Rapport BIJ-1 WP2: Nederlands Bijenvolk Onderzoek (NBO)
|
|
- Antoon Koning
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport BIJ-1 WP2: Nederlands Bijenvolk Onderzoek (NBO) J. van der Steen*, C. Hok-Ahin, B. Cornelissen Plant Research International Wageningen UR + verantwoordelijk auteur van het rapport september van 17
2 Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 Inleiding... 4 Methode... 5 Imkers en bijenvolken... 5 Imkers, imkerselectie, volkenselectie en informatie bedrijfsmethodes... 5 Monstername door de imkers... 6 DWV, Nosema ceranae en Nosema apis... 6 Varroa destructor... 6 Varroabestrijding... 7 Statistiek... 7 Resultaten... 8 DWV. Nosema ceranae, Nosema apis,... 8 Deformed Wing Virus (DWV)... 9 Nosema ceranae... 9 Nosema apis Interacties tussen DWV, N ceranae en N apis Varroa destructor Varroabehandeling en wintersterfte Wintersterfte op de bijenstanden Discussie Dankwoord Bijlage van 17
3 Samenvatting Dit onderzoek is uitgevoerd om op basis van bijenziekten en imkerpraktijk in 2010 en in 2011, verklaringen te vinden voor het wel of niet succesvol overwinteren in resp. de winter en Daartoe werden 100 imkers in 2010 gevraagd van drie volken in mei/juni 2010 en in september 2010 van dezelfde drie volken monsters te nemen en naar te sturen. Van 50 imkers ontvingen we de gevraagde 150 monsters in mei/juni 2010 en 150 monsters in september, samen met informatie over de varroabestrijding in 2010 en de overwintering Van de 150 ingewinterde volken bleken er 21 in de winter dood gegaan te zijn. De monsters van mei/juni en september 2010 van de bijenvolken die in de winter dood gingen, zijn onderzocht op bijenziekten. Als controlegroep zijn 22 monsters van succesvol overwinterde volken per provincie (ad random) geselecteerd en onderzocht. In de periode was van 29 imkers (87 NBO volken) de volledige dataset beschikbaar. Van de 87 NBO volken hebben 19 NBO volken de winter niet overleefd en 68 wel. Vijftien monsters van mei en september 2011 van de bijenvolken die in de winter dood gingen, zijn onderzocht op bijenziekten. Als controlegroep zijn 21 monsters van succesvol overwinterde volken per provincie (ad random) geselecteerd en onderzocht. In de periode 2010 / 2011 is geen hoofdeffect van DWV, Nosema ceranae en Nosema apis op de wintersterfte aangetoond. Ook zijn er geen interacties die verband houden met der wintersterfte aangetoond. In de periode 2011 / 2012 is wel een hoofdeffect van N. ceranae in mei aangetoond; meer N. ceranae in mei correleert met hogere kans op wintersterfte. Ook zijn er in deze periode twee interacties aangetoond die verband houden met de wintersterfte. De incidentie van de combinatie DWV en N. ceranae in september correleren met verhoogde kans op wintersterfte. Hetzelfde geldt voor de combinatie van N. ceranae en N. apis in mei. Er is in de periode een verband aangetoond tussen varroabehandelingen en wintersterfte. De timing van de varroabehandeling correleert voor een deel met het verschil tussen wel of niet succesvol overwinteren van een bijenvolk; volken die behandeld zijn in juli-augustus hebben meer kans op een betere overwintering en behandelingen in september en oktober kunnen te laat zijn om de bijenvolken succesvol te laten overwinteren. In de periode kon dit verband niet duidelijk aangetoond worden. Wel werd duidelijk dat in beide testperiodes de wintersterfte bijenstand gerelateerd is, wat duidt op een sterk imkerpraktijk / omgeving effect. Bij de resultaten van de statistische analyses dient opgemerkt te worden dat het onderscheidend vermogen, vanwege de relatief lage aantallen niet hoog is. De resultaten vooral gezien moeten worden als aanwijzingen dat bepaalde ziekten en timing van de varroabehandeling een bepaalde kant op wijzen. Op basis van 3 van 17
