VERKENNINGENSTUDIE CASH. Studie regionaal openbaar vervoer Corridor Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERKENNINGENSTUDIE CASH. Studie regionaal openbaar vervoer Corridor Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer"

Transcriptie

1 VERKENNINGENSTUDIE CASH Studie regionaal openbaar vervoer Corridor Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer 20 september

2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Een bereikbaarheidsprobleem in Leeswijzer: het rapport is een MIT-verkenningenstudie Er is een bereikbaarheidsprobleem Een aanzienlijke groei in de regio tot De groei leidt tot bereikbaarheidsproblemen Het bestaande beleid levert maar een deel van de oplossing Oplossingsrichtingen voor het bereikbaarheidsprobleem Nieuwe regionale verbindingen: een effectieve en efficiente oplossing Nader onderzoek: keuze van oplossingen Voorkeursoplossingen: de vervoerseffecten Gevoeligheidsanalyses Voorkeursoplossingen: investeringen en exploitatie Aanbevelingen voor een vervolg van cash Het probleem en de doelstelling zijn regionaal De varianten beoordeeld Een keuze voor een vervolg...45 BIJLAGE 1: De structuur van de verkenningenstudie...47 BIJLAGE 2: Ruimtelijke ontwikkelingen BIJLAGE 3: Ontwikkelingen in infrastructuur en mobiliteitsbeleid BIJLAGE 4: Vervoerssystemen, praktische haalbaarheid en uitwerking...54 BIJLAGE 5 : Woordenlijst

3 1 INLEIDING 1.1 Een bereikbaarheidsprobleem in 2020 De CASH-studie (Corridor Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer) is een verkenningenstudie naar de vervoersproblematiek in het kader van het MIT (Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport). In de Noordvleugel van de Randstad en in het bijzonder in de omgeving Amsterdam - Haarlemmermeer vinden grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen plaats, zoals de bouw van de Zuidas en de uitbreiding van Schiphol. Verwacht wordt dat het aantal woningen en arbeidsplaatsen in de corridor (zie figuur 1) de komende 20 jaar stijgt met respectievelijk (+ 17 %) en (+57%). Deze ontwikkelingen zorgen voor 44 % groei van het verkeer. Verkeer dat zich moet afwikkelen via een momenteel al zwaarbelast net. Naar verwachting kan slechts 40% van de nieuwe verplaatsingen worden afgewikkeld met de auto, ondanks de op stapel staande uitbreidingen van het wegenstelsel. Ook in de periode na 2020 is groei voorzien. Mogelijke doorontwikkeling van Schiphol en de Zuidas zorgen voor een extra toename. Figuur 1 : Het studiegebied, de CASH-corridor 3

4 Ook het openbaar vervoer heeft - ondanks de recente verdubbeling van de Schipholtunnel, de aanleg van de Zuidtangent en de in 2010 te realiseren Noord/Zuidlijn - maar een beperkte opvangcapaciteit. De bereikbaarheid van de Mainport Schiphol met het openbaar vervoer komt mede daardoor onder druk te staan. Investeren in nieuwe openbaar-vervoerverbindingen in het hart van deze economische ontwikkelingen is een oplossing die kan bijdragen aan de opvang van de mobiliteitsgroei. Omdat een groot deel van de ontwikkelingen regionale verplaatsingen oproept, is in de CASH-studie onderzocht welke regionale openbaar-vervoerverbeteringen denkbaar zijn. De studie heeft tot doel de volgende problemen te onderzoeken: de bereikbaarheidsproblemen van de woon- en werklocaties in de corridor, specifiek voor het openbaar vervoer; de mate waarin bestaande overbelaste openbaar-vervoerverbindingen ontlast kunnen worden; de mate waarin nieuwe openbaar-vervoerverbindingen een toegevoegde waarde kunnen hebben in de vorm van ontsluiting van werkgelegenheids- en woonlocaties. Nieuwe openbaar vervoerverbindingen lijken hoe dan ook te voorzien in een grote verplaatsingsbehoefte. Dit kan alleen maar als deze verbindingen een hoogwaardig karakter hebben: snel, betrouwbaar, frequent en attractief. Nieuwe voorzieningen zullen grote stromen moeten vervoeren en daarom een grote capaciteit moeten krijgen. In de CASH-studie zijn diverse verbindingen verkend. Het succes van deze verbindingen is niet alleen uit te drukken in passagiersaantallen, maar moet worden afgezet tegen investeringen en tegen de aanzuigkracht van de verbinding zelf. Een verbinding die concurreert met een bestaande verbinding, welke nog voldoende capaciteit heeft, voldoet immers niet aan het doel. In dit licht lijken rechtstreekse verbindingen vanaf Station Zuid-WTC naar Schiphol en Hoofddorp het meest te voldoen aan de doelstelling: een efficiënte en effectieve bijdrage leveren aan het accommoderen van de mobiliteit in de Corridor Amsterdam Schiphol - Haarlemmermeer. De conclusie van dit rapport luidt dan ook dat verder onderzoek naar deze kansrijke opties moet plaatsvinden met als doel deze te realiseren rond of direct na De eerste stap daarvoor moet worden gezet met het uitvoeren van een planstudie in MIT-kader. 4

5 1.2 Leeswijzer: het rapport is een MIT-verkenningenstudie Dit rapport bevat de conclusies van een verkenningenstudie in het kader van het MIT. In deze studie is onderzocht waaruit het probleem bestaat, hoe het kan worden gekwantificeerd, welke oplossingen ervoor zijn, en hoe deze worden beoordeeld. Hiervoor is een tweetal deelstudies uitgevoerd: 1. een vervoerwaardestudie naar de omvang van vervoersstromen in 2010 en 2020 met een kwantificering van het vervoerskundig effect van een aantal oplossingen; 2. een ruimtelijk - financiële verkenning van kansrijke oplossingsrichtingen: de lijnvoeringstudie. Beide deelstudies zijn uitgebreid gerapporteerd in twee deelrapporten. Deze maken onderdeel uit van dit rapport Verkenningen Corridor Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer. Daarnaast is een samenvatting van deze studie verschenen. Het programma Bon-Route 5

6 De CASH-verkenningenstudie is een studie in het kader van Regionet. Regionet is de samenwerking van de Openbaar Vervoerautoriteiten in de Noordvleugel van de Randstad. De samenwerking is gericht op het verbeteren van het openbaar vervoer voor korte en middellange termijn. In Regionetverband vindt momenteel een aantal corridorstudies plaats. Naast de CASH-studie zijn dit: de Zaancorridor, de Corridor Noordzeekanaalgebied, de Corridor Aalsmeer/Uithoorn, de Corridor Amsterdam - Almere en de Corridor Almere/Gooi. Naast Regionet voert de capaciteitsorganisatie voor het spoorwegnet, Railned momenteel een aantal quick scans uit naar de ontwikkelingen op de belangrijkste spoorcorridors in de regio, onder andere de corridor Almere - Haarlemmermeer. Afstemming van gegevens voor de prognoses heeft plaatsgevonden met de CASH-studie, evenals de uitwisseling van tussenresultaten. Uiteindelijk leveren beide studies gezamenlijk materiaal voor het vervolg op. Initiatiefnemer van de CASH-studie is het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA). Aansturing vindt plaats door een stuurgroep bestaande uit de portefeuillehouders Verkeer van de provincie Noord-Holland, de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer, het ROA en van Schiphol. De uitvoering van de studie is begeleid door een projectgroep, bestaande uit: Rijkswaterstaat Noord-Holland; Provincie Noord-Holland; Gemeente Amsterdam; Regionaal Orgaan Amsterdam; Gemeente Amstelveen; Gemeente Haarlemmermeer; Stadsdeel Slotervaart-Overtoomse Veld (eerste deel CASH-studie); Amsterdam Airport Schiphol; Railned (tweede deel CASH-studie). Bijlage 1 beschrijft de project- en procesorganisatie van de studie. De studie is gestart in 1999 en heeft in eerste instantie de problemen rond 2010 verkend. Toen bleek dat de horizon te dichtbij lag en er onvoldoende inzicht was in de langere termijnontwikkeling is besloten een uitbreiding te geven aan de studie. Ook is toen specifiek aandacht besteed aan een tweetal vragen die door de eerste studie waren opgeworpen: De mogelijke vervoerwaarde van goedkopere varianten; De specifieke kosten en exploitatie in relatie tot de dan bestaande infrastructuur. Ook in de opbouw van dit rapport speelt deze tweedeling een rol. 6

7 Hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de ontwikkeling van de vervoersvraag in de komende periode in het studiegebied en vormt daarmee de probleemverkenning. Hoofdstuk 3 beschrijft het afwegingsproces dat heeft geleid tot het selecteren van kansrijke oplossingen: allereerst in de verkennende sfeer voor het jaar 2010 en vervolgens uitgebreid voor een aantal kansrijke oplossingen voor het jaar Hoofdstuk 4 tenslotte geeft de aanbevolen vervolgstappen aan. 7

8 2 ER IS EEN BEREIKBAARHEIDSPROBLEEM 2.1 Een aanzienlijke groei in de regio tot 2020 Het studiegebied maakt onderdeel uit van de Noordvleugel van de Deltametropool. Deze Noordvleugel staat voor een forse taakstelling op het gebied van wonen en werken: zo moeten er tot 2020 woningen worden gebouwd voor inwoners en komen er arbeidsplaatsen bij. Een derde hiervan moet in de CASH-corridor worden gerealiseerd. In regionaal verband (Noordvleugelconferentie, oktober 2001) is uitgesproken dat er tussen 2010 en 2030 voor circa woningen ruimte moet worden gezocht, deels bovenop de al genoemde taakstelling voor Voor werkgelegenheid zijn Haarlemmermeer en de Zuidas in Amsterdam de belangrijkste te ontwikkelen gebieden binnen het studiegebied van deze studie: de Corridor Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer. In figuur 1 is te zien wat voor deze studie het studiegebied is. De luchthaven Schiphol is als mainport een van de belangrijkste werkgelegenheidsgebieden in de omgeving. Daarnaast verwacht de luchthaven een toename van het vliegverkeer: tot 2020 wordt een groei van 36 miljoen tot 68 miljoen passagiers/jaar verwacht. Schiphol verwacht dat door deze groei de bouw van een tweede terminal noodzakelijk is. Omdat dit nog een onzekere ontwikkeling is, hebben we deze tweede terminal niet meegenomen in de CASH-studie. Kantooronwikkeling in Hoofddorp. 8

