Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding MFP kleur systemen Aanteken vel

2 Het Bedieningspaneel Functie paneel Functietoetsen Geeft de keuze om te wisselen tussen de functies: Kopiëren - Doc. Server Faxen - Printen - Scannen Reset toets Bedieningspaneel in de standaard instelling terugzetten Onderbreken toets Werkonderbreking toepassen op kopieer- of print opdracht Stand-by toets De Tekstbalk Aan / Uit toets voor de stand-by inschakeling Voorbeeld toets Kies deze toets als u een voorbeeld set wilt afdrukken # toets Deze toets wordt gebruikt als bevestigingstoets op vragen Het touchscreen Stop/Wissen toets Om kopieer-, scan of print taken te stoppen. C functie om numerieke invoer te wissen Start toets Kopieer / Fax / Scan taak starten

3 Het Touchscreen Kopiëren Kleurinstelling Maak hier uw keuze voor kopie in kleur of zwart/wit Contrast instelling Keuze mogelijkheid in contrast gerelateerd aan de kwaliteit van het origineel Lade keuze knoppen Om de handinvoer te specificeren gebruik de # toets! Snelkiestoetsen T.b.v. verkleinen/vergroten Snelkiestoetsen T.b.v. Dubbelzijdig kopiëren & Marge creëren Snelkiestoetsen T.b.v. Afwerk mogelijkheden zoals sorteren, hechten en perforeren Menu toetsen T.b.v. Instellingen die niet via de sneltoetsen kunnen worden benaderd Batch Opdrachten samenstellen tot één kopieer opdracht Gebied om instellingen m.b.t. uw origineel te selecteren Gebied om instellingen m.b.t. de bewerking van de kopie te selecteren Origineel formaat Afwijkende formaten aangeven

4 Bewerken / Kleur Kopiëren Paginanummer notatie Maak hier de keuze om de notatie van de paginanummers te wijzigen Randen wissen Kies Breedte anders om elke zijde afzonderlijk in te stellen Paginanummer positie Maak hier de keuze om de positie van de paginanummers te wijzigen

5 Dubbelzijdig / Combineren / Reeks Combineren Mogelijkheid om meerdere originelen af te drukken op één vel Kopiëren Reeks Geeft de mogelijkheid om vanuit een tijdschrift/boek kopieën te maken Opmerking Houd bij het dubbelzijdig kopiëren altijd rekening met de richting van het origineel. Is het origineel boven/onder of boven/boven georiënteerd. Tijdschrift Om het systeem een inslagschema te laten berekenen voor een A4 of A5 boekje. Vr & Achter 2-zijdig De keuze om een tijdschrift vanaf de glasplaat volledig te scannen, waarbij het systeem rekening houdt met de indeling van het origineel

6 Document Server - Originelen scannen Let op!! Selecteer een papier lade en automatisch vergroten/verkleinen als u op een ander formaat wilt scannen dan het formaat van het origineel. Wijzig zo nodig het papier formaat van één van de papier cassettes. Document server Scannen Bepaal hoe u de originelen gescand wilt hebben Hierbij kunnen dezelfde opties worden gebruikt als bij kopiëren. Originelen scannen Door op de knop Origineel scannen te drukken komt het scherm om de originelen te scannen. Geef in dit scherm een bestandsnaam op en/of kies bewerkingen waardoor het beeld na opslaan de juiste grootte en kwaliteit heeft.

7 Document Server - Afdruk instelling Document beheren Om de instellingen van het geselecteerde document in de lijst te wijzigen. Tevens kan men documenten handmatig wissen Document server Afdrukken Vervolgens kiest u in de afdrukinstellingen de afwerking van de af te drukken documenten. Hierbij kunnen dezelfde opties worden gebruikt als bij kopiëren. Let op!! Van eenmaal opgeslagen documenten kunt u niet meer het formaat en de kwaliteit aanpassen Document selecteren Selecteer in de lijst de bestanden die u wilt afdrukken. Indien meerdere bestanden worden gekozen dan geldt hierbij dat de volgorde van selecteren ook de volgorde van afdrukken is!

