JAARGANG 5 NUMMER 4 December 2008 Kenniscentrum Sekse & Diversiteit in Medisch Onderwijs In dit nummer Nieuw onderwijsmateriaal Nieuws uit Nieuw onderwijsmateriaal op de website Publicaties Verslag NTvG oktober 2008 Bijblijven Symposium: Geweld binnen het gezin. Voorkomen van partnergeweld Opvallend In het Kenniscentrum Sekse en Diversiteit in het Medisch Onderwijs, zijn weer diverse nieuwe onderwerpen toegevoegd: Het Kenniscentrum heeft een update gehad. Hierdoor is het zoeken van bestanden die in het kenniscentrum zijn opgenomen verbeterd en bovendien is het mogelijk om met Engelse zoektermen te werken. Totaal bevat het kenniscentrum nu 258 bestanden met een grote diversiteit aan het soort materiaal. Het kenniscentrum bevat audiovisueel materiaal, presentaties, artikelen, internetadressen, richtlijnen, handleidingen, zelfstudieopdrachten, werkgroepopdrachten, hoorcolleges, practica en nog veel meer. Dus bij deze wil ik u graag uitnodigen om een kijkje te nemen op het vernieuwde kenniscentrum. Verderop in deze nieuwsbrief is een stukje gewijd aan het NTvG van oktober 2008 en het 7 e deel van Bijblijven omdat ze allebei het thema gender centraal hebben staan. Over hart- en vaatziekten is een presentatie van het symposium over Gender Differences van het Erasmus MC over Abdominal aortic aneurysms opgenomen. In het kenniscentrum zijn afbeeldingen van kindermishandeling opgenomen. Er is een zelfstudieopdracht van het UMC St. Radboud toegevoegd over loopstoornissen bij kinderen en adolescenten m/v. Deze zelfstudieopdracht behandelt niettraumatische stoornissen van de onderste ledematen bij kinderen en adolescenten. Er zijn artikelen opgenomen: Gender differences in relatie tot gender mainstreaming in medisch onderwijs (zie publicaties), Optimizing Primary Care for Men Who Have Sex With Men (JAMA, Harvey J.), Posttraumatische stressstoornis bij adolescenten na seksueel misbruik: goed te behandelen (NTvG, Hendriks G.), Psychological long-term outcome in intersex conditions (Hormone Research, Cohen, P.), Seksueel contact tussen arts en patiënt (NTvG, Meijman F.) en Gender Disparity in Failure Rate for Arterial Catheter Attempts (JICM, Eisen, L.). De presentatie Impact of diseases on woman s health (WONCA in Istanbul) is toegevoegd aan het kenniscentrum. De presentatie van dr. A.L.M. Lagro-Janssen over seksualiteit, jongeren en cultuur is toegevoegd aan het kenniscentrum. Bij het Institute voor Gender Studies van de Radboud universiteit, is online de catalogus te raadplegen. Zie hiervoor http://www.socsci.ru.nl/igs/catalogus. Debby G. Keuken is gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam. Haar proefschrift heet: Sex differences in health research and clinical guideline development. Op 13 en 14 november 2008 werd het NVMO (Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs) congres gehouden. Op dit congres werden een aantal workshops gehouden. Één van de workshop had de titel: Gender in het persoonsgerichte leergesprek: een workshop voor opleiders en docenten. Aan de hand van twee leergesprekken op video werden gender en seksespecifieke thema s behandeld. In de volgende nieuwsbrief hoort u meer.
