Zijn pesticiden verantwoordelijk voor de verdwijning van bijen?



Vergelijkbare documenten
Pilootbewakingsproject bijensterfte Voorlopige resultaten bezoekreeks 1

EPILOBEE Eerste resultaten

Gearchiveerd op 17/09/2013

Gearchiveerd op 31/07/2013

Pilootbewakingsproject bijensterfte Eerste resultaten

Bijen en zo. Villa Augustus 6 mei Adriaan Guldemond, CLM Eva Cossee

Neonicotinoïden en bijen

PRI HealthyBEE [3380] v2

Bijensterfte: oorzaken en gevolgen + stand van zaken voorjaar Insectbestuiving & Bijenhouderij Succes story / Ramp scenario?

De Bij hoort erbij. 10 juni 2015 Probus 1 Maastricht Guus Gerards

Honingbijen als exotische soort. Honey bees, origin and distribution. Invasieve soort Varroa destructor: tijd voor een andere strategie

Banking for Food en de Bij. Food & Agri

PRI 3512 Houden van bijen - Diergezondheid [3512] v.3

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

NVWA en bijen Toon Driessen Divisie Landbouw en Natuur Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA)

Diseases and heavy metals in honeybees in the Netherlands, results of a national monitoring in June 2008

Afweer van bijenvolken

Bestuiving = instandhouding van soorten

Imidacloprid en bijensterfte?

Bijen zijn geen bijzaak. Tips en weetjes voor een bijenvriendelijke omgeving

BIJSLUITER VOOR: PolyVar Yellow 275 mg Strip voor in de bijenkorf

Angeldragers Honingbij Solitairebij Hommel Wesp

Den Haag Bij voorbeeld. Initiatiefvoorstel voor bijvriendelijk handelen

Effect op honingbijenvolken van andere stressoren samen met de exotische invasieve varroamijt. Klimaat en weer. Coby van Dooremalen,

Twee nieuwe invasieve exotische soorten

Resultaten multifactorieel onderzoek: effect multi-stressoren op bijenvolken. Coby van Dooremalen. 23 februari 2019 Bijscholingsdag leraren bijenteelt

Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen

De gezondheid van bijen in Europa. Feiten en cijfers

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

WORKSHOP GEZONDE BIJEN IS DE IMKER ZELF DE GROOTSTE VERSPREIDER? IMKER ALS STERKSTE SCHAKEL!

Beevital HiveClean Habeetat en Beetricious Habeetat Beetricious Habeetat Beetricious

Kritische kijk op wintersterfte bij honingbijen en maatregelen om het tij te keren prof. Dirk de Graaf

BIJEN ONZE GEZONDHEID, OOK Lightpoet - Fotolia.fr

Advies : Ontwerp koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van de bijen (dossier Sci Com 2005/80) Het Wetensc

Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University

Opbouw verhaal 26/04/2013. Honingbijen, oorsprong en verspreiding. Het V-woord en de weerstand daartegen

Studieavond Courgette

"BIJENGEZONDHEID, OOK ONZE GEZONDHEID"

Voorstel van resolutie. betreffende een actieplan voor de bescherming en het behoud van de honingbij en van de wilde bij in Vlaanderen

Geïntegreerde gewasbescherming (IPM)

Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia

Varroabestrijdingsadvies 2017: een uniforme aanpak in heel België

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

NOODPLAN BELGIË MAÏSWORTELBOORDER (DIABROTICA VIRGIFERA LE CONTE)

RAPPORT. Resultaten COLOSS-enquête wintersterfte

Rapport BIJ-1. (deel1 2011) De impact van een gereduceerde aanvoer van stuifmeel en van Imidacloprid op de ontwikkeling van bijenvolken

Bijen, de meeste mensen jagen ze snel weg wanneer ze te dichtbij

For quality of life. Ministerie EL&I Directeur AKV Postbus EK Den Haag. Geachte heer,

De toekomst van agrobiodiversiteit in landbouwproductiesystemen en cultuurgewassen. Wannes Keulemans 30 november 2015

2) Bepaling van de ernst van de varroabesmetting

Het wordt stil in de bijenkast

Zittingsdocument B7-0000/2010 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-000/2010

