Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 14.



Vergelijkbare documenten
B Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 15. Aan de Verenigde Vergadering. Inzet Brede Blik voor dijkversterking Hellevoetsluis

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 ITieİ COMMISSIE 0 WWV (11 juni 2013)

Vaststelling definitief projectplan dijkversterking spui west en vrijmaken krediet tbv realisatie

AANVRAAG AANVULLEND PROJECTINVESTERINGSKREDIET VOOR: FIETSPAD LINDEWEG F426.

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 13.

Dijkversterking Omringkade Marken

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Hollandse Delta. Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B Aan de Verenigde Vergadering

AANVRAAG PROJECTINVESTERINGSKREDIET VOOR: Vervanging Dataopslag Omgeving Centraal Rekencentrum Ridderkerk. 1. Aanleiding

1. Inleiding. Aan de leden van de verenigde vergadering

B mei Datum. Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Verlenging aanstelling accountant Deloitte

Datum: 26 juni 2014 Agendapunt nr: 6.b.

Nota van Beantwoording Zienswijzen op ontwerp projectplan en uitvoeringsbesluiten Hoeksche Waard Noord Sterke dijken, leefbaar land

Datum: 22 mei 2014 Agendapunt nr: 8. Verlenging herzieningstermijn peilbesluiten Zoetwaterboezem, Putten, IJsselmonde-West en IJsselmonde-Midden

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

DATUM BEHANDELING IN D&H 11 december COMMISSIE 0 Water (7 januari 2013)

Parafering besluit PFO Hae B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Kooiman, A.I.L. D&H H - Geparafeerd

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Kadeverbetering Oostring Zoeterwoude-Dorp Veilige kades voor droge voeten. Ophogen. Dijkverbreding

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;

AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL HARNASCHPOLDER (MIDDEN- DELFLAND)

Parafering besluit PFO Ber B (Geen) Geparafeerd D&H H (Geen) Geparafeerd door: Heijloo, R.W.N.

Dijkversterking Capelle aan den IJssel

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

DATUM BEHANDELING IN D&H 2" COMMISSIE 0 Water

Dijkversterking Hellevoetsluis VP-WAK-0016 Projectnota/Milieueffectrapportage

Zet hier een foto. Ontwerp-Projectplan Waterwet. Dijkversterking Hoeksche Waard Zuid Definitief

Reactienota Ontwerp projectplan Waterwet versterking Regionale kering buitenpolders Kampereiland. 28 augustus

In totaal dient het bruto-krediet met te worden verhoogd tot

Dijkversterking Hellevoetsluis

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 15. Besluitvormend voorstel met investering Aantal Bijlagen 3

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 14 september Datum vergadering CHI. 21 september 2016

Havenkwartier Zeewolde

Nieuwsbrief februari Dijkversterking Hoeksche Waard Zuid Traject 1 t/m 6. Blad 1/5

WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland - 3OKT. 201^ Ontvangen. Par. 1 \2 TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER ADRES ONDERWERP

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERBOUWKUNDIGE WERKEN VOORBOEZEM POLDER VAN NOOTDORP

Dijkversterking Marken

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel

DATUM BEHANDELING IN D&H 12 febľ"uaľï COMMISSIE 0 MBH (6 maart 2013)

Voorstel Het ontwerp-vrijstellingsbesluit vaststellen en dit ingaande 15 april 2009 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage leggen.

a. Het investeringsplan voor de NVO Boomawatering (701644) op te hogen met een bedrag van tot ;

Bijlage A. Begrippenlijst

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 17 juni Water & Wegen

A L G E M E E N B E S T U U R

DATUM BEHANDELING IN D&H 20 augustus commissie

DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil commissie 0 MBH (8 mei 2013)

Hoogheemraadschap van Delfland

Onderwerp: Voortgang grondaankoop voor project fietspad 't Woud - Alkmaar

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder

Memo. Omschrijving werkzaamheden molenerven

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 25 juni 2013

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

agendapunt 04.B.11 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT)

Informatieavond dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem. Zuidereind en Westdijk 15 en 16 juli

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten

Datum: 26 juni 2014 Agendapunt nr: 14.

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

agendapunt 3.b.13 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden

Ontwerp-projectplan Waterwet Voorboezem Duifhuisvliet oost

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer Aanvullende tekst par 3.3.3

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

V.V: 28 maart 2012 Datum 21 februari 2012 Agendapuntnr. B.5 Bijlagen 1 Onderwerp Vaststellen Ontwerp Projectplan Dijkversterking Krimpen

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering

Parafering besluit PFO Ber B - - D&H H Gewijzigd akkoord Geparafeerd

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

Dijkversterking Tiel-Waardenburg. Voorkeursvariant Oktober 2018

- Het uitvoeringskrediet van dit project "stuw bedrijventerrein Ruyven (projectnummer

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1.

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg

info@eilandraad.nl Website

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BESLUIT LEGGERWIJZIGING

DATUM BEHANDELING IN D&H 12 februsti COMMISSIE 0 MBH (6 mssrt 2013)

I ,13 ten laste van de exploitatie te brengen, dit is reeds verwerkt bij de eerste bestuursrapportage (BURAP 1) 2012.

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel

Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Ringdijk Watergraafsmeer

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch. Informerende Commissie. Bespreken.

Bewonersbijeenkomst. Dijkversterking Tiel-Waardenburg

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

Parafering besluit D&H Conform Geparafeerd door: Baeten, P.J.R.

Marker alternatief Dijkversterking. Doel: Vaststellen draagvlak onder de bevolking

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab:

Gedurende het project wordt dit document regelmatig herzien. Dit op basis van de laatste inzichten en vragen die aan de gemeente zijn gesteld.

Transcriptie:

1. Voorblad Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 14. Aan de Verenigde Vergadering Vaststelling definitief projectplan Hoeksche Waard Zuid en vrijmaken krediet tbv realisatie Aard voorstel Besluitvormend voorstel met investering Aantal Bijlagen 2 Voorstel behandeld door Datum Verenigde Vergadering 27 Maart 2014 Commissie WWV 11 Maart 2014 College Dijkgraaf en Heemraden 18 Februari 2014 Voorstel geparafeerd door Naam Paraaf Datum Secretaris-Directeur Arnoud vanvliet Akkoord 26-02-2014 Dijkgraaf Jan Geluk Akkoord 26-02-2014 Ridderkerk, 27 maart 2014. Dijkgraaf en heemraden voornoemd, secretaris-directeur, dijkgraaf, drs. A.A. van Vliet. ing. J.M. Geluk. Bijlagen: Voorstel: Voorstel_748.doc Bijlage: 140206 HWZ Definitieve NvB geanonimiseerd.pdf Stukken ter inzage:

