PUBER BREIN EN PUBER ZIJN. 28 november 2012

Transcriptie

1 PUBER BREIN EN PUBER ZIJN 28 november 2012

2 Waar of niet waar De meeste ouders zijn ontevreden over de relatie met hun tiener, en over diens gedrag.

3 NIET WAAR MEER DAN 70 % VAN DE OUDERS IS TEVREDEN OVER DE RELATIE MET DE JONGERE, MAAR MAAKT ER ZICH IN BEPAALDE PERIODES WEL ZORGEN OVER.

4 WAAR OF NIET WAAR De meeste ouders maken zich zorgen over de invloed van slechte vrienden.

5 WAAR Veel ouders zijn ervan overtuigd dat hun kind een goed kind is en dat heel veel er van afhangt met wie hij of zij in contact zal komen. Als dat probleem vrienden zijn maken zij zich zorgen over de afloop. Ouders maken zich dus vooral zorgen over de tieners..van ANDEREN!

6 WAAR OF NIET WAAR De meeste jongeren zijn niet tevreden over thuis.

7 NIET WAAR Drie kwart van hen is best tevreden over de ouders. Maar dat vertellen ze hen niet zo snel.

8 Waar of niet waar De jeugd heeft geen waarden meer.

9 Niet waar Uit onderzoek blijken jong volwassenen in grote meerderheid dezelfde waarden te delen als hun ouders. Op weg daar naar toe hebben ze wel wat zijstraatjes uitgeprobeerd.

10 De Jeugd is lui. Waar of niet waar

11 Niet waar Nog nooit eerder heeft een generatie zoveel baantjes gehad. 60 % heeft ervaring, van babysit tot jeugdleider of vakantie werk. Het is wel zo dat ze dat vooral buitenshuis doen, thuis opruimen valt daar niet onder.

12 Waar of niet waar De jeugd is racistisch

13 Niet waar Integendeel, nooit eerder groeide een generatie op in een zo multi culturele omgeving. Allen hebben zij ervaring met migranten jongeren en hebben zij hun vaardigheden in het tolerant hiermee omgaan kunnen oefenen.

14 De laatste waar of niet waar De jeugd is gewelddadig

15 Niet waar Jongeren zijn nog altijd op de eerste plaats zelf slachtoffer van geweld van volwassenen Gewelddadigheden komen wel meer voor onder bepaalde sub groepen en die worden in de media breed uitgemeten.

16 De puberteit komt niet onvoorbereid Biologie: Lichamelijke ontwikkeling. Ontwikkeling van de hersenen. Psychologie: Dus zo zit de wereld van de mensen in elkaar Sociaal: Dus zo gaan mensen met elkaar om

17 BIOLOGIE 0-6 : snelle groei, veel te leren; Omrollen, zitten, kruipen, lopen, rennen, klimmen,fietsen, steppen, spelen, aan en uitkleden, zindelijkheid, naar de wc gaan, eten en drinken met gereedschappen leren omgaan, vastpakken, opvangen, De mogelijkheden van je lichaam ontdekken en toepassen. Ontdekken verschil jongen meisje. DUS ZO WERKT DAT! Wordt in de hersenen vastgelegd

18 BIOLOGIE HET BREIN: Vanaf dag 1 worden in de hersenen verbindingen gelegd en opgeslagen. Patronen worden herkend en automatisch toegepast.

19 PSYCHOLOGIE 0-6: (her)kennen van gevoelens bij jezelf en de ander. De 5 B s Dus zo zit dat!

20 Sociaal Hoe gaan mensen met elkaar om. Afkijken maar nog niet toe kunnen passen. Spelen naast elkaar. Behalve het ontdekken van het eigen lichaam ook het lichaam van de ander ontdekken

21 6 tot 9 jaar Oefenen en toepassen van wat je tot dan geleerd en ervaren hebt. De turnsters en de voetballertjes. Verfijning en afstemming. Ik ken mijn lichaam en kan het gebruiken samen met anderen, rekening houdend met die ander en mezelf.

22 EN DAN KOMT DE PUBERTEIT.

23 EEN GRIL VAN DE NATUUR OM OUDERS TE PESTEN? OF De dwingende noodzaak om je voor je verdere ontwikkeling buiten je gezin te begeven.

24 De drie ontwikkellijnen bio-psychosociaal moeten zich gaan vervlechten met elkaar.

25 De mogelijkheid tot voortplanting komt binnen bereik. Dat mag je niet binnen je gezin gaan oefenen. Voor je gezinsleden moet je je onbekend maken.

26 MAAR WAT GEBEURT ER DAN Bio ALLEMAAL? Psycho Sociaal.

27 Bio: Groeispurt. Het tot dan toe bekende en vertrouwde lichaam vervreemdt. Missers bij het inschatten van afstanden en snelheden. Haargroei waar eerder geen sprake was van beharing. Oude verbindingen in de hersenen worden afgebroken, nieuwe verbindingen ontstaan. Enorme aanmaak van testosteron.

28 BIO Met name meisjes: Vetafzetting op heupen, billen, bovenbenen. borstvorming. Menstruatie.

29 jongens Niet meer kunnen vertrouwen op de stabiliteit van je stem (stembreuk) Klaarkomen. 400 x de normale hoeveelheid testosteron Onbekend met eigen lichamelijke verhoudingen

30

31 PSYCHO De drang naar autonomie, Ik ben een eigenstandig wezen met eigen ideeën en opvattingen. Grote onzekerheid over eigen identiteit, lichaamsbeleving en sociale vaardigheden. Peer-group nodig.