3.1 Akkerranden en wilde bestuivers Jeroen Scheper (WUR)

betreffende een actieplan voor het behoud van de honingbij en van de wilde bij in Vlaanderen


BIJENSTERFTE EN STUIFMEEL

Thermoregulatie bij honingbijen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijen en Exoten. Tjeerd Blacquière,

Gezondheid en bescherming van bijen Uitdagingen en opiossingen

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

Champignon teelt. afrekenen met bacteriën, virussen + schimmels

Landbouw & Bijen. Belang bijen Voor de imkers: Honing, was, propolis, Waardeschatting USA 2000: ton (honing) x 1316 US $/T = 0,13 miljard US $

BIJENSTERFTE, EEN RECEPT VOOR HONGER

Dilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf.

Inhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox

Effectieve bestrijding van varroa.

Voorstel van resolutie. betreffende een actieplan voor het behoud van de honingbij en van de wilde bij in Vlaanderen

Vlaams Bijenteeltprogramma

Eieren & Pluimvee. afrekenen met bacteriën, virussen + schimmels

BONEN. sclerotiënrot; bladluizen; snuitkevers of otiorhynchi, van de familie van de coleoptera. Beter voorkomen dan genezen!

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

(Voor de EER relevante tekst)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTEIGENSCHAPPEN. 1. BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK APILIFE VAR bijenkorf strip voor honingbijen

Paraat. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.7 Productgroep: fungicide Formulering:

Invloed van imidaclopridresiduen in oppervlaktewater op bijensterfte in Nederland

Beneluxseminarie, workshop bestuivers 08/11/2011 Jens D Haeseleer. Beneluxseminarie Educatie over Biodiversiteit via Voeding. Workshop Bestuivers

Rapport BIJ-1 WP2: Nederlands Bijenvolk Onderzoek (NBO)

Gezondheid & Voeding

Monitoring van dassen en dassenschade in Wallonië : indrukken en feiten

Charter: Aansluiting bij het netwerk van schuilplaatsen voor bestuivers

Binnen de kast heeft elke bij haar eigen taken en verantwoordelijkheden: de koningin legt de eitjes, de darren vrijen met de koningin en de werksters

destructor, neonicotinoïden en andere

50% dimethomorf. 51/53 Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Bijenhouden ten behoeve van zaadteelt en groente productie. Willem J. Boot & Johan N.M. Calis Inbuzz, Imkersbedrijf Boot en Calis, VOF

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

(Voor de EER relevante tekst)

Cursus Specialist Bijengezondheid. Amerikaans Vuilbroed. Jan Kruit

Weerbaarheid in grondgebonden teelten

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Diergeneeskundig middel tegen Varroa (*)

4.4 Opdracht: de boer

Afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen,

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Spuiten een must? Bescherm bewust! Meer weten? beschermbewust.nl

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm

VLAIO project: BYDV predictor. Jolien Bode Technisch onderzoeksmedewerker PIBO-Campus

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. THYMOVAR, 15 g geprepareerd textiel plaatje voor honingbijen. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Transcriptie:

Bach Kim Nguyen en Eric Haubruge Unité d Entomologie fonctionnelle et évolutive Gembloux Agro-Bio Tech Université de Liège 5030 Gembloux @mail: bk.nguyen@ulg.ac.be Zijn pesticiden verantwoordelijk voor de verdwijning van bijen?

De Honingbij, een belangrijke schakel in de landbouw bloeiende

De Honingbij, een belangrijke schakel in de landbouw De invloed van de insecten op de bestuiving is moeilijk in te schatten. Desondanks wordt geschat dat in onze streken een derde van onze voedselvoorziening rechtstreeks of onrechtstreeks afhankelijk is van bestuiving door insecten. In landen zoals België en Frankrijk werd berekend dat 20 % van de opbrengsten van de culturen die afhankelijk zijn van bestuiving door insecten (zonnebloem, boomgaarden, vlinderbloemigen) door Apoidea gerealiseerd worden.

De Honingbij, een belangrijke schakel in de landbouw Naast de verbetering van de bestuiving van de gewassen is de Honingbij van belang voor het behoud van de genetische diversiteit, de productie van honing en hun rol als bio-indicator. Als levend en bovenal sociaal organisme vormt ze een uiterst interessant biologisch model.

