Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 regio Noord-Holland Noord 2013-2014 Iedereen heeft, naar zijn of haar kunnen, recht op werk. Want werk zorgt voor economische en financiële zelfstandigheid, draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde en levert een bijdrage aan een sterke, regionale economie. Om iedereen aan het werk te krijgen moeten werkgevers, (toekomstige) werknemers, gemeenten, UWV en onderwijsorganisaties hun krachten bundelen. Dat is wat wij in Noord-Holland Noord doen. 1
2 van 20 Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 2013-2014 Regio Noord-Holland Noord Versie : 1.1 Steller : Frans Zoetelief Telefoon : 06-12972401 Programmamanager : Paul Scholtz Datum : 26 november 2013 Bijlagen : 5 2
3 van 20 Inhoudsopgave Blz. 1. Inleiding 4 2. Aanleiding 4 3. Uitwerking Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 5 4. Doelstellingen en inzet van de Plaatsingsbonus 6 5. Extra begeleiding voor jongeren 7 6. Uitvoering Actieplan: een gezamenlijk belang 7 7. Prestatieafspraken 8 8. Relatie AJW 2.0 met andere projecten 8 9. Uitvoeringsorganisatie 10 10. Organisatie front-office / BackOffice 11 11. Europees Sociaal Fonds (ESF) 11 12. Verantwoording 12 13. Risico s 12 14. Organisatie 13 15. Communicatie 14 16. Begroting 15 Bijlage 1 Verdeling budget AJW 2.0 per subregio 16 Bijlage 2 Voorwaarden Plaatsingsbonus 17 Bijlage 3 Procesbeschrijving aanvraag Plaatsingsbonus 18 Bijlage 4 Ontwikkeling jeugdwerkloosheid in Noord-Holland Noord 19 Bijlage 5 Partners van het Actieplan Jongeren 2.0 van het RPA 20 3
4 van 20 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is de uitwerking van het projectplan Actieplan Jeugdwerkgelegenheid Noord- Holland Noord 2.0 (AJW 2.0), een vervolg op het eerste Actieplan Jeugdwerkgelegenheid, welke uitgevoerd is tussen eind 2009 en eind 2012. Het project is onderdeel van het Programma Inclusieve Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, thema van School naar Werk, met als opdrachtgever het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Noord-Holland Noord (RPA-NHN). Medio september 2013 ontvangt de regio Noord-Holland Noord naar verwachting 702.500,- in het kader van de regeling Impuls Aanpak Jeugdwerkloosheid van de Rijksoverheid (van de 25 miljoen die landelijk hiervoor beschikbaar is). Voorwaarde is dat de aanvraag die onze regio heeft gedaan wordt gehonoreerd. Dit bedrag is gebaseerd op het aantal jongeren ingeschreven als Niet-werkende werkzoekende jongeren (NWW) in de arbeidsmarktregio Noord Holland Noord. Gemeente Alkmaar ontvangt als centrumgemeente deze middelen voor de hele regio. Daarnaast komt er een budget van 960.000,- 1 beschikbaar vanuit de regio zelf. Dit budget komt in zijn geheel beschikbaar als het agentschap SZW de controle van de uitgaven van het eerste AJW die onder de ESF subsidie vallen goedkeurt. Er is al een voorschot ontvangen door de centrumgemeente Alkmaar ten bedrage van 640.000,- Dit budget wordt tevens ingezet in het project AJW 2.0. Voor AJW 2.0 zal daarmee een totaalbedrag van 1.662.500,- beschikbaar komen. Van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 staat de uitvoeringsfase gepland. Op 4 september 2013 ligt dit uitvoeringsplan ter besluitvorming voor in de stuurgroep RPA-NHN. Vervolgens zal het ter besluitvorming ingebracht worden bij de gemeente Alkmaar als centrumgemeente en ter kennisname naar de colleges B&W van de overige gemeenten inde regio Noord-Holland Noord worden toegezonden. 2. Aanleiding Het eerste Actieplan Jeugdwerkgelegenheid (AJW) is de afgelopen jaren in de regio succesvol uitgevoerd. Er zijn door de samenwerkende partijen (overheid, onderwijs en ondernemers) tussen 2009 en 2012 9625 jongeren geplaatst op een leerbaan of stageplaats. Vooral het inzetten van Plaatsingsbonussen, extra coaching en begeleiding van de jongeren en het genereren van maatschappelijke projecten zijn succesvolle elementen geweest. Uit de evaluatie van het AJW is tevens gebleken dat in de subregio s waar het meest is samengewerkt de resultaten ook het meest positief hebben uitgepakt. De samenwerking in het AJW is de opmaat geweest voor het programma Inclusieve Arbeidsmarkt. Eén van de doelen van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt is de borging van de opbrengsten van AJW 1.0 én het realiseren van nog niet behaalde doelen. Rol programma Inclusieve Arbeidsmarkt: - Borgen van de opbrengsten van AJW 1.0; - Realiseren van nog niet behaalde doelen; - Ontwikkelen van AJW 2.0 met een duidelijke inbreng van verschillende onderwijsinstellingen; - Het opnieuw inzetten van eerder gebleken succesvolle instrumenten als de Plaatsingsbonus en dienstverlening richting jongeren. 1 De eindcontrole heeft in augustus 2013 plaatsgevonden en er wordt op dit moment een rapport van bevindingen geschreven. Het is nog mogelijk dat het bedrag lager uitvalt dan genoemd. 4
