VERMEULEN-ORGEL OOSTEREND - Texel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERMEULEN-ORGEL OOSTEREND - Texel"

Transcriptie

1 VERMEULEN-ORGEL OOSTEREND - Texel RAPPORT met RESTAURATIEPLAN betreffende het ORGEL in de PROTESTANTSE MAARTENSKERK door STEF TUINSTRA Maart o

2 2 RAPPORT met RESTAURATIEPLAN betreffende het orgel in de PROTESTANTSE MAARTENSKERK Kerkstraat OOSTEREND - Texel in de gemeente Texel - Provincie Noord-Holland Monumentnummer: Orgelnummer RCE: 1141 Werknummer R-O maart 2016 Opdrachtgever: Protestantse Waddengemeente Texel Correspondentieadres: Adviseur: A.S. Tuinstra De Lijnbaan LJ BEDUM tel.: (050) fax: (050) stuinstra@nnoa.nl internet:

3 3

4 4 HET VERMEULEN-ORGEL IN DE PROTESTANTSE MAARTENSKERK TE OOSTEREND (TEXEL) I N H O U D S O P G A V E - o - Pag. I. SAMENVATTING HISTORIE 5 II. BESCHRIJVING VAN HET ORGEL 9 III. DE TECHNISCHE STAAT 17 IV. RESTAURATIEPLAN Doelstelling, verantwoording, plansamenvatting en klimaatbeheersing Restauratieplan 24 V. BIJLAGEN Inventaris van het Bolt-archief, aanwezig op het Utrechts Orgelarchief (RUU), geïnventariseerd door drs. J.F. van Os Uit het Bolt-archief: rapport Klaas Bolt en restauratieofferte Flentrop Orgelbouw BV, Uit: Encyclopedie Het historische orgel in Nederland dl. XIV (2010), blz Uit: Het Orgel 69/2 (1973), pag Zo werkt een orgel enige uitleg over de techniek en de zingeving van het orgel bijlage 1: CD-rom met uitgebreide fotoreportage. 7. Aparte bijlage 2: Stukken uit het kerkarchief in de volgorde van de Bolt-inventaris, samengesteld door Arie Abbenes. - o -

5 5 I. HISTORIE 1906 Nieuw orgel van de Kerkorgelfabriek Martinus (Mart) Vermeulen ( ) uit Woerden voor Oostereind Texel 1906 (aantekening in het orgel). Vermeulen had zijn winkel met etalage in de Voorstraat, de werkplaats daarachter aan de Achterstraat. Martinus Vermeulen ( ) was meer een orgelhandelaar dan een echte orgelmaker. Vaak kocht hij overbodig geworden instrumenten op en plaatste het oude pijpwerk en windladen in een nieuwe kas, inclusief front, en voorzag het orgel van nieuwe klaviatuur en nieuwe mechanieken. Op deze manier presenteerde hij het resultaat als een nieuw orgel tegen een concurrerende prijs. Vermeulen was aanvankelijk werknemer bij de fa. L. Ypma & Co. te Alkmaar. Hij begon zijn loopbaan als orgelmaker in Hij was oorspronkelijk actief in de pijporgels, maar toen de pneumatiek begon te overheersen, is de firma daar om principiële redenen mee gestopt en zich geheel gaan toeleggen op de harmoniums. Er werd alleen nog wat stemwerk aan pijporgels verricht. Na de Tweede Wereldoorlog alleen nog bij orgels in de buurt. Mart Vermeulen was in de periode ook organist van de Petruskerk in Woerden. Ook het orgel voor Oosterend bevatte veel oud pijpwerk, tezamen met een oude windlade met chromatische deling die Vermeulen voor dit orgel had gerestaureerd, gewijzigd en iets uitbreid. Of zowel het pijpwerk als de windlade bij elkaar horen is niet zeker, maar wel waarschijnlijk. De pijpopstelling en de makelij van het oude pijpwerk geven aanleiding tot deze conclusie. De dispositie van het orgel was als volgt: Prestant 8 voet Holpijp 8 voet Viola di Gamba 8 voet vanaf c0 Octaaf 4 voet Holfluit 4 voet Octaaf 2 voet Cornet discant 4 sterk c1: 4 2 2/ /5 Aangehangen pedaal C c1 Klavieromvang C f3 Nevenregisters: Ventiel Tremolant opliggend (18 de eeuws) Windvoorziening magazijnbalg met twee schepbalgen en handpomp (1906) Toonhoogte: a1 = ca. 442 Hz bij 14 o C (in 1990 vlg. aantekening in het orgel) NivO Encyclopedie: a1 = 435 Hz Stemming: evenredig zwevend 1937 H.W. Flentrop schoonmaak en herstel. Geen noemenswaardige wijzigingen. Hendrik Wicher Flentrop ( ) begon in 1903 voor zichzelf na een tijdlang het schildersbedrijf van zijn vader te hebben gerund. Ook orgelspelen was zijn lust en zijn leven. Zijn zoon Dirk Andries volgde hem in 1950 op en onder diens diens leiding werd de firma beroemd over de hele wereld.

6 6 Foto rond 1930, oude positie preektoel met doophek en toegangspoortje. De beide messing pinakels van het doophek staan nu op de hoeken van de orgelborstwering. Kerkzaal met gedeelte van het orgel met de buitenste van de drie gietijzeren pilaren en donkere imitatie-eiken kleur.

7 7 Foto uit 1968, net voor de kerkrestauratie 1971 D.A. Flentrop algehele orgelrestauratie na de restauratie van de kerk. Daarbij werd de ijzeren draagstand voorlangs het orgel vervangen door een trekbalk volgens het model van de andere. De onderslagbalk van het balkon werd opnieuw gemarmerd, nu wit. De originele smalle gietijzeren draagkolommen werden verwijderd. In de plaats daarvan kwamen twee nieuwe zeer forse en rechte kolommen aan de buitenzijden van het balkon met rudimentaire kapitelen en basementen zonder een bepaalde stijl. Wel werden deze op dezelfde wijze gemarmerd als de onderslagbalk. Ook de ingangbetimmering onder het orgel werd verwijderd. Het voorportaal nam de tochtweringsfunctie nu over. De messing pinakels van het doophek werden nu geplaatst op de hoeken van de borstwering ter vervanging van de houten pinakels zoals die op de bovenstaande foto nog te zien zijn. De (minimale) orgelrestauratie zelf was overwegend conserverend van karakter; adviseur was Klaas Bolt. Wel werd de windlade (cancelraam) aan de bovenzijde van de hechthoutplaat voorzien en werd de mechaniek deels ingevoerd. Een bestaande windmotor en bekisting van spaanplaat en zachtboard bleef gehandhaafd. De oude donkere eiken-imitatie werd overgeschilderd in effen gebroken wit. Het snijwerk werd voorzien van bronsverf, evenals enige biezen en profielen. Het snijwerk bij de pijpvoeten van het grote middenveld in de hoeken werd een kwart slag omhoog geplaatst i.p.v. aansluitend aan de middenste delen. Geen dispositiewijziging Piet van Tartwijk (oud-werknemer fa. Spanjaard (Alkmaar), Hans de Goede en andere vrijwilligers. Ook omdat de Gereformeerde Gemeente van het eiland in die tijd ook in deze kerk kerkte werd reeds geruime tijd wordt het gemis van draagkracht gevoeld en wilde men daar iets aan doen. Flentrop werd om prijsopgave verzocht voor het bijmaken van een Subbas 16 vt. Dit moest ongeveer f ,-- gaan kosten. Dit vond met te duur en ging men zelf op onderzoek uit. Bij de fa. De Wit te Nieuw Vennep werd een bestaande vurenhouten Bourdon 16 voet aangetroffen uit ca Het register komt uit een kerk te Naaldwijk. De bouwer is onbekend. Via orgelhandelaar Henk van der Hoef te Nunspeet werd dit register voor Oosterend aangekocht. Het pedaal werd d.m.v. door de bovengenoemde vrijwilligers aan het orgel toegevoegd en vrijstaand op het orgelbalkon tegen de muur achter het orgel opgesteld op een nieuwe electrische membraanlade van hechthout. Daarop werden 20 Subbaspijpen geplaatst (C g0). Een Gedekt 8 voet unit t/m c1 werd toegevoegd (voor c#1 en d1 een unit naar c#0 en d). De overige vier oude pijpen en de

8 8 toegevoegde unitpijpen van metaal en neo-barokke factuur c0-c1 (Stinkens) werden tussen de windlade en het front op een dito unit-bijlade gezet. De windtoevoer daarvoor d.m.v. een lange wesstaflexslang vanuit het oude windkanaal. De laden werden zelf gemaakt, evenals de electrotechniek. Het koppelkastje werd bij De Wit betrokken. Er is nauwelijks geïntoneerd bij deze plaatsing. Kosten: f 1.750,-- (mededeling Hans de Goede, Oosterend) De Cornet 4 sterk discant werd op het basgedeelte naast de Cornet uitgebreid met een Mixtuur Bas 3-4 sterk op een separate kegellade op verhoogde pijpstok met vrij eng gemensureerd pijpwerk in laatromantische factuur van de fa. Laukhuff-Weikersheim (D) met expressions, perslabia en slagletters. De pijpen werden vanuit de zijkant van het cancelraam aangesloten met een susplank met plastic conducten. Ook werd een nieuwe pneumatische tremulant toegevoegd en het oude opliggende exemplaar buiten werking gesteld. Alhoewel het orgel ook toen al als monument geregistreerd stond zijn deze wijzigingen zonder gemeentelijke vergunning aangebracht. Achteraf kwam daarop kritiek van zowel de gemeente als de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Maar e.e.a. was al aangebracht. De wijze waarop het was gedaan werd niet als beschadigend voor het monument geacht en hoefde niet weer te worden verwijderd. Ook heeft het geen consequenties gehad voor de monumentale status. De tekst van Psalm 150 in de muzieklessenaar. De in 1984 achter het orgel toegevoegde electrische unit-pedaallade van hechthout met een Subbas van ca

9 9 II. BESCHRIJVING VAN HET ORGEL 2.1. ORGELBALKON, KAS EN FRONT Orgelbalkon Het orgel staat op een klein nieuw balkon aan de oostzijde van de kerk dat in 1906 ten behoeve van het orgel is gebouwd. De twee kolommen zijn in 1971 nieuw aangebracht ter vervanging van de oude drie van gietijzer. Dit instrument telt 9 registers waarvan een in de discant, een vanaf c0 en twee op het pedaal. Het bezit een handklavier met 54 toetsen (C t/m f3). Er is een aangehangen pedaal (C t/m d1). De makelij van het geboste paneelwerk in de vrij lage borstwering is dezelfde als van het orgelfront. De profilering van de onderslagbalk is eenvoudig maar doelmatig uitgevoerd en lijkt ook uit 1906 te dateren. Het balkon is van oorsprong niet groter geweest maar voldoet nu niet meer aan de huidige wensen t.a.v. gebruik. Bij de laatste kerkrestauratie is de voorheen aanwezige oude ijzeren trekstang (zie de oude foto s) vervangen door een grote trekbalk van dezelfde maat en detaillering als de overige in de kerk. Op de hoeken van de borstwering zijn de twee messing pinakels aangebracht die afkomstig zijn van de voormalige doophek Orgelkas en -front De gehele orgelkas uit vuren en grenen delen dateert van 1906 en is in een rudimentaire neo-renaissance trant gebouwd. De klaviatuur bevindt zich aan de zuidzijde (vanuit de kerk gezien rechts). De beschildering is niet meer authentiek. Onder de huidige matte crême-witte kleur bevindt zich de originele, nl. donker-eiken imitatie (zie de fotobijlage). Het front zal een catalogusfront zijn geweest waarbij gekozen is voor een van de meest eenvoudige varianten wat betreft lofwerk en profilering. Of de kast zelf ook door een gespecialiseerd toeleveringsbedrijf is twijfelachtig gezien het wel zeer eenvoudige timmerwerk ervan. Het lijkt meer op het werk van een plaatselijke timmerman-aannemer die bepaald geen kastenmaker was. Zo zijn er bv. geen zijprofielen aanwezig, noch aan de balkonborstwering, noch de orgelkast zelf. De achterwand heeft drie luiken met zijscharnieren, sober afgewerkt zonder bossing en profilering. De buitenkrappen van de luiken zijn van mahonie en in 1984 aangebracht. Het regelwerk van de kas is d.m.v. pen-gat verbindingen (eiken deuvels) bevestigd en op een grondregelwerk gebouwd. De binnenregels zijn geschroefd, de ladeliggers ingelegd en gelijmd met een halfhoutsverkeping, danwel met zwaluwstaartverbinding. De kroon- en basementlijsten zijn koud verlijmd. De profileringen zijn een composiet van enkele profielplanken. De zijvelden hebben geen snijwerk aan de boveneinden, de tussenvelden hebben gebogen vormen die een onderdeel van de kastornamentiek zijn. Het bescheiden blinderingssnijwerk aan de onderzijde van alle frontvelden en -torens is in een andere stijl uitgevoerd, nl. ecclectisch barok, met ranke bladmotieven in een basale vormtaal die in de verte doet herinneren aan de barokke voorbeelden waarop dit snijwerk is geinspireerd. Het front van Oosterend is een veel voorkomend type, zoals ook een firma als Bakker & Timmenga die in die tijd wel liet maken, met meer of minder ornamentiek. De indeling van de frontpijpen van links naar rechts: 4-2x7 boven elkaar - 9-2x7 boven elkaar - 4. De bovenste tussenvelden zijn niet korter dan de onderste maar wel loos. De onderste tussenvelden zijn voor ruim de helft sprekend. De overlengte van de frontpijpen is bescheiden, waardoor de combinatie ervan met de indeling, de ornamentale behandeling en de dispositie proportioneel natuurlijk overkomt. Ook de forse klank is in overeenstemming met de frontproportie. De frontpijpen zijn van orgelmetaal en waren oorspronkelijk gepolijst. Alle frontpijpen hebben opgelegde labia die zijn geverfd met dezelfde vale bronsverf die ook als biezenversiering op de kast is aangebracht. Oorspronkelijk zal dit verguld geweest zijn. De huidige verflaag en de labiumverf dateren van Zie voor een verdere kunsthistorische beschrijving bijlage WINDVOORZIENING De nog originele grote enkel-vouwige horizontaalbalg met ijzeren scharen is nog voorzien van de twee originele schepbalgen en met een eiken handpomp met twee ijzeren trekstangen. Deze laatste zijn verbonden aan de eiken trekbomen van de schepbalgen. De peilstok is van De handpomp kan aan de overzijde

10 10 van de klaviatuur bediend worden. Daar rechts naast is ook de peilsleuf aanwezig. Op de verf van 1971 zijn ruwe strepen aangebracht ter aflezing van de hoogte van het balgniveau voor de motorregulateur. Er is geen drukzwaard aanwezig, noch een schokbalg. De balg is geheel van grenen, inclusief de vouwen. De buitenlijsten en balgdekken zijn rood geschilderd, de vouwen belijmd met dik blauw papier. De gewichten zijn van ijzer, enkele met versierde bovenprofielen. Deze lijken in 1984 te zijn aangebracht. De waarschijnlijk in 1961, links naast het orgel geplaatste motorkist met toevoerkanaal staat in een dempkist van zachboard, alwaar ook de regulateur in is geplaatst. De motor is van het type Meidinger, snel lopend (2800 toeren). Het motorkanaal is een grote westaflexbuis en kort aangesloten aan de zijwand van de balg. Het windkanaal is van rood geverfd grenen. De gelijmde hoekdelen zijn beleerd. Het kanaal heeft één ruime afmeting (er is geen verjonging vanaf de balg naar de windlade) en is aan de noordzijde tegenover de klaviatuur gesitueerd. Vanuit het onderblad naast de schepper loopt het kanaal met twee schuine hoeken tot aan de inlaat in de ventielkast aan de zijkant. Het balgventiel is een beveiliging tegen een te groot balgvolume en treedt in werking wanneer het balgblad te hoog opgepompt wordt. Ze bestaat uit een simpele beleerde uitlaatklep met een lange veer op een houten raamwerkje op de balg aan de frontzijde. De tremulant is op het schuine deel van het windkanaal naast de balg aangebracht. Het is een oude opliggende tremulant van het 18 de eeuwse type, compleet met ijzeren veer en stelschroef. Een unicum in een orgel als dit; in 1906 waren dit soort tremulanten geheel uit de mode geraakt. De oude tremulant is momenteel buiten werking. In 1984 is naast de windlade ter hoogte van de ventielkast een tweede pneumatische tremulant toegevoegd en in een vrij grote rood geverfde kist geplaatst. De aansluiting is middels een westaflexbuis van ruime diameter, die halverwege aan het stijgkanaal is gemonteerd. De verbinding met de registertrekker is middels electrodraad tot aan de andere zijde van de windlade. Het oude ventielmechaniekje bedient de aan- en uitschakeling ervan WINDLADE De grenen windladeliggers steunen aan de frontzijde in de frontstijlen, aan de achterzijde in aparte op de vloer bevestigde stijlen en op dwarse liggers die ingelegd zijn in een verticale stijl middenin de achterwand met daaraan een vanger waar tevens het walsraam aan hangt. De liggers zijn ingelaten. Aan de achterzijde rust de lade op dikke grenen hoekstijlen. Alle delen van de lade zijn uit eiken vervaardigd, ook de fundamentbalk. Sommige delen uit grof eiken, de stokken, dammen en slepen uit meer fijnjarig hout. De voorslagen hebben geen binnenopdik, slechts de binnenrand is beleerd. De voorslagklemmen zijn van zwart geverfd ijzer en geschroefd. Het cancelraam van gemiddelde hoogte is buitenom met twee zwaluwstaartverbindingen bevestigd. Aan de achterzijde van de lade is te zien dat deze in 1906 vermaakt is: tegen het cancelraam is een opdik gelijmd waartegen de voorslagen bevestigd zijn. Deze worden aangeklemd met ijzeren haakse stiften. Dat houdt dus in dat in 1906 een oudere lade als basis is gebruikt die toen vervolgens geheel omgebouwd en gemoderniseerd is (zie hierover ook bij 2.5). De bovensponsels van het cancellenraam zijn waarschijnlijk op klassieke wijze aangebracht. Bij de restauratie van 1971 is de bovenzijde van het cancelraam met een hechthoutplaat belijmd. Bij de onderzijde is dat niet gebeurd en is destijds met dun leer belijmd. De canceldeling is chromatisch, met 54 tonen van C f3, van achteren gezien van links naar rechts. De grootste pijpen aan de klavierzijde. De meeste stokken zijn per register aangebracht, op de achterste staan er twee. Ook de stokken zijn in 1906 vermaakt. Sommige bestaan uit meer stroken eiken, een enkele heeft een binnenzijde die jonger is; de buitenzijde er om heen is ouder. De achterste stok heeft in de discant gepropte gaten. Er zijn daar hetzij ooit conducten op aangesloten geweest, hetzij dat de gezamenlijke bovenste stokgaten eerst zijn voorbereid door een verboring in de stok. Het is dus niet helemaal duidelijk, maar het kan mogelijk een oude vermaakte frontstok zijn. Deze zou dan voor de Cornet 4 sterk discant hebben gediend die er nu nog op staat. Zou dit zo zijn dan doet dit enigszins zuidelijk aan, hetgeen iets kan zeggen over de afkomst van de lade. Klaas Bolt noemt in zijn rapport aparte stokken voor de tonen C G. Er zijn bijbehorende roosters die op nieuwere, afwijkende stempels staan. De stokboringen zijn ketelvormig, het bovenste van de rand nog met enige restanten van uitbranding met de kolf. De pijpvoeten zijn overigens niet aangetast door versuikering. De frontpijpen zijn aangesloten met vrij wijde loden conducten. De frontpijpen staan op horizontale frontlliggers en zijn met de soms vrij lange conducten met de lade verbonden. Er zijn geen aparte frontvervoerstokken, behoudens een klein vervoerstokje t.b.v. de grootste afgevoerde houten binnenpijpen. De frontprestant 8 vt is aangesloten op een originele kantsleep van De discantpijpen hebben veel kortere voeten dan het overige pijpwerk en lijken van een huisorgel afkomstig te zijn. Daarom is het rooster