9 In bijlage 2 is per gemeente(deel) aangegeven hoe groot de verwachte groei is. Deze groei is gebaseerd op een conservatieve inschatting. Alleen de vaststaande plannen zijn hierin opgenomen. Uitgangspunt zijn de reeds overeengekomen plannen en een groei volgens het European Coördination- scenario van het CPB. Dit leidt tot een lage inschatting, immers, zoals hiervoor is aangegeven, zal in de periode een groter aantal woningen en arbeidsplaatsen moeten worden gefaciliteerd. De gemeente Haarlemmermeer heeft aangegeven dat de schattingen nu al achterhaald zijn en suggereert dat de groei in de praktijk hoger zal uitvallen. Zo zou in de Haarlemmermeer ook gerekend mogen worden met extra inwoners en extra arbeidsplaatsen dan in het in deze studie gehanteerde scenario. Ook de Ruimtelijk Economische Visie Schiphol spreekt over een hogere groei. Daarin heeft de tweede terminal een duidelijke functie. Schiphol is vol bij circa 65 miljoen passagiers. In de REV wordt rekening gehouden met een groei tot 80 a 90 miljoen passagiers. Toch is uitgegaan van de zekere ontwikkeling: als dan problemen zijn aangetoond en oplossingen effectief blijken zullen deze dat zeker zijn bij een hogere groei, terwijl het omgekeerde niet waar hoeft te zijn. In Amstelveen is de verwachte prognose voor 2020 inmiddels achterhaald: daar zijn in 2002 al meer arbeidsplaatsen gerealiseerd dan de prognose voor Amstelveen verwacht dan ook nu geen arbeidsplaatsen maar arbeidsplaatsen te herbergen in Bij de beoordeling van de varianten in paragraaf 3.4 is aan de effecten hiervan kort aandacht besteed. 2.2 De groei leidt tot bereikbaarheidsproblemen Ruimtelijke ontwikkelingen roepen verkeer op. Omgekeerd kunnen ruimtelijke ontwikkelingen alleen plaatsvinden als deze ontwikkelingen ook bereikbaar zijn. Door middel van de toekomstverkenningen is nagegaan welke toename in de vervoersvraag zich manifesteert en vooral waar deze zich manifesteert. IJkpunten zijn hierbij de situatie in 2010 en Niet alleen de verwachte ruimtelijke invulling, maar ook een aantal infrastructurele ontwikkelingen is daarbij maatgevend. Zo is verhoging van de openbaarvervoercapaciteit voorzien op de regionale stelsels (Zuidtangent, Noord/Zuidlijn, Utrechten Hemboog) en ook op het hoge snelheidsnet door de komst van de HogeSnelheidsLijn (HSL). Ook de weginfrastructuur zal worden uitgebreid: te noemen zijn de A5 en de extra rijstroken en parallelbanen op de A4. Een volledig overzicht van verwachte ontwikkelingen is te zien in bijlage 3. 9

10 Deze ontwikkelingen leiden tot een groei van het aantal verplaatsingen in de CASH- Corridor met 44%. In figuur 2 is te zien hoe de belasting van het wegennet in 2020 zich heeft ontwikkeld. Dit figuur is het resultaat van een vervoerwaardestudie die met het verkeersmodel GENMOD van divv Amsterdam is uitgevoerd. De volledige rapportage van deze vervoerwaardestudie is een deelrapport van de CASH-verkenningenstudie. Figuur 2: Belasting wegennet 2020 Uit de figuur is af te leiden dat het wegennet, dat anno 2000 al zwaar is belast, ondanks de extra schakels en verbredingen nog zwaarder wordt belast. Met name valt de groei op het onderliggend wegennet op. De groei en belasting van het onderliggend wegennet is zo mogelijk nog hoger dan die van het hoofdwegennet. Tabel 1: Groei van verplaatsingen in de CASH-corridor, avondspits Personen Groei-index Auto Groei-index OV Groei-index verplaatsingen verplaatsingen verplaatsingen

11 De capaciteit van het wegennet is bepalend voor de verdeling over de vervoerwijzen. Dit betekent dat het nu al overbelaste wegennet ondanks de uitbreidingen de verwachte groei maar beperkt kan opvangen. Bij de toedeling met het verkeersmodel is echter in eerste instantie geen capaciteitsbeperking van het openbaar vervoer ingevoerd. Er is uitgegaan van een onbeperkte opvangmogelijkheid van het OV. Dit leidt tot in tabel 1 aangegeven groei van het vervoer. In werkelijkheid is de capaciteit van het openbaar vervoer wel begrensd: frequentieverhogingen en treinverlengingen zijn aan een maximum gebonden. Hierdoor zal in werkelijkheid de groei van het aantal openbaar-vervoerreizigers ook begrensd zijn. Op basis van de inzetnormen en maximum frequenties van het OV-net kan dan ook een maximum capaciteit per stelsel en per lijn worden berekend. In de figuren 3a, 3b en 3c is aangegeven wat de belastingsgraad van respectievelijk het IC/HSL-stelsel, het interregiostelsel en het stoptreinenstelsel is. Figuur 3a Bezetting stoptreinen 2020 drukste halfuur avondspits 11

12 Figuur 3b: Bezetting IR-treinen 2020, drukste halfuur avondspits Figuur 3c: Bezetting IC-treinen 2020, drukste halfuur avondspits Uit figuur 3 a,b en c blijkt dat rond 2020 de IC/HSL-, de interregio en stoptreinstelsels in de Corridor en in de omgeving tot over hun capaciteit zijn belast. Dit geldt bij elk stelsel voor andere deeltrajecten. De Quick-scans van Railned geven overigens aan dat er nog meer belasting van lange-afstandsreizigers is te verwachten en dat het 12

13 stoptreinensysteem minder overbelast is. Er ontstaat volgens deze studie echter geen overbelasting op het traject Schiphol - Zuid/WTC. Een verder onderzoek naar de exacte verdeling vindt nog plaats. Een optimalere verdeling van de capaciteit van deze stelsels zou nog enige rek kunnen opleveren. Echter uitwisseling is om dienstregelingstechnische redenen niet altijd mogelijk. De vraag is dus of daadwerkelijk een alternatieve oplossing voor de regionale verplaatsingen voorhanden is. In Regionetverband wordt gewezen op de noodzaak tot homogeniseren als oplossing voor het capaciteitsprobleem. In dit geval moeten alle stelsels (IC/HSL, IR en stoptreinen) eenzelfde aantal stations aandoen, zodat de snelheden gelijk worden. Dit betekent dus dat er relatief veel stations worden aangedaan en de snelheden laag zijn. In dat geval kunnen wel aanzienlijk meer treinen over het bestaande railnet, maar neemt de snelheid van de verbinding af. Als de kwaliteitssprong moet worden gemaakt, die noodzakelijk lijkt bij de voorziene vraag naar nieuwe arbeidsplaatsen en woningen, kan ook worden gedacht aan het exclusief toewijzen van het zware railnet aan de verbindende stelsels. De ontsluitende functie moet dan worden overgenomen door een ander stelsel, zoals bijvoorbeeld het metrostelsel. Op termijn biedt dit meer perspectief en in elk geval biedt het een betere vervoerkwaliteit: immers de reissnelheden worden hoger omdat een groter deel van de reis met een sneller stelsel kan worden afgelegd. In dit licht moet de regionale benadering van een CASH-studie ook worden gezien: niet de directe nieuwe verbinding tussen twee gebieden of de ontlasting van één overbelaste lijn is het doel, maar het bieden van extra capaciteit op lokale schaal om daarmee de bovenlokale verbindingen te ontlasten. Naast de overbelasting van bestaande verbindingen speelt een tweede aspect een rol als het gaat om bereikbaarheid. Bereikbaarheid is te definiëren als het aantal adressen, dat vanuit een locatie binnen een bepaalde tijd kan worden bereikt. Naarmate een locatie vanuit meer adressen kan worden bereikt is deze interessanter voor de vestiging van bedrijven of woningen. Het spreekt vanzelf dat een betere OV-bereikbaarheid voor bepaalde arbeidsintensieve bedrijfslocaties een voordeel is. In figuur 4a en 4b is aangegeven wat de OV-bereikbaarheid is van alle zones in de corridor in 1998 en Met name het effect van de Noord/Zuidlijn valt hierbij op. In vergelijking met de autobereikbaarheid (figuur 4c) is de OV-bereikbaarheid van de regio nog matig tot slecht te noemen. 13

14 Figuur 4a: Openbaar vervoer bereikbaarheid 1998 Figuur 4b: Openbaar vervoer bereikbaarheid 2020 (referentie) 14

15 Figuur 4c: Auto bereikbaarheid 2020 (referentie) Met name nieuwe OV-verbindingen kunnen de openbaar vervoerbereikbaarheid sterk verbeteren, zie het effect van de Noord/Zuidlijn in figuur 4b. Afgeleid hiervan verbetert ook de potentie van gebieden als mogelijk te ontwikkelen bedrijfs- of woonlocatie. De vraag naar bedrijfsruimte en woonruimte in de CASH-corridor is groot, nog afgezien van de mogelijke verdere groei van Schiphol, zoals geschetst in de Ruimtelijk Economische Visie. Het structurerende effect van het Openbaar vervoer moet dan ook worden meegenomen in de afwegingen. De conclusie luidt dan ook dat zelfs bij de geschetste conservatieve ontwikkeling de verwachte vervoervraag in de CASH-corridor behoorlijk toeneemt. Het autosysteem is nu al zwaar belast en kan slechts een kwart meer verkeer verwerken. Daar waar mogelijk wordt uitgeweken naar het openbaar vervoer. Echter dit heeft op regionale schaal geen reservecapaciteit meer. Een kwaliteitssprong is daarom noodzakelijk, en moet niet alleen worden gezocht in meer capaciteit en snelheid maar ook in betere bereikbaarheid. 2.3 Het bestaande beleid levert maar een deel van de oplossing Uit de vorige paragraaf blijkt dat er bereikbaarheidsproblemen zijn, nu en zeker in de toekomst. Deze constatering is echter niet nieuw. Er is mede daarom nieuw beleid ontwikkeld op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Momenteel verkeren we echter in een beleidsvacuüm: de vigerende plannen (SVV-II, VINEX, Structuurplan Amsterdam, 15