2. Voorstel_748.doc Vaststelling definitief projectplan Hoeksche Waard Zuid en vrijmaken krediet ten behoeve van realisatie. 1. Aanleiding Uit de periodieke keuring ingevolge de Waterwet is gebleken, dat delen van de primaire waterkering in het zuidelijk deel van de Hoeksche Waard niet voldoen aan de gestelde veiligheidsnorm en versterkt moeten worden om de veiligheid voor de toekomst te kunnen garanderen. Het projectplan is op 15 oktober 2013 (B1300486) door het college van dijkgraaf en heemraden in ontwerp vastgesteld. Op de voorbereiding van het projectplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het ontwerp-projectplan, het ontwerp MER en de overige relevante stukken hebben van 11 november tot 23 december 2013 ter inzage gelegen. Tijdens de terinzagelegging zijn negen zienswijzen ingediend. Vier zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het projectplan. Om de dijkversterking Hoeksche Waard Zuid ten uitvoer te kunnen brengen, is het van belang dat het projectplan definitief is vastgesteld, omdat daarmee ook de subsidiebeschikking kan worden aangevraagd bij het programmabureau HWBP. Daarnaast is het van belang dat er krediet beschikbaar is om de opdracht aan de aannemer te kunnen gunnen. 2. Voorstel Voorgesteld wordt: 1. Het definitief projectplan Hoeksche Waard Zuid met de bijbehorende nota van beantwoording vast te stellen; 2. Het vastgestelde projectplan ter goedkeuring te zenden aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland; 3. Een bedrag van 46.618.000 beschikbaar te stellen voor de realisatie van de projectinvestering Uitvoering Hoeksche Waard Zuid, ter aanvulling van het reeds beschikbaar gestelde uitvoeringskrediet 12.903.000 (opgenomen onder projectnummer 7001014500); 4. Dit bedrag te dekken met het voor deze projectinvestering in de Programmabegroting 2014-2018 in de bijlage 7a onder volgnummer 7 opgenomen krediet van 57.175.000 (na verwerking van jaarschijf 2014); 5. Het restant van het in punt 4 genoemde bedrag, te weten 10.557.000 te laten vervallen; 6. De toename van de jaarlijkse beheerkosten ad 21.000 met ingang van 2017 op te nemen in de Programmabegroting 2015-2019. 3. Motivering Wat is de achtergrond van het gevraagde besluit? Volgens de Waterwet hoort het gebied Hoeksche Waard beschermd te worden tegen waterstanden die voorkomen met een overschrijdingskans van 1 maal per 2000 jaar. Voor de waterkeringen langs het Haringvliet en het Hollandsch Diep betekent dit dat de waterkeringen in

staat moeten zijn de gecombineerde omstandigheden van storm en hoge rivierafvoeren te weerstaan. Waterschap Hollandse Delta (WSHD) heeft het dijktraject Hoeksche Waard Zuid beoordeeld in de landelijke toetsing van de waterkeringen in 2006. Daarin is geconstateerd dat delen van het dijktraject Hoeksche Waard Zuid niet voldoen aan de norm die de Waterwet stelt aan de dijkring 21 van de Hoeksche Waard. Daarom moeten de waterkeringen worden versterkt over een lengte van in totaal ruim 11 km. Van het gehele traject tussen km 27,5 (bij gemaal De Volharding in Strijensas) en km 45,9 (aan de westzijde van de Oosterse Laagjes) is 10,8 km dijk afgekeurd op grond van de wettelijke toetsing. Hieraan zijn twee korte dijkvakken (nabij km 30,9 en km 44,7) toegevoegd die tussen twee afgekeurde dijkvakken in liggen. De reden hiervoor is, dat op deze wijze op de genoemde locaties een overgang gecreëerd kan worden tussen de delen van de dijk, die niet en wel versterkt worden. Het waterschap heeft overeenstemming met het programmabureau van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) over de scope van de dijkversterking. Om weer aan de veiligheidsnorm te voldoen is voor deze waterkeringen een ontwerp projectplan opgesteld met de uitwerking van versterkingsmaatregelen en voorzieningen om de nadelige gevolgen te beperken of ongedaan te maken (artikel 5.4 van de Waterwet). De versterkingsmaatregelen zorgen ervoor dat de dijktrajecten conform de geldende regelgeving voor de gehele planperiode van 50 jaar voldoen aan de eisen voor alle faalmechanismen. Wat is het doel van het gevraagde besluit? Het gevraagde besluit draagt bij aan de algemene doelstelling van WSHD om te zorgen voor de veiligheid in het beheersgebied. Verder draagt het bij aan de specifieke doelstelling om te zorgen dat de waterkeringen die in de tweede toets ronde zijn afgekeurd, in 2017 voldoen aan de veiligheidsnorm. Het gevraagde besluit is noodzakelijk om de wettelijke procedure voort te kunnen zetten en van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een goedkeuringsbesluit te kunnen verkrijgen voor het projectplan. Met dit goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten kan subsidie bij het programmabureau Hoogwaterbeschermingsprogramma worden aangevraagd. Met deze subsidiebeschikking kan vervolgens tot uitvoering van de versterkingsmaatregelen worden overgegaan. Wat staat er in het definitieve projectplan en de projectnota MER? 2

3.1 Projectplan In het onderstaande wordt nader ingegaan op de volgende aspecten van het projectplan: A. Versterkingsmaatregelen op hoofdlijnen; B. Kunstwerken en niet waterkerende objecten; C. Maatwerklocaties. A. Versterkingsmaatregelen op hoofdlijnen: Sassedijk Strijensas 1. (km 27,50-27,65): een damwand in het binnentalud; 2. (km 27,65-28,00): een damwand in het binnentalud, vervangen van de kleibekleding in het buitentalud (deels) en aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud (deels); Buitendijk Strijensas 3. (km 28,00-28,40): een buitenwaartse versterking met profielaanpassing, de daaruit voortvloeiende wijziging van de weg en het fietspad en aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; 4. (km 28,40 - km 29,15 ): de aanleg van een binnenberm en het dempen van de huidige sloot en graven van een nieuwe sloot aan de binnenzijde, inclusief de overgang van traject 3 naar traject 4; 5. (km 29,15-29,85): de aanleg van een binnenberm en het dempen van de huidige sloot en graven van een nieuwe sloot aan de binnenzijde; 6. (km 29,85-30,90): de aanleg van een binnenberm en het dempen en hergraven van de sloot aan de binnenzijde; Hoogezandse Buitendijk Oost 7. (km 31,90-32,30): een buitenwaartse versterking met een aan te brengen buitenberm met steenbekleding. 7a. (km 32,30-32,40 en 32,50-32, 60): een buitenwaartse versterking met verticaal kleischerm nabij de buitenteen van de dijk en bij de kruising van de buisleidingenstraat een horizontaal aan te brengen kleikist buitendijks. Ook hier moet steenbekleding op het buitentalud worden aangebracht. 8. (km 32,60-33,00): de aanleg van een binnenberm en het dempen en graven van een nieuwe sloot aan de binnenzijde en vervangen van de kleibekleding in het buitentalud en aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; 9. (km 33,00-33,60): aanbrengen van verticaal kleischerm nabij de buitenteen, vervangen van de kleibekleding in het buitentalud en deels binnentalud en aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; Hoogezandse Buitendijk West 10. (km 33,60-34,70): aanleg van een binnenberm en het dempen van de huidige sloot en graven van een nieuwe sloot aan de binnenzijde. Bovendien vervangen van de kleibekleding in het buitentalud en deels binnentalud en aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; 10. (a) (km 34,70-35,20): aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; 11. (km 35,20-36,35): aanleg van een binnenberm en het dempen van de huidige sloot en graven van een nieuwe sloot aan de binnenzijde en vervangen van de kleibekleding in het buitentalud en aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; 11. (a) (km 36,35-36,64): aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; Hoge Westerse Zomerpolderse Kade Oost 12. (km 41,30-41,70): het administratief aanpassen van het leggerprofiel (fysieke maatregelen zijn op dit traject niet nodig, behoudens het verwijderen van bomen); 13. (km 41,70-42,50): compacte buitenwaartse versterking met profielaanpassing, inclusief het aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud en het behouden van de binnenberm en verlegging van de sloot aan de buitenzijde; Hoge Westerse Zomerpolderse Kade West 14. (km 43,00-43,65): aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; 3