Mean winter loss (%) Hoe groot is de sterfte bij bijenkolonies? 35 Gemiddelde wintersterfte (%) 2009-2010 30 25 20 15 15 26 24 15 20 18 30 15 26 21 19 28 20 17 10 9 7 9 7 7 5 4 0

De teloorgang van de Honingbijenkolonies Alles lijkt begonnen te zijn in 1997 In Frankrijk Dood van de bijen Gaucho Regent

De teloorgang van de Honingbijenkolonies De terugkeer van «silent spring»

De teloorgang van de Honingbijenkolonies Insecticiden als hoofdverdachten!!!! Imidaclopride, een systemisch insecticide, wordt geproduceerd en gecommercialiseerd door het bedrijf Bayer in 140 landen en voor 70 verschillende teelten.

De teloorgang van de Honingbijenkolonies Insecticide Insecticiden vallen voornamelijk het zenuwstelsel aan

De verdwijning van Honingbijenkolonies «het voorzichtigheidsprincipe toepassen» De Franse regering heeft op het volledige Franse grondgebied het gebruik van de 2 insecticiden (Gaucho en Regent) verboden bij de teelt van zonnebloem en maïs. Deze insecticiden werden verantwoordelijk geacht voor het vernietigen van bijenpopulaties en de entomofauna (4 opeenvolgende wettelijke besluiten in 1999, 2002, 2004 et 2006 voor Gaucho).

De verdwijning van Honingbijenkolonies En in Wallonië

De teloorgang van de Honingbijenkolonies: symptomen Verschillende symptomen werden beschreven of waargenomen: Sterfte Ontwikkelingsproblemen Voortplantingsproblemen Problemen met de koningin Verminderde honingproductie Gedragsstoornissen

De teloorgang van de Honingbijenkolonies: symptomen op niveau van de kast Op niveau van de bijenkast De plaats waar de dode bijen gevonden worden is variabel

De teloorgang van de Honingbijenkolonies: symptomen Op niveau van de bijenkast Lege bijenkasten of opeenhoping van bijen op de bodem

De teloorgang van de Honingbijenkolonies: symptomen 48 symptomen zijn bekend op niveau van het volk of de individuele bij Tegenstrijdige symptomen bv: lege kast of grote hoeveelheid dode bijen op de bodem van de kast Abstracte symptomen bv: abnormaal gedrag Co-specifieke symptomen bv: trillende bijen kruipende bijen Mijtziekte Nosemose ABPV CBPV SPV Vergiftiging Amoebiase Dysentrie

De teloorgang van de Honingbijenkolonies: symptomen

Evaluatie van de bestaande situatie (2005-2006) Analyse per variabele (monofactoriële analyse) Gelijktijdige analyse van meerdere variabelen (multifactoriële analyse)

gemiddeld 17 % vastgesteld. Bepaling van het sterftecijfer 17 % In 2004-2005 werd een sterftegraad van

Wanneer vindt de sterfte plaats? J F M A M J J A S O N D J F M A 2004 2005 7,14% 14,29% 78,57% 93 % van de sterfte vindt plaats tijdens de wintermaanden.

Monofactoriële analyse Omgeving Pesticides Ziektes 16 sites terreinobservaties Analyse van kaartmateriaal 16 sites staalname laboratoriumonderzoek (HPLC-MS/MS, GC-MS/MS) 84 sites terreinobservaties laboratoriumonderzoek (microscooponderzoek, microbiologisch en moleculair onderzoek) De gegevens over omgeving, pesticiden en ziektes worden apart verwerkt

Omgeving Teelt per perceel (DGA) 33 km Km De kaartgegevens i.v.m. landbouw werden verzameld (straal van 3 km) tussen 1999 en 2007