11 11 ook apart en lager geplaatst. De slepen zelf zijn in 1971 doormidden gezaagd omwille van het daartussen aanbrengen van de veerconstructie. De dammen zijn integraal van Het leer tussen de dammen is in 1971 verwijderd omwille van de verende slepen. Of die tussen ringen op de sponsels en onder de stokken bewegen is wel waarschijnlijk maar nu niet goed te zien. Als ze er zijn dan zijn ze zeer dun. De stokbevestiging is origineel met grote messing schroeven met dikke platte kop. Er zijn geen roosterverstevigingslatten aan weerszijden langs de lade. De meeste stempels zijn oud en van eiken. Het discantrooster voor de Holpijp 8vt heeft nieuwere en ook hogere stempels van beuken, waarschijnlijk in 1984 aangebracht. De overige roosters staan op hetzelfde niveau op de genoemde eiken stempels. De roosters zijn meest van De voorste 3 roosters 1 op 1 per stok, de overige zijn als 1 rooster over 2 pijpstokken verdeeld. De Mixtuur Bas staat op een kleine separate kegellade, per toon aangestuurd door een plastic conduct, en is aangesloten op 24 geboorde gaten in de achterregel van de windlade. De ruime ventielkast van 1906 is van binnen niet uitgeverfd. Mogelijk is de oude krijtverf bij de restauratie in 1971 verwijderd. De rechterzijkant ervan is beplakt met oud krantpapier. De pulpeetplank en zijkanten ventielkast zijn met dik papier belijmd. De mahonie ventielen van 1906 zijn dubbel beleerd. Ze zijn relatief smal en lang, aan de voor- en achterzijde afgeschuind - hoek 45 graden. Verder zijn ze achter met messing stiften bevestigd en uitneembaar, zoals gebruikelijk in die periode. De ventielgeleidestiften bevinden zich aan de voorzijde en zijn op een moderne manier aangebracht: een uitstekend deel met sleuf waartussen 1 dikke gegalvaniseerde stift van De dikke messing ventielveren lijken nog origineel. Er is een grenen verenlat aan de voorzijde van de veer. Al het draadwerk is van fosfosbrons en zal ook van 1971 dateren. De abstractogen van de ladedraden zijn met dik garen gefestonneerd, de abstractogen in de ventielen zijn nog origineel van 1906 en van messing, niet ingevoerd. De oorspronkelijke pulpeetconstructie is in 1971 verwijderd en vervangen door op de pulpeetplank gelijmde eiken opdik met daarin inliggende hulsjes waardoor het draadwerk beweegt. De maatvoeringen van de nieuwe ventielkast en het dito windkanaal van 1906 kenmerken zich door het beoogde doel: een ruime windtoevoer. Het windkarakter is vrij stabiel, alhoewel toch nog van een licht ademende wind sprake is. Dit ook vanwege de intonatietechniek die een grote windvraag impliceert. Het pedaal is in 1984 bijgemaakt, waarbij gebruik is gemaakt van een bestaande Bourdon 16 vt van grenen uit ongeveer dezelfde tijd als Vermeulen. 20 pijpen (C-g0) zijn op deze lade geplaatst, de overige t/m c1 staan op een extra unit-extensielaadje tussen de windlade en het front links achter het front opgesteld, links vanuit de kerk gezien. Dit laadje is door een wijde westaflexslang met het hoofdwindkanaal verbonden. De membraanladen zijn uit hechthoutplaat gemaakt. De tractuur is geheel electrisch. De membranen zijn deels van pvc-buis. De Gedekt 8vt is een unit uit de 16 voet met een daarvoor extra toegevoegd klein octaaf. Dit bestaat uit metalen pijpen, door de fa. Stinkens vervaardigd REGISTERMECHANIEK De korte vierkante eiken registertrekkers zijn boven het muzieklessenaarbak aangebracht. Daarop zijn kleine eiken latjes geschroefd als trekstop van de sleep. Deze zijn d.m.v. een dikke messing winkelstiften verbonden met horizontale eiken registerhevels met afgeronde bovenkanten. Aan de slepen is een lange eiken opdik met keep aangebracht, waarin de registerhevel is bevestigd. De sleepbevestiging is d.m.v. een keepverbinding waar doorheen de hevels met een middensleuf met messing stiften bevestigd zijn. De hevels zelf scharnieren met behulp van een dikke ijzeren stift, ingelegd in een dikke grenen winkelbalk. De stift is afneembaar bevestigd en wordt aangedrukt met geschroefde korte platte eiken latjes. De scharnierhoogte is zodanig, dat een trekverhouding van 2 : 1 is ontstaan. De tremulanttrekker is met een kort abstractje verbonden aan een registermechaniekje: een dunne verticale eiken wals tot naast de windlade en daar met een messing walsarm zoals bij de klavierraamwalsen en een lang abstract verbonden naar de andere zijde en daar met eenzelfde aanleg aan de oude tremulant is bevestigd. Deze is nu buiten werking gesteld. In plaats daarvan is het oude soortgelijke mechaniekje voor het ventiel dat aan de zijkant van de ventielkast was bevestigd nu benut voor de bediening van de nieuwe pneumatische tremulant KLAVIATUUR EN SPEELMECHANIEK KLAVIATUUR De registerknoppen zijn karakteristiek voor Vermeulen: gedraaide houten (eiken, palm?) knoppen, zwart geverfd en gepolitoerd, kort model met 2 holle vormen, 3 profielen in sobere detaillering. Het uiteinde vrij breed in doorsnee met een ingelegd porceleinen plaatje met gouden rand voorop in de knop met daarop zwart

12 12 geschilderde kapitalen (toenmalige druklettertype). De knoppen van de pedaalregisters zijn in vorm redelijk goed bijgemaakt. De registerplaatjes ervan zijn van papier en hebben geen gouden rand. De pedaalregisterstangen bedienen de electrische tractuur van het in 1984 bijgeplaatste pedaal. Ze zijn gefixeerd d.m.v. korte houders van multiplexplaat. De ordening van de registerknoppen (tevens ladevolgorde) is van links naar rechts als volgt : Ventiel ~ Trem ~ Prest8 ~ Holp8 ~ V.d.G8 ~ Oct4 ~ Holfl4 ~ Oct2 ~ Cnt3stD ~ Mixt3stB De knoppen rechts naast de lessenaar van boven naar onderen: Bd16 ped ~ Ged8 ped.~ Ped. kopp.. Het handklavier is half in de kast gelegd. Het klavierraam, inclusief bakstukken en de eenvoudige slechts afgeschuinde klavierlijst, is van eiken, zwart geverfd en gepolitoerd. De toetsen zijn op klassieke wijze als staartklavier bevestigd (1906). Ze zijn achter verankerd met 1 dikke messing achterstift en 1 boven de toetsen uitstekende stift midden in een inliggend gat welke net achter de klavierlat en het belegde deel van de ondertoetsen is geboord. Het is moeilijk te zien of die stift ingevoerd is; het lijkt er op van niet. De eiken achterklavierlat is bevestigd met grote messing schroeven. De eiken toetsen zijn vrij dik en lijken afkomstig van een ouder tweede klavier: het heeft sleuven middenin t.b.v. een klavierkoppel. Ook zijn er afwijkende toetsen bij. Wanneer we die weglaten zou het oude klavier dan een omvang gehad kunnen hebben van maximaal C c3, maar wanneer de tonen C F# (of G?) in 1906 zijn toegevoegd (vlg. Bolt, 1970) betekent dat misschien 7 tonen meer en zou de omvang dan uitkomen op C.D.E c3. In dat geval kan het oude materiaal uit de 1 e kwart van de 18 de eeuw dateren toen een dergelijke klavieromvang nog in zwang was. Het beleg van de ondertoetsen en de toetsfronttons is nu van celluloid, niet gedeeld en gelijmd. De opgelijmde boventoetsen zijn van ebben. Er is een leerkussen onder de toetsen aangebracht als toetsstop. De toetsen liggen in bespeelde toestand horizontaal. Het eiken pedaalklavier (C d1) is origineel in voor 1906 moderne vormen, een eenvoudig raamwerk met een opdik met een iets ojief-aflopend profiel, de ondertoetsen recht maar wel vrij veel afgerond aan de bovenzijde. De boventoetsen hebben eenzelfde type opdik als het raamwerk, maar dan met dezelfde afronding als de ondertoets. Doordat de boventoetsen vrij lang zijn, de voetplank vrij breed en het pedaalschot wel recht is aangebracht, wordt punt-hakspel, zeker in het middengebied, nogal bemoeilijkt en komt e.e.a., ondanks de modernere vormen, overeen met de klassiek 18 de - en 19 de eeuwse aanleg. De toetsbreedte is aan de smalle kant, de deling is van gemiddelde breedtemaat. Het pedaalklavier is gelakt (1971?). De zeegroen geschilderde grenen orgelbank is gemaakt uit een smaller recht middenstuk waaraan zowel aan de bovenkant als de onderkant schuine wangen in de breedte van de zitting zijn aangelijmd met daarin een fraai profiel. Die constructie wordt zowel visueel als technisch verstevigd met twee dwarsregels onder de zitting die met een ojief zijn afgerond. Een fraaie en stabiele oplossing. De voetklossen zijn kwartrond gezaagd tot op het platte voetstuk. Het handklavier is naar klassieke norm vrij laag vanaf de vloer bevestigd. De hand-pols houding tijdens het spelen wordt hierbij niet zozeer op pianistische wijze gestuurd, nl. in één rechte lijn, maar e.e.a. heeft als gevolg dat de hand bij rechte arm-hand positie iets schuin boven het klavier hangt waardoor bv. het onderdoorzetten van de duim vergemakkelijkt wordt. Met name in de klassiek uitneembare muzieklessenaar is de oude imitatie-eiken beschildering zichtbaar waar overheen in 1971 de witte kleur is aangebracht. Kennelijk heeft men de ondergrond niet goed vetvrij gemaakt, want de verf kan met de nagel gemakkelijk afgekrabd worden. Er is om het geschilderde boek heen geverfd. Daarop staan links Hebreeuwse letters waarin verwezen wordt naar Zacharia 19:20b. De tekst is gedateerd 18 november Op de rechterpagina staat Psalm 150 afgebeeld met de bekende tekst Laat zich t orgel overal, Bij het juichend vreugdgeschal, Tot des Heeren glorie paaren. Deze tekst is onder de muziekbalken met (iso-ritmische) open noten geschilderd. Een aanwijzing dat er in de bouwtijd in deze kerk niet ritmisch werd gezongen SPEELMECHANIEK Deze bestaat uit een liggend eiken open walsraam onder de windlade, hangend aan de ladesteunders of deels bevestigd aan de front- en achterstijlen. De breedte van het walsraam volgt de klavierbreedte en past binnen de windladediepte. Het walsraam heeft geen kraalprofiel aan de bovenrand, langszij de windlade of bij de voorslagen. De grenen wellen of walsen zijn vrijwel vierkant, de boven- en onderzijde iets rond en langszij recht. De walsnokken zijn van ahorn. De messing walsstiften zijn met vilt ingevoerd (1906?, vernieuwd in 1971?). De walsarmen zijn van ijzer en zwart geverfd, de abstractgaten met ingelaten leerprop bevoerd.

13 13 Het grenen pedaalwelbord met eenvoudige rechthoekige vorm heeft eveneens ahorn walsnokken met ingevoerde asgaten, waartussen eiken walsen met dwarsgemonteerde ahorn walsarmen. Deze eiken walsen zijn vierkant met sterk afgeschuinde hoeken, zijn kleiner in omvang dan de klavierwalsen en lijken even oud te zijn als de klaviertoetsen (midden 18 de eeuw?). De pedaalkoppel van 1906 heeft een dito winkel waaraan een stoter is bevestigd die de abstractkam heen en weer duwt van de aldus beweegbare pedaalabstracten met duw-klossen die verbonden zijn met het gefixeerde pedaalwalsbord. De grenen abstracten zijn alle van 1906 en aan de uiteinden integraal gepunt en tot aan de uiterste punt, waaraan het verbindingsdraad in gemonteerd is, met touw omwonden, ook over het abstractdraad heen. Interessant is de verbindingsaanleg tussen handklavier en ladewalsraam. De abstracten hangen onder aan het walsraam en worden met enkele eiken kammen geleid. Vanaf de toets is er een korte eiken stoter die een messing winkel opdrukt die per aparte losse winkel in een ahornblokje is bevestigd en aan een oude eiken winkelbalk is geschroefd. Zodoende worden de horizontale abstracten onder de lade aangetrokken die weer verbonden zijn aan de rechte ijzeren walsarm onderaan de wals. De genoemde oude eiken winkelbalk heeft sleuven aan de andere zijde die nu geen dienst meer doen. Om een goede passing en extra stevigheid te krijgen, voor een stabiele bevestiging van deze balk en dito werking van de winkels, is er in 1906 een nieuwere eiken opdik opgelijmd. D.m.v. oude eiken tussenstukjes is deze balk vervolgens onder aan het klavierraam bevestigd. De pedaalabstracten zijn traditioneel rechtstreeks gemonteerd met een gatverbinding door de toets en fixatie en afregeling met een leermoer. Deze stoters zouden wel eens sterk ingekorte 18 de eeuwse stoters kunnen zijn van een stekermechaniek. Tezamen met de net zo oude en uit hetzelfde eiken gemaakte winkelbalk kan dit een mechaniek zijn geweest van een orgel met twee klavieren met achterkantbespeling en Hoofdmanuaal en Positief. De eiken walsen van het pedaalwalsbord zouden daar dan ook onderdeel van hebben kunnen uitmaken, behorend bij een eiken walsbord t.b.v. het andere klavier en een windlade met rechtstreekse stekerbediening van de ventielen die bijna op vloerhoogte gemonteerd is geweest. Dat verklaart wellicht ook de aanpassing aan de achterzijde van de windlade. De ooit daaraan bevestigde stekermechaniek moet dan van de lade zijn verwijderd waarvoor een nieuwe ladeachterzijde in de plaats moest komen. Het oude pijpwerk en de relatief kleine chromatische windlade doet een afkomst vermoeden van een dergelijk klein(er) (zuidelijk) orgeltype, dus zouden de oudste mechaniekdelen en het oudste pijpwerk wel eens bij elkaar kunnen horen en van hetzelfde orgel afkomstig zijn. Alle verbindingen aan de winkels, pedaal- en manuaalwalsbordarmen e.d. zijn geborgd met leermoeren met een rond rood viltje, alle van De electrische Bourdon 16vt en Gedekt 8vt van het pedaal werken middels een op de balkonvloer onder de balg gemonteerd relais en de zich in de membraankast onder pijpen bevindende electrische membranen PIJPWERK - DISPOSITIE, OPSTELLING EN GLOBALE FACTUURKENMERKEN Volgorde op de laden, nomenclatuur van de klaviatuur, omvang C - f3. Omvang pedaal C d1. De klaviatuurzijde vanuit de kerk gezien is rechts (zuidzijde). De pijpopstelling is chromatisch. Oud pijpwerk van tenminste twee verschillende onbekende makers. De tijd waarin het is gemaakt is nu nog moeilijk te duiden maar i.i.g. niet later dan de 3 e kwart van de 18 de eeuw, eerder 1 e kwart 18 de eeuw. Wellicht is hierover na volledig mensuur-, materiaal- en inscriptieonderzoek meer te zeggen. Dateringstekens: * = ca bouwer onbekend + = 1906 Vermeulen x = Spanjaard/De Goede MANUAAL Ventiel Tremolant + Vastgezet. Mechaniek nog aanwezig. Ontlaatklep verdwenen. Opliggend op windkanaal *. Pneumatisch x, naast de lade, aangesloten met westaflexslang. Prestant 8 voet + Front van orgelmetaal met hoog tingehalte; labia met goudverf, rond opgeworpen, geen baarden. 7 geheel vlakke velden, waarvan 4 tussenvelden met de kleinere pijpen tussen de grote 3. Daarvan de middelste 9 pijpen en de buitenste zijvelden elk 4. Totaal 45 frontpijpen waarvan 28 sprekend. Bovenste tussenvelden loos; onderste deels sprekend. G# - h1 in front; C G binnen, open grenen met eiken stemschuif, relatief enge mensuur, rest

