Impact op de kosten van Wind op Zee



Vergelijkbare documenten
7 mei 2013, Amersfoort. 7 mei 2013 Verslag Workshop Financiering Offshore Wind NL

Vergelijking kostenmodellen FLOW/TKI - ECN

Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer

TKI Wind op Zee Workshop Financiering

Business Case Windpark Lage Weide. Raadsinformatie avond 20 maart

Workshop kostenreductie offshore wind

Fiches van Private financieringsbronnen IPO-project Slim financieren

Toelichting theorie van Een Business case wind en burgerparticipatie

Windprojecten in de pijplijn tot 2020 en daarna. Focus op SDE en Financiering. NWEA Winddag Juni 2015

Stand van zaken offshore windenergie in Nederland

Financiële baten van windenergie

Datum 19 maart 2018 Betreft Uitslag van de derde tender windenergie op zee voor kavels I en II van het windenergiegebied Hollandse kust (zuid)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

Netbeheer Nederland Visie van investeerders financiële marktpartijen

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

Financieren van grote windprojecten Juni Vertrouwelijk NWEA Winddag

Overheidsgronden voor windenergie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Wat doet de Raedthuys Groep?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

InnovatieContract Wind op Zee. Het Contract De Green Deal Tender invulling Matchmaking. Almere, 24 Mei 2012 Ernst van Zuijlen TKI WIND OP ZEE

Nederlands beleid Wind op Zee. Marjan Botman,

ZIENSWIJZE. van: ALLEN & OVERY LLP Amsterdam. Vertegenwoordigd door: Werner Runge, Jochem Spaans en Marinus Winters. Ten aanzien van de

Notitie Petten, 11 augustus Inleiding

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Windenergie op zee in Albert van der Hem Secretaris Taskforce Windenergie op Zee

Voortgangsrapport windenergie op zee. Programma windenergie op zee

Uitnodiging seminar Naar 4500 MW offshore wind: de uitrol van een net op zee

Monitor Financiële Sector:

Projectfinanciering Projectfase: Verdieping

Hoe financier je een project; de opties op een rij. Pagina 1

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Samen is de snelste weg voor Wind op Land

Driven By Values Concept document, uitsluitend voor discussiedoeleinden 2

Instrument: Projectfinanciering bij een warmte-uitwisselingsproject

Visie op Windenergie en solar Update 2014

TenneT als netontwikkelaar op zee. NWEA Winddag, 13 juni 2014

Nordex Windturbine type

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN

: Nieuw belastingstelsel

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone

Openbare eindrapportage BLUE Piling Technology TKIW01001

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Externe notitie Amsterdam, 29 augustus Bevindingen

Argumentendocument Nearshore Wind Nederland

OPENBAAR EIND RAPPORT

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Notitie Petten, 15 oktober 2014

BELANG VAN EEN OFFSHORE WIND THUISMARKT

Visie Netontwerp en uitrolstrategie

SDE Wind op Zee

Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid. Nordex N100 Nordex N100

Getijdencentrale Brouwersdam Ministerie van Economische Zaken (Energie) 20 november 2014

BLIX Consultancy BV. Hoe kies je de juiste windturbine voor je project

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BNG Bank Betrokken partner voor een duurzamer Nederland. BNG Bank en Geothermie Bob Schrama, Leo Valkenburg Rotterdam, 28 maart 2019

Informatiebijeenkomst. Overwegingen. Herstructurering

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen

Bedrijfsfinanciering: Van subsidie naar overheidsinstrumenten anno 2014

Aanvullende informatie Obligatielening Nuon Samen in Zon Eemshaven Nuon Samen in Zon B.V.

HET BOUWDEEL TUSSEN LEVENSDUUR EN KOSTEN VAN STICHTINGSKOSTEN NAAR EXPLOITATIEKOSTEN

5 Opstellen businesscase

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

WINDDAYS 2018: BELEID VS FINANCIERBAARHEID

Zwolle bouwt. Initiatiefvoorstel voor gemeentelijke woningbouw. augustus 2015 Namens de SP-fractie: Brammert Geerling

Achtergrond en doel presentatie

BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN

Opschalen, saneren of vervangen

Businesscase: titel. Businesscase. Titel. Auteur: Versie: Datum: Pagina 1 van 5

GEN Kasstromenmodel. Product beschrijving

Waarom windenergie op land?

Macro-economie van offshore wind-energie

Windpark Zeewolde en gebiedsontwikkeling Oosterwold

Thema Zonnestroom, Projectfinanciering. Onderdeel 1. Inspiratiebijeenkomst Netwerk Duurzame Dorpen

Windenergie op zee. Een vergelijking van verschillende PPS constructies voor windenergie op zee.

Vastgoed financieren. In een commerciële omgeving. Anja van Balen Sector Banker zorg 31 oktober 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Opbrengstberekening Windenergie A16

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?

Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon

IceWorld Drenthe. Bevindingen review businesscase. 28 maart 2017

Autoriteit Financiële Markten

Energieprijzen in vergelijk

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

!!!!! !!! Ministerie van Economische Zaken. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Factsheet: Dong Energy

Green-Consultant - info@green-consultant.nl - Tel Triodos Bank NL17TRIO KvK BTW nummer NL B01 1

MEMO Crowdfunding Algemeen

Evaluatie Crowdfunding Voorschriften. Discussiedocument AFM

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding

Onderzoek effecten Wind op Zee op recreatie en toerisme

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4

PRESENTATIE. Zon op Bedrijfsdaken 01 / INTRODUCTIE 02 / PROJECTCASE TEXEL 03 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 04 / PROJECTCASES

Certificering CO 2 -Prestatieladder

MKBA Windenergie Lage Weide Samenvatting

12 Pijler 10: Financiering van duurzame investeringen

Leveranciersverplichting hernieuwbare energie

DATUM REFERENTIE VAN TER INFORMATIE

Transcriptie:

Impact op de kosten van Wind op Zee Financiële beleidsinstrumenten Wind op Zee Eindrapportage interactieve sessies Dit rapport is opgesteld in opdracht van het TKI Wind op Zee door Bob Prinsen en Frank Wiersma Versie: 3 Datum: 10 oktober 2013 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 1/ 21

Inhoud MANAGEMENTSAMENVATTING... 3 1 INTRODUCTIE... 5 1.1 ACHTERGROND... 5 1.2 PROCES... 5 1.3 OVERZICHT VAN DE BESCHOUWDE INSTRUMENTEN... 6 2 RELEVANTE EERDERE STUDIES... 7 2.1 PRICEWATERHOUSECOOPERS: VERGELIJKING VAN PPS CONSTRUCTIES VOOR WOZ... 7 2.2 THE CROWN ESTATE: COST REDUCTION PATHWAYS STUDY... 7 2.3 FLOW/TKI-WOZ KOSTENMODEL... 7 3 BESCHRIJVING INSTRUMENTEN EN FEEDBACK UIT DE INTERACTIEVE SESSIES... 9 3.1 HERBEREKENING VAN HET SDE TARIEF... 10 3.2 GARANTSTELLING OVERHEID... 11 3.3 PARTICIPATIEMODEL OVERHEID... 12 3.4 FRONT-LOADING VAN DE SDE... 14 3.5 VERKORTEN TIJDSPANNE TUSSEN SDE BIEDING EN INVESTERINGSBESLISSING... 15 4 INVLOED OP DE COST OF ENERGY VAN DE KANSRIJKE OPTIES... 16 4.1 PARTICIPATIE DOOR DE OVERHEID... 16 4.2 FRONT-LOADING VAN DE SDE... 17 4.3 VERKORTEN TIJDSPANNE SDE-BIEDING EN INVESTERINGSBESLISSING... 18 5 CONCLUSIES... 19 BIJLAGE A LIJST VAN DEELNEMERS AAN DE INTERACTIEVE SESSIES... 20 BIJLAGE B TOELICHTING TKI-WOZ KOSTENMODEL... 21 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 2/ 21

Managementsamenvatting Momenteel wordt gewerkt aan herziening van relevante beleidsinstrumenten voor wind op zee. Een belangrijk doel hierbij is het bevorderen van kostprijsverlaging. Een kernvraag hierbij is hoe de financiële overheidsinstrumenten daaraan kunnen bijdragen. Om de relatie tussen het financiële beleidsinstrumenten en kostprijsverlaging inzichtelijk te maken heeft TKI-Wind op Zee in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken een drietal interactieve sessies georganiseerd. De deelnemers bestonden uit verschillende overheidsinstanties, financiers, ontwikkelaars en toeleveranciers uit de offshore wind sector. Op basis van eerder uitgevoerde studies zijn er in totaal 5 instrumenten beschouwd: 1. Herberekening van het SDE tarief: Herberekening van de SDE subsidie na de bouw, op basis van een vooraf afgesproken formule en het materialiseren van een beperkt aantal goed meetbare risico s. 2. Garantstelling door de overheid: Overheid stelt zich garant voor bepaalde risico s, zoals grondstofprijzen. 3. Participatie door de overheid: De overheid treedt op als risicodragende partner en stelt tijdens de bouw eigenvermogen ter beschikking tegen marktconforme voorwaarden. 4. Front-loading van de SDE: Front-loading is een subsidiebeschikking met daarin 2 stappen: voor de eerste jaren een hoger tarief en voor de latere jaren een lager tarief. Dit resulteert in dat een groter deel van de inkomsten naar voren in de tijd worden gehaald. 5. Verkorten tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing: Door een combinatie van verschillende factoren zoals het bundelen van vergunning en SDE beschikking, een flexibele vergunning, en het garanderen van netaansluiting, is het mogelijk om de tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing te reduceren. Tijdens de sessies zijn de mogelijke voor- en nadelen van deze instrumenten op een rijtje gezet en uitgedrukt in een algemene waardering. Vervolgens is het verwachte effect op de kostprijs van wind op zee (in /MWh) doorgerekend voor drie mogelijkheden die door de deelnemers van de sessies als positief werden gewaardeerd, Daarbij is gebruik gemaakt van het FLOW/TKI kostenmodel. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten van de werksessies en de doorrekening. Instrument Waardering Kostprijsreductie 1. Herberekening van het SDE tarief 2. Garantstelling door de overheid 3. Participatie door de overheid 4. Front-loading van de SDE 5. Verkorten tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing -1% (c.a.2 /MWh) -8% (c.a. 14 /MWh) -6% (c.a. 10 /MWh) 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 3/ 21

De laatste 2 instrumenten kunnen een significante bijdrage leveren aan het reduceren van de kostprijs. Daarbij mag verwacht worden dat een combinatie van deze maatregelen ook de weg opent naar een gedeeltelijk bij elkaar opgetelde verlaging van de kostprijs. Ook kan het verder verfijnen van het front-loading instrument leiden tot een nog grotere kostprijsverlaging. Ten slotte werd duidelijk dat een groot deel van de geconsulteerde marktpartijen het geen goed idee vinden dat de overheid bepaalde risico s en kosten van de markt over zou nemen zoals in de eerste 2 genoemde instrumenten. Het gaat hierbij met name om externe factoren waarop ook de overheid geen invloed uit kan oefenen. Er werden weinig gronden gezien waarom de overheid deze risico s dan efficiënter zou kunnen dragen dan de markt. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 4/ 21