32 PSYCHO Meisjes Oefenen in verbinden,verleiden.

33 PSYCHO Jongens Meer gericht op competitie en veroveren. Een lelijk eendje,rijdend op kerosine, met een chauffeur zonder rijbewijs

34 sociaal Oefenen met het aangaan van relaties. Met name relaties buiten het gezin. Verleiden, verbinden, verbindingen behouden.

35 WHAT IS LOVE?? De jongen uit de familie blauw denkt in zijn eerste levensfase dat de hele wereld blauw is. Daarna leert hij over de verschillen tussen gezinnen en families.

36 WHAT IS LOVE??? Het meisje uit de familie geel denkt in haar eerste levensfase dat de hele wereld geel is. Daarna leert zij over de verschillen.

37 En dan slaat verliefdheid toe

38 Verliefdheid is een trucje van de natuur. Hersenen worden stilgelegd Er ontstaan valse overtuigingen en zekerheden. Liefde maakt blind, doof en stom. Alleen dan kun je voor dat andere genen pakket vallen en kan de mens zich voortplanten.

39 DE DROOM Dat de ander perfect is. Net zo denkt over zaken als jij. Dezelfde plannen heeft. Dezelfde voorkeuren heeft. Er perfect uitziet. Waarmee je overal over kunt praten. Die er altijd voor jou is Jou exact aanvoelt, zelfs zonder iets te zeggen Enz.

40 Pure nonsense Maar daar zijn jullie inmiddels ook wel achter.

41 Minstens 10 kleine irritante eigenschappen

42 Die nooit over gaan

43 En niks helpt

44 Let maar eens op als met je partner bij je schoonouders op bezoek gaat Wat zien jullie dan gebeuren????

45 Hij wordt dan weer op de eerste plaats zoon. Zij wordt weer op de eerste plaats dochter. Met alle daarbij behorende gedragingen.

46 Een tweede streek van de natuur. NESTDRANG

47 . Heb je net met veel moeite je vrijheid verworven,

48 .. lever je die vervolgens voor de rest van je leven in.

49 Geel en blauw gaan samen Voor het kind bestaat geel en blauw niet. Zij kennen geen koude kant. Zij zijn groen.

50 En die hersenen? Ontwikkelen zich in fases.

51 In de baarmoeder Hersenstam; het reptielenbrein Binnenste hersenen; het zoogdierenbrein Buitenlaag; het mensenbrein.

52 Nog steeds in de baarmoeder. Verloopt alles harmonieus dan krijgt het kind het ritme. Negatief beïnvloed (door stress van moeder en of kind) deregulatie. Window off tolerance.

53 Signalen van stress. Verhoogd en soms onregelmatig hartritme. Verhoogd cortisol gehalte. (stress hormoon) Hoge ademhaling. Spierspanning Slechte spijsvertering Verhoogd alert (hyper) Of verlaagd alert (hypo)

54 En die puberteit Is een periode van pakweg 10 jaar tot ongeveer 16 jaar waarin verhoogd stress aanwezig is. Stemmingswisseling, Korte lontjes.

55 Kinderen moeten de wereld Onveilig veroveren.

56 Taak van de vader De man is nodig voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Kijk, dat kun jij al.

57 Taal geven en verbinden Taak van de moeder.

58 In het puber brein In de cortext (mensenhersenen) Vanaf ongeveer 9 jaar prepuberteit. Hersenen produceren hormonen en zetten groeispurt in. Meisjes iets eerder dan jongens.

59 Oude verbindingen worden Zwart wit denken. afgebroken Impuls en spanning centra in hersenen actiefst. Moe van het groeien. Snelle stemmingswisselingen. Ordenen en plannen lukt (nog) niet.

60 DUS Ga een discussie aan als je veel tijd en humor hebt En ga niet voor het gelijk krijgen. Dat lukt je toch niet.

61 Maar wat dan wel Blijf in gesprek. Toon belangstelling. Luister naar je kind. Laat oma thuis en luister echt. Je mag gerust aangeven wat je wel of niet zelf zou doen in een dergelijke situatie. Wees duidelijk over de ruimte die er geboden kan worden in plaats van wat niet kan. Laat wat onderhandelingsruimte voor jezelf en je kind over.

62 huiswerk Wordt op het laatste moment gemaakt. Op de meest onmogelijke tijden. Terwijl de radio aan moet blijven. Als niet toevallig net dan een vriend(in) belt.

63 moe Uitslapen duurt tot ver in de middag. Groeien vreet energie, veel rust en veel eten.

64 stemmingen Van uitbundig tot stil teruggetrokken. Snel boos maar even later weer uitgelaten. Van heel actief met van alles bezig zijn (tegelijk) tot lusteloos op de bank hangen.

65 Plannen en ordenen Een trui uit de kast trekken kan niet resulteren in een opgeruimd achterblijvende kastinhoud. Kleren in de wasmand mikken lukt niet. Normaal op een stoel gaan zitten lukt niet. Deuren slaan harder dicht dan vroeger. Spullen gaan sneller stuk, meer ongelukjes in en om huis.

66 ADOLESCENTIE TUSSEN, PAK WEG 16de EN 18de LEVENSJAAR. De heftigheid ebt langzaam weg.

67 HOOP Tussen 18 en 24 worden de verbindingen in frontale cortex van de hersenen aangelegd en lukt het uiteindelijk weer.

68 EN ALS HIJ/ZIJ VROEGER LEUK WAS DAN WORDT HIJ/ZIJ DAT NA DE PUBERTEIT en adolescentie OOK WEER. Arno Derikx

69 VRAGEN OPMERKINGEN