Buitendijk Zuid-Beijerland 15. (km 44,70-44,80): aanleg van een binnenberm en dempen van de huidige sloot en graven van een nieuwe sloot aan de binnenzijde en aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud; 16. (km 44,80-45,90): een buitenwaartse versterking met profielaanpassing en het aanbrengen van steenbekleding op het buitentalud. Aanvullende toelichting op de versterkingsmaatregelen: Ad 1./2. Sassedijk Strijensas Gezien de functies aan beide zijden van de dijk in de bebouwde sectie (km 27,65-28,00) is gekozen voor een constructieve oplossing (damwand). Door de noodzaak van een overgangsconstructie aan het eind van de bebouwing en ter hoogte van het gemaal De Volharding is gekozen om de constructieve oplossing in de onbebouwde sectie (km 27,50-27,65) door te zetten. Bovendien moet op een gedeelte de kleibekleding in het buitentalud worden vervangen en steenbekleding worden aangebracht. De voorgestelde constructie ontziet de functies aan beide zijden van de dijk en zorgt voor behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Ad 3. Buitendijk Strijensas Voor het bebouwde gedeelte van de Buitendijk te Strijensas is vanuit het oogpunt van beheer en onderhoud, duurzaamheid en toetsbaarheid gekozen voor een oplossing in grond. Alle belangen, waaronder ook de natuurwaarde en het waterbergend vermogen van de rivier, zijn hierbij afgewogen. Met de bewoners is gesproken en gekeken hoe invulling gegeven kan worden aan hun belangen. Wij verwijzen verder naar de nota van beantwoording van zienswijzen. Ad 4./5./6. Buitendijk Strijensas Het in standhouden van het bestaande dijkprofiel en het aanleggen van een binnenberm met verlegging van de dijksloot heeft vanuit landschappelijk en cultuurhistorisch oogpunt de voorkeur. Ook recreatief gezien heeft deze oplossing de voorkeur, evenals voor het aspect van het waterbergend vermogen van de rivier en het kostenaspect. In de totale afweging is er op basis van deze argumenten gekozen voor de binnendijkse variant, ondanks het gevoelig liggende aspect van het verlies aan landbouwgrond. Het gaat hier om de zogenaamde APL (de Albert-, Pieters- en Leendertspolder) Polder waar de gronden aan de buitenzijde een EHS (Ecologische Hoofdstructuur) status hebben, waardoor een buitendijkse oplossing een compensatieverplichting met zich mee zou brengen die uiteindelijk toch weer landbouwareaal zou kosten. Ad 7./8.9. Hoogezandse Buitendijk Oost In deze trajecten is per sectie een passende oplossing gekozen. Voor de versterkingsmaatregelen aan de buitenzijde komen in aanmerking: het aanbrengen van verticale kleischermen in de buitenteen, een buitenberm en een buitendijks gelegen horizontale kleikist ter plaatse van de buisleidingstraat. Op alle drie de trajecten moet op het buitentalud steenbekleding worden aangebracht of klei worden vervangen. De keuze is bepaald op basis van kosten, het ruimtebeslag en effect voor de aangrenzende functies. De versterkingsmaatregel binnenwaarts betreft de aanleg van een binnenberm waarbij kosten, de aangrenzende functies en het waterbergend vermogen van de rivier de keuze hebben bepaald. Ook hier hebben de buitendijkse gronden een EHS dan wel Natura 2000 status waardoor een buitenwaartse oplossing zou hebben geleid tot stringente compensatieverplichtingen. Ad 10./11. Hoogezandse Buitendijk West Op dit traject is de aanleg van een binnenberm uitgewerkt. Verder is het noodzakelijk om op een gedeelte de kleibekleding op het buitentalud te vervangen en er zal over het gehele traject een steenbekleding op het buitentalud worden aangebracht. Zoals al eerder geconstateerd is er, los van het aspect van het waterbergend vermogen van de rivier, voor een buitenwaartse oplossing te weinig ruimte aan de buitenzijde van de dijk. Dit is een gevolg van enerzijds een deeltraject met een smal voorland en anderzijds een deeltraject met aanwezige beschermde (Natura 2000) en unieke natuurterreinen. Ad 12./13. Hoge Westerse Zomerpolderse Kade Oost In het dijkgedeelte rond de haven is gekozen voor een administratieve aanpassing van het leggerprofiel waardoor fysieke maatregelen, behoudens het verwijderen van de bomen, worden voorkomen. Met de wijziging van de legger is instandhouding van de waterkering, op basis van de voorschriften en regels die de betrokken belanghebbenden in acht moeten nemen, verzekerd. De procedure tot wijziging van het leggerprofiel zal worden gestart na goedkeuring door GS van het projectplan Waterwet. Het traject van de haven tot de Haringvlietbrug wordt buitenwaarts versterkt inclusief de verlegging van de buitendijks gelegen sloot. Ook hier moet steenbekleding op het buitentalud 4

worden aangebracht. Door toepassing van een compact ontwerp is het verlies aan waterbergend vermogen van de rivier tot een minimum beperkt en worden kostbare fysieke maatregelen in het aangrenzende golfterrein en verlegging van kabels voorkomen. Ad 14. Hoge Westerse Zomerpolderse Kade West In dit traject is het plaatsen van een harde steenbekleding op het buitentalud noodzakelijk. De bomen op het binnentalud moeten worden verwijderd. Ad 15./16. Buitendijk Zuid-Beijerland Als gevolg van de landschappelijke waarde van de bestaande dijk en de status van het buitendijks gelegen beschermd natuurmonument is het noodzakelijk om een klein gedeelte (ca. 100 m) binnendijks te versterken, inclusief verlegging van de dijksloot. Voor het overige deel is gekozen voor een beperkte buitenwaartse profielaanpassing, waardoor de bestaande weg aan de binnenzijde intact blijft. Door de buitendijks gelegen sloot te handhaven is er geen blijvend effect voor het aangrenzende natuurmonument en is ook het verlies aan waterbergend vermogen van de rivier zeer gering. Op beide trajecten wordt een harde steenbekleding op het buitentalud geplaatst. Toelichting (steen)bekleding: Op het buitentalud wordt grotendeels steenbekleding aangebracht. Onder deze steenbekleding moet een laag klei van de juiste kwaliteit liggen. Wanneer deze klei niet aanwezig is, wordt de huidige grond afgegraven en vervangen door geschikte klei. Daarna wordt de steenbekleding aangebracht. De steenbekleding loopt niet door tot aan de kruin van de dijk maar loopt tot het berekende niveau waarboven grasbekleding voldoet. Indien de aanwezige klei van het buitentalud niet voldoet, wordt ook boven de steenbekleding tot aan de kruin de aanwezige klei vervangen door klei van de juiste kwaliteit waarna de grasbekleding wordt teruggebracht. Aan de onderzijde, bij de teen van de dijk, is een teenconstructie nodig die ervoor zorgt dat de bekledingselementen op hun plek blijven en die bescherming biedt tegen uitspoeling. Deze teenconstructie zal bestaan uit een bestorting. B. Kunstwerken en niet-waterkerende objecten 1. Gemaal De Volharding (km 27,5) 2. Schutsluis Strijensas (km 27,94) 3. Gemaal Hoogezandse Polder (km 35,2) 4. Gemaal Westerse Polder (km 23,45) Ad 1. Gemaal de Volharding Buiten een nog lopend onderzoek naar de langdurige veiligheid van de persbuis van het gemaal voldoet het kunstwerk. De werkzaamheden aan het gemaal de Volharding zijn subsidiabel in het kader van het HWBP. Na afronding van het onderzoek zullen wij, indien van toepassing, met een separaat voorstel komen. Onderhoud/vervanging van de aandrijving en schuif aan de buitenzijde staat als maatregel al op het reguliere onderhoudsprogramma van het waterschap ingepland. Deze werken zullen voor of tijdens de realisatie van de versterkingsmaatregelen uitgevoerd worden. Ad 2. Schutsluis Strijensas Voor de schutsluis Strijensas is wat betreft de dijkversterking een veiligheidsbeoordeling uitgevoerd in het kader van de waterkerende functie. De sluis is hierbij als onvoldoende beoordeeld op het opbarsten van de sluisvloer bij hoge waterstanden. Hierdoor zijn ten behoeve van de versterkingswerkzaamheden maatregelen nodig aan de sluisvloer (versterken van de vloer) of door het verminderen van de waterdruk onder de vloer (plaatsen van damwanden voor de sluisvloer zodat de druk onder de vloer afneemt). Voor deze versterkingsmaatregelen is een apart voorstel aan uw Verenigde Vergadering gedaan. Ad 3. Gemaal Hoogezandse Polder Het gemaal Hoogezandse Polder is afgekeurd in de tweede toetsronde en wordt in het kader van het dijkversterkingsproject geamoveerd. Deze werkzaamheden zijn subsidiabel door het programmabureau HWBP en zijn opgenomen in het definitieve projectplan. Ter plekke van het voormalige gemaal zal een hevel worden teruggebracht als onderdeel van de aanpassing van het watersysteem Cromstrijen. Hiervoor zal een apart kredietvoorstel worden voorgelegd. Indien de financiering hiervoor tijdig gewaarborgd is, zal getracht worden dit met de uitvoering van de dijkversterking mee te nemen. 5

