Stage Hoofdfase 1 jaar 2



Vergelijkbare documenten
Cursushandleiding Stage Hoofdfase - jaar 2 Voor de Collega in Opleiding (CiO)

Studentenhandleiding Leren/Werken OidS Hoofdfase 2 jaar 3

Verantwoording gebruik leerlijnen

Studentenhandleiding Stage, Leren & Werken OidS Niveau 3 jaar 3

Studentenhandleiding Stage, Leren & Werken OidS Niveau 2 jaar 2

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Studentenhandleiding Stage jaar 1 VT/ DT

Studentenhandleiding Stage niveau 3, VT en DT

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Handleiding werkplekleren Hoofdfase 1 niveau 2 Voltijd/deeltijd

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Naam: Stageplek: Klas:

Studentenhandleiding Leren en Werken Propedeuse OidS Blok 3 en 4

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding, tweedegraads lerarenopleidingen Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (versie september 2011)

Modulebeschrijving FINSLC0108

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

Stageprotocol FLOT. Bacheloropleidingen. Fontys Lerarenopleiding. Versie: februari 10 1/7

Cursushandhandleiding Leren & Werken jaar 3 en 4 voor collega s in opleiding met een onderwijsbevoegdheid (CiO+)

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Competentievenster 2015

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

kempelscan K1-fase Eerste semester

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s)

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Aantekenformulier van het assessment PDG

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

kempelscan P2-fase Studentversie

Allereerst willen wij de stagebegeleiders van harte bedanken voor uw inzet om onze studenten te begeleiden tijdens hun stage in de educatieve minor.

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd

Assessment Startbekwaam

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

Leerwerkstage 1. voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten. Project: informatievaardigheden (mediawijsheid)

Interpersoonlijk competent

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Beoordeling en evaluatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

Inhoudsopgave: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)


Taal, Media en Communicatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

S TA G E S L I J N 5

Voorbereidingsopdrachten voor de bijeenkomsten van de basistraining

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Bijlage 7 Opdracht Bekwaamheidsproef 2 (studentenmateriaal)

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten

Informatie werkplekleren

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Begeleidingsdocument

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Studentenhandleiding Stage Afstudeerfase/jaar 4

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Leerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Zelfevaluatie. Inleiding:

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Lesvoorbereidingsmodel

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

KPB Observeren en differentiëren

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Stagebedrijf: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Leerroute: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam: Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Transcriptie:

Studentenhandleiding Stage Hoofdfase 1 jaar 2 Voltijd/deeltijd Codes: LERS2A01X. Jaar uitgave : 2015-2016 Opleiding: Voltijd en deeltijd Cursusbeheerder: Jacqueline den Draak Cluster: IVL/ LERO, Hogeschool Rotterdam

S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 2

Inhoudsopgave Voorwoord... 4 1. VERANTWOORDING 5 1.1 Functies van de stage... 5 1.2 Opbouw leerlijn leren en werken... 6 1.3 Leerdoelen stage hoofdfase jaar één (jaar 2)... 6 2 UITGANGSPUNTEN STAGE 7 2.1 Competenties... 7 2.2 Leerwerktaken... 8 2.3 Leercyclus... 8 3. PRAKTISCHE ZAKEN 10 3.1 Stage jaar twee in een praktisch overzicht... 10 3.2. Voorwaarden deelname... 10 3.3. Organisatie en procedure stage... 11 3.5. CIO (collega in opleiding)... 11 3.6. Stagebezoek, contact met stageschool... 12 3.7. Begeleiding... 12 3.8. Beoordeling... 12 3.9. Verantwoordelijkheden van stagiair(e)... 13 3.10. Taken en verantwoordelijkheden van andere betrokkenen... 13 3.11 Vrijstellingen... 14 4. INHOUD STAGE: LEERWERKTAKEN 15 4.1 Logboek... 15 4.2 Leerwerktaken... 17 Leerwerktaak 2.1 delen van lessen geven... 17 Leerwerktaak 2.2 (hele) lessen geven.... 18 Leerwerktaak 2.3: Werken in een organisatie... 19 5. STAGEBIJEENKOMSTEN 21 6. BEOORDELING 22 Beoordelingscriteria eind blok 2 / eerste helft van de stage... 22 Eindbeoordeling hoofdfase jaar 1 (jaar 2)... 23 Opdracht bij het eindgesprek stage jaar 2... 23 Bijlage 1 : Kijkwijzer jaar 2 (vakcoach)... 26 Bijlage 2: Advies vakcoach.... 29 Tussentijdse beoordeling stage jaar 2 (vakcoach)... 30 Eindbeoordeling stage jaar 2 (vakcoach)... 32 Bijlage 3 Het maken van een POP / LWP... 37 S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 3

Voorwoord Je staat aan het begin van je tweede jaars stage. Tijdens je hele studie doe je praktijkervaring op je leert het vak immers nergens beter dan in de praktijk. Na je eerste jaars stage heb je antwoord kunnen geven op de vraag of je docent wil worden. Je hebt je geörienteerd op vak en beroep, de organisatie binnen het klaslokaal en de school. In het tweede jaar ligt het accent meer op het lesgeven. Effectief lesgeven en directe instructie staan centraal. In samenwerking met onze stagescholen ga je onder begeleiding van een vakcoach lesgeven. In deze handleiding vind je zoals je gewend bent de leerwerktaken voor dit jaar. Je gaat je voorbereiden op het geven van hele lessen. Tijdens de stagebijeenkomsten op de HR blikken we hierop terug. Verder geven we je allerhande aanwijzingen om in de stage goed voorbereid te kunnen werken. We wensen je een zinvolle stageperiode toe. Namens de stagebegeleiders jaar 2 Jacqueline den Draak S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 4