16 Provinciale en regionale verkeers- en vervoerplannen) lopen op het eind van hun technische levensduur. Nieuwe plannen zijn in de maak maar zijn -bij het verschijnen van dit rapport medio nog niet vastgesteld. Dit geldt zowel voor het rijksniveau (NVVP, Vijfde Nota), voor de regio (RVVP van het ROA, PVVP, het Amsterdams VVP en ook de beleidsbepalende voorlopers voor het ruimtelijke regionaal beleid in de vorm van de Noordvleugelconferentie). De verwachting is dat inhoudelijk gesproken de grote lijn binnen deze plannen de komende jaren als beleidsuitgangspunten gaat functioneren. Dit is de reden dat deze plannen in deze paragraaf worden besproken en als uitgangspunt voor de studie worden gehanteerd. Het RO-beleid is bepalend voor de plaats van de activiteiten en daarmee voor de vraag naar verkeer en vervoer. In de Vierde nota wordt gesproken over Schiphol als Mainport, recentelijk is dit geconcretiseerd door een geleide uitbreiding van Schiphol toe te staan onder (geluids-)voorwaarden. In de Ruimtelijk-Economische Visie voor Schiphol is echter een sterkere groei voorzien. In de Vierde Nota is ook het streven naar compacte steden verder uitgewerkt: bouwen binnen of tegen de bestaande stedelijke contouren. In de regionale conferentie waarin de bouwstenen voor nieuw RO-beleid zijn aangeleverd (de Noordvleugelconferentie) is eind 2001 getracht om voor de vraag naar woningen in de periode tot 2030 te accomoderen. Belangrijke uitbreidingslocaties liggen in Almere, IJburg, Hoofddorp, Uithoorn en in mindere mate ten noorden van het Noordzeekanaal. In het SVV-II is uitgegaan van het stimuleren van openbaar vervoergebruik en het zo veel mogelijk beperken van het autogebruik. Het NVVP heeft geen harde streefwaarden meer voor mobiliteitsdoelen maar heeft een strategie om bereikbaarheid te bevorderen en mobiliteit te geleiden: de 3 B s. Achtereenvolgens worden problemen te lijf gegaan door: beter Benutten van bestaande infrastructuur, eventueel Beprijzen om de vraag te sturen en als dat niet meer helpt: Bouwen. Indicator voor een slechte bereikbaarheid per auto is de reistijd: deze zou voor alle trajecten van 30 kilometer op rijkswegen maximaal 30 minuten mogen bedragen. Concreet leidt dit tot: studies naar dynamisch verkeersmanagement en benuttingsmaatregelen op het rijkswegennet, waarvan het effect in deze studie is meegenomen in de vorm van capaciteitsvergroting van de bestaande autosnelwegen; studies naar betere benutting van het zware railstelsel, onder andere in de vorm van de quick-scans van Railned, het project Benutten en Bouwen op het railnet maar ook door integraal in Regionetverband te kijken naar de mogelijkheden voor homogenisering van het gebruik van het stelsel rond Amsterdam; beprijzing in de vorm van de (platte) kilometerheffing en de locatiegebonden tarieven voor parkeren; 16

17 bouwen in de vorm van de uitbreidingen van A4, de aanleg van A5, de verbindingsbogen in het spoor en de Hanzelijn. Inmiddels is duidelijk geworden dat de kilometerheffing verder weg is komen te liggen en dat ook de Vierde Nota niet in 2002 al wordt vervangen. Regionaal en lokaal focust de aandacht zich momenteel op de Amsterdam Zuid-Oost, de Zuidas, Haarlemmermeer/Schiphol en Almere als belangrijke polen en groeilocaties. Tegelijk is met name in het netwerk de verbinding tussen het oude hart van de Noordvleugel en deze locaties op alle fronten overbelast. De belangrijkste infrastructurele ontwikkelingen zijn dan ook hier gedacht: de CRAAG-studie geeft een benuttingsvariant voor de corridor naar Almere, de Hem- Gooi- en Utrechtboog en de Zuidtangent verbeteren de verbindingen van Schiphol naar het achterland en het Zuidasproject heeft een zware infrastructuurcomponent. Binnen het BONRoute-programma (de voortzetting en opvolging van het regionale programma BereikbaarheidsOffensief Randstad, voor de Noordvleugel) zijn veel maatregelen verder uitgewerkt. Zoals bij BONRoute bestaat het merendeel van de maatregelen in de in ontwerp zijnde plannen uit voortzettingen van bestaand beleid. Deze zijn dan ook grotendeels verwerkt in de prognose voor 2020, die is gemaakt. Dit laat onverlet dat voor de periode dit beleid nog maar gedeeltelijk is ingevuld en vormgegeven. Echter, er is ook al geconstateerd dat dit voor de vraag naar verkeer (als afgeleide van ruimtelijke ontwikkelingen) evenzeer geldt. De prognose voor 2020 is dus niet compleet: de vraag zal waarschijnlijk hoger zijn, dus ook het aanbod vraagt om uitbreiding. Ook nu al capaciteitsproblemen op het wegennet 17

18 De conclusie is dat in ondanks het bestaande beleid- het (on-)bereikbaarheidsprobleem toeneemt. De CASH-studie zal mede daarom het antwoord moeten geven op de vraag hoe de bereikbaarheidsmaatregelen tussen 2010 en 2020 vorm kunnen krijgen. 2.4 Oplossingsrichtingen voor het bereikbaarheidsprobleem De voorziene ontwikkeling van het gebied vergt een verbetering van de bereikbaarheid, zowel van de auto als van het openbaar vervoer. In deze studie is gefocust op het regionale openbaar vervoer. Dit wordt des te belangrijker omdat uitbreiding van het wegennet in de praktijk zeer moeilijk is. Het totale netwerk is overbelast en vervoersbewegingen maken gebruik van meerdere schakels. Als er een schakel van het wegennet wordt aangepakt zullen de toeleidende schakels extra worden belast. Het effect van de aanleg van de A5 (zie figuur 2) is illustratief. Verbetering van het openbaar vervoer ligt daarom voor de hand. Voor deze studie is een openbaar vervoersoplossing op regionale schaal uitgangspunt. Daarin zijn twee benaderingen mogelijk: 1. de capaciteit van het bovenregionale stelsel wordt uitgebreid, de problemen strekken zich verder uit dan alleen de CASH-corridor. Dit bovenregionale stelsel moet dan in de corridor relatief goed ontsluiten en houdt veel stations. Het regionale net functioneert hier dan als voor- en natransport over relatief kleine afstanden; 2. de capaciteit van het regionale stelsel wordt uitgebreid, zodat dit behalve de verplaatsingen in de CASH-corridor- ook een groter deel van de verplaatsingen naar en van de corridor kan verwerken. 18

19 Figuur 5: Verdeling verplaatsingen intern/extern en doorgaand In figuur 5 is de verdeling van de verplaatsingen weergegeven. Onderscheid is gemaakt naar enerzijds interne en externe verplaatsingen en anderzijds doorgaande verplaatsingen. Intern betekent hier: herkomst EN bestemming in de CASH-corridor, externe verplaatsingen hebben herkomst OF bestemming in de CASH-corridor. Uit figuur 5 blijkt dat de verplaatsingen die aan de CASH-corridor zijn gebonden een aanzienlijk aandeel vormen. In de CASH-studie lijkt daarom onderzoek van uitbreiding van de regionale verbindingen gerechtvaardigd. Regionaal openbaar vervoer of het spoorwegnet? Momenteel voert Railned een aantal quick scans uit van de problemen op de Amsterdamse ring en de toevoerende spoorlijnen. Ook Railned komt tot de conclusie dat het spoorwegnet overbelast raakt in de periode De zuidas (de spoorlijn Nieuw- Vennep Schiphol Zuid/WTC- Weesp - Almere) krijgt problemen. Met name de snellere treinen (de IC s en HSL) komen capaciteit tekort. Hoewel de overbelasting aan de Haarlemmermeerse kant niet voor alle treinseries en alle baanvakken even zwaar is, zijn in de praktijk niet veel optimalisatiemogelijkheden door uitwisseling van treinsoorten en lijnen. Het concept Benutten en Bouwen wordt momenteel uitgewerkt. Dit zal naar verwachting leiden tot een decomplicering van de dienstregeling en meer afstemmen van snelheden en rijpaden tussen de verschillende treinsoorten en lijnen. Momenteel is nog niet bekend 19

20 waar en hoeveel capaciteit dit kan opleveren. Wel is bekend dat er behoefte is aan meer snelle achterlandverbindingen. Er is twijfel of er juist daarin wordt voorzien door uitvoering van Benutten en Bouwen. Ook de quick scans leiden tot de vraag hoe de bestaande zware railcapaciteit het beste kan worden ingezet: door decompliceren en homogeniseren gericht op een regiobediening of door ontvlechting gericht op de achterlandverbindingen. Uit de voorlopige conclusies van de quick scans valt af te leiden dat onderzoek van regionale verbindingen gewenst is. Met name moet dan worden gekeken naar de mate waarin deze de zware railverbindingen kunnen ontlasten. In de CASH-studie wordt (zie hoofdstuk 3) daarom behalve op het aantrekken van nieuwe reizigers- ook getoetst op het vermogen om het bestaande railnet te ontlasten. Uitwisseling en beter benutten van de achterlandverbindingen wordt dan mogelijk. Railinfrastructuur 20

21 3 NIEUWE REGIONALE VERBINDINGEN: EEN EFFECTIEVE EN EFFICIENTE OPLOSSING 3.1 Oplossingen moeten effectief en efficiënt zijn In hoofdstuk 2 is het mobiliteitsprobleem geschetst dat gaat ontstaan als gevolg van de voorziene groei van de ruimtelijke ontwikkelingen. Deze mobiliteitsgroei kan niet worden opgevangen met de dan bestaande stelsels voor autoverkeer en openbaar vervoer. In de CASH-studie (het eerste deel) zijn 10 verschillende alternatieven onderzocht. Dit zijn de volgende (zie ook figuur 6): 1, ,8,9 3,5,6, ,3,4,5,6,8,9,10 2,3,4,5,6,8,10 9 Figuur 6: De onderzochte alternatieven 21

