i ltj i i ;t!t i t' Jiil!!1 l1 I!--



Vergelijkbare documenten
50MB1 Onderzoeksmethodologie 1 18 decerllbe< UUf

TOETS OMB1 ONDERZOEKSMETHODOLOGIE I. december 2010

50MB1 onderzoeksmethodologie 1 19 december uur

50MB1 onderzoeksmethodologie 1.. herhaaltoets - 03 apri uur

mlw stroom 2.2: Biostatistiek en Epidemiologie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

17/04/ Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/ me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Margriet Moret - Hartman, methodoloog

Examen Data Analyse II - Deel 2


Onderzoeksmethodologie 1.

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie

MISSING DATA van gatenkaas naar valide uitkomsten

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

2016_1. Studie design - Patiënt-controle of cohort: wanneer doe ik wat, hoe kies ik en waar moet ik aan denken

Algemene methodologie (onderdeel van CAT)

Relatie tussen gehoorverlies & psychosociale gezondheid

COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT?

Biostatistiek en epidemiologie (4sp)

Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Beschrijvende statistiek

NCVGZ Resultaten effect onderzoek Watercampagne Lekker Fit! Rotterdam. Vivian van de Gaar. Consortium Integrale Aanpak Overgewicht

SYSTEMATISCHE REVIEW VAN OBSERVATIONEEL ONDERZOEK

De relatie tussen de groente- en fruitconsumptie en sociaal economische status bij zwangere vrouwen. Nanda Gost en Manon Ritico Referaat, 7 juni 2013

Kruis per vraag slechts één vakje aan op het antwoordformulier.

WORKSHOP WETENSCHAP DIE WERKT VOOR DE BEDRIJFSARTS SGBO EN NSPOH, BG-DAGEN, 31 MEI 2018

Prof.dr. H.J. de Koning, arts-epidemioloog (PI) Prof.dr. M. Oudkerk (co-investigator)

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding

Langs de valkuilen: het dynamische proces van de bepaling van effectiviteit en veiligheid

Rapport /2007

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

hercat B3.2 / Cursusafhankelijke toets

Bijlage Figuren en formules voor de stof van Professionele Ontwikkeling en Wetenschap, 13-14

Bloeddruk en hartfalen door geluid van weg- en railverkeer. Danny Houthuijs en Elise van Kempen

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Vitamine B12 deficiëntie

Blok 4 Onderzoeksmethodologie 1

Confounding opzet & interpretatie van mensgebonden onderzoek

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

Journal club. Wetenschap toegankelijk maken voor hbo-docenten. HGZO congres 2011 Margriet van Iersel, Corine Latour, Marjolein Snaterse

Overzicht. Help! Statistiek! Stelling van Bayes. Hoe goed is leverscan ( test T ) voor het diagnostiseren van leverpathologie ( ziekte Z )?

SAMENVATTING SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon

CAT B3.2 / Cursusafhankelijke toets

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Nederlandse samenvatting

Observationeel onderzoek. Mark Koelemay Frank Bloemers

Wetenschappelijk bewijs: Hoe komt je eraan? NVN Wetenschapsdag Dr Jan van den Brand 13 oktober 2017

Afbakening presentatie Gaat niet zo zeer over technische aspecten, b.v. meetstrategie, representativiteit, adembescherming, retrospectief inschatten v

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

Overzicht. Help! Statistiek! Probioticum. Bronnen. Probioticastudie (1) Probioticastudie (2)

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico

Data analyse Inleiding statistiek

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam)

Examen Statistiek II: Project

RISK BASED MONITORING IIS FROM AN ACADEMIC PERSPECTIVE; SURGICAL SPECIALTIES

(hoofdstuk 2) vatting Samen

Een protocol ter harmonisering van het gebruik van cohort data in survival studies

Kansrekening en Statistiek

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

Paragraaf 10.1 : Populatie en Steekproef

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Non-respons in een onderzoek naar de transitie van acute naar chronische pijn bij patiënten met acuut musculoskeletaal trauma

Kritisch lezen Hoe lees ik een artikel?