1. Verantwoording Leraar worden: vakmanschap en meesterschap. De Rotterdamse Lerarenopleiding heeft een belangrijke missie: we willen docenten opleiden die zowel over vakmanschap als meesterschap beschikken. Het betekent dat je, aan het einde van deze opleiding, beschikt over een gedegen vakinhoudelijke basis voor het vak waarin je les gaat geven (vakmanschap), maar ook dat je op interpersoonlijk, pedagogisch, didactisch en organisatorisch gebied een bepaald basisniveau hebt bereikt (meesterschap). Tijdens de opleiding neem je deel aan een heel aantal cursussen rondom jouw vak en ook aan de vakoverstijgende, beroepsvoorbereidende onderdelen. Je beschikt in de loop van de jaren over steeds meer samenhangende kennis en vaardigheden, met daarbij een juiste beroepshouding. Zo n combinatie van bepaalde kennis, vaardigheden en houding noemen we een competentie. In de stages, het hart van de opleiding, komen vakmanschap en meesterschap bij elkaar. Je boekt er succes, je gaat er de fout in, je wordt langzaamaan competenter. 1.1 Functies van de stage De stage vervult binnen het IVL, de lerarenopleiding, de volgende functies: - Oriënteren op het beroep: tijdens je stage doe je een veelheid aan ervaringen op in situaties die zoveel mogelijk lijken op de latere werkomgeving. Je oriënteert je op verschillende scholen, het onderwijs, het leraarsberoep en andere educatieve functies. In de eerste stage ligt de nadruk op deze functie, in latere jaren worden de volgende functies belangrijker: - Leren lesgeven: je doet ervaring op in het verzorgen van onderwijs, de begeleiding van leerlinggroepen en van individuele leerlingen. Dit is natuurlijk de kern van het leraarsberoep. - Leren reflecteren: je reflecteert systematisch op je handelen als leraar, zowel in het contact met leerlingen en leerdoelen, als in het kader van overleg met collega s en als lid van een team. - Zelfbeeld verhelderen: je krijgt steeds beter in beeld wat je sterke en zwakke kanten zijn, welke aspiraties en eigenschappen je hebt, wat jouw persoonlijke en vakdidactische repertoire is, hoe je dit effectief in kunt zetten en uit kunt breiden. - In jaar vier komt hier de functie differentiëren binnen lesgeven bij. Je doet ervaring op in het verzorgen van onderwijs, de begeleiding van klassen en van individuele leerlingen. In het laatste jaar ga je aan de slag met het uitbreiden van je handelingsrepertoire die je theoretisch kunt onderbouwen. Je leert wanneer je S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 5

wat moet inzetten en je bent in staat het effect van je handelen te signaleren en bij te stellen 1.2 Opbouw leerlijn leren en werken Elke stage heeft zijn eigen accent. Deze accenten zijn duidelijk gerelateerd aan de opleidingsfase waarin je je bevindt. In de propedeutische fase ligt het accent op het oriënteren op het beroep. In de hoofdfase ligt het accent op het leren lesgeven. In het tweede jaar besteed je aandacht aan directe instructie, en werkvormen waarbij je vooral klassikaal-frontaal te werk gaat. In het derde jaar leer je meer open werkvormen hanteren, waarbij de leerlingen leren samenwerken. In het laatste jaar ligt het accent op het functioneren in een schoolorganisatie: samenwerken en omgang met collega s, contact met ouders. Ook verwoord je je eigen visie op onderwijs en het beroep van leraar. Zo bouw je ervaringen op een verantwoorde manier op en ontstaat er een samenhangende leerlijn. Deze noemen wij de leerlijn Leren en Werken. De accenten per jaar liggen besloten in de leerwerktaken die je voor elke stage moet doen. Voor jaar 1 zijn er leerwerktaken die je helpen bij het oriënteren op je beroep. In het tweede en derde jaar voer je leerwerktaken uit die vooral te maken hebben met het lesgeven. In het vierde jaar werk je, naast het lesgeven, ook aan leerwerktaken die gericht zijn op het werken in een schoolorganisatie en het ontwikkelen van een visie op onderwijs en beroep. 1.3 Leerdoelen stage hoofdfase jaar één (jaar 2) de student kan in meerdere lessen het directe instructiemodel op een effectieve en efficiënte wijze in praktijk brengen. (C2, C3 en C7) de student kan lessen voorbereiden, uitvoeren en bijstellen, vakinhoudelijk en vakdidactisch verantwoord handelen in de les en kan het leerproces richting geven met opdrachten en huiswerk, inclusief nabespreken, controle en feedback. (C1, C2, C3 en C4) de student kan leidinggeven aan groepsprocessen, (kleine) groepen begeleiden en orde en pedagogische maatregelen treffen in lessen en buitenschoolse activiteiten.(c1, C2, C3, C4, C5, C6 en C7) De student kan zich een beeld vormen van het werken in een team/organisatie en weet met welke personen en instanties de organisatie een relatie onderhoudt. (C5, C6 en C7) S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 6

2 Uitgangspunten stage Binnen de lerarenopleiding wordt regelmatig gebruik gemaakt van een aantal begrippen: competenties, de leercyclus, leerwerktaken. Verschillende basisdocumenten liggen hieraan ten grondslag (competentiegids, handleiding bij de competentiegids). In dit hoofdstuk worden deze begrippen kort beschreven. 2.1 Competenties De lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam werkt met zeven competenties. Deze zijn vastgelegd in de wet Beroepen in het Onderwijs (wet BiO) een startbekwame leraar moet beschikken over deze zeven competenties. In de loop van je opleiding doe je twee assessments. Aan het einde van de hoofdfase, jaar 3 dus, is er het lio-assessment. Je toont daar aan dat een bepaald basisniveau hebt bereikt op alle zeven gebieden: je kunt de verantwoordelijkheid voor een klas goed aan. In het laatste assessment, het assessment startbekwaam toon je aan dat je beschikt over de zeven competenties van een startbekwame leraar. Deze twee assessments zijn bepalend voor de voortgang van de opleiding. Tijdens de assessments spelen de competenties een belangrijke rol: in hoeverre kun je aantonen dat je competenter bent geworden? Een student die afstudeert, wordt als startbekwaam beoordeeld als hij deze competenties in voldoende mate beheerst. Je leest meer over de competenties en onze filosofie in de competentiegids van de startbekwame leraar voor het tweedegraads gebied en in de handleiding bij de competentiegids 1. De competenties zijn de basis van elk assessment: je toont aan dat je competenter bent geworden. 1 Competentiegids Lerarenopleiding VO/BVE, herziene versie S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 7

Contexten Beroepsrollen Leerlingen Team en organisatie Omgeving Eigen Ontwikkeling Interpersoonlijk Competentie 1 Het vermogen een sfeer van samengaan en samenwerken met leerlingen te realiseren Competentie 5 Het vermogen samen te werken in een team/organisatie Communicatief Competentie 6 Het vermogen de relatie met ouders, buurt en instellingen te realiseren en te versterken Competentie 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Pedagogisch Competentie 2 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving Pedagogisch Reflectie Communicatie (Vak)didactisch Competentie 3 Het vermogen een krachtige leeromgeving voor leerlingen te verwezenlijken Onderwijskundig Methodisch werken Organisatorisch Competentie 4 Het vermogen te zorgen voor een leefen leerklimaat dat overzichtelijk, ordelijk en taakgericht is Schoolorganisatorisch Beroepshouding Competentie 7 Reflectie Communicatie Methodisch werken Beroepshouding Tabel 1: overzicht van de competenties 2.2 Leerwerktaken Een leerwerktaak is een taak die je uitvoert in het kader van je stage. Deze richt de aandacht op bepaalde vaardigheden die belangrijk zijn voor een docent. Binnen elke leerwerktaak heb je ruimte om eigen leervragen te onderzoeken. Wel is vastgesteld wat je minimaal moet doen en/of uiteindelijk moet kunnen om een voldoende voor je stage te krijgen. Na het lezen van de leerwerktaak wordt je duidelijk: wat je moet doen op je stage; hoe je je erop moet voorbereiden; wat je kunt verwachten van je docent/stagebegeleider en je vakcoach; wat je in je digitale portfolio moet opnemen per LWT. 2.3 Leercyclus Een belangrijk instrument om je eigen leren ter hand te nemen is de leercyclus. Deze bestaat uit vier fasen. In de eerste fase maak je een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP). Hierin heb je eigen leervragen geformuleerd en gespecificeerd. Dan volgt de fase van concrete plannen maken, je maakt een LeerWerkPlan (LWP). Hierin koppel je concrete activiteiten die je kunt uitvoeren in het kader van je leervraag. In de derde fase voer je je plannen uit en tenslotte reflecteer je op de opgedane ervaringen in de vierde S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 8

fase. Op basis van die reflectie kom je waarschijnlijk weer op nieuwe leervragen en zo is de cirkel rond. Van het doorlopen van de leercyclus doe je verslag in je portfolio. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 9