Mortality rates (%) Mortality rates (%) Omgeving Mortality rates = 49,0470-0,0417871 Number of plots S = 26,8638 R-carré = 8,9 % R-carré(ajust) = 2,4 % 90 3 km 80 70 60 50 40 Fobs=1,37 P=0,261 30 20 10 Apiary 1 Mortality rates - winter 2004-2005 0 Number of plot 1112 Agricultural area (ha) 2327,31 0 400 500 600 700 800 900 Number of plots 1000 1100 2 52 536 1463,19 3 4 760 1977,19 4 5 6 7 8 9 10 0 0 50 55 0 25 30 613 796 839 664 595 513 603 1553,68 1879,65 2418,59 1822,66 1785,6 1578,9 2495,53 90 80 70 60 50 Mortality rates = 47,2238-0,0144036 Agricultural area S = 27,0978 R-carré = 7,3 % R-carré(ajust) = 0,7 % Fobs=1,106 P=0,311 11 17 439 1130,92 40 12 13 14 15 16 0 0 0 84 48 818 429 469 458 401 2227,31 1276,4 1351,61 991,87 836,49 30 20 10 0 1000 1500 2000 Agricultural area (ha) 2500

Omgeving Is er een verband tussen hoge sterftecijfers en de landbouwomgeving? Er werd geen enkel verband gevonden tussen het sterftecijfer van de kolonies en het aantal landbouwpercelen rond de bijenstallen. (Fobs = 1,37; p = 0,261) Er werd geen enkel verband gevonden tussen het sterftecijfer van de kolonies en de totale landbouwoppervlakte rond de bijenstallen. (Fobs = 1,106; p = 0,31)

M o rta lity ra te Oorzaken van het afsterven van Honingbijenkolonies: rond de 20 40 60 80 0 Omgeving 0 10 20 30 40 Maximun of hives Test of Ho: var1 and var2 are independent Prob > t = 0.0035 Er is een verband tussen het sterftecijfer en het aantal kolonies per bijenstand

Pesticiden techniek honing bijen was totaal Aantal geanalyseerde stalen LC-MS/MS 109 99 98 306 GC-MS/MS 89 105 95 289 198 204 193 595 Er werd een analysemethode ontwikkeld die gebaseerd was op een chromatografische scheiding in een vloeibare en een gasvormige fase, in tandem gekoppeld met een massaspectrometer. 56 moleculen kunnen onderscheiden worden in 3 media: honing, was en de bijen.

Pesticiden honing Pesticide Detectietechniek Aantal analyses Aantal positieve honingstalen 11 pesticiden werden gedetecteerd % Min Concentratie A - Rotenone LC-MSMS 109 22 20,2% 0,05ppb< x < 0,5ppb > 2ppb A - Coumaphos GC-MSMS 89 11 12,4% 124ppb > 400ppb F - Flusilazole LC-MSMS 109 8 7,3% 0,005ppb< x < 0,05ppb 0,005ppb< x < 0,05ppb I - Methiocarb sulfoxide LC-MSMS 109 8 7,3% 0,5< x < 5ppb 0,5< x < 5ppb F - Trifloxystrobin LC-MSMS 109 6 5,5% 0,05ppb< x < 0,5ppb 0,05ppb< x < 0,5ppb I - Imidacloprid LC-MSMS 109 5 4,6% 0,05ppb< x < 0,5ppb 0,05ppb< x < 0,5ppb A - Bromopropylate GC-MSMS 89 2 2,2% 5ppb< x < 50ppb 5ppb< x < 50ppb F - Bitertanol LC-MSMS 109 1 0,9% 0,12 ppb 0,12ppb I - Carbofuran LC-MSMS 109 1 0,9% > 0,6ppb > 0,6ppb I - Pirimicarb LC-MSMS 109 1 0,9% 0,04ppb< x < 0,1ppb 0,04ppb< x < 0,1ppb F - Vinclozolin GC-MSMS 89 1 1,1% > 40ppb > 40ppb max

