Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing



Vergelijkbare documenten
Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Printer/Scanner Unit Type 3260

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

PostScript 3 Supplement

Printer- / Scannerhandleiding

PostScript 3 Supplement

PostScript 3 Supplement

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

PostScript 3 Supplement

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Handleiding voor netwerkprinten

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Printer/Scanner Unit Type Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Printer/Scanner Unit Type Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

PostScript3. Gebruiksaanwijzing. PostScript3-printerstuurprogramma - Configuratie voor afdrukken Printer Utility for Mac Bijlage

Eenvoudige afdruktaken

Online Handleiding Start

Handleiding Wi-Fi Direct

Printersoftware. De printersoftware. De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.

AL-1633 AL-1644 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Printer/Scanner Unit Type Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Eigen PostScript- of PCL-printerstuurprogramma voor Windows installeren

Windows 98 en Windows ME

P-touch Editor starten

Printer/Scanner Unit Type Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

D4600 Duplex Photo Printer

Digitale camera Softwarehandleiding

Printerproblemen oplossen

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Afdrukopties aanpassen

Handleiding voor aansluitingen

Handleiding Wi-Fi Direct

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

Netwerkhandleiding. Windows-configuratie Gebruik van een afdrukserver Printer bewaken en configureren Aanhangsel

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Google cloud print handleiding

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM

Installatiehandleiding stuurprogramma

Met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat dient u de Veiligheidsinformatie in deze gebruikshandleiding te lezen voordat u het

Software-installatiehandleiding

AL-1633/1644 Online-handleiding Start

Afdrukken vanaf Windowswerkstations

Wifi-instellingengids

AR-NB2 NETWERK UITBREIDINGS KIT. SOFTWARE-INSTALLATIEGIDS (voor de netwerkprinter) MODEL

Firmware Update Bijwerken

Universele handleiding stuurprogramma s

Handleiding voor printersoftware

P-touch Transfer Manager gebruiken

AR-M160 AR-M205 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

LASERPRINTER. Handleiding software-installatie VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING

2 mei Remote Scan

Google cloud print handleiding

In deze handleiding worden twee soorten maateenheden gehanteerd. Voor dit apparaat geldt de metrieke

Installatiehandleiding software

DX-C200P. Softwarehandleiding. Gebruiksaanwijzing

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

Installatiehandleiding. Aan de slag DeskTopBinder V2 Lite installeren Bijlage

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

Handleiding software-installatie

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Afdrukopties aanpassen

Afdrukopties aanpassen

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

Afdrukken vanaf Macintosh OSwerkstations

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android )

Inleiding. De instructies zijn primair bedoeld voor:

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing Printerhandleiding 1 2 3 4 5 6 7 De machine voorbereiden Het printerstuurprogramma instellen Andere afdrukbewerkingen Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Opslaan en afdrukken met gebruikmaking van de Document Server De functie en instellingen van het apparaat Bijlage Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, deze handleiding zorgvuldig en bewaar deze op een handige plaats voor toekomstig gebruik. Voor veilig en correct gebruik dient u, voordat u het apparaat in gebruik neemt, de Veiligheidsinformatie in Informatie over dit apparaat te lezen.

Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde aanwijzingen en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw veiligheid en voordeel deze handleiding eerst zorgvuldig voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar de handleiding op een handige plaats om informatie snel te kunnen opzoeken. Belangrijk De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd. Het bedrijf aanvaardt op geen enkele wijze aansprakelijkheid voor rechtstreekse, indirecte, bijzondere, incidentele of gevolgschade als gevolg van het omgaan met of het bedienen van deze machine. Originelen waarvan de reproductie is verboden bij wet, niet kopiëren of afdrukken. Het kopiëren of afdrukken van de volgende originelen is in het algemeen verboden door de plaatselijke wetgeving: bankbiljetten, belastingzegels, obligaties, aandeelbewijzen, bankcheques, cheques, paspoorten en rijbewijzen. Deze lijst is alleen maar een richtlijn en is niet volledig. Wij accepteren geen verantwoordelijkheid voor de volledigheid of nauwkeurigheid. Overleg met uw juridische adviseur, mocht u vragen hebben over de rechtmatigheid van het kopiëren of afdrukken van bepaalde originelen. Let op: Het werken met bedieningsorganen of het uitvoeren van afstellingen of procedures anders dan gespecificeerd in deze handleiding, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben. In deze handleiding worden twee maatstelsels gebruikt. Gebruik bij dit apparaat de metrische versie. Handelsmerken Microsoft, Windows en Windows NT zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Adobe, PostScript, Acrobat, PageMaker en Adobe Type Manager zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. PCL is een geregistreerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. Apple, AppleTalk, EtherTalk, Macintosh, Mac OS en True Type zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc., in de Verenigde Staten en andere landen. Bonjour TM is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. en is geregistreerd in de Verenigde Staten en in andere landen. IPS-PRINT TM Printertaalemulatie Copyright 2000, Oak Technology, Inc., alle rechten voorbehouden. UNIX is een geregistreerd handelsmerk in de Verenigde Staten en andere landen, met een exclusief licentiegebruik door X/Open Company Limited. Het Bluetooth woordmerk en de logo s zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke markeringen door Ricoh Company, Ltd. vallen onder de licentie. NetWare is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc. PictBridge is een handelsmerk. Andere productnamen die in deze documentatie worden gebruikt, dienen uitsluitend ter identificatie en zijn mogelijk handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren. We maken geen aanspraak op enig recht op deze merken. De eigennamen van de Windows-besturingssystemen zijn: De productnaam van Windows 95 is Microsoft Windows 95 De productnaam van Windows 98 is Microsoft Windows 98 De productnaam van Windows Me is Microsoft Windows Millennium Edition (Windows Me) De productnamen van Windows 2000 zijn als volgt: Microsoft Windows 2000 Professional Microsoft Windows 2000 Server Microsoft Windows 2000 Advanced Server De productnamen van Windows XP zijn als volgt: Microsoft Windows XP Home Edition Microsoft Windows 2000 Professional De productnamen van Windows Server TM 2003 zijn als volgt: Microsoft Windows Server TM 2003 Standard Edition Microsoft Windows Server TM 2003 Enterprise Edition Microsoft Windows Server TM 2003 Web Edition De productnamen van Windows NT 4.0 zijn als volgt: Microsoft Windows NT Workstation 4.0 Microsoft Windows NT Server 4.0 en Sommige illustraties in deze handleiding kunnen enigszins van de gegevens van het werkelijke apparaat afwijken. Voor sommige landen kunnen bepaalde opties niet beschikbaar zijn. Raadpleeg uw plaatselijke leverancier voor nadere informatie hierover. Afhankelijk van het land waar u bent, kunnen bepaalde eenheden optioneel zijn. Raadpleeg uw plaatselijke leverancier voor nadere informatie hierover.