1 Introductie 1.1 Achtergrond De ambitie van de Nederlandse overheid is om in 2020 16% duurzame energie te realiseren. Hierin is een belangrijke rol voorzien voor windenergie op zee. Het recente Energieakkoord gaat uit van een benodigde capaciteit van ongeveer 4.500 MW wind op zee in 2020. Momenteel wordt gewerkt aan herziening van relevante beleidsinstrumenten. Een belangrijk doel hierbij is het bevorderen van kostprijsverlaging. Een belangrijke vraag hierbij is hoe de financiële overheidsinstrumenten hieraan kunnen bijdragen. Het Ministerie van Economische Zaken wil hierbij goed inzicht hebben in de visie en ervaringen van betrokken marktpartijen en een objectieve inschatting van de grootte van het mogelijke effect. TKI-Wind op Zee heeft de ambitie om een kostenbesparing in 2020 van 40% ten opzichte van 2010 voor wind op zee mogelijk maken. Om de relatie tussen het regelgevingskader en kostprijsverlaging inzichtelijk te maken heeft TKI-Wind op Zee in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken een drietal interactieve sessies georganiseerd. De deelnemers van deze werksessies bestonden uit spelers uit de sector, waaronder verschillende ontwikkelaars, banken, pensioenfondsen, verzekeraars en toeleveranciers. 1.2 Proces Het doel van deze sessies was het identificeren van de kansrijke en efficiënte financiële beleidsinstrumenten die kunnen bijdragen aan het verlagen van de kostprijs van wind op zee. Daarbij zijn steeds de voor- en nadelen in kaart gebracht. Hierbij is voortgeborduurd op het onderzoek naar Publiek Private Samenwerking (PPS) bij windenergie op zee dat PwC eind 2011 uitvoerde in opdracht van Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Financiën 1. Aan de hand van de uitkomsten van de sessies, zijn de effecten van de verschillende financieringsen beleidsopties op de kosten van offshore windenergie doorgerekend. Hierbij is gebruik gemaakt van het FLOW/TKI Offshore Wind Kostenmodel dat over het afgelopen jaar is ontwikkeld op basis van onder meer de Offshore Wind Cost Reduction Pathways studie 2 en praktijkinformatie ingewonnen bij de Nederlandse offshore wind sector. In de afsluitende sessie van 8 juli 2013 zijn de voorlopige resultaten gepresenteerd. In deze sessie hebben de deelnemers van de werksessies nadere opmerkingen kunnen maken en deze zijn verwerkt in de uiteindelijke resultaten. Dit document doet verslag van de uitkomsten van de sessies en de resultaten van het doorrekenen van de beschouwde financiële beleidsinstrumenten. 1 PricewaterhouseCoopers, Een vergelijking van verschillende PPS constructies voor windenergie op zee, 2011 2 The Crown Estate, Offshore Wind Cost Reduction Pathways Study, 2011 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 5/ 21

1.3 Overzicht van de beschouwde instrumenten In totaal zijn 5 instrumenten beschouwd. Drie van deze waren initieel aangemerkt als interessant, op basis van de resultaten van de eerdere studie door PwC: 1. Herberekening van het SDE tarief 2. Participatie van de overheid 3. Garantstelling door de overheid Aanvullend daarop zijn tijdens de interactieve sessies twee aanvullende kansrijke mogelijkheden geïdentificeerd: 4. Verkorten tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing 5. Front-loading van de SDE 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 6/ 21

2 Relevante eerdere studies In de aanpak is voortgebouwd op een drietal eerdere studies: 1. De studie Een vergelijking van verschillende PPS constructies voor windenergie op zee uitgevoerd door Pricewaterhousecoopers in 2011 2. De studie Pathways to cost reduction uitgevoerd door The Crown Estate in 2011 3. Het Offshore Wind Kostenmodel van FLOW/TKI-WoZ, ontwikkeld in 2012 en 2013 2.1 PricewaterhouseCoopers: Vergelijking van PPS constructies voor WoZ In 2011 heeft PricewaterhouseCoopers in opdracht van Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Financiën onderzoek uitgevoerd naar verschillende PPS-modellen voor windenergie op zee. Het doel van dit onderzoek was om de rijksoverheid inzicht te verschaffen in de mogelijke impact van een aangepaste risicoverdeling tussen markt en overheid, op de contante waarde van de overheidsuitgaven voor windenergie op zee. In deze studie zijn een vijftal PPS-modellen gedefinieerd en deze zijn vergeleken met de wijze waarop de SDE-regeling eerder voor offshore wind is toegepast. Uit deze modellen zijn 3 opties geselecteerd die die verder besproken zijn met de deelnemers in de interactieve sessies: herberekening van het SDE tarief, participatie van de overheid en garantstelling door de overheid. 2.2 The Crown Estate: Cost Reduction Pathways Study The Crown Estate heeft in 2011 een uitgebreide studie uitgevoerd naar mogelijkheden om kostenreductie voor wind op zee te realiseren in Groot Brittannië, Offshore wind Cost Reduction Pathways Study. De Finance Workstream uit deze studie is bijzonder relevant, waarbij ook de inbreng van marktpartijen is gezocht. Daarin is gekeken naar de mogelijke bijdrage van financiering en verzekering in kostenreductie. 2.3 FLOW/TKI-WoZ kostenmodel Het TKI-WoZ heeft in 2013 een kostenmodel ontwikkeld waarmee het mogelijk is om de impact van beleids- en financieringsopties op de kosten van offshore windenergie te kwantificeren. Aan de basis van het model ligt het FLOW offshore kostenmodel dat eerder ontwikkeld is op basis van praktijkinformatie van de Nederlandse offshore wind sector. Dit model is uitgebreid met verschillende modules gericht op kostenmodellering van beleid en financiering. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 7/ 21

