Erfrecht algemeen. 1 Erfrecht

Vergelijkbare documenten
Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER

s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Erfrecht en schenking

ERFRECHT EN SCHENKING

Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14. Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15

VOORWOORD. De redactie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

Gevolgen van de erfopvolging

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015

Monografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk

WOORD VOORAF. September 2018, W.D. Kolkman B.E. Reinhartz L.C.A. Verstappen I.J.F.A. van Vijfeijken

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13

Successiewet -- Deel 1

Datum. Naam testateur. Man. Vrouw. Man. Vrouw. Gehuwd. Alles. Met uitzondering van. Geen rechtskeuze. Niet van toepassing. Hard.

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis

Vruchtgebruik met wettelijke verdeling als basis

Datum. Naam testateur. Man. Vrouw. Man. Vrouw. Gehuwd. Nee. Alles. Met uitzondering van. Geen rechtskeuze. Niet van toepassing. Hard.

Inhoudsopgave. Deel I Het Nederlandse Erfrecht

Anders (met vruchtgebruik)

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven.

Monografieèn Privaatrecht. Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vijfde druk

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 168

Datum. Naam testateur. Man. Vrouw. Man. Vrouw. Gehuwd. Nee. Alles. Met uitzondering van. Geen rechtskeuze. Niet van toepassing. Hard.

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003

H4 Wettelijk erfrecht

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet Burgerlijk Wetboek

Hoofdstuk 1 - Estate planning of nalatenschapsplanning. Hoofdstuk 3 - Een verblijvingsbeding tussen samenwoners

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Inhoudsopgave. Voorwoord... XIII Introductie... XIV. Wat is van wie? 1. U bent gehuwd Inhoudsopgave

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per

INFOKAART TESTAMENTEN Versie november 2010

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING

Estate Planning. Leo Brunt FFP

Tegenwoordig mag de notaris als executeur worden benoemd. Zie hiervoor art. 20 van de notariswet.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beknopte inhoudstafel

Inhoudsopgave. 1. Uw vermogen nu en later Goed om vooraf te weten Voorwoord... IX. Inhoudsopgave

Successiewet -- Deel 2

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

TESTAMENT HERROEPING ONGEHUWD OVERLIJDEN mijn Partner

Levensverzekering en erfrecht

Europeesrechtelijke aspecten van erven

Voorwoord. Ik dank u voor uw interesse en verwelkom u graag op mijn kantoor. Fenneke Koster-Joenje, notaris

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

BENOEMING EN AANVAARDING EXECUTELE (Quasiovereenkomst. of VERKLARING VAN ERFRECHT (Art. 4:188 BW) <(met comparitie executeur)>

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Inhoudsopgave Spaanse nalatenschappen

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT

Beknopte inhoudstafel

Erfrecht. Mr. Caroline de Maat Fikkers notarissen BAS Bergen op Zoom 27 januari 2015

Welkom bij de workshop Actualiteiten personen- en familierecht. Daniëlle Oosten, kandidaat-notaris Jolanda Steenhuis, juridisch medewerker

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen

Beknopte inhoudstafel (Vóór elk deel vind je de gedetailleerde inhoudstafel van dat deel. De nummers verwijzen naar de bladzijden.

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

De tweetrapsmaking in het nieuws!

Bewindvoerderschap. Curatele, bewind en mentorschap

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht

Juridische begrippen in begrijpelijke taal

Testamenten lezen. Inleiding en onderwerpen. Tot stand komen van een testament en andere notariële zaken

a. Vaststelling vorderingen kinderen: successieaangifte niet bepalend - Hof Arnhem-Leeuwarden 2 juni 2015, ECLI 2015:3954

BELASTING, MAKKELIJKER KUNNEN WE HET NIET MAKEN, WEL LEUKER

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2.1. Tariefgroepen Vrijstellingen erfbelasting Inflatiecorrectie tarieven en vrijstellingen... 6

Aanvaarden Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam.

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Presentatie ZijActief

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Seminar De Europese Erfrechtverordening. Europese Erfrechtverklaring. Grensoverschrijdende nalatenschappen. De Europese verklaring van erfrecht

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Een Pools bruidje? Internationaal privaatrechtelijke aspecten van het Nederlandse en Poolse huwelijksvermogens- en erfrecht Mr. Brigitte F.P.