Ad 4. Gemaal Westerse Polder Ter plaatse van het gemaal zal de waterkering ten aanzien van het aspect golfoverslag veilig worden gemaakt door het aanbrengen van een constructie die bestaat uit een op een damwand te plaatsen constructie, bestaande uit beton en metselwerk. C. Maatwerklocaties: 1. Woonhuis, Sassedijk 4 (km 27,88) 2. Woning aan de Schenkeldijk 109 (km 29,36) 3. Woning en schuur, Wielweg 10 (km 29,5) 4. Woonhuis, Buitendijk 3 (km 29,64) 5. Kazemat (km 34,0) Ad 1. Sassedijk 4 De woning ligt in en tegen het buitentalud van de dijk aan op het verhoogde haventerrein. Ter plaatse wordt de kleilaag van het buitentalud vervangen. Dit moet goed aansluitend op de muur van de woning worden aangebracht. Omdat er voor de veiligheid van de waterkering uit moet worden gegaan dat de woning niet meer aanwezig is (ingestort), moet in een erosiescherm achter de woning worden voorzien. Dit scherm, geplaatst nabij de buitenkruinlijn, dient als een vervangende bescherming tegen erosie ter plaatse van de woning. Het scherm (een damwandconstructie) wordt over een breedte van ca. 25 meter aangebracht. Ad 2. Schenkeldijk 109 Ter voorkoming van het aanpassen/verplaatsen van bijgebouwen voor het aanbrengen van de geplande binnenberm is gekozen om over een lengte van 23 meter een damwand te plaatsen in het huidige binnentalud (afgewerkt onder maaiveld). Ad 3. Wielweg 10 Ter voorkoming van het aanpassen van gebouwen en particuliere huiskavels is gekozen om over een lengte van 130 meter een damwand te plaatsen in het huidige binnentalud (afgewerkt onder maaiveld). De damwand loopt door ter plaatse van de nieuwe oprit op berm in oostelijke richting als aansluiting op Schenkeldijk. Ad 4. Buitendijk 3 De woning ligt in en tegen het buitentalud van de dijk. Ook hier dient in het kader van de veiligheid een erosiescherm in kruin dijk over een lengte van 37 meter aangebracht te worden. Ad 5. Kazemat Ter voorkoming dat dit historisch waardevol object wegvalt in de aan te brengen binnenberm is lokaal een uitsparing in berm voorzien door gebruik te maken van een constructieve oplossing met een damwandscherm. Lengte 20 meter. Voor wegen, fietspaden en opritten op en rondom de dijk geldt dat deze waar mogelijk worden teruggebracht. Hierbij wordt zoveel mogelijk dezelfde afmetingen, helling en ligging aangehouden als in de oorspronkelijke situatie. In de gemeente Strijen wordt voor het terugplaatsen van de weg (Buitendijk) naast de nieuwe binnenberm afgeweken van het bestemmingsplan. Wij verwijzen verder naar de nota van beantwoording van zienswijzen. 3.2 Projectnota/MER In de bijbehorende projectnota/mer is een uitvoerige afweging gemaakt tussen de alternatieven voor de dijkversterking op thema's als veiligheid, economische ontwikkeling, kosten, natuur, landbouw, waterberging en landschap en cultuurhistorie. Het gekozen voorkeursalternatief heeft de laagste -maatschappelijke- kosten en het minste negatieve effect op de omgeving. Wij verwijzen verder naar de nota van beantwoording van zienswijzen. Het dijkversterkingsproject Hoeksche Waard Zuid grenst op vrijwel alle trajecten aan de EHS of Natura 2000 gebieden. Langs de Hoogezandse Buitendijk, de Hoge Westerse Zomerpolderse Kade Oost en de Buitendijk Zuid Beijerland legt het voorkeursalternatief beslag op een gedeelte dat is bestemd als EHS. Vooralsnog gaan we er van uit dat iedere afname in oppervlakte (hoe beperkt ook van omvang) gecompenseerd dient te worden. Vanuit het MER volgen de volgende mitigerende en compenserende maatregelen: Het areaalverlies aan Ecologische Hoofdstructuur (EHS) door binnen- en buitendijkse maatregelen ten koste van de Oosterse Laagjes langs het Haringvliet, de Hoogezandsche Gorzen en de APL-polder wordt binnen het plangebied gecompenseerd. Deze compensatieopgave zal worden gecombineerd met die van 6

de dijkversterking Spui Oost, om te komen tot één aaneengesloten robuuste compensatie-eenheid van EHS-gebied in plaats van versnipperde kleine EHS-gebiedjes. Het beoogde compensatiegebied betreft een buitendijks gelegen poldertje ten westen van de Plaat van het Land van Essche, tussen de buisleidingenstraten aan de zuidzijde van de Hoeksche Waard. Voor de uiteindelijke compensatie moet akkoord worden verkregen van de provincie en is een compensatieplan opgesteld waarvan een inrichtingsplan, beheersplan en kostenraming deel uit zullen maken. De kosten voor de grondaankoop en de inrichting van de compensatielocatie worden volledig door het HWBP gesubsidieerd. 3.3 Landschap en Cultuur Doordat de werken de dijk veranderen is er wel een effect op het landschappelijke en cultuurhistorische karakter van de dijk zelf. In het ontwerp is specifiek rekening gehouden met de herkenbaarheid en leesbaarheid van het landschap, de dijkbeleving, de relatie met het aangrenzende landschap, de continuïteit van het dijkprofiel en het behoud van het karakter van de dijk. Daarmee worden de effecten op landschap en cultuurhistorie geminimaliseerd. Er worden met de dijkversterking geen monumenten aangetast in het kader van de Monumentenwet. Ook zijn geen archeologische monumenten in het geding. De archeologische waarden in het gebied van de dijkversterking zijn over het algemeen laag. Er vindt geen aantasting plaats van archeologische waarden. 3.4 Natuur Uit de beoordeling van de effecten op natuurwaarden (Royal HaskoningDHV BV, 2013) is gebleken dat er permanente effecten optreden op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS door ruimtebeslag. Deze effecten moeten gecompenseerd worden. Daarnaast kan tijdens de uitvoering verstoring optreden van vogels in de EHS. Omdat de verstoring tijdelijk is en maatregelen genomen worden om de verstoring te beperken, is compensatie niet aan de orde. Na realisatie van de dijkversterking is de rust in het gebied zoals voorheen. De mitigerende maatregelen zijn beschreven in het rapport 'Effecten op natuurwaarden' (Royal HaskoningDHV BV, 2013). Er is sprake van een groot openbaar belang. De dijkversterking is noodzakelijk om het gewenste waterveiligheidsniveau te kunnen garanderen. Het voorkeursalternatief is tot stand gekomen in een integrale afweging. Op de locaties waar EHS ruimtebeslag plaatsvindt, is geen andere bevredigende oplossing mogelijk zonder ruimtebeslag. Dat betekent dat ontheffing verleend kan worden, indien de effecten zoveel mogelijk worden voorkomen en overgebleven effecten worden gecompenseerd. De compensatie kan worden ingevuld door in de nabijheid van de ingreep buiten de EHS gronden aan te kopen en hier nieuwe natuurwaarden te ontwikkelen. Naast compensatie in het kader van de EHS is er sprake van kap van meer dan 1.000 m2 bos en is daarmee compensatie vanuit de Boswet aan de orde. Dit bos overlapt grotendeels met het bos binnen de EHS. 3.5 Kabels en Leidingen Voor alle kabels en leidingen, die liggen binnen het projectgebied en die mogelijk verlegd en/of vervangen moeten worden, geldt dat de hieraan verbonden kosten in het kader van de regeling nadeelcompensatie subsidiabel zijn in het kader van het HWBP. Welke besluiten zijn er eerder genomen? D&H besluit van 10 april 2012 (B0902961) instemming met de Notitie Reikwijdte en Detailniveau; D&H besluit van 7 mei 2013 (B1300944) instemming met de memo Voorkeursalternatief. D&H-besluit van 15 oktober 2013(B1300486) instemming met ontwerp-projectplan en dit met de projectnota MER aan te bieden aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid- Holland om te inzage te leggen. D&H-besluit van 18 februari 2014 om het voorstel Vaststellen definitief projectplan Hoeksche Waard Zuid en vrijmaken van krediet voor realisatie door te geleiden naar de Verenigde Vergadering. Is de dijkversterking eind 2017 gerealiseerd? Op basis van het ontwerp is een uitvoeringsplanning (PPI) opgesteld, waarin de risico's verwerkt zijn. Hieruit volgt, dat de oplevering van het werk uiterlijk november 2017 zal plaatsvinden. Dit is 7