PAGINA 2 In oktober is aan de huisartsenvervolgopleiding Utrecht een training verzorgd aan de staf van docenten (docentcursus) over Sekse- en genderspecifieke competenties in de vervolgopleiding tot huisarts. Bent u op zoek naar onderwijsmateriaal, of wilt u meer weten over hoe u uw onderwijs sekse- en cultuur specifiek kunt maken? Neem contact op met het Kenniscentrum SDMO: ksdmo@hag.umcn.nl Nieuws uit Nijmegen Een strategische schakel voor de huisartsenzorg De kaderhuisarts urogynaecologie Recent behaalden de eerste veertien Nijmeegse kaderhuisartsen urogynaecologie hun fel begeerde certificaat. Zij hebben hun tweejarige opleiding gevolgd bij de afdeling Huisartsgeneeskunde en de Vervolgopleiding tot huisarts (Voha) van het UMC St. Radboud. De kaderhuisarts urogynaecologie ondersteunt met haar specifieke deskundigheid andere huisartsen. Zij is hierdoor een strategische schakel tussen innovatieve kennis en dagelijkse praktijk en tussen eerste en tweede lijn zorgverleners. Een korte kennismaking. Er waren een aantal goede redenen voor het opzetten van een kaderopleiding urogynaecologie. Ten eerste de snelle ontwikkelingen van medisch-technische en therapeutische mogelijkheden, waarbij de verwachting is dat niet iedere huisarts deze ontwikkeling zelf kan en zal bijhouden. Ten tweede wordt een aantal urogynaecologische aandoeningen door de huisarts weinig gezien en ontbreekt de ervaring, zoals bijv. met het aanmeten van een pessarium. Daarnaast leveren seksespecifieke aandoeningen zoals die op het gebied van urogynaecologie nogal eens onvrede op bij de patiënten over de behandeling door huisartsen. Extra deskundigheid kan de huisarts ondersteunen in het geven van goede zorg en het bepalen van standpunten. De NHG-kaderopleiding urogynaecologie is een van de tien kaderopleidingen in Nederland. Een kaderhuisarts richt zich op nascholing, intercollegiale consultatie, werken aan kwaliteit van zorg en het initiëren van projecten met andere hulpverleners. Het accent van de opleiding ligt op het verwerven van deskundigheid die beschikbaar is voor andere huisartsen. In de opleiding wordt de toekomstige kaderhuisarts geleerd zelf onderwijs te ontwikkelen of andere daarbij te adviseren. Besproken wordt hoe de kwaliteit in de huisartsenpraktijk te verbeteren, bijvoorbeeld aan de hand van verbeterprojecten. Ook de beginselen van samenwerking en veranderingsprocessen worden belicht. Gedurende de hele opleiding is er aandacht voor de wetenschappelijke vorming van de kaderhuisarts. De eerste afstudeeropdracht, het symposium Onderbuiksperikelen in april jl., was een groot succes. Als u meer informatie wilt over dit onderwerp, stuur dan een mail aan Patrick Dielissen (P.Dielissen@voha.umcn.nl).
PAGINA 3 Publicaties Publicaties belangrijk voor gender en het medisch onderwijs: Verdonk, P., Benschop, Y. W. M., De Haes, J. C. J. M. and Lagro-Janssen, A. L. M.(2008) 'Making a gender difference: Case studies of gender mainstreaming in medical education', Medical Teacher,30:7,e194 e201 Pas BR, Lagro-Janssen ALM, Doorewaard JACM, Eisinga RN, Peters CP. Genderverschillen in carrièremotivatie: ambities van vrouwelijke artsen vooral gebaat bij carrièreondersteuning, Ned Tijdschr Geneeskd 2008;152(40):2172-2176. Dijkstra AF, Verdonk P, Lagro-Janssen ALM. Gender bias in medical textbooks: examples from coronary heart disease, depression, alcohol abuse and pharmacology, Medical education 2008;42:1021-1028. Soeteman RJH, Yzermans CJ, Spreeuwenberg P, Lagro-Janssen ALM, Bosch WJHM van den, Zee J van der. Changes in the pattern of service utilisation and health problems of women, men and various age groups following a destructive disaster: a matched cohort study with a pre-disaster assessment, BMC Fam Practice 2008;9(48). DOI10.1186/1471-2296-9-48. Lagro-Janssen ALM, Luijks HDP. Zelfdoding bij vrouwelijke en mannelijke artsen, Ned tijdschr Geneeskd 2008;152(40):2177-2181. Lagro-Janssen T, Lo Fo Wong S, Muijsenbergh M van den, Teunissen D. The importance of gender in health problems. Eur J Gen Pract 2008;14(1):33-37. Rosmalen-Nooijens KAWL, Vergeer CM, Lagro-Janssen ALM. 'Bed death and other lesbian sexual problems unraveled: a qualitative study of the sexual health of lesbian women involved in a relationship. Women and Health 2008;48(3): 10.1080/03630240802463343. Katharina Hamberg, Gender bias in medicine, Women s Health, volume 4, number 3, May 2008, pp. 237-243(7).
