Geachte heer Von den Hoff,



Vergelijkbare documenten
Op 6 augustus 2012 (ontvangen op 7 augustus 2012) heeft beklaagde een verweerschrift bij de commissie ingediend, voorzien van diverse bijlagen.

Verloopvandeprocedure

De klacht is op 31 oktober 2014 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Op 17 oktober 2012 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend, ontvangen op d.d. 22 oktober 2012.

Per fax van 18 augustus 2010 heeft de gemachtigde van klager een aanvulling op haar klaagschrift aan de commissie toegezonden.

De klacht is op 9 november 2012 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op 19 september 2016 per een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft op 28 april 2016 per post een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 16 juli 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 7 april 2017 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 23 juli 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 28 februari 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 23 september 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Verloopvandeprocedure

Beklaagde heeft op 17 maart 2014 per post een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft per van 26 juni 2017 een verweerschrift ingediend. Beklaagde werd bijgestaan door mr. (-), advocaat te Breda.

De klacht is op 15 maart 2013 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Op 17 oktober 2012 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend, ontvangen op d.d. 22 oktober 2012.

De klacht is op 2 december 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Klager heeft op 1 juni 2010 per aangegeven wel gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord.

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 22 april 2011 (ontvangen op 27 april 2011).

Bij brieven van 6 en 7 november 2013 zijn klager en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht.

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 29 augustus 2011 (ontvangen op 30 augustus 2011).

De klacht is op 2 december 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 4 april 2014 samen met de klachten en behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 23 mei 2014 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op respectievelijk 22 juni 2015, en 2 juli 2015 per post een verweerschrift en aanvulling daarop ingediend.

Beklaagde heeft op 31 augustus 2016 per een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft op 25 maart 2015 zowel per post als per een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft op 12 oktober 2015 een verweerschrift ingediend, ontvangen per post op 15 oktober 2015 en per op 14 oktober 2015.

Klager heeft bij brief van 20 oktober 2017 aanvullende stukken ingediend.

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 14 mei 2011 (ontvangen op 16 mei 2011).

Klaagster heeft de klacht vervolgens per van 21 december 2015 aangevuld.

De commissie heeft kennis genomen van de stukken van de klachtprocedure en overweegt als volgt.

De klacht is op 2 april 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op 20 oktober 2016 per een verweerschrift ingediend. Nadien zijn door partijen aanvullende stukken ingediend.

Raad voor Rechtsbijstand

De klacht is op 16 november 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Zowel door klagers als door beklaagde zijn na het indienen van de klachten nog diverse nagezonden.

Raad van Discipline. adres. tegen:

Geachte heer van Lint,

De klacht is op 11 september 2015 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 9 september 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft op 8 april 2014 per een verweerschrift ingediend.

Gedragscode tolken en vertalers

LEI Plagiaat ongegrond

- dat de advocaat zich in woord en geschrift niet onnodig grievend dient uit te laten,

Op 14 november 2013 ontving Bureau Wbtv een klacht van dhr, mr. (-) (hierna: klager). De klacht heeft betrekking op tolkwerkzaamheden van beklaagde;

HET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE NVO NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

Huishoudelijk Reglement. van de klachtencommissie van Jeugdbescherming Brabant

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Zaaknummer: KZ/2014/03 Datum: 10 februari Uitspraak van de Stichting Rentmeesterskamer in de klachtzaak van:

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

f. Klachtencoördinator: de klachtencoördinator als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

Klachtenregeling Stichting Bureau Jeugdzorg Flevoland

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 11 november 2009

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Beoordeling. h2>klacht

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil

College van Beroep. Van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW)

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De klacht is op 1 juni 2012 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

1.2 [beklaagde] heeft zich bij van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd.

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

LOWI Advies 2014, nr. 11

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

van de Raad voor rechtsbijstand Bij brief van 23 april 2012, ontvangen door het secretariaat van de Klachtencommissie

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers.

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld:

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Raad voor Rechtsbij stand

!"#$%&""#%'(#)* Klachtenreglement

16.039T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Artikel 1 Definities... 2 Artikel 2 Algemeen... 2

KLACHTEN REGLEMENT STICHTING NOBCO

Advies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00.