conform de basislijn met betrekking tot het dijkversterkingsprogramma HWBP2, dat is vastgesteld in de VV-vergadering van 28 november 2013. Is er voldoende draagvlak voor dit plan? Voor dit dijkversterkingsproject is een klankbordgroep samengesteld. In deze klankbordgroep zijn, naast bewoners, onder andere de betrokken gemeenten Strijen, Cromstrijen en Korendijk, Rijkswaterstaat, LTO Noord en Hoeksche Waards Landschap vertegenwoordigd. In de klankbordgroep zijn de leden regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen m.b.t. de dijkversterking. Met de eigenaren zijn in maart en april 2013 gesprekken gevoerd. In de maanden oktober, november en december 2013 hebben vervolggesprekken plaats gevonden met belanghebbenden, waar onder eigenaren, pachters, beheerders en bevoegd gezag. In totaal is met veertig individuele belanghebbenden gesproken. Voor een beschrijving van de verschillende inloop- en informatieavonden verwijzen wij naar de paragraaf communicatie in dit voorstel. Naar aanleiding van de ter visielegging zijn in totaal negen zienswijzen ingediend. De ingediende zienswijzen hebben geleid tot het aanpassen van het projectplan op onderdelen. Deze aanpassingen zijn gemotiveerd in de Nota van Beantwoording. We gaan ervan uit dat hiermee voldoende tegemoet gekomen is aan de zienswijzen en dat daarmee draagvlak gecreëerd is in de omgeving. De nota van beantwoording is als bijlage toegevoegd. Brede Blik In dit stadium is er vooralsnog geen noodzaak gebleken gebruik te maken van de voorziening Brede Blik. Wel is er afgesproken met Hoeksche Waards Landschap (HWL) dat het waterschap zal overwegen om de te kappen bomen, waarvoor geen herplantplicht geldt, terug te planten indien HWL hiervoor een beschikbare locatie aanwijst. Mocht HWL alsnog met een voorstel komen dan zal er in een later stadium beroep gedaan kunnen worden op de voorziening Brede Blik. In het toetsadvies van de Commissie MER en een zienswijze wordt voorgesteld om de teenbestorting vanuit landschappelijk oogpunt, vanuit gebruik en voor herstel van vegetatie af te dekken. Het afdekken met grond levert geen beperking op van de functie van de teenbestorting. Aangezien de voorgestelde maatregel niet valt binnen de doelstelling van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (subsidieverstrekker) kiest het WSHD ervoor om de teenbestorting niet af te dekken en het projectplan op dit onderdeel niet aan te passen. Echter zal WSHD wel onderzoeken of er mogelijkheden bestaan om het afdekken van de teenbestorting alsnog mogelijk te maken. Mocht dit het geval zijn zal in een later stadium beroep gedaan kunnen worden op de voorziening Brede Blik. Hoeveel grond moet er worden verworven? De gronden van het huidige dijklichaam en voorziene dijkversterking zijn deels al in eigendom. Er wordt getracht middels akkoordverklaring toegang tot de benodigde gronden te verkrijgen om uitvoering van dijkversterking te realiseren. Indien dit niet lukt, zal tot verwerving worden overgegaan. Voor de verwerving van niet-subsidiabele gronden in het kader van het HWBP is een investeringskrediet beschikbaar (7001018000 Aankoop gronden ten behoeve van dijkversterkingsprojecten, saldo 2.997.000). Dit krediet is vrijgemaakt in de VV-vergadering van 22 november 2012. Mocht verwerving van niet-subsidiabele gronden aan de orde zijn, dan zal separaat besluitvorming op grond van het delegatie- en mandaatbesluit door of namens ons college plaatsvinden. De taxateur voert met ingang van de maand januari 2014 gesprekken met de grondeigenaren en pachters in het projectgebied. Het gaat hierbij om een aantal van 39 dossiers, waarvan er waarschijnlijk 10 tot een grondverwerving zullen leiden. 4. Risico s De risicobeheersing in dit project vindt evenals in andere dijkversterkingsprojecten plaats conform de methode RISMAN. Risico s zijn verwerkt in de planning en raming. De risico s en de te nemen beheersmaatregelen zijn vastgelegd in het risicoregister. Er wordt actief gestuurd op 8

beheersmaatregelen. Na beheersing van het risico kan een restrisico ontstaan. De belangrijkste restrisico s die kunnen bijdragen aan uitloop in tijd en kosten zijn: De grondverwerving vertraagt. Er volgt een beroepsprocedure bij de Raad van State tegen het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten op het definitieve projectplan. Aanpassing en verlegging van kabels en leidingen loopt vertraging op. Het zettingsverloop wijkt substantieel af van de verwachtingen. Indien voor de natuurcompensatiegrond geen partij kan worden gevonden, die zorg wil dragen voor het beheer en onderhoud daarvan, zullen de kosten voor beheer en onderhoud voor rekening blijven van het waterschap. Dit risico is opgenomen in het risicodossier. 5. Financiële aspecten De kosten van de investering worden, met uitzondering van kosten voor bouwrente en voor eventueel niet voor subsidie in aanmerking komende gronden, volledig financieel gedekt door middel van subsidie in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. In de Basislijnrapportage (2011) was een bedrag van 114.637.000 geraamd op basis van de toen bekende informatie van het project. Dit bedrag is bijgesteld naar 70.078.000 en opgenomen in de Programmabegroting 2014-2018 (bijlage 8 van de begroting). Volgens de laatste raming bedragen de kosten voor de uitvoering van dit project 59.521.000. Dit verschil tussen de oorspronkelijke raming en de huidige kan worden verklaard door de aanscherping van het dijkversterkingsontwerp. Daar waar bij de basislijn nog globale aannames gedaan moesten worden over grondeigenschappen en hiermee over benodigde dijkversterkingsmaatregelen, ligt er nu een ontwerp op basis van de resultaten van het uitgevoerde grondonderzoek en ontwerpberekeningen. De benodigde lengtes van binnenbermen (en daarmee ook het ruimtebeslag) zijn veel kleiner gebleken dan oorspronkelijk werd aangenomen. Hierdoor zijn de kosten voor grondwerk en de vastgoedkosten afgenomen. Voor dit project is reeds 12.903.000 ter beschikking gesteld (projectnummer 7001014500). In dit krediet zijn ook al de kosten opgenomen van de bouwrente van het totale project. Deze bouwrente wordt niet gesubsidieerd door het Programmabureau HWBP. Hiermee komen de kosten van de bouwrente ten laste van het waterschap en leiden daarmee tot kapitaallasten. Deze kapitaallasten zijn al in de Programmabegroting 2014 opgenomen. Ter aanvulling van het reeds beschikbaar gestelde krediet van 12.903.000 vragen wij van het geplande krediet een bedrag van 46.618.000 ter beschikking te stellen. Het restantbedrag van de geplande investering, te weten 10.557.000, kan in de begroting vervallen. Samenvatting: Geplande investering 70.078.000 Reeds beschikbaar gesteld -/- 12.903.000 Heden gevraagd krediet -/- 46.618.000 Restant 10.557.000 Alle kosten zijn inclusief BTW; deze BTW wordt gesubsidieerd door het Programmabureau HWBP. Eigen bijdrage WSHD a1. Grondaankoop: Niet alle te verwerven gronden zijn subsidiabel. Dit betreft de gronden gelegen tussen de huidige binnen- en buitenteen van de dijk. Op enkele trajecten hebben eigenaren aangegeven tot verkoop te willen overgaan van de dijkgrond in verband met de versterkingsmaatregelen. De kosten voor verwerving van deze gronden bedragen ca. 504.000. Voor de verwerving van niet-subsidiabele gronden in het kader van het HWBP is een investeringskrediet beschikbaar (investeringsnummer 7001018000; beschikbare bedrag 9