8 FAX verzenden Toets het faxnummer in via de numerieke toetsen, plaats origineel en druk op de groene start toets Faxen Prog. bestemming Op Kies na het invoeren van het faxnummer de knop Prg.Best. om de faxbestemming op te slaan Faxen Controleer het fax nummer en druk vervolgens op namen om de naam van de bestemming op te geven. Sneltoets Een aangemaakte bestemming in het adresboek is te kiezen via de sneltoetsen Druk op de toets Wijzigen en voer de naam van de bestemming in zoals deze op het scherm getoond moet worden. Als u een redelijke hoeveelheid bestemmingen gaat programmeren is het raadzaam om deze in te delen onder één van de titels

9 Faxen - instellingen Scan instelling Gebruik deze knop om wijzigingen aan te brengen m.b.t. soort origineel, resolutie en origineel formaat Laatst gekozen Gebruik de knop Recent om de laatst gebruikte faxnummers te tonen Faxen Orig. invoertype Deze knop gebruikt u om wijzigingen aan te brengen m.b.t. richting van origineel en instellingen voor dubbelzijdige originelen Status Zend/Ontvang Via deze knoppen roept u het scherm op om de status van het verzenden en ontvangen te kunnen controleren.

10 Printen - Het printscherm Afdruktaken Via de knop Afdruktaken kunt u de lijst met bijzondere taken oproepen. Printen Afdruktaak - type De volgende taken zijn afzonderlijk te benaderen: Takenlijst beveiligd afdrukken Taak Reset Gebruik deze knop, of de rode stop toets, om een printtaak te beëindigen.. Lijst voorbeeld afdruktaken Lijst uitgestelde afdruktaken Lijst opgeslagen afdruktaken Let op!! Print opdrachten kunnen alleen worden gestopt vanuit de printer functie.

11 Direct afdrukken Gebruik het printer symbool om direct het document te printen zonder instellingen te wijzigen. Printen - Vanuit een applicatie - PCL Afdrukken Print opdrachten kunnen bij de meeste applicaties op twee manieren worden uitgevoerd. Direct via het printer symbool of via Bestand, Afdrukken (of de toets combinatie Ctrl-P) Instellingen Gebruik de tabbladen om instellingen te wijzigen m.b.t. setup, papier, afwerking, gebruikers code, enz. Printen Aangepast afdrukken Om vanuit de applicatie instellingen mee te geven voor het printen, roept u de driver op d.m.v. Bestand en Afdrukken of Ctrl+P. Kies in het volgende scherm voor Eigenschappen Eigenschappen Elk scherm heeft zijn eigen instellingen voor het afdrukken. Bepaal per scherm wat ingesteld moet worden.

12 Printen - Job type - Beveiligd afdrukken - PCL Beveiligd afdrukken Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in om te voorkomen dat uw printopdracht door anderen wordt gezien De volgende job type s kunnen worden gebruikt om naar de printer te sturen: Normale afdruk: Testafdruk: Beveiligde afdruk: Uitgestelde afdruk: Opgeslagen afdruk: Opslaan en Afdrukken: Document Server: Job type direct afdrukken zonder tussenkomst van gebruiker afdrukken van meerdere sets waarbij alleen de eerste set wordt afgedrukt waarna aangegeven kan worden om de gehele taak te laten afdrukken er moet een code worden ingevoerd om de taak te kunnen afdrukken taak wordt tijdelijk vastgehouden op de printer om op een later tijdstip door de gebruiker te worden afgedrukt, na afdrukken wordt de taak gewist taak wordt opgeslagen om op een later tijdstip te worden afgedrukt, na afdrukken blijft de taak staan als opgeslagen, echter nu wordt de taak ook afgedrukt taak op de harde schrijf van het systeem op slaan (zie voor verdere opties de document server) Printen Beveiligd afdrukken - Oproepen Beveiligd afdrukken Druk op de taak die moet worden afgedrukt en druk op de knop Afdrukken Beveiligd afdrukken Voer uw wachtwoord in en druk op Ok om de taak af te drukken

13 Printen - Job type - Wacht met afdrukken - PCL Wacht met afdrukken Voer een gebruikersnaam en bestandsnaam in om uw printopdracht later te laten afdrukken De volgende job type s kunnen worden gebruikt om naar de printer te sturen: Normale afdruk: Testafdruk: Beveiligde afdruk: Uitgestelde afdruk: Opgeslagen afdruk: Opslaan en Afdrukken: Document Server: Job type direct afdrukken zonder tussenkomst van gebruiker afdrukken van meerdere sets waarbij alleen de eerste set wordt afgedrukt waarna aangegeven kan worden om de gehele taak te laten afdrukken er moet een code worden ingevoerd om de taak te kunnen afdrukken taak wordt tijdelijk vastgehouden op de printer om op een later tijdstip door de gebruiker te worden afgedrukt, na afdrukken wordt de taak gewist taak wordt opgeslagen om op een later tijdstip te worden afgedrukt, na afdrukken blijft de taak staan als opgeslagen, echter nu wordt de taak ook afgedrukt taak op de harde schrijf van het systeem op slaan (zie voor verdere opties de document server) Printen Wacht met afdrukken - Oproepen Wacht met afdrukken Druk op de taak die moet worden afgedrukt en druk op de knop Afdrukken