5 van 20 3. Uitwerking Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 Het AJW 2.0 richt zich op Niet-werkende werkzoekende (NWW) jongeren van 16 tot 27 jaar zonder startkwalificatie in de regio Noord-Holland Noord. De jeugdwerkloosheid in onze regio is (net als in de rest van Nederland) flink gestegen, in twee jaar tijd van grofweg 1.400 werkloze jongeren naar 2.300 werkloze jongeren. Deze stijging is voor het grootste deel ontstaan nadat het eerste Actieplan Jeugdwerkgelegenheid in 2012 afliep. Het aantal jongeren zonder startkwalificatie is ongeveer 1.000 (april 2013). Hierbinnen onderscheiden we twee subdoelgroepen waar AJW 2.0 zich op gaat richten: Doelgroep praktijk- en speciaal onderwijs (PRO en VSO): Dit zijn naar schatting 300 jongeren in de regio Noord-Holland Noord. Hiervoor worden drie subregionale ArbeidsAdviesTeams (AAT s) opgericht. Voor een klein deel van deze doelgroep zal ook de Plaatsingsbonus en extra begeleiding worden ingezet. Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie over AAT. Doelgroep voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs (VO en MBO): Dit zijn naar schatting 700 jongeren in regio Noord-Holland Noord. Hiervoor wordt de succesvolle opbrengst vanuit het eerste Actieplan Jeugdwerkgelegenheid ingezet: de Plaatsingsbonus en extra begeleiding. De geldmiddelen van het AJW 2.0 worden ingezet op de instrumenten begeleiding en de Plaatsingsbonus, een subsidie voor de werkgever wanneer die een jongere zonder startkwalificatie in dienst neemt. Dit omdat er beduidend minder financiële middelen beschikbaar zijn ten opzichte van het eerste Actieplan en deze jongeren extra scholing en/of werkervaring nodig hebben om hun kans op de arbeidsmarkt structureel te vergroten. De focus wordt gelegd op kwetsbare jongeren. Daartoe behoren ook jongeren die onder jeugdzorg vallen, (ex-)leerlingen van de praktijkschool of speciaal voortgezet onderwijs of jongeren met een verslavings- en/of detentieachtergrond. 5
6 van 20 4. Doelstelling en inzet van de Plaatsingsbonus De doelstelling is om zoveel mogelijk jongeren een duurzame plek of perspectief op de arbeidsmarkt te geven. Op individueel niveau wordt een traject richting onderwijs en/of arbeidsmarkt gerealiseerd, waarbij middelen uit het AJW 2.0 worden ingezet, maar ook andere middelen van gemeenten, onderwijs en werkgevers worden ingebracht. Denk bijvoorbeeld aan de sectorgelden die vanuit het ministerie of de Provincie worden vrijgegeven. De Plaatsingsbonus richt zich alleen op jongeren zonder startkwalificatie. De kosten die een werkgever voor een jongere maakt zijn vooral loonkosten en/of stagekosten. Deze zijn onder te verdelen in een productief deel (de jongere levert een productieve prestatie) en een consumptief deel (de jongere krijgt begeleiding op de werkvloer, doet ervaring op en krijgt zo een praktijkopleiding). Afhankelijk van de afstand van de jongere tot de arbeidsmarkt heeft de werkgever recht op een Plaatsingsbonus vanuit het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid. Het maakt niet uit waar de werkgever de bonus aan uitgeeft, dit kunnen zowel loon-, opleidings- als begeleidingskosten zijn. Als de werkgever de jongere zonder een startkwalificatie een werkervaringsplaats aanbiedt, dan heeft de werkgever recht op een schadeloosstelling voor de begeleiding. De werkgever is verantwoordelijk voor het verstrekken van een minimale vergoeding. Voor de kosten voor levensonderhoud kan de jongere eventueel bij de gemeente waar hij of zij woonachtig is, een beroep doen op bijstand. De mogelijkheden qua uitkering zijn afhankelijk van de individuele levensomstandigheden van de jongere en ter bepaling van de gemeente waar de jongere woonachtig is. Er zijn drie categorieën Plaatsingsbonussen vastgesteld: Categorie A: Werkgevers die een werkloze jongere zonder startkwalificatie een leerwerkbaan in het kader van een BBL-opleiding op een ROC of AOC van minimaal een half jaar aanbieden, ontvangen 2.000,- op jaarbasis (naar rato). Categorie B: Werkgevers die een werkloze jongere zonder startkwalificatie een reguliere baan van minimaal een half jaar aanbieden, ontvangen 2.000,- op jaarbasis (naar rato). Categorie C: Werkgevers die een werkloze jongere zonder startkwalificatie een werkervaringsplek van minimaal een half jaar aanbieden, ontvangen 1.000,- op jaarbasis (naar rato). De onkostenvergoeding is voor rekening van de werkgever. De Plaatsingsbonus geldt voor een aaneensluitende periode van maximaal één jaar. Per jongere wordt slecht eenmaal een bonus uitgekeerd. Deze regeling heeft een subsidieplafond. Er kunnen slechts Plaatsingsbonussen worden toegekend zolang het budget het toelaat. De volgorde van toekenning wordt bepaald op basis van datum van binnenkomst van de complete en volledig ingevulde aanvraag. Per afzonderlijke werkgever worden maximaal 3 Plaatsingsbonussen toegekend. Dit geldt ook voor payroll dienstverbanden. Als een plaatsing van een jongere tot stand komt via bemiddeling van een uitzendbureau of payrollbedrijf wordt de Plaatsingsbonus toegekend aan de inlenende organisatie. Dit is de eigenlijke werkgever die de arbeidsovereenkomst aangaat met de jongere en daarmee recht heeft op de bonus. De inlenende organisatie zal daardoor op de aanvraag staan. 6