Handleidingen voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die relevant zijn voor hetgeen u met het apparaat wilt doen. Informatie over dit apparaat Lees de veiligheidsinformatie in deze handleiding voordat u het apparaat gaat gebruiken. Deze handleiding biedt een inleiding tot de functies van dit apparaat. U vindt er ook een toelichting bij het bedieningspaneel, voorbereidingsprocedures voor het gebruik van het apparaat, informatie over hoe tekst moet worden ingevoerd en over hoe de bijgeleverde CD-ROM s moeten worden geïnstalleerd. Bedieningshandleiding Standaardinstellingen In deze handleiding worden de gebruikersinstellingen en adresboekprocedures, zoals het registreren van faxnummers, e-mailadressen en gebruikerscodes, toegelicht. Raadpleeg deze handleiding tevens voor informatie over het aansluiten van het apparaat. Problemen oplossen Hier vindt u een handleiding bij het oplossen van veelvoorkomende problemen en wordt uitgelegd hoe papier, toner, nietjes en andere verbruiksproducten moeten worden vervangen. Veiligheidsinformatie Deze handleiding is bedoeld voor de beheerders van dit apparaat. Het beschrijft de beveiligingsfuncties die de beheerders kunnen gebruiken om gegevens te beschermen tegen misbruik of om ongeautoriseerd gebruik van het apparaat te voorkomen. Deze handleiding bevat ook de procedures om beheerders te registreren en authenticatie van gebruikers en beheerders in te stellen. Kopieer-/Document Server-handleiding Beschrijft de functies en bewerkingen van het kopieerapparaat en de Document Server. Raadpleeg deze handleiding tevens voor informatie over het plaatsen van originelen. Faxhandleiding Beschrijft de functies en bewerkingen van het faxapparaat. Printerhandleiding Beschrijft de functies en bewerkingen van de printer. Scannerhandleiding Beschrijft de functies en bewerkingen van de scanner. i

Netwerkhandleiding Beschrijft hoe u het apparaat kunt configureren en bedienen in een netwerkomgeving en hoe u de bijgeleverde software kunt gebruiken. Deze handleiding is bedoeld voor alle modellen en bevat functies en instellingen die dit model mogelijk niet heeft. Afbeeldingen, tekeningen en informatie over de besturingssystemen die worden ondersteund, zijn mogelijk niet allemaal op dit apparaat van toepassing. Andere handleidingen Handleidingen voor dit apparaat Veiligheidsinformatie Verkorte Kopieerhandleiding Verkorte Faxhandleiding Verkorte Printerhandleiding Verkorte Scanhandleiding PostScript3 Supplement UNIX Supplement Handleidingen voor DeskTopBinder Lite DeskTopBinder Lite Installatiehandleiding DeskTopBinder Introductiehandleiding Auto Document Link Handleiding De geleverde handleidingen zijn specifiek per apparaatsoort. Alleen als Adobe Acrobat Reader/Adobe Reader is geïnstalleerd, kunnen de handleidingen als PDF-bestand worden bekeken. UNIX Supplement biedt informatie over het installeren en gebruiken van het apparaat als printer in een UNIX-omgeving. Bezoek onze website of raadpleeg een officiële leverancier voor informatie over printen met UNIX. ii

INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat...i Verklaring van symbolen in deze handleiding...1 Symbolen...1 Displaypaneel...2 Eerste display...2 Vereenvoudigd display...3 Taaklijst...4 Scherm Taaklijst...4 Taken controleren in de afdrukwachtrij...5 De volgorde van taken wijzigen...6 Uitgestelde afdruktaken...6 Taken verwijderen...7 Printereigensch. Menu...8 Papier plaatsen in de handinvoer...12 Het papierformaat instellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel...13 Aangepast papierformaat instellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel...14 Dik papier of OHP transparanten instellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel...16 1. De machine voorbereiden De verbindingmethode bevestigen...19 Netwerkverbinding...19 Lokale verbinding...22 Het printerstuurprogramma installeren...23 Quick Install (Snelle installatie)...23 Het printerstuurprogramma installeren voor de geselecteerde poort...24 Als Windows-netwerkprinter gebruiken...35 Als een NetWare-printserver/externe printer gebruiken...37 Form Feed...39 Bannerpagina...39 Afdrukken na resetten van de printer...39 Het USB-printerstuurprogramma installeren...40 Windows Me - USB...40 Windows 2000 - USB...42 Windows XP, Windows Server 2003 - USB...43 Afdrukken via een parallelle verbinding...45 Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print)...47 Windows 2000...47 Windows XP, Windows Server 2003...49 Afdrukken via een Bluetooth-verbinding...52 Profielen die worden ondersteund...52 Afdrukken via een Bluetooth-verbinding...53 Instellingen voor de veilige modi maken...54 Afdrukken in de veilige modus...55 iii

Printeropties instellen...56 Condities voor bidirectionele communicatie...56 Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld...58 Font Manager 2000 installeren...59 Adobe PageMaker Version 6.0, 6.5 of 7.0 gebruiken...60 2. Het printerstuurprogramma instellen PCL - De printereigenschappen bewerken...61 Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken...61 Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken...62 Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken...64 Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken...66 RPCS - De printereigenschappen bewerken...68 Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken...68 Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken...70 Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken...72 Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken...74 3. Andere afdrukbewerkingen Een PDF-bestand direct afdrukken...77 Afdrukmethode...77 Met gebruikmaking van DeskTopBinder Lite...77 Opdrachten gebruiken...80 Niet-geautoriseerde kopieerbediening...81 Met gebruikmaking van [Gegevensbeveiliging voor kopiëren]...81 Met gebruikmaking van [Mask type:]...83 Belangrijke mededeling...84 De functie Afdruktaak gebruiken...85 De eerste afdruktaaklijst selecteren...88 Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken...89 Testafdruk...89 Beveiligde afdruk...93 Afdruk in wacht...97 Opgeslagen afdruk...100 Afdrukken vanaf het scherm Taak per gebruikers-id...104 De geselecteerde afdruktaak afdrukken...104 Alle afdruktaken afdrukken...106 Form Feed...108 Afdrukken vanuit een geselecteerde lade...108 Een afdruktaak annuleren...109 Een afdruktaak annuleren...110 Een afdruktaak annuleren met gebruikmaking van het bedieningspaneel...110 Windows - Een afdruktaak annuleren vanaf de computer...111 Het foutenlogbestand controleren...112 Spoolafdrukken...113 Gebruikersgedefinieerde pagina s...114 iv

Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher...115 Nieten...116 Perforeren...118 Sorteren...120 Voorbladen...122 Hoofdstukken instellen...126 Geen tussenbladen...126 Hoofdstuktussenbladen invoegen...127 Tussenblad...128 4. Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Wat is PictBridge?...131 Afdrukken met PictBridge...132 De mogelijkheden op dit apparaat...134 Index afdrukken...134 Aanpassen...135 Datum en bestandsnaam afdrukken...136 Papierformaat...136 Afdrukformaat afbeelding...137 Lay-out meerdere afbeeldingen...138 Afdrukkwaliteit...139 Kleurovereenkomst...139 Specificatie papiertype...140 Formulier afdrukken...140 Cameramemo afdrukken...140 PictBridge afsluiten...141 Overige informatie...142 5. Opslaan en afdrukken met gebruikmaking van de Document Server Toegang tot de Document Server...143 6. De functie en instellingen van het apparaat Mainframe...145 Functies...145 Interface...145 Lijst met instellingsitems...146 Web Image Monitor...146 telnet...150 Instellingen die samen met PostScript 3 kunnen worden gebruikt...151 7. Bijlage Specificaties...153 Opties...154 INDEX... 157 v

vi

Verklaring van symbolen in deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Geeft belangrijke veiligheidsaanwijzingen aan. Als deze aanwijzingen worden genegeerd, kan dit ernstig letsel of zelfs overlijden tot gevolg hebben. Zorg daarom dat u deze opmerkingen leest. Deze zijn te vinden in de paragraaf Veiligheidsinformatie van het hoofdstuk Informatie over dit apparaat. Geeft belangrijke veiligheidsaanwijzingen aan. Zorg dat u deze opmerkingen leest. Indien de aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan dit licht letsel of schade aan eigendommen tot gevolg kan hebben. Deze zijn te vinden in de paragraaf Veiligheidsinformatie van het hoofdstuk Informatie over dit apparaat. Geeft punten aan die bij het gebruik van dit apparaat aandacht verdienen en beschrijft mogelijke oorzaken van papierstoringen, beschadiging van originelen of verlies van gegevens. Zorg dat u deze toelichting leest. Geeft aanvullende uitleg over de functies van het apparaat en biedt instructies voor het verhelpen van fouten in het gebruik. Dit symbool staat aan het eind van paragrafen en geeft aan waar u nadere relevante informatie kunt vinden. [ ] Geeft de namen aan van de toetsen die op het display van het apparaat verschijnen. { } Geeft de namen aan van de toetsen op het bedieningspaneel van het apparaat. 1

Displaypaneel In dit hoofdstuk wordt de configuratie met het weergavescherm beschreven, wanneer de printerfunctie is geselecteerd. Eerste display Belangrijk Het apparaat gaat off-line wanneer u instellingen aanmaakt, zelfs wanneer deze eerst on line was. Wanneer u de instelling heeft aangemaakt, gaat het apparaat automatisch naar on-line. Indien u een instelling maakt wanneer het apparaat off-line is, blijft het daarna off-line. De weergegeven functies dienen als keuzetoetsen. Door licht in te drukken, kunt u een item selecteren of specificeren. Bij selectie of specificatie van een item op het display wordt het gemarkeerd. Grijsgekleurde toetsen (bijv. OK ) kunnen niet worden gebruikt. 1 2 8 3 4 5 6 7 AMU002S NL 2 1. Gebruiksstatus of mededelingen Geeft de huidige machinestatus weer, zoals Gereed, Off line en Afdrukken.... Informatie over de printopdracht (gebruikers ID en documentnaam) verschijnt in deze sectie. 2. [fonline] / [ Off line] Door op deze toetsen te drukken wisselt het apparaat tussen on-line en off-line. De printer kan gegevens van de computer ontvangen wanneer deze online is. De printer kan geen gegevens van de computer ontvangen wanneer deze offline is. 3. [Form Feed] Druk op deze toets om alle data af te drukken die in de invoerbuffer van het apparaat zijn achtergebleven. Wanneer het apparaat on-line is, verschijnt de status in het grijs. Deze functie is niet beschikbaar bij gebruik van de RPCS-printertaal.

4. [Taak reset] Druk op deze toets om de huidige afdrukopdracht te annuleren. Indien u op deze toets drukt wanneer het apparaat off-line is en u Hex Dump hebt geselecteerd, wordt Hex Dump afgebroken. 5. [Afdruktaken] Druk hierop om de afdruktaken weer te geven die vanaf een computer zijn verstuurd. 6. [Foutenlogboek] Druk hierop om de foutlogboeken van de afdruktaken die vanaf een computer zijn verzonden, weer te geven. 7. [Takenlijst spoolen] Druk hierop om de gespoolde taken weer te geven. 8. Statusindicators papierlade De instellingen van de papierlade verschijnen. Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, verschijnt de kopieerweergave. Dit is een standaardinstelling van de fabriek. Deze basisinstelling kan worden gewijzigd. Zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen. Vereenvoudigd display In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u naar het vereenvoudigde display kunt schakelen. Als u op {Vereenvoudigd display} drukt, gaat het scherm van het eerste display over naar het vereenvoudigde display. Letters en toetsen worden in een groter formaat weergegeven, wat de bediening vergemakkelijkt. ANP042S Voorbeeld van een vereenvoudigd display Druk nogmaals op {Vereenvoudigd display} om terug te gaan naar het eerste display. Sommige toetsen worden in het vereenvoudigde display niet weergegeven. 3

Taaklijst Taken die via de modus Kopiëren, Document Server of Printer worden afgedrukt, worden tijdelijk op het apparaat opgeslagen en vervolgens in dezelfde volgorde uitgevoerd. U kunt deze taken beheren met behulp van de functie Taaklijst. U kunt bijvoorbeeld onjuiste taakinstellingen annuleren of een spoeddocument afdrukken. De functie Taaklijst kan niet worden gebruikt als Kopiëren Onderbreken actief is. Documenten die met de faxfunctie zijn afgedrukt, worden in de taaklijst niet weergegeven. Scherm Taaklijst In deze paragraaf worden de displays en pictogrammen besproken die op het scherm Taaklijst worden weergegeven. Het scherm Taaklijst varieert afhankelijk van de vraag of [Taakopdracht] is geselecteerd met Afdrukprioriteit voor de Systeeminstellingen. Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor de instellingsprocedure. Als [Taakopdracht] niet is geselecteerd: De taaklijst wordt voor elke functie weergegeven. 1 2 3 AMG037S NL 4