22 Alternatief 1: een nieuwe verbinding (zware rail) tussen de stations Hoofddorp en Sloterdijk, westelijk van de bestaande Schiphollijn. Een dergelijke lijn zou de Schipholtunnel kunnen ontlasten, en zou in combinatie met een tweede terminal een logisch alternatief zijn. In tegenstelling tot de volgende alternatieven is deze oplossing niet zozeer regionaal. Dit alternatief is ter vergelijking meegenomen. In het kader van deze studie is een verdere bestudering niet aan de orde; Alternatief 2: doortrekking van de bestaande tramlijn 16 via Badhoevedorp naar Schiphol en via de Zuidtangentbaan naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Uitgaande van een mogelijke vertramming van de Zuidtangent is dit een efficiënte optie. Op Schiphol is een nieuwe baan op viaduct nodig. Alternatief 3: een hoogfrequente snelbusverbinding tussen Amsterdam-West en Schiphol, Hoofddorp en Nieuw-Vennep. De lijn rijdt via de nieuwe busbaan Oude Haagseweg en de afrit Sloten op de A10 naar het station Lelylaan. Alternatief 4: doortrekken van tramlijn 1 via Badhoevedorp, Schiphol, Hoofddorp naar Nieuw-Vennep. Alternatief 5: de doortrekking van een Oost/West metrolijn. In het nieuwe structuurplan van Amsterdam is een Oost/West metrolijn opgenomen. Deze loopt grofweg vanaf Muiderpoort via de Stadhouderskade en Overtoom naar station Lelylaan. Een verlenging kan via de Johan Huizingalaan, A4 naar Schiphol en via het Zuidtangenttracé naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep lopen. Alternatief 6: doortrekking van de rond 2010 gerealiseerde Noord/Zuidlijn van station Zuid/WTC via A10 en A4 naar Schiphol en weer verder via de Zuidtangentbaan naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Hier wordt, net als in alternatief 5, 8, 9 en 10, uitgegaan van ombouw van (delen van) de Zuidtangentbaan tot autonome baan voor de metro. Alternatief 7: doortrekking van de Zuidtangent via de busbaan Oude Haagseweg en A10 naar station Zuid-WTC. Dit alternatief is ongeacht de techniek van de Zuidtangent (sneltram of snelbus) mogelijk. Alternatief 8: doortrekking van de Noord/Zuidlijn via het tracé van de Amstelveenlijn en langs de A9 naar Schiphol. Net als in alternatief 5, 6 en 10 wordt via het omgebouwde Zuidtangenttracé naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep gereden. Alternatief 9: verlenging van de Noord/Zuidlijn via Amstelveenlijn naar Uithoorn, vanaf daar loopt het tracé direct naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep. 22

23 Alternatief 10: doortrekking van de westelijke tak van de ringlijn vanaf station Henk Sneevlietweg naar Schiphol, Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Ook is nog een elfde alternatief verkend: doortrekking van de Noord/Zuidlijn als metro langs A4 en Zuidtangentbaan naar Haarlem NS. Net als alternatief 1 betreft het hier echter een ander type oplossing dan de alternatieven 2 t/m 10. In alternatief 5, 8, 9 en 10 worden delen van de Zuidtangent-baan gebruikt. Oplossingen moeten worden getoetst aan de doelstellingen: bereikbaarheid, ontlastend vermogen en het accommoderen van de vervoersvraag. Als eerste afweging zijn deze doelstellingen als volgt vertaald: A. Is de oplossing effectief? Effectief is daarbij weer onderverdeeld in een aantal elementen. Ten eerste moet een oplossing zo veel mogelijk worden gebruikt. Dan voegt een oplossing namelijk het meeste toe en ontlast deze de bestaande netwerken het beste. In dit kader is ook van belang of een verbinding veel nieuwe OV-reizigers trekt, vaak ex-automobilisten. Ten tweede is van belang welk gedeelte van het OV-net wordt ontlast. Met name de regionale verbindingen, gevormd door de treinverbindingen op de route Zuidas Schiphol Hoofddorp zijn in 2020 overbelast. Ontlasting van die verbindingen 23

24 scoort daarom positief. Als een verbinding andere verbindingen kannibaliseert die nog capaciteit hebben is dit inefficiënt. Op de Westtak, de Zuidtangent of de Amstelveenlijn is in 2020 nog capaciteit. De alternatieven 5,6 en 8 trekken de meeste reizigers en kennen de hoogste bezettingen, zie paragraaf 3.2. B. Het tweede criterium is of de oplossing efficiënt is. Efficiëntie uit zich in de afweging van baten versus kosten. Baten zijn dan in dit geval de aantallen passagiers. De kosten zijn enerzijds de investeringskosten en anderzijds de exploitatiekosten. Een eerste indicatie hiervan levert de bezetting per kilometer lijn. In paragraaf 3.2 en 3.3 worden de effectiviteit en efficiëntie van oplossingen beschreven. Dit gebeurt in twee stappen: een toekomstverkenning voor 2010 met daarin onderzoek naar de vervoerwaarde van alle mogelijke regionale oplossingen (pararaaf 3.2). Doel hiervan is een trechtering van de hoeveelheid oplossingen naar een aantal zeer kansrijke alternatieven. Vervolgens is in paragraaf 3.3 nader onderzoek gedaan naar de vier meest kansrijke oplossingen. Hier is niet alleen een nauwkeurigere vervoerwaarde berekend uitgaande van een gedetailleerde oplossing maar is ook gekeken naar kosten en exploitatie. Bij uitwerking van de gedetailleerde oplossing hoort ook een gedetailleerde tracéverkenning en verkenning van de realisatiemogelijkheden. Zo is er tussen de uitersten metro en tram op railgebied tegenwoordig een groot aantal tussenvarianten mogelijk die verschillen in uitvoering, baan, uitstraling, investeringskosten en capaciteit. Keuze hiertussen leidt weer tot andere vervoerkarakteristieken en tot andere exploitatie - effecten. Ook praktische realiseerbaarheid en fasering van andere infrastructurele werken heeft invloed. De bouw van de Zuidas is daarvan een voorbeeld. Uiteindelijk zijn acht varianten, die gebaseerd zijn op de alternatieven 5, 6, 7 en 8 doorgerekend. 3.2 Een eerste selectie op effectiviteit en efficiëntie De hiervoor beschreven 10 alternatieven zijn doorgerekend met het verkeersmodel GENMOD voor de situatie in Uitgerekend is het aantal reizigers per etmaal, de gemiddelde verplaatsingslengte en de gemiddelde bezetting per etmaal. Het eerste getal zegt iets over de wervende kracht van de verbinding zelf. De gemiddelde bezetting zegt iets over de afname van de belasting van de bestaande systemen en de efficiëntie van de lijn. Daarnaast zijn op een kwalitatieve manier de beleidsmatige effecten beoordeeld. 24

25 Deze exercitie is verricht in het eerste deel van de studie, er is nog niet gekeken naar kostenefficiëntie. In tabel 2 is een overzicht gegeven van deze beoordeling. Tabel 2: Toetsing van de basisvarianten aan het beoordelingskader Doelstellingen Varianten Vervoergegevens Instappers avondspits tussen 16 en 18 uur Reizigerskilometers in avondspits (*1000) Gemiddelde ritlengte Gemiddelde bezetting/km ,3 7,1 8,3 7,5 8,4 10,2 14,7 9,6 10,6 9, Verkeer en vervoer Bevorderen bereikbaarheid 1) Bevorderen verkeersveiligheid Verbeteren kwaliteit openbaar vervoer Sociaal Behouden leefbare woonomgeving Behouden verplaatsingsmogelijkheden Milieu Reduceren geluidhinder Instandhouden ecologische samenhang Natuurwaardencompensatie Politiek organisatorisch Minimaliseren kosten aanleg Minimaliseren kosten exploitatie Bevorderen snelle realisatie Bevorderen draagvlak Ruimte Behouden ruimtelijke samenhang Bevorderen effectief ruimtegebruik Beperken barrièrewerking Economie Behouden concurrentiepositie Minimaliseren congestiekosten Draagt niet bij aan het realiseren van de doelstelling Draagt weinig bij aan het realiseren van de doelstelling Draagt bij aan het realiseren van de doelstelling Draagt sterk bij aan het realiseren van de doelstelling Draagt veel bij aan het realiseren van de doelstelling Een korte toelichting per alternatief. Alternatief 1: zware rail west van Schiphol. Deze variant is opgenomen met als doel om het effect van de andere oplossingen (lichte rail) te kunnen vergelijken met een zware railoptie. In het kader van de CASH-studie (regionale oplossingen) kan deze oplossing niet worden uitgewerkt. De wervende kracht is redelijk hoog, maar de bezetting, en daarmee de efficiëntie is maar gemiddeld. De impact van aanleg van een nieuwe zware rail is groot, en daardoor heeft deze variant een lagere score op milieu, politiek - organisatorisch en ruimte. De waarde van deze variant zit in het feit dat hierdoor ruimte wordt gecreëerd op het bestaande zware railnet, zodat dit een regionale functie kan krijgen. Een afweging of deze optie effectief is kan pas plaatsvinden na gereedkomen van de quick scan naar de zware rail van Railned. 25

26 Alternatief 2: verlengen tramlijn 16. Een redelijk aantal nieuwe reizigers en een gemiddelde efficiëntie. De realisering van deze variant is eenvoudiger dan variant 1. Alternatief 3: verbetering van de snelbusdienst. Zowel in aantallen reizigers als in bezetting een matige score. Een goedkope, goed inpasbare en snel te realiseren oplossing. Alternatief 4: verlengen van tramlijn 1. In vergelijking met alternatief 2 scoort dit alternatief minder goed in wervende kracht en efficiëntie. De oplossing is technisch en ruimtelijk makkelijk te realiseren. Alternatief 5: een Oost/Westmetrolijn langs de A4 naar Schiphol, Hoofddorp en Nieuw- Vennep. Zoals alle andere metro -varianten heeft deze variant een grote wervende kracht en hoge efficiëntie. De realisatietermijn en de ruimtelijke inpassing vormen een minpunt: door de hoogstedelijke bebouwing zullen veel kunstwerken nodig zijn. Ook zal de Oost/Westmetro tussen Muiderpoort en Lelylaan als basis voor dit alternatief niet rond 2010 zijn gerealiseerd, zodat de verlenging hiervan pas op latere termijn kan plaatsvinden. Alternatief 6: verlenging Noord/Zuidlijn langs A10 en A4 naar Schiphol en verder. Een hoge vervoerwaarde en bezetting, maar ook een kostbaar alternatief. Omdat hier de Noord/Zuidlijn de basis vormt is realisatie direct na 2010 wel mogelijk. Alternatief 7: verlenging Zuidtangent naar Zuid-WTC. Eenvoudig en tegen relatief geringe kosten als busbaan te realiseren. Consequentie van deze minimale aanleg van kunstwerken is dat de aansluiting bij Zuid/WTC geen hoge kwaliteit kent. Dit uit zich dan ook in een lagere aantrekkingskracht van de verbinding: een lage vervoerwaarde en bezetting. Alternatief 8: verlengen van de Noord/Zuidlijn via Amstelveenlijn en A9 naar Schiphol en verder. Hiervoor geldt hetzelfde als voor alternatief 6: hoge kosten en grote ruimtelijke implicaties, maar in 2010 realiseerbaar en een hoge wervingskracht en efficiëntie. Alternatief 9: verlengen Amstelveenlijn via Uithoorn direct naar Hoofddorp. Dit alternatief trekt veel reizigers, maar is minder efficiënt dan de andere metrovarianten. Dit heeft zijn oorzaak in het feit dat Schiphol niet wordt aangedaan: een van de grotere voedingsgebieden. Omdat de lijn door een groen gebied loopt scoort deze op milieueffecten slecht. 26