2.996.000). Dit krediet is vrijgemaakt in de VV van november 2012. Zodra niet-subsidiabele grond wordt aangekocht, zal in de eerstvolgende burap worden gemeld dat hiervoor krediet van het separate krediet voor niet-subsidiabele gronden wordt verlaagd voor het betreffende bedrag, waarna het projectkrediet voor hetzelfde bedrag zal worden verhoogd. Bij aanvang van de nietsubsidiabele grondverwerving wordt een overzicht gepresenteerd aan directie en portefeuillehouder. Zodra er sprake is van dergelijke niet-subsidiabele extra kosten, zal er in de eerstvolgende burap over worden gerapporteerd. a2. Exploitatie: Het ontwerp leidt tot een toename van het areaal waterkeringen, watergangen en wegen. Op basis van een gedetailleerde specificatie wordt geraamd dat de aanvullende beheerkosten 55.900 zullen bedragen. Aanname is wel dat de overige eigendommen die verpacht worden, verpacht blijven (30% in totaal verpacht). Ook is de aanname dat de overige percelen in eigendom van derden, in eigendom van derden blijven (30%). Het is aannemelijk, dat voor de trajecten 8 tot 11a een pachter wordt gevonden. Hiermee kunnen de beheerkosten worden terug gebracht tot 21.000. Deze kosten zijn niet opgenomen in de Programmabegroting 2014, maar zullen worden meegenomen in de Programmabegroting 2015-2019. 6. Personele aspecten Het besluit heeft geen personele gevolgen. 7. Juridische aspecten Indieners van zienswijzen kunnen tegen het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten in beroep gaan bij de Raad van State. 8. Duurzaamheidsaspecten In de projectnota/mer zijn de gevolgen voor het milieu beoordeeld en meegewogen bij de keuze voor het voorkeursalternatief. Het voorkeursalternatief heeft het minst negatieve effect op de natuur. De commissie m.e.r. heeft een toetsingsadvies uitgebracht. Wij verwijzen naar de reactie in de bijlage bij de nota van beantwoording. In het E&C-contract wordt aan het aspect duurzaamheid aandacht geschonken. 9. Communicatieve aspecten (In- en extern) Gedurende de planvormingsfase zijn diverse informatieavonden georganiseerd. Op deze avonden is de gelegenheid geboden de plannen in te zien en vragen te stellen. Vanwege de specifieke zorgen van de bewoners rondom de Sassedijk en de Buitendijk in Strijensas over de uitvoering, is daarvoor een aparte avond georganiseerd. Het ontwerp projectplan heeft van 11 november tot en met 23 december 2013 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn inloopmiddagen georganiseerd om belanghebbenden de gelegenheid te bieden de plannen in te zien en vragen te stellen. Ook zijn er meerdere gesprekken gevoerd met individuele grondeigenaren en pachters t.b.v. informatievoorziening met betrekking tot akkoordverklaringen/grondverwerving. Voor de uitvoeringsperiode wordt er een publiekscommunicatieplan opgesteld door WSHD waar de opdrachtnemer zich aan dient te conformeren. Ook zal de opdrachtnemer een bouwcommunicatieplan opstellen dat aansluit bij het publiekscommunicatieplan. Uitgangspunt is dat de klankbordgroep betrokken blijft bij de uitvoering. 10

10. Wijze van publiceren Kies één of meerdere items: Intranet Internet Terinzagelegging Pers 11. Verdere aanpak/ procedure Indien u positief besluit zal het definitieve projectplan ter goedkeuring worden gezonden aan het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Na het besluit van Gedeputeerde Staten zal de procedure worden doorlopen om bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma van het Rijk subsidie te verkrijgen. Tegen het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten kan beroep ingediend worden bij de Raad van State. Parallel aan beide procedures loopt ook de aanbestedingsprocedure. Verwacht wordt, dat gunning plaats kan vinden omstreeks augustus 2014 en de uitvoering van de werkzaamheden zullen plaats vinden van begin 2015 tot november 2017. 12. Evaluatie Evaluaties vinden plaats volgens de PRINCE2-systematiek. 13. Afdelingen die instemmen met het voorstel BE, BJ, FN, VG, PR, PU, CT 11

Vergaderdatum: 27-3-2014 Agendapunt : ** BESLUIT VERENIGDE VERGADERING Vaststelling definitief projectplan Hoeksche Waard Zuid en vrijmaken krediet ten behoeve van realisatie. DE VERENIGDE VERGADERING VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA, op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. <18-2-2014>; gelezen het advies van de commissie Waterkering, Wegen en Vergunningverlening van 11-3-2014; overwegende dat: - Het college van dijkgraaf en heemraden op 15 oktober 2013 heeft besloten om Het projectplan voor dijkversterking Hoeksche Waard Zuid in ontwerp vast te stellen; Het ontwerp-projectplan dijkversterking en de projectnota/mer dijkversterking Hoeksche Waard Zuid aan te bieden aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid- Holland om deze ter inzage te leggen. - Gedurende de periode van ter inzagelegging van 11 november tot en met 23 december 2013 negen zienswijzen zijn ingekomen. - Vier van deze zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het ontwerp projectplan op de volgende onderdelen: Verlegging van de weg op de Buitendijk te Strijensas; Aanpassing van het plan voor natuurcompensatie; Verlegging van het voorkeurstracé kabels en leidingen. Wijziging toegangen tot buitendijkse percelen Buitendijk Zuid-Beijerland - Deze wijzigingen niet van een zodanig ingrijpende aard zijn, dat het ontwerp projectplan opnieuw ter inzage gelegd dient te worden. gelet op: - Artikel 77 Waterschapswet; - Paragraaf 2, hoofdstuk 5 van de Waterwet; - Afdeling 3.4 van de Algemene Wet bestuursrecht. BESLUIT: 1. Het definitief projectplan Hoeksche Waard Zuid met de bijbehorende nota van beantwoording vast te stellen; 2. Het vastgestelde projectplan ter goedkeuring te zenden aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland; 3. Een bedrag van 46.618.000 beschikbaar te stellen voor de realisatie van de projectinvestering Uitvoering Hoeksche Waard Zuid, ter aanvulling van het reeds beschikbaar gestelde uitvoeringskrediet 12.903.000 (opgenomen onder projectnummer 7001014500); 4. Dit bedrag te dekken met het voor deze projectinvestering in de Programmabegroting 2014-2018 in de bijlage 7a onder volgnummer 7 opgenomen krediet van 57.175.000 (na verwerking van jaarschijf 2014); 5. Het restant van het in punt 4 genoemde bedrag, te weten 10.557.000 te laten vervallen. De toename van de jaarlijkse beheerkosten ad 21.000 m.i.v. 2017 op te nemen in de Programmabegroting 2015-2019; 12