3. Praktische zaken 3.1 Stage jaar twee in een praktisch overzicht Blok 1 Blok 2 en Blok 3 Activiteiten student Stageplaats zoeken en volgens de richtlijnen registreren in StageLink / bij het stagebureau. Heb je voor 21 september geen stageplek gevonden? Neem dan contact op met het stagebureau (VT / DT) Volgen van stagebegeleidingslessen - Maak een stageplan Je loopt stage: - Je werkt aan de leerwerktaken en legt hier verslag van. - Je stagebegeleider komt eenmaal op lesbezoek. Je schrijft hiervan een verslag - Aan het eind van je stage maak je een eindbeoordelingsdossier volgens de richtlijnen. Hierin neem je ook het advies van je vakcoach op (inclusief handtekening). Dit formulier vind je in bijlagen - Maak aan het eind van de stageperiode een POP & LWP voor stage jaar 3 (laatste les). Format voor POP & LWP zit in de bijlagen. - Afspraak maken voor een eindbeoordelingsgesprek. Blok 4 - Eindbeoordelingsgesprekken: zie bijlagen voor de ingangseisen en werkwijze Wat lever je in? Stagecontract ondertekend in drievoud: - één op stageschool - één bij het stagebureau - één voor je eigen administratie - Stageplan (Natschool) - Uitwerkingen leerwerktaken (Natschool) - Verslag van lesbezoek (Natschool) - Eindbeoordelingsdossier (Natschool) - POP & LWP voor stage jaar 3 (Natschool) 3.2. Voorwaarden deelname De volgende eisen gelden voor deelname aan de stage van hoofdfase 1: 48 EC of meer behaald. Stage jaar 1 is behaald. De studiepunten zijn toegekend. Portfolio jaar 1 is goedgekeurd. Studiepunten voor SLC jaar 1 zijn behaald. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 10

3.3. Organisatie en procedure stage De stage begint aan het begin van blok 2 en eindigt eind blok 3. ( 16 november 2015 t/m 6 april 2015). Dit betekent dat de stage 5 maanden in beslag neemt. Maandag en woensdag zijn de stagedagen voor het tweede jaar: op deze dagen ben je dus aanwezig op de stageschool. Je bent ook gedurende de toetsweken op je stageschool mits het toetsrooster dat toestaat. Voor de deeltijdopleiding is bovenstaande informatie een richtlijn. Stageperiode (vanaf blok 2 als aan de voorwaarde deelname is voldaan) en stagedagen worden door de student in samenspraak met de stageschool en stagebegeleider bepaald. Het kan zijn dat je door omstandigheden later bent begonnen. Dan spreek je met je stagebegeleider (op de LERO) en je vakcoach (op je stageschool) af hoe je de opgelopen vertraging zult inhalen. Dit kan bijvoorbeeld door enkele weken wat vaker aanwezig te zijn, meerdere lessen op je stagedag te geven of in blok 3 en 4 langer door te gaan. Als je een stageplaats zoekt, maar er niet gelijk één in je eigen netwerk / omgeving kunt vinden kan je voor 21 september een hulpvraag per mail stellen aan het stagebureau. Zij zullen dan bekijken of ze een geschikte stageplaats voor je hebben. Wanneer je een stageplaats hebt gevonden voer je zelf stageplaats in via stagelink (http://stagelink.hro.nl). Als je je stageplaats hebt ingevoerd in stagelink en het is goedgekeurd (je voldoet aan de voorwaarde deelname) door het stagebureau, kun je je stagecontract downloaden in Stagelink. Je print het stagecontract drie keer uit en laat dit ondertekenen door de stagecontactpersoon van de stageschool en je tekent zelf. Één exemplaar lever je in bij het stagebureau, één exemplaar geef je aan je stageschool en je houdt één exemplaar zelf. Bewaar je stagecontract goed want daar wordt omgevgraagd als je gaat afstuderen. Let op: zonder ondertekend en ingeleverd contract geen stage! Dit jaar loop je individueel stage, hoewel er mogelijk ook nog andere tweedejaars studenten stage zullen lopen op jouw stageschool. In het eerste gesprek met jouw vakcoach maak je kennis, vertel je wat je plannen zijn en rond je het formele deel af met het wederzijds ondertekenen van het stagecontract. Het stagecontract lever je in bij het stagebureau. 3.5. CIO (collega in opleiding) In principe volgen CIO-studenten in jaar 2 hetzelfde traject als reguliere studenten. Procedures rondom stagecontracten en stageperiodes zijn hetzelfde als in het reguliere S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 11