Als [Taakopdracht] is geselecteerd: De taaklijst wordt weergegeven voor alle functies in de volgorde van de afdruktaken. 2 3 4 AMG038S NL A Schakelen tussen taaklijsten voor elke functie. B Schakelen tussen [Huidige / In wachtrij takenlijst] en [Taakhistorie]. C Nummers van gereserveerde taken worden weergegeven. D Functies waarmee een taak is afgedrukt, worden weergegeven. : taak afgedrukt met kopieerfunctie. : taak afgedrukt met printerfunctie. : taak afgedrukt met Document Server-functie. : taak afgedrukt met DeskTopBinder. : taak afgedrukt met Web Image Monitor. Taken controleren in de afdrukwachtrij U kunt de inhoud van taken in de afdrukwachtrij controleren. A Druk op [Takenlijst]. B Selecteer de taak die u wilt controleren. C Druk op [Details] en controleer vervolgens de inhoud. D Druk op [Afsluiten]. 5

De volgorde van taken wijzigen U kunt de volgorde waarin afdruktaken in de taaklijst worden uitgevoerd, wijzigen: A Druk op [Takenlijst]. B Selecteer de taak waarvoor u de volgorde wilt wijzigen. C Druk op [Volgorde wijzigen]. D Wijzig de volgorde met behulp van [B], [Vorige] of [Volg.]. E Druk op [OK]. Uitgestelde afdruktaken Het apparaat stelt een taak die momenteel worden afgedrukt of taken in de wachtrij uit: A Druk op [Takenlijst]. B Selecteer de uit te stellen taak of taken. 6 C Druk op [Afdr. onderbr.].

Taken verwijderen U kunt een taak die momenteel worden afgedrukt of taken in de wachtrij verwijderen: A Druk op [Takenlijst]. B Selecteer de te verwijderen taak. Selecteer alle te verwijderen afdruktaken als u meerdere afdruktaken wilt verwijderen. C Druk op [Reserv. verw.]. D Druk op [Ja]. 7

Printereigenschappen Menu Hieronder worden de instellingen en betekenissen van functies onder Printereigenschappen besproken. Het scherm Printereigenschappen wordt weergegeven als u op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller} drukt. Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie. Lijst- / Proefafdruk Menu Meerdere lijsten Configuratiepagina Foutenlogboek Menulijst PCL configuratie / Lettertype pagina PS config. / Lettertype pagina PDF config. / Lettertype pagina Hex dump Beschrijving U kunt de configuratiepagina afdrukken en het foutenlogbestand. U kunt de huidige configuratiewaarden van het apparaat afdrukken. U kunt de lijst afdrukken met alle fouten die tijdens het afdrukken zijn geregistreerd. U kunt een Menulijst afdrukken met de functiemenu s van het apparaat. U kunt de huidige configuratie en een lijst geïnstalleerde PCL-lettertypen afdrukken. U kunt de huidige configuratie en een lijst geïnstalleerde Postscript-lettertypen afdrukken. Dit menu kunt u alleen selecteren als de optionele PostScript 3-eenheid is geïnstalleerd. U kunt de huidige configuratie en een lijst geïnstalleerde PDF-lettertypen afdrukken. Dit menu kunt u alleen selecteren als de optionele PostScript 3-eenheid is geïnstalleerd. U kunt afdrukken in de modus Hex Dump. Onderhoud Menu Menu beveiligen Lijst- / proefafdruk beveligd Verwijder alle tijdelijke afdruktaken Verwijder alle opgeslagen afdr.taken Vierkleuren Grafische Modus Beschrijving Via deze functie kunt u menu-instellingen beschermen tegen onbedoelde wijzigingen. Zo wordt het onmogelijk menu-instellingen met normale procedures te wijzigen tenzij u de vereiste toetsen gebruikt. In een netwerkomgeving kunnen alleen beheerders veranderingen in menu-instellingen maken. U kunt het menu [Lijst / Testafdruk] beschermen. U kunt alle afdruktaken die tijdelijk in de machine zijn opgeslagen, verwijderen. U kunt alle afdruktaken die in de machine zijn opgeslagen, verwijderen. U kunt de afbeeldingsdichtheid aanpassen. 8

Systeem Menu Foutenlogboek afdrukken Automatisch doorgaan Geheugenoverloop Taakscheiding Tijd. afdr.taken autom. verw. Opgesl. afdr.tk. autom. verw. Originele afdruktakenlijst Gebruik van geheugen Duplex Kopëeen Blanco pagina afdrukken Wachttijd gereserveerde taak Printertaal Sub papierformaat Papierformaat Briefpapier instelling Handinvoer instellingsprioriteit Beschrijving U kunt een foutrapport afdrukken als er een printer- of geheugenfout optreedt. U kunt deze optie selecteren omautomatisch doorgaan in te schakelen. Als deze Aan is, wordt na een systeemfout het afdrukken hervat. Selecteer deze optie om een foutrapport geheugenoverflow af te drukken. U kunt Taakscheiding inschakelen. Dit menu kan alleen worden gekozen als een finisher (optioneel) is geïnstalleerd. U kunt kiezen om afdruktaken die tijdelijk in de machine zijn opgeslagen, automatisch te verwijderen. U kunt kiezen om afdruktaken die in de machine zijn opgeslagen, automatisch te verwijderen. U kunt het standaardprinterscherm instellen als u op [Afdruktaken] drukt. U kunt de hoeveelheid van het geheugen selecteren dat wordt gebruikt in Lettertypeprioriteit of Kaderprioriteit, op basis van het papierformaat of de resolutie. U kunt instellen of u op beide zijden van alle pagina s afdrukt. U kunt het aantal afdruksets specificeren. Deze instelling wordt uitgeschakeld als het aantal af te drukken pagina s is ingesteld met het printerstuurprogramma of andere opdracht. U kunt instellen of u blanco pagina s afdrukt of niet. U kunt opgeven hoelang het apparaat wacht met het ontvangen van een afdruktaak alvorens het andere functies, zoals de kopieer- en scanfunctie, laat onderbreken. U kunt de printertaal specificeren. U kunt de voorziening Papierformaat (A4 LT) automatisch vervangen inschakelen. U kunt het standaardpapierformaat selecteren. U kunt af te drukken afbeeldingsoriginelen roteren. Tijdens het afdrukken worden afbeeldingsoriginelen altijd 180 graden geroteerd. Daarom is de uitvoer mogelijk niet zoals u verwacht wanneer u afdrukt op papier met een voorbestemde afdrukrichting zoals briefhoofden of voorbedrukt papier. Met deze functie kunt u afbeeldingen roteren. U kunt opgeven welke van de twee opties, (Printer) Stuurprogramma / Opdracht of Apparaatinstellingen, prioriteit heeft bij het bepalen van het papierformaat voor de handinvoerlade. 9