32401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010)

Transcriptie:

I Erfrecht algemeen 1 Erfrecht Wat is erfrecht? Wat is de nalatenschap? Het erfrecht treft men aan in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en kan worden gezien als een onderdeel van het vermogensrecht dat de overgang van de nalatenschap van een overleden persoon regelt. De nalatenschap moet in dit verband worden gezien als het geheel van goederen en verplichtingen, het vermogen van degene wiens overlijden het betreft. Overige relevante regels Ook buiten Boek 4 van het BW worden regels aangetroffen die nauw verband houden met het erfrecht. Zo kan onder meer worden genoemd titel 7 van Boek 3 van het BW ( Gemeenschap ), de Wet op het centraal testamentenregister, alsmede de Wet op de lijkbezorging. Het huwelijksvermogensrecht is in die zin van belang dat de omvang en de samenstelling van de nalatenschap van de gehuwde erflater mede wordt bepaald door het geldende huwelijksgoederenregime. Het huwelijksvermogensrecht gaat vóór het erfrecht. Ook de schenking Vanzelfsprekend houdt ook de schenking verband met het erfrecht. Het schenken geschiedt vaak vooruitlopend op het erven. Met de warme hand, zo kan worden gesteld. Voorts is de schenking van belang met het oog op erfrechtelijke leerstukken als de legitieme (zie nr. 33 e.v.), de inbreng (zie nr. 53) en de quasi-legaten (zie nr. 45 e.v.). Erfrecht en schenking 7

Fiscaal Er bestaat ook fiscaal erfrecht, waar in het bijzonder de Successiewet 1956 (SW 1956) en onderdelen van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) genoemd kunnen worden, zoals de defiscalisatie van erfrechtelijke aanspraken (art. 5.4 Wet IB 2001). Nederlands erfrecht? Bij het openvallen van een nalatenschap met internationale aspecten (gewone verblijfplaats in buitenland, andere dan de Nederlandse nationaliteit, vermogen in het buitenland, enz.) dient de vraag te worden beantwoord of er wel Nederlands erfrecht van toepassing is. In dit kader is art. 10:145 e.v. BW van toepassing en (voor overlijdens) per 17 augustus 2015 de Europese Erfrechtverordening (hierna: Erfrechtverordening). De algemene regel betreffende het toepasselijke recht op de erfopvolging treffen we aan in art. 21 Erfrechtverordening: 1. Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is op de erfopvolging in haar geheel het recht van de staat van toepassing, waar de erflater op het tijdstip van overlijden zijn gewone verblijfplaats had. 2. Als, bij wijze van uitzondering, uit alle omstandigheden van het geval blijkt dat de erflater op het tijdstip van overlijden een kennelijk nauwere band had met een andere staat dan de staat van welke het recht op grond van lid 1 van toepassing zou zijn, is het recht van die andere staat op de erfopvolging van toepassing. De erflater kan het heft zelf in handen nemen door een rechtskeuze uit te brengen, zo blijkt uit art. 22 Erfrechtverordening: 1. Een persoon kan als het recht dat zijn erfopvolging in het geheel beheerst, het recht van de staat kiezen, waarvan hij op het tijdstip 8 Boom Basics

van de rechtskeuze of op het tijdstip van overlijden de nationaliteit bezit. Een persoon die meer dan een nationaliteit bezit, kan het recht kiezen van een van de staten waarvan hij op het tijdstip van de rechtskeuze de nationaliteit bezit. 2. De rechtskeuze wordt uitdrukkelijk gedaan in een verklaring in de vorm van een uiterste wilsbeschikking of blijkt duidelijk uit de bewoordingen van die beschikking. 3. De materiële geldigheid van de handeling waarbij de rechtskeuze wordt gemaakt, wordt bepaald door het gekozen recht. 4. Elke wijziging of herroeping van de rechtskeuze moet voldoen aan de vormvoorschriften voor de wijziging of de intrekking van een uiterste wilsbeschikking. Dit zijn evenwel slechts de hoofdregels. De Erfrechtverordening bevat ook regels betreffende de testamentaire vorm, de rechtsmacht en de erkenning en tenuitvoerlegging. 2 Saisine en opvolging onder algemene titel Saisine De erfgenaam, of de erfgenamen gezamenlijk, volgt de overledene, de erflater, op in zijn voor overgang vatbare rechten en in zijn bezit en houderschap. De erfgenamen worden van rechtswege schuldenaar van de schulden van de erflater die niet met zijn dood tenietgaan (art. 182). De erfgenaam zet de overledene als het ware voort, oftewel le mort saisit le vif, ook wel de saisine genoemd. Ook wordt wel gezegd dat de dode de levende de hand reikt. Erfrecht en schenking 9