14 Direct afdrukken Gebruik het printer symbool om direct het document te printen zonder instellingen te wijzigen. Printen - Vanuit een applicatie - PS Afdrukken Print opdrachten kunnen bij de meeste applicaties op twee manieren worden uitgevoerd. Direct via het printer symbool of via Bestand, Afdrukken (of de toets combinatie Ctrl-P) Instellingen Gebruik de tabbladen om instellingen te wijzigen m.b.t. setup, papier, afwerking, gebruikers code, enz. Printen Aangepast afdrukken Om vanuit de applicatie instellingen mee te geven voor het printen, roept u de driver op d.m.v. Bestand en Afdrukken of Ctrl+P. Kies in het volgende scherm voor Eigenschappen Eigenschappen Elk scherm heeft zijn eigen instellingen voor het afdrukken. Bepaal per scherm wat ingesteld moet worden.

15 Printen - Job type - Beveiligd afdrukken - PS Job type De volgende job type s kunnen worden gebruikt om naar de printer te sturen: Beveiligd afdrukken Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in om te voorkomen dat uw printopdracht door anderen wordt gezien Normale afdruk: Testafdruk: Beveiligde afdruk: Uitgestelde afdruk: Opgeslagen afdruk: Opslaan en Afdrukken: Document Server: direct afdrukken zonder tussenkomst van gebruiker afdrukken van meerdere sets waarbij alleen de eerste set wordt afgedrukt waarna aangegeven kan worden om de gehele taak te laten afdrukken er moet een code worden ingevoerd om de taak te kunnen afdrukken taak wordt tijdelijk vastgehouden op de printer om op een later tijdstip door de gebruiker te worden afgedrukt, na afdrukken wordt de taak gewist taak wordt opgeslagen om op een later tijdstip te worden afgedrukt, na afdrukken blijft de taak staan als opgeslagen, echter nu wordt de taak ook afgedrukt taak op de harde schrijf van het systeem op slaan (zie voor verdere opties de document server) Printen Beveiligd afdrukken - Oproepen Beveiligd afdrukken Druk op de taak die moet worden afgedrukt en druk op de knop Afdrukken Beveiligd afdrukken Voer uw wachtwoord in en druk op Ok om de taak te laten afdrukken

16 Printen - Job type - Wacht met afdrukken - PS Job type De volgende job type s kunnen worden gebruikt om naar de printer te sturen: Wacht met afdrukken Voer een gebruikersnaam en bestandsnaam in om uw printopdracht later te laten afdrukken Normale afdruk: Testafdruk: Beveiligde afdruk: Uitgestelde afdruk: Opgeslagen afdruk: Opslaan en Afdrukken: Document Server: direct afdrukken zonder tussenkomst van gebruiker afdrukken van meerdere sets waarbij alleen de eerste set wordt afgedrukt waarna aangegeven kan worden om de gehele taak te laten afdrukken er moet een code worden ingevoerd om de taak te kunnen afdrukken taak wordt tijdelijk vastgehouden op de printer om op een later tijdstip door de gebruiker te worden afgedrukt, na afdrukken wordt de taak gewist taak wordt opgeslagen om op een later tijdstip te worden afgedrukt, na afdrukken blijft de taak staan als opgeslagen, echter nu wordt de taak ook afgedrukt taak op de harde schrijf van het systeem op slaan (zie voor verdere opties de document server) Printen Wacht met afdrukken - Oproepen Wacht met afdrukken Druk op de taak die moet worden afgedrukt en druk op de knop Afdrukken

17 Direct afdrukken Gebruik het printer symbool om direct het document te printen zonder instellingen te wijzigen. Printen - Vanuit een applicatie - RPCS Afdrukken Print opdrachten kunnen bij de meeste applicaties op twee manieren worden uitgevoerd. Direct via het printer symbool of via Bestand, Afdrukken (of de toets combinatie Ctrl-P) Instellingen Gebruik de tabbladen om instellingen te wijzigen m.b.t. setup, papier, afwerking, gebruikers code, enz. Zie volgende bladzij onder B Printen Aangepast afdrukken Om vanuit de applicatie instellingen mee te geven voor het printen, roept u de driver op d.m.v. Bestand en Afdrukken of Ctrl+P. Kies in het volgende scherm voor Eigenschappen Eigenschappen Elk scherm heeft zijn eigen instellingen voor het afdrukken. Bepaal per scherm wat ingesteld moet worden. Instellingen Gebruik de knop Aang. Instellingen wijzigen/toevoegen om niet getoonde instellingen op te geven en op te slaan. Zie volgende bladzij onder A