Menu Afdrukken van rand tot rand Standaard printertaal Veranderen van lade Beschrijving U kunt instellen of u op het volledige blad afdrukt of niet. U kunt de standaardprintertaal instellen als het apparaat de printertaal niet automatisch kan vinden. U kunt instellen om over te schakelen van papierlade. Host interface I/O-buffer I/O time-out Menu Beschrijving U kunt het formaat van de I/O buffer instellen. Normaal gesproken is het niet nodig deze instelling te wijzigen. U kunt instellen hoeveel seconden het apparaat pauzeert voordat het een afdruktaak afrondt. Als doorgaans midden in andere afdruktaakgegevens gegevens binnenkomen via een andere poort, dient u de time-out periode groter te maken. PCL menu Menu Richting Formulierregels Lettertype bron Lettertypenummer Puntgrootte Font Pitch Symbolenset Courier lettertype Vergroot A4 breedte Van CR naar LF Resolutie Beschrijving U kunt de pagina-richting instellen. U kunt het aantal lijnen per pagina instellen. U kunt de opslaglocatie van het standaardlettertype instellen. U kunt de ID van het door u gekozen standaardlettertype instellen. U kunt de puntgrootte instellen die u voor het geselecteerde lettertype wilt gebruiken. U kunt het aantal tekens per inch van het geselecteerde lettertype instellen. U kunt de set afdrukbare tekens voor het geselecteerde lettertype specificeren. De beschikbare opties zijn: U kunt een courier-lettertype selecteren. U kunt de breedte van het afdrukbare gebied groter maken (wanneer u op A4 afdrukt met PCL). Indien ingeschakeld (Aan) wordt een carriage-return achter elke line-feed geplakt: CR=CR, LF=CR LF, FF=CR FF. U kunt de resolutie van de afdruk instellen in dots per inch. 10

PS Menu (optioneel) Menu Gegevensnotatie Resolutie Kleurinstelling Kleurprofiel Beschrijving U kunt een gegevensindeling selecteren. U kunt de resolutie van de afdruk instellen in dots per inch. U kunt een RGB-instelling maken. U kunt het kleurprofiel instellen. PDF Menu (optioneel) Menu PDF wachtwoord wijzigen PDF Groepswachtwoord Resolutie Kleurinstelling Kleurprofiel Beschrijving U kunt het wachtwoord instellen voor het PDF-bestand dat PDF direct afdrukken uitvoert. U kunt het groepswachtwoord instellen dat al bij Desk- TopBinder Lite is opgegeven. U kunt de resolutie van de afdruk instellen in dots per inch. U kunt een RGB-instelling maken. U kunt het kleurprofiel instellen. Sommige opties worden niet weergegeven, afhankelijk van de optionele eenheden of de geselecteerde printertalen. Sommige opties kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen. Verwijzing Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie. Voor meer informatie over de kopieerfuncties en systeeminstellingen, zie Kopieerhandleiding en Bedieningshandleiding Standaardinstellingen. 11

Papier plaatsen in de handinvoer Dit deel bevat instructies voor het plaatsen van papier in de handinvoer. Zie Informatie over dit apparaat voor meer informatie over het papierformaat en het papiertype. Belangrijk Wanneer u afdrukt via de handinvoer zijn de volgende functies niet mogelijk: Dubbelzijdig/boekje afdrukken Automatische lade selecteren Auto-lade wisselen Geroteerd sorteren Nieten (als de optionele eenheid is geïnstalleerd) Perforeren (als de optionele eenheid is geïnstalleerd) A Open de handinvoer. AMF023S B Schuif het papier met de te bedrukken zijde naar beneden voorzichtig in de handinvoerlade totdat u een pieptoon hoort en stel de papiergeleiders in op het formaat van het papier. Als het papierformaat van de papiergeleider en het papier niet met elkaar in overeenstemming zijn, kan dit leiden tot scheve afdrukken of papierstoringen. Stapel het papier niet hoger dan de limietaanduiding, anders kunnen er scheve afbeeldingen of papierstoringen ontstaan. Schuif het verlengstuk uit als u grotere papierformaten gebruikt dan A4 L, 8 1 / 2 11 L. Waaier het papier los om te voorkomen dat meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd. AMF024S 12 1. Verlengstuk 2. Papiergeleider

C Stel het papierformaat in door middel van het printerstuurprogramma of het bedieningspaneel. De volgende procedures zijn niet vereist als u [Driver/Opdracht] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen]. Stel het papierformaat in dat geval in met behulp van het printerstuurprogramma. Papierformaten die in de handinvoerlade kunnen worden geladen zijn 90-305 mm (3,6-12 inch) verticaal en 148-600 mm (5,9-23,7 inch) horizontaal. Wanneer u dik papier of OHP transparanten laadt, dient u het papierformaat en het papiertype in te stellen. Het aantal vellen dat in de handinvoer geplaatst kan worden is afhankelijk van de gebruikte papiersoort. Verwijzing Wanneer u voorgedrukt briefpapier laadt, let u dan op de richting. Zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen. Zie het Help-bestand van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de instellingen van het stuurprogramma. Het papierformaat instellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel Volg de onderstaande procedure om het apparaat in te stellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel als u het standaardpapierformaat in de handinvoerlade plaatst. Belangrijk De volgende procedures zijn niet vereist als u [Driver/Opdracht] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het papierformaat in dat geval in met behulp van het printerstuurprogramma. Als u [Apparaatinst.] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (Bedieningshandleiding Standaardinstellingen), krijgen de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven prioriteit op de instellingen van het printerstuurprogramma. Als het printerstuurprogramma niet wordt gebruikt, selecteer dan [Apparaatinstellingen] vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het papierformaat in door middel van het bedieningspaneel. A Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets op het bedieningspaneel. B Druk op [Systeeminstellingen]. C Druk op het tabblad [Lade Papierinstellingen]. 13