De kostenreducties worden in deze rapportage gekwantificeerd aan de hand van een voorgedefinieerde basecase die wordt geacht representatief te zijn voor offshore wind parken die tot 2020 in Nederland gerealiseerd kunnen worden. De belangrijkste parameters van deze base case zijn in de tabel hieronder zijn samengevat. Definitie basecase Park capaciteit [MW] 300 Windturbine capaciteit [MW] 3 Afstand tot de kust [km] 25 Gemiddelde waterdiepte [m] 20 Gemiddelde windsnelheid [m/s] 9.0 De relatieve invloed van de beschouwde instrumenten op de kosten van energie zal niet significant wijzigen wanneer projecten ver uit de kust beschouwd worden. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 8/ 21

3 Beschrijving instrumenten en feedback uit de interactieve sessies In dit hoofdstuk worden de volgende 5 instrumenten beschreven en geëvalueerd. Instrument Omschrijving Waardering * Herberekening van het SDE tarief Garantstelling door de overheid Participatie van de overheid Front-loading van de SDE Verkorten tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing Herberekening van de SDE subsidie na de bouw, op basis van een vooraf afgesproken formule en het materialiseren van een beperkt aantal goed meetbare risico s. Overheid stelt zich garant voor bepaalde risico s, zoals grondstofprijzen. De overheid treedt op als risicodragende partner en stelt tijdens de bouw eigenvermogen ter beschikking tegen marktconforme voorwaarden. Front-loading is een subsidiebeschikking met daarin 2 stappen: voor de eerste jaren een hoger tarief en voor de latere jaren een lager tarief. Dit resulteert in dat een groter deel van de inkomsten naar voren in de tijd worden gehaald. Door een combinatie van verschillende factoren zoals het bundelen van vergunning en SDE beschikking, een flexibele vergunning, en het garanderen van netaansluiting, is het mogelijk om de tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing te reduceren. Voor elk van deze instrumenten komen de volgende onderwerpen aan bod: Basisprincipe en verwachte werking; Teneur van de opmerkingen tijdens de werksessies; Voordelen; Nadelen; * Waardering optie van deelnemers: de algemene waardering voor de opties uitgedrukt in drie kleurtinten: overwegend kritisch, positief met enkele kanttekeningen, overwegend positief In hoofdstuk 4 wordt de kwantificering van de meest kansrijke opties uitgewerkt. De schatting van de invloed op de kosten van energie is gedaan op basis van directe kostenverlaging (CAPEX, OPEX, DEVEX), verlaging rendementseis door marktpartijen vanwege lagere risico s of verlaging van de kosten van vreemd vermogen vanwege lagere risico s. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 9/ 21

3.1 Herberekening van het SDE tarief Herberekening SDE Introductie Op het moment van het uitbrengen van een SDE bieding door een ontwikkelaar bevat de business case van een offshore wind project een aantal onzekerheden waarop deze geen of weinig invloed kan uitoefenen. Hiertoe behoren ondermeer de prijsontwikkeling van grondstoffen en het aantal nietwerkbare dagen tijdens bouw. Deze onzekerheden zullen in meer of mindere mate ingeprijsd worden in de SDE bieding. Dit leidt ertoe dat in het uiteindelijke SDE bedrag risico s zijn ingeprijsd ook wanneer deze zich uiteindelijk niet hebben voorgedaan. Door na de start van operatie van het windpark het SDE bedrag her te berekenen op basis van een beperkt aantal goed meetbare factoren (zoals grondstofprijzen of nietwerkbare dagen tijdens bouw), dan hoeven deze risico s niet door de ontwikkelaars te worden ingeprijsd. Basismodel Herberekening van de SDE subsidie na de bouw, op basis van een vooraf afgesproken formule en een beperkt aantal goed meetbare factoren, bijvoorbeeld grondstofprijzen, niet-werkbare dagen, vertraging tijdens bouw De overheid neemt daarmee sommige risico s over van de markt en is mogelijk in staat om deze te dragen tegen lagere kosten. Teneur van opmerkingen Mogelijke voordelen Kanttekeningen en Nadelen De deelnemersgroep staat kritisch tegenover het model herberekening van SDE, primair omdat het niet duidelijk is waarom de overheid deze risico s efficiënter zou kunnen dragen dan de marktpartijen. Wel wordt opgemerkt dat het verkleinen van de tijdsperiode tussen SDE bod en het moment van final investment decision een belangrijke bijdrage kan geven aan het verlagen van sommige van deze risico s. Op dit moment loopt deze tijdspanne dikwijls op als gevolg van vergunningswijziging of netaansluiting. De voordelen van deze regeling zijn tijdens de werksessies ter discussie gesteld. In deze discussie werden geen specifieke voordelen van deze regeling geïdentificeerd. Het is onwaarschijnlijk dat de overheid in een betere positie is om deze risico s te dragen dan de markt: - Grondstofprijsrisico s zijn te hedgen in de markt; - Weerrisico s kunnen adequaat worden ingeschat en ingeprijsd door offshore aannemers; - Risico s op vertraging van de start operatie kunnen worden gemanaged door ontwikkelaars. Een dergelijke regeling zou lastig uitvoerbaar zijn omdat het significante kennis van wind op zee en grote inspanning bij de overheid vereist. Misprijzen van deze risico's die samenhangen met offshore wind lijkt niet het belangrijkste verschijnsel. Het kan perverse incentives creëren, bijvoorbeeld dat een te lage staalprijs wordt aangenomen tijdens de SDE bieding. Ook kan het innovatie in de weg staan, bijvoorbeeld doordat bepaalde types funderingen bevoordeeld worden boven andere. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 10/ 21