18 Printen - Vanuit een applicatie - RPCS Setup Bewerken Afwerking Voorblad/ Tussenblad Diversen Instellingen - A Gebruik deze schermen om de instellingen van het gekozen pictogram te wijzigen. - Algemeen - Dubbelzijdig, boekje en watermerk - Nieten, perforeren en scheidingsbladen - Om voor/tussen/achterblad en hoofdstukken in te stellen - Overige instellingen Printen Instellingen - B Gebruik dit scherm om de volgorde van de gebruikte pictogrammen te wijzigen.

19 Printen - Job type - Beveiligd afdrukken - RPCS Job type De volgende job type s kunnen worden gebruikt om naar de printer te sturen: Normale afdruk: Testafdruk: Beveiligde afdruk: Uitgestelde afdruk: Opgeslagen afdruk: Opslaan en Afdrukken: Document Server: direct afdrukken zonder tussenkomst van gebruiker afdrukken van meerdere sets waarbij alleen de eerste set wordt afgedrukt waarna aangegeven kan worden om de gehele taak te laten afdrukken er moet een code worden ingevoerd om de taak te kunnen afdrukken taak wordt tijdelijk vastgehouden op de printer om op een later tijdstip door de gebruiker te worden afgedrukt, na afdrukken wordt de taak gewist taak wordt opgeslagen om op een later tijdstip te worden afgedrukt, na afdrukken blijft de taak staan als opgeslagen, echter nu wordt de taak ook afgedrukt taak op de harde schrijf van het systeem op slaan (zie voor verdere opties de document server) Printen Beveiligd afdrukken Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in om te voorkomen dat uw printopdracht door anderen wordt gezien Beveiligd afdrukken Voer uw wachtwoord in en druk op Ok om de taak af te drukken Beveiligd afdrukken - Oproepen Beveiligd afdrukken Druk op de taak die moet worden afgedrukt en druk op de knop Afdrukken

20 Printen - Job type - Wacht met afdrukken - RPCS Job type De volgende job type s kunnen worden gebruikt om naar de printer te sturen: Normale afdruk: Testafdruk: Beveiligde afdruk: Uitgestelde afdruk: Opgeslagen afdruk: Opslaan en Afdrukken: Document Server: direct afdrukken zonder tussenkomst van gebruiker afdrukken van meerdere sets waarbij alleen de eerste set wordt afgedrukt waarna aangegeven kan worden om de gehele taak te laten afdrukken er moet een code worden ingevoerd om de taak te kunnen afdrukken taak wordt tijdelijk vastgehouden op de printer om op een later tijdstip door de gebruiker te worden afgedrukt, na afdrukken wordt de taak gewist taak wordt opgeslagen om op een later tijdstip te worden afgedrukt, na afdrukken blijft de taak staan als opgeslagen, echter nu wordt de taak ook afgedrukt taak op de harde schrijf van het systeem op slaan (zie voor verdere opties de document server) Printen Wacht met afdrukken - Oproepen Wacht met afdrukken Voer een gebruikersnaam en bestandsnaam in om uw printopdracht later af te drukken Wacht met afdrukken Druk op de taak die moet worden afgedrukt en druk op de knop Afdrukken

21 Scaninstellingen Via deze toets bepaald u of er in kleur of in zwart/wit wordt gescand en welke resoltutie en document grootte wordt gebruikt. Scannen Let op!! Scan opties zijn alleen mogenlijk indien hier binnen het bedrijf voor is gekozen. Het kan dus zijn dat een optie bij u niet werkt. en/of Map Maak hier de keuze in scannen naar of naar een Map. Beide opties selecteren is ook mogenlijk. Bestemming Geef de bestemming op door op de adres sneltoets te drukken of door handmatig het adres op te geven. Bestandnaam/type Scannen Via deze toets bepaalt u het bestandtype en kunt u ook de naam opgeven van het te scannen document. Let op!! Hoe hoger de resolutie hoe groter het document wordt (exponentieel).

22 Symbolen en Toetsen Functie Toetsen Kopieër Functie Benaming toetsen Start Document Server C Reset Soft AAN/UIT toets Fax Functie Printer Functie C Stop/Wissen Inloggen Scan Functie Voorbeeld # Einde invoer toets Speciale Functies Programmeren/Oproepen Onderbreken Vereenvoudigd scherm Symbolen 123 Stand-by Gebruikersinstellingen/Tellerstand

23 Aanteken vel