D Druk op [Printer handinvoer papierformaat]. E Selecteer het papierformaat. F Druk op [OK]. G Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets. Het eerste scherm wordt weergegeven. Wanneer u dik papier of OHP transparanten laadt, dient u het papierformaat en het papiertype in te stellen. Verwijzing Zie het Help-bestand van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de instellingen van het stuurprogramma. Aangepast papierformaat instellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel 14 Volg de onderstaande procedure om het apparaat in te stellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel als u een aangepast papierformaat in de handinvoerlade plaatst. Belangrijk De volgende procedures zijn niet vereist als u [Driver/Opdracht] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het papierformaat in dat geval in met behulp van het printerstuurprogramma. Als u [Apparaatinst.] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (Bedieningshandleiding Standaardinstellingen), krijgen de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven prioriteit op de instellingen van het printerstuurprogramma. Als het printerstuurprogramma niet wordt gebruikt, selecteer dan [Apparaatinst.] vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het papierformaat in door middel van het bedieningspaneel. A Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets op het bedieningspaneel. B Druk op [Systeeminstellingen].

C Druk op het tabblad [Lade Papierinstellingen]. D Druk op [Printer handinvoer papierformaat]. E Druk op [Aangepast formaat]. Indien reeds een aangepast formaat is ingesteld, drukt u op [Formaat wijzigen]. F Druk op [ Verticaal], voer het verticale formaat van het papier in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets {q}. G Druk op [<->Horizontaal], voer het horizontale formaat van het papier in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets {q}. H Druk op [OK]. De papierformaten die u hebt opgegeven worden weergegeven. I Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets. Het eerste scherm wordt weergegeven. Wanneer u dik papier of OHP transparanten laadt, dient u het papierformaat en het papiertype in te stellen. Zie het Help-bestand van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de instellingen van het stuurprogramma. 15

Dik papier of OHP transparanten instellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel Volg de onderstaande procedure om het apparaat in te stellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel als u dik papier of OHP transparanten in de handinvoerlade plaatst. Belangrijk De volgende procedures zijn niet vereist als u [Driver/Opdracht] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het papierformaat in dat geval in met behulp van het printerstuurprogramma. Als u [Apparaatinst.] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (Bedieningshandleiding Standaardinstellingen), krijgen de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven prioriteit op de instellingen van het printerstuurprogramma. Als het printerstuurprogramma niet wordt gebruikt, selecteer dan [Apparaatinst.] vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het papierformaat in door middel van het bedieningspaneel. A Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets op het bedieningspaneel. B Druk op [Systeeminstellingen]. C Druk op het tabblad [Lade Papierinstellingen]. D Druk op [TVolg.] om door de lijst te scrollen. E Druk op [Papiertype: Handinvoerlade]. F Druk op [OHP] in het gebied [Papiersoort] als u OHP transparanten laadt. Druk op [Geen weergave] in het gebied [Papiersoort] en druk vervolgens op [Dik papier 1], [Dik papier 2] of [Dik papier 3] in het gebied [Papierdikte] als u dik papier laadt. 16

G Druk op [OK]. Het papiertype dat u hebt geselecteerd wordt weergegeven. H Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets. Het eerste scherm wordt weergegeven. De instellingen blijven geldig totdat u ze reset. Verwijder de instellingen voor de volgende gebruiker wanneer u hebt afgedrukt op OHP-transparanten of zwaar papier. Zie het Help-bestand van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de instellingen van het stuurprogramma. 17

18

1. De machine voorbereiden De verbindingmethode bevestigen Het apparaat ondersteunt netwerk- en lokale verbindingen. Controleer hoe het apparaat is aangesloten, voordat u het printerstuurprogramma installeert. Voer de installatieprocedure voor het stuurprogramma uit die van toepassing is op deze verbindingsmethode. Netwerkverbinding Het apparaat kan worden gebruikt als een Windows-afdrukpoort of netwerkprinter. Het apparaat als een Windows-afdrukpoort gebruiken U kunt netwerkverbindingen maken met gebruikmaking van Ethernet, IEEE 802.11b en IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394). Welke poorten beschikbaar zijn, wordt bepaald door de combinatie van het Windows-besturingssysteem en verbindingsmethode. SmartDeviceMonitor voor Client - TCP/IP - IPP SmartDeviceMonitor voor Client - TCP/IP - IPP Standaard TCP/IP LPR SmartDeviceMonitor voor Client - TCP/IP - IPP LPR SmartDeviceMonitor voor Client Windows XP/ Server 2003 NL ZZZ035S Windows 95/98 Verbindingsmethode Ethernet/ IEEE 802.11b IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) Beschikbare poorten SmartDeviceMonitor for Client-poort Geen 19

De machine voorbereiden Windows Me 1 Verbindingsmethode Ethernet/ IEEE 802.11b IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) Windows 2000 Verbindingsmethode Ethernet/ IEEE 802.11b IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) Windows XP Verbindingsmethode Ethernet/ IEEE 802.11b IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) Windows Server 2003 Verbindingsmethode Ethernet/ IEEE 802.11b IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) Windows NT 4.0 Verbindingsmethode Ethernet/ IEEE 802.11b IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) Beschikbare poorten SmartDeviceMonitor for Client-poort SmartDeviceMonitor for Client-poort Beschikbare poorten SmartDeviceMonitor for Client-poort Standaard TCP/IP LPR-poort Geen Beschikbare poorten SmartDeviceMonitor for Client-poort Standaard TCP/IP LPR-poort SmartDeviceMonitor for Client-poort Standaard TCP/IP Beschikbare poorten SmartDeviceMonitor for Client-poort Standaard TCP/IP LPR-poort SmartDeviceMonitor for Client-poort Standaard TCP/IP Beschikbare poorten SmartDeviceMonitor for Client-poort LPR-poort Geen 20 Verwijzing Lees de uitleg over de installatie van het printerstuurprogramma voor elk poorttype. Voor de SmartDeviceMonitor for Client-poort, zie Pag.24 De SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruiken. Voor de standaard TCP/IP-poort, zie Pag.31 De standaard TCP/IP-poort gebruiken. Zie, voor de LPR poort Pag.33 De LPR-poort gebruiken.