14 14 metaal; c2-f3 op de lade (kantsleep frontzijde), G# - h1 met expressions; c2 2 stemkrullen, h2 f3 op lengte. Het pijpwerk van c2-f3 lijkt van een huisorgel afkomstig, is licht van gewicht en heeft zeer korte voeten. Holpijp 8 voet * C c#1 eiken gedekt met baarden, X - X afgevoerd. C verkropt. Aan de bovenzijde banden van perkament met inscripties, sommige oud, sommige van latere datum. d1 - f3 metaal, op de lade; gedekt met baarden. Viola di Gamba 8 voet */+ Vanaf c0. Gr. oct. gecombineerd met Holpijp 8vt. c0-h0 * expressions, c1-f3 + stemkrullen. Octaaf 4 voet */+/x C A met expressions (Maarschalkerweerd?), B-b1 + met stemkrullen, h1-f3 * op lengte. Dit pijpwerk is ook wijder in de mensuurlijn. Op G inscriptie Prestant 8, A c0 ook van latere datum en verschillende makelij. Holfluit 4 voet * C-g0 eiken gedekt; g#0-g2 metaalgedekt met baarden; g#2-f3 metaal, cilindrisch open. Octaaf 2 voet * Metaal. C met expression, C#-d#1 met stemkrullen, e1-f3 op de lade. In hoogste discant voeten van verschillende lengten. Cornet discant 4 sterk * Op de lade. Open cylindrisch. Stemkrullen 4vt: c1-g2, 2 2/3vt: c1-f#1, 2vt: c1-g#1, 1 3/5vt: c1-g1. Rest op lengte. Pijpwerk van verschillende factuur (o.m. Mixtuurpijpen?). Mixtuur bas 3-4 sterk x Toegevoegd 1988 (zie beschrijving). Integraal perslabia, C-b2 expressions, h2-f3 stemkrullen. Duits fabriekspijpwerk. Samenstelling: C: 2 1 1/3 2/3 (niet aangesloten), c0: 2 2/ /3 1. PEDAAL Bourdon 16 voet x pijpwerk ca C g0 grenen, achter het orgel. g#0 h0 grenen, binnen rechts achter het front, c1 c2 metaal, links achter het front, c#1 en d2 aangesloten als c#0 en d0. Gedekt 8 voet x Unit uit Bd16, c0 c2 = C c1. De voeten van de grenenhouten pijpen zijn van vruchtboomnout, gedraaid en taps toelopend. De kerns en oorslagen zijn van eiken, geschroefd. De stoppen en handgrepen zijn van vruchtboomhout, de handgrepen rond en iets gewelfd. De gelijmde hangerklossen zijn eveneens van eiken. De frontpijpen in de torens staan direct op de horizontale frontregel zonder een regelschuif t.b.v. de windtoevoer. De loden conducten van de sprekende frontpijpen (in de torens) hebben een relatief wijde diameter PIJPWERK - SPECIFICATIE KENMERKEN Labiumvormen en voetfactuur De open pijpen van het binnenpijpwerk van 1906 zijn tot en met de Octaaf 4 vt voorzien van spitslabia die pas na de opsnede rond gaan toelopen. Van het oude pijpwerk zijn de bovenlabia meest bijgedrukt, de meeste daarvan vaag spits, andere weer iets schuin maar boven rond; de onderlabia zijn idem wisselend spits of rond bijgedrukt. Die van de in 1988 toegevoegde Mixtuur hebben geperste ronde boven- en onderlabia. De frontlabia zijn alle rond opgeworpen. De pijpvoeten zijn wisselend toegeklopt en/of iets spits bijgedraaid Kernfactuur De kernen zijn over het algemeen vrij dun, de fase is overwegend tamelijk vlak van 30 tot ca. 45 graden. De kernen liggen vrij ver naar binnen, hetgeen oorsronkelijk resulteerde in wijde tot zeer wijde kernspleten. E.e.a. is niet gerealiseerd door veel corpus-uiteinden met de rondstaaf iets uit te buigen. Naderhand zijn veel kernspleten wat dichter gedrukt, of ze zijn qua wijdte erg onregelmatig geworden. Het discantpijpwerk heeft

15 15 doorgaans geen engere voetdiameter t.o.v. het corpus. De voeten van de ladepijpen van de Prestant 8vt. zijn zeer kort Materiaal, oppervlaktestructuur, soldeernaden, wanddikten en bolus Materiaal - legering ca. 85% lood, 15% tin, met sporenelementen, niet gehamerd houten pijpwerk - de wanddikten van het grenen pijpwerk zijn evenals het metalen pijpwerk relatief dik, het grenen is fijnjarig en heeft een fraaie structuur. De houten pijpen zijn aan de binnenzijde met krijtwit en lijm uitgeverfd. oppervlaktestructuur - glad, niet gelakt. - pijpwerk 1906: weinig tekening; oud pijpwerk: veel donkere strepen. bolus - bij de soldeernaden restanten van rode soldeerbolus. soldeernaden - pijpwerk 1906: relatief dun, plat en egaal-netjes bewerkt; oud pijpwerk: dikke, ietwat klodderige naden bij de kern, dikkere naden en minder regelmatig bij het corpus. wanddikten - t/m ca. 2 voets lengte uitgeschaafd; - front: vrij dik bij de kern tot gemiddeld bovenaan; - de voetstabiliteit is goed; er doen zich bij voet en labium geen verzakkingen voor Inscripties, constructiecirkels De tooninscripties zijn handgeschreven en staan voor op het corpus en voet recht boven het labium. Cancelnummers staan voor op de voeten, bij de Cornet twee onder elkaar. De inscripties op de Mixtuurpijpenzijn d.m.v. slagletter, groot Duits lettertype (Bes=B, B=H). Of het pijpwerk d.m.v. het direct uitcirkelen op de plaat is geconstrueerd is moeilijk te zien. Steekproefsgewijs waren de constructiecirkels zeer moeilijk zichtbaar, als ze er al zijn. Nader onderzoek zal dat uitwijzen PIJPWERK - MENSUUR en INTONATIE Mensuurindicatie Het pijpwerk van 1906 volgt over het algemeen de normaalmensuur van Töpfer, begint bij de prestanten echter enkele tonen enger in de bas tot een aantal tonen wijder in de hoge discant. De prestanten hebben over het algemeen een gemiddeld wijde mensuur in de bas, de discant is vrij wijd. De fluiten zijn gemiddeld van wijdte. De Cornet is weer relatief wijd, waarmee een goede aansluiting met het plenum wordt verkregen. Bij het nieuwe pijpwerk is de octaafdeling logaritmisch, de fis is het midden in de octaafdeling, bij het oude is het de f en zal er meer een vergelijkbaar model als het monochordische gebruikt zijn Labiumstand en opsneden De labiumbreedten m.b.t. het metalen pijpwerk zijn niet extra gedurfd: zij volgen de gemiddelde waarden en zijn niet breder dan 40/100 van de plaatbreedte. De Gedekten volgen in de labiumbreedten gemiddelde tot iets wijde waarden. De labia staan veelal niet in een gave rechte stand, zij het dat ook een aantal onderlabia in het midden iets bol staan, waardoor de kernspleet op die plek dan ook iets wijder is. Of dit oorspronkelijk ook de bedoeling is geweest moet nog worden onderzocht: veel pijpen met onregelmatige labiumstand en kernspleetwijdte spreken vrij slecht aan, andere daarentegen spreken goed en klinken mooi. De kernfactuur geeft in relatie tot de voetdiameter reeds aan, dat het bovenlabium meestal iets voor het onderlabium staat. De opsneden varieren van normaal (40/100) in de bas naar relatief hoog in de discant. Van de Gedekten zijn de opsneden gemiddeld hoog tot hoog (28/100). Bij het oude pijpwerk zijn de opsneden matig netjes tot slordig bewerkt en bij het binnenpijpwerk veelal iets schuin naar de hoek uitgestoken ter bevordering van een snelle aanspraak met terugdringing van voorspraak. Veel gedekten zijn van iets ronde opsneden voorzien. Het 1906 pijpwerk heeft over het algemeen nette en rechte opsneden Voetopeningen en expressionwijdten Bij de voetopeningen zien we dezelfde verschillen. Bij het pijpwerk van 1906 volgen ze een redelijk regelmatig verloop, het oudere is veel onregelmatiger. Men kan hieruit wel concluderen, dat deze in de mensuur opgenomen zijn en i.i.g. in 1906 bij de intonatie waar nodig zijn aangepast. De voetdiameters geven een normale wijdte in de bas en tenor te zien. Naar de discant toe worden zij niet kleiner.

16 De expressionwijdten van 1906 zijn vrij eng, hetgeen het klankbeeld, in combinatie met de relatief wijde mensuur, toch nog een enigszins klassieke karakteristiek meegeeft Kernspleten en -ligging, kernsteken en -randen De kernfactuur in de mensuur geeft reeds aan dat de kernspleten wijd zijn. In relatie tot de gewenste aanspraakkarakteristiek betekent dit, dat Vermeulen vrij veel kernsteken moest toepassen, m.n. weer bij de prestanten. Deze kernsteken zijn regelmatig en meest recht aangebracht; het aantal varieert tussen de 5 tot 15 per kern. De diepte van deze steken varieert van klassiek-ondiep (Gedekten) tot romantisch-diep (bv.bij de Prestant 8 vt). Door de manier van steken is de kernrand, waaraan voor het opsolderen van het corpus aan de voorzijde bij een groot aantal oude pijpen een kleine rechte fase is aangeschaafd, toch vrij onregelmatig. Dit is ook de oorzaak van een ruisfactor, die zich op enige afstand van het instrument toch als harmonisch versmeltend aan de luisteraar voordoet. De kernranden zelf zijn niet of nauwelijks afgerond of iets weggesneden. Dit laatste ook waar de labia tamelijk recht boven elkaar staan Winddruk en toonhoogte De op gevonden waarde is op gemeten op de lade. Deze bedroeg 81 mm. Cancelverval tot 78 mm; akkoordproef bij 10 tonen verval tot 70 mm (!); drukfluctuatie uitslag mm. De aangetroffen toonhoogte was a1 = 440 Herz bij 18 graden Celsius. Klankproeven middels drukwijziging leveren overigens wel een verrassende uitkomst op. De winddruk is al bepaald niet laag, maar bij verdere verhoging wordt de klank nog veel aannemelijker en aanmerkelijk stabieler, voller en karaktervoller. Een drukverhoging tot aan 89 mm geeft ook De muzieklessenaar met de klassieke registerknoppen van Vermeulen geen enkele verstemming en dat is een aanwijziging dat de intonatie van het pijpwerk oorspronkelijk al hoog bedoeld is geweest, maar zeker ook in Zelfs tot aan 97 mm blijft de aanspraak aannemelijk zonder al te zeer over te (willen) blazen, de klank is dan ook aanzienlijk luider en draagkrachtiger. Dit geeft i.i.g. ook aan dat de oorsprong van de oude factuur toch in een meer zuidelijk orgeltype gezocht kan worden, dat vaak van een zeer hoge winddruk was voorzien.

17 17 III. DE TECHNISCHE STAAT BESCHRIJVING TECHNISCHE STAAT Orgelbalkon, -kast en front Het orgelbalkon verkeert in goede constructieve staat. Wel zijn er kleine krimpnaden in de borstwering. De orgelkast vertoont op veel plaatsen oppervlaktebeschadigingen. De panelen en deuren zijn in matige conditie. De passing van de luiken is minder goed en ze zijn ook iets kromgetrokken. In de panelen zijn grote krimpnaden aanwezig van wel vingerbreed. De profielen sluiten wel goed aan. Of enkele los zitten moet nog worden onderzocht. Het orgel is inwendig erg vervuild en er is ook houtworm aanwezig. Bestrijding hiervan dient binnen niet al te lange tijd plaats te vinden. Het weinige snijwerk van de kast is in overwegend goede staat en lijkt compleet te zijn. Het snijwerk in de hoeken onder bij de pijpvoeten in het middenste grote pijpenveld zijn rechtop gezet tegen de zijstijlen i.p.v.. recht op de onderste frontregel. De op de kas en op andere plaatsen aangebrachte electra is erg storend en heeft tot veel beschadigingen geleid. Het oude hang- en sluitwerk is wel verroest maar werkt nog redelijk en is ook weer goed te krijgen. Op afstand ziet de beschildering van de orgelkast en borstwering er nog heel behoorlijk uit. Bij nadere blik op de orgelkast, balkon, borstwering en pilaren laat ze toch zeer veel te wensen over. Bij de achterwand en de omgeving rondom de klaviatuur zijn er vele oppervlaktebschadigingen en is de onderliggende oorspronkelijke verflaag (donkere eiken-imitatie) zichtbaar. Het snijwerk is nu met lelijke goudverf bestreken, mar oorspronkelijk met bladgoud belegd geweest. De pilaren zijn onder van een rudimentaair profiel voorzien en de kapitelen zijn quasi basementen met een enkele plank en ronde lijst die in een lijn met de onderslagbalk zijn gebracht. Het geheel lijkt nogal amateuristisch. De dikteverhouding van de pilaarschachten is fors maar kan nog wel Windvoorziening De windmotor functioneert, maar daarmee is alles wel gezegd. Het motorlawaai is groot. Demping is er nauwelijks. Ook moet de motor nu op hogere toeren wind leveren vanwege windlekkages. Het windkarakter is in de huidige aanleg nogal onrustig. Een sterke flakkering (motoreffect) is in de individuele pijptoon hoorbaar. De stationaire druk fluctueert ook 2 mm.. De balg is enigszins bijbeleerd en nog redelijk winddicht. Toch kan deze nog te snel leeggespeeld worden. Het oude balgleer is hard en verdroogd. De windkanalen zijn nog redelijk. De oude handpomp is nog aanwezig; de peilstok is zoiets als een verzaagde bezemsteel van Het drukverval van de speelwind is vrij groot. Bij de blinde proef zakt de balg aanmerkelijk en de druk van 81 tot 79mm. en is er hoorbaar windverlies. Bij een kanaaldruk van 81 is de druk bij een vol akkoord met alle registers open eerst 78 mm. en binnen 10 seconden gezakt naar 70 mm.. Bij een mezzoforte registratie is de gemiddelde druk 75mm.. Stemmen heeft nog wel zin maar ondanks dat is het orgel inmiddels wel permanent meer of minder ontstemd, afhankelijk van hoeveel registers er klinken Windlade Het cancelraam voelt in de ventielkast onregelmatig aan. Er zijn echter geen zwarte strepen zichtbaar anders dan bij de ventielopeningen. Draad- en stiftwerk is meer of minder geoxideerd en er is iets overloop van wind bij de slepen. Doorspraak heb ik niet geconstateerd. De houten onderdelen zijn op zichzelf echter beter dan nu op het eerste gezicht lijkt. De lade kan na aanvullend herstel weer zeer fraai zijn zonder al te veel materiaal te hoeven vernieuwen. Het draadwerk is niet slecht, maar op veel plaatsen wel rommelig en verbogen. De ventielveren zijn vrij zwaar aangespannen Register- en speelmechaniek, klaviatuur De registermechaniek is nog in redelijke staat. Bij de hevelbevestiging met stiften is er wel enige speling. De speelmechaniek functioneert matig tot slecht. De walsarmen zijn iets verroest of anderszins gecorrodeerd. Een groot aantal welstiftgaten zijn erg ruim, maar zijn door de bevoering qua werking nog redelijk stil. Veel draaipunten zijn vervuild en verdroogd. De eiken stoters zijn nog origineel, de touwomwinding is nog wel

18 18 redelijk. De aanhechtingspunten in het draadwerk is op een aantal plekken te ruim. De zelfde situatie doet zich voor bij de walsstiften. De toetsopsluiting (achter en bij de geleidestiften) van de klavieren valt nog mee, maar ook hier is er zijdelingse speling en rammelen ze omdat ze te los zitten. De oude toetsstop is hard en verdroogd. De toetsen dreunen nu op de stop. De registerknoppen zijn nogal beschadigd. Van de later aangebrachte zijn de plaatjes erg lelijk geworden. Het celluloidbeleg is nog redelijk goed. Het klavier detoneert echter zeer bij een dergelijk orgel. De oude orgelbank vertoont enige oppervlaktebeschadigingen en moet even weer goed worden gestabiliseerd maar is verder goed. De registerplaatjes van 1906 is de belettering nog redelijk tot goed, alleen zijn de gouden randen bij sommige weg of beschadigd. De speelaard is niet licht vanwege de vrij zwaar aangespannen ventielveren. De mechaniek laat echter een goed genuanceerde bespeling toe, ook in trillers en afspraak. Dit vanwege de redelijk goede verhoudingen in dikte, materiaal en trekpunten. Het algehele spelgevoel is daarom nog bepaald niet slecht maar is nu erg onregelmatig en kan dus beter Pijpwerk De vervormingsschade van het metalen pijpwerk is bij de bekken over het algemeen wisselend van nog in redelijk goede staat tot nogal vervormd. Wel is er veel stemschade aan de bovenranden en bij een aantal pijpvoeten, m.n. bij het kleinere pijpwerk. Veel pijpen zijn gedeukt en er zijn enkele baarden afgebroken. Een klein aantal pijpvoeten is heel licht versuikerd. De groot aantal houten pijpen zijn lek en enkele zijn beschadigd. De frontpijpen zijn constructief en klanktechnisch nog redelijk goed, maar nogal donker geworden. De toonhoogte is in 1971 rond a1 = 440Hz afgewerkt. De originele toonhoogte van 1906 zal heel iets lager zijn geweest, maar hoeveel zal bij demontage moeten worden onderzocht. Veel pijpen staan niet meer goed in de intonatie. Als oorzaken kunnen het bij-intoneren op de momenteel te hoge en/of te lage winddruk zijn, of stemschade en/of metaalmoeheid. Toch is nog steeds waarneembaar hoe fraai het oude klankkarakter is. In het algemeen is in 1971 de intonatie terughoudend uitgevoerd. De goede stand van de labia en de kerns van de pijpen is verhoudingsgewijs weinig aangetast, waardoor de oorspronkelijke klank nog vrij goed bewaard is gebleven. De samenhang is echter wel enigszins zoekgeraakt. Het 18 de eeuwse pijpwerk van de Cornet IV.