3.2 Garantstelling overheid Garantstelling overheid Introductie De overheid staat garant voor een ontwikkelaar, wanneer de verplichtingen naar bankfinanciers niet kunnen worden nagekomen. Basismodel Overheid stelt zich garant voor bepaalde risico s, zoals grondstofprijzen, niet-werkbare Teneur van opmerkingen Mogelijke Voordelen Kanttekeningen en Nadelen dagen, vertraging tijdens bouw Het algemene oordeel over een garantstellingsregeling door de overheid was dat het niet tot significante bijdrage in kostenreductie zal leiden. Wel zou een zogenaamde first-loss garantstelling een bijdrage kunnen leveren. Bij de first-loss garantstelling stelt de overheid garant staat voor een beperkt deel van de projectinkomstenstroom. Wanneer deze inkomsten een keer zouden tegenvallen, dan zorgt deze garantstelling ervoor dat de verplichtingen naar bankfinanciers toch kunnen worden nagekomen. Daarmee neemt de Debt Service Coverage Ratio toe. Deze DSCR is een belangrijk criterium op basis waarvan banken en pensioenfondsen besluiten wel of niet in dergelijke projecten te investeren. Een iets hogere DSCR maakt offshore wind projecten interessant voor een breder pallet aan investeerders van vreemd vermogen. Daarnaast kan het de ontwikkelaar in een betere positie stellen om financieringscondities te onderhandelen. De voordelen van deze regeling zijn tijdens de werksessies ter discussie gesteld. In deze discussie werden geen specifieke voordelen van deze regeling geïdentificeerd. In veel opzichten gelden hier dezelfde nadelen als beschreven onder Herberekening SDE tarief. Ook hier is de conclusie dat de overheid niet in een betere positie is om risico s tijdens de bouw te managen. In veel gevallen zouden verzekeringen en hedging in financiële markten ook een oplossing kunnen bieden. Gevaar dat de overheidsgarantstellingen tot marktverstoring zou leiden. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 11/ 21

3.3 Participatiemodel overheid Participatiemodel overheid Introductie Er zijn verschillende infrastructuur- en energieprojecten waarin ontwikkelaars en overheid optreden als partners. Een voorbeeld hiervan is de rol van Energiebeheer Nederland (EBN) in olie & gas projecten. Op vergelijkbare wijze zou de overheid als risicodragende partner kunnen deelnemen in wind op zee projecten. Basismodel Overheid en de ontwikkelaar delen uitgaven en risico s in voorbereidingsfase. Teneur van opmerkingen Mogelijke Voordelen Overheid stelt tijdens de bouwfase eigenvermogen ter beschikking met marktconforme rendementseisen en voorwaarden. Na bijvoorbeeld twee jaar exploitatie heeft de overheid de mogelijkheid om zich terugtrekken. Daarnaast blijft een SDE-bijdrage voor 15 jaar. Vergelijkbaar met haar rol in de olie en gas sector, zou Energiebeheer Nederlandse partij kunnen zijn die dan namens overheid participeert. Kritische houding van sommige deelnemers ten aanzien van een grotere rol van de overheid, als daarvoor geen goed onderbouwde reden is. Andere deelnemers zien toegevoegde waarde in de zin dat de deelname van de overheid vertrouwen geeft in het project. De overheidspartij zal op deze wijze gedetailleerde kennis opdoen over wind op zee wind en deze ter beschikking stellen aan de overheid en kennisinstellingen. De overheidspartij moet kunnen onderhandelen vanuit een sterke positie, waarin zij kennis van zaken heeft en keuzes kan maken, bijvoorbeeld ten aanzien van het moment waarop haar deelneming verkocht wordt. Het is geen goed idee als de overheidspartij al in ontwikkelfase deel zou nemen, vanwege de gewenste competitie tussen marktpartijen. Een beter alternatief is dat het Ministerie van EZ bepaalt wie het windpark kan ontwikkelen, waarna de overheidspartij instapt. Gezien het financieel belang van de overheidspartij bij het succesvol realiseren van het project lopen de belangen van de overheid en de ontwikkelaar meer parallel. Voor pensioenfondsen als long-term equity investeerder kan de deelname van de overheid bijdragen aan vertrouwen in het project. Voordat zij instapt zal zij een project tegen het licht houden en wanneer zij is ingestapt zal de overheidspartij gecommitteerd zijn aan het realiseren van een succesvol project. Er gaat een signaal vanuit dat de overheid op lange termijn gecommitteerd is om te investeren in offshore wind energie. Dit stelt marktpartijen in de supply chain beter in staat om te investeren. Mogelijk positieve invloed op de risicowaardering van politieke risico s; De participatie van de overheid kan bijdragen aan de geloofwaardigheid van overheidscommitment. Daarnaast vergroot deze rol de offshore wind kennis waartoe de overheid toegang heeft. Overheid deelt mee in de eventuele hoge rendementen wanneer projectrisico s zich niet voordoen of adequaat gemanaged zijn; Offshore wind projecten vragen minder vreemd of eigen vermogen benodigd uit bestaande bronnen die beperkt zijn in capaciteit; Als de overheid zou participeren dan verzamelt zij veel kennis van offshore constructie en 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 12/ 21

Kanttekeningen en Nadelen operatie mee, om dit in volgende projecten in te brengen en daarmee kwaliteit te borgen en risico s te verlagen; Mogelijk kan participatie tot tijdswinst in het ontwikkeltraject leiden. Indicatief wordt een tijdswinst van 1 jaar genoemd. Voor de overheid kan het lastig zijn om als puur zakelijk aandeelhouder te fungeren. Het is niet ondenkbaar dat in het geval van tegenslagen - een ontwikkelaar de overheid dwingt een groter deel equity in te brengen. Is er geen sprake van een verborgen subsidie wanneer overheid op deze wijze goedkope financiering beschikbaar maakt? Mogelijk dat het belangrijkste gevolg zou zijn een aanvullende bron van eigenvermogen, en niet zozeer een kostprijs verlaging. Participatierol van overheid zou voor banken slechts beperkte toegevoegde waarde hebben. Een voorwaarde is dat de overheidspartij in meerdere projecten deelneemt en daarmee inderdaad kennis van zaken opbouwt en ten goede kan doen komen aan volgende projecten. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 13/ 21