deeltijd traject. Wanneer je denkt in aanmerking te komen voor vrijstellingen verwijzen we naar 3.11. 3.6. Stagebezoek, contact met stageschool Tijdens de stageperiode brengt de stagebegeleider in principe één keer een bezoek aan de stageschool. De stagebegeleider maakt met jou een afspraak voor dit bezoek. Tijdens dit bezoek woont de stagebegeleider je les bij. Bij voorkeur wordt de les daarna samen nabesproken. Afhankelijk van het moment van het bezoek wordt ook gezamenlijk de algehele voortgang van de student besproken. 3.7. Begeleiding De manier waarop je op de stageschool wordt begeleid, verschilt nogal van school tot school. Als je het reguliere traject volgt kun je met verschillende mensen te maken krijgen. Soms heeft een school een zogenaamde Begeleider op School, een BOS, die de begeleiding van het hele groepje op zich neemt, en waarmee je telkens overlegt over wat je plannen zijn en hoe die te realiseren zijn. Een belangrijk thema bij het eerste gesprek is dan ook hoe de verder begeleiding georganiseerd wordt. Je stagebegeleider komt in principe 1 keer op bezoek, en heeft verder contact via de mail en/of telefoon met je vakcoach om over de voortgang te spreken. Tijdens de bijeenkomsten is er altijd ruimte voor het bespreken van stage-ervaringen. Op een aantal scholen waar een nauwe samenwerking mee is, zal er 1 stagebegeleider vanuit de hogeschool op de woensdag aanwezig zijn die de begeleiding van alle stagiaigres opzich neemt. Dit wordt een instituutsbegeleiderschool (ib-school) genoemd. Of jouw school een ib-school is kan je navragen bij het stagebureau. 3.8. Beoordeling In bijlage 2 staat nauwkeurig omschreven hoe de tussentijdsebeoordeling en de eindbeoordeling plaatsvindt. De stage wordt individueel beoordeeld aan de hand van de uitgewerkte leerwerktaken. Aan het eind van blok 2 heb je met je stagebegeleider een tussentijds voortgangsgesprek. Aan het eind blok 3 heb je met je stagebegeleider een eindgesprek en krijg je als alles goed is verlopen, nog eens 6 studiepunten. Dit eindgesprek is bepalend voor deelname aan stage jaar 3. Om aan deze eindbeoordeling te mogen deelnemen, moet je aan een aantal eisen voldoen. Een van die eisen is een voldoende advies van je (vak)coach (bijlage 2). Wanneer je geen voldoende hebt behaald voor je stage kom je in aanmerking voor een herkansing. De stagebegeleider beslist over de omvang en inhoud van deze herkansing. Hij of zij maakt hierover bindende afspraken met je die in een document worden vastgelegd. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 12

Je neemt de uitgewerkte leerwerktaken op in je (digitaal) portfolio. 3.9. Verantwoordelijkheden van stagiair(e) Jij bent als student zelf verantwoordelijk voor je daden op de stageschool, maar tegelijkertijd het visitekaartje van de Hogeschool Rotterdam. Deze verantwoordelijkheid strekt zich uit tot iedereen in de school en tot alles wat met de school samenhangt. Het komt hierop neer: Je past je aan aan de organisatie van de school en stelt je loyaal op tegenover de doelstellingen van de school, óók als die niet jouw persoonlijke levensbeschouwelijke aard zijn. Je zorgt dat de studentenhandleiding stage jaar 2 voor de aanvang van de stageperiode in bezit is bij je vakcoach. Je bent op tijd aanwezig voor lessen, afspraken, vergaderingen en dergelijke. Als richtlijn houden we aan dat je tussen 8.30 en 15.30 uur aanwezig bent, maar de school kan andere tijden aanhouden. In geval van ziekte neem je bijtijds contact op met de stageschool om je af te melden en een nieuwe afspraak te maken. Ook je stagebegeleider is op de hoogte. Gemiste stagedagen worden ingehaald. Je maakt daarover zelf een afspraak met de begeleider op de stageschool. Je gaat zorgvuldig met gegeven leer- en hulpmiddelen om. Je onderhoudt zo goed mogelijk contact met alle voor jou relevante betrokkenen. Je houdt rekening met de geschreven en ongeschreven regels van de school. Je gedrag is sociaal aanvaardbaar, je taalgebruik correct en je kleding is verzorgd en aangepast aan de situatie op school. Je neemt het vertrouwelijke karakter van informatie over school, medewerkers en leerlingen in acht, ook in de schriftelijke informatie in het portfolio en rapportages. 3.10. Taken en verantwoordelijkheden van andere betrokkenen Er zijn verschillende personen betrokken bij je stage. Hieronder een overzicht van deze personen /afdelingen en een beschrijving van hun taken en verantwoordelijkheden. De stagebegeleider of instituutsbegeleider (docent van de LERO) beoordeelt uiteindelijk je stage. Doorslaggevend hierbij is de kwaliteit van je portfolio en het oordeel van je vakcoach. Hij/zij bezoekt je op je stageschool, is aanspreekpunt voor de vakcoach en is verantwoordelijk voor de begeleiding vanuit de Hogeschool. Je stagebegeleider of instituutsbegeleider vanuit de lerarenopleiding heeft een tussentijds- voortgangsgesprek en een eindgesprek met je. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 13

Het Stagebureau is in jaar 1 en 2 medeverantwoordelijk voor het toewijzen van stageplaatsen. Jij bent zelf verantwoordelijk voor het op tijd inleveren van een stagecontract bij de stageschool en het stagebureau. Er zijn verschillende soorten stagescholen. Bij opleidingsscholen is er sprake een regiomanager, een BoS en een vakcoach. De regiomanager is in dienst van de lerarenopleiding en verzorgt het contact tussen de lerarenopleiding en de stageschool. Hij/zij zal op de stageschool in de meeste gevallen contact hebben met de directie of de Begeleider op School. De BoS is de contactpersoon vanuit de stageschool voor de Hogeschool Rotterdam. Hij/zij is verantwoordelijk voor de begeleiding binnen de stageschool. De vakcoach heeft als belangrijkste taak jou te begeleiden op het moment dat je stage loopt. Hij/zij is degene waar je op de werkvloer het meest mee te maken hebt, laat je toe in zijn klas, geeft feedback op je prestaties, en geeft aan het eind van de stage een beoordeling. Hij/zij zorgt ervoor dat je kan beschikken over materialen en dat je kunt werken aan je leerwerktaken. Een positieve beoordeling van je vakcoach is voor de stagebegeleider belangrijke basis voor al dan niet toekennen van stagepunten. Bij niet-opleidingsscholen verloopt dit proces iets anders, soms heb je de (lokatie)- directeur die je als eerste ontvangt en jou introduceert bij de vakcoach. De meeste nietopleidingsscholen hebben gekozen voor zo n soort constructie. 3.11 Vrijstellingen Vrijstelling stage jaar 1, 2 en onderdelen van jaar 3 voor 1 e en 2 e graads bevoegden. Studenten die hun eerste- en/of tweedegraads bevoegdheid hebben behaald kunnen vrijstellingen aanvragen op onderdelen van de stage, wanneer zij 1. via een getuigschrift kunnen aantonen dat zij eerder een lerarenopleiding hebben afgerond, èn 2. via een werkgeversverklaring kunnen aantonen dat ze per week minimaal 8 lesuren als docent X (X=vak dat zij aan de HR studeren) werkzaam zijn, of na het behalen van hun tweedegraads lesbevoegdheid, langere tijd werken (5 jaar) in het onderwijs als docent voor het vak waar ze voor zijn afgestudeerd. Dan krijgen zij één stage (ter grootte van 18 ec). Samengesteld uit delen van stage jaar 3 en stage jaar 4. De stage wordt afgesloten met een assessment startbekwaam, waarin competentie 3 en 7 moeten worden aangetoond. Zie vrijstellingendocument Lero 2015-16. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 14