19 19 IV. RESTAURATIEPLAN 4.1. VERANTWOORDING, PLANSAMENVATTING en KLIMAATBEHEERSING Doelstelling en verantwoording Het orgel is in 1971 n.a.v. het dringende advies van Klaas Bolt niet gesloopt maar gerestaureerd. De kwaliteit van die restauratie is, naar de huidige maatstaven gerekend, middelmatig geweest en is er destijds een ook voor die tijd slechts minimaal bedrag aan het instrument besteed. Er werd in die periode nog met enig dédain naar dit soort orgels gekeken en was Klaas Bolt er niet bijgehaald, dan was het orgel zonder twijfel vervangen geweest door een geheel nieuw instrument. Orgel te klein Het was en is een klein orgel en, alhoewel sympathiek van klank en mogelijkheden binnen het beperkte kader, het voldeed nog wel een tijdlang, totdat na ruim 10 jaar de wens ontstond tot meer diepte en helderheid in de klank en de mogelijkheid om niet alleen met een soloregister in de discant te spelen maar ook met een solo in de bas. Een tongwerk zag men destijds niet zitten maar een vulstem wel, ook om zo samen met de Cornet een volledige vulstem te kunnen hebben. De gewenste uitbreidingen kwamen er. Ze werden verricht in een tijd dat het orgel al wel een monument was, nl. in 1984 en Organist en amateur-orgelmaker Hans de Goede maakte de bijgeleverde onderdelen, geholpen door dhr. Spanjaard oud-firmant van de nu nog bestaande pianozaak Spanjaard in Alkmaar: de beide stemmen voor het vrije pedaal, de Mixtuur Bas en pneumatische tremulant. Technische noodzaak Na 45 jaar is de technische staat van het orgel echter dermate achteruit gegaan dat een hernieuwde restauratie nodig is. M.u.v. de marmerimitatie die goed en duurzaam is uitgevoerd is het schilderwerk aan het orgel in slechte staat en zal geheel opnieuw moeten worden aangebracht. Zinvolle uitbreidingen als historische groei Zoals het orgel in 1906 in de kerk is geplaatst is het orgel een fraaie eenheid, wellicht op het vanaf het begin af aan al te kleine balkon na. Het verdient het daarom alleszins om in conserverende zin gerestaureerd te worden naar de toestand van Maar de ingrepen van 1984 en 1988 zijn qua gebruiksintentie en uitbreiding van de nogal beperkte mogelijkheden van het orgel zeer verklaarbaar en ook te waarderen. Alleen is de wijze waarop dat is gedaan uitgevoerd volgens een conflictmodel t.o.v. het oude werk, een werkwijze die meer past in de tijd rond 1930 dan Ook hindert het extra materiaal, dat nu direct achter het front staat, de klankuitstraling in de kerk van m.n. het kleine pijpwerk en is de toegankelijkheid voor onderhoud en stemmen slecht. Aanpassingen t.b.v. een monumentwaardige en kunstambachtelijke eenheid Het plaatselijke verlangen dat bij de toekomstige restauratie de uitbreiding in grote lijn dient te worden gehandhaafd vind ik dan ook heel legitiem. In zekere zin kan hier zeker worden gesproken van een historisch gegroeid concept en is het behoud van de toevoeging een meerwaarde voor het monument. Alleen is het besef intussen wel gegroeid dat een behoud ervan alleen zinvol is als het meer in eenheid wordt gebracht met de identiteit van het oude materiaal. M.a.w. dat de electrische overbrenging wordt vervangen door een mechanische en dat de materialen daarbij als vanzelfsprekend in overeenstemming worden gebracht met het oude. Met alle consequenties van dien. Namelijk dat het orgel, door het maken van een pedaalkast achter het orgel voor een volledige Bourdon 16vt en een transmissie Gedekt 8vt, enigszins naar voren geplaatst moet worden. Daarbij komt de bij de kerkrestauratie in 1971 aangebrachte trekbalk, die nu vóór het orgel ligt en het geheel visueel zo erg onaantrekkelijk maakt, straks direct achter het front door het orgel heen te liggen, waardoor het hinderlijke visuele aspect meteen ook is opgelost. Dat is mogelijk omdat een aantal van de zich nu achter het front bevindende grote houten pijpen straks in de pedaalkast achter het orgel kunnen worden opgesteld. Het grote voordeel bij dit alles is bovendien dat de oude aanleg van het orgel, zoals het vóór 1984 was, kan worden hersteld. Het bevordert de klankuitstraling en de toegankelijkheid van zowel de mechanische onder-

20 20 delen als van het pijpwerk. Een goede toegankelijkheid betekent ook minder kans op stemschade en dat de orgelmaker bij het onderhoud minder uren hoeft te maken, waardoor de toekomstige reguliere onderhoudskosten verhoudingsgewijs iets lager kunnen zijn. Stilistisch passende kleine uitbreiding De in 1988 op de windlade geplaatste Mixtuur Bas vraagt echter wel om strikte keuzes. Handhaving ervan op de huidige wijze ligt niet voor de hand. Het register past op geen enkele wijze bij het bestaande monumentale werk, niet in technische- en niet in stilistisch artistieke zin. Maar de toevoeging van enige klankkracht en spelvariatiemogelijkheid wil men als historisch gegroeid artistiek gedachtengoed terecht liever niet meer prijsgeven. Wellicht is het plaatsen van een tongwerk in bas- en discant op de achterste sleep daarom een welkome variant. Het is ook in stijl met Vermeulen wanneer hij een iets groter orgel maakte. Zo n register geeft precies de hierboven geschetste mogelijkheden. De oude windlade is al in 1906 verbouwd en is op zich gesproken niet uniek. De toestand daarvóór is niet meer terug te halen. Aldus geredeneerd is het toevoegen van een Trompet 8 voet in dit orgel niet beschadigend voor de windlade en is deze voor de kerkmuziek in deze kerk een zeer welkome aanvulling. De Cornet 4 sterk discant zal in dat geval wel verplaatst moeten worden. Deze kan goed haar mogelijk aloude functie als een achter het front opgebankt register van vóór 1906 terugkrijgen door de in de oude stok gepropte oude conductgaten weer te openen en deze met nieuwe conducten en d.m.v. een kantsleepconstructie voor uit de lade tussen front en lade te plaatsen. Dus op de plek waar nu de uitbreidingslade t.b.v. het pedaal staat. Een Cornet op verhoogde frontstok neemt echter lang niet zoveel ruimte in als de huidige grote pedaalpijpen, dus wordt de toegankelijkheid waarover ik eerder sprak daardoor niet alsnog teveel belemmerd. Functieuitbreiding in de zin van herbestemming Ook de wens om het orgelbalkon te vergroten door de borstwering over de hele breedte van muur tot muur te brengen, is zeer legitiem omdat dit het behoud van dit klinkende monument sterk kan bevorderen. Daardoor is er immers een veel bredere inzetbaarheid van het instrument mogelijk dan tot nu toe. Uiteraard blijft de kerkdienst een hoofdtaak, maar daarnaast worden in toenemende mate kerkconcerten van allerlei aard en met allerlei instrumentale en vocale combinaties van solisten t/m kleine ensembles georganiseerd, waarbij ook het orgel een rol speelt. Ook andere combinatievormen van culturele aktiviteiten in samenhang met muziek vinden in toenemende mate plaats. In deze zin is er dus deels sprake van herbestemmingsuitbreiding, nl. als die van tentoonstellings-, cultuur- en concertzaal. Momenteel worden deze initiatieven grotendeels geblokkeerd. Het samen musiceren met het orgel is met het huidige balkon niet mogelijk. Een solist kan boven niet naast de organist staan en aan de andere zijde staat de windmotor. Er kan daarom geen visueel en/of te weinig auditief contact zijn. Het uitbreiden van het orgelbalkon kan echter volledig met het oude beschikbare materiaal geschieden door het naar achteren gesitueerde deel naar de zijkant te verplaatsen en de balkonvloer daarbij aan te vullen. Bovendien wordt het uiterlijk van het orgel niet veranderd en is een opstelling van een orgel als dit op een orgelbalkon over de hele breedte van het schip van de kerk een situatie die zeer veel voorkomt bij vergelijkbare orgels. Dus wordt het uiterlijk van het geheel er niet negatief door beïnvloed. Integendeel, het krijgt er juist meer allure door. Uiteraard gaat de eigenaar er van uit dat alle hierboven genoemde werkzaamheden, anders dan het sec herstellen van de toestand 1906, niet tot het (provinciaal) subsidiabele deel van het werk behoren. De eenheid van zien en horen De kleuruitmonstering van het orgel verdient ook een algehele rehabilitatie door het weer in een eikenimitatie te schilderen. De huidige kleurstelling past niet goed bij de architectuur van het front met borstwering. Het is uitermate aan te bevelen om middels een eenvoudig kleuronderzoek (meer is niet nodig) de oude kleurstellingen van de gehele westwand met orgelkast, balkon, borstwering en onderpui in kaart te brengen en deze weer aan te brengen. Het orgel en de oude balkonkleuren inclusief pilaren zijn daarvoor leidraad. Daarbij dient wel te worden aangetekend dat de eerste kleurstelling een zeer donker eiken was en er daardoor op afstand geen houttekening zichtbaar was. De pilaren zoals ze nu zijn zijn bij de kerkrestauratie van 1971 aangebracht. Ze vervingen de originele dunne gietijzeren exemplaren. Men heeft daarbij nauwelijks acht geslagen op hoe het profielwerk en de kapitelen daarbij zouden moeten harmoniëren. Het bijmaken van enig profielwerk en van twee eenvoudige kapitelen zou het geheel visueel sterk opwaarderen.

21 21 Ondanks de voorgestelde aanpassingen is er al met al geen sprake van een groot plandilemma. Een zowel in- als uitwendig nagenoeg integraal herstel van de toestand van 1906, met integratie van de beide pedaalregisters op een bijpassende mechanische wijze, alsmede het toevoegen van een tongwerk op het manuaal en in verband daarmee verplaatsen van de Cornet naar direct achter het front, is hier de beste keuze. De onderstaand beschreven restauratie heeft dan ook grotendeels een geheel conserverend karakter Plansamenvatting De belangrijkste aspecten van de thans noodzakelijke correcties zijn hieronder samengevat: a. Opmeten van het orgel, maten windvoorziening en windlade, alsmede inventarisatie en metaalresearch van al het pijpwerk, inscripties en mensuratie. Afhankelijk van de uitkomst van dat onderzoek eventueel een vergelijkend onderzoek doen naar andere orgels van een vergelijkbaar type. b. Schoonmaak en algeheel herstel van de orgelkast. c. Uitbreiding van het orgelbalkon door het rechttrekken van de borstwering en uitbreiden van de vloer. Dit door de delen die nu haaks op de borstwering en achterwand staan te verplaatsen naar en verankeren in de zijmuren. d. Het orgel m.u.v. de gemarmerde basementlijst opnieuw schilderen in een nieuwe eiken-imitatie en het lofwerk vergulden. e. Alle pijpen van het huidige vrije pedaal tezamen in een nieuwe pedaalkast achter het orgel plaatsen en met een nieuwe passende windlade met mechaniek aansluiten. De kast zo onopvallend mogelijk maken en schilderen in de kleur van de achtermuur. f. Algeheel technisch herstel. g. Herstel van de windvoorziening in oorspronkelijke opzet, vernieuwing van de motorvoorziening. h. Restauratie van de windlade. i. Aanbrengen van een extra kantsleep aan de voorzijde en het vrijmaken van de achterste sleep t.b.v. een Cornet 4 sterk disc. achter het front en een nieuwe Trompet 8vt in passende stijl achterop. j. Volledige restauratie van de bestaande mechanieken en van de klaviatuur. k. Integraal technisch herstel van het pijpwerk. Frontpijpen poetsen en/of polijsten en labia vergulden. l. Terughoudend herstel van de intonatie op een hogere winddruk Klimaatbeheersing Voor het herstel naar de oorspronkelijke toestand kan in sommige gevallen het verwarmingssysteem een zwaarwegende factor zijn, welke restauratiemethodiek voor de windladen dient te worden toegepast. Gelukkig is het heden ten dage mogelijk reeds met geringe aanpassingen aan het oude verwarmingssysteem, de mogelijkheid tot uitdrogingsschade aan het orgel aanzienlijk te beperken. Er dient uitgegaan te worden van het principe dat het verwarmingsprobleem bij de bron moet worden aangepakt en niet in de eerste plaats bij het orgel. In ieder geval moeten boven bij het orgel een goede (electronische) thermometer en hygrometer opgehangen worden en de standen wekelijks worden nagegaan, danwel een hygrochip gemonteerd worden die per computer kan worden uitgelezen. Extra oplettendheid is geboden tijdens de winterperiode bij lange vorstperiodes in combinatie met langdurig verwarmen. Bij een lagere relatieve vochtigheid dan 45% dient extra bevochtigd te worden De temperatuur in relatie tot de vochtigheidsgraad T.b.v. een goed gemiddelde tot behoud van het kerkmeubilair en het orgel enerzijds en een goed multifunctioneel gebruik van de kerk adviseer ik de volgende temperatuurinstelling voor de verwarming bij een relatieve vochtigheid van 50% en hoger: In de gangpaden 16 à 17 gr. = in de banken met voet-buisverwarming 18 à 19 gr. = bij de orgelklavieren 17 à 19 gr. = bovenin het orgel 19 à 20 gr. Onder de 50% (veelal als gevolg van een kouder en droger weertype in het stookseizoen) zouden de waarden 1 graad lager genomen kunnen worden (dit scheelt 5 à 10% RV): In de gangpaden 15 à 16 gr. = in de banken met voet-buisverwarming 17 à 18 gr. = bij de orgelklavieren 16 à 18 gr. = bovenin het orgel 18 à 19 gr.