Pesticiden bijen was Pesticiden Detectietechniek Aantal analyses Aantal positieve stalen % Aantal analyses Aantal positieve stalen A77 Bromopropylate GC-MSMS 105 0 0,0% 95 28 29,5% A52 Coumaphos GC-MSMS 105 1 1,0% 95 27 28,4% A24 Flusilazole LC-MSMS 99 0 0,0% 98 26 26,5% 2 pesticiden werden gedecteerd in de bijen en 15 in de was A70 Rotenone LC-MSMS 99 0 0,0% 98 17 17,3% A37 Pirimicarb LC-MSMS 99 0 0,0% 98 10 10,2% A73 Trifloxystrobin LC-MSMS 99 0 0,0% 98 10 10,2% A25 Tau-Fluvalinate GC-MSMS 105 0 0,0% 95 9 9,5% A08 Bitertanol LC-MSMS 99 0 0,0% 98 4 4,1% A18 Difenoconazole LC-MSMS 99 0 0,0% 98 4 4,1% A04 Atrazine LC-MSMS 99 0 0,0% 98 3 3,1% A86 Lindane GC-MSMS 105 1 1,0% 95 2 2,1% A46 Vinclozolin GC-MSMS 105 0 0,0% 95 2 2,1% A43 Terbuthylazine LC-MSMS 99 0 0,0% 98 1 1,0% A72 Terbuthylazine-2- hydroxy LC-MSMS 99 0 0,0% 98 1 1,0% A81 Chlorpyrifos GC-MSMS 105 0 0,0% 95 1 1,1% %

Uit de analyse van de staalnamen uit de periode 2004-2005 bleek dat in 79,17 % van de bijenkolonies op zijn minst 1 pesticide gedetecteerd werd. In totaal werden 18 verschillende pesticiden gedetecteerd in 16 bijenstanden.

Bestaat er een verband tussen verhoogde sterftecijfers en de aanwezigheid van pesticiden in de bijenkorf? Regressieanalyse Fobs P-value R² Pesticiden 0,252 0,623 0,018 Insecticiden 0,000 0,996 0,00 Acariciden 5,94 0,029 0,298 Fungiciden 0,274 0,609 0,019 Herbiciden 0,737 0,405 0,05 Mollusciciden 1,778 0,204 0,113 Het aantal gedecteerde acariciden per bijenkast is een significante factor.

Imidaclopride werd in 2 bijenstanden gedecteerd. Geen enkele sterfte werd er vastgesteld tijdens het seizoen 2004-2005.

Bestaat er een verband tussen het sterftecijfer en de aanwezigheid van maïsteelten waarbij de zaden met imidacloripid omhuld werden? 3 km 3 Km Data of crop occupation (DGA)

Bestaat er een verband tussen het sterftecijfer en de aanwezigheid van maïsteelten waarbij de zaden met imidacloripid omhuld werden? Bijenstand 1 Oppervlakte landbouwgrond Oppervlakte maïs Oppervlakte maïs behandeld met imidaclopride

Sterftecijfer 0% Bestaat er een verband tussen het sterftecijfer en de aanwezigheid van maïsteelten waarbij de zaden met imidacloripid omhuld werden? Bijenstand 1 Total agricultural area : 2327,31 ha (1112 plots) Total corn area : 426,81ha (219 plots) Total treated corn area : 4,54ha (4 plots) Bijenstand 2 Total agricultural area : 2421,3 ha (818 plots) Total corn area : 108,92 ha (54 plots) Total treated corn area : 23,25 ha (13 plots)

Sterftecijfer >49% Bestaat er een verband tussen het sterftecijfer en de aanwezigheid van maïsteelten waarbij de zaden met imidacloripid omhuld werden? ijenstand 3 Total agricultural area : 2418,59 ha (839 plots) Total corn area : 112,78 ha (47 plots) Total corn treated area: 0 ha (0 plots) ijenstand 4 Total agricultural area : 1463,42 ha (536 plots) Total corn area : 151,52 ha (87 plots) Total corn treated area : 0 ha (0 parcelles)

Bestaat er een verband tussen het sterftecijfer en de aanwezigheid van maïsteelten waarbij de zaden met imidacloripid omhuld werden? 6 scenario s werden bekeken Max 1000 m Max 1500 m Max 1750 m Max 2000 m Max 2500 m Max 3000 m