Gezondheidsvragen in de Stadsenquête Den Haag 2001 en 2003; de uitkomsten bekeken in relatie tot etnische achtergrond en opleidingsniveau

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een

Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de

FORMULIER III. voor het beoordelen van een COHORTONDERZOEK. Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling

Leefstijl en preventie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen?

ALCOHOLGEBRUIK TIJDENS ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING

Volkert Siersma. Statistiek in de Deense gezondheidszorg

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Sociale steun. Disclosure. prof. dr. R.C. Oude Voshaar, UMCG Voorspellen ziektelast van Alzheimer dementie 1

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

9. Lineaire Regressie en Correlatie

CRITICALLY APPRAISED TOPIC

College 6 Eenweg Variantie-Analyse

J. Snel AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 13(11):14-15, november Dagelijks, matig alcoholgebruik verlaagt het risico op diabetes

Voeding en gezondheid anno 2016

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Klantonderzoek: statistiek!

Tentamen Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 420 Dit is geen open boek tentamen.

Remimazolam. S.J.A. van Bilsen

Een vrijwillig eigen risico alleen weggelegd voor gezonde mensen?

Registratie eisen Epidemioloog A en B

CHAPTER 12. Samenvatting

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Transcriptie:

l ti aaaa I l 1 ~ ~~{~:~~ i' lji~~!"il~ il'l ~~~ i ltj i i ;t!t i t' Jiil!!1 l1 I!-- -I.. I 8 I i IJ I ~ i c ~ J'l f ~ ~!1.. 'I IJ 1 t I I h hl I I I " I t! fl 1 1 lc:c: IJ 11.:... I ~ i c I i tt( t I I t c:: 1 ii 1 1l.u 1 I 11 J. ~ ~ I I. I. s= t Jl J!I'. - 1 1 I i A.

r; Vragen bij het artikel 'Relationship between long-term coffee consumption and components of the metabolic syndrome: the Amsterdam Growth and Health Longitudinal Study' (AGÁHLS) Eur J Epidemiol 2009; 24: 203-209 Meerkeuze vragen 1. In de resultaten wordt de prevalentie van het metabool syndr9om genoemd; deze is 3.5% (blz 205;1 e kolom, 2e alinea). Hoe is de noemer samengesteld bij de berekening van deze prevalentie? 1. De totale Nederlandse populatie met een leeftijd van 42 jaar 2. De 450 deelnemers aan de AGAHLS zoals geselecteerd in 1976 @ De 283 mensen die deelnamen aan het onderzoek in 2006 4. 123 Mannen van 42 jaar in de onderzoekspopulatie 2. Werd dit onderzoek in een gesloten of een dynamische populatie uitgevoerd?, 1. Dynamische populatie ~. Gesloten populatie 3. Dat is niet te zeggen op grond van de gegeven informatie 3. I. De prevalentie van het metabool syndroom was erg laag in deze studiepopulatie ten opzichte van de Nederlandse bevolking. Het gevolg hiervan is selectiebias. 11. De koffieconsumptie was relatief laag in deze studiepopulatie, terwijl grotere koffieconsumptie de grootste effecten geeft. Het gevolg hiervan is informatiebias. 1. I en 11 zijn beide goed 2. I is goed, 11 is fout 3. I is fout, 11 is goed @) I en 11 zijn beide fout 4. Wat is de onderzoeksopzet van de AGAHLS? CD Cohort onderzoek 2. Dwarsdoorsnede onderzoek 3. Patient-controle onderzoek 4. Randomised controlled trial (RCT) 5. Hoe heeft men in deze etiologische studie vergelijkbaarheid van het basisrisico gerealiseerd? Door,.t Blindering \5) Correctie voor confounders ;4. Gebruik van een placebo 4. Grote onderzoeksgroepen

