7. Now it is raining. We. (take) an umbrella with us.

10 Exercise 1: vul in should(n t) (have to) + werkwoord tussen haakjes 1. I have to make a choise. What do you think I should do (do)? 2. He regrets his mistake. He should have taken (take) his losses. 3. Kevin shouldn t pass (pass) the exam tomorrow. He didn t study at all! 4. We lost the game, but we should have won (win) it. 5. Is Denise already here? No, but she should be (be) here any minute now. 6. I m feeling sick. I shouldn t have eaten (eat) so much. 7. Now it is raining. We should have taken (take) an umbrella with us.

11 Exercise: vertaal onderstaande zinnen 1. Wat vind jij dat ik had moeten doen? 2. Je zou niet naar andere moeten luisteren. Volg je hart. 3. Woh! Dat had je moeten zien. 4. Ze had het ons moeten vertellen. 5. Hij zou vaker langs moeten komen.

12 Exercise: vertaal onderstaande zinnen Wat vind jij dat ik had moeten doen? What do you think I should have done? Hij zou niet naar andere moeten luisteren. Volg altijd je hart! He shouldn t listen to others. Always follow your heart. (word order!) Woh! Dat hadden jullie moeten zien. Woh! You should have seen that. Ze had het ons moeten vertellen. She should have told us. Hij zou vaker langs moeten komen. He should come by/visit more often. (word order!)

13 @meestergijs meestergijs.nl