4 de resultaten van dit onderzoek zou de steekproefgrootte minimaal 70 moeten zijn. Dit is belangrijk voor vervolgonderzoek. Inleiding Wintersterfte kan meerdere oorzaken hebben. Een niet-adequate varroabestrijding is een belangrijke oorzaak. Andere oorzaken kunnen een te kleine of te late opbouw van de wintervolken, verzwakking door bijenziekten, kwaliteit en kwantiteit van de voedselbronnen en andere onbekende factoren zijn. De diverse factoren die van invloed zijn op een al dan niet succesvol overwinteren staan niet op zichzelf en hebben effect op elkaar. Zo is bijvoorbeeld de samenhang bekend van de prevalentie van Deformed Wing Virus (DWV) met Varroa destructor en Nosema apis met stuifmeelaanbod. De imkerpraktijk speelt een bepalende rol in ziektepreventie en vitaliteit van bijenvolken. Om een beter inzicht te krijgen in de praktijk van de Nederlandse imker en de bijenziekten, is in het kader van het BIJ-1 project, het Nederlands Bijenvolk Onderzoek (NBO) opgezet. Het onderzoek uitgevoerd door (onderdeel van Plant Research International) en in samenwerking met het Nederlandse Centrum voor Bijenonderzoek (NCB). Het onderzoek is opgezet als een retrospectief onderzoek. Dit wil zeggen dat de verklaring van wintersterfte in de winter en in de winter gezocht wordt in welke bijenziekten voorkwamen en hoe er met de bijenvolken geïmkerd is. Meewerkende imkers hebben in mei/juni en in september 2010 en 2011volgens instructie van en met materiaal van PRI zelf monsters genomen van jaarlijks dezelfde bijenvolken en naar PRI gestuurd. Deze monsters zijn direct na aankomst ingevroren. Een selectie van deze monsters is retrospectief onderzocht; nadat in het voorjaar van resp en 2012 de wintersterfte bepaald was, zijn de monsters van de niet overwinterde volken en een selectie van de monsters van de wel overwinterde volken van het jaar voorafgaand aan de winter opgezocht en geanalyseerd. Onderzocht is of er een verband gelegd kon worden tussen de wintersterfte in de winter en en de incidentie van DWV, Nosema ceranae en Nosema apis in mei/juni en in september 2010 en 2011 en de varroabestrijding in de zomer en najaar 2010 en De datasets van beide periodes zijn apart geanalyseerd. 4 van 17
5 Methode Opzet onderzoek Door de meewerkende imkers zijn van drie bijenvolken per imker in mei/juni en van dezelfde drie volken in september 2010 en 2011 monsters genomen en verstuurd naar Deze monsters zijn direct ingevroren en in april 2011 en 2012 werd genoteerd of deze volken overwinterd waren. Zowel in 2011 als in 2012 zijn alle mei/juni- en september-monsters van volken die in de winter dood gegaan zijn en een selectie van wel overwinterde volken in 2011, nagekeken op Deformed Wing Virus (DWV), Nosema ceranae, Nosema apis en Varroa destructor. Daarnaast is de varroa bestrijdingsmethode en periode in 2010 en 2011 van de niet overwinterde volken en van een selectie van wel overwinterde volken in kaart gebracht. Het verband tussen wintersterfte en het voorkomen van DWV, N. ceranae en N. apis in mei en september is statistisch berekend met de GLM toets (binomial / logit, P 0.05). Op dezelfde manier is de varroabestrijding en timing van de varroabestrijding getoetst. De overall wintersterfte van bijenstanden waar wel en waar geen wintersterfte geconstateerd is in 1, 2 of 3 NBO volken is vergeleken met de wintersterfte