27 Huidige Amstelveenlijn op maaiveldniveau Alternatief 10: doortrekken westelijke Ringlijn naar Schiphol en verder. Ondanks het metrokarakter scoort dit alternatief duidelijk minder op werving en efficiëntie, vergelijkbaar met de doortrekking van de tramlijnen 1 en 16. De ruimtelijke impact is vergelijkbaar met die van alternatief 6. Ter vergelijking is ook nog het alternatief Doortrekken Noord/Zuidlijn naar Haarlem doorgerekend. Dit alternatief scoort zeer goed als het gaat om vervoerspotentie (bijna instappers)en bezetting (vergelijkbaar met alternatief 8). Hierbij moet wel worden bedacht dat een groot deel van de reizigers en instappers zich bevindt op de relaties tussen Haarlem, Hoofddorp en Schiphol. Dit alternatief is in feite een metrouitvoering van een groot deel van de Zuidtangent en valt grotendeels buiten het studiegebied. Daarom is dit alternatief niet verder onderzocht. Conclusie Op basis van de scores op effectiviteit en efficiëntie springen de alternatieven die een snelle verbinding bieden (met uitzondering van alternatief 10, de doorgetrokken ringlijn), er duidelijk uit. Deze lijnen hebben in 2010 tussen de en reizigers per etmaal. Ter vergelijking: het aantal instappers op de Amstelveenlijn en de beide lijnen naar Zuid-Oost bedroeg in per lijn. Met name de hoge bezettingscijfers geven een indicatie dat het hier om goed te exploiteren lijnen gaat die 27

28 een aanzienlijke ontlasting van het vervoersstelsel kunnen bereiken. Op grond van deze afweging zijn de alternatieven 5 (Oost/Westlijn via A4), 6 (Noord/Zuidlijn via A10 en A4) en 8 (Noord/Zuidlijn via Amstelveenlijn en A9) uitgekozen voor verder onderzoek. In de eerste berekening is uitgegaan van oplossingen met een metro-achtig karakter, ofwel oplossingen met een autonome baan. De aanlegkosten van deze metrooplossingen zijn echter zeer hoog en de ruimtelijke implicaties zijn groot. Daarom is naast de echte metro uitvoering gekeken naar een oplossing die makkelijker te realiseren is. In plaats van een volledig autonome baan, dat noodzakelijkerwijs bijna geheel uit kunstwerken bestaat is hierbij gezocht naar oplossingen die wel grotendeels op maaiveld kunnen worden gerealiseerd. Hierbij worden wel de snelheid, de capaciteit, de betrouwbaarheid en de uitstraling van de metro zoveel mogelijk behouden. 3.3 Nader onderzoek: keuze van oplossingen In 2020 ontstaat zonder de CASH-alternatieven vermoedelijk de volgende situatie. Er rijden dan twee metrolijnen door de Noord/Zuidbuis: een van Amsterdam-Noord (Buikslotermeerplein) naar Amstelveen Westwijk en een van Buikslotermeerplein naar Zuid/WTC en Amstelveen-Centrum. De Zuidtangent rijdt met hoge frequentie tussen Haarlem-Centrum en IJburg. Daarnaast verzorgt een bus de verbinding tussen Schiphol en station Zuid/WTC. Zuidtangen: Bus op vrije baan In de Noord/Zuidbuis rijden naar alle waarschijnlijkheid metro-achtige voertuigen met en hoge vloer. De Stuurgroep Regionet heeft aangegeven dat de gemeente Amsterdam hierover haar eigen beslissing mag nemen en geeft geen dwingend advies. De Stuurgroep Regionet constateert in het advies second opinion materieelkeuze Noord/Zuidlijn dat de 28

29 Noord/Zuidlijn voorlopig eindigt bij Zuid/WTC, dat moet worden ingericht als hoogwaardig overstappunt. Verder stelt de Stuurgroep dat in het licht van eventuele nieuwe ontwikkelingen (met name de tweede terminal Schiphol) gezamenlijk verder moet worden gestudeerd op verlengingen naar Schiphol en verrailing van de zuidtangent. In dit licht zijn dan ook de alternatieven verder uitgewerkt: er is een nauwkeurige berekening gemaakt van de vervoerkundige effecten van de lijn in de ruimtelijke situatie van Er is nadrukkelijk gekozen voor 2020: rond 2010 is de Noord/Zuidlijn voltooid en kan doortrekking daarvan naar Schiphol en verder plaatsvinden. Als er zicht is op de realisatie van een Oost/Westlijn, zal dit ook niet voor 2020 zijn. Een laatste argument is dat over een periode van 20 jaar de ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen momenteel redelijk zijn te voorzien. Sommige alternatieven gaan uit van een verlenging van een (in 2020) bestaande metrolijn. Dit impliceert een doortrekking als metro: een geheel nieuwe autonome baan, dat wil zeggen zonder verstoringen, kruisingen en met een eigen energietoevoer en seinstelsel. De ligging midden in een dichtbebouwd gebied maakt dat er voor een dergelijke baan veel kunstwerken nodig zijn. Daarom is naast deze dure uitvoering gezocht naar een goedkopere uitvoering. Deze gaat niet uit van een autonome baan, maar van een vrijliggende baan, zoals bijvoorbeeld de Amstelveenlijn en de Zuidtangent die kennen. Ook is dan medegebruik van bestaande vrije banen (zoals die van de Zuidtangent) mogelijk. De mogelijkheden en onmogelijkheden in de techniek leveren nog een aantal varianten op. Immers niet alle technieken zijn te koppelen aan het metro-stelsel dat de Noord/Zuidbuis gaat bedienen. Een knip kan noodzakelijk zijn. Als er geknipt wordt kunnen twee verschillende typen stelsels in respectievelijk de Noord/Zuidbuis en de CASH-verbinding opereren en ontstaat er voor de CASH-verbinding de mogelijkheid om een eigen type voertuig/baan te maken dat beter aan vervoerseisen, medegebruikseisen en inpassingswensen tegemoet komt. De technische realiseerbaarheid van de genoemde typen alternatieven is verder uitgewerkt in bijlage 4, in het rapport Lijnvoering. Voor wat betreft de kosten en exploitatie is vervolgens indicatief een uitwerking gemaakt van de tracés ten behoeve van de kostenbepaling. Er ontstaan dus de volgende varianten: 29

30 Autonome varianten: variant 5A: een doorgetrokken oost-westlijn op autonome baan. Tracé vanaf station Lelylaan via Johan Huizingalaan en A4 naar Schiphol en verder langs het spoor naar Hoofddorp en langs de Nieuwerkerkertocht naar Nieuw-Vennep; variant 6A: een doorgetrokken Noord/Zuidlijn langs A10 en A4 op autonome baan naar Schiphol, langs het spoor naar Hoofddorp en langs Nieuwerkerkertocht naar Nieuw-Vennep; variant 8A: een doorgetrokken Noord/Zuidlijn op autonome baan langs Amstelveenlijn en A9 naar Schiphol Oost, langs de Schipholweg naar Schiphol Noord, verder als CASH6A; Vrije baan varianten: variant 5V: een doorgetrokken oost-westlijn op een vrije baan. Vanaf station Lelylaan via het tracé van lijn 1 en dwars door Badhoevedorp naar Schiphol en verder via de Zuidtangentbaan; variant 6V: een doorgetrokken Noord/Zuidlijn langs A10 en Oude Haagseweg naar Schiphol Noord en via het Zuidtangenttracé verder naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep; variant 8V: een doorgetrokken Noord/Zuidlijn op vrije baan via de Amstelveenlijn en langs de A9. Hierbij zijn twee subvarianten onderzocht: een dure vrije baan langs Amstelveen-centrum (variant 8Va)of een veel goedkopere vrije baan via de Beneluxbaan (variant 8Vb). Schiphol-Noordwest 30

31 Vrije baanvarianten met een knip op Zuid/WTC: De nulplusvariant: een hoogfrequente buslijn verzorgt via de Zuidtangentbaan en busbaan Oude Haagseweg en A10 het vervoer tussen Hoofddorp, Schiphol en Zuid/WTC; Variant 7V: een vrije baan variant met een knip en dus een eindpunt op Zuid/WTC. Tussen de nulplusvariant en variant 7v bevindt zich nog een scala van mogelijkheden, ingegeven door plaats en inrichting overstap, uitvoeringsvormen, uitstraling en techniek. Het voert te ver om daar nu al alle varianten van mee te nemen, dit kan in de planstudie gebeuren. Ook in de plaats van de knip is een zekere keuzevrijheid. Andere knipplaatsen kunnen vrij gemakkelijk worden afgeleid uit de beschouwde varianten. Daar waar dit meer informatie oplevert wordt er bij de resultaatbeschijving op teruggekomen. De vrijebaanuitvoeringen van alternatief 5, 6 en 8 lopen niet geheel via hetzelfde tracé als de metro-uitvoeringen. In het deelrapport Lijnvoering, kosten en exploitatie zijn de verschillen exact beschreven. Bij alternatief 5-vrije baan is in plaats van de route onder de Johan Huizingalaan gekozen voor een route via de bestaande route van lijn 1 en Badhoevedorp. Dit is mede gebeurd omdat de Oost/Westmetro niet in zijn geheel als metro zal worden gebouwd, maar fasegewijs wordt gebouwd, uitgaande van een sneltramuitvoering. Daarin past ook ombouw van het tracé van lijn 1 naar sneltram. O/W-lijn 5 N/Z-lijn 6/ Tracé van alle varianten 8 Figuur 7: Vervoerwaardevarianten Alternatief 5A, 6A en 8A tenslotte maken op Schiphol gebruik van nieuwe autonome infrastructuur die moet worden gerealiseerd tussen Schiphol-zuid en Hoofddorp- Beukenhorst en in de vorm van een tunnel onder de Buitenveldertbaan. Combinatie met 31