7 van 20 De subsidiecalculator van het UWV (www.subsidiecalculator.nl) is leidend voor de hoogte van de Plaatsingsbonus in concrete gevallen. Een jongere, die aan de voorwaarden van de Plaatsingsbonus voldoet, ontvangt alleen een Plaatsingsbonus zolang het totaalbedrag aan subsidie, belasting- en premiekortingen, bonussen, etc. niet meer dan 100% van de loonsom van de jongere bedraagt. Zie bijlage 2 en 3 voor een verdere uitwerking van de Plaatsingsbonus. 5. Extra begeleiding voor jongeren Een belangrijk knelpunt dat vanaf de werkvloer is aangegeven, is de begeleiding van voornamelijk kwetsbare jongeren. Door gemeenten, onderwijs en het UWV worden momenteel de volgende probleempunten ervaren bij het begeleiden van jongeren naar school of werk: In het voortraject is te weinig formatie beschikbaar om jongeren basisvaardigheden aan te leren. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om op tijd komen, presentatie, kledingvoorschriften, gewenst gedrag etc. Wettelijk is er een zoektijd van 4 weken waarin jongeren zich pas na deze 4 weken mogen melden voor een uitkering en/of hulp bij het zoeken naar werk of een opleiding. Vanwege een hoge werkdruk is er weinig tijd beschikbaar voor klantmanagement en jobcoaching: het begeleiden van jongeren op de werkvloer. Medewerkers van gemeenten komen vaak niet aan deze taak toe en UWV koopt jobcoaching extern in. Ten slotte is er formatietekort voor de functie van jobhunter: het zoeken naar banen (werkgevers) voor jongeren. Voor het eerste en derde punt wordt vanuit het AJW 2.0 geen middelen vanuit het AJW 2.0 beschikbaar gesteld. Voor het tweede punt is dit wel het geval, namelijk voor extra begeleiding op de werkvloer. Daarnaast moet er per subregio een aanspreekpunt zijn voor het instrument de Plaatsingsbonus. Deze coördineert alle aanvragen en zorgt ervoor dat het instrument ook door gemeenten afgenomen gaat worden. Daar waar de gemeenten subregionaal/lokaal werken voor WWB klanten en jongeren die voor een uitkering aankloppen (waaronder NUG ers), werkt het UWV bovenregionaal voor WW-klanten en Wajongeren. Door bovenstaande redenen is besloten dat er per subregio een budget komt vanuit het AJW 2.0 voor coördinatie, begeleiding en coaching van jongeren. De subregio zet dit budget in al naar gelang van de eigen behoefte aan coördinatie, klantmanagement of jobcoaching. Voor elke subregio is dit vastgesteld op 1,0 fte. 6. Uitvoering Actieplan: een gezamenlijk belang Het gezamenlijk belang dat alle partijen hebben bij het uitvoeringsplan AJW 2.0 dient als uitgangspunt. Dit biedt ook een structurele basis voor als het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid in 2015 is afgerond. Dat betekent dat dit uitvoeringsplan gebaseerd is op onderling vertrouwen en dat de bureaucratie in het kader van rechtmatigheid tot een minimum wordt beperkt. De voorgestelde maatregelen beogen de werkgevers die jongeren op te leiden tot vakmensen, te belonen met een subsidie vanuit het Actieplan. De klantmanagers en jongerenbegeleiders vanuit de RMC-functie, het Jongerenloket / Sociale Dienst van de gemeente of het UWV stellen het recht op een Plaatsingsbonus vast in een indicatiestelling (zie bijlage 2 en 3). Zij doen dit op basis van hun professionele beoordeling van de situatie van de jongere. Er wordt door deze medewerkers altijd gestreefd naar 7
8 van 20 een duurzame plaatsing van een jongere bij een werkgever (minimaal 6 maanden in dienst voor minimaal 20 tot 32 uur in de week, afhankelijk van de categorie). 7. Prestatieafspraken Doelgroep: Niet-werkende werkzoekende jongeren (waaronder WWB'ers, WW'ers, Wajongers en NUG'ers) van 16 tot 27 jaar uit de arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord. Jaargemiddelde over de periode april 2012 - maart 2013: 1.791 jongeren. Per april 2013: 2.285 jongeren. Sub-doelgroepen: Schoolverlaters uit het Praktijkonderwijs (PRO), Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en van het MBO niveau 1, die op eigen gelegenheid geen werkplek op de arbeidsmarkt kunnen vinden. Dit zijn jongeren zonder een startkwalificatie die in de meeste gevallen ook geen startkwalificatie kunnen behalen (i.v.m. een beperkt leervermogen). Deze sub-doelgroep bedraagt ongeveer 300 jongeren. Hiervan begeleiden gemeenten, UWV en praktijkbegeleiders van de scholen alle jongeren naar een werkplek. De intentie is om 200 jongeren met succes te plaatsen op een duurzame