Uitzondering De wettelijke verdeling maakt overigens, wat betreft de goederen van de nalatenschap, een inbreuk op deze regel. Als de wettelijke verdeling werkt, volgt slechts de langstlevende op in de goederen. Er is geen moment, anders dan bij de ouderlijke boedelverdeling het geval was (art. 1167 (oud) BW), waarop de langstlevende en de kinderen in een onverdeeldheid zitten (zie nr. 16). Bij de wettelijke verdeling is in die zin dan ook geen sprake van een daadwerkelijke verdeling. Erfgenamen verkrijgen onder algemene titel (art. 3:80 BW). Er is geen overdracht nodig; het overlijden als zodanig is voldoende voor de overgang. De opvolging onder algemene titel kenmerkt zich in het feit dat de opvolging het gehele vermogen, of een evenredig aandeel daarin, betreft en niet specifieke goederen. Dit is anders bij een verkrijging op grond van een legaat. Een legataris verkrijgt onder bijzondere titel (zie nr. 29). 3 Twee soorten erfrecht: ab intestaat en testamentair erfrecht Twee soorten erfrecht Er kunnen als het ware twee soorten erfrecht worden onderscheiden (art. 4:1 BW): het ab intestaat erfrecht, oftewel het versterferfrecht; en het testamentaire erfrecht, oftewel het erfrecht krachtens uiterste wilsbeschikking. Het onderscheid is van groot belang. 10 Boom Basics

Indien vader zijn twee kinderen Jan en Piet tot erfgenaam benoemt, en Piet komt vóór vader te overlijden, dan is Jan enig erfgenaam (art. 4:48 BW). Zou vader niet over zijn nalatenschap beschikt hebben, dan zou bij vooroverlijden van Piet het kind van Piet bij plaatsvervulling voor Piet opkomen (art. 4:12 BW) (zie nr. 12). In het testamentaire erfrecht kennen we geen plaatsvervulling. Zie ook art. 4:9 en 4:56 BW voor de bestaanseis. In het testamentaire erfrecht bestaan er uitzonderingen op de bestaanseis. Samenloop Versterferfrecht en testamentair erfrecht kunnen ook samenlopen, bijvoorbeeld in het geval dat niet over de hele nalatenschap is beschikt of als er een testamentaire wijziging is aangebracht op de versterferfrechtelijke wettelijke verdeling (zie nr. 15 en 21). Figuur 1 Twee soorten erfrecht Erfrecht Algemene bepalingen Versterferfrecht Testamentair erfrecht Samenloop 4 Bloedverwantschap Ons versterferfrecht is gestoeld op juridisch bloedverwantschap (art. 4:10 lid 3 BW). Zo erft een pleegkind niet, maar een geadopteerd kind Erfrecht en schenking 11