22 22 Omdat de gevoelstemperatuur bij een lage relatieve vochtigheid (RV) ca. 1 graad lager ligt dan bij een hogere RV zijn de kerkbezoekers er dan extra op gekleed. In dat geval ervaart men deze temperaturen toch niet als onaangenaam. Opwarmsnelheid in het algemeen: niet sneller dan 1 à 1½ gr. per uur Toelichting Bij de klaviatuur dient een goede, gevoelige (electronische) hygrometer te hangen. De richtlijn van de RCE voor orgels i.v.m. multi-functioneel gebruik van het gebouw is: beneden 16 à 18 graden, bij orgels maximaal 19 à 20 graden. M.a.w.: 17 gr. in de gangpaden is een goed maximum-uitgangspunt met een marge naar beneden van 1 graad. Het is wel vaak, maar niet per definitie zo dat de hoogste temperaturen precies samengaan met het laagste vochtigheidsgehalte. Daarvoor is een combinatie nodig van lange(re) tijd achtereen stoken bij aanhoudend vorstig weer. Immers, nog belangrijker (en met name bij orgels) is de vochtigheidsnorm: de absolute ondergrens is 40% RV bij temperaturen rond de 21 gr. en hoger. In de zomer is dat 40% bij ca. 25 gr.. Een tweede item is de onder- en bovengrens van de RV: deze mag gemiddeld niet meer dan ca. 30% bedragen. In de meeste kerken ligt dit voor de orgels gunstig, nl. de 50% en 80% van droog tot vochtig weer. Onder een aanhoudende 40%-bij-ca. 21gr. situatie ontstaat er per definitie enige schade die kan variëren van heel kleine krimpscheurtjes in geschilderde oppervlakken bij korte droogteduur tot grote krimpnaden in panelen en windladen, tot het vastlopen van de registerbediening van het orgel, tot omvangrijke ontregeling van de speelmechaniek, waardoor de speelventielen onregelmatig worden geopend, waardoor er mogelijk te weinig wind naar de pijpen wordt gevoerd, waardoor het orgel erger ontstemd, etc., etc.. Deze gevaarketen ontstaat slechts enkele keren per jaar. Alleen in de genoemde perioden van lang stoken bij aanhoudend droog en vorstig weer komt de RV onder die 40%. In de zachte winters van de afgelopen 10 jaar is e.e.a. steeds minder voorgekomen in vergelijking tot de decennia daarvóór. Het is dus niet ernstig wanneer de temperatuur een enkele keer boven bij het orgel boven de 20 gr. komt wanneer het buiten regenachtig weer is. De RV zakt dan tot ca. 55 à 50%. Toch dient er nauwkeurig op te worden gelet wanneer e.e.a. dreigt te gebeuren. Sein de koster onmiddellijk in dat de kachel in dat geval alvast uit kan. E.e.a. zou overigens door een juiste verwarmingsafstelling niet mogelijk moeten kunnen zijn. Wat betreft de tongwerken van het orgel is het aan te bevelen om ze in het stookseizoen s zondags direct aansluitend aan na de morgendienst te stemmen, omdat ze dan de beste gemiddelde stemming geven i.v.m. het aantal kerkbezoekers t.o.v. de stijging en daling van temperatuur gedurende de dienst. Zo ontstaat het beste gemiddelde = (gebruikskwaliteit t.b.v. de klank). De duur van een volledige tongwerkstembeurt hangt af van de hoeveelheid tongwerken en of ze snel te stemmen zijn. Doorgaans duurt het een kwartier tot een half uur per tongwerk. Wanneer de temperatuur 5 graden lager is dan de stemmingstemperatuur geeft dat een toonhoogteverschil van bijna een ¼ toon. Daardoor is een combinatie van die tongwerken met de overige stemmen onbruikbaar. Dat is zeer hinderlijk, want het beperkt het artistieke gebruik van het instrument aanzienlijk. Daarom is het ook van groot artistiek belang, dat gedurende het stookseizoen op de zondagen een regelmatige temperatuur in de kerk gecreëerd wordt Opwarmsnelheid Veel verwarmingssystemen zijn niet in staat sneller op te warmen dan de reeds genoemde opwarmtijd. De opwarmtijd bij koud en tegelijk winderig weer is bij systemen anders dan een heteluchtverwarming eerder ca. een ½- dan 1 gr. per uur. Bij heteluchtsystemen kan men de kerk sneller op temperatuur krijgen. Dit is echter niet wenselijk, gezien de schrikreactie van het hout op een plotseling te warme lucht. Het inschakeltijdstip van de verwarming moet in de praktijk dus worden gerelateerd aan de weersomstandigheden buiten in relatie tot de binnentemperatuur op dat moment. Maak hiervoor een in de praktijk goed werkend tijdsschema, dat elke (nieuwe) koster zo kan overnemen. Indien men bankverwarming heeft is er nog een extra voordeel, namelijk dat men gemiddeld 2½ uur vóór aanvang van de dienst de verwarming hoger en op handbediening kan zetten i.p.v. de automatische schakelklok, zodat deze zonder onderbreking kan doorverwarmen. Direct voorafgaand aan de dienst wordt de verwarming dan hetzij uitgeschakeld bij warmer weer, hetzij weer op de automaat gezet. Het moment dat de stralingswarmte, die daardoor in de voetbuizen in de banken ontstaat, effectief wordt ligt aan het begin van de dienst en houdt zeker een half uur aan. Op deze wijze is het tijdens de dienst voor de bezoekers aangenaam warm, terwijl de kerkruimte toch niet doorwarmt, omdat na een uur dit effect immers weer verdwenen is en de gemiddelde temperatuur al weer iets daalt. Plafondventilatoren zijn (vooral bij een heteluchtverwarming) een zeer effectief hulpmiddel om de warme lucht egaler in de ruimte te verspreiden en de stijgende warme lucht naar beneden te drukken. Bij het opwarmen dienen de ventilatoren te worden ingeschakeld. Tijdens aktiviteiten in de kerk (kerkdiensten,

23 23 concerten, e.d. dienen ze te worden uitgeschakeld omdat ze tocht veroorzaken. Naast een te grote opwarming doet een sterk stromende lucht het orgel ernstig ontstemmen Natuurlijke klimaatbeheersing en binnenklimaatmeting Met uitzondering van de winterperiode dient er door de week goed geventileerd te worden door enkele kleine uitzetramen permanent open te zetten. In lange en koude regenperioden en in tijden van vorstdroogte dienen deze ramen juist te worden gesloten om het aanwezige ruimtevocht niet te hoog op te laten lopen, danwel te snel te laten verdampen. Het verdient aanbeveling om gedurende een jaar metingen te verrichten naar vochtigheidspercentage en binnentemperatuur, zowel boven bij het orgel als beneden bij de preekstoel. Dit kan eenvoudig met simpele digitale apparatuur en een handgeschreven logboek. Een nog betere methode is die met twee electronische dataloggers met usb-stick die op een computer kunnen worden uitgelezen. Aan de hand van deze metingen kan vervolgens worden bezien of aanvullende luchtbevochtiging in de nabijheid van het orgel al dan niet noodzakelijk is. Extra oplettendheid is dus geboden tijdens de winterperiode bij lange vorstperiodes, in combinatie met de noodzaak van langdurig verwarmen Additionele bevochtiging Wanneer een natuurlijke klimaatbeheersing onvoldoende blijkt te zijn moet er additioneel bijbevochtigd worden. Bij een aantal kleine tot middelgrote kerken die een heteluchtverwarming hebben kan een bevochtigingssysteem in het aanblaaskanaal een goede oplossing zijn. Deze is permanent op de waterleiding aangesloten en werkt met een hygrostaat. Op deze wijze wordt iets bevochtigde lucht in de hele kerkruimte gebracht, hetgeen nog altijd het beste is. In veel gevallen is de inwendige kerkruimte echter te groot om in geval van grote droogte de hele ruimte additioneel te bevochtigen. Toch is een goede klimaatsbeheersing gewenst, zeker nu de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, voorheen Rijksdienst voor de Monumentenzorg, RDMZ) daaraan stringente eisen stelt in het kader van de nieuwe subsidieregeling BRIM (Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten). Voor de orgels is er echter een aanvaardbaar alternatief. Veel orgelkassen zijn in verhouding tot de inwendige delen ruim. T.b.v. een ultieme bescherming van de kwetsbare delen van het orgel bij een frequent verwarmde kerk adviseer ik daarom om, afhankelijk van de grootte van het orgel en de beschikbare plaatsruimte, één middelgrote- en/of één of twee relatief kleine bevochtigers met koudwaterverdampingssysteem met ingebouwde hygrostaat in, danwel in de directe omgeving van het orgel op te stellen. De beste plaatsen daarvoor zijn onderin bij de blaasbalg(en) en/of in de naaste omgeving van de windmachine en de klaviatuur. Bij een groot orgel met meer verdiepingen kan er één onderin bij de windvoorziening en de pedaalwindladen, één halverwege bij de windlade van het tweede klavier en de laatste bovenin bij de windlade van het derde klavier worden opgesteld. De hygrostaten dienen op 45% te worden afgesteld. Niet hoger, niet lager. Bij een te hoge instelling bestaat het gevaar van schimmelvorming en oxidatie, bij een te lage instelling is het beschermingseffect te gering. Het uitdrogingsproces moet namelijk in een relatief vroeg stadium worden tegengegaan. Er zijn twee manieren om bevochtigers van water te voorzien; handmatig of via een vaste waterleiding. Beide brengen in theorie risico s met zich mee, bij de een meer dan bij de ander. Het handmatig van water voorzien dient in tijden van droogte nooit vergeten te worden, anders heeft het plaatsen van een dergelijk apparaat natuurlijk geen zin. Het knoeien met water in het orgel tijdens het bijvullen of anderszins is een tweede nadeel. Een derde is, dat de plaats van de bevochtigers bepaald wordt door de praktische bereikbaarheid en niet door de meest gunstige bevochtigingswerking. Bij het tweede systeem kan een waterleiding in principe eens lekken, of in het allerergste geval springen. Er zijn tegenwoordig echter leidingen van hoogwaardig en zeer duurzaam materiaal waarvan de kans dat dat voorkomt uitermate gering is. Voor het overige zijn er slechts voordelen, indien de veiligheidsvoorschriften stipt worden nageleefd: de plaatsing van deze bevochtigers dient altijd gepaard te gaan met extra veiligheidsmaatregelen voor het geval dat de bevochtiger, de waterleiding of de hygrostaat defect raakt en er onverhoopt toch waterschade zou kunnen ontstaan. 1. De waterleiding dient nooit tot ín het orgel te worden aangelegd, maar tot op veilige afstand ervan. 2. De hygrostaat mag niet aan de orgelkas gemonteerd worden maar dient in de omgeving van het instrument te worden opgehangen. 3. Onder de/elke bevochtiger dient een grote zinken overloopbak met een overloopgat geplaatst te

24 24 worden. 4. Twee flexibele afvoerslangen dienen te worden gemonteerd. Eén die de waterleidingmonding met het apparaat verbindt. De andere loopt van de afvoerbak tot bij de kerkvloer. Wanneer er onverhoopt water zou lekken, dan is dit direct op de kerkvloer zichtbaar. Meestal is deze vloer van steen of beschermd hout. De lekkage wordt dan veel sneller ontdekt. Bovendien is dit materiaal beter tijdelijk bestand tegen water dan de kwetsbare orgelonderdelen. 5. De apparaten dienen reversibel te worden opgesteld en alleen dan in/bij het orgel geplaatst en aangesloten te worden wanneer dat nodig is, nl. alleen in het winterseizoen. 6. Elk jaar dienen deze apparaten te worden gecontroleerd door de leverancier. Het onderhoudsadvies ervan dient stipt te worden opgevolgd. Zo is een lange betrouwbare werking gegarandeerd. De hoofdorganist bewaakt de instelling en de goede werking en doet direct melding van gebreken. De kosten hangen af van de grootte en het aantal bevochtigers die nodig zijn. De kleinste apparaten zijn ca ,--, de grotere ca ,-- excl BTW, waterleiding en montage. Goede leveranciers van verschillende typen bevochtigers is de fa. Elbeco; zie de fa. Draabe, danwel de fa. Thyzo, zie Het effect van deze apparaten is op zich genomen niet groot, maar kan in extreme gevallen de ergste droogte helpen voorkomen. En daar gaat het nu net wel om. Orgels zijn doorgaans goed bestand tegen grote klimaatsverschillen, alleen de extremen dienen te worden tegengegaan. Op deze wijze wordt het orgel net voldoende beschermd en is het toch mogelijk in voorkomende gevallen langer te verwarmen met het oog op een frequent gebruik van het gebouw in het stookseizoen. Voorlichting over dit belangrijke issue is ook te vinden op de website van de RCE, De klimaat-deskundige van de RCE Ir. M. Stappers kan daarover ook goede voorlichting verstrekken. Ook bij de VKB is er een voorlichtings-mogelijkheid. Kijk op bij publicaties, c.q. verwarmingsadviezen RESTAURATIEPLAN Uit de inventarisatie van de gebreken in het vorige hoofdstuk kan worden geconcludeerd, dat een restauratie van het orgel binnen afzienbare tijd noodzakelijk is. Al het bovenstaande in ogenschouw nemend, kom ik tot het volgende restauratieplan Algemeen 1. Het orgel integraal opmeten, fotograferen en documenteren. Metaalanalyses, analyses van de giethuid en de microstructuur van de metaalplaten. Voor dit werk een stelpost. 2. Indien mogelijk en noodzakelijk een vergelijkend onderzoek doen naar andere orgels met hetzelfde type pijpwerk (adviseur en orgelmaker). Voor dit werk een stelpost. 3. Inventarisatie van alle C en F pijpen door orgelmaker en adviseur(s). Orgelmaker: mensuren en mensuurstaten aanleggen; adviseur(s) inscripties en verschuivingen in beeld brengen (dit laatste i.s.m. de orgelmaker). 4. Kleuronderzoek door een gespecialiseerde kunstambachtelijke schilder (valt onder diens offerte). 5. Transport van het gehele instrument naar de werkplaats van de orgelmaker. 6. Montage van de gerestaureerde onderdelen. 7. Werkplaats, transport- reis- en verblijfkosten, levertijd. 8. Prijsopgaven in materialen, uren en kosten op de in dit plan aangegeven hoofdkostenplaatsen Orgelbalkon, kast en front Borstwering en balkon: 1. Het orgelbalkon uitbreiden tot aan de zijmuren en ook iets naar voren. De pilaren daartoe ook naar voren verplaatsen. De oude vloerdelen hierbij zoveel mogelijk handhaven. De balkonvergroting valt buiten de werkzaamheden van de orgelmaker. De delen van de borstwering die naast het orgel momenteel tot aan de achtermuur gesitueerd zijn verplaatsen naar de voorkant van de balkonrand. Voor het raam langs een aanvulling op borstwering maken. De messing pinakels die nu op de hoeken van de borstwering staan op een visueel meest aantrekkelijke plaats herpositioneren, hetzij opnieuw ergens middenin, danwel aan de zijkanten bij de muur. In nader overleg te bepalen. De kapitelen van de pilaren vervangen, c.q. aanvullen in vormgeving naar de Dorische orde. Dit laatste door de orgelmaker i.s.m. hout- en profielsnijder Tico Top te Kruisweg.

25 25 Orgelkast en trekbalk: 2. De orgelkast uit elkaar nemen en na voltooiing van het vergrote balkon in waterpasstand herplaatsen. De trekbalk voorlangs het orgel komt net achter het front te liggen. Bezien of het nodig is deze op de plek in het orgel iets te verjongen i.v.m. het kunnen plaatsen-, het goed uitspreken- en goed bereikbaar zijn van de pijpen. Voor de verjonging van de trekbalk een stelpost (bij offerte aannemer). 3. Anti-worm behandeling. Dakbedekking en alle houtverbindingen controleren. Kleine beschadigingen herstellen, aanwezige krimpnaden panelen opvullen, loszittende raamwerken (zoals de achter- en zijluiken) lijmen en weer in verband brengen, krappen stijlvol vernieuwen en deze sluitend bevestigen. De beschadigde lessenaar herstellen. Een slot op het middenste paneel van de achterwand aanbrengen en de andere panelen van binnenkrappen voorzien om ze van binnen uit te kunnen openen. De achterste panelen in tweeën delen en de bovenste delen scharnierbaar maken omwille van het stemmen van het orgel zonder de onhandelbare grote panelen geheel uit te hoeven nemen. Voor de langste pijpen van de trompet een koof op het dak maken. 4. Achter het orgel een eenvoudige nieuwe pedaalkast maken van grenen zonder profilering. Een praktische oplossing voor de panelen er van; deze al dan niet openwerken en scharnierbaar maken. Een nieuwe muziekkast maken en aan de zijmuur van het orgelbalkon plaatsen. Omgeving orgel: 5. De muur achter het orgel opnieuw stucen en het stucwerk bijwerken nabij de borstwering bij de muur. Dit werk valt buiten de offerte van de orgelmaker. Lofwerk en profielen orgelkast en borstwering: 6. Snijwerk en profielen nazien en waar nodig verstevigen en vastzetten (middels verlijming al dan niet met doorspijkering dan wel nieten). Enkele kapotte delen herstellen, enkele mogelijk toch verdwenen stukjes bijmaken. De twee verticaal geplaatste snijwerkdelen weer horizontaal zetten. Electra: 7. De op de kas aanwezige leidingen t.b.v. lichtarmatuur front en schakelaars voor de klavierverlichting verwijderen en op een nader overeen te komen gunstige plaats opnieuw aanbrengen. Nieuwe motorschakelaar met verlichtingsschakelaar op de achtermuur bij de toegangsdeur bevestigen. De aanwezige krachtstroomleiding hiertoe daar naar toe verlengen. Nieuwe klaviatuurverlichting d.m.v. een LED-staaf (warm wit) bovenin de muziekbak aanbrengen met een afdekplankje voorlangs. Aansluiting middels een los snoertje met een stopcontact aan de binnenzijde van de kast bij de klaviatuur. Pedaalverlichting: klein LED staafje direct onder het handklavier. Voorts richtspots met dimmers voor het aanlichten van de orgelkassen vanuit de kerk en passende verlichting ruimte naast en achter het orgel. Levering en montage van de LED verlichting door de orgelmaker. Al het overige electriciteitswerk valt buiten de offerte van de orgelmaker. Kleurstelling: 8. a. Eenvoudig kleuronderzoek en rapportage ervan. Afhankelijk van het onderzoek en de na restauratie van de herstelde kastdelen beslissen in welke kleur eikenimitatie het orgel moeten worden overgeschilderd over de bijgewerkte bestaande laag heen (deze behoedzaam als grondlaag bewerken). De kamerruimte achter het orgel, de omgeving klaviatuur en balkonvloer opnieuw schilderen in de oorspronkelijke kleur. Het aanwezige tapijt al daar verwijderen. De op de pilaren aanwezige marmerimitatie waar nodig bijwerken. b. De nieuwe pedaalkast wegschilderen in precies dezelfde kleur als van de achtermuur. Idem de nieuwe muziekkast. De motorkist schilderen in de kleur van het orgel. c. De muren in de omgeving van het orgel opnieuw stucen. Het werk onder punt 8 uit te voeren door een gespecialiseerde schilder. Het valt buiten de offerte van de orgelmaker Windvoorziening 1. Een nieuwe motor met electronisch geregelde regulateur (3-wegsysteem Laukhuff of een vergelijkbaar systeem), beide geplaatst in een niewe dempkist van MDF met inwendig extra aanzuig- en uitblaascompartiment en naast het orgel. De huidige motorkanaalaanleg verwijderen en gaten dichten. Nieuw motorkanaal met uitwendige demping. De motor en kist blijven in principe op de zelfde plek naast het orgel direct achter de borstwering. 2. De magazijnbalg met twee schepbalgen en handpompinstallatie restaureren en geheel nieuw inwendig en uitwendig beleren. Een eenvoudige wisselinrichting maken zodat er ook gepompt kan worden zonder ingeschakelde motor.