werk-, stage- of werkervaringsplek voor minimaal een jaar. (Voortijdige) Schoolverlaters van het VO en MBO, die begeleiding nodig hebben om terug te keren naar school om een startkwalificatie te behalen en / of een plek op de arbeidsmarkt te kunnen vinden. Dit zijn jongeren zonder startkwalificatie die een startkwalificatie kunnen behalen, maar daar extra begeleiding en / of coaching bij nodig hebben. Deze sub-doelgroep bedraagt ongeveer 700 jongeren. Alle jongeren die zich melden bij een Jongerenloket, het UWV of een sociale dienst worden begeleid naar een duurzame werkplek. Er wordt verwacht dat 500 jongeren daadwerkelijk geplaatst worden. Jongeren met een startkwalificatie, waarvoor op dit moment geen werkgelegenheid beschikbaar is. Dit zijn schoolverlaters van het MBO met een diploma op niveau 2, 3, 4. Deze sub-doelgroep betreft ongeveer 1300 jongeren. Als jongeren uit deze sub-doelgroep zich melden worden zij desgevraagd begeleid bij het zelf zoeken van werk. Hier wordt vanuit het AJW 2.0 geen extra inzet op gepleegd en is hiermee ook geen Plaatsingsbonus voor mogelijk. Het AJW 2.0 richt zich op de eerste twee doelgroepen. De derde doelgroep bestaat uit reguliere inzet vanuit het Jongerenloket, RMC, de Sociale Dienst of het UWV. Alle jongeren (met of zonder startkwalificatie) die zich melden bij een Jongerenloket, het UWV of een sociale dienst worden ondersteund bij het zelf zoeken naar een duurzame werkplek. 8. Relatie AJW 2.0 met andere projecten Het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 maakt onderdeel uit van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt, waardoor: - bestuurlijke slagkracht wordt benut om successen te realiseren. - de relatie met andere thema's en projecten wordt gemanaged. - voortgang wordt gemonitord en afhankelijkheden worden bewaakt. Andere relaties worden vormgegeven in concrete projecten als: - ArbeidsAdviesTeams (AAT s) Naar schatting zijn zo n 300 jongeren van het Praktijkonderwijs (Pro) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) in principe in staat om te werken, mits ze extra ondersteuning krijgen. Een ander 8
9 van 20 deel van de jongeren uit deze twee onderwijssoorten stroomt door naar een vervolgopleiding (niveau 1 op een AOC of ROC). Een deel van de jongeren die hier zonder startkwalificatie uitstromen behoeft ook ondersteuning naar werk. In de regio Noord-Holland Noord bestaan al geruime tijd drie Arbeidsnetwerken waar jongeren uit deze doelgroep besproken worden als zij zonder werk komen te zitten: regio West-Friesland, regio Noord-Kennemerland en regio Kop van Noord-Holland. Het project AAT s richt zich nu op het voortbouwen op en omvormen van deze netwerken tot ArbeidsAdviesTeams (AAT s). De ArbeidsAdviesTeams opereren onder een afzonderlijk project binnen het AJW 2.0 en is daarmee tevens een onderdeel van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt, thema van School naar Werk. Elementen die in de ArbeidsAdviesTeams zullen terugkomen: Duurzame regionale alliantie van onderwijs (praktijkscholen, Speciaal Voortgezet Onderwijs, ROC s), gemeenten, UWV, het Werkgeversservicepunt én Jeugdzorg; Werk is einddoel; ontzorgen leerling en werkgever; Maatwerk; het vermogen van de jongere moet centraal staan; De organisatie wordt dicht op de scholen, waar de kennis over de jongeren zich bevindt, vormgegeven. - Leerwerkloket NHN: Jongeren kunnen bij het Leerwerkloket terecht voor informatie, advies en ondersteuning bij scholingswensen. Het Leerwerkloket NHN valt tevens onder het programma Inclusieve Arbeidsmarkt, thema van Werk naar Werk. - Social Return On Investment (SROI) ten behoeve van doelgroepen 1 en 2: Deelnemen van kwetsbare jongeren in SROI. Werkwijze en procedure zijn ontwikkeld in de regio in de vorm van een Toolkit. Er is een mogelijkheid om jongeren in een BOL of BBL-opleiding te laten meetellen in de SROI-verplichting. Gemeenten in een regio leveren gezamenlijk een coördinator voor minimaal een jaar. Dit om de SROI-verplichtingen die ontstaan door de aanbestedingen te blijven bewaken, het regionale team aan te sturen en de informatie te verzamelen. Het aanbieden van de kandidaten gebeurt vanuit het team dat bestaat uit reguliere formatie. SROI valt binnen het programma Inclusieve Arbeidsmarkt, thema van Uitkering naar Werk. - Gezamelijke werkgeversdienstverlening: Op grond van artikel 10 Wet SUWI hebben UWV en gemeenten de opdracht gekregen om in de 30 arbeidsmarktregio s te komen tot een samenwerking werkgeversdienstverlening: UWV en gemeenten moeten met één gezicht naar werkgevers optreden. In de 3 subregio s wordt momenteel binnen het project werkgeversdienstverlening, onderdeel van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt, thema van Werk naar Werk, gestalte gegeven aan het opzetten van 3 subregionale Werkgeversservicepunten (WSP). De dienstverlening richting werkgevers