3.4 Front-loading van de SDE Front-loading van de SDE Introductie De kosten van kapitaal in een offshore wind project liggen in de range van 10-15%. Als gevolg hiervan heeft de timing van inkomsten en uitgaven een groot effect op het rendement van een project. Het verschil in de netto contante waarde van inkomsten in de eerste jaren na operatie en de laatste jaren groot. Wanneer de SDE regeling voor wind op zee inspeelt op deze hoge discontofactor dan kan dit bijdragen aan verlaging van de kostprijs en daarmee de overheidsuitgaven. Zo kent het feed-in-tariff regime in Duitsland de mogelijkheid om een deel van de inkomsten naar voren te halen. De ontwikkelaar kan in plaats van de basis subsidietermijn van 12 jaar, kiezen voor een gecomprimeerde subsidietermijn van 8 jaar waarbij er in deze kortere periode per megawattuur navenant een hoger bedrag wordt uitgekeerd. Basismodel Een subsidiebeschikking met daarin 2 stappen: voor de eerste jaren (bijvoorbeeld jaar 1 tot 8), een hoger tarief en voor de latere jaren(bijvoorbeeld jaar 9 tot 15) aan lager tarief. Het lage tarief moet voldoende zijn om een doorgaande operatie te waarborgen ook in de latere jaren. Teneur van Front-loading kan een grote positieve impact kan hebben op de kosten van wind op zee opmerkingen Er is een gevaar dat een te sterke front-loading uitmondt in een investeringssubsidie. Daarmee is in het verleden geen goede ervaring opgedaan. Mogelijke Voordelen Kanttekeningen en Nadelen Door de hoge discontofactor van de ontwikkelaar wegen de hogere inkomsten tijdens de eerste jaren van operatie sterk positief. Daarmee neemt de Cost of Energy af. Een hogere inkomstenstroom in de eerste jaren zou het mogelijk kunnen maken om leningen in een korter termijn af te betalen. Dit kan een reductie van de rente-eis voor vreemd vermogen tot gevolg hebben. Tijdens de front-loading fase is er sprake van een hoog subsidietarief. Dit kan mogelijk tot negatieve reacties in politiek of publiek opinie leiden. Het is van groot belang dat steeds primair de netto verlaging wordt duidelijk gemaakt, dan wel dat helder over de gemiddelde SDE bijdrage over de levensduur wordt gesproken. Een gemiddelde bieding met optionele front-loading faciliteert dit. Na de front-loading fase wordt het mogelijk minder aantrekkelijk om het project te herfinancieren. Door de kleinere inkomstenstroom na de front-loading fase is de Debt Service Coverage Ratio kleiner, wat er toe kan leiden dat verhouding tussen vreemd- en eigenvermogen kleiner wordt. Voorkomen moet worden dat na de front-loading periode een park ge repowered wordt. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 14/ 21

3.5 Verkorten tijdspanne tussen SDE bieding en investeringsbeslissing Verkorten tijdspanne tussen SDE bieding en investeringsbeslissing Introductie Als gevolg van het feit dat de ontwikkelaars op het moment van SDE bieding nog niet weten of zij het park ook kunnen bouwen, worden in dit stadium uitgaven beperkt en waarschijnlijk zo min mogelijk uitgegeven aan zaken als grondonderzoek. Dit leidt op 2 manieren tot aanvullende risico s voor de ontwikkelaar en werkt dus kostprijsverhogend. Ten eerste brengt dit een ontwerprisico met zich mee. Mogelijk vereist de fundering namelijk meer staal dan gedacht op het moment van SDE bieding. Dit risico wordt door de ontwikkelaar ingeprijsd. Ten tweede leidt deze onderinvestering tot een langere tijdspanne tussen het uitbrengen van de SDE bieding en de definitieve investeringsbeslissing vanwege grondonderzoek en detailontwerp. Deze periode is dusdanig lang dat grondstofprijzen significant kunnen wijzigen. Het risico dat deze prijzen toenemen wordt ingeprijsd door de ontwikkelaar in de SDE bieding. Toeleveranciers zijn ook blootgesteld aan deze onzekerheden en zullen in hun biedingen een risico-opslag meenemen. Daarnaast doen in de huidige situatie concurrerende ontwikkelaars meervoudig uitgaven in de ontwikkelkosten voor hetzelfde plot (grondonderzoek, windstudies, etc.). Wanneer de overheid het initiatief neemt in het voorbereidend werk dan hoeven deze kosten maar een keer te worden gemaakt. Basismodel De overheid kan initiële site onderzoeken uitvoeren en de data beschikbaar stellen aan de concurrerende ontwikkelaars. Hierbij kan worden gedacht aan het Initieel locatieonderzoek met de aanwijzing van concessiegebieden en grondonderzoek. Een voorbeeld uit het buitenland is de rol die The Crown Estate heeft in het voortraject van offshore windparken in het Verenigd Koninkrijk; Het verkorten van de tijdsspanne door een combinatie van: o Koppeling vergunning-sde: een bundeling van het toewijzen van de SDE beschikking en het verstrekken van de vergunning kan belangrijke tijdswinst opleveren; o Functionele vergunning: door van een doelvergunning naar een middelenvergunning te gaan kunnen vergunningswijzingen vermeden worden; o Voorbereiden en garanderen van tijdig beschikbaar komen van de netaansluiting Teneur van opmerkingen Mogelijke Voordelen Kanttekeningen en Nadelen (zoals dat in Denemarken wordt gedaan door Energinet.dk). De lange tijdspanne SDE bieding - start bouw is een belangrijke bron van onzekerheid die doorwerkt in de Cost of Energy. Veel deelnemers verwachten dat verkorting hiervan een significante positieve impact heeft. Nadere beschouwing over hoe de overheidsrol vorm te geven in relatie tot bestaande vergunningen en tijdspad is raadzaam. Het vergroten van de overheidsrol in het voortraject is een relatief makkelijke regeling. Grondstofprijsrisico s voor de ontwikkelaar en de toeleveranciers worden verkleind. Dit leidt tot lagere contractprijzen. Als voorbeeld wordt genoemd de reductie van de duur tussen contractdatum en levering van hardware, van 3 naar 1 jaar. Voor sommige elementen zoals kabels, offshore hoogspanningsstations en installatieschepen, kan dit tot wel 30% op de contractsom schelen. De invloed de tijdspanne reductie op de grondstofprijsrisico s wordt dus door de geconsulteerde partijen doeltreffender geacht dan de invloed van herberekening of garantstelling door de overheid. Door de beschikbaarheid van meer informatie op het moment van SDE bieding kan de onzekerheid in de business case worden verkleind worden. Dit leidt tot een verlaging rendementseis ontwikkelaar. Voorwerk grondonderzoek is waarschijnlijk in mindere mate doelgericht, gezien dit onderzoek niet project specifiek wordt opgezet en uitgevoerd (bijvoorbeeld op door een ontwikkelaar voorziene WTG locaties). Uitdaging ten aanzien van vergunningen en Net op Zee. Bezwaar en beroepsmogelijkheden moeten altijd blijven bestaan. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 15/ 21