De verbindingmethode bevestigen Als een netwerkprinter gebruiken Dit apparaat kan als een Windows-netwerkprinter, NetWare-printserver of de externe Netware-printer worden gebruikt. Windows Server 2003 Windows NT 4.0 Afdrukserver NetWare Afdrukserver NetWare 1 Windows XP / Server 2003 NL ZZZ036S In een IPv6-omgeving kunnen geen Netware-servers worden gebruikt. Verwijzing Zie de uitleg over de installatie van het printerstuurprogramma voor elk type netwerkprinter. Raadpleeg Pag.35 Als Windows-netwerkprinter gebruiken voor de netwerkprinter van Windows. Raadpleeg Pag.37 Als een NetWare-printserver/externe printer gebruiken voor de NetWare-printserver en externe printer. 21

De machine voorbereiden Lokale verbinding 1 Lokale verbindingen kunt u maken via de parallelle USB, IEEE 1394 (SCSI-print) en Bluetooth-verbindingen. De versie van het Windows-besturingssysteem bepaalt de beschikbare verbindingsmethoden. Windows 95: Parallelle verbindingen Windows 98: Parallelle verbindingen Windows 98 SE/Me: USB- en parallelle verbindingen Windows 2000: USB, parallelle, IEEE 1394 (SCSI-print) en Bluetooth-verbindingen Windows XP: USB, parallelle, IEEE 1394 (SCSI-print) en Bluetooth-verbindingen Windows Server 2003: USB, parallelle, IEEE 1394 (SCSI-print) en Bluetooth-verbindingen Windows NT 4.0: Parallelle verbindingen Verwijzing Lees de uitleg over de installatie van het printerstuurprogramma voor elk verbindingstype. Zie Pag.40 Het USB-printerstuurprogramma installeren voor de USB-verbinding. Zie Pag.45 Afdrukken via een parallelle verbinding voor de parallelle verbinding. Zie Pag.47 Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) voor de IEEE 1394 (SCSI-print)-verbinding. Zie Pag.52 Afdrukken via een Bluetooth-verbinding voor de Bluetooth-verbinding. 22

Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma installeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe het printerstuurprogramma moet worden geïnstalleerd. Het printerstuurprogramma kan op twee manieren worden geïnstalleerd: met gebruikmaking van Snelle installatie, waarbij de instellingen direct worden geïnstalleerd, of door het juiste stuurprogramma te installeren via de poort die u wilt gebruiken. 1 Quick Install (Snelle installatie) Windows 95/98/Me/2000/XP-, Windows Server 2003- en Windows NT 4.0-gebruikers kunnen deze software op een eenvoudige wijze installeren met gebruikmaking van de bijgeleverde CD-ROM. Met gebruikmaking van Quick Install, worden het PCL-printerstuurprogramma en/of het RPCS-printerstuurprogramma, DeskTopBinder Lite en SmartDevice- Monitor for Client geïnstalleerd in de netwerkomgeving en wordt de TCP/IPpoort geconfigureerd. Belangrijk Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Windows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben. Meldt u aan als een beheerder. Als u een verbinding maakt via USB, raadpleeg dan Pag.40 Het USB-printerstuurprogramma installeren en installeer het printerstuurprogramma. A Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd. B Plaats de cd-rom in het cd-romstation. De installer start. Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mogelijk niet. Als Auto Run niet start, start u Setup.exe in de basisdirectory van de CD-ROM. C Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [OK]. De standaardinterfacetaal is Engels. D Klik op [Quick Install]. De gebruiksrechtovereenkomst voor de software verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. E Klik na het lezen van de overeenkomst op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klik vervolgens op [Volgende >]. F Selecteer in het dialoogvenster [Selecteer printer] het apparaatmodel dat wilt gebruiken. Voor netwerkverbindingen via TCP/IP, selecteert u het apparaat waarvan het IP-adres wordt weergegeven in [Verbinden met]. Selecteer voor een parallelle aansluiting het apparaat waarvan de printerpoort wordt weergegeven in [Verbinden met]. 23

De machine voorbereiden 1 G Klik op [Installeren]. De installatie van het printerstuurprogramma start. H Klik op [Voltooien]. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten. Start de computer opnieuw om de installatie te voltooien. I Klik in het eerste dialoogvenster van de installer op [Afsluiten] en neem de CD-ROM uit de lade. Om de installatie van de geselecteerde software te stoppen, klikt u op [Annuleren] voordat de installatie is voltooid. Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mogelijk niet. Als Auto Run niet start, start u Setup.exe in de basisdirectory van de CD-ROM. Selecteer een apparaat waarvan het IP-adres wordt weergegeven in [Verbinden met] om SmartDeviceMonitor for Client te installeren wanneer u TCP/IP gebruikt. Verwijzing Quick Install is niet beschikbaar tenzij bi-directionele communicatie tussen het apparaat en computer is ingeschakeld via een parallelle verbinding. Zie Pag.58 Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld voor meer details over de bi-directionele communicatie tussen het apparaat en de computer. Het printerstuurprogramma installeren voor de geselecteerde poort De SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruiken Belangrijk Om in Windows 2000/XP Professional, Windows Server 2003 en Windows NT 4.0 SmartDeviceMonitor for Client te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben. Meldt u aan als een beheerder. Installeer SmartDeviceMonitor for Client voordat u het printerstuurprogramma installeert wanneer u de SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruikt. 24

Het printerstuurprogramma installeren SmartDeviceMonitor for Client installeren A Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd. B Plaats de cd-rom in het cd-romstation. De installer start. C Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [OK]. De standaardinterfacetaal is Engels. D Klik op [DeskTopBinder - SmartDeviceMonitor for Client]. E Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [Volgende >]. De standaardinterfacetaal is Engels. F Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd alle overige toepassingen af te sluiten. Sluit alle toepassingen af en klik vervolgens op [Volgende >]. G De gebruiksrechtovereenkomst voor de software verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Nadat u de inhoud hebt gelezen, klikt u op [Ja]. H Klik op [Volledige installatie] of [Aangepast installeren]. [Volledige installatie] installeert alle vereiste toepassingen: DeskTopBinder Lite en SmartDeviceMonitor for Client. [Aangepast installeren] installeert geselecteerde toepassingen. I Volg de instructies op het display en klik op [Volgende >] om door te gaan met de volgende stap. J Nadat de installatie is voltooid, selecteert u de optie om de computer nu opnieuw op te starten of de optie om dit later te doen. Vervolgens klikt u op [Voltooien]. Start de computer opnieuw om de installatie te voltooien. 1 Om de installatie van de geselecteerde software te stoppen, klikt u op [Annuleren] voordat de installatie is voltooid. Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mogelijk niet. Als Auto Run niet start, start u Setup.exe in de basisdirectory van de CD-ROM. 25