die jongeren in dienst (willen) nemen zal hierin ook geïntegreerd gaan worden. - Project Ontsluiting Werkzoekendenbestanden: Samenwerking van gemeenten met uitzendbureau s onder regie van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt, thema van Uitkering naar Werk. Doel is om 130 uitkeringsgerechtigden (waaronder jongeren) actief te begeleiden naar werk door het uitzendbureau. Dit project zit momenteel in de uitvoeringsfase en loopt tot maart 2014. - Ontwikkeling van een Agritech Campus (ATC) op initiatief van Agriboard: Een stelselmatige aanpak die ertoe moet leiden dat er voldoende innovatieve ondernemers en medewerkers voor bedrijven beschikbaar zijn en blijven binnen de Agrisector en de Techniek. Een verdere samenwerking tussen bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden dat onder 9
10 van 20 meer gericht is op het verbeteren van het imago van de Agribusiness. Gebaseerd op de ervaringen met Seedvalley. Dit project van onder het thema van School naar Werk van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt en is inmiddels operationeel. - Technisch Talent Werkt: Technisch Talent Werkt in Noord-Holland is een project van het Servicepunt Techniek Noord-Holland, een initiatief van werknemers- en werkgeversorganisaties uit de techniek in samenwerking met het UWV. Het project Technisch Talent Werkt in Noord-Holland richt zich op (inter)sectorale mobiliteit in de technische sectoren. Het project is onderdeel van het thema van Werk naar Werk van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt. - Brancheservicepunt Zorg & Welzijn en Brancheservicepunt Horeca & Recreatie: Samenwerkingsverband tussen werkgevers, werkgevers- en werknemersorganisaties, onderwijsinstellingen en het UWV om vraag en aanbod beter op elkaar aan te laten sluiten en een strategisch personeelsbeleid te voeren. - Samenwerking in de overheid en zakelijke dienstverlening (o.a. Werken in Noord-Holland Noord): Meerdere initiatieven onder het thema van Werk naar Werk, waaronder Regiomatchpoint, een mobiliteitsnetwerk voor bedrijven in de regio waarbij vacatures en kandidaten uitgewisseld worden. Daarnaast zijn er allerlei activiteiten en initiatieven in onze regio die van invloed zijn op de werkgelegenheid en op de aanpak van de werkloosheid van jongeren. Deze activiteiten worden door andere partijen uitgevoerd en door het programma Inclusieve Arbeidsmarkt ondersteund. Voorbeelden hiervan zijn op dit moment: School-Ex Programma in de MBO-instellingen Aanpak van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) in VO en MBO Track the Talent om jongeren beter voor te bereiden op werk na hun opleiding Herziening van MBO onderwijs, o.a. de invoering van Entreeopleidingen Jongerenprojecten in de regio zoals Supporters voor Supporters en Scoren met Jongeren Maatschappelijke projecten (vanuit eerste AJW) Aanpak Laaggeletterdheid Andere inrichting van MBO-onderwijs in de techniek in de regio Talent voor Techniek: samenwerking van opleidingsbedrijven in de bouw en techniek 200-banenplan Jeugdzorg 9. Uitvoeringsorganisatie Het AJW 2.0 geldt voor de gehele regio Noord-Holland Noord. De front-office in de subregio s Noord- Kennemerland, Kop van Noord-Holland en West-Friesland is zeer verschillend. Zo heeft de Kop van Noord-Holland geen Jongerenloket en is die in West-Friesland in 2012 gesloten; wordt in Noord- Kennemerland het Jongerenloket nu nog bemand door de klantmanagers van de Sociale Dienst en het RMC en in West-Friesland werkten het RMC, het UWV Werkbedrijf en de Sociale Dienst voorheen voor alle doelgroepen samen. Het is aan de subregio s hoe zij de front-office willen organiseren. Een andere belangrijke voorwaarde voor het succesrijk kunnen plaatsen van jongeren is het in voldoende mate beschikbaar hebben van leerwerkbanen in erkende leerbedrijven. Stichting Samenwerking Beroeps en bedrijfsleven (S-BB) en de daarbij aangesloten kenniscentra voor beroepsonderwijs zullen in het kader van hun wettelijke taak hierin voorzien. Er zullen nadere afspraken gemaakt worden tussen het onderwijs (AOC en beide ROC s) en het S-BB om de 10
11 van 20 samenwerking te verbeteren, waardoor meer jongeren sneller een leerwerkbaan kunnen vinden om de beroepspraktijkvorming voor hun mbo-opleiding te kunnen invullen. 