32 de Zuidtangent is in deze varianten immers niet mogelijk. Tenslotte is voor deze varianten een ander tracé gekozen tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep, met name vanwege de inpasbaarheid. 3.4 Voorkeursoplossingen: de vervoerseffecten Er is een vervoerwaardestudie uitgevoerd voor de varianten 8A en 6A: beide varianten zijn als nieuwe lijn opgenomen in het vervoersmodel GENMOD van divv. Uit de resultaten daarvan is met draagvlakberekeningen het effect van de overige varianten afgeleid. Op grond hiervan zijn in figuur 8 en tabel 3 de vervoerwaarden weergegeven van de verschillende varianten. Tabel 3: Kerngegevens vervoerwaardevarianten avondspits verlengde deel 0+ 5A 5V 6A 6V 7V 8A 8Va 8Vb Instappers Reizigerskilometers * Bezetting max stad uit Bezetting max stad in Gem Snelheid km/uur Reistijd Nw Vennep-ZuidWTC Reizigerskm per lijnkilometer Figuur 8: Aantal instappers alternatieven avondspits Uit de figuur en de tabel blijkt dat de varianten 6A en 8A nog steeds de hoogste aantallen instappers kennen en daarmee de hoogste aantallen reizigerskilometers. De 32

33 overeenkomstige vrije baanvarianten trekken door hun langere reistijd en grotere onbetrouwbaarheid 25% minder passagiers. Door de extra overstap op Zuid/WTC haakt in variant 7 nog eens 25% van de passagiers af. Een noot hierbij is dat de toename van het aantal reizigerskilometers niet alleen op het verlengde deel plaatsvindt maar ook deels op de lijn die wordt verlengd. In het verkeersmodel is hier namelijk geen onderscheid in te maken. De aantallen passagiers en bezetting is niet het enige criterium waarin de baten van een oplossing kunnen worden uitgedrukt. Van veel meer belang is de mate waarin de oplossing de bestaande overbelaste infrastructuur ontlast. In tabel 4 is aangegeven wat het ontlastend effect is van de verschillende oplossingen. Tabel 4: Herkomst reizigers bij verschillende varianten (avondspits) Zuidtangent trein N/Z-lijn overig OV nieuw CASH6A CASH6V CASH CASH8A CASH8V o Er is een duidelijk onderscheid tussen de A10-A4 varianten (CASH6 en CASH7) enerzijds en de Amstelveen/A9-variant (CASH8) anderzijds. De eerstgenoemde varianten trekken veel nieuwe (ex-auto- en fiets-)reizigers en zijn een relatief goed alternatief voor de trein tussen Hoofddorp en Amsterdam-Zuid. De varianten via Amstelveen trekken relatief sterk de Zuidtangent en de Amstelveenljn leeg en trekken minder treinreizigers en nieuwe reizigers. Dit blijkt ook uit het effect dat de verschillende lijnen hebben op de bezetting van de treinen in de Schipholtunnel: bij de best scorende variant (CASH6A) neemt de bezetting van de Schipholtunnel af met 16%, in de nulplusvariant, CASH7V, en CASH8 varianten is dit 3-4%. Bij de variant CASH6V is dit 9%. 33

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Ruimtelijk economische effecten corridor Den Haag Rotterdam Eindrapport oktober 2009 Titel Datum Versie Kenmerk Opdrachtgever Uitvoering Colofon Programma Hoogfrequent

Nadere informatie

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn OV SAAL MLT Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn Presentatie Klankbordgroep Cees de Vries regiodirecteur ProRail Inhoud: OV SAAL MLT in context Toelichting verkende

Nadere informatie

Planstudie Uithoornlijn Maatschappelijke kosten en baten voorkeursvariant

Planstudie Uithoornlijn Maatschappelijke kosten en baten voorkeursvariant Planstudie Uithoornlijn Maatschappelijke kosten en baten voorkeursvariant Project: Fase: Projectmanager: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Uithoornlijn Planstudie Diana van Loenen Karin

Nadere informatie

Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug. Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere

Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug. Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere Pagina 1 Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere Milieufederatie Flevoland Milieufederatie Noord- Holland

Nadere informatie

OV LIJNENNETVISIE 2018 vastgesteld op 21 mei 2015

OV LIJNENNETVISIE 2018 vastgesteld op 21 mei 2015 OV LIJNENNETVISIE 2018 vastgesteld op 21 mei 2015 Met het gereedkomen van de Noord/Zuidlijn is een kwaliteitssprong in het openbaar vervoer binnen de Stadsregio Amsterdam mogelijk. Goed openbaar vervoer

Nadere informatie

Nut en Noodzaak ingrepen zuidelijke corridor

Nut en Noodzaak ingrepen zuidelijke corridor Nut en Noodzaak ingrepen zuidelijke corridor Project: Fase: Projectmanager: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Uithoornlijn Planstudie Jan Smit/Peter van Halteren Alex Colthoff, hoofd

Nadere informatie

RandstadRapid en het project Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid Overgang fase 1 naar fase december 2006, Henk Tromp

RandstadRapid en het project Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid Overgang fase 1 naar fase december 2006, Henk Tromp RandstadRapid en het project Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid Overgang fase 1 naar fase 2 11 december 2006, Henk Tromp Wie is Goudappel Coffeng? - 200 gemotiveerde medewerkers - 40 jaar deskundigheid -

Nadere informatie

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Inleiding In het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad is een maatregelenpakket opgenomen conform de Zevensprong van Verdaas. Dit

Nadere informatie

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer 2595 Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In het Haarlems Dagblad d.d. 20 december 2011 uitten

Nadere informatie

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan

Nadere informatie

1 SEP Aan de leden van de gemeenteraad van. Haarlemmermeer. Ruimtelijke Ontwikkeling P.J. van Soest

1 SEP Aan de leden van de gemeenteraad van. Haarlemmermeer. Ruimtelijke Ontwikkeling P.J. van Soest gemeente Haarlemmermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon

Nadere informatie

Aan de lezer datum 14 mei telefoon (010) betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg. Geachte heer, mevrouw,

Aan de lezer datum 14 mei telefoon (010) betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg. Geachte heer, mevrouw, STADSREGM, ^ ^ "^^" ROTTERDAM Aan de lezer datum 14 mei 2008 ons kenmerk 25673 steller» A - van Kapel telefoon (010) 4172862 uw kenmerk betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Behoefte van de reiziger centraal

Behoefte van de reiziger centraal GVB Vervoerplan 2019 voor de dienstregeling van het jaar 2019 Behoefte van de reiziger centraal De start van de Noord/Zuidlijn is 22 juli 2018. We realiseren ons dat op moment van het uitbrengen van Vervoerplan

Nadere informatie

Bereikbaarheid oplossingsrichtingen

Bereikbaarheid oplossingsrichtingen www.snelwegbus.com Bereikbaarheid oplossingsrichtingen Zevensprong van Verdaas 1. ruimtelijke ordening (afhankelijk van tijdshorizon is 80-90% gegeven) 2. prijsbeleid 3. openbaar vervoer 4. mobiliteitsmanagement

Nadere informatie

Resultaten enquête Uithoornlijn

Resultaten enquête Uithoornlijn Resultaten enquête Uithoornlijn Juni 2015 Resultaten enquête Uithoornlijn Inleiding De gemeente Uithoorn en de Stadsregio Amsterdam willen graag weten wat inwoners van Uithoorn belangrijk vinden aan het

Nadere informatie

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen Vervoervisie Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen Het aantal huishoudens in de regio Amsterdam neemt tot 2040 met circa 270.000 toe. Hiermee neemt ook de economische bedrijvigheid en de

Nadere informatie

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse projectnr. 196305 revisie 3 23 maart 2010 Opdrachtgever Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave

Nadere informatie

Bijlage 3 Overzicht van alternatieven en varianten Structuurvisie ZZL

Bijlage 3 Overzicht van alternatieven en varianten Structuurvisie ZZL Bijlage 3 Overzicht van alternatieven en varianten Structuurvisie ZZL De alternatieven en varianten die binnen de Structuurvisie Zuiderzeelijn worden uitgewerkt, kunnen worden onderverdeeld in drie oplossingsrichtingen:

Nadere informatie

Analyse varianten bus en tram

Analyse varianten bus en tram Analyse varianten bus en tram Project: Fase: Projectmanager: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Uithoornlijn Planstudie Diana van Loenen/Jan Smit Karin Sweering, teamleider infra Pieter

Nadere informatie

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens die door de gemeenten zijn aangeleverd:

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens die door de gemeenten zijn aangeleverd: Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

3Generiek Programma. van Eisen HOOFDSTUK 3.4 UITGANGSPUNTEN 3.1 INLEIDING 3.2 EISEN VAN DE OPDRACHTGEVER 3.3 EISEN

3Generiek Programma. van Eisen HOOFDSTUK 3.4 UITGANGSPUNTEN 3.1 INLEIDING 3.2 EISEN VAN DE OPDRACHTGEVER 3.3 EISEN HOOFDSTUK 3.1 INLEIDING 3Generiek Programma van Eisen Dit Programma van Eisen geldt voor het opnieuw in dienst stellen van de spoorverbinding tussen en zoals omschreven in hoofdstuk 2. Aan de hand van

Nadere informatie

2.4 VAN VERVOERSSTROMEN NAAR NETWERKEN.

2.4 VAN VERVOERSSTROMEN NAAR NETWERKEN. HOOFDSTUK 2Benutten van spoor 2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt het nut en de noodzaak van de reactivering en uitbreiding van de huidige PON spoorlijn naar een verbinding verantwoord / onderbouwd. De

Nadere informatie

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad Oranjewoud Ruimte en Mobiliteit OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie Uitgangspuntennotitie Datum 23 november 2009 OJW100/Gsa/0674 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding Oranjewoud Ruimte & Mobiliteit

Nadere informatie

Kom in de stad. Werkatelier 18 april

Kom in de stad. Werkatelier 18 april Kom in de stad Werkatelier 18 april Gemeente Leiden Huib van der Kolk Peter Kors Catelijn Vencken 2 Opdracht GVVP Voorbereidingen nieuw plan: behoud en verbetering economische positie: hoogwaardig openbaar

Nadere informatie

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen Datum 2 november 2017 Status definitief 1 Inleiding In deze bijlage vindt u een beschrijving van de gehanteerde uitgangspunten bij het maken

Nadere informatie

Effecten. Zuidvleugel

Effecten. Zuidvleugel 4 Effecten Zuidvleugel 19 Invloedsgebieden De reistijden van verplaatsingen van of naar een locatie bepalen de grootte van het invloedsgebied van een locatie. In dit hoofdstuk richten wij ons op hoeveel

Nadere informatie

Gemeente Castricum. Haalbaarheid station Zandzoom

Gemeente Castricum. Haalbaarheid station Zandzoom Gemeente Castricum Haalbaarheid station Zandzoom Gemeente Castricum Haalbaarheid station Zandzoom Datum 26 januari 2010 Kenmerk CTC071/Adr/0511 Eerste versie Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Gemeente

Nadere informatie

REGIORAADSESSIE Verkeer en Vervoer

REGIORAADSESSIE Verkeer en Vervoer agendapunt : D-5 vergaderdatum : 13 december 2016 onderwerp : aangemeld door : behandelend ambtenaar : Metronet 2019 Studie Portefeuillehouder Openbaar Vervoer Gerard Hellburg Gevraagde beslissing: 1.