PAGINA 4 Verslag NTvG 4 oktober 2008 Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van oktober 2008 heeft bijna zijn gehele inhoud gewijd aan seksespecifieke thema s. Vandaar dat een verwijzing naar deze editie van het NTvG in deze nieuwsbrief niet kan ontbreken. Bovendien is er een speciale editie uitgegeven van het NTvG omdat deze vanaf 01-01-2009 gaat veranderen van opmaak. Dit proefnummer heeft het thema sekseverschillen centraal staan omdat in de toekomst tweederde van de gevestigde artsen vrouw zal zijn waardoor het lezerspubliek zal veranderen. De volgende artikelen worden in de oktobereditie uitgelicht: - J.O.M. Zaat, Tweederde van de artsen vrouw, maar nog steeds op achterstand. - M.A. Asselman, Een vrouw met angineuze klachten en niet-afwijkende kransvaten. - C. D. de Kroon, Pleidooi voor artsenopleiding met aandacht voor gender. - K. Stronks, Man-vrouwverschillen in gezondheid en zorg zijn voor een groot deel maatschappelijk bepaald. - L.F.J. van der Velden, Toenemende percentage vrouwen in de geneeskunde: verleden, heden en toekomst. - B.R. Pas, A.L.M. Lagro-Janssen, Genderverschillen in carrièremotivatie: ambities van vrouwelijk artsen vooral gebaat bij carrièreondersteuning. - A.L.M. Lagro-Janssen, Zelfdoding bij vrouwelijke en mannelijke artsen. - M.J. Lenzen, Hartfalen bij mannen en vrouwen: belangrijkste verschillen in diagnostiek en behandeling. www.ntvg.nl
PAGINA 5 Bijblijven Het zevende deel van het Cumulatief Geneeskundig Nascholingssysteem, genaamd Bijblijven Gender, is verschenen. De volgende artikelen, met het centrale thema gender, worden hierin uitgelicht: - A.L.M. Lagro-Janssen, Gender en de invloed op het dagelijks handelen van de huisarts. - M.A. Sluman, Pathofysiologie, risicofactoren, diagnostiek en therapie van hart- en vaatziekten: Gender mannen en vrouwen zijn anders. - L. Lemmers, Gezondheidsaspecten van alcoholgebruik door vrouwen. - E. W.M. Dahlhaus, Op het lijf geschreven: seksualiteit, sekse en gender. - P.W. Dielissen, Gender en seksueel overdraagbare aandoeningen. - P. Kölling, Angst en depressie. - T.A.M. Teunissen, Sekseverschillen in urine-incontinentie bij zelfstandig wonende ouderen.
PAGINA 6 Symposium Geweld binnen het gezin van de WSSG Op woensdagavond 17 september 2008 organiseerde de Werkgroep Sekse Specifieke Geneeskunde (WSSG), een symposium over huiselijk geweld. Werkgroep Sekse Specifieke Geneeskunde, is een medische studentenwerkgroep die is opgericht omdat in het basiscurriculum van de studie Geneeskunde het thema gender te weinig aan bod komt. De werkgroep houdt zich bezig met het integreren van genderverschillen in het medisch curriculum en het schrijven van medischwetenschappelijke artikelen rond dit thema. Daarnaast organiseert de werkgroep ieder jaar een symposium (zie www.ru.nl/wssg). Tijdens de symposia proberen wij onderwerpen te belichten die niet standaard in het basiscurriculum zijn opgenomen. In 2007 heeft de werkgroep bijvoorbeeld een symposium georganiseerd over genderdysforie. Deze avond telde ruim 70 bezoekers. Vanwege het grote succes is er dit jaar op woensdag 17 september jl opnieuw een avondsymposium georganiseerd op de medische faculteit van de Radboud Universiteit. Dit jaar was het onderwerp van het symposium geweld binnen het gezin. Een zeer actueel onderwerp dat op de avond zelf werd toegelicht middels lezingen en interactieve workshops. Aanwezig die avond waren Toine Lagro-Janssen die een inleidend praatje hield over arts en geweld. Hierna begonnen de workshoprondes waarbij Sylvie Lo Fo Wong (huisarts en gepromoveerd op partnergeweld), Roely Drijfhout (medewerkster AMK) en Sofie Meijer (ex-zedenpolitie en nu werkzaam bij GGD op de afdeling huiselijk geweld) een ronde voor hun rekening namen. Als afsluiting kwam Radboud juriste Karin de Wolf een lezing verzorgen over huiselijk geweld en de rechten en plichten van een arts. Het was een geslaagde avond met een opkomst van 30 personen, variërend van medische/pedagogische studenten tot artsen. Iedereen was zeer te spreken over de diverse belichtingen van het onderwerp en de enthousiaste sprekers. Volgend jaar zal daarom wederom een symposium georganiseerd worden. Voor meer informatie www.ru.nl/wssg.