10. Organisatie front-office/backoffice De subregio is, zoals hiervoor genoemd, verantwoordelijk voor de organisatie van de front-office. De gemeente Alkmaar is verantwoordelijk voor de BackOffice. Om de regeldruk en bureaucratie zo klein mogelijk te maken, is de financiële afhandeling gecentraliseerd bij de gemeente Alkmaar. Dit heeft als bijkomend voordeel dat niet alle gemeenten een verordening hoeven op te stellen of extra formatie daarvoor vrij hoeven te maken. Ook in verband met een mogelijke ESF-aanvraag in 2014 is het van belang om de financiële administratie zoveel mogelijk in één hand te houden. Nadat een jongere zich gemeld heeft bij een van de partners in de sub-regio, beoordeelt de trajectbegeleider op basis van de voorwaarden of de jongere in aanmerking komt voor een Plaatsingsbonus. Als er een werkgever gevonden is wordt de jongere geplaatst, de aanvraag voor een bonus ingevuld en bijlagen (kopie indicatiestelling, ID-bewijs en arbeidscontract) toegevoegd. De trajectbegeleider controleert de aanvraag op juistheid en volledigheid en stuurt deze naar de BackOffice in Alkmaar. De BackOffice toetst de aanvraag. Bij akkoord wordt de aanvraag verder administratief afgehandeld en wordt na 3 maanden gecontroleerd of de jongere daadwerkelijk in dienst is bij de werkgever en gaat de BackOffice tot betaling over. In alle gevallen dat in het traject contact met de werkgever nodig is, wordt dit contact alleen gedaan door de oorspronkelijke trajectbegeleider van de jongere of via de vaste accountmanager van de werkgever. Kortom, de trajectbegeleider of accountmanager blijft verantwoordelijk voor de monitoring van de plaatsing van de jongere en is, zoals hierboven beschreven, de enige contactpersoon voor de werkgever in het gehele proces. Zie verder bijlage 3, waar het proces aanvraag Plaatsingsbonus schematisch is weergegeven. 11. Europees Sociaal Fonds (ESF) Het huidige 7 jarige ESF-programma loopt dit jaar af en vanaf 2014 zal er een nieuw ESF-programma gestart worden. Het is nog onduidelijk hoe dit nieuwe programma eruit zal komen te zien. Wel is zeker dat het ESF niet meer verschillende acties uitzet voor verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld specifiek voor jongeren, ouderen etc.), maar de gemeente één aanvraag doet voor alle doelgroepen. Nieuw is ook dat de aanvraag moet gebeuren voor de gehele regio Noord-Holland Noord. Voor de hand liggend is dat de gemeente Alkmaar als centrumgemeente deze aanvraag zal gaan doen. Vanuit het programma Inclusieve Arbeidsmarkt en de gemeente Alkmaar zal actie worden ondernomen om extra middelen aan ESF subsidie binnen te halen, zodra er duidelijkheid is over de nieuwe subsidieregeling. 11
12 van 20 12. Verantwoording Iedere gemeente (eventueel in samenspraak met het UWV of het Jongerenloket) is verantwoordelijk voor de organisatie van het aanbod op basis van een indicatiestelling conform de doelgroepen a, b en c. Zij kan hierbij gebruik maken van de coördinerende gemeente in de regio (Alkmaar, Den Helder en Hoorn) of het UWV. De gemeenten kennen de lokale arbeidsmarkt en hebben contacten met de jongeren en de lokale werkgevers. De subregio s rapporteren ieder kwartaal de voortgang van uitvoering / uitnutting van het budget van het plan aan de projectleider AJW 2.0. De subregio s belasten de regionale coördinator met deze taak. De projectleider heeft tevens periodiek overleg met het gehele projectteam en de coördinatoren AJW 2.0. De projectleider AJW 2.0 legt verantwoording af aan de stuurgroep RPA-NHN en het ministerie van SZW / de Programmaraad. In de subsidieaanvraag impuls aanpak jeugdwerkloosheid en het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 zijn prestaties afgesproken. De verplichtingen en uitgaven worden bewaakt door de projectleider en per kwartaal gerapporteerd aan de stuurgroep RPA-NHN. De verplichtingen en uitgaven dienen binnen de begroting van dit uitvoeringsplan te blijven. 13. Risico s De prestatieafspraken zoals genoemd in dit uitvoeringsplan zijn gebaseerd op de huidige problematiek, de begroting, maar ook op de bedragen die gekoppeld zijn aan de diverse categorieën jongeren. De stuurgroep RPA-NHN bewaakt de voortgang van de activiteiten en de financiën. Op basis van voortschrijdend inzicht worden plannen en richtbedragen eventueel door de stuurgroep aangepast. De partners wijzen erop dat de doelgroep waar op gericht wordt slechts deels in beeld is bij het UWV en dus ook slechts deels in de cijfers die het UWV produceert. Een deel van de jongeren volgt geen onderwijs (meer), heeft geen baan, maar meldt zich niet als werkzoekende bij het UWV en vraagt geen uitkering aan bij gemeentelijke sociale diensten. Toch zitten deze jongeren zonder werk of school en worden voor het grootste deel opgepakt door het RMC of Sociale Dienst / Jongerenloket van de gemeenten. Er wordt vanuit het programma Inclusieve Arbeidsmarkt gewerkt aan een eenduidige registratie en monitoring door middel van een Dashboard. Deze is terug te vinden in bijlage 3. 12