Nadere informatie

OV-knooppunt met P+R bij De Punt. Analyse van nut en noodzaak

OV-knooppunt met P+R bij De Punt. Analyse van nut en noodzaak OV-knooppunt met P+R bij De Punt Analyse van nut en noodzaak Inhoud Aanleiding & doel van het onderzoek Probleemanalyse Oplossingsrichtingen Advies Aanleiding & doel van dit onderzoek Omgevingsvisie Drenthe:

Nadere informatie

3. De bereikbaarheidsindicator

3. De bereikbaarheidsindicator 3. De bereikbaarheidsindicator Achtergrond Het begrip bereikbaarheid leidt nogal eens tot verwarring. Dit komt doordat onderzoekers, beleidsambtenaren en politici het begrip vanuit verschillende invalshoeken

Nadere informatie

Analyse verkeerseffecten variant 2.1

Analyse verkeerseffecten variant 2.1 Analyse verkeerseffecten variant 2.1 s-gravendijkwal - Henegouwerlaan Januari 2010 Januari 2010 2 1. Inleiding Ten behoeve van de uitwerkingsfase van variant 2.1c uit de Planstudie s-gravendijkwal - Henegouwerlaan

Nadere informatie

Versnelling Benelux 2017

Versnelling Benelux 2017 HENK BOVENLANDER Rail Advies De Bilt, 18 augustus 2015 Versnelling Benelux 2017 De reistijd Amsterdam Brussel van 194 minuten met de Benelux in de dienstregeling 2017 stelt teleur. De achtergrond hiervan

Nadere informatie

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

Nadere informatie

Bereikbaarheid als maatstaf voor beleid!

Bereikbaarheid als maatstaf voor beleid! De wereld wordt kleiner door HOV! Bereikbaarheid als maatstaf voor beleid! Een toepassing van de Movares Verbindingswijzer* * Powered by conveyal De wereld wordt kleiner door HOV Een toepassing van de

Nadere informatie

Verkennend onderzoek HOV SOOMR

Verkennend onderzoek HOV SOOMR Verkennend onderzoek HOV SOOMR Hoogwaardig Openbaar Vervoer Schiphol Oost Oude Meer Schiphol Rijk Jasper Hink Projectleider Infrastructuur 29 juni 2017 Inhoud Achtergrond verkenning Wijziging lijnvoering

Nadere informatie

Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden

Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden 15 mei 1997 97-000635 strategische luchtvaartontwikkeling Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) stellen harde randvoorwaarden

Nadere informatie

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls, abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301

Nadere informatie

Bestelomvang 15G trams

Bestelomvang 15G trams Bestelomvang 15G trams 1. Aanleiding GVB Activa BV is met ondersteuning van de afdeling Metro en Tram op verzoek van de Stadsregio Amsterdam gestart met de voorbereidingen voor de bestelling van nieuw

Nadere informatie

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart

Nadere informatie

Modellen als hulpmiddel bij het ontwerpen van een optimaal multimodaal verkeersnetwerk Ties Brands 06/03/2014 1

Modellen als hulpmiddel bij het ontwerpen van een optimaal multimodaal verkeersnetwerk Ties Brands 06/03/2014 1 Modellen als hulpmiddel bij het ontwerpen van een optimaal multimodaal verkeersnetwerk Ties Brands 06/03/2014 1 Ties Brands Promovendus bij Centre for Transport Studies Dagelijks begeleider: Luc Wismans

Nadere informatie

Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020

Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020 Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020 Inloopavonden mei 2016 d.d. 11 mei Inhoud 1. Inleiding Waarom tijdelijk OV-plan 2018 t/m 2020? Uitgangspunten tijdelijk OV-plan 2. Het tijdelijk

Nadere informatie

Tweede fase RegioTram

Tweede fase RegioTram Tweede fase RegioTram Doorrijden de regio in Regiobijeenkomst Raden en Staten Kees Anker RGA 1 Netwerkanalyse 2006 Goede bereikbaarheid noodzakelijk voor economische ontwikkeling stad en regio. Dagelijkse

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING HOOGWAARDIG FIETSNETWERK GOOI EN VECHTSTREEK

INTENTIEVERKLARING HOOGWAARDIG FIETSNETWERK GOOI EN VECHTSTREEK INTENTIEVERKLARING HOOGWAARDIG FIETSNETWERK GOOI EN VECHTSTREEK Over een samenhangend netwerk van hoogwaardige fietsroutes in regio Gooi en Vechtstreek PREAMBULE Overwegende dat: - In het onderzoek voor

Nadere informatie

Behoefte van de reiziger centraal

Behoefte van de reiziger centraal GVB Vervoerplan 2019 voor de dienstregeling van het jaar 2019 Behoefte van de reiziger centraal Het nieuwe Noord/Zuidlijn netwerk rijdt pas enkele maanden. We realiseren ons dat op moment van het uitbrengen

Nadere informatie

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Justin Hogenberg Nederlandse Spoorwegen justin.hogenberg@ns.nl Roswitha van de Kamer Nederlandse Spoorwegen roswitha.vandekamer@ns.nl Thijs

Nadere informatie

Vervoerskundig effect tijdelijk eindpunt centrum Maastricht

Vervoerskundig effect tijdelijk eindpunt centrum Maastricht Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Onderwerp: Herprioritering Extra Investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H) als gevolg van vrijkomen middelen Zuidtangent

Onderwerp: Herprioritering Extra Investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H) als gevolg van vrijkomen middelen Zuidtangent Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht Haarlem, Onderwerp: Herprioritering Extra Investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H) als gevolg van vrijkomen middelen Zuidtangent Bijlagen: ontwerpbesluit

Nadere informatie

Capaciteitsvergrotingsplan Waalhaven-zuid dienstregelingjaar 2010

Capaciteitsvergrotingsplan Waalhaven-zuid dienstregelingjaar 2010 Capaciteitsvergrotingsplan Waalhaven-zuid dienstregelingjaar 2010 n.a.v. overbelastverklaringen OB2010, 6 Mei, 15 Mei, 27 Mei 2009 en Capaciteitsanalyse Waalhaven-zuid 2010 d.d. 7 November 2009 Keyrail

Nadere informatie

Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie

Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen Startnotitie Het probleem Er is een bereikbaarheidsprobleem in de regio Arnhem Nijmegen na 2020. Het Rijk, de provincie en

Nadere informatie

Beter spoor tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad

Beter spoor tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad Beter spoor tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad Beter spoor tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad De spoorverbinding tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad (OV SAAL) is een

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 10 december Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 10 december Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg Notitie Datum Kenmerk 10 december 2013 332356 Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg In 2012 hebben Provinciale Staten het Uitvoeringsprogramma Visie OV 2020 vastgesteld. Een van de deelprogramma s is het

Nadere informatie

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn OV SAAL MLT Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn Agenda Gespreksleider: Peter van de Geer 19.30 Welkom Peter van de Geer 19.40 19.55 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Nadere informatie

Geachte leden van de Regioraad,

Geachte leden van de Regioraad, Aan De leden van de Regioraad datum : 19 februari 2015 onderwerp : Brief aan de regioraadsleden inzake de lijnennetvisie 2018 bijlage 1 : Overzicht projecten Investeringsagenda OV bijlage 2 : Persbericht

Nadere informatie

Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas

Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas Bereikbaarheid: de kracht van Zuidas De Amsterdamse Zuidas is volop in ontwikkeling. Met Zuidas groeit ook het verkeer en daarmee de belasting op de bestaande wegen,

Nadere informatie

wordt door Zuidasdok nog beter bereikbaar De feiten op een rijtje

wordt door Zuidasdok nog beter bereikbaar De feiten op een rijtje wordt door Zuidasdok nog beter bereikbaar De feiten op een rijtje Waarom Zuidasdok? Zuidasdok is een van de grootste infrastructurele projecten van Nederland. Het project zorgt voor een betere bereikbaarheid

Nadere informatie

Zuidas(Dok) Martijn Overmulder Omgevingsmanager ZuidasDok en Dienst Zuidas. 10 jaar SilentRoads Symposium, WTC, 9 april 2013 1

Zuidas(Dok) Martijn Overmulder Omgevingsmanager ZuidasDok en Dienst Zuidas. 10 jaar SilentRoads Symposium, WTC, 9 april 2013 1 Zuidas(Dok) Martijn Overmulder Omgevingsmanager ZuidasDok en Dienst Zuidas 10 jaar SilentRoads Symposium, WTC, 9 april 2013 1 Zuidas(Dok) opzet presentatie 1. Gebiedsontwikkeling Zuidas 2. ZuidasDok t.b.v.

Nadere informatie

Bijlage: Overzicht (belangrijkste) metrostudies Amsterdam tussen 1991 2014 Dienst Ruimtelijke Ordening, Cor van Hierden d.d.