Transcriptie:

Geachte heer Von den Hoff, Met deze brief adviseert de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie) u over een klacht die is ingediend tegen de heer (-). Verloopvandeprocedure Op 20 april 2010 is door dhr. (-), (hierna: klager) een klacht ingediend over gedragingen van dhr. (-) (hierna: beklaagde), vertaler Nederlands? Arabisch (Standaard) en Arabisch (Standaard)? Nederlands. Het klaagschrift is op 22 april 2010 door de commissie ontvangen. In aanvulling op het klaagschrift heeft klager op 29 april 2010 een brief nagezonden met een korte toelichting op de klacht. Bij brief van 18 mei 2010 zijn klager en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht. Zij zijn door de commissie uitgenodigd om in het kader van een hoorzitting op 18 juni 2010 een toelichting te geven op de klacht. Deze datum is in overleg met beide partijen vastgesteld. Beklaagde heeft op 3 juni 2010 een verweerschrift ingediend en kenbaar gemaakt geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord. Klager heeft op 19 mei 2010 per fax aangegeven wel gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord. De commissie heeft op grond van de haar ter beschikking gestelde stukken voorafgaand aan de hoorzitting besloten de vertaling, waarover wordt geklaagd, voor te leggen aan een deskundige. De vertaling door beklaagde, de brontekst alsmede de vertaling die door mw. (-) in opdracht van klager is vervaardigd, zijn op 8 juni 2010 voorgelegd aan de heer (-), beëdigd vertaler Arabisch (Standaard)? Nederlands en vice versa (Wbtv-nummer (-)). De heer (-) heeft op 10 juni 2010 per e-mail zijn bevindingen en conclusies aan de commissie toegezonden. Partijen zijn voorafgaand aan de hoorzitting van de inhoud daarvan in kennis gesteld en hebben de gelegenheid gekregen daarop te reageren. Op 16 juni 2010 ontving de commissie een faxbericht van klager, waarin de commissie is verzocht om de behandeling van de klacht aan te houden en zorg te dragen voor een onafhankelijke vertaling van de brontekst. De commissie heeft dit verzoek afgewezen onder verwijzing naar art. 10, eerste lid, van het Reglement Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (Strct. 2009, 114). Klager is zowel per fax als per brief van deze beslissing op de hoogte gesteld en hem is medegedeeld dat de klacht op 18 juni 2010 inhoudelijk zou worden behandeld. Klager is uitdrukkelijk uitgenodigd om het klaagschrift alsmede zijn verzoek om een nieuwe onafhankelijke vertaling bij gelegenheid van de hoorzitting nader toelichten. Hij is echter niet verschenen op de hoorzitting. Klager heeft de commissie, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, niet de beschikking willen geven over een telefoonnummer waarop hij bereikbaar is. Het is de commissie daarom niet gelukt om voorafgaand aan de hoorzitting naar de reden van de afwezigheid van klager te informeren. De klacht is op 18 juni 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld: dhr. mr. R.G.A. Beaujean dhr. P. Hyams dhr. S. Kruszynski voorzitter, lid, lid.