6. De toename van de jaarlijkse beheerkosten ad 21.000 met ingang van 2017 op te nemen in de Programmabegroting 2015-2019. Ridderkerk, 27-3-2014 De Verenigde Vergadering voornoemd, secretaris-directeur, dijkgraaf, drs. A.A. van Vliet. ing. J.M. Geluk. 13

Nota van Beantwoording Zienswijzen op ontwerp-projectplan en ontwerp-uitvoeringsbeschikkingen dijkversterking Hoeksche Waard Zuid Waterschap Hollandse Delta 6 februari 2014 definitief

INHOUD BLAD 1 INLEIDING 3 1.1 Ingebrachte zienswijzen 3 1.2 Advies Commissie voor de milieueffectrapportage 3 1.3 Beantwoording 3 2 ZIENSWIJZEN, REACTIE EN VERWERKING 5 2.1 Zienswijze 1 voorgestelde dijkversterking Strijensas Buitendijk 5 2.2 Zienswijze 2 voorstel weg aan buitenzijde langs dijktraject Strijensas Buitendijk 10 2.3 Zienswijze 3 schade transport, verstoring natuur 11 2.4 Zienswijze 4 wenstracé kabels en leidingen 15 2.5 Zienswijze 5 bereikbaarheid perceel 16 2.6 Zienswijze 6 beweiding Buitendijk Zuid-Beijerland 17 2.7 Zienswijze 7 binnendijkse versterking Buitendijk Strijensas 20 2.8 Zienswijze 8 leidingenstraat 22 2.9 Zienswijze 9 binnendijkse versterking Buitendijk Strijensas 24 3 ADVIES COMMISSIE VOOR DE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE 27 3.1 Nationaal landschap Hoeksche Waard 27 3.2 Natuur 38 3.3 Overige opmerkingen 46 4 VERVOLGSTAPPEN 49 5 COLOFON 51 Waterschap Hollandse Delta/Nota van Beantwoording 6 februari 2014, versie 1.0-1 -

1 INLEIDING 1.1 Ingebrachte zienswijzen Conform de projectprocedure voor waterstaatswerken, op grond van artikel 5.5 e.v. Waterwet, heeft het ontwerp-projectplan Waterwet voor de dijkversterking Hoeksche Waard Zuid, dat op 15 oktober 2013 door Dijkgraaf en Heemraden is vastgesteld, van 11 november tot en met 23 december 2013 ter inzage gelegen. Naast het ontwerp-projectplan Waterwet hebben in deze periode ook de volgende documenten ter inzage gelegen: Projectnota/MER behorende bij het ontwerp-projectplan Waterwet Ontwerpbeschikking Natuurbeschermingswet Ontwerpbeschikking Wet algemene bepalingen omgevingswet, afwijken bestemmingsplan, gemeente Strijen Ontwerpbeschikking Wet algemene bepalingen omgevingswet, activiteit bouwen, gemeente Strijen Ontwerpbeschikking Wet algemene bepalingen omgevingswet, activiteit bouwen, gemeente Cromstrijen. Naar aanleiding van de ter inzage legging zijn 9 zienswijzen binnengekomen. Alle zienswijzen hebben betrekking op het ontwerp-projectplan Waterwet. De zienswijzen hebben geleid tot de volgende aanpassingen: Wijziging ontwerp traject Strijensas Buitendijk Wijziging wenstracé kabels en leidingen traject Buitendijk Strijensas (sectie 4 en 5 (tot km 29,4)) Wijziging compensatieplan (begrenzing en inrichting) Wijziging toegangen tot buitendijkse percelen Buitendijk Zuid-Beijerland. Naar aanleiding van de wijze van verwerking van de zienswijzen is voor de volgende beschikkingen aanvullende informatie bij bevoegd gezag ingediend ten behoeve van de vaststelling van de definitieve beschikking: Natuurbeschermingswet Wet algemene bepalingen omgevingswet, afwijken bestemmingsplan, gemeente Strijen. 1.2 Advies Commissie voor de milieueffectrapportage In het kader van de procedure voor milieueffectrapportage heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage op 20 januari 2014 advies uitgebracht over het MER, waarbij de ingebrachte zienswijzen zijn betrokken in het advies. 1.3 Beantwoording In deze Nota van Beantwoording zijn de zienswijzen opgenomen, al dan niet in samengevatte vorm. Daarna is per zienswijze een reactie opgenomen en is aangegeven of en hoe de reactie heeft geleid tot wijzigingen in het Projectplan. Waterschap Hollandse Delta/Nota van Beantwoording 6 februari 2014, versie 1.0-3 -

Daarnaast wordt in deze nota een reactie gegeven op het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage. - 4 - Waterschap Hollandse Delta/Nota van Beantwoording

2 ZIENSWIJZEN, REACTIE EN VERWERKING 2.1 Zienswijze 1 voorgestelde dijkversterking Strijensas Buitendijk Gegevens indiener (zienswijze ontvangen op 17 december 2013): Bewoners Buitendijk Strijensas Namens de bewoners van de Buitendijk R. te Lindert B. Kruijthoff L. van der Wulp Contactadres Buitendijk 2 3292 LB Strijensas 2.1.1 Zienswijze De zienswijze heeft betrekking op de voorgestelde wijze van dijkversterking voor het dijktraject Strijensas Sassedijk en dijktraject Strijensas Buitendijk, vanaf de sluis in Strijensas (km 27,9-28,4). 1.1 Hinder van geluid, koplampen, wind etc. De mate van geluidsoverlast. Volgens het waterschap zijn metingen hiervan niet goed mogelijk. In de vergunningaanvraag die bij de gemeente Strijen ter inzage lag komen we een toename van 1,5 decibel tegen. Er wordt in het ontwerp projectplan zonder duidelijke motivatie en onderbouwing de aanname gedaan dat doordat de afstand tussen de woningen en de doorgaande weg iets groter wordt, de hinder van het wegverkeer niet groter wordt. Er zijn geen gegevens over toename geluid, hinder van koplampen langsrijdende auto's en gevolgen van veranderende 'windstromen'. 1.2 Loze ruimte naast nieuwe dijk. De geplande verlaging van de bestaande dijk met twee meter en het aanbrengen van een nieuw wegdek op de verlaagde dijk. Naast de hiermee gepaard gaande te verwachten toename van de geluidsoverlast levert dit ook een omgevingsbezwaar op, namelijk dat er naast de nieuwe dijk, die verder naar buiten komt te liggen, een oude, verlaagde dijk overblijft met daartussen een loze ruimte. Visueel is dit naar ons idee onwenselijk. 1.3 Effect landschap en cultuurhistorie, verlies aan toeristische waarde. Als de doorgaande weg, ter hoogte van de bebouwing van de Buitendijk Strijensas, lager komt te liggen is dit geen minimalisering van het effect op landschap en cultuurhistorie, zoals in het Ontwerp aangegeven, maar een wezenlijke verandering en daarmee een effect. Ook is er een verlies aan toeristische waarde. 1.4 Waarom wegligging niet op nieuwe dijk? Daarnaast is niet afdoende duidelijk gemaakt, waarom het wegdek niet kan worden aangebracht op de nieuw aan te leggen dijk. Welke precieze technische bezwaren er zijn is niet duidelijk geworden. Waterschap Hollandse Delta/Nota van Beantwoording 6 februari 2014, versie 1.0-5 -

