Waarom windenergie op land?

Transcriptie

1 Waarom windenergie op land? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Basis vormt de Europese doelstelling van 14% duurzame energie in In het Energieakkoord is afgesproken om in % duurzame energie te realiseren. Evenwichtige energiemix Om dit doel verantwoord te halen kiest het Rijk voor een geleidelijke overgang en een evenwichtige mix van verschillende energievormen: - grijs (kolen, gas); - groen (wind, biomassa, zon, etc.); - kernenergie. Dat verzekert de betrouwbare beschikbaarheid van energie en houdt de energiekosten voor mensen en bedrijven op een verantwoord niveau. Wind op land is nodig en relatief goedkoop Windenergie op land is één van de goedkoopste vormen van duurzame energie. Daarom is windenergie op land essentieel voor een betaalbare overgang naar steeds meer duurzame energie. Andere technieken, zoals zonne-energie en wind op zee zijn ook nodig voor het halen van de doelstelling, maar zijn nu nog veel duurder. Mede daarom kunnen deze technieken wind op land niet vervangen.

2 Waarom hier? Energieakkoord en afspraken met provincie In het energieakkoord is met een groot aantal (maatschappelijke) organisaties afgesproken dat in 2020 alle Nederlandse windmolens op land gezamenlijk een vermogen hebben van ten minste 6000 megawatt. Het Rijk en de provincies maakten in 2013 afspraken over de invulling van deze taakstelling en inmiddels zijn alle locaties voor de windparken per provincie bepaald. De provincie Groningen heeft daarbij onder meer gekozen voor realisatie van een windpark langs de N33. Met de beoogde omvang van dit park van ca. 120 MW wordt 14% van de met de provincie afgesproken taakstelling van 855,5 MW ingevuld. Uitbreiding plangebied windpark N33 Op verzoek van de provincie en naar aanleiding van een aangenomen motie van de Tweede Kamer heeft de minister van Economische Zaken besloten om een extra opstellingsvariant aan het MER-onderzoek toe te voegen. Het gaat hier om de zogenaamde zesde variant. Deze variant wordt op dezelfde manier onderzocht als de vijf eerder vastgestelde onderzoeksvarianten. In de aanvullende notitie reikwijdte en detail wordt de uitwerking van dit besluit verder beschreven en toegelicht. Deze aanvullende notitie ligt nu ter inzage. Tijdens deze inloopavond informeren wij u daar graag nader over en kunt u vragen stellen.

3 Zienswijze indienen? Hoe kunt u uw zienswijze kenbaar maken? Vanaf vrijdag 22 mei tot en met donderdag 2 juli 2015 kan iedereen schriftelijk en mondeling zienswijzen indienen over de aanvullende notitie reikwijdte en detail die nu ter inzage ligt. U kunt dit op verschillende manier doen: Tijdens deze inloopavond Er is een notulist aanwezig die uw zienswijze kan noteren. Schriftelijk Uw reactie kunt u tot en met 2 juli 2015 onder vermelding van Windpark N33 sturen naar: Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Windpark N33 Postbus 248, 2250 AE Voorschoten. Digitaal Wij ontvangen uw zienswijzen bij voorkeur digitaal. Dat kan via onder Windpark N33 Mondeling U kunt uw zienswijze ook mondeling geven op werkdagen tussen 9:00 en 12:00. Telefoon: (070) Waarover kan ik een zienswijze indienen? Er is geen verplichte vorm voor een zienswijze. Echter, alleen zienswijzen die ingaan op de inhoud van het MER kunnen worden meegenomen. In deze fase van het proces wordt namelijk gekeken naar de milieueffecten van het beoogde windpark. Er wordt in dit stadium nog geen besluit genomen, waarop kan worden gereageerd. Wat gebeurt er met uw zienswijze? Alle zienswijzen worden betrokken bij de vaststelling van de definitieve aanvullende notitie reikwijdte en detail. Daarbij zal het besluit van de minister van Economische Zaken om de door de provincie Groningen voorgestelde zesde opstellingsvariant aan het MER toe te voegen en op dezelfde wijze te onderzoeken als de vijf eerder vastgestelde onderzoeksvarianten een belangrijke rol spelen. De definitieve aanvullende notitie wordt onder andere via de website beschikbaar gemaakt.

4 Rollen en verantwoordelijkheden Rijksoverheid De Minister van Economische Zaken coördineert het proces. Het ruimtelijk besluit (inpassingsplan) wordt genomen door de Ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu. Het is bij grootschalige windenergie (groter dan 100 MW) aan het Rijk om te besluiten of de gevraagde locatie geschikt is voor het beoogde windpark. Initiatiefnemer De initiatiefnemers Yard Energy, Blaaswind BV en RWE die het project willen realiseren, zijn verantwoordelijk voor een goede projectvoorbereiding en het (tijdig) aanvragen van alle benodigde vergunningen en ontheffingen. De gemeenten en de provincie Groningen Het verlenen van vergunningen en ontheffingen (de zogenaamde uitvoeringsbesluiten) blijft de verantwoordelijkheid van de overheden die normaal gesproken ook bevoegd gezag zijn. Als het beoogde windpark door het inpassingsplan mogelijk wordt gemaakt, moeten de betrokken gemeenten de omgevingsvergunning verlenen en verleent - voorzover nodig - de provincie de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet.

5 MER en concept notitie reikwijdte en detail Wat is een milieueffectrapport (MER)? In de milieueffectrapportage worden de milieueffecten in beeld gebracht. Hierbij kunt u denken aan effecten op het landschap, natuur en geluid. Zo kan de overheid de milieueffecten bij haar afwegingen en besluitvorming betrekken. Wat staat er in de aanvullende conceptnotitie reikwijdte en detail? De aanvullende conceptnotitie reikwijdte en detail die ter inzage is gelegd, is opgesteld in opdracht van het Rijk en de initiatiefnemers. In deze notitie staat aangegeven op welke wijze deze partijen het milieuonderzoek (MER) gaan uitvoeren. De notitie is een aanvulling op de eerder in juni 2012 vastgestelde notitie reikwijdte en detail voor windpark N33. Hiermee voegt de minister van Economische Zaken de door de provincie Groningen aangedragen zesde variant aan het MER toe. Deze variant zal op dezelfde wijze worden onderzocht als de vijf eerder vastgestelde onderzoeksvarianten. Wat kan ik doen? U kunt uw zienswijze geven op de aanvullende concept notitie reikwijdte en detail. Zie voor meer informatie de betreffende poster of stel uw vraag aan de aanwezige medewerkers van het Rijk.

6 Planning Windpark N33 Ministerie van Economische Zaken Hoe werkt de RCR 2015: Tot en met september 2015: - Opstellen van milieueffectrapportage (MER) - Opstellen van vergunningaanvragen Oktober/November 2015: - Ontwerp inpassingsplan (incl. MER) en ontwerp vergunningen ter inzage Inspraakmoment/informatiebijeenkomsten - Mogelijkheid tot indienen zienswijzen - Advies Commissie m.e.r. 2016: Eerste kwartaal 2016 Definitief inpassingsplan en definitieve vergunningen ter inzage Mogelijkheid tot instellen van beroep bij Raad van State Derde kwartaal 2016: Uitspraak Raad van State (indien van toepassing)