4. Inhoud stage: leerwerktaken De brede competentie ontwikkeling van de student in de schoolpraktijk staat centraal. En niet uitsluitend het oefenen van de vaardigheid in het lesgeven. Het algemene doel van de stage in jaar twee is dat de student de taken en verantwoordelijkheden van een docent in alle facetten leert kennen en beschrijven. Waarin voor een docent naast het lesgeven nog tal van andere zaken en taken aan de orde zijn. Voor elke leerwerktaak is beschreven wat je moet doen en waarom, hoeveel tijd je er ongeveer aan besteedt, wat de rollen van je begeleiders zijn, en wat er uiteindelijk in je portfolio moet komen te staan. Vorig jaar heb je de eerste twee leerwerktaken verricht, in het eerste jaar van de hoofdfase, je tweede jaar, werk je aan drie leerwerktaken die hieronder zijn beschreven. 4.1 Logboek Met behulp van het logboek houd je bij welke activiteiten je hebt bijgewoond of hebt uitgevoerd. Hoeveel lessen je in totaal bijgewoond, of (deels) gegeven hebt. Voor de stagebegeleider biedt het zicht op jouw vlieguren. Het logboek bevat minimaal de volgende, ingevulde tabel: Datum Klas Bijdrage aan de les (B,D,G) Coach wel/niet aanwezig (W/D/N) Andersoortige bijdrage Handtekening coach In de kolom Bijdrage aan de les kun je aangeven of je de les alleen hebt bijgewoond (B), of je er een deel van verzorgd hebt (D), of dat hem geheel gegeven hebt (G). In de kolom Coach aanwezig geef je aan of hij/zij er wel (W), niet (N) of deels (D) bij heeft gezeten. Onder het kopje Andersoortige bijdrage kun je alles vermelden wat je op de stagedag hebt gedaan, behalve de lessen. Denk hierbij aan toetsen nakijken, deelname aan een ouderavond, surveillance, begeleidingsgesprek met een leerling, et cetera. De coach valideert dit overzicht door regelmatig zijn handtekening/paraaf te zetten. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 15

S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 16

4.2 Leerwerktaken Leerwerktaak 2.1 Delen van lessen geven Je doet zoveel mogelijk ervaring op met lesgeven. Periode: In blok 2 wekelijks 4 tot 6 delen van lessen geven. De principes van effectief leren en directe instructie zijn hierbij leidend. Stadium: 2-3 Competenties: 1,2,3,4 en 7 Wat ga je doen? Bereid ten minste 40 delen van klassikale lessen voor (in blok 2), voer ze uit en stel ze indien nodig bij. Van tevoren maak je een POP voor deze leerwerktaak. Mogelijke bronnen Ebbens,S. en Ettekoven S. (2013). Effectief lesgeven. Geerts, W, en Kralingen R van, Handboek voor leraren (2012) Rol vakcoach Specifieke feedback geven op de lessen die de student overneemt. Enkele momenten reserveren voor een tussentijdse evaluatie. Voortgang monitoren, bij twijfel contact opnemen met stagebegeleider. Rol stagebegeleider Stagebezoek, indien mogelijk een les bijwonen. Bespreken stage-ervaringen tijdens de bijeenkomsten Voortgang uitwerking leerwerktaak bewaken Beoordelen digitaal portfolio Geschatte tijdsbesteding: Uitgangspunt: 1 les is 45 minuten Voorbereiding POP/LWP: 4 uur Voorbereiding lesfragment: 1 uur Uitvoering les + nabespreken: 1 uur 2 uur * 40 delen van lessen = ong. 80 uur Resultaat in digitaal portfolio Voorbereiding en verslaglegging portfolio: 15 uur S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 17

Leerwerktaak 2.2 (hele) lessen geven. Je doet zoveel mogelijk ervaring op met lesgeven. Periode: In blok 3 wekelijks 4 tot 6 lessen geven. De principes van effectief leren en directe instructie zijn hierbij leidend. Stadium:2-3 Competenties: 1,2,3,4 en 7 Wat ga je doen? Bereid tenminste 40 klassikale lessen voor (in blok 2 en 3), voer ze uit en stel ze indien nodig bij. Van tevoren maak je een POP voor deze leerwerktaak. Rol vakcoach Specifieke feedback geven op de lessen die de student overneemt. Enkele momenten reserveren voor een tussentijdse evaluatie. Voortgang monitoren, bij twijfel contact opnemen met stagebegeleider. Rol stagebegeleider Stagebezoek, indien mogelijk een les bijwonen. Bespreken stage-ervaringen tijdens de bijeenkomsten Voortgang uitwerking leerwerktaak bewaken Beoordelen digitaal portfolio Geschatte tijdsbesteding: Uitgangspunt: 1 les is 45 minuten Voorbereiding POP/LWP: 4 uur Voorbereiding les: 1 uur Uitvoering les + nabespreken: 1 uur 2 uur * 40 delen van lessen = ong. 80 uur Resultaat in digitaal portfolio Voorbereiding en verslaglegging portfolio: 15 uur S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 18

Leerwerktaak 2.3: Werken in een organisatie Je doet zoveel mogelijk ervaring op met werken in een organisatie. Periode: in blok 2 en 3 participeer je zoveel mogelijk -ten minste 8 keer- in activiteiten die te maken hebben met werken in de organisatie en er buiten. Stadium: 2-3 Competenties: accent op competenties 5, 6 en 7 Wat ga je doen? Werken in een organisatie kenmerkt zich door gedeelde verantwoordelijkheid, om deze samenwerking te bewerkstelligen en het onderwijs te verbeteren zijn er op school diverse formele en informele activeiten en overlegstructuren. Bereid ten minste acht activiteiten voor die te maken hebben met samenwerken in een organisatie, of daarbuiten en voer deze uit. Te denken valt aan een (actieve) bijdrage aan een vakgroepvergadering, een rapportvergadering, een (actieve) bijdrage aan de organisatie van een excursie, deelnemen aan een open dag, of iets dergelijks. Denk ook aan huiswerkbegeleiding, surveilleren in de pauze, meegaan op een excursie, deelnemen aan een feestavond, deelnemen aan een projectweek etcetera. Van tevoren maak je ook voor deze leerwerktaak een POP. Rol vakcoach Specifieke feedback geven op de activiteiten die de student onderneemt. Enkele momenten reserveren voor een tussentijdse evaluatie. Voortgang monitoren, bij twijfel contact opnemen met stagebegeleider. Rol stagebegeleider Bespreken specifieke stage-ervaringen tijdens de bijeenkomsten Voortgang uitwerking leerwerktaak bewaken Beoordelen digitaal portfolio Geschatte tijdsbesteding: Uitgangspunt is een gemiddelde tijdinvestering. Uiteraard bepaalt de activiteit de tijdsduur. Voorbereiding POP/ LWP: 4 uur Voorbereiding activiteiten ongeveer 2 uur Uitvoering ongeveer 2 uur 8* 4 uur = ongeveer 35 uur S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 19

Resultaat in digitaal portfolio Voorbereiding en verslaglegging portfolio: 15 uur S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 20