op bijenstanden waar de NBO volken succesvol overwinterd waren. Imkers en bijenvolken Imkers, imkerselectie, volkenselectie en informatie bedrijfsmethodes In het voorjaar van 2010 is aan 100 imkers, die participeerden in het NCB kastkaartenonderzoek, gevraagd mee te doen met het NBO onderzoek. Bij dit verzoek is meteen aangegeven dat slechts een selectie van de monsters geanalyseerd zou worden. Ook is toen toestemming gevraagd om de gegevens, die door de imkers doorgegeven waren aan het NCB in het kastkaartenproject, te gebruiken voor het NBO onderzoek. Aan 89 imkers die aangaven mee te willen doen, is gevraagd drie bijenvolken te identificeren als NBO volken. De deelnemers is gevraagd in mei/juni en september 2010 en 2011 zelf monsters te nemen en de levende monsters naar bijen@wur te sturen. De monsters zijn na ontvangst door bijen@wur meteen ingevroren bij -20 o C. Van de 89 imkers die aangegeven hebben monsters in te sturen zijn in 2010 van 70 imkers monsters in mei/juni en september ontvangen. In 2011 zijn monsters van 42 imkers ontvangen. Aan de imkers waarvan monsters ontvangen waren is in maart 2011 en maart 2011 gevraagd of de drie NBO volken de winter doorgekomen waren. Vijftig (50) imkers hebben de gevraagde informatie over de NBO volken doorgegeven. Hiermee werd de onderzoeksgroep van 3 volken x 50 imkers = 150 volken samengesteld. Van de 150 volken uit de onderzoeksgroep zijn 21 volken na de 5 van 17
6 winter als dood gerapporteerd. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen dood of verdwenen / lege kast. De monsters van deze volken zijn nagekeken op het voorkomen van Deformed Wing Virus (DWV), Nosema ceranae, en Nosema apis, en het aantal varroamijten is bepaald. Voor de controlegroep is een steekproef van 22 volken uit de 129 volken die wel door de winter gekomen zijn genomen. Over de periode zijn van de imkers met niet overwinterde NBO volken (14 imkers) en van een selectie van de imkers die geen wintersterfte hadden in de NBO volken (15 imkers) monsters van NBO volken onderzocht. Voor de toets op verband tussen varroabestrijding en wintersterfte heeft het NCB de imkergegevens, met name de varroabestrijding van de eigenaars/imkers van de volken met de wintersterfte en uit de steekproef voor de controlegroep beschikbaar gesteld. Monstername door de imkers Aan de deelnemers is in mei 2010 en 2011 een monsterpakket met instructie gestuurd om zelf, op een standaard wijze, de volken in mei/juni en in september te bemonsteren. Dit monster pakket bestond uit zes monsterbakjes, een instructie en vouwdoosjes om de monsters naar bijen@wur te sturen (bijlage). DWV, Nosema ceranae en Nosema apis Met de Real time PCR Taqman methode is bepaald of DWV, Nosema ceranae, en Nosema apis voorkwamen (ja/nee) in een deelmonster van 30 bijen. De mate van besmetting is niet bepaald. Van de bijen voor de PCR test zijn vooraf de varroamijten verwijderd om een zuiver beeld te krijgen van de virusbelasting per bij. DWV komt voor in en op de varroamijt en dit kan de uitslag van de virusbelasting in bijen beïnvloeden. Varroa destructor De varroabesmetting is uitgedrukt in de som van het aantal mijten op 80 bijen per monster. Hiervoor zijn 50 bijen overgoten met genoeg ethanol 70% om de bijen helemaal onder te zetten. Bij deze behandeling gaan de mijten drijven in de ethanol en zakken de bijen naar de bodem. Het aantal mijten op de 30 bijen voor de PCR analyse zijn hierbij opgeteld. 6 van 17
7 Varroabestrijding Voor de te analyseren imkerpraktijkgegevens zijn de varroabehandelingen in de winter en