Bestaat er een verband tussen het sterftecijfer en de aanwezigheid van maïsteelten waarbij de zaden met imidacloripid omhuld werden? Table 2. Scenario Distance of pollen-collecting Number of plots (ha) Option Test # P (expressed in meter) Treated Total 1 < 1,000 40 (58) 188 (412) Surface of plots treated around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.0009 * 0.76 (-0.92 to -0.41) Total surface of plots around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.08 0.47 (-0.79 to 0.05) 2 < 1,500 61 (98) 344 (732) Surface of plots treated around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.0013 * 0.73 (-0.93 to -0.47) Total surface of plots around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.0466 * 0.50 (-0.81 to 0.01) 3 < 1,750 70 (122) 441 (936) Surface of plots treated around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.0009 * 0.75 (-0.91 to -0.38) Total surface of plots around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.05 * 0.49 (-0.80 to 0.02) 4 < 2,000 82 (129) 555 (1134) Surface of plots treated around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.0009 * 0.75 (-0.91 to -0.38) Total surface of plots around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.03 * 0.55 (-0.83 to -0.06) 5 < 2,500 109 (193) 791 (1699) Surface of plots treated around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.0121 * 0.61 (-0.86 to -0.14) Total surface of plots around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.036 * 0.53 (-0.82 to -0.02) 6 < 3,000 122 (226) 1027 (2235) Surface of plots treated around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.02 * 0.57 (-0.84 to -0.08) Total surface of plots around apiaries (ha) Spearman's rank correlation = - 0.046 * 0.50 (-0.81 to -0.01) Legend: # for the Spearman's rank correlation (95% confidence interval) ; * statistically significant at P = 0.05

We vonden in de bijenkasten: Varroa destructor Paenibacillus larvae Nosema apis Virus (SBV, DWV) Melissoccocus pluton Ascosphera apis Aspergillus flavus Galleria mellonela Achroia grisella Braula coeca Tyrophagus putrescentae, Trombidium sp. Fungi

Varroa destructor Overal aanwezig

31 sites Waarnemingen op het terrein Kaartgegevens Staalname Chemische (HPLC-MS/MS, GC- MS/MS), biomoleculaire, microscopische en microbiologische analyses Multifactoriële analyse Omgeving Pesticiden Ziektes Multifactorial analysis multiple regression (Stapsgewijs)

Alle factoren die apart bestudeerd werden werden gelijktijdig via een multifactoriële regressieanalyse bestudeerd (Stepwise - Minitab 13.20). Deze verkennende analyse laat toe om het verband te bepalen tussen een afhankelijke variabele en meerdere onafhankelijke (of voorspellende) variabelen.

Step 1 2 3 Constant 25,17 20,55 16,50 Varroa Deformed 39 43 47 Honeybees Valeur de T 3,38 3,94 4,53 P 0,002 0,000 0,000 Food quantity 35 39 Valeur de T 2,19 2,58 P 0,037 0,016 American foulbrood 40 Valeur de T 2,22 P 0,035 De multifactoriële analyse die toegepast werd op de resultaten uit 2004-2005 liet zien dat andere risicofactoren van belang zijn: voedselgebrek tijdens de overwintering en Amerikaans Vuilbroed (klinisch stadium).

Tijdens de monofactoriële analyse werden verschillende oorzaken aangetoond: Het aantal bijenkasten per bijenstand De behandeling tegen Varroa destructor Tijdens de multifactoriële analyse werden de volgende oorzaken aangetoond: Varroa destructor De hoeveelheid voedsel tijdens de overwintering Amerikaans vuilbroed (klinisch stadium)

Vervolg van het onderzoek 2007 2008-2009 Virusonderzoek Stuifmeelonderzoek Chemische analyse Voedingswaarde

Bij meer dan 97 % van de geteste bijenstanden werd minstens 1 virus gevonden Enkel besmetting met ABPV had een significant effect besmette kolonies hadden 14 keer meer kans op afsterven dan niet geïnfecteerde kolonies. We vonden een duidelijk bewijs dat een co-infectie met 2 of meerdere virussen een belangrijk effect had op de overlevingskansen van een kolonie.