26 26 3. Restauratie en aanvulling van de windkanalisatie. De bestaande oude kanaaldelen op goede verlijming en winddichtheid controleren en waar nodig opnieuw verlijmen en beleren. 4. De aanwezige pneumatische tremulant verwijderen. De oude opliggende tremulant restaureren en in goede werking brengen. Hiervoor desnoods enige kleine aanpassingen doen. Wanneer de tremulant op het kanaal de trillingen teveel doorgeeft en daardoor teveel lawaai veroorzaakt, deze dan trillingsvrij iets hoger plaatsen en met een conduct op het kanaal aansluiten. De aanwezige oude registermechaniek herstellen. De tremulant in overleg op de juiste slagdiepte en -snelheid stellen. 5. Alle inwendige eiken delen van balg, windkanalen en windlade waar nodig c.q. mogelijk bestrijken met lijm en bolus danwel krijtwit van hetzelfde materiaal als aangetroffen is in de oude delen. Alle inwendige wand-oppervlakten dienen behandeld te zijn m.u.v. de grenen delen Windlade 1. Zoveel als mogelijk is het oude aanzien van de lade bewaren. Zo weinig mogelijk opschaven, danwel vlakken. Wel de aanwezige lak verwijderen. Dit geldt voor al het houtwerk. Waar mogelijk warme lijm van de juiste viscositeit en temperatuur gebruiken, danwel lijmsoorten gebruiken waarvan de eigenschappen zoveel mogelijk overeenkomen met die van warme lijm en die loodvraat niet bevorderen. 2. Voor zover nodig demontage van de windlade. Waar nodig herstel van de fundamentbalk, cancellenraam, het opspieën of anderszins dichten van scheuren. Voor het aanbrengen van een trekvrije plaat aan de onderzijde van het cancellenraam een stelpost. 3. Alle cancellen met lijm en roodbolus, danwel krijtwit uitverven, idem de ventielkast/pulpeetplank. Alle belering vernieuwen. 4. Op de sleepbanen en aan de onderzijde van de stokken liegelintringen lijmen ten behoeve van een veilige en soepele afregeling van de slepen en het veilig heksen van mogelijke windoverloop. Bezien of de mogelijk gehekste stokken alszodanig kunnen worden gehandhaafd, danwel dat deze moeten worden gedicht met een opdik of anderszins. Hiervoor een stelpost. 5. De slepen en dammen restaureren en vlakken. De teleskoopringen verwijderen. Indien mogelijk de slepen weer op dikte brengen met een opdik en het verlijmen van de beide oude delen. Indien dit niet meer mogelijk is een stelpost voor nieuwe eiken slepen. De slepen, oud of nieuw, grondig grafieten. 6. Een extra kantsleep aan de voorzijde tegen het cancelraam maken t.b.v. de opgebankte Cornet 4 sterk discant. De oude discantstok achter op de lade nu tussen de lade en het front opbanken. Nieuwe conducten van lood-tin legering. 7. Pulpetenbaan aanbrengen naar voorbeeld van Vermeulen. Ventielen waar nodig vlakken en naar de aanwezige methodiek opnieuw inpassen. De aanwezige ventielveren vervangen door dito van messing. De oude in de onderkast bewaren. De voorslagstiften schoonmaken, de gaten indien nodig proppen, opnieuw inboren en bevestigen op de daarvoor bestemde plaats. De oude stokschroeven schoonmaken en op dezelfde plaats opnieuw inbrengen. Stift- en draadwerk controleren en waar nodig in stijl vernieuwen. Roosters en hangers herstellen en indien nodig iets aanpassen ter betere passing van pijpen; eventueel enkele extra hangers plaatsen. Indien nodig de stok- en roostergaten met de kolf nabranden ter voorkoming van pijpoxidatie. 8. Conducten herstellen, danwel deels vernieuwen door exemplaren van lood en tin. De frontstokken herstellen. 9. Alle materiaal t.b.v. de huidige Mixtuur Bas verwijderen en alle daarvoor geboorde gaten proppen. 10. Een nieuwe stok en sleep voor een nieuwe Trompet 8 voet op de plaats van de huidige discantstok van de Cornet. De lege basstok in de onderkast bewaren. 11. De windlade inrichten naar de aangetroffen toestand, waterpas herplaatsen, pijpwerk zo recht mogelijk inpassen in de roosters. Indien nodig en zinvol enkele afgevoerde pijpen een betere plek geven. 12. Nieuwe pedaalwindlade maken met een transmissiegedeelte voor de Gedekt 8 voet Register- en speelmechaniek, klaviatuur 1. Restauratie walsraam manuaal en walsbord pedaal. De invoering van 1971 verwijderen en, zo mogelijk, vernieuwen, naar origineel voorbeeld (leermoeren, leerinvoering, e.d.). De pedaalwalsnokken ingevoerd laten. De waarschijnlijk te ruime welaslagering proberen te herstellen door het teveel aan speling weg te nemen door overmaatse stiften. Indien dat niet gaat, dan van het manuaalwalsraam de walsnokgaten uitproppen, opnieuw boren van de gaten en nieuwe messing stiften inbrengen. Hiervoor een stelpost. 2. Restauratie klavierwinkelbalken. Bestaande messing winkels schoonmaken en richten.

27 27 3. De oude abstracten schoonmaken en waar nodig naar bestaand voorbeeld herstellen. Indien nodig een hier en daar te slecht abstract vervangen naar aanwezige originele voorbeelden. Het huidige draadwerk ervan kan met de omwinding bewaard blijven; dit schoonmaken en het touw waar nodig vastlijmen. De ventieldraadogen opnieuw festonneren, danwel van leerproppen of leervlaggetjes voorzien. Alle ijzerwerk schoonmaken, opnieuw meniën en zwartverven. De mechaniek precies inregelen, waarbij alle winkels en welarmen in de juiste en egale stand komen te staan. Vervanging van de leren stelmoeren. De rode viltjes daarbij verwijderen. 4. De registratuur nazien, controleren op overmatige speling en goed lopend maken. Het aanwezige stiftwerk schoonmaken. Nieuwe registratuur voor een Trompet 8 voet bas/discant in bijpassende stijl. Alle ijzerwerk schoonmaken, menieën en zwart verven. 5. Het handklavier met bakstukken restaureren, de toetsen opnieuw richten. Stiften schoonmaken danwel vernieuwen. De invoering nazien en/of vernieuwen. Klavierbeleg voor de ondertoetsen nieuw van mammoetivoor, c.q. bot, de hoeken afgerond. De boventoetsen nazien. 6. Pedaalklavier herstellen, toetsen opnieuw goed opsluiten, toetsstopbelering e.d.. vervangen, veren zo licht mogelijk afstellen. Indien mogelijk het klavier iets in de kast schuiven vanwege de ongunstige ligging. Desnoods (tevens) de voetplank iets smaller maken. Afstelling met zo weinig mogelijk vrije toetsgang. Voor verbetering van de ligging een stelpost. 7. Orgelbank: beschadigingen herstellen. Eventueel iets aanvullen met een versteviging. Opnieuw schilderen in imitatie eiken, de zitting daarna met slijtvaste lak vernissen. Plankjes met deuvels bijmaken omwille van het verstellen van de zithoogte. 8. Van de oude registertrekkers de beschadigingen herstellen, de registerstop opnieuw bepalen. De knoppen zwart verven en politoeren. Van de nieuwere knoppen de profileringen iets scherper maken. Die van het Manuaal met gouden rand, die voor het Pedaal zonder. De beschadigde gouden randjes bijwerken. Een nieuwe knop voor de Trompet 8 voet discant. 5 nieuwe porceleinen plaatjes voor de Trompet, de 2 pedaalregisters en pedaalkoppel. 9. De porceleinen plaatjes, restauratie en nieuw door een gespecialiseerd bedrijf, in opdracht van de orgelmaker. 10. Nieuwe pedaalmechaniek maken in bijpassende stijl, inclusief een walsbord en aansluiten op de nieuwe pedaallade achter het orgel. De pedaalkoppel zoveel mogelijk als bestaand hierop aansluiten Pijpwerk 1. Het oude frontpijpwerk schoonmaken, opronden en repareren. Daarna geheel opnieuw poetsen. Bezien of polijsten nodig is. Hiervoor een stelpost. 2. Het pijpwerk trillingsvrij in de fronthaken bevestigen (eventueel zwarte viltstukjes toepassen). De labia van 24 karaats rosenobel bladgoud voorzien (dit in relatie tot de te volgen aanpak van het verguldwerk van het snijwerk). 3. Het oude (metalen) binnenpijpwerk schoonmaken en uitdeuken, beschadigde voeten en bovenranden nazien en waar nodig herstellen, enkele versuikerde voeten vervangen. Lekgaten dichten. De hoedafdichting vervangen door speciaal wit hoedafdichtingsmateriaal en afdoende herstellen. 4. Alle houten pijpwerk (manuaal en pedaal) waar nodig ontleden en opnieuw verlijmen. Spijkers verwijderen en opnieuw boren en proppen. Indien er teveel spijkers zijn op die plaatsen nieuwe stroken oud hout toepassen. Verzaagde pijpranden aanvullen. Stoppen opnieuw bevilten (wit vilt) en beleren en goed passend maken. Handgrepen (hout) herstellen en schoonmaken. 5. In principe de huidige toonhoogte en steminrichtingen (1906) handhaven. Alle voorkomende uitsnijdingen en stemkrullen controleren en waar nodig te lange open naden bijsolderen. Indien nodig al te beschadigde stemranden van nieuwe opzetstukjes voorzien in dezelfde dikte en legering. 6. Nieuwe Trompet 8 voet bijmaken, globaal in 18 de eeuwse Hollandse mensuurstijl indien er geen goed bruikbaar voorbeeld is van Vermeulen. Bekermensuur gerelateerd aan de Octaaf 4vt.. In het groot octaaf van de laagste tonen de bekers waar nodig op tertslengte, het dak iets uitstekend en met een koof omsluiten. Zo gauw als mogelijk volle bekerlengten toepassen, desnoods enkele nog iets gekropt. Gezien de vrij enge ladedeling zullen de stevels wel van metaal moeten zijn. 7. Intonatie. Opnieuw vaststellen van de winddruk (rond 90 mm). De intonatie van het gehele orgel uiterst voorzichtig bijwerken, hier en daar bijstellen van voetopeningen, verder alleen bijintoneren aan kernligging, kernspleet, boven- en onderlabium op basis van de aanwezige methodiek. Daarbij dienen vooral de kernspleten ruim te blijven. Op het oog slordig geïntoneerde pijpen pas alleen veranderen in geval van slechte aanspraak. De kerns in principe in de aangetroffen toestand laten; indien strikt nodig tè diepe kernsteken voorzichtig aan de kernonderzijde bijwrijven. Alle stemranden goed en netjes

28 afwerken. 8. Een zeer licht aangepaste gelijkzwevende stemming aanbrengen volgens Stef Tuinstra. 28 Overzichtsfoto vanachteren gezien met geopende ventielkast met daarin de speelkleppen. Daaronder de speelmechaniek met liggend walsraam. Daar weer onder de nog originele blaasbalg met handpomp. Op de windlade achteraan links de bijgeplaatste Mixtuur Bas en rechts de Cornet 4 sterk discant. Bovenaan de frontpijpen aan de voorzijde van het orgel. STEF TUINSTRA Bedum, maart 2016

29 29 V. BIJLAGEN Pagina 1. Inventaris van het Bolt-archief, aanwezig op het Utrechts Orgelarchief (RUU), geïnventariseerd door drs. J.F. van Os Uit het Bolt-archief: rapport Klaas Bolt en restauratieofferte Flentrop Orgelbouw BV, Uit: Encyclopedie Het historische orgel in Nederland dl. XIV (2010), blz Uit: Het Orgel 69/2 (1973), pag Zo werkt een orgel enige uitleg over de techniek en de zingeving van het orgel Bijlage 1: DVD-rom met uitgebreide fotoreportage. 7. Aparte bijlage 2: Stukken uit het kerkarchief in de volgorde van de Bolt-inventaris. Doorzicht in de orgelkast vanaf de linkerzijkant vanuit de kerk gezien. Tussen front en windlade staan nu de toegevoegde unit pedaalpijpen. Daarachter de ladepijpen van de Prestant 8 voet op een kantsleep.

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM TE KOOP Kabinetorgel (collecte D.A. Flentrop) Circa 1875-5 registers FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM -2- Dispositie: Holpijp 8 bas/disc Prestant 8 disc Fluit 4 Quint 3 Octaaf

Nadere informatie

Restauratie van. Het Proper-Orgel. van Me Hervormde kerk van Zweeloo

Restauratie van. Het Proper-Orgel. van Me Hervormde kerk van Zweeloo Restauratie van Het Proper-Orgel van Me Hervormde kerk van Zweeloo Het orgel van de Zweeler Kerk Het orgel van de dertiende eeuwse Hervormde kerk van Zweeloo moet worden gerestaureerd. Het is gebouwd in

Nadere informatie

ORGEL in de ned. herv. kerk te Grijpskerke

ORGEL in de ned. herv. kerk te Grijpskerke ORGEL in de ned. herv. kerk te Grijpskerke Nieuwe klank en Kleur 1984 I. Het oude orgel. Het oude orgel was afkomstig van de voormalige firma Standaart te Rotterdam. Dit was een balustrade-orgel en werd

Nadere informatie

Van Dam Orgel te Oosterhesselen. wetenswaardigheden van een boeiend instrument

Van Dam Orgel te Oosterhesselen. wetenswaardigheden van een boeiend instrument Van Dam Orgel te Oosterhesselen wetenswaardigheden van een boeiend instrument Hoe het begon: correspondentie tussen kerkenraad en kerkvoogden Het begin van het eerste orgel in onze kerk (16 september 1906)

Nadere informatie

HERVORMDE WESTERKERK VAN EEKEN ORGELMAKER TE ERMELO TE HERWIJNEN

HERVORMDE WESTERKERK VAN EEKEN ORGELMAKER TE ERMELO TE HERWIJNEN HERVORMDE WESTERKERK TE ERMELO VAN EEKEN ORGELMAKER TE HERWIJNEN Over het orgel Klankconcept Uitgangspunt voor het nieuwe orgel in de Westerkerk is het klankconcept dat is ontwikkeld door de orgelmaker

Nadere informatie

Het orgel in de Mozeskerk te Biezelinge. Instandhoudingsplan

Het orgel in de Mozeskerk te Biezelinge. Instandhoudingsplan Het orgel in de Mozeskerk te Biezelinge Instandhoudingsplan 2013-2018 Aart Bergwerff, orgeladviseur 2012 INLEIDING Het voorliggende rapport van het Van Dam-orgel in de Mozeskerk te Biezelinge is gemaakt

Nadere informatie

RESTAURATIE VAN OECKELENORGEL in de DORPSKERK te VRIES in 2007 Enkele technische gegevens. Geschiedenis

RESTAURATIE VAN OECKELENORGEL in de DORPSKERK te VRIES in 2007 Enkele technische gegevens. Geschiedenis RESTAURATIE VAN OECKELENORGEL in de DORPSKERK te VRIES in 2007 Enkele technische gegevens Geschiedenis In 1888 maakte de fa. Gebroeders Van Oeckelen te Glimmen, gemeente Haren een nieuw orgel in de kerk.

Nadere informatie

OOSTKAMP_DORPSGEZICHT KERK WAARDAMME BIJLAGE 8_INVENTARIS ORGEL

OOSTKAMP_DORPSGEZICHT KERK WAARDAMME BIJLAGE 8_INVENTARIS ORGEL OOSTKAMP_DORPSGEZICHT KERK WAARDAMME BIJLAGE 8_INVENTARIS ORGEL BEHEERSPLAN ORGEL SINT BLASIUSKERK TE WAARDAMME BEKNOPTE BESCHRIJVING TOESTAND OP 07 APRIL 2017 De auteur van het instrument is Jules Anneessens.

Nadere informatie

Informatie over het grote orgel en het koor positief in de Oude kerk van de Hervormde Gemeente te Barneveld.

Informatie over het grote orgel en het koor positief in de Oude kerk van de Hervormde Gemeente te Barneveld. Informatie over het grote orgel en het koor positief in de Oude kerk van de Hervormde Gemeente te Barneveld. Uit gevonden aantekeningen blijkt dat reeds voor 1550 een orgel in deze kerk aanwezig was. Dit

Nadere informatie

H E T O R G E L I N D E R E M I G I U S K E R K T E H E N G E L O ( G L D )

H E T O R G E L I N D E R E M I G I U S K E R K T E H E N G E L O ( G L D ) H E T O R G E L I N D E R E M I G I U S K E R K T E H E N G E L O ( G L D ) HET EERSTE ORGEL In het in de 19 e eeuw verschenen boekwerk "Orgeldisposities" van Broekhuijzen wordt melding gedaan van een

Nadere informatie

RAPPORT ORGEL IN DE KERK VAN DE H. NAAM JEZUS TE BROEKHUIZENVORST

RAPPORT ORGEL IN DE KERK VAN DE H. NAAM JEZUS TE BROEKHUIZENVORST RAPPORT ORGEL IN DE KERK VAN DE H. NAAM JEZUS TE BROEKHUIZENVORST KKOR no. O2320 Drs. R.G.J.B. Syrier, adviseur KKOR mei 2014 1 Index Orgelgeschiedenis van Broekhuizenvorst 3 De toestand van het Verschueren-orgel

Nadere informatie

Herstelplan voor het orgel van de Immanuelkerk in Bunschoten-Spakenburg

Herstelplan voor het orgel van de Immanuelkerk in Bunschoten-Spakenburg Herstelplan voor het orgel van de Immanuelkerk in Bunschoten-Spakenburg Opdracht en vraagstelling Op verzoek van de commissie van beheer van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) Bunschoten- West (Plevier

Nadere informatie

Instandhoudingsplan. Lohman-orgel Protestantse Gemeente Warmond

Instandhoudingsplan. Lohman-orgel Protestantse Gemeente Warmond Instandhoudingsplan Lohman-orgel Protestantse Gemeente Warmond Instandhoudingsplan Lohman-orgel Dorpskerk Warmond 1. Algemeen Kerkgebouw Protestantse gemeente, Dorpskerk Herenweg 82 Warmond Monumentnummer:

Nadere informatie

Eindverslag. Restauratie van het Proper-orgel in de Sint Annakapel te Kampen

Eindverslag. Restauratie van het Proper-orgel in de Sint Annakapel te Kampen Eindverslag Restauratie van het Proper-orgel in de Sint Annakapel te Kampen drs. Herman Kamp december 2018 Inhoudsopgave Inleiding 1 De Sint Annakapel te Kampen 2 Historische beschrijving 3 Beschrijving

Nadere informatie

HET ORGEL, EEN KENNISMAKING

HET ORGEL, EEN KENNISMAKING HET ORGEL, EEN KENNISMAKING In een tijd dat het orgel, en dan met name de aanschaf van een historisch Engelse koororgel, nogal wat aandacht krijgt bij ons in de gemeente, is het misschien goed om dit koninklijke

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie Brabant (Vlaams-Brabant) Administratieve entiteit LEUVEN Gemeente WILSELE Parochiekerk Sint-Martinus Arrondissement Leuven (Pastoor

Nadere informatie

Handleiding 20 toets draaiorgel. 3 Orgelpijpen. Enige theorie over orgelpijpen

Handleiding 20 toets draaiorgel. 3 Orgelpijpen. Enige theorie over orgelpijpen 3 Orgelpijpen Enige theorie over orgelpijpen Klinkende lengte theoretische Lth. Voor een gedekte pijp geldt: Lth = Vg / 4f, en voor een open pijp: Lth = Vg / 2f. Waarbij Vg de voortplanting snelheid van

Nadere informatie

Het nieuwe orgel in de Hersteld Hervormde Eben Haëzerkerk te Ouddorp. Een stadsorgel voor een (oud)dorp

Het nieuwe orgel in de Hersteld Hervormde Eben Haëzerkerk te Ouddorp. Een stadsorgel voor een (oud)dorp Het nieuwe orgel in de Hersteld Hervormde Eben Haëzerkerk te Ouddorp Een stadsorgel voor een (oud)dorp 1 Voor de bouw van het orgel werd een bestaand orgel uit de kerk te Hellerup- Kopenhagen DK aangekocht.