De commissie heeft zich bij de behandeling van de klacht doen bijstaan door dhr. J.J.L. Link, secretaris van de commissie, en mw. M.C.M.H. van Lierop, notulist. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij dit advies gevoegd. De commissie heeft kennisgenomen van de stukken van de klachtprocedure. De commissie overweegt naar aanleiding daarvan als volgt. Degrondenvoordeklacht De klacht is naar het oordeel van de commissie als volgt samen te vatten: a. De Arabische verklaring van dhr. (-) is door beklaagde bewust niet naar waarheid naar het Nederlands vertaald. Aan de verklaring zijn door beklaagde woorden toegevoegd, er zijn door hem woorden weggelaten en er zijn woorden onjuist door hem vertaald. De vertaling heeft daardoor een andere betekenis gekregen dan de brontekst, waardoor ten onrechte de indruk wordt gewekt dat klager dhr. (-) heeft bedreigd. b. Beklaagde is niet in staat correcte zinnen in het Nederlands te vormen. c. Er is mogelijk sprake van belangenverstrengeling, omkoping van beklaagde, oneigenlijk gebruik van beklaagdes beëdiging en/of meineed. Klachtonderdeela In het klaagschrift van 20 april 2010 geeft klager aan dat beklaagde de Arabische verklaring van dhr. (-) bewust niet naar waarheid naar het Nederlands heeft vertaald. De inhoud van de betreffende vertaling zou de indruk wekken dat dhr. (-) heeft verklaard dat hij door klager werd bedreigd, terwijl daarvan in de originele Arabische verklaring volstrekt geen sprake is. De vertaling die door beklaagde is opgemaakt is in een civiele procedure door een moskeevereniging uit Amersfoort tegen klager gebruikt. Klager heeft ten behoeve van de civiele procedure de Arabische tekst op eigen initiatief laten vertalen door mw. (-). Een kopie van deze vertaling is als bijlage bij het klaagschrift gevoegd. Uit deze laatste vertaling blijkt volgens klager dat de door beklaagde opgemaakte vertaling verschillende onvolkomenheden bevat. Klager geeft in zijn klaagschrift diverse voorbeelden van onjuist vertaalde zinsdelen en begrippen. Beklaagde merkt in zijn verweerschrift op dat hij de verklaring van dhr. (-) naar waarheid heeft vertaald en geen woorden heeft weggelaten, heeft toegevoegd of onjuist heeft vertaald. De vertaling heeft geen andere betekenis dan de originele Arabische verklaring. Beklaagde gaat in zijn verweerschrift in op de door klager gewraakte inconsistenties tussen de twee vertalingen. Ter onderbouwing van het verweerschrift heeft beklaagde diverse stukken aan de commissie toegezonden, waaronder uittreksels uit woordenboeken en een vertaalde Korantekst. Beklaagde is een native speaker in de Arabische (Marokkaanse) taal en heeft zijn hele leven Arabisch gestudeerd en daar zijn beroep van gemaakt. Hij geeft aan bekend te zijn met de betekenis van elk woord en iedere uitdrukking in de Arabische verklaring en hoe deze moeten worden vertaald naar het Nederlands. Klachtonderdeelb Klager geeft in zijn klaagschrift aan dat beklaagde, blijkens zijn vertaling, niet in staat is correcte zinnen in de Nederlandse taal te vormen. Van een beëdigd vertaler mag op zijn minst verwacht dat hij daartoe wel in staat is. Klachtonderdeelc Klager overweegt ten slotte dat het opmerkelijk is dat het (Marokkaanse) bestuur en/of de (Marokkaanse) Imam van de moskeevereniging uit Amersfoort de vertalingen hebben laten - 2 -