Pesticides in stuifmeel (2007 et 2008) Aantal analyses Positieve stalen Pesticide % Coumaphos* A 81 3 3,7 Diflufenican* H 81 2 2,5 Difenoconazole F 81 2 2,5 Methiocarb sulfoxide* I 81 1 1,2 Roténone* A 81 1 1,2 Simazine* H 81 1 1,2 Diethofencarb F 81 1 1,2 Imidacloprid I 81 1 1,2 Vinclozolin F 81 1 1,2 Fluazifop-p-butyl H 81 1 1,2 Chlorpyriphos I 81 1 1,2

Achteruitgang van Honingbijenkolonies: conclusies Imidacloprid (Gaucho ) is niet verantwoordelijk voor de vastgestelde sterfgevallen in België. 79% van de opgevolgde kolonies bevatte op zijn minst één pesticide. In totaal werden 18 verschillende pesticiden gedetecteerd. Er is een verband tussen het aantal acariciden dat werd gedetecteerd in de bijenstallen en het hoge sterftecijfer van de honingbijenkolonies in Wallonië.

Achteruitgang van Honingbijenkolonies: conclusies De Varroamijt is de grote verantwoordelijke voor de sterfte. Fundamenteel gebrek aan een methode om de Varroamijt te bestrijden Voorstel van een bestrijdingsstrategie - Langdurige behandeling - Gerichte behandeling (buiten het bijenbroedsel) op het einde van de herfst

Achteruitgang van Honingbijenkolonies: conclusies Zes virussen, die buitengewoon schadelijk zijn voor de bij, werden in groten getale gedetecteerd in de bijenstallen. Hun grote aantal houdt verband met de sterfte van de bijen en met de grote aanwezigheid van de Varroamijt. De impact van die virussen op bijen die verzwakt zijn door de aanwezigheid van de Varroamijt, ligt waarschijnlijk aan de basis van het hoge sterftecijfer onder de bijen.

De achteruitgang van Honingbijenkolonies: perspectieven en prioriteiten Methodes uitwerken voor de geïntegreerde bestrijding van parasieten. Een strategie invoeren voor de selectie van bijenrassen. Het verband tussen de risicofactoren beter bestuderen. Toxicologische tests ontwikkelen op het niveau van de kolonie/bijengemeenschap en niet op het niveau van het individu. Het contact van bestuivers met pesticiden beperken.

Achteruitgang van Honingbijenkolonies: een groot aantal pesticiden in de bijenkast USA 121 pesticides H, F, I Espagne 15 pesticides I Belgique 11 pesticides H, F, I Pologne 8 pesticides F, I Portugal 8 pesticides I Turquie 10 pesticides I Jordanie 12 pesticides H, I Inde 10 pesticides I Brésil 14 pesticides H, F, I France 12 pesticides H, F, I Grèce 10 pesticides I

Achteruitgang van Honingbijenkolonies: multifactoriële oorzaken worden bevestigd Sterftecijfer (%) van Honingbijen Insecticide - Fungicide Synergetische effecten van een combinatie insecticide-fungicide : in het geval van deltamethrin (D.) en prochloraz (P. 1), hetzij afzonderlijk verstoven (I en II), hetzij vlak na elkaar verstoven (III en IV), hetzij gemengd verstoven (V). Gebruikte dosissen : deltamethrin : 0,125 g/ha, prochloraz : 25 g/ha. Belzunces L., Colin M., 1993. Abeilles et pesticides. Effets synergiques des traitements phytosanitaires chez l'abeille à des doses sublétales. L'Abeille et le Miel, n spécial, avril 1993.

Achteruitgang van Honingbijenkolonies: multifactoriële verbanden worden bevestigd Insecticide - Parasiet Sporen van Nosema. @INRA Alaux C., Brunet J.-L., Dussaubat C., Mondet F., Tchamitchan S., Cousin M., Brillard J., Baldy A., Belzunces L.P., Le Conte Y. Interactions betweennosema microspores and a neonicotinoidweakenhoneybees (Apis mellifera). EnvironmentalMicrobiology, (2009) doi:10.1111/j.1462-2920.2009.02123.x

Bedankt voor uw aandacht

Unité d Entomologie fonctionnelle et évolutive Eric Haubruge (Prof.) Bach Kim Nguyen Laboratoire d Epidémiologie et analyse des risques Claude Saegerman (Prof.) Centre d Analyse des Résidus en Traces Edwin De Pauw (Prof.) Joëlle Widart Catherine Pirard