Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur

Vergelijkbare documenten
Let bij de correctie op doorwerkfouten! SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 20 vragen.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST EN MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 3 MAART UUR 13:45 UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 6 OKTOBER UUR

Direct costing en break even analyse

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST- & MANAGEMENTACCOUNTING DONDERDAG 15 DECEMBER :00 11:00 UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST- & MANAGEMENTACCOUNTING MAANDAG 3 OKTOBER UUR

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw.

UITWERKINGEN OPGAVEN

2 Constante en variabele kosten

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

2 Constante en variabele kosten

opgave 1 Hoeveel bedraagt het opslagpercentage voor de indirecte kosten op de directe kosten die samenhangen met de reiskosten?

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

Samenvatting M&O De Industrie

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten. dinsdag 14 juni 2016

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8

De VECON zal bij onvolkomenheden in het examen of correctiemodel onmiddellijk actie ondernemen naar het CvTE.

7 Directe en indirecte kosten

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat uit 3 opgaven met in totaal 18 vragen.

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

Examen PC 2 Accounting 1

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld

Break-evenanalyse Creatieve bedrijfsuitjes

Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1

Vecon: verslag van de examenbespreking VWO

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel JAARREKENING DONDERDAG 10 MAART UUR

Kostencalculatie niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel JAARREKENING DINSDAG 20 DECEMBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Jaarrekening B / 9

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

Bedrijfsadministratie

Eindexamen m&o vwo II

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Hoofdstuk 1. Opgave ,60 1,05 100/80 1,21 = 31,13, afgerond 32, /121 32,- = 5,55.

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Eindexamen m&o vwo 2001-I

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Antwoorden hoofdstuk 12

Het programma van vandaag

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Antwoorden hoofdstuk 10

Verslag bespreking Centraal Examen M&O, VWO, 2015 tijdvak 1. dd 13 mei 2015

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

M&O VWO 2011/

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Transcriptie:

SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel Cost & Managementaccounting Vrijdag 24 juni 2016 09.00 11.00 uur Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel, maar daarbij een andere (juiste) berekening heeft gemaakt worden alle punten toegekend. Indien een kandidaat tot een ander antwoord komt en daarbij een andere (op zich juiste) oplossingsrichting heeft gekozen moet de corrector beoordelen welke onderdelen van de berekening juist zijn en daar de deelpunten voor toekennen. Let bij de correctie op doorwerkfouten! 1

Opgave 1 (40 punten) Vraag 1 (4 punten) De vaste kosten bedragen 375.000,-. BEA = C / (p-v) 500.000 = C / 0,75 (2) C = 0,75 x 500.000 = 375.000,- (2) Of: Bezettingsresultaat = (W-N) x C/N 25.000 (800.000 750.000) x C/750000 25.000 = 50.000 x C/N (2) C/N = 25.000 / 50.000 = 0,50 C = 0,5 x 750.000 = 375.000,- (2) Vraag 2 (4 punten) Het resultaat bedraagt 187.500,-. Contributiemarge 750.000 x 0,75 562.500 (2) Constante kosten Let op dwf uit 1 375.000 -/- Resultaat 187.500 (2) Vraag 3 (4 punten) Het resultaat op basis van Absorption Costing bedraagt 212.500 Let op: Indien kandidaat het bezettingsresultaat optelt bij het resultaat volgens DC is het eindantwoord wel juist, maar dienen geen punten te worden toegekend! Dit is immers niet de juiste berekening! C/N = 375.000 / 750.000 = 0,50 (1) (Let op dwf uit 1) De voorraad stijgt met 50.000 stuks (800.000 -/- 750.000). (1) Resultaat AC is dan 50.000 x 0,50 (dwf uit 1 of uit 3) = 25.000 hoger (1) Resultaat AC is dan 187.500 (dwf uit 2) + 25.000 (dwf uit 3) = 212.500,- (1) Vraag 4 (4 punten) De order dient te worden geaccepteerd, omdat de verkoopprijs boven de differentiële kostprijs van 0,30 ligt. Indien de kandidaat uitgaat van de integrale kostprijs in plaats van de differentiële kostprijs dienen geen punten te worden toegekend. De differentiële kosten zijn: Variabele kosten 0,85 -/- 0,75 0,10 (1) Vervoerskosten 0,20 (1) 0,30 (1) De verkoopprijs van 0,50 is hoger dan de differentiële kostprijs, de order dient daarom te worden geaccepteerd. (2) Alternatief De extra order brengt op: Verkoopopbrengst 20.000 x 0,50 10.000 2