wel. In het eerste geval bestaat er géén en in het laatste geval wel een familierechtelijke betrekking. Hetzelfde geldt voor een nieterkend, louter biologisch, kind. De echtgenoot en geregistreerde partner vormen in die zin overigens een vreemde eend in de erfrechtelijke bijt. Een informele samenlevingspartner, niet te verwarren met de geregistreerde partner, erft niet. 5 Schulden van de nalatenschap Voor een goed begrip van het erfrecht is de systematiek van de schulden van de nalatenschap van groot belang. De schulden van de nalatenschap In art. 4:7 lid 1 BW worden de schulden van de nalatenschap opgesomd. Schulden van de nalatenschap zijn: a. de schulden van de erflater die niet met zijn dood tenietgaan, voor zover niet begrepen in onderdeel i; b. de kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene; c. de kosten van vereffening van de nalatenschap, met inbegrip van het loon van de vereffenaar; d. de kosten van executele, met inbegrip van het loon van de executeur; e. de schulden uit belastingen (erfbelasting) die ter zake van het openvallen der nalatenschap worden geheven, voor zover zij op de erfgenamen komen te rusten; f. de schulden die ontstaan door toepassing van afdeling 2 van titel 3 Boek 4 BW ( Andere wettelijke rechten ); g. de schulden ter zake van legitieme porties waarop krachtens art. 4:80 BW aanspraak wordt gemaakt; 12 Boom Basics

h. de schulden uit legaten welke op een of meer erfgenamen rusten; i. de schulden uit giften en andere handelingen die ingevolge art. 4:126 BW worden aangemerkt als legaten (de quasi-legaten). Zoals gezien, worden ook schulden opgevoerd die geen schulden zijn van de erflater, maar die ontstaan in de erfgenamen, na het overlijden van de erflater. Per leerstuk andere schulden Per erfrechtelijk leerstuk worden schulden al dan niet meegenomen. Zo treft men in art. 4:65 BW (legitimaire massa) slechts een aantal letters aan, terwijl bij de executele (art. 4:144 BW) op schulden in het algemeen wordt gedoeld. Voorrangsregeling en een gelijkstellingsregeling Lid 2 en 3 van art. 4:7 BW bevatten een voorrangsregeling en een gelijkstellingsregeling. Van belang in het schuldeiserssysteem is in dit kader ook de vermindering van legaten (art. 4:120 BW, zie nr. 29) en de quasi-legatenregeling (art. 4:126 BW, zie nr. 45 en 46). Er zijn drie groepen geformuleerd in lid 2 onder 1, 2 en 3, waarmee een voorrang wordt uitgedrukt. Opvallend is dat de schulden van lid 1 onder h en i niet worden genoemd. Hiermee vormen deze schulden als het ware de vierde groep. Binnen een groep kan er eveneens sprake zijn van een voorrangsregime. Zie lid 2 onder 3, maar ook art. 4:126 BW, waaruit blijkt dat i-schulden (quasi-legaten) voorgaan op die van lid 1 onder h (legaten). Vanzelfsprekend blijven algemene preferenties van belang. Zie art. 3:277 BW (gelijkheid van schuldeisers) en de daarop bestaande uitzonderingen als pand, hypotheek en voorrechten in art. 3:278 e.v. BW. Denk in het bijzonder aan de kosten van lijkbezorging genoemd in art. 4:288 BW. Erfrecht en schenking 13

6 Algemene bepalingen Titel 1 bevat een aantal algemene bepalingen waarvan er hiervoor al een enkele genoemd is. Het betreft onder meer: een regeling ingeval de volgorde van overlijden niet goed bepaalbaar is (art. 4:2 BW); onwaardigheid (art. 4:3 BW); erfrechtelijke belemmering (art. 4:4 lid 1 BW); overeenkomsten over de nog niet opengevallen nalatenschap (art. 4:4 lid 2 BW); de betalingsregeling (art. 4:5 BW); het tijdstip van waardering (art. 4:6 BW); de schulden van de nalatenschap (art. 4:7 BW). Geregistreerde partners Bovendien is in art. 4:8 BW, onder meer, bepaald dat geregistreerde partners met echtgenoten worden gelijkgesteld voor het erfrecht. Dit geldt niet voor de niet-gehuwde en niet-geregistreerde samenlevingspartner. 7 Bestaanseis Bestaan Wil men erven, dan moet men bestaan op het moment dat de erflater komt te overlijden. Deze bestaanseis is opgenomen in art. 4:9 BW (versterferfrecht) en art. 4:56 BW (testamentair erfrecht). Uitzondering Op de bestaanseis bestaat een uitzondering in art. 4:56 lid 2, 3 en 4 BW. In de gevallen dat de erflater werkt met een bijzondere voorwaar- 14 Boom Basics