6. In Tabel 1 is het alcoholgebruik samengevat. Voor de mannen bedraagt dit 6.3 glass/week (1.9-13.8). Welke van de volgende beweringen is juist voor het alcoholgebruik van de mannen? ~- 1. Het maximale alcoholgebruik bedraagt 13.8 glass/week 50% van de mannen gebruikt meer dan 13.8 glass/week aan alcohol 50% van de mannen gebruikt 1.9 tot 13.8 glass/week aan alcohol 7. Uit Tabel 2 lezen we af dat de prevalentie van het metabool syndroom bij mannen 8.1% bedraagt. De standaardfout van deze prevalentie is 2.5%. Hèt 95% betrouwbaarheidsinterval voor de prevalentie loopt (ongeveer) van 1. 6.8% tot 9.4% 2. 5.6% tot 10.6% @ 3.1%tot13.1% 8. In het onderzoek van Balk et al. is er voor mannen geen relatie tussen HOL en de consumptie van koffie terwijl voor vrouwen wel een relatie wordt gevonden. Er is sprake van 1. Confaunding Effect-modificatie Random fout 4. Systematische fout ~ Open vragen Vraag I (maximaal 3 punten) A. Wat is in het onderzoek van Balk et al. de determinant, de ziekte-uitkomst, de tijdsrelatie en het domein? l~<jclü.r,~ ~Q.~...ct\~L!Jl'ÇlltQ, c...o Y\fX>M.l\W.I'. lî\ IS jo.c..c, /:JQ.,;. 2) -t.,zj B. Hoe is de epidemiologische functie? COC'f\püNLI'.N.I\, f, -.v. ( o1 :a;_,_ loj "~lkl<.tt\ vcot!-\.1] <) _ of. cct-oi (A( ~'uif'cl o - ~ Q.l\Qr ~Q, fl' C"{pr~.-r;) Vraag 11 (maximaal 3 punten) Er wordt een aantal variabelen in de analyses meegenomen als mogelijke confounders (lichamelijke activiteit, energie inname, alcohol consumptie en rookgedrag). _ A. Leg uit waarom rookgedrag een mogelijk confaunder is in dit onderzoek. CÀQ..tufffi 1\QJ\(- B. Wat is het effect van correctie voor genoemde confounders ten aanzien van het eindpunt 'Mean arterial pressure'? ~LdAQ f\ a" \I..Q..Q..t'- kof~ 'Q <..Of\SU.mçw..Q ui...xlf. Vraag 111 (maximaal 3 punten) Stel dat u gedwongen wordt om de vraagstelling uit het onderzoek van Balk et al. zelf te onderzoeken. Hoe ziet volgens u het optimale onderzoek eruit? Wat zou u anders doen en waarom? Q_"'P \ _o..l\.d.oi"r\;~e..ma, b \,'1\cl.Q.ra n, oj.(.qqi\. ~?... dos.m', Ql'. \ Iu;Qu)~ 1 '\Q_ ~ 'QQ\Q.lü..(' Vraag IV (maximaal 2'{Junten) De resultaten voor de mannen zijn gepresenteerd in Tabel 3. Geen enkele component laat een statistisch significante relatie met de consumptie van koffie zien. Geef twee bevindingen waaruit dit kan worden afgeleid. 'P <::. o,o_)- 1 Q ('\. o ; "9M~I