Bijlage: Overzicht (belangrijkste) metrostudies Amsterdam tussen 1991 2014 Dienst Ruimtelijke Ordening, Cor van Hierden d.d. Bijlage: Overzicht (belangrijkste) metrostudies Amsterdam tussen 1991 2014 Dienst Ruimtelijke Ordening, Cor van Hierden d.d. 26 november 2014 In de periode 1991 2014 zijn voor het Amsterdamse metronetwerk

Nadere informatie

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2000 en 2017 is het

Nadere informatie

Nut en Noodzaak ingrepen zuidelijke corridor

Nut en Noodzaak ingrepen zuidelijke corridor Nut en Noodzaak ingrepen zuidelijke corridor Project: Fase: Projectmanager: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Uithoornlijn Planstudie Diana van Loenen/Jan Smit Karin Sweering, coördinator

Nadere informatie

deltaplan duurzame bereikbaarheid deltaplan duurzame bereikbaarheid

deltaplan duurzame bereikbaarheid deltaplan duurzame bereikbaarheid deltaplan duurzame bereikbaarheid deltaplan duurzame bereikbaarheid adviseurs deltaplan duurzame bereikbaarheid deltaplan? problemen! files slechte bereikbaarheid economische schade milieu-overlast gezondheid

Nadere informatie

Metronet 2019 Studie December 2016 Stadsregio Amsterdam GVB

Metronet 2019 Studie December 2016 Stadsregio Amsterdam GVB Metronet 2019 Studie December 2016 Stadsregio Amsterdam GVB Notitie Metronet 2019 Studie 1 Metronet 2019 Studie Versie: december 2016 Ter bespreking in de Regioraad: 13 december 2016 Auteur: Stadsregio

Nadere informatie

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010 'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010 10 december 2015 Rian Snijder Inhoud van de presentatie - Aanleiding en doel - Samenvatting

Nadere informatie

Memo. Concept

Memo. Concept Memo Aan Jan Bosman Van Carlo Murtas Datum 4 december 2014 Onderwerp projecten opstellen Uitgeest Telefoonnummer 06-52179016 E-mail Status Carlo.Murtas @ProRail.nl Concept Eigenaar Hierbij een korte notitie

Nadere informatie

Welkom. Informatiebijeenkomst Raad & Staten. 3 december 2013

Welkom. Informatiebijeenkomst Raad & Staten. 3 december 2013 Welkom Informatiebijeenkomst Raad & Staten 3 december 2013 Koningsas Zone rond het spoor, de A28 en NW Kanaal tussen Groningen en Assen Panoramische snelweg en spoor beleving van het landschap essentieel

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Onderzoek naar de mogelijkheden van een lightrail-netwerk in de Metropoolregio Amsterdam

Initiatiefvoorstel Onderzoek naar de mogelijkheden van een lightrail-netwerk in de Metropoolregio Amsterdam Initiatiefvoorstel Onderzoek naar de mogelijkheden van een lightrail-netwerk in de Metropoolregio Amsterdam Inleiding Het is druk in de Metropoolregio Amsterdam. En het wordt nog veel drukker. Zelfs in

Nadere informatie

Openbaar Miriam van Meerten MIRT

Openbaar Miriam van Meerten MIRT Raadsmededeling Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp Het college van burgemeester en wethouders De gemeenteraad 6 juni 2017 Openbaar Miriam van Meerten

Nadere informatie

Kosten en baten van robuustheid en comfort in OV modellen

Kosten en baten van robuustheid en comfort in OV modellen Kosten en baten van robuustheid en comfort in OV modellen 11-03-2015 Ir. Menno Yap Dr.ir. Niels van Oort Ir. Ties Brands Belang van robuust en comfortabel OV 2 3 Opzet presentatie Robuust OV Identificatie

Nadere informatie

Het openbaar vervoer in de voorkeursvariant van de Uithoornlijn

Het openbaar vervoer in de voorkeursvariant van de Uithoornlijn Het openbaar vervoer in de voorkeursvariant van de Uithoornlijn Project: Fase: Projectmanager: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Uithoornlijn Planstudie Diana van Loenen Karin Sweering,

Nadere informatie

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. Regiomarkt

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. Regiomarkt MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam Regiomarkt 10-3-2016 1 Brede Aanpak Aanleiding Eerder onderzoek: knelpunten A9 Achterliggende ontwikkelingen: toenemende verstedelijking, vergrijzing, technologische

Nadere informatie

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek. Vragen nr. 34 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 7 mei 2013 Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Nadere informatie

Openbaar Vervoer in Leiden Routes door de binnenstad. Elke dag dichterbij!

Openbaar Vervoer in Leiden Routes door de binnenstad. Elke dag dichterbij! Openbaar Vervoer in Leiden Routes door de binnenstad Elke dag dichterbij! Inhoud Doel van de bijeenkomst Achtergrond Toelichting op OV onderzoeken Aanpak voor ontwerpproces Hooigracht-Langegracht Overige

Nadere informatie

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011 Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011 Programma opening en welkom door wethouder Van der Zanden toelichting door projectleider van Duren pauze en gelegenheid voor vragen beantwoording

Nadere informatie

Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg

Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg abcdefgh Rijkswaterstaat Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg Een beschrijving van de problemen en de mogelijke oplossingen 28 maart 2006 abcdefgh Rijkswaterstaat Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt

Nadere informatie

Excellent Opdrachtgeverschap? Ombouw Amstelveenlijn

Excellent Opdrachtgeverschap? Ombouw Amstelveenlijn Excellent Opdrachtgeverschap? Ombouw Amstelveenlijn Karin Sweering Stadsregio Amsterdam k.sweering@stadsregioamsterdam.nl Tatjana Stenfert Kroese ViNU Consult stenfert@vinuconsult.nl Bijdrage aan het Colloquium

Nadere informatie

Verkeersonderzoek Schutterspark

Verkeersonderzoek Schutterspark Verkeersonderzoek Schutterspark projectnr. 197280 revisie 01 11 augustus 2009 Opdrachtgever Gemeente Brunssum Postbus 250 6440 AG BRUNSSUM datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave 11 augustus

Nadere informatie

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid RWS INFORMATIE Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid 1. Inleiding Het onderzoek naar het verbeteren van de doorstroming op het NMCA knelpunt in de Brienenoordcorridor in momenteel in volle

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Welnu de fractie van het OUDEREN APPEL EINDHOVEN(O.A.E) heeft daarover een aantal vragen t.w.:

gemeente Eindhoven Welnu de fractie van het OUDEREN APPEL EINDHOVEN(O.A.E) heeft daarover een aantal vragen t.w.: gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer 12R4882 12bst00802 Beslisdatum B&W 15 mei 2012 Dossiernummer 12.20.103 2.3.1 Raadsvragenvan het raadslid dhr. P. Mulder (OuderenAppèl) over HOV bussen. In een

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam

MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam TOELICHTING UITKOMSTEN ONDERZOEK FASE 2 5 september 2013 10.00 11.30 Agenda Opening en voorstelrondje Aanleiding en opzet MIRT-onderzoek Toelichting onderzoeksresultaten

Nadere informatie

MIRT NowA SAMENVATTING MIRT ONDERZOEK NOORDWESTKANT AMSTERDAM SEPTEMBER 2017

MIRT NowA SAMENVATTING MIRT ONDERZOEK NOORDWESTKANT AMSTERDAM SEPTEMBER 2017 MIRT NowA SAMENVATTING SEPTEMBER 2017 SAMENVATTING N Het gebied tussen Alkmaar, IJmond, Haarlem, Haarlemmermeer en Amsterdam is het NowA-gebied: de Noord westkant van Amsterdam. Amsterdam heeft een grote

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 561 Tracé A4 Delft Schiedam Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht besluitvorming Ombouw Amstelveenlijn (OAVL)

Bijlage 1: Overzicht besluitvorming Ombouw Amstelveenlijn (OAVL) Bijlage 1: Overzicht besluitvorming Ombouw Amstelveenlijn (OAVL) Datum Vergadering Onderwerp 14 december 2010 Stand van zaken OAVL - Bestuurlijke Voortgangsrapportage Amstelveenlijn d.d. 12/10/2010 - Bijlage

Nadere informatie

Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere

Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere CPB Notitie Datum : 26 januari 2007 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DG Personenvervoer) Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere Samenvatting Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Voorstellen Arianne van de gemeente en Gertjan Leeuw en Jaap Bout van Antea Group

Voorstellen Arianne van de gemeente en Gertjan Leeuw en Jaap Bout van Antea Group Welkom op de derde bijeenkomst Voorstellen Arianne van de gemeente en Gertjan Leeuw en Jaap Bout van Antea Group Inhoudelijke vragen, opsparen tot het einde Doel van de meedenksessie is dat we iedereen

Nadere informatie

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 BESTUURLIJKE SAMENVATTING De komst van een Factory Outlet Centre (Holland Outlet Mall) naar Zoetermeer heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid

Nadere informatie

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Een overzicht van de beschikbare kennis Florence Bloemkolk, Henk Taale 21 juni 2018 Stedelijk verkeersmanagement: wat is het? CROW: Verkeersmanagement

Nadere informatie

1 6 KAART /11, W

1 6 KAART /11, W Ml 1))^ provincie ^^& groningen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008

Bestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss - 2013 bijlage 11 bij toelichting Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - 2013 bijlage

Nadere informatie

Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020

Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020 Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020 Inloopavonden mei 2016 d.d. 12 mei Inhoud 1. Inleiding Waarom tijdelijk OV-plan 2018 t/m 2020? Uitgangspunten tijdelijk OV-plan 2. Het tijdelijk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus 123 2000 MD Haarlem Haarlem, 2 mei 2016. Onderwerp: Regionaal openbaar vervoer & inter-concessie stroomlijnen Geachte

Nadere informatie

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.

Nadere informatie

Investeringsagenda Weg Portefeuillehouder Verkeer Lode Goossens

Investeringsagenda Weg Portefeuillehouder Verkeer Lode Goossens agendapunt : B-2 vergaderdatum : 19 november 2015 onderwerp : aangemeld door : behandelend ambtenaar : paraaf afdelingshoofd : Investeringsagenda Weg Portefeuillehouder Verkeer Lode Goossens Gevraagde

Nadere informatie

1 Inleiding: de varianten vergeleken

1 Inleiding: de varianten vergeleken Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Betreft Verkeersmodelberekeningen De Grassen-Victoria Gemeente Heusden

Betreft Verkeersmodelberekeningen De Grassen-Victoria Gemeente Heusden Notitie Referentienummer Datum Kenmerk Hwl-2015-016_DEFINITIEF 19 maart 2015 336621 Betreft Verkeersmodelberekeningen De Grassen-Victoria Gemeente Heusden 1 Inleiding De gemeente Heusden heeft plannen

Nadere informatie

Bijlage I Verklarende woordenlijst

Bijlage I Verklarende woordenlijst Bijlage I Verklarende woordenlijst Aansluiting De plaats waar een weg van het onderliggend wegennet aansluit op een weg van het hoofdwegennet. Door middel van toe- en afritten van de aansluiting kan de

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Besluit OV SAAL middellange termijn

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Besluit OV SAAL middellange termijn PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling onderwerp Besluit OV SAAL middellange termijn 1527727 Resistratienummer Datum 29 augustus 2013 Doel van deze mededeling: Auteur Provinciale Staten te informeren over het

Nadere informatie

Onderbouwing aspect verkeer ROP Schiphol

Onderbouwing aspect verkeer ROP Schiphol Amsterdam Airport Schiphol Onderbouwing aspect verkeer ROP Schiphol Datum 15 juni 2010 LSH023/Anf Kenmerk Eerste versie 1.1 Inleiding Schiphol bestaat uit een aantal deelgebieden. In het ROP Schiphol 2015

Nadere informatie