4 Invloed op de Cost of Energy van de kansrijke opties Tijdens de werksessies zijn drie instrumenten als meest kansrijk beoordeeld. 1. Participatie door de overheid 2. Front-loading van de SDE 3. Verkorten tijdspanne SDE-bieding en Investeringsbeslissing Voor elk instrument is aan de deelnemers gevraagd wat de primaire kwantitatieve invloed hiervan zal zijn op de parameters in de business case van een offshore wind park. Op basis van deze informatie is de grootte van kostenreductie berekend met behulp van het TKI-Wind kostenmodel. De kwantitatieve resultaten voor de kostenreductie worden in deze sectie samengevat. 4.1 Participatie door de overheid Participatie overheid Mechanisme Signaal functie en vertrouwen leiden tot een reductie in gepercipieerd politiek risico en toegang tot een grotere bron van vreemd vermogen. Dit leidt tot een reductie van de kosten van vreemdvermogen. Beïnvloedde parameters Waardering door deelnemers (zie H3) Invloed op de Cost of Energy Aanvullende opmerkingen Kosten van vreemdvermogen: -0.4% Kostprijs in dit Participatiemodel 170 /MWh (vergeleken met CoE Basecase 173 /MWh) Reductie -2.4 /MWh (-1.4%) Het effect van overheidsparticipatie op de condities en kosten van vreemd vermogen is niet nauwkeurig vooraf te voorspellen of te kwantificeren. De gepresenteerde kostenreductie moet beschouwd worden als een voorlopige schatting. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 16/ 21

4.2 Front-loading van de SDE Front-loading van de SDE Mechanisme Subsidie wordt uitgekeerd in 2 fasen: jaar 1-8 een hoog tarief, jaar 9-15 een lager tarief. Een groter deel van de inkomsten wordt naar voren gehaald in de tijd. Door de hoge Beïnvloedde parameters Waardering door deelnemers (zie H3) discontofactor van de ontwikkelaar wegen de hogere inkomsten tijdens de eerste jaren van operatie sterk positief (deze inkomsten hebben een grote bijdrage aan de netto contante waarde van de kasstromen). Daarmee neemt de Cost of Energy en dus de totale overheidsuitgave af. Verhouding hoog tarief = 3.0 x laag tarief, gekozen zodat de inkomstenstroom in de 2 e fase ruim voldoende blijft om het park vol te opereren. Eind jaar hoog tarief fase: 8 jaar na start operatie Eind jaar laag tarief fase: 15 jaar na start operatie Invloed op de Cost of Energy Kostprijs met Front Loading SDE 159 /MWh (vergeleken met CoE Basecase 173 /MWh) Reductie -14 /MWh (-8.0%) Aanvullende opmerkingen Hierbij wordt de inkomstenstroom dan als volgt: Hoog tarief (SDE+grijsprijs) jaar 1-8 204 /MWh Laag tarief (SDE+grijsprijs) jaar 9-15 108 /MWh De hier weergegeven front-loading case is slechts een variant die gebaseerd is op het Duitse Stauchungsmodel. Wanneer deze aanpak verder wordt verfijnd en meerdere varianten hiervan worden meegenomen, is het goed denkbaar dat een nog grotere kostprijsverlaging bereikt kan worden. De kostprijs met frontloading is hier berekend als een gewogen gemiddelde van de periodes met het hoge en het lage tarief. Wanneer ten gevolge van front-loading ook de termijn van leningen (vreemd vermogen) ingekort zouden worden, dan kan dit een deel van het effect teniet doen. Tijdens de front-loading fase is er sprake van een hoog subsidietarief. Dit kan mogelijk tot negatieve reacties in politiek of publiek opinie leiden. Het is van groot belang dat steeds primair de netto verlaging wordt duidelijk gemaakt, dan wel dat helder over de gemiddelde SDE bijdrage over de levensduur wordt gesproken. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 17/ 21

4.3 Verkorten tijdspanne SDE-bieding en Investeringsbeslissing Verkorten tijdspanne SDE-bieding en Investeringsbeslissing Mechanisme Mogelijk kunnen ontwikkelaars tot 6 miljoen euro besparen op de ontwikkelkosten per windpark. Door de beschikbaarheid van meer informatie op het moment van SDE bieding kunnen funderingen worden ontworpen met een grotere mate van zekerheid. Als een indicatieve waarde schatten de deelnemers een reductie van de kosten funderingsstaal van 2.5%. Verlaging van grondstofprijsrisico s kan leiden tot lagere rendementseis voor eigenvermogen: -0.2% Het reduceren van de tijdspanne zal contractprijzen van sommige onderdelen verlagen. Indicatief wordt er geschat dat dit op de totale CAPEX een reductie van 4% kan betekenen. Beïnvloedde parameters Waardering door deelnemers (zie H3) CAPEX: -4% Gewicht structureel staal monopile: -2.5% DEVEX: -6 miljoen Kosten van eigenvermogen: -0.2% Invloed op de Cost of Energy Aanvullende opmerkingen Kostprijs met verkortte tijdsspanne 162 /MWh (vergeleken met CoE Basecase 173 /MWh) Reductie -10.5 /MWh (-6.0%) In deze berekening zijn de volgende aanvullende factoren niet meegenomen: (Wegvallen van) Kosten van vergunningswijziging Kostenbesparing voor ontwikkelaar door toepassing van Stopcontact op Zee of Stopcontact op Strand 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 18/ 21