verzorgen door een (Marokkaanse) vertaler uit s-hertogenbosch. Klager betoogt dat wanneer op internet of via een tolkenbureau wordt gezocht naar een vertaler Arabisch? Nederlands men eerder terechtkomt bij een oorspronkelijk Nederlandstalige vertaler. Klager kan zich, gelet op de ondeugdelijke vertaling, niet aan de indruk onttrekken dat er sprake is van belangenverstrengeling en/of omkoping. Beklaagde heeft hiermee zijn eed geschonden en/of meineed gepleegd en oneigenlijk gebruik gemaakt van zijn beëdiging. Beklaagde heeft klager met deze gedragingen schade berokkend. Beklaagde spreekt het klachtonderdeel in zijn verweerschrift tegen en merkt op dat hij zich niet kan voorstellen welk voordeel het hem zou opleveren om de rechter op het verkeerde been te zetten en daarmee klager schade te berokkenen. Beklaagde heeft voorafgaand aan de opdracht zijn opdrachtgever noch klager ontmoet. Beklaagde krijgt regelmatig opdrachten vanuit België, Maastricht en andere verre steden en ziet geen reden waarom hij geen opdrachten uit Amersfoort zou kunnen krijgen. Beoordelingvandeklachtenadvies(klachtonderdelena,benc) De commissie beschouwt de klacht op alle onderdelen ongegronden overweegt als volgt. De commissie stelt voorop dat de inhoud en strekking van de vertaling die door beklaagde is vervaardigd, niet op essentiële punten afwijkt van de vertaling die door klager op eigen initiatief is ingebracht in de civiele gerechtelijke procedure. Beide vertalingen hebben in het Nederlands dezelfde impact. De Nederlandse zinsopbouw van de vertaling van beklaagde is weliswaar niet op alle onderdelen perfect, maar deze onvolkomenheden zijn niet van dien aard dat zij afdoen aan de inhoud en strekking van de vertaling die in opdracht van klager is vervaardigd en evenmin aan de kwaliteit die van een beëdigd vertaler mag worden verwacht. De commissie heeft uit oogpunt van zorgvuldigheid zowel de brontekst als de beide vertalingen voorgelegd aan deskundige (-), tolk en vertaler in de Arabische taal (Wbtv-nummer (-)). De heer (-) heeft geen toerekenbare tekortkomingen in de vertaling van beklaagde geconstateerd. In zijn reactie concludeert de heer (-) dat de inhoud van beide vertalingen goed is weergegeven met enig verschil in woordkeuze en dat de kwaliteit over het algemeen goed is. De commissie neemt deze conclusie over en oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat door beklaagde woorden aan de oorspronkelijke verklaring zijn toegevoegd, zijn weggelaten of onjuist zijn vertaald. Nu de commissie tot het oordeel komt dat van een wezenlijk verschil van inhoud tussen de brontekst en de vertaling van beklaagde geen sprake is, wordt ook de klacht dat beklaagde bewustniet naar waarheid heeft vertaald ongegrond verklaard. Ook zijn er overigens geen aanwijzingen dat beklaagde in strijd met de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wet beëdigde tolken en vertalers heeft gehandeld en in het bijzonder niet met de artikelen 1.3 en 4.3.1 van die Gedragscode. De klacht dat sprake zou zijn van belangenverstrengeling, omkoping van beklaagde, oneigenlijk gebruik van beëdiging en zelfs meineed zoals in het klaagschrift wordt gesteld mist feitelijke grondslag, temeer nu de commissie tot de conclusie komt dat de vertaling van beklaagde voldoet aan alle eisen die daaraan volgens de wet mogen worden gesteld. Het voorgaande in ogenschouw nemend, betreurt de commissie de ernstige verwijten en de felle wijze waarop deze in het klaagschrift zijn verwoord. Deze staan geenszins in verhouding tot de (geringe) ernst van de gebreken in de vertaling waarover feitelijk wordt geklaagd. Ten overvloede merkt de commissie op dat niet is komen vast te staan dat klager door de vertaling enig nadeel heeft ondervonden. De rechtbank heeft uit zowel de vertaling die door beklaagde is vervaardigd als uit de vertaling die door klager zelf in de civiele procedure is ingebracht afgeleid dat sprake is van ernstig verslechterde verhoudingen tussen klager en zijn tegenpartij, maar heeft de juistheid van beide vertalingen in zijn vonnis van 30 december 2009 uitdrukkelijk in het midden gelaten. De commissie adviseert het Bureau Wbtv geen consequenties aan de klacht te verbinden en met een verwijzing naar dit advies te volstaan met het ongegrond verklaren van de klacht. - 3 -

Totslot Klager en beklaagde zullen van de commissie een afschrift van dit advies ontvangen. De commissie stelt het op prijs te zijner tijd te vernemen op welke wijze de klacht door Bureau Wbtv is, dan wel wordt, afgehandeld. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de commissie, bereikbaar onder bovengenoemd telefoonnummer en e-mailadres. Hoogachtend, de Klachtencommissie Wbtv J.J.L. Link secretaris mr. R.G.A. Beaujean voorzitter - 4 -

BijlagebijhetadviesvandeKlachtencommissieW btv(klachtnr.02-2010) ToepasselijkeartikelenuitdeGedragscodevoortolkenenvertalersinhetkadervandeWbtv 1.3.Onpartijdigheidenonafhankelijkheid Tolken en vertalers zorgen ervoor dat hun vrijheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid bij het uitoefenen van hun beroep niet in gevaar kunnen komen. In de uitoefening van hun beroep onthouden zij zich van het tot uitdrukking brengen van een persoonlijke mening. Voor hun diensten ontvangen zij uitsluitend de met hun opdrachtgever overeengekomen beloning. 4.3.1Vertalen Vertalers streven er steeds naar aan de hoogste kwaliteitsnormen te voldoen, met name wat betreft de inhoudelijke getrouwheid aan de brontekst en het gebruik van het juiste taalregister, behalve bij uitdrukkelijk verzoek van de opdrachtgever om daarvan af te wijken. Vertalers overleggen met de opdrachtgever over de te volgen procedure bij ernstige fouten en/of dubbelzinnigheden in de brontekst voor zover zij dit noodzakelijk achten voor het op verantwoorde wijze uitoefenen van hun beroep. Indien de opdrachtgever als tussenpersoon optreedt, treedt de vertaler niet in contact met de cliënt van de opdrachtgever dan met diens toestemming. Vertalers onthouden zich van iedere vorm van plagiaat. - 5 -