5. Stagebijeenkomsten Datum Onderwerpen van de bijeenkomst Bijeenkomst 1 blok 2 Terugblikken stage jaar 1 + competentiescan jaar 1. Organisatie van de stage jaar 2, POP en LWP Leerwerktaken en leercyclus Bijeenkomst 2 blok 2 Het maken van leervragen/leerdoelen LWT 1 Reflecteren Beoordeling van de stage Bijeenkomst 3 blok 2 Directe instructie, een koppeling met vakdidaktiek Uitwisselen stage-ervaringen (incident methode) Bijeenkomst 4 blok 2 Stellen van vragen (niveaus van) Uitwisselen stage-ervaringen Terugblik op de eerste weken stage Bijeenkomst 5 blok 2 Klassemanagement. Feedback geven en ontvangen. Afspraken maken voor een tussentijdsgesprek. Bijeenkomst 6,7 & 8 blok 2 Eigen videofragmenten: succesmomenten, feedback geven Voortgangsgesprekken Bijeenkomst 9 blok 3 Uitwisseling ervaringen van het eerste blok Voorbereiden LWT 2 en LWT 3 Bijeenkomst 10 Blok 3 Roos van Leary, introductie Toepassen Bijeenkomst 11 Blok 3 Intervisie Bijeenkomst 12 blok 3 Competentiescan Bijeenkomst 13 Blok 3 Vooruitblik stage jaar 3 Afspraken maken eindgesprek Bijeenkomst 14 & 15 Blok 3 Afsluiten stage jaar 2 POP stage hoofdfase jaar 3 S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 21

6. Beoordeling Beoordelingscriteria eind blok 2 / eerste helft van de stage In onderstaand schema wordt duidelijk wat in je (digitaal) portfolio moet zitten aan het einde van periode één, na blok 2, de eerste helft van je stage. Dit is de basis voor een tussentijds- voortgangsgesprek. Belangrijk bij dit gesprek zijn de leervragen die je jezelf hebt gesteld en je voorgenomen activiteiten. Dit heb je opgenomen in je POP/LWP die je hebt gemaakt voor alle drie de leerwerktaken. Je levert je portfolio in N@tschool in, voor die gelegenheid is een inlevermap bij de vakcode LERS2A01X (deel 1) en LERS2B01X (deel 2) Leerwerktaak Wat? Toelichting Leerwerktaak 2.1 Delen van lessen geven (afgerond). POP/LWP De Leervragen en het leerwerkplan rondom de LWT Delen van lessen geven geschreven in (de geest van) het format in bijlage 3 in max 1 A4tje. Vijf uitgewerkte les fragmenten Nb. Houd rekening met het feit dat Effectief lesgeven en directe instructie centraal staat. Je leervragen en reflectie zijn voor een belangrijk deel hierop gericht. Van elk deel van de les neem je op: De (les)voorbereiding Een beschrijving van het lesverloop Feedback op het lesfragment, dit kan van je vakcoach zijn, een peer/medestudent of een andere betrokkene. Een heldere reflectie. Hierin besteed je in ieder geval aandacht aan jouw leervragen en voornemens rondom klassenmanagement. In de reflectie van je lessen heb je een koppeling gemaakt naar één of meerder leervragen uit je POP. Je maakt een koppeling naar de sleutelbegrippen die van belang zijn bij het vormgeven van die lesfase. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 22

Twee videofragmenten Neem op 2 videofragmenten van een uitgewerkt lesfragment, voorzien van een reflectie. Tussentijdse beoordeling vakcoach. Een schriftelijk oordeel van de vakcoach (zie bijlage 3 voor formulier tussentijdsoordeel vakcoach). Eindbeoordeling hoofdfase jaar 1 (jaar 2) De stage van hoofdfase 1, leerjaar 2 sluit je af met een eindgesprek met je stagebegeleider aan het eind van je stageperiode na blok 3. Het gesprek duurt ongeveer twintig minuten en vindt telkens plaats met je stagebegeleider en (maximaal) drie klasgenoten. Opdracht bij het eindgesprek stage jaar 2 Doel van het eindgesprek is het expliciet maken van je ontwikkeling/leerrendement stage jaar 2 en vooruitblikken op stage jaar 3 Ter voorbereiding op dit gesprek bereidt je een presentatie van maximaal vijftien minuten voor, waarin je : 1. aan de hand van twee thema s laat zien wat je hebt geleerd (Let op: gebruik portfolio om beweringen te bewijzen!). 2. aangeeft hoe de stage zijn/haar visie op lesgeven in het algemeen en in het lesgeven in het schoolvak in het bijzonder heeft beïnvloed (gebruik begrippenkader vakdidactiek/ directe instructie). 3. vooruitblikt op stage jaar 3 (denk aan: leervragen, school, begeleiding etc.). Omdat in de gebruikte lokalen/spreekkamers soms geen computer of beamer beschikbaar is, kan je tijdens je presentatie ook gebruik maken van: 1. of een moodboard en/of poster 2. of een (eigen) laptop. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 23

In onderstaand schema wordt duidelijk wat in je portfolio deel II moet zitten: Leerwerktaak Wat? Toelichting Leerwerktaak 2.2 Lessen geven deel B (afgerond na blok 3) POP/LWP Vijf lesverslagen De Leervragen en het leerwerkplan rondom de LWT 2.2 lessen geven geschreven in (de geest van) het format in bijlage 3, in max één A4tje. Nb. Houd rekening met het feit dat Effectief lesgeven en directe instructie centraal staat. Je leervragen en reflectie zijn voor een belangrijk deel hierop gericht. Van elke les neem je op: De lesvoorbereiding Een beschrijving van het lesverloop. Feedback op de les, dit kan van je vakcoach zijn, een peer/medestudent of een andere betrokkene. Een heldere reflectie, waarbij je een koppeling maakt naar je leervragen en naar de theorie van Effectief leren en directe instructie. Twee videofragmenten Neem op 2 videofragmenten van uitgewerkte les(fragmenten), voorzien van een reflectie. Leerwerktaak Wat? Toelichting Leerwerktaak 2.3 Werken in een organisatie POP/LWP De Leervragen en het leerwerkplan rondom de LWT 2.3 Werken in een organisatie geschreven in (de geest van) het format in bijlage 3, in max één A4tje. Verslag van drie verschillende activiteiten Van elke activiteit neem je op: Voorbereiding van de activiteit (max één A4tje) Een beschrijving van het verloop en jouw aandeel daarbij. Een heldere reflectie. Hierin besteed je in ieder geval aandacht aan jouw leervragen en voornemens uit je POP. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 24