De machine voorbereiden De poortinstellingen wijzigen voor SmartDeviceMonitor for Client 1 Volg de onderstaande procedure om de SmartDeviceMonitor for Client-instellingen te wijzigen zoals TCP/IP time-out, herstel/parallel afdrukken en printergroepen. Windows 95/98: A Open het venster [Printers] vanaf het menu [Start]. B In het venster [Printers] klikt u op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen.]. C Klik op het tabblad [Details] en klik vervolgens op [Poortinstellingen]. Het dialoogvenster [Poortinstellingen] verschijnt. Windows 2000 / Windows NT 4.0: A Open het venster [Printers] via het menu [Start]. B In het venster [Printers] klikt u op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen.]. C Op het tabblad [Poorten] klikt u op [Poort configureren] Het dialoogvenster [Configuratie] wordt weergegeven. Windows XP, Windows Server 2003: A Open het venster [Printers en faxapparaten] vanuit het menu [Start]. Het venster [Printers en faxapparaten] verschijnt. B Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen.]. Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt weergegeven. C Klik op het tabblad [Poorten] en klik op [Poort configureren]. Het dialoogvenster [Poort configureren] verschijnt. Voor TCP/IP kunt u time-outinstellingen configureren. Voor IPP kunnen gebruikers- en time-outinstellingen worden geconfigureerd. 26

Het printerstuurprogramma installeren Als geen instellingen op het tabblad [Herstel/Parallell afdrukken] beschikbaar zijn, volgt u de onderstaande procedure. A Klik op [Annuleren] om het dialoogvenster [Poortconfiguratie:] te sluiten. B Start SmartDeviceMonitor for Client en klik met de rechtermuisknop op het pictogram SmartDeviceMonitor for Client op de taakbalk. C Wijs [Eigenschappen] aan en klik vervolgens op [Instellingen van uitgebreide functies]. D Kruis het selectievakje bij [Herstelafdrukken/parallel afdrukken instellen voor elke poort] aan. E Klik op [OK] om het dialoogvenster [Instellingen van uitgebreide functies] te sluiten. 1 Verwijzing Zie de Netwerkhandleiding of SmartDeviceMonitor for Client Help voor informatie over deze instellingen. Het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma (TCP/IP) installeren Belangrijk Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Windows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben. Meldt u aan als lid van de beheerders- of hoofdgebruikersgroep. A Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd. B Plaats de cd-rom in het cd-romstation. De installer start. C Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [OK]. De standaardinterfacetaal is Engels. D Klik op [PCL/RPCS-printerstuurprogramma's]. E De gebruiksrechtovereenkomst voor de software verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Klik na het lezen van de overeenkomst op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klik vervolgens op [Volgende >]. F Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken in het dialoogvenster [Selecteer het programma]. U kunt verschillende printerstuurprogramma s selecteren. G Klik op [Volgende >]. H Selecteer het apparaatmodel dat u wilt gebruiken. In het vak [Wijzig instellingen voor '%s' Printernaam ] kan de printernaam worden gewijzigd. 27

De machine voorbereiden 1 I Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort. J Klik op [Poort:] en klik vervolgens op [Toevoegen]. K Klik op [SmartDeviceMonitor], en klik vervolgens op [OK]. L Klik op [TCP/IP-poort] en klik vervolgens op [Zoeken]. Een lijst met printers, die via TCP/IP communiceren, verschijnt. M Selecteer de printer die u wilt gebruikt en klik op [OK]. Alleen printers die antwoorden op een broadcast van de computer worden weergegeven. Om een apparaat te gebruiken dat hier niet worden weergegeven, klikt u op [Adres specificeren]. Vervolgens voert u het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in. N Controleer of de poort van de geselecteerde printer wordt weergegeven in [Poort:]. O Stel een gebruikerscode in, indien nodig. U kunt maximaal 8 numerieke tekens invoeren. Het is niet mogelijk alfabetische tekens of symbolen in te voeren. P Schakel het selectievakje [Standaardprinter] in om de printer als standaardprinter te configureren. Q Klik op [Doorgaan]. De installatie begint. R Nadat de installatie is voltooid, selecteert u de optie om de computer nu opnieuw op te starten of de optie om dit later te doen. Vervolgens klikt u op [Voltooien]. Start de computer opnieuw om de installatie te voltooien. Via het instellen van een gebruikerscode kan een SmartDeviceMonitor for Admin gebruiker het velverbruik van de afzonderlijke gebruikers weergeven en controleren. Zie SmartDeviceMonitor for Admin Help voor meer informatie. Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mogelijk niet. Als Auto Run niet start, start u Setup.exe in de basisdirectory van de CD-ROM. 28

Het printerstuurprogramma installeren In Windows 95/98/Me kunt u geen IP-adres invoeren dat voor een deel overeenstemt met een IP-adres dat al in gebruik is. Bijvoorbeeld, als 192.168.0.2 in gebruik is, kunt u 192.168.0.2xx niet gebruiken. Op dezelfde wijze, als 192.168.0.20 al is toegekend, kunt u 192.168.0.2 niet gebruiken. Verwijzing Als al een nieuwere versie van het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, wordt een bericht weergegeven. Is dit het geval, dan kunt u het printerstuurprogramma niet met gebruikmaking van Auto Run installeren. Als u het printerstuurprogramma desondanks wilt installeren, installeert u met gebruikmaking van [Wizard Printer toevoegen]. Zie Problemen oplossen. 1 Het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma (IPP) installeren Belangrijk Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Windows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een account met een machtiging als printerbeheerder hebben. Meldt u aan als lid van de beheerders- of hoofdgebruikersgroep. A Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd. B Plaats de cd-rom in het cd-romstation. De installer start. C Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [OK]. De standaardinterfacetaal is Engels. D Klik op [PCL/RPCS-printerstuurprogramma's]. E De gebruiksrechtovereenkomst voor de software verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Klik na het lezen van de overeenkomst op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klik vervolgens op [Volgende >]. F Selecteer een printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken in het dialoogvenster [Selecteer het programma]. U kunt verschillende printerstuurprogramma s selecteren. G Selecteer het apparaatmodel dat u wilt gebruiken. In het vak [Wijzig instellingen voor '%s' Printernaam ] kan de printernaam worden gewijzigd. H Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort. 29