13 van 20 14. Organisatie Leidend motief bij de aanpak is doen : partijen zijn zich ervan bewust dat de relatief ambitieuze doelstellingen vragen om een hands-on werkwijze. Dit impliceert dat partijen niet wensen te verzanden in structuur-, vorm- en zeggenschapsdiscussies. Daarbij zijn belangrijke uitgangspunten: gelijkwaardigheid van partijen; mandaten vooraf geregeld; evenredige inbreng (personeel, materieel, facilitair, e.d.) en inzet; transparantie en ontschotting in uitvoering; delen van resultaten en successen; gezamenlijk extern optreden (o.a. in publiciteit) met gecoördineerde woordvoering via het RPA- NHN; gezamenlijke verantwoordelijkheid voor resultaten. De coördinatie ligt bij de projectleider AJW 2.0. De projectleider wordt daarin bijgestaan door de subregionale coördinatoren AJW 2.0. Om tot een goede en slagvaardige uitvoeringsorganisatie te komen, wordt de structuur van het programma Inclusieve Arbeidsmarkt gebruikt, waar het AJW 2.0 een onderdeel van is. AJW 2.0 zelf wordt als volgt vormgegeven: 13
14 van 20 Intern: 15. Communicatie - De Stuurgroep RPA-NHN wordt 4 x per jaar door middel van een voortgangs- en resultatenrapportage geïnformeerd door de projectleider. Voor de Sponsorgroep thema School naar Werk en de Expertgroep geldt hetzelfde, voorafgaand aan de rapportage in de stuurgroep wordt hiervoor iedere keer een overleg ingepland. - Gemeenten en UWV: In het werkoverleg op uitvoerend niveau, In het beleidsoverleg met beleidsmedewerkers, Op bestuurlijk niveau in de portefeuilleoverleggen van wethouders. - Presentatie en bespreken van de resultaten in de Expertgroep en de Algemene Ledenvergadering van het RPA-NHN. - Andere betrokkenen: Voortgang en resultaten schriftelijk in nieuwsbrieven van het RPA-NHN, themaberichten van School naar Werk, Special Inclusieve Arbeidsmarkt, Inspireer NHN, presentaties in sub-regionale overlegstructuren, Regiowerktop, Week van het Werk. Extern: (gericht op de doelgroep jongeren): De communicatie wordt sober maar doeltreffend vormgegeven. Door het eerste AJW is er al enige bekendheid van de Plaatsingsbonus bij werkgevers en zullen de klantmanagers, trajectbegeleiders en jobcoaches de Plaatsingsbonus meenemen in hun contacten met werkgevers. Er wordt een korte tekst ontwikkeld waarin de voorwaarden van toekenning van de Plaatsingsbonus worden beschreven in taal die aansluit bij het niveau van de doelgroep van werkzoekende jongeren. Deze tekst wordt gepubliceerd op papier (folder) en op de websites Vraaghetjob, RPA-NHN en in de Subsidiecalculator. Daarnaast wordt er ook een tekst gemaakt die bedoeld is om werkgevers te informeren. De uitvoerders worden uitvoerig geïnformeerd door de projectleider en het projectteam over de inzet van communicatie. Er zullen periodiek intercollegiale bijeenkomsten worden georganiseerd voor alle uitvoerders van het AJW 2.0 voor kennisuitwisseling en het delen van best practices. Optioneel: Publiciteit in de media van de regio: o.a. via het Noordhollands Dagblad (HDC Media) en via internet (o.a. via sociale media als Facebook en Twitter). Inspiratie-sessies met werkgevers en werkzoekenden tijdens de Week van het Werk in oktober 2013. Doel: koppelen van werkgevers aan werkzoekende jongeren. 14
15 van 20 16. Begroting In de begroting is een onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte kosten. Onder directe kosten wordt verstaan: die kosten die met het directe contact met jongeren of werkgevers te maken hebben. Begroting Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 voor de uitvoeringsperiode van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014, 15 maanden. Opbrengst ESF subsidie van AJW 1.0 2 960.000,00 Impulsgelden van SZW voor aanpak Jeugdwerkloosheid 3 702.000,00 Totaalbudget voor AJW 2.02013 en 2014 1.662.000,00 Directe kosten Plaatsingsbonussen, budget voor plus/minus 700 x 1.800 gem. p. bonus 1.260.000,00 Noord-Kennemerland 30% 383.475,00 Kop van Noord Holland 26% 332.345,00 West-Friesland 44% 562.430,00 Regionale coördinatie- en begeleidingsfunctie voor AJW 2.0, 3 subregio s elk 1 fte 65.000,00 is 81.250,00 per subregio over de hele looptijd 243.750,00 van 15 maanden: Noord-Kennemerland 81.250,00 Kop van Noord Holland 81.250,00 West-Friesland 81.250,00 Indirecte kosten Projectleider: 0.2 fte over 15 maanden 25.000,00 Projectsecretaris: 0,33 fte over 15 maanden 25.000,00 Projectteam cofinanciering BackOffice t.b.v. uitvoering: 0,8 fte over 15 maanden 60.000,00 Communicatie en PR ondersteuning 10.000,00 Overige organisatiekosten 10.000,00 Onvoorzien 28.250,00 Totale kosten 1.662.000,00 De bedragen voor de Plaatsingsbonussen en de regionale coördinatie en begeleidingsfunctie van AJW 2.0 worden over de subregio s op dezelfde wijze verdeeld als de landelijke gelden over de arbeidsmarktregio s. Namelijk in verhouding van het aantal bij het UWV ingeschreven Niet-werkende werkzoekende jongeren zonder startkwalificatie. Dat betekent voor de regio s Noord-Kennemerland, Kop van Noord-Holland en West-Friesland respectievelijk 30%, 26% en 44% van het totaalbudget (o.b.v. cijfers april 2013). Zie bijlage 1 voor de onderbouwing van de verdeling. 2 Dit budget komt beschikbaar nadat er finale goedkeuring is gegeven door het agentschap van SZW ten aanzien van het voldoen aan de eisen van ESF subsidie. Die wordt in september 2013 verwacht. 3 Dit budget komt beschikbaar na goedkeuring van de aanvraag voor de impulsgelden aanpak Jeugdwerkloosheid die gedaan is bij de Programmaraad in opdracht van SVW. Toekenning wordt in september 2013 verwacht. 15