PAGINA 7 Wetenschappelijke stage Het voorkomen van partnergeweld op een polikliniek gynaecologie. De afgelopen maanden heb ik, Lianne Rietveld, mijn wetenschappelijke stage gedaan naar het voorkomen van partnergeweld bij patiënten op een academische polikliniek gynaecologie/obstetrie. Al jaren ben ik actief in verschillende werkgroepen op het gebied van sekse(verschillen), waaronder de internationale Werkgroep Seksuele Gezondheid en Aids (www.ifmsa.nl/scora) en de Werkgroep Sekse Specifieke Geneeskunde (www.ru.nl/wssg). De keus was daarom al snel gemaakt om een onderzoek te verrichten in het vakgebied vrouwenstudies. Samen met het hoofd van de afdeling prof. dr. A.L.M. Lagro- Janssen, kwamen we op het onderwerp partnergeweld. Een zeer interessant onderwerp, waar nog veel onduidelijk over is. Een unieke kans bood zich aan toen ik werd ingeloot voor het keuzeblok sekse, seksualiteit en multiculturaliteit, waar ik mezelf al kon gaan verdiepen in het onderwerp. Vol enthousiasme kon ik ingelezen en voorbereid aan mijn onderzoek beginnen. Deze stage was mijn eerste kennismaking met het doen van onderzoek. Gedurende deze maanden heb ik geleerd wat er komt kijken bij het uitvoeren van een onderzoek. Ik heb niet alleen op het praktisch vlak veel bijgeleerd, zoals het uitvoeren van een literatuurstudie en het uitwerken van de resultaten met SPSS, maar ook op persoonlijk vlak heb ik veel bijgeleerd. Partnergeweld is een heftig onderwerp, dat je aangrijpt en zeker als (aankomend) hulpverlener prikkelt om te helpen. Ik heb geleerd om juist afstand te bewaren tijdens het onderzoek, en de patiëntes door te verwijzen naar een organisatie die de vrouwen de beste zorg kan verlenen. Daar help ik de vrouwen het meeste mee, hoewel het moeilijk blijft om niet teveel in de problemen van de vrouwen te mengen. Partnergeweld is een veel voorkomend probleem in Nederland, waar in de geneeskunde over het voorkomen en de consequenties nog veel onduidelijkheid heerst. Vrouwen zijn hierbij veel vaker het slachtoffer dan mannen, waarbij 1 op de 5 vrouwen geestelijk en/of lichamelijk mishandeld worden binnen een intieme partnerrelatie. Eén van de kenmerkende klachten waar vrouwen zich mee kunnen presenteren zijn gynaecologische klachten. Er is in Nederland op de polikliniek gynaecologie nog nooit een prevalentiestudie gedaan naar partnergeweld. Om deze redenen zijn de volgende hoofdvragen onderzocht: 1. Wat is het voorkomen van partnergeweld op de polikliniek gynaecologie, en wat is het voorkomen per type partnergeweld? 2. Wat is het voorkomen van partnergeweld onder zwangere patiëntes? 3. Is er een relatie tussen het voorkomen van partnergeweld en opleiding? 4. Vinden patiëntes het belangrijk als artsen in een consult naar partnergeweld vragen? 5. Wanneer partnergeweld voorkwam, wisten de betreffende (huis)artsen van het geweld af en hebben ze er zelf naar gevraagd volgens de patiëntes?
PAGINA 8 Het onderzoek is verricht d.m.v. een wachtkameronderzoek op een polikliniek gynaecologie/obstetrie, middels een gevalideerde enquête: Composite Abuse Scale (CAS). De enquête is afgenomen bij 200 vrouwen tussen de 18-60 jaar, in het UMC st. Radboud te Nijmegen. Ter bescherming van de vrouwen en voor de betrouwbaarheid hebben de vrouwelijke patiëntes de enquête over relaties ingevuld in een aparte ruimte, zonder hun partner. Bij de analyse van de gegevens afkomstig uit de ingevulde enquêtes bleek dat 23% van de vrouwen nu of ooit met partnergeweld te maken hebben (gehad), waarvan 9% met actueel misbruik te maken hebben. Actueel geweld lijkt vooral in de leeftijdsgroep van 18-25 jaar voor te komen. Van de 82 zwangere vrouwen die geïncludeerd zijn in het onderzoek, hebben 4 (5%) vrouwen te maken met actueel partnergeweld. Verder lijkt partnergeweld meer voor te komen wanneer de man een lagere opleiding (dan de vrouw) genoot. Daarnaast vond 78% van de vrouwen het belangrijk dat de (huis)arts naar partnergeweld zou vragen. Ik hoop met mijn scriptie een bijdrage te leveren aan de kennis omtrent partnergeweld. Hopelijk komt er ooit meer opheldering over het voorkomen van partnergeweld, waardoor de vrouwen eerder herkend, en daarmee geholpen, kunnen worden.
PAGINA 9 Opvallend: Als afsluiting van de nieuwsbrief, bij het rubriekje wat u en ons opviel in de media, deze keer een cartoon Het Kenniscentrum Sekse en Diversiteit in Medisch Onderwijs is onderdeel van, UMC St. Radboud. Indien ontvangst van de nieuwsbrief niet meer gewenst is kan hiervoor worden afgemeld via ksdmo@hag.umcn.nl