Nadere informatie

Handleiding 20 toets draaiorgel. 12 Intoneren. Van zang- naar bas baspijpen oplopend: Labiumkant 1mm tot 2mm Kernkant 2mm tot 4mm Opsneden vlg..

Handleiding 20 toets draaiorgel. 12 Intoneren. Van zang- naar bas baspijpen oplopend: Labiumkant 1mm tot 2mm Kernkant 2mm tot 4mm Opsneden vlg.. 12 Intoneren Te volgen strategie: Uitgangspositie ; schoonmaken pijp. Startvolume ; papierinleg. Pijpvoetje ; opboren, pas maken. Intoneren Uitgangspositie Van zang- naar bas baspijpen oplopend: Labiumkant

Nadere informatie

Eindverslag orgelrestauratie. Kogerkerk Koog aan de Zaan. Utrecht, december 2008 Peter van Dijk

Eindverslag orgelrestauratie. Kogerkerk Koog aan de Zaan. Utrecht, december 2008 Peter van Dijk Eindverslag orgelrestauratie Kogerkerk Koog aan de Zaan Utrecht, december 2008 Peter van Dijk Inleiding 1 In mei 2004 werd op verzoek van de kerkvoogdij van de Herv. Kerk te Koog aan de Zaan door de Commissie

Nadere informatie

Reparatie harmonium Maartenskerk, september 2014

Reparatie harmonium Maartenskerk, september 2014 Reparatie harmonium Maartenskerk, september 2014 Door Jonathan Kooman en Willem van der Til Het Mason & Hamlin harmonium, vroeger eigendom van organist Ton Velberg en na zijn overlijden geschonken aan

Nadere informatie

EEN ZEER FRAAI VAN DAM-ORGEL

EEN ZEER FRAAI VAN DAM-ORGEL TE KOOP BIJ VAN DEN HEUVEL-ORGELBOUW: EEN ZEER FRAAI VAN DAM-ORGEL (1904 ~1906, II/P 20 stemmen) Tussen 1904 en 1906 bouwde de firma L.. van Dam & Zonen een nieuw orgel voor de Nieuwe kerk van Vlissingen.

Nadere informatie

TITRATIE FREYTAG- VAN OECKELEN ORGEL GASSELTERNIJVEEN. Tfö PROTESTANTSE KERK. Ter gelegenheid van de INGEBRUIKNEMING VRIJDAG 10 DECEMBER 2009 / \:

TITRATIE FREYTAG- VAN OECKELEN ORGEL GASSELTERNIJVEEN. Tfö PROTESTANTSE KERK. Ter gelegenheid van de INGEBRUIKNEMING VRIJDAG 10 DECEMBER 2009 / \: I I ',.. TITRATIE FREYTAG- VAN OECKELEN ORGEL PROTESTANTSE KERK GASSELTERNIJVEEN Tfö Ter gelegenheid van de INGEBRUIKNEMING / \: op VRIJDAG 10 DECEMBER 2009 PROTESTANTSE KERK GASSELTERNIJVEEN Vrijdag 11

Nadere informatie

Zaterdag 14 april 2018 Boxtel. Uitnodiging tot het maken van nieuwe composities voor. stem en orgel

Zaterdag 14 april 2018 Boxtel. Uitnodiging tot het maken van nieuwe composities voor. stem en orgel Zaterdag 14 april 2018 Boxtel Uitnodiging tot het maken van nieuwe composities voor stem en orgel Thema De Brabantse Orgelfederatie organiseert op zaterdag 14 april 2018 voor de derde keer het Festival

Nadere informatie

Uw eigen broedhok bouwt u zo

Uw eigen broedhok bouwt u zo 1 Zelf aan de slag Uw eigen broedhok bouwt u zo Dit hebt u nodig: spijkertjes schroeven 3,5 x 30 mm schroeven 3,5 x 10 mm 2 scharnieren 7 x 7 cm 2 eierkist-sluitingen 1 drukschakelaar met maakcontact elektriciteitsdraad

Nadere informatie

ZATERDAG 1 JUNI 2013 OM UUR

ZATERDAG 1 JUNI 2013 OM UUR Meere orgel PROGRAMMA INGEBRUIKNAME GEREFORMEERDE BETHELKERK URK ZATERDAG 1 JUNI 2013 OM 19.30 UUR GERESTAUREERD DOOR ORGELMAKERIJ REIL TE HEERDE ONDER ADVIES VAN STEF TUINSTRA 1 Opening en welkom door

Nadere informatie

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK RESTAURATIEPLAN VAN HET ORGEL IN DE REMONSTRANTSE KERK IN WADDINXVEEN. Korte beschrijving van het orgel Het karakteristieke orgel in de Remonstrantse kerk aan de Zuidkade in Waddinxveen is een Rijksmonument.

Nadere informatie

Eindverslag Restauratie Orgel. Lutherse Kerk Amersfoort

Eindverslag Restauratie Orgel. Lutherse Kerk Amersfoort Eindverslag Restauratie Orgel Lutherse Kerk Amersfoort Peter van Dijk Utrecht, januari 2017 1 1. Inleiding Het buitengewoon fraaie historische orgel van de Lutherse Kerk te Amersfoort in gebouwd door J.H.H.

Nadere informatie

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen FHN Reglementen Behendigheid Toestellen Behendigheid Toestellen versie 2009 INHOUDSOPGAVE Blz. DE TOESTELLEN 3 FIGUUR 1: Hoogtesprongen 8 FIGUUR 2: De Muur 9 FIGUUR 3: De Borstelsprong 10 FIGUUR 4: De

Nadere informatie

van Oud naar Historisch EEN NIEUW ORGEL VOOR DE OUDE KERK TE SOEST

van Oud naar Historisch EEN NIEUW ORGEL VOOR DE OUDE KERK TE SOEST van Oud naar Historisch EEN NIEUW ORGEL VOOR DE OUDE KERK TE SOEST Inhoud VOORWOORD 7 H. Kruiswijk DE HISTORIE VAN DE ORGELS IN DE OUDE KERK IN SOEST 10 Rens Bijma VERDWENEN UIT HARLINGEN, HERBOREN IN

Nadere informatie

Een liegendes Positiv in Mönchsdeggingen

Een liegendes Positiv in Mönchsdeggingen 1 Een liegendes Positiv in Mönchsdeggingen Algemeen: das in dem Chor ligende orgelwerckh 1 In de 17de en 18de eeuw werden in Schwaben zogenaamde liggende positieven gebouwd. Het betreft orgelpositieven

Nadere informatie

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N MONTAGE-INSTRUCTIES DEUREN Inhoudsopgave Inleiding. Inleiding. Voorbereiding voor montage. Waterpas zetten. Vlakke deuren en paneeldeuren Deuren monteren Deuren stellen Paneeldeurrand verstellen Paneeldeuren

Nadere informatie

Grote- of Onze Lieve Vrouwe Kerk, Breda

Grote- of Onze Lieve Vrouwe Kerk, Breda Grote- of Onze Lieve Vrouwe Kerk, Breda D.A. Flentrop, 53IVP (1966) Omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden Oktober 1999: De klaviatuur en speeltafelonderdelen werden vervoerd naar Dordrecht, alwaar

Nadere informatie

Orgel Evangelisch-Lutherse Kerk Nijmegen

Orgel Evangelisch-Lutherse Kerk Nijmegen Orgel Evangelisch-Lutherse Kerk Nijmegen Dispositie Manuaal (C-c''') Prestant 8' 1781 Quintadena 8' 1758/2013 Viola di Gamba 8' discant 2013 Cornet 4 sterk, discant 2013 Holpijp 8' 1758/1781 Octaaf 4'

Nadere informatie

Het Meere-orgel in Epe tot 1994

Het Meere-orgel in Epe tot 1994 Het Meere-orgel in Epe tot 1994 Na de omvangrijke kerkrestauratie rond 1800 werd door Abraham Meere het orgel vervaardigd. Het in het archief bewaard gebleven contract werd getekend op 17 maart 1807. Op

Nadere informatie

Het Van Oeckelen-orgel in de Dorpskerk van Vierhuizen Rapport ter voorbereiding van de restauratie in 2007

Het Van Oeckelen-orgel in de Dorpskerk van Vierhuizen Rapport ter voorbereiding van de restauratie in 2007 Het Van Oeckelen-orgel in de Dorpskerk van Vierhuizen Rapport ter voorbereiding van de restauratie in 2007 Hans Fidom * maart 2007 Rapport orgel Vierhuizen 1 2 Rapport orgel Vierhuizen Het orgeltje van

Nadere informatie

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1 Hoogtesprong Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm. Het mag niet mogelijk

Nadere informatie

Ontwerp Bankenplan - Hervormde kerk te Bovensmilde

Ontwerp Bankenplan - Hervormde kerk te Bovensmilde Ontwerp Bankenplan - Hervormde kerk te Bovensmilde Het huidige bankenplan in de Hervormde kerk te Bovensmilde heeft een monumentale status en kan daardoor niet zonder goede onderbouwing aangepast worden.

Nadere informatie

Een echte Johannus voor elke huiskamer!

Een echte Johannus voor elke huiskamer! Een echte Johannus voor elke huiskamer! Studio 150 Een echte Johannus voor elke huiskamer! Met de bouw van de Studio 150 is een droom werkelijkheid geworden: volwaardige Johannus-kwaliteit voor een zeer

Nadere informatie

De Nicolaaskerk te Wiuwert

De Nicolaaskerk te Wiuwert De Nicolaaskerk te Wiuwert De kerk van Wiuwert is rond 1200 gebouwd en gewijd aan de heilige Nicolaas. Exterieur De oorspronkelijke kerk had rondbogige romaanse vensters, waarvan in de noordmuur nog sporen

Nadere informatie

Onderzoek van de drakenfiguur

Onderzoek van de drakenfiguur Onderzoek van de drakenfiguur Voordat een begin gemaakt werd met de behandeling en de restauratie van de loden drakenfiguur zijn eerst alle zichtbare gegevens fotografisch vastgelegd. Om details goed te

Nadere informatie

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1 Hoogtesprong Hoogte L: 55-60 cm, M: 35-40 cm, S: 25-30 cm Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de

Nadere informatie

Voorgeschiedenis Over het al dan niet aanwezig zijn van een orgel, en zijn historiek, in de oude kerk (dus vóór 1840) zijn geen gegevens voorhanden.

Voorgeschiedenis Over het al dan niet aanwezig zijn van een orgel, en zijn historiek, in de oude kerk (dus vóór 1840) zijn geen gegevens voorhanden. VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk Administratieve entiteit ANZEGEM Gemeente INGOOIGEM Parochiekerk Sint-Antonius Abt (Stijn

Nadere informatie

Kleurenonderzoek naar de historie van het schilderwerk.

Kleurenonderzoek naar de historie van het schilderwerk. Impressie van de herstelwerkzamheden van het Bätzorgel Nieuwe kerk Delft. B1 steigeropbouw om het pijpwerk aan het front te verwijderen en voor mogelijk schilderwerk. Tevens is er nog herstelwerk te doen

Nadere informatie

Pijlenkokers voor op de rug en op de heup.

Pijlenkokers voor op de rug en op de heup. Pijlenkokers voor op de rug en op de heup. Tekst en foto s: Marc Wilborts. Opmaak en redactie: Jan van der Veen. Hieronder volgt een beschrijving van het maakproces van deze fraaie quivers voor op de rug

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie Oost-Vlaanderen Administratieve entiteit MALDEGEM Gemeente ADEGEM Parochiekerk Sint-Adrianus Arrondissement Eeklo (Adegem-dorp

Nadere informatie

Haagse Orgel Kring Opgericht 10 November 1951

Haagse Orgel Kring Opgericht 10 November 1951 Mededeling Haagse Orgel Kring Opgericht 10 November 1951 Secretaris: Marien van den Bos tel. 070-3587844 e-mail: mvdbos@bart.nl NL21 INGB 0000 6300 45 t.n.v. penningmeester HOK te Den Haag Mededeling Mededeling

Nadere informatie

HET LANDLEVEN-KIPPENHOK

HET LANDLEVEN-KIPPENHOK LANDLEVEN-KIPPENHOK BLAD 1 HET LANDLEVEN-KIPPENHOK VROEGER WERDEN KIPPEN IN DE MEEST WONDERLIJKE BOUWSELS ONDERGEBRACHT. SOMS ERG ROMANTISCH OM TE ZIEN, MAAR VAAK ONPRAKTISCH, ONHYGIËISCH EN WEINIG DIERVRIENDELIJK.

Nadere informatie

Het Orgel in de. St. Martinuskerk te Groningen. thans in de. St. Martinkirche te Beckum, Duitsland

Het Orgel in de. St. Martinuskerk te Groningen. thans in de. St. Martinkirche te Beckum, Duitsland Orgels van de Firma Maarschalkerweerd & Zoon deel 3 Het Orgel in de St. Martinuskerk te Groningen thans in de St. Martinkirche te Beckum, Duitsland Philip van den Berg 1 mei 2005 / 24 mei 2012 Philip van

Nadere informatie

R A P P O R T. betreffende het orgel van de. Remonstrantse Kerk Arminius te R O T T E R D A M

R A P P O R T. betreffende het orgel van de. Remonstrantse Kerk Arminius te R O T T E R D A M R A P P O R T betreffende het orgel van de Remonstrantse Kerk Arminius te R O T T E R D A M Henk Verhoef 20 januari 2014 I N H O U D Inleiding 3 1 Het orgel van de Remonstrantse Kerk te Rotterdam 1.1 Bouw

Nadere informatie

Pagina 1 van 4 KNK CYNOPHILIA

Pagina 1 van 4 KNK CYNOPHILIA sprong Muur Breedtesprong Slalom Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm.

Nadere informatie

OPBERGEN OP - 2 - - 3 - - 4 - - 5 - Iedere kast of ladeblok kan worden voorzien van een bijpassende top. Onze standaard kleuren zijn: - 6 - Licht eiken Ahorn Beuken Kersen Peren Kersen Lichtgrijs Wengé

Nadere informatie

Blaasinstrument of toetsinstrument?

Blaasinstrument of toetsinstrument? Enthousiast kijkt een rijke bezoeker naar het imponerende orgelfront in de Alkmaarse Grote Sint-Laurenskerk. Hij vraagt zich af of het kleine orgel in de balustrade te koop zou zijn; zo mooi vindt hij

Nadere informatie

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM ORGELS TE KOOP FOR SALE / ZU VERKAUFEN. Hieronder presenteren wij enkele orgels die voor verkoop beschikbaar zijn.

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM ORGELS TE KOOP FOR SALE / ZU VERKAUFEN. Hieronder presenteren wij enkele orgels die voor verkoop beschikbaar zijn. FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM ORGELS TE KOOP FOR SALE / ZU VERKAUFEN Hieronder presenteren wij enkele orgels die voor verkoop beschikbaar zijn. Informatie is via ons kantoor te verkrijgen: 075-6168651

Nadere informatie

HET INDE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE SLEEN

HET INDE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE SLEEN HET INDE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE SLEEN KRONIEK VAN HET VOLLEBREGT-ORGEL in de Hervormde Kerk te Sleen ter gelegenheid van het gereedkomen van de restauratie en reconstructie in 1992. Stef Tuinstra

Nadere informatie

Eindverslag orgelproject. Gasthuiskapel te Zaltbommel. Utrecht, oktober 2014 Peter van Dijk

Eindverslag orgelproject. Gasthuiskapel te Zaltbommel. Utrecht, oktober 2014 Peter van Dijk Eindverslag orgelproject Gasthuiskapel te Zaltbommel Utrecht, oktober 2014 Peter van Dijk Inleiding 1 De Gasthuiskapel te Zaltbommel dateert van origine uit de 14e eeuw. Voorzover bekend is er tot 2014

Nadere informatie

De bouwonderdelen bij dit nummer

De bouwonderdelen bij dit nummer De bouwonderdelen bij dit nummer Bij deze aflevering ontvangt u houten latten voor de verschansingen en onderdelen voor het dekbeslag. Gevormde houten onderdelen 0 roosterelementen, 33 mm lang rondhout

Nadere informatie

De bouwonderdelen bij dit nummer

De bouwonderdelen bij dit nummer De bouwonderdelen bij dit nummer U ontvangt onderdelen en materialen voor de hangmatnetten, het galjoen en de tuigage. Houten latten 1 houten lat van x mm, 250 mm lang 2 houten latten van 2 x 5 mm, 250

Nadere informatie

Een Zwitsers orgel in Het Zwitserse Huis te Groningen

Een Zwitsers orgel in Het Zwitserse Huis te Groningen Een Zwitsers orgel in Het Zwitserse Huis te Groningen In Groningen staat aan één van de fraaie singels een villa die opvalt vanwege zijn bijzondere, afwijkende architectuur. Het huis werd in 1894 gebouwd

Nadere informatie

aa NI lao^o nanvhnaxswo X3H NVA

aa NI lao^o nanvhnaxswo X3H NVA aa NI lao^o nanvhnaxswo X3H NVA TEN GELEIDE Het orgel in zijn oorspronkelijke staat in de Hervormde Kapel van Sleen De huidige situatie van ons kerkgebouw dateert van 1867. De oorspronkelijke inrichting

Nadere informatie

11 Montage in kast. Handleiding 20 toets draaiorgel. Hans Beijer

11 Montage in kast. Handleiding 20 toets draaiorgel. Hans Beijer Handleiding 20 toets draaiorgel Hans Beijer 11 Montage in kast KAST Lijm de kast samen en let er op dat de zijwand met de voorgeboorde gaten aan de linkerzijde zit. Links is vanuit de frontzijde gezien.