Eindbeoordeling vakcoach Competentiescan POP volgend jaar. Feedback van je vakcoach specifiek gericht op je functioneren in de groep. Hierbij kan je vragen of hij speciale aandacht heeft voor: contact leggen, wijze van leiding geven en begeleiden van (kleine) groepen. Feedback van drie leerlingen op je functioneren in een groep. Nb. Je kan zelf richting geven aan deze feedback door een paar evaluatievragen op te stellen over items die jij belangrijk vindt om te weten. Een schriftelijk eindoordeel van de vakcoach (zie bijlage 2 voor formulier eindoordeel vakcoach). Je maakt de competentiescan uit de handleiding en neemt deze op in je portfolio. Dit vormt de basis voor een POP voor volgend jaar van max 2A4tjes S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 25

Bijlage 1 : Kijkwijzer jaar 2 (vakcoach) Algemene punten Interpersoonlijk Feedback Hoe is het contact met de leerlingen individueel en met de klas? Is de attitude van de leerling gericht op de belevingswereld van de leerlingen? Pedagogisch - Hoe zorgt de student voor een veilig leerklimaat (positieve insteek, respect voor leerlingen, doet moeite namen te onthouden). Heeft de student oog voor individuele leerlingen? Vakinhoudelijke en didactisch Beheerst de student de lesstof in voldoende mate? Op welke manier zorgt de student dat hij/zij zicht heeft op het leerproces? Op welke manier zorgt de student ervoor dat alle leerlingen actief blijven? Stelt de student hogere orde vragen? (verbanden leggen/creatief toepassen) Organisatorisch (tijdens de les) - Op welke manier zorgt de student voor de regie en duidelijke regels? - Heeft de student overzicht over wat er in de klas gebeurt? - Signaleert de student ordeproblemen en hoe gaat hij/zij hiermee om? S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 26

lesfases 1. aandacht richten Feedback Op welke manier wordt er contact gemaakt met de leerlingen? Hoe wordt er betekenis gegeven aan de les? 2. Uitleg geven Is de uitleg duidelijk? - Is de uitleg in leerlingentaal? - Wordt de aandacht vastgehouden? - Richt het zich op de kern? - Worden denkstappen geëxpliciteerd? 3. Nagaan of alles over is gekomen Op welke manier gaat de student na of alles over is gekomen? 4. instructie over zelfwerkzaamheid Is de instructie duidelijk? - Doel - Gewenste werkwijze - Wat er met het resultaat van de opdracht gebeurt Hoe wordt nagegaan of de instructie duidelijk is? 5. Zelfwerkzaamheid Hoe wordt zelfwerkzaamheid begeleid? - De student loopt rond - De student begeleidt door vragen te stellen. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 27

6. afsluiten van de les Hoe wordt er nagegaan of het doel van de les bereikt is? Weten de leerlingen wat er volgende les van hen verwacht wordt? Controleert de student of leerlingen huiswerk overnemen? Algemene punten Organisatorisch (buiten de les) De student: - komt afspraken na - heeft lesvoorbereiding in orde (formulier) - komt op tijd kan zijn tijd goed indelen Samenwerking met collega s De student: - vraagt hulp en informatie - toont initiatief Reflectie en ontwikkeling De student: - stelt goede leerdoelen op - reflecteert kritisch - communiceert over eigen leerproces - werkt methodisch aan eigen leerproces d.m.v. een portfolio Overige aandachtspunten Overige kwaliteiten S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 28

Bijlage 2: Advies vakcoach. Een belangrijk onderdeel van de tussentijdse- en eindbeoordeling van stage jaar 2 is het advies van de (vak)coach. Om een goed onderbouwd advies te kunnen geven, vult de (vak)coach per competentie in in welke mate de student, op niveau 2; assisterend onder directe begeleiding in eenvoudige situaties en op niveau 3; begeleid taken verrichten van een leraar onder begeleiding in standaard situaties, functioneert. Daarbij onderbouwt de (vak)coach zijn mening met voorbeelden en geeft hij of zij ook ontwikkelpunten voor de student aan. Voorwaarden voor het krijgen van een eindadvies stage jaar 2 zijn: Leerwerktaken zijn met een voldoende afgerond. Verslag en beoordeling van minimaal 1 lesbezoek door een ander dan de (vak)coach. De kijkwijzer voor de (vak)coach is opgenomen in bijlage 2 (kijkwijzer voor (vak)coach). Verslagen zijn in correct Nederlands geschreven. De student levert het tussentijdse beoordeling in bij de verwerking van leerwerktaak 2.1, voor het voortgangsgesprek. En de eindbeoordeling van de (vak)coach bij de stagebegeleider, als onderdeel van zijn eindbeoordelingsdossier. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 29

Tussentijdse beoordeling stage jaar 2 (vakcoach) Naam stagiair(e): Stageschool: Naam vakcoach: Tussentijdse beoordeling: onvoldoende matig voldoende goed Hoe heeft de stagiaire in het eerste deel van de stage bij u gefunctioneerd? Hierbij kunt u denken aan: op tijd aanwezig zijn, zich houden aan afspraken, inzet en motivatie, contacten met andere collega s. Hoe beoordeelt u de wijze waarop de stagiair(e) heeft gewerkt aan haar portfolio? Heeft hij/zij gevraagd naar mogelijkheden binnen de school om aan leervragen te werken? Is hij/zij (op een voor u duidelijke manier) aan de slag gegaan met eigen leervragen, heeft hij/zij op verschillende momenten gerichte feedback aan u gevraagd? S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 30

Hoe beoordeelt u momenteel de kwaliteiten van de stagiair(e) als (toekomstig) leraar? Waar zou de stagiair(e) de komende tijd aandacht aan moeten besteden? Welke feedback heeft u tot nu toe op zijn/haar functioneren? Heeft u vertrouwen in een goede afloop van deze stage? Overige opmerkingen S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 31

Eindbeoordeling stage jaar 2 (vakcoach) Competentie 1 - Interpersoonlijk Het vermogen een sfeer van samengaan en samenwerken met leerlingen te realiseren. Stadium 2 / 3 : De student: Kan een beargumenteerde reactie geven op het gebruik door de docent van verschillende gesprekstechnieken Rapportage (vak)coach Beoordeling: O V G ZG Onderbouwing: Laat zien contact met leerlingen te kunnen maken (noemt leerlingen bij naam,maakt een praatje,heeft oogcontact, sluit aan bij interesses) Signaleert gedrag- en verhoudingproblemen Laat zien affiniteit te hebben met de doelgroepen Laat zien dat hij leiding kan geven aan de klas in standaardsituaties (houding,stem, leidinggeven) Ontwikkelpunten: Toont betrokkenheid met leerlingen en klassen Is in staat tot interactie met de klas Competentie 2 Pedagogisch Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving. Stadium 2 / 3: De student: toont een positieve insteek naar leerlingen toe Rapportage (vak)coach Beoordeling: O V G ZG Onderbouwing: S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 32