1.5 Inbreuk op woonbeleving en privacy. Door de verlaging van de dijk komt de weg in het gezichtsveld van de bewoners en daardoor komt hij gevoelsmatig dichterbij de huizen te liggen. Dit wordt door de bewoners als een inbreuk ervaren op hun woonbeleving en privacy. 1.6 Risico op schade door uitvoering. Het risico op schade voor de niet onderheide panden aan de Buitendijk (bijna allemaal) ten gevolge van de kleiaanvoer met grote vrachtwagens en het afgraven van de huidige Buitendijk met zware machines is sterk onderbelicht gebleven. Mogelijkheden om deze risico's te verkleinen worden niet In het Ontwerp plan aangegeven dan wel zijn niet onderzocht. 1.7 Damwanden - hinder, schade en ligging. De mogelijke gevolgen van het plaatsen van een damwand vanaf de sluis tot aan de parkeerplaats van het natuurgebied zijn niet onderzocht. Over de risico's van het aanbrengen van de afzonderlijke onderdelen d.m.v. trillen en/of drukken, op zeer korte afstand van de panden Buitendijk 2,4 en 6, Is geen informatie beschikbaar. Ook is niet duidelijk waarom dit binnendijks aan de voet van de dijk zou moeten plaatsvinden en niet op de kruin van de dijk, terwijl dit op de Sassedijk wel het geval Is. 1.8 Aanspreekpunt bij schadeclaims en aansprakelijkheid. In de voorlichtingsbijeenkomsten van het Waterschap is aangegeven dat in geval van schade de bewoners van doen hebben met de aannemer. In het Ontwerp Projectplan wordt aangegeven dat het Waterschap het tot zijn verantwoordelijkheid rekent schade te beperken. Dit is ons inziens een onjuiste constructie. Het waterschap zou de aansprakelijkheid moeten dragen voor de uit te voeren werkzaamheden en eventueel af te handelen schadeclaims. Zij zijn toch de opdrachtgever. Ook vinden we dat het waterschap het aanspreekpunt moet zijn voor de bewoners tijdens de uitvoering van de werkzaamheden en niet de aannemer. 2.1.2 Reactie Ad 1.1) t/m Ad 1.5) Noodzaak verlaging huidige dijk De aanleiding voor het versterken van het dijklichaam van het traject Strijensas Buitendijk is een probleem met de binnenwaartse stabiliteit van het huidige dijklichaam. De geometrie van het dijklichaam kan niet gehandhaafd blijven. Om tot een veilige situatie te komen moet een binnenberm worden aangebracht. Omdat hiervoor aan de binnenzijde onvoldoende ruimte beschikbaar is vanwege de bebouwing is in het ontwerp van de dijkversterking de kruin van de dijk buitenwaarts verplaatst; het verlaagde grondlichaam van de huidige dijk kan functioneren als binnenwaartse stabiliteitsberm. Handhaven van de oude dijk leidt tot een niet te beheren dijklichaam met twee kruinen achter elkaar en een landschappelijk beeld dat niet aansluit bij de naastgelegen dijktrajecten, waarbij nog altijd de kans bestaat dat aan de binnenteen de stabiliteit niet voldoende is. Wijziging ontwerp dijktraject Strijensas Buitendijk Naar aanleiding van de zienswijze heeft het waterschap het ontwerp zoals dat is opgenomen in het ontwerp-projectplan (OPP) Waterwet herzien. In het OPP is in verband met het buitenwaarts verleggen van de Buitendijk te Strijensas, de nieuwe weg op de binnenberm van de dijk gesitueerd. Door het waterschap is tijdens diverse bijeenkomsten met - 6 - Waterschap Hollandse Delta/Nota van Beantwoording

omwonenden en de klankbordgroep het ontwerp-projectplan op dit punt toegelicht. Er zijn echter op het ontwerp-projectplan zienswijzen ingediend op de voorgestelde ligging van de weg. Als gevolg hiervan heeft het waterschap besloten de afweging op dit onderdeel van het ontwerp opnieuw te maken. Daarvoor heeft een uitgebreide heroverweging plaatsgevonden en zijn de volgende onderstaande varianten onderzocht. Dit nader onderzoek heeft geleid tot herziening van het Projectplan met de weg op de kruin van de buitenwaarts verlegde Buitendijk Strijensas. Omdat deze variant niet beschreven is in het MER worden in de bijlage de diverse thema s behandeld zoals die in het ontwerp Projectplan Waterwet en het MER aan de orde zijn. Ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp wordt de nieuwe kruin 3,50 m breder gemaakt, in binnenwaartse richting. De kosten voor het realiseren van de weg op de kruin zijn beperkt hoger dan voor de weg op de binnenberm maar niet van doorslaggevende betekenis. Het waterschap heeft twee varianten afgewogen die beide in meer of mindere mate tegemoet komen aan de bezwaren van de indiener(s): 1. Een variant waarbij de verlegde kruin wordt verbreed, zodat de doorgaande weg op de kruin van de dijk kan worden aangelegd. 2. Een variant waarbij de doorgaande weg aan de buitenzijde van de dijk wordt aangelegd. Het waterschap heeft om de volgende redenen gekozen voor de eerste variant: Bij aanleg van de weg op de kruin van de dijk wordt het landschappelijk beeld het minst verstoord. De huidige situatie wordt wat betreft beeld het meest benaderd (doorgaande weg, vrijliggend fietspad aan buitenzijde, aan weerszijden van de weg op de kruin begrazing mogelijk) Verkeershinder (geluid, licht en zicht) is in de nieuwe situatie vergelijkbaar en in ieder geval niet meer - als in de huidige situatie. De weg wordt namelijk op dezelfde hoogte teruggebracht maar wel 12,5 m verder van de huizen vandaan. Bij de ligging van de weg op de kruin is in geval van zware storm en mogelijke calamiteiten de kruin van de dijk goed bereikbaar, in geval van de weg aan de buitenzijde is dit niet het geval. De bereikbaarheid van de kruin vanaf de weg aan de binnenzijde is vanwege de toegenomen binnenberm-breedte ook minder gunstig onder genoemde omstandigheden. Het gaat om een nieuw dijklichaam wat aan zettingen onderhevig is en waarmee rekening moet worden gehouden in geval van de weg op de kruin. Dit probleem speelt in geringere mate bij de weg buitendijks maar is een gebruikelijke opgave bij dijkversterking. Door de laatste asfaltlagen een periode later aan te brengen is op dat moment voldoende herstel van (eventueel ongelijke) zettingen in het wegdek mogelijk. De kosten van de variant met de weg op de kruin zijn beperkt hoger dan bij de variant met de weg aan de buitenzijde. De (milieu)effecten van de gekozen nieuwe oplossing zijn beschreven in de bijlage, waarbij een vergelijking is gemaakt met de effecten van de oorspronkelijke oplossing. Toelichting gekozen gewijzigde ontwerp Bij de gekozen variant komt de doorgaande weg op de kruin van de dijk, zoals in de huidige situatie. De op- en afritten aan begin en einde van dit dijktraject, naar de toegangsweg naar de huizen onderaan de binnenzijde van de dijk, blijven gehandhaafd. De op- en afrit halverwege het dijktraject wordt opgeheven. Het waterschap is van mening dat met de op- en afritten aan begin en einde er voldoende mogelijkheden voor de bewoners overblijven om hun huis aan de Buitendijk goed te bereiken. Ongeveer ter hoogte van het westelijke uiteinde van de ijsbaan wordt de bestaande oversteek over de dijk voor voetgangers in Waterschap Hollandse Delta/Nota van Beantwoording 6 februari 2014, versie 1.0-7 -