Nadere informatie

Het Egedacher-orgel in de Kajetanerkirche in Salzburg

Het Egedacher-orgel in de Kajetanerkirche in Salzburg Het Egedacher-orgel in de Kajetanerkirche in Salzburg algemeen Het Egedacher-orgel in de Kajetanerkirche in Salzburg werd omstreeks 1700 gebouwd en is om uiteenlopende redenen een heel bijzonder instrument.

Nadere informatie

Montage. handleiding. Maak de verpakking(en) per meubel open en sorteer de onderdelen. In de verpakking vindt u:

Montage. handleiding. Maak de verpakking(en) per meubel open en sorteer de onderdelen. In de verpakking vindt u: Montage handleiding Verpakking Naast de referentie van het meubel staat soms nog een getal op het verpakkingslabel. Dit betekent dat het gaat om één meubel wat is verpakt in meerdere pakketten, tezamen

Nadere informatie

GELUIDSONDERZOEK JULIANAKERK DORDRECHT T.B.V. ORGELVOLUME ONDER DE ACHTERGALERIJ

GELUIDSONDERZOEK JULIANAKERK DORDRECHT T.B.V. ORGELVOLUME ONDER DE ACHTERGALERIJ GELUIDSONDERZOEK JULIANAKERK DORDRECHT T.B.V. ORGELVOLUME ONDER DE ACHTERGALERIJ Ing. C.W. Doornhein / mei 2015 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. GELUIDSONDERZOEK 3. METINGEN 4. ANALYSE GELUIDSVOLUME ONDER

Nadere informatie

DRAAIDEUR MET ZIJLICHT

DRAAIDEUR MET ZIJLICHT MONTAGEHANDLEIDING DRAAIDEUR MET ZIJLICHT LEES VOORDAT U START MET DE INSTALLATIE EERST DEZE HANDLEIDING GOED DOOR Deze handleiding beschrijft de installatie van de draaideur in de volgende uitvoeringen:

Nadere informatie

Gemeente BEVEREN aan de IJzer Parochiekerk Sint-Audomarus

Gemeente BEVEREN aan de IJzer Parochiekerk Sint-Audomarus VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie West-Vlaanderen Administratieve entiteit ALVERINGEM Gemeente BEVEREN aan de IJzer Parochiekerk Sint-Audomarus Arrondissement

Nadere informatie

Het Orgel in de. Onze Lieve Vrouwe Geboortekerk te Bodegraafse Meije

Het Orgel in de. Onze Lieve Vrouwe Geboortekerk te Bodegraafse Meije Orgels van de Firma Maarschalkerweerd & Zoon deel 4 Het Orgel in de Onze Lieve Vrouwe Geboortekerk te Bodegraafse Meije aan Rob Goudkuil Philip van den Berg 18 maart 2017 Het Maarschalkerweerd & Zoon orgel

Nadere informatie

BROERSMA SYSTEEMBOUW B.V. OPPERKOATSTERWEI 6, 9288 GK. KOOTSTERTILLE, TEL. 0511-542698 FAX. 0511-542060

BROERSMA SYSTEEMBOUW B.V. OPPERKOATSTERWEI 6, 9288 GK. KOOTSTERTILLE, TEL. 0511-542698 FAX. 0511-542060 BROERSMA IJZERSTERK IN HOUTCONSTRUCTIE Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd, door middel van fotokopie of gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Broersma Systeembouw

Nadere informatie

Twee orgelbouwwerkplaatsen op bezoek bij Peter Hoogerheide en Theo Koele - een fotoverslag door Cees Steeg en Jan Bouterse

Twee orgelbouwwerkplaatsen op bezoek bij Peter Hoogerheide en Theo Koele - een fotoverslag door Cees Steeg en Jan Bouterse Twee orgelbouwwerkplaatsen op bezoek bij Peter Hoogerheide en Theo Koele - een fotoverslag door Cees Steeg en Jan Bouterse Zij wonen vlak bij elkaar, Peter Hoogerheide in Drempt, Theo Koele in Hoog-Keppel.

Nadere informatie

Checklist toestellen 2018

Checklist toestellen 2018 TOESTEL ONDERDELEN EISEN AKKOORD Hoogtesprong Hoogte L: 55-60 cm, M: 35-40 cm, S: 25-30 cm Vleugels De staander moet tenminste 100cm en maximaal 120 cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste

Nadere informatie

De bouwonderdelen bij dit nummer

De bouwonderdelen bij dit nummer De bouwonderdelen bij dit nummer U ontvangt onderdelen voor rompen dekdetails en voor de tuigage. Houten latten 1 houten lat van 2 x 3mm, 0 mm lang Beslag 0 mm messingdraad van 1 mm dik Bruin garen van

Nadere informatie

Het orgel is beschermd als monument, KB 14.X Auteur instrument : Corneille Cacheux (F Arras) Bouwjaar : 1736

Het orgel is beschermd als monument, KB 14.X Auteur instrument : Corneille Cacheux (F Arras) Bouwjaar : 1736 VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk Administratieve entiteit HARELBEKE Gemeente HULSTE Parochiekerk Sint-Petrus (Hulstedorp,

Nadere informatie

Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen

Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen door Gerrit Vermeer in opdracht voor de gemeente Enkhuizen namens de Vereniging Oud Enkhuizen. oktober 2015 1 Afbeelding omslag. De voorgevel van

Nadere informatie

Restauratie De Crane-orgel in de Hervormde Kerk te Waspik (1)

Restauratie De Crane-orgel in de Hervormde Kerk te Waspik (1) Restauratie De Crane-orgel in de Hervormde Kerk te Waspik (1) Het orgel voor 2014. Na de restauratie van 2014/2015. De imposante grote Hervormde Kerk te Waspik beschikt over een bijzonder orgel. Eén van

Nadere informatie

Alkreflex 2L-2. In de spouw. innovation in insulation. Algemeen. Verwerking / bestekomschrijving

Alkreflex 2L-2. In de spouw. innovation in insulation. Algemeen. Verwerking / bestekomschrijving In de spouw Alkreflex 2L-2 Algemeen Alkreflex 2L-2 zodanig monteren dat aan weerszijden van de Alkreflex 2L-2 een spouw aanwezig is van minimaal 20 mm. Alkreflex 2L-2 monteren op houten regels. In gevelconstructies

Nadere informatie

van de overdracht en presentatie van het Vollebregt-orgel in de Ned. Herv. Kerk te Sleen op vrijdag 8 mei 1992.

van de overdracht en presentatie van het Vollebregt-orgel in de Ned. Herv. Kerk te Sleen op vrijdag 8 mei 1992. Progṛamma van de overdracht en presentatie van het Vollebregt-orgel in de Ned. Herv. Kerk te Sleen op vrijdag 8 mei 1992. PROGRAMMA De kerkvoogdij nodigt u uit koffie te komen drinken in het koor van de

Nadere informatie

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter

Nadere informatie

De bouw van een continuo-orgel met één register - Tjeerd Bosklopper

De bouw van een continuo-orgel met één register - Tjeerd Bosklopper De bouw van een continuo-orgel met één register - Tjeerd Bosklopper Inleiding Vaak raadt men beginnende orgelbouwers aan om eerst maar eens een portatiefje te bouwen en daardoor ervaring op te doen. Wanneer

Nadere informatie

Over de kerk van Marum

Over de kerk van Marum Over de kerk van Marum De kerk van Marum is een van de oudste bakstenen kerken in Groningen. Het oudste gedeelte, het koor, dateert uit de 12 e eeuw. De toren is 13 e -eeuws. De preekstoel werd in 1826

Nadere informatie

Montage instructie Geluidwerend in de wand schuivend

Montage instructie Geluidwerend in de wand schuivend Geluidwerend in de wand schuivend pagina 1/18 Inhoudsopgave Pagina 2 Benodigdheden 3 Inhoud van de verpakkingen 4 Hoofdbestanddelen Varidoors schuifdeur systeem 5 Sparing controleren 6 Montage Benodigdheden

Nadere informatie

Bloemenmarkt 2, Roosendaal

Bloemenmarkt 2, Roosendaal Bloemenmarkt 2, Roosendaal Bouwjaar: 1911 Gegevens monument Locatie: CBS Typering: Bloemenmarkt 2, 4701 JB Roosendaal Winkel / woonhuis Bouwjaar: 1911 Architect: Verbouwingen: J. de Lepper M. Vergouwen,

Nadere informatie

Rolhekken, rolluiken en schaarhekken

Rolhekken, rolluiken en schaarhekken Rolhekken, rolluiken en schaarhekken Rolluiken, rolhekken en schaarhekken kunnen een goed middel zijn om gevels te beschermen tegen vandalisme en inbraak. Door de vele verschillende soorten die er zijn

Nadere informatie

Bouwhandleiding Berend

Bouwhandleiding Berend Bouwhandleiding Berend Controleer of je alle onderdelen hebt die nodig zijn om Berend te bouwen. (op de foto staan linksonderin twee rechthoekjes zonder gat, dit is uiteindelijk mét gat geworden) Zorg

Nadere informatie

e l Hout B R I C O F I C H E

e l Hout B R I C O F I C H E 5043676 r u e Een d en s t a a l p t u o H E H I C F C O I B R Hout B R I C O F I C H E Inleiding Als u een deur zoekt, dan vindt u een ruim aanbod in de meest uiteenlopende en fijnste houtsoorten. De

Nadere informatie

Windvoorziening met gebruik van een ventilator

Windvoorziening met gebruik van een ventilator Windvoorziening met gebruik van een ventilator Wat moet het doen Een constante winddruk leveren op de windlade d bij wisselend verbruik Een goed dynamisch gedrag g vertonen bij stapvormige verandering

Nadere informatie

Verslag van de bouw van een nyckelharpa - deel 2 - Ton Pel

Verslag van de bouw van een nyckelharpa - deel 2 - Ton Pel Verslag van de bouw van een nyckelharpa - deel 2 - Ton Pel Om het hout makkelijker te kunnen buigen heb ik het een uur in heet stromend kraanwater gelegd, en het onder water gehouden door een stuk ijzer

Nadere informatie

Van Hirtum-orgel in Hilvarenbeek kreeg geslaagde klankrestauratie

Van Hirtum-orgel in Hilvarenbeek kreeg geslaagde klankrestauratie Van Hirtum-orgel in Hilvarenbeek kreeg geslaagde klankrestauratie Wanneer orgels zouden kunnen spreken (en ik bedoel dan praten ), dan zouden zij ons soms verrassende zaken kunnen vertellen. Wanneer zij

Nadere informatie

Administratieve entiteit RUISELEDE Gemeente RUISELEDE Kapel in het klooster der Zusters van O.-L.-Vrouw van VII Weeën (Bruggestraat 29)

Administratieve entiteit RUISELEDE Gemeente RUISELEDE Kapel in het klooster der Zusters van O.-L.-Vrouw van VII Weeën (Bruggestraat 29) VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Tielt Administratieve entiteit RUISELEDE Gemeente RUISELEDE Kapel in het klooster der Zusters

Nadere informatie

De bouwonderdelen bij dit nummer

De bouwonderdelen bij dit nummer Bouwhandleiding De bouwonderdelen bij dit nummer Bij deze aflevering ontvangt u de onderdelen van de onderlijzeilspieren, verdere losse schietbuizen en de kettingen voor het roerblad van uw Victory. Houten

Nadere informatie

Opbouwbeschrijving zelfdragende terrasoverkapping met 44.2 glas

Opbouwbeschrijving zelfdragende terrasoverkapping met 44.2 glas Opbouwbeschrijving zelfdragende terrasoverkapping met 44.2 glas Neem de tijd om deze opbouwbeschrijving rustig helemaal door te lezen. U krijgt dan alvast een idee waarvoor de geleverde materialen bedoeld

Nadere informatie

18 Maria beeld * inventarisnummer aantal onderdelen 1 afmetingen h. 49,5 cm, b. 14 cm, d. 10 cm

18 Maria beeld * inventarisnummer aantal onderdelen 1 afmetingen h. 49,5 cm, b. 14 cm, d. 10 cm 18 Maria beeld * inventarisnummer 7358-140 titel Maria aantal onderdelen 1 afmetingen h. 49,5 cm, b. 14 cm, d. 10 cm materiaal gips, houtimitatie beschrijving Maria houdt het kind op de rechterarm en een

Nadere informatie

TERRASOVERKAPPING Montage Handleiding (NL)

TERRASOVERKAPPING Montage Handleiding (NL) TERRASOVERKAPPING Montage Handleiding (NL) BENODIGD GEREEDSCHAP ONDERDELEN Afbeelding betreft de 3,0m brede uitvoering. De componentaantallen variëren per maatuitvoering (zie het overzicht op de volgende

Nadere informatie

Timpe-orgel Nieuwe Kerk te Groningen gerestaureerd

Timpe-orgel Nieuwe Kerk te Groningen gerestaureerd Timpe-orgel Nieuwe Kerk te Groningen gerestaureerd Nu zát Nicolaus Anthonie Lohman met zijn aanneemsom eens een keer onder die van zijn allergrootste concurrent, Johannes Wilhelmus Timpe (1770-1837), ging

Nadere informatie

Ruimtebesparend badmeubel van vintage hardhout panelen

Ruimtebesparend badmeubel van vintage hardhout panelen Ruimtebesparend badmeubel van vintage hardhout panelen Ruimtebesparend badmeubel van vintage hardhout panelen Materialen Gereedschap multiplex hardhout 15mm Cando Vintage paneel Ladegeleiders wastafel

Nadere informatie

Het Onderhorst Kabinetorgel te Bennekom

Het Onderhorst Kabinetorgel te Bennekom Het Onderhorst Kabinetorgel te Bennekom Het Onderhorst kabinetorgel dateert van 1762. Het is van oorsprong een huisorgel en is bij uitstek een instrument voor kamermuziek. Sinds 2009 staat het in de noorderzijbeuk

Nadere informatie

Eindrapport. Naar aanleiding van de restauratie van het orgel in de Gereformeerde Mariakerk te Vollenhove. Kampen, april 2013 drs. H. G.

Eindrapport. Naar aanleiding van de restauratie van het orgel in de Gereformeerde Mariakerk te Vollenhove. Kampen, april 2013 drs. H. G. Eindrapport Naar aanleiding van de restauratie van het orgel in de Gereformeerde Mariakerk te Vollenhove Kampen, april 2013 drs. H. G. Kamp 2 Inhoudsopgave Inleiding pag. 3 Hoofdstuk 1 Situatie voor de

Nadere informatie

Jubileumconcert van Jan Kobus

Jubileumconcert van Jan Kobus 50 jaar organist Programmaboekje Jan Kobus Illustratie: Gerbrich Kobus Jubileumconcert van Jan Kobus Zondag 12 oktober 2014 15:00 uur Hervormde Kerk Hoofdstraat 24 Warten Twee anekdotes van Jan Kobus Jan

Nadere informatie

* Indien het dak een verloop heeft van 6, is het verval 10,5 cm per meter. * Indien het dak een verloop heeft van 10, is het verval 17,5 cm per meter.

* Indien het dak een verloop heeft van 6, is het verval 10,5 cm per meter. * Indien het dak een verloop heeft van 10, is het verval 17,5 cm per meter. Tips bij het plaatsen van een veranda/overkapping. Plaatsen van de muurplaat (A.103) We beginnen met het plaatsen van de muurplaat tegen de gevel van de woning. Om de juiste hoogte te kennen moet je de

Nadere informatie

Modelvliegtuigbouw. Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II. Auteur; Wout Heijne. Lay out Jeroen van den Brand

Modelvliegtuigbouw. Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II. Auteur; Wout Heijne. Lay out Jeroen van den Brand Modelvliegtuigbouw Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II Auteur; Wout Heijne Lay out Jeroen van den Brand De Romp De romp Stap 1 - Mal - Figuurzaag - Potlood - Plaatje triplex 1. Teken met behulp van

Nadere informatie

INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0227 Dakruiter Beuckenswijkstraat 2 8565 GN Sondel

INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0227 Dakruiter Beuckenswijkstraat 2 8565 GN Sondel INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0227 Beuckenswijkstraat 2 8565 GN Sondel Monumentenwacht Fryslân Emmakade 59 Postbus 137 8900 AC Leeuwarden tel. 058-2157365/fax. 058-2157336 email: info@monumentenwacht-fryslan.nl

Nadere informatie