5 Conclusies Om de relatie tussen de beleidsinstrumenten en kostprijsverlaging inzichtelijk te maken zijn een drietal interactieve sessies georganiseerd. Het doel van deze sessies was het identificeren van de kansrijke en efficiënte financiële beleidsinstrumenten die kunnen bijdragen aan het verlagen van de kostprijs van wind op zee. Vervolgens is de invloed van deze kansrijke instrumenten op de kostprijs gekwantificeerd met behulp van het TKI-WoZ kostenmodel. In totaal waren een vijftal instrumenten gedurende de sessies beschouwd. De tabel hieronder vat de belangrijkste uitkomsten samen. Omdat de eerste twee instrumenten door de geconsulteerde partijen direct negatief zijn beoordeeld, zijn deze niet verder kwantitatief uitgewerkt. Instrument Waardering Kostprijsreductie 1. Herberekening van het SDE tarief 2. Garantstelling door de overheid 3. Participatie door de overheid 4. Front-loading van de SDE 5. Verkorten tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing -1% (c.a.2 /MWh) -8% (c.a. 14 /MWh) -6% (c.a. 10 /MWh) Op basis van deze resultaten kunnen de volgende drie instrumenten worden aangemerkt als het meest kansrijk en het meest effectief voor het verlagen van de kostprijs van wind: 1. Participatie van de overheid 2. Front-loading van de SDE 3. Verkorten tijdsduur tussen SDE bieding en investeringsbeslissing Tevens kan geconcludeerd worden dat de laatste 2 instrumenten meerdere procenten reductie van de kostprijs tot gevolg kunnen hebben. Bovendien mag verwacht worden dan een nog grotere verlaging van de kostprijs haalbaar wordt met een combinatie van deze maatregelen. Ook het verder verfijnen van het front-loading instrument kan leiden tot een nog grotere kostprijsverlaging. Ten slotte valt op dat de geconsulteerde marktpartijen, mede dankzij de gekozen setting, niet komen tot adviezen die risico s en kosten eenzijdig van markt naar overheid verschuiven. Dit geeft des te meer vertrouwen in de resultaten van het gezamenlijke EZ TKI proces. 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 19/ 21

Bijlage A Lijst van deelnemende bedrijven aan de interactieve sessies ABN Amro AgNL APG Ballast-Nedam Delta Lloyd EBN ECN Ecofys Eneco Green Giraffe ING Marsh MinEZ MinFin MinI&M Nuon PGGM PwC Rabobank Rebel RWE TKI-WoZ Typhoon Capital Van Oord 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 20/ 21

Bijlage B Toelichting TKI-WoZ kostenmodel Het TKI-WoZ kostenmodel bouwt voort op het eerder ontwikkelde FLOW kostenmodel. Het FLOW kostenmodel is ontwikkeld door Ecofys in opdracht van de stichting Far and Large Offshore Wind. In de ontwikkeling is gebruik gemaakt van het werk uitgevoerd door The Crown Estate in hun studie Offshore Wind Cost Reduction Pathways uit 2011. De gebruikte methodiek is aangepast voor de situatie van WoZ in Nederland, en aan de hand van de doelen van FLOW. De stichting FLOW heeft een significante groep partners uit de offshore wind industrie. Gedurende de periode 2012-2013 is de ervaring en expertise van de FLOW partners gebruikt om het model op te bouwen. In aanvulling daarop is praktijkinformatie verzameld uit publieke en confidentiële bronnen. Het ontwikkelde FLOW model is vervolgens getest en geverifieerd door de verschillende partners. De doelen van het FLOW model zijn als volgt: 1. Het vaststellen van een baseline kosten van energie voor Nederlandse offshore windparken in 2010; 2. Het modeleren van de kosten van energie voor windparken die naar verwachting gebouwd worden tot aan 2020 in de Nederlandse Noordzee; 3. Het schatten van de bijdrage tot kostenreductie van de FLOW projecten. Het TKI-WoZ heeft vervolgens het model verder ontwikkeld om het mogelijk te maken om schattingen te maken van de impact van financierings- en beleidsopties op de kosten van energie. In het model wordt het perspectief ingenomen van een ontwikkelaar die een SDE bieding uitbrengt. Deze kosten van energie in het model worden berekend aan de hand van de rendementseis van de ontwikkelaar en het behaalde rendement op het eigenvermogen. De onderstaande tabel geeft de belangrijkste parameters van de voorgedefinieerde basecase die gebruikt is om de kostenreducties te kwantificeren. Definitie basecase Park capaciteit [MW] 300 Windturbine capaciteit [MW] 3 Afstand tot de kust [km] 25 Gemiddelde waterdiepte [m] 20 Gemiddelde windsnelheid [m/s] 9.0 Aandeel vreemdvermogen [%] 70 Kosten van vreemdvermogen [%] 5.5 Termijn lening [jaar] 15 Kosten van eigenvermogen [%] 14.9 Bouwduur [jaar] 2.5 Baseline Cost of Energy [ /MWh] 173 20131028_MEM_TKI_Eindrapportage financierings- en beleidsopties wind op zee_final 21/ 21