Vraag V (maximaal 2 punten) De noodzaak voor het vragen van informed consent (blz. 204) kan bij wetenschappelijk onderzoek leiden tot een bias of tot hoge kosten en vertraging. Het gebruik van lichaamsmateriaal, het koppelen van medisch gegevens aan interven6es, etc wordt er door belast. Geef aan wat voor grens de noodzaak van informed consent stelt aan wetenschap. Beargumenteer op welke afwegingen het stellen van die grens berust. Benoem het ethische principe dat daarbij hoort. -e...\-f"\ "'::>IQ Wl. t)\-a.i's. Q. ~ ~c.h -r 00C..Á. 'o-.o..\ \Q..~ \" ~tt)n)îf\.i.q...: G\ ~~\cl W\. \:u:~q.~ t- Vragen bij het abstract/tabellen 'The J-shaped effect of coffee consumption on the risk of developing acute coronary syndromes: The CARDI02000 Case-Control Study' J Nutr 2003; 133 (10): 3228-3232 Meerkeuze vragen 9. De Odds Ratio (OR) tussen > 600 mi/dag koffie en acute coronaire events is 3.10 (Tabel 2). Wat is de etiologische fractie van de geëxponeerden? 1. 31% (j) 68% 3. 90% 4. niet te berekenen 10.Ten opzichte van de referentiegroep (geen koffieconsumptie) is de OR 3.10 voor mensen die meer dan 600 mi/dag koffie drinken (Tabel 2). Wat is de OR voor 'geen koffieconsumptie' als de categorie 'zware koffieconsumptie (meer dan 600 mi/dag)' de referentie categorie zou zijn? Q) 0.3 2. 1.0 3. 3.1 4. Niet te berekenen 11. Oe onderzoekers hebben aan alle deelnemers gevraagd hoe hun voedingsinname en rookgedrag was in het verleden. Mogelijk is er hierbij een verschil ontstaan tussen patiënten en controles; patiënten zullen door hun ziekte hier beter over nadenken en meer accurate informatie geven. Hoe noemen we de bias die hierdoor geïntroduceerd wordt? 1. Confaunding Informatiebias 3. Selectiebias 4. Effect modificatie

12. 1n het onderzoek van Panagiotakes et al. gebruikt 42.6% van de patiënten alcohol (361 van de 848). Dit percentage bedraagt 37.9% (409 van de 1078) in de controle groep. Met welke statistische toets kan worden nagegaan of er sprake is van een significant verschil? ~ G) Chi-kwadraat toets 2. Twee steekproeven t-toets 3. Gepaarde t-toets Open vragen..: Vraag VI (maximaal3 punten) A. De effectmaat in dit onderzoek is een Odds Ratio (OR). Waarom wordt. er geen Relatief Risico (RR) berekend? 'Ç>C.., OS û\ \\o.; e, g,qq f\... : C\.ct-CÀ..Û ~tul.s B. Leg uit wat de OR van 0.69 (0.50-0.86) (Tabel2) betekent.~rn\qi\d. <...i C. Gaat het hierbij (zie B) om een statistisch significante of een niet-significante bevinding? Leg uit. ()(\.62_1;:w~ ~" p Vraag VIl (maximaal 2 punten) _... A. Wat is randomisatie en waarvoor wordt het toegepast? O...O...f..af\Óûrt\, w. llatw_~ ci2 p~~ B. Is er in dit onderzoek randomisatie toegepast? Waarom wel I niet? ~~ ~trdq~ ~ ~<2-xc.4Ju.O-QQ. rd.: Vraag VIII (maximaal 2 punten) 'Matige koffieconsumptie is een marker voor een gezonde levensstijl. Het is de gezonde levensstijl die verantwoordelijk is voor de lagere kans op coronaire aandoeningen en niet de matige koffie consumptie'. Vindt U deze uitspraak gerechtvaardigd als u kijkt naar de resultaten in het onderzoek van Panagiotakos? Leg uit waarom wel of niet. A~ X f6 I c I, ~r qtz.qf'. p 1\J..Q..\ o.ar<2chluru::u-d:1 "ad.. Vraag IX (maximaal2 punten) 6 J In Tabel 1 is er geen P-value vermeld voor het verschil tussen patiënten en controles met betrekking tot geslacht en leeftijd. Wat is de reden dat er geen P-waarde vermeld is? COf\.trO\Q.. w-k_o(q.i\. b~:i poluzrd ~"- ~ \~f\.ttk_eû\1'-- 0M"~ch..t' 1