delijke making, in het jargon ook wel tweetrapsmaking genoemd (zie nr. 32), kan hij ook bepaalde personen benoemen die nog niet bestaan bij zijn overlijden. In art. 4:56 BW wordt gesproken over de making. Dit is de overkoepelende term voor een erfstelling en legaat. Overigens is het mogelijk om iemand die nog niet bestaat te bevoordelen met een last, zij het dat een last eigenlijk niet bedoeld is om iemand te bevoordelen (zie nr. 30). Zwangere vrouw Voor de goede orde: de ongeboren vrucht wordt geacht wel reeds te bestaan (art. 1:2 BW). 8 Overeenkomsten over de niet-opengevallen nalatenschap De wetgever vindt het onkies dat wordt gecontracteerd over de eigen nalatenschap of de nalatenschap van een derde, terwijl de nalatenschap nog niet is opengevallen. Een en ander zou ook kunnen uitnodigen tot lichtzinnig handelen, omdat hetgeen werd overeengekomen een van de contractanten niet meer persoonlijk zal treffen. Nietig is (slechts) de overeenkomst over de nalatenschap als zodanig. Wat mag wel? Het verbod ziet slechts op de nalatenschap in het geheel of een evenredig deel daarvan. Wel mag ter zake des doods over bepaalde goederen beschikt worden. Erfrecht en schenking 15

Zo mag de aspirant-erflater niet een derde gedeelte van zijn nalatenschap wegschenken of verkopen, te leveren bij zijn overlijden. Wel kan hij overeenkomen dat bij zijn overlijden zijn huis door de medecontractant (om niet) kan worden overgenomen. Worden dit soort regelingen in de praktijk gemaakt? In de praktijk komen afspraken ter zake des doods die zien op bepaalde goederen regelmatig voor. Denk bijvoorbeeld aan een verblijvingsbeding met betrekking tot de gemeenschappelijke bezittingen van samenwoners in een samenlevingscontract of een overnemingsbeding met betrekking tot een goed dat dienstbaar is aan de onderneming in een vennootschapscontract. Ook worden er schenkingen ter zake des doods verricht. Deze overeenkomsten lijken in uitwerking op legaten, maar zijn dit niet omdat geen sprake is van een eenzijdige rechtshandeling. Anders dan legaten zijn deze overeenkomsten, tenzij anders werd overeengekomen, niet herroepelijk. Soms worden deze overeenkomsten ter zake des doods aangemerkt als een quasi-legaat (art. 4:126 BW), en daarmee weer ingekaderd in het erfrechtelijke systeem wat betreft de bescherming van schuldeisers in het algemeen en wat betreft de legitieme in het bijzonder (zie nr. 45). Overeenkomsten ter zake des doods die tevens giften zijn, worden ook ingekaderd wat betreft de erfrechtelijke vorm met art. 7:177 BW (zie nr. 57). 9 Erfrechtelijk belemmerende rechtshandelingen Er mogen geen beperkingen worden aangebracht in de uitoefening van erfrechtelijke bevoegdheden als testeren, aanvaarden van een nalatenschap, verwerpen, inroepen van de legitieme, ongedaan maken, beëindigen testamentair bewind, enz. Zo mag de zus niet 16 Boom Basics

met haar broer overeenkomen dat hij straks, bij het overlijden van vader, diens nalatenschap zal verwerpen. Ook mogen de kinderen zich niet binden om bij het overlijden van vader de legitieme niet in te roepen. Erfrechtelijke strafsancties Strafsancties in testamenten die bijvoorbeeld iemand minder toekennen als hij gebruikmaakt van een erfrechtelijke bevoegdheid, zijn eveneens nietig. Zie HR 20 november 2015, ECLI:NL:HR: 2015:3329. Zo lijkt de volgende clausule niet door de beugel te kunnen: Als jij het testamentaire bewind wil beëindigen door hiertoe bij de rechter een verzoek in te dienen, onterf ik je alsnog (zie art. 4:178 lid 2 BW en nr. 51). Het is evenwel niet geheel duidelijk hoever de wetgever met art. 4:4 lid 1 BW heeft willen gaan. Erfrecht en schenking 17