16 van 20 Bijlage 1 Verdeling budget AJW 2.0 per subregio Niet werkende werkzoekende jongeren zonder startkwalificatie tot 27 jaar in regio NHN Gemiddeld aantal over de periode juli 2012 - juni 2013 Aantal % Noord-Kennemerland Alkmaar 144 Bergen 16 Castricum 22 Graft-de Rijp 5 Heerhugowaard 72 Heiloo 18 Langedijk 36 Schermer 5 Totaal 318 30% Kop van Noord-Holland Den Helder 152 Hollands Kroon 57 Schagen 52 Texel 13 Totaal 274 26% West-Friesland Drechterland 25 Enkhuizen 45 Hoorn 220 Koggenland 31 Medemblik 87 Opmeer 14 Stede Broec 37 Totaal 460 44% Eindtotaal 1052 100% 16
17 van 20 Bijlage 2 Voorwaarden Plaatsingsbonus In onderstaand schema wordt een overzicht gegeven van wat een werkgever krijgt als hij een jongere aanneemt op een reguliere baan, leerwerkbaan, werkervaringsplek of vrijwilligerswerk. De subsidie is bedoeld voor de werkgever als een tegemoetkoming voor de gemaakte kosten. Dit kunnen zowel loon-, opleidings- als begeleidingskosten zijn. Aan de subsidie ligt altijd een overeenkomst (arbeids-, leerwerk- of werkervaringscontract) ten grondslag. Jongeren a Zonder startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan b Zonder startkwalificatie geplaatst op een reguliere baan c Zonder startkwalificatie geplaatst op een werkervaringplek Voorwaarden Jongere heeft een indicatiestelling en geldig IDbewijs Leerwerkovereenkomst voor minimaal een half jaar Minimaal 24 uren per week Erkend leerbedrijf Jongere heeft een indicatiestelling en geldig IDbewijs Reguliere arbeidsovereenkomst voor minimaal een half jaar Minimaal 32 uren per week Bij voorkeur een scholingsaanbod op de werkvloer, opgenomen in de arbeidsovereenkomst Jongere heeft een indicatiestelling en geldig IDbewijs Werkervaringsovereenkomst voor minimaal een half jaar Minimaal 20 uren per week Onkostenvergoeding door werkgever van minimaal 100,- per maand Plaatsingsbonus actieplan op jaarbasis 2.000,- 2.000,- 1.000,- Toelichting op de doelgroepen a, b en c: Categorie a Zonder startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan b Zonder startkwalificatie geplaatst op een reguliere baan c Zonder startkwalificatie geplaatst op een werkervaringsplek Uitwerking Leerwerkovereenkomst conform BBL 3 á 4 dagen werken, 1 á 2 dag(en) opleiding bij AOC of ROC Bij bedrijfsscholen in dienst of bij individuele werkgever Regulier werk Scholing wordt bij voorkeur geregeld op de werkvloer en maakt onderdeel uit van het contract Stimuleren om startkwalificatie te behalen in de praktijk, eventueel via EVC Scholing op de werkvloer maakt onderdeel uit van de werkervaringovereenkomst Kosten levensonderhoud eventueel op basis van de (Bijzondere) Bijstandswet Onkostenvergoeding door werkgever 17
18 van 19 Bijlage 3 Procesbeschrijving aanvraag Plaatsingsbonus 1 Jongere zonder startkwalificatie meldt zich bij Jongerenloket/SD/RMC 2 Indicatiestelling Plaatsingsbonus o.b.v. professionele beoordeling trajectbegeleider 4 Brief: Indicatiestelling Cc naar de BackOffice Klok 1 Jongere gaat naar werkgever voor werk evt. onder begeleiding van trajectbegeleider 3 4 Jongere wordt geplaatst bij werkgever evt. met hulp van de trajectbegeleider Klok 2 5 Werkgever vult aanvraag in met hulp van trajectbegeleider Brief: aanvraagformulier Trajectbegeleider controleert of de aanvraag compleet is 6 7 Trajectbegeleider stuurt complete aanvraag naar de BackOffice 8 9 Bij akkoord 10 BO kijkt na 3 maanden in toekenningsbesluit sturen BackOffice toetst de aanvraag SUWInet of jongere nog in naar werkgever dienst is bij de werkgever Brief: Toekenningsbesluit Cc naar trajectbegeleider Zo ja, Plaatsingsbonus uitbetalen aan werkgever Cc naar trajectbegeleider Klok 3 Bij niet akkoord terugkoppeling naar trajectbegeleider Dashboard: Klok 1 = Aantal indicatiestellingen 1 Zo niet, terugkoppeling naar trajectbegeleider Trajectbegeleider neemt contact op met werkgever en maakt de aanvraag alsnog compleet Klok 2 = Aantal plaatsingen Klok 3 = Aantal plaatsingen met een Plaatsingsbonus 2 3 Trajectbegeleider neemt contact op met werkgever en vraagt of jongere nog in dienst is 4 De trajectbegeleider kan ook een klantmanager, casemanager, jobcoach of jobhunter zijn, hiermee wordt degene bedoeld die de jongere begeleidt en contact heeft met de werkgever Zo niet, Plaatsingsbonus niet uitbetalen aan werkgever Cc naar trajectbegeleider 18
19 van 20 Bijlage 4 Ontwikkeling jeugdwerkloosheid in Noord-Holland Noord 19
20 van 20 Bijlage 5 Partners Actieplan Jeugdwerkgelegenheid 2.0 regio Noord-Holland Noord Het Ministerie van SZW en het Europees Sociaal Fonds zijn medefinanciers van dit project. 20