Toont respect voor de leerlingen; de leerlingen hebben respect voor de student Doet moeite de namen van de leerlingen te kennen Oriënteert zich op verschillen tussen leerlingen ( schooltype, gedrag, cultuur) Kan een sfeer scheppen waarin leerlingen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen Ontwikkelpunten: Begeleidt het vergroten van zelfstandigheid en verantwoordelijk bij leerlingen Heeft oog voor individuele leerling (stille/luidruchtige/pesten e.d.) Ontdekt en herkent verschillen tussen leerlingen (schooltype, gedrag, cultuur) Competentie 3 - Vakinhoudelijk en didactisch: Het vermogen een krachtige leeromgeving voor leerlingen te verwezenlijken. Stadium 2 / 3: De student: Toont zich enthousiast voor zijn vak Rapportage (vak)coach Beoordeling: O V G ZG Onderbouwing: Bereidt/ assisteert (deel van) les goed voor Assisteert tijdens de les verschillende lesvormen S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 33

Beheerst de leerstof die hij/zij moet doceren of toont zich bereid zich hierin te verdiepen Ontwikkelpunten: Is in staat om met veel begeleiding van de (vak)coach (gedeelten van) leeractiviteiten te ondernemen in eenvoudige situaties. Kan zijn voorbereiding in eigen woorden toelichten aan derden Kan de principes van directe instructie benoemen en toepassen Competentie 4 - Organisatorisch: Het vermogen te zorgen voor een leef- en leerklimaat dat overzichtelijk ordelijk en taakgericht is. Stadium 2 /3 : De student: Rapportage (vak)coach Beoordeling: O V G ZG Heeft lesvoorbereiding in orde (formulier) Is tijdig in de les Onderbouwing: Heeft zijn spullen klaar liggen Is duidelijk in wat hij wil doen in les Houdt zich aan afspraken Kan zijn tijd goed indelen (prioriteit, planning) Zorgt voor een goede regie en duidelijke regels Ontwikkelpunten: Houdt zich aan de regels en handelt hierin consequent naar leerlingen S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 34

Heeft een goed overzicht over de groep Kan anticiperen op (orde) verstoringen Kan op langere termijn plannen ( zowel voor zichzelf als voor leerlingen) Kan inspelen op veranderende situaties (flexibiliteit) Competentie 5 - Samenwerking met collega s: Het vermogen samen te werken in een team/organisatie. Stadium 2 / 3: De student: Houdt zich aan team afspraken Rapportage (vak)coach Beoordeling: O V G ZG Onderbouwing: Toont initiatief Is zich bewust van rechten en plichten als werknemer en handelt daar naar Is aanwezig bij nietlesgebonden activiteiten Ontwikkelpunten: Is zich bewust van zijn/haar voorbeeldrol Stelt zich dienstbaar op Is duidelijk over wat hij/zij wel/niet kan Neemt verantwoordelijkheid Laat zichtbaar zien contact te kunnen en willen maken met S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 35

collega s Competentie 7 - Reflectie en ontwikkeling: Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen. Stadium 2 / 3: De student: Deze competentie gaat vooral over de eigen persoonlijke ontwikkeling in relatie tot het beroep. Deze ontwikkeling uit zich in gesprekken en portfolio op de volgende punten: Rapportage (vak)coach Beoordeling: O V G ZG Onderbouwing: Probeert zich in te leven in de rol van leraar (beroepshouding) Onderzoekt of dit beroep bij hem /haar past (d.m.v. observaties, gesprekken e.d.)laat zien dat hij /zij wil leren(is coachbaar) kan feedback ontvangen en vervolgens ander gedrag vertonen Ontwikkelpunten: Kent eigen sterkte en zwakte Is bereid zichzelf zowel schriftelijk als mondeling te bekwamen in de Nederlandse taal Kan beoordelen of beroep van leraar hem/haar boeit en bij hem/haar past; kan dit motiveren S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 36

Bijlage 3 Het maken van een POP / LWP Er zijn twee manieren waarop je ervaringen opdoet: ervaringen waar je zelf op hebt aangestuurd, die je hebt gepland, en ervaringen die je gewoon overkomen ongeplande ervaringen. In je portfolio besteed je uiteindelijk aandacht aan beide soorten ervaringen (zie hiervoor de handleiding portfolio), maar je kunt je in je POP natuurlijk alleen voorbereiden op de geplande activiteiten. Bij het uitwerken van je POP neem je onderstaand overzicht als basis. Dit uitgewerkte overzicht is een zeer belangrijk deel van je portfolio. POP & LWP van leerwerktaak: POP: overzicht en uitwerking van leervragen Mijn leervragen zijn: Beschrijf hier je leervragen zoals je ze einde vorig cursusjaar geformuleerd hebt voor jaar 3. Leervraag 1: Leervraag 2: Leervraag 3: Etcetera Situatieschets / achtergrond Beschrijf hier per leervraag kort hoe je op je leervraag gekomen bent; licht de achtergrond van je vraag toe. Specificeren aspecten van leervragen Om welke aspecten gaat het? Wees zo specifiek mogelijk. Een voorbeeld:je leervraag is Hoe kan ik orde houden?. Om welke aspecten van orde houden gaat het? Je eigen grenzen aangeven? Concrete actie na een waarschuwing? Doen wat je zegt? Afwisselende werkvormen om ordeproblemen tegen te gaan? haarden van wanorde snel kunnen signaleren? Hoe specifieker je bent, des te gerichter worden je activiteiten. De aspecten werk je voor elke leervraag uit. Wanneer tevreden? Wanneer ben je tevreden, welk gedrag moet jij dan vertonen? Dit formuleer je vooraf. Wat je hier beschrijft zijn handvatten voor je terugblik straks. Deze punten laat je altijd terugkomen als je reflecteert op je ervaringen. Kun je tevreden zijn? Ook dit doe je per leervraag. LWP: activiteiten die passen bij leervragen Overzicht passende activiteiten Voor de aanvang van je stage: welke activiteiten passen bij jouw leervragen? Wees hier opnieuw zo specifiek mogelijk. Veel lessen geven is minder specifiek dan 10 lessen waarbij ik de ruimte krijg om te oefenen met directe instructie. Overzicht praktische vragen Voor de aanvang van je stage: wat is er praktisch nodig om te werken aan jouw leervragen? Hierbij kun je denken aan: hoeveel lessen kun je overnemen, mag je zelf (ingrijpende) ordemaatregelen nemen? Kun je een plattegrond van de namen van leerlingen krijgen etcetera? Ook hier laat je elke leervraag de revue passeren. Formuleer alvast in termen van vragen aan je begeleider. LWP vaststellen Aan het begin van de stage stel met je begeleider jouw activiteiten vast. Dit kun je dus pas doen nadat je je vakcoach hebt ontmoet en hebt gesproken over jouw POP. Hier per leervraag een overzicht van voorgenomen en vastgestelde activiteiten. S T A G E H A N D L E I D I N G H O O F D F A S E 1 2 0 1 5-2016 P A G I N A 37