Extra kosten 20.000 x ( 0,10 + 0,20) 6.000 (2) 4.000 Omdat er sprake is van een positief resultaat van deze order, wordt deze geaccepteerd. (2) Vraag 5 (4 punten) De verkoopprijs bedraagt 3,-. Fabricagekostprijs Gegeven 2,50 Opslag verkoopkosten 8% x 2,50 0,20 Commerciële kostprijs 2,70 90% (2) Winstopslag 2,70/0,9 (dwf) 0,30 10% Verkoopprijs 3,00 100% (2) Vraag 6 (6 punten) Manieren om de kosten te verlagen: 1. Materiaalkosten lager door scherper inkopen. 2. Verlaging van de verkoopkosten. 3. Efficiënter materiaalverbruik/verlagen afval. 4. Effectievere productie/verlagen uitval. 5. Bedingen van een opbrengst voor afval en uitval. Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. Let op: verlaging van personeelskosten en machinekosten zijn geen juiste antwoorden. Dit zijn vaste kosten, deze kunnen dus niet op korte termijn worden verlaagd. Drie manieren gevraagd, 2 punten per juist antwoord. Vraag 7 (3 punten) Het beleid is enorm kortzichting. Het resultaat wordt weliswaar verhoogd, maar dit komt alleen maar door de voorraden op te voeren. Als de productie wordt opgevoerd terwijl de afzet daalt, stijgen de uitgaven en dalen de inkomsten. Dit zal bij langdurig toepassen van dit beleid zelfs kunnen leiden tot het faillissement van de onderneming. Mogelijk faillissement moet uit het antwoord blijken zo niet dan geen punten toekennen. Vraag 8 (2 punten) Bij het bepalen van de cash-break-evenafzet wordt berekend bij welke afzet de ontvangsten gelijk zijn aan de uitgaven. (2) Vraag 9 (4 punten) De onderneming zal failliet gaan als het de rekeningen niet meer kan betalen. Dit gaat over geldstromen, niet over resultaten. (4) Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. Vraag 10 (4 punten) De cash-break-evenafzet ligt lager (1) dan de break-evenafzet, omdat de afschrijvingskosten wel kosten zijn, maar geen uitgaven. Bij de break-evenafzet moeten deze kosten worden goedgemaakt, bij het bepalen van de cash-break-evenafzet niet (3). 3

Opgave 2 (24 punten) Vraag 11 (3 punten) De lening bedroeg bij aanvang 1.282.500,-. 1.250.000 x 1,026 = 1.282.500,-. (3) Vraag 12 (5 punten) De annuïteit bedraagt 30.326,90. Interestpercentage per kwartaal: (1,05 ^ (1/4) - 1) x 100% = 1,227223443 (2) TVM Solver N 15 x 4 (1) I% 1,2272234 Let op dwf uit 12 PV 1.282.500 Let op dwf uit 11 PMT? (end) > 30.326,90 (2) FV 0 Vraag 13 (4 punten) De effectieve rente bedraagt 5,40% per jaar. TVM Solver N 15 x 4 I%? >1,324460457% (2) PV 1.250.000 PMT (-) 30.326,90 Let op dwf uit 12. FV 0 Dit is per jaar ((1,01324460457 ^ 4) - 1) x 100 (dwf uit 13) = 5,40% (2) Vraag 14 (5 punten) De overnameprijs bedraagt 1.022.000,-. Schuldrest: TVM Solver N 19 (2) I% 1,2272234 Let op dwf uit 12. PV 1.282.500 Let op dwf uit 11. PMT (-) 30.326,90 Let op dwf uit 12. FV? > 972.482,0008 (2) De overnameprijs bedraagt dan 1,05 x 972.482,0008 (dwf) = 1.021.106,10 (1) Vraag 15 (3 punten) Het percentage waarmee wordt afgeschreven bedraagt 30,85%. 4

TVM Solver N 10 I%? > 30,85% (3) PV 1.000.000 PMT 0 FV (-)25.000 Alternatief: 10 p/100 = 1 ( 25000 1000000 ) = > p = 30,85% (3) Vraag 16 (4 punten) De afschrijvingslast bedraagt 154.250,- in 2014 en 260.913,88 in 2015. De afschrijving in het eerste jaar bedraagt 30,85% (let op dwf uit 15) x 1.000.000 = 308.500,- (1) De afschrijving in het tweede jaar bedraagt 30,85% (let op dwf uit 15) x (1.000.000 -/- 308.500) = 213.327,75 (1) De afschrijvingslast in 2014 is dan ½ x 308.500 (let op dwf uit 16) = 154.250,- (1) De afschrijvingslast in 2015 is dan ½ x 308.500 (let op dwf uit 16)+ ½ x 213.327,75 (let op dwf uit 16) = 260.913,88 (1) 5

Opgave 3 (36 punten) Vraag 17 (8 punten) Huisvesting = H, Magazijn = M, Fabricage = F, Verkoop = V. 1. H = 250.000 + 0,3M (2) 2. M = 100.000 + 0,2H (2) 3. F = 500.000 + 0,6H + 0,35M(2) 4. V = 400.000 + 0,2H + 0,35M (2) Vraag 18 (8 punten) De totale kosten voor de afdeling productie bedragen 734.571,47; voor de afdeling verkoop bedragen deze 515.425,53 (let op dwf uit 17). Substitueren M = 100.000 + 0,2 (250.000 + 0,3M) Hieruit volgt dat M = 159.574,4681 (2) H = 250.000 + 0,3 x 159.574,4681 = 297.872,3404 (let op dwf uit 17 en 18). (2) F = 500.000 + 0,6 x 297.872,34 + 0,35 x 159.574,4681 = 734.574,47 (2) (let op dwf uit 17 en 18) V = 400.000 + 0,2 x 297.872,3404 + 0,35 x 159.574,4681 = 515.425,53 (2) (let op dwf uit 17 en 18) Alternatief met gehele matrix: Herschrijven formules: 0 = -1H + 0,3M + 0F + 0V + 250.000 (1) 0 = 0,2H -1M + 0F -1V + 100.000 (1) 0 = 0,6H + 0,35M -1F + 0V + 500.000 (1) 0 = 0,2H + 0,35M + 0F 1V + 400.000 (1) Matrix: F = 734.574,47 (2) (let op dwf uit 17 en 18) V = 515.425,53 (2) (let op dwf uit 17 en 18) Alternatief met gedeeltelijke matrix: Herschrijven formules: 0 = -1H + 0,3M + 250.000 (1) 0 = 0,2H -1M + 100.000 (1) Matrix: H = 297.872,34 (1) (let op dwf uit 17 en 18) M = 159.574,46 (1) (let op dwf uit 17 en 18) F = 500.000 + 0,6 x 297.872,34 + 0,35 x 159.574,4681 = 734.574,47 (2) (let op dwf uit 17 en 18) V = 400.000 + 0,2 x 297.872,3404 + 0,35 x 159.574,4681 = 515.425,53 (2) (let op dwf uit 17 en 18) Vraag 19 (4 punten) 6

Dit kan bijvoorbeeld door een machine-uurtarief te bepalen (2) of het bepalen van een opslagpercentage. (2) Er worden twee manieren gevraagd, 2 punten per juiste manier. Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. Vraag 20 (16 punten) De kandidaat moet eerst de drie tarieven bepalen en kan daarna de kostprijs berekenen. De tarieven zijn: a. De inkooporder. Tarief per inkooporder: 420.000 / (1.000+2.500) = 120,- (2) b. De verkooporder. Tarief per verkooporder: 687.500/(1250+12500) = 50,- (2) c. De instelling. Aantal instellingen: 500.000/1.000 + 1.300.000/260 = 5.500 (2) Tarief per instelling: 412.500 / 5.500 = 75,- (2) (let op dwf uit 20c) De kostprijs per Green is 0,56; per Grey is dit 1,23. Deze zijn als volgt opgebouwd: Green Grey Inkoop 1.000 x 120 120.000 2.500 x 120 300.000 Verkoop 1.250 x 50 62.500 12.500 x 50 625.000 Instellen 500 x 75 37.500 5.000 x 75 375.000 220.000 (1) 1.300.000 (1) Variabel 40.000 (1) 200.000 (1) Overige 40/240 x 120.000 20.000 (1) 200/240x120.000 100.000 (1) Totale kosten 280.000 1.600.000 Dit is per stuk 280.000/500.000 0,56 (1) 1600000/1300000 1,23 (1) Let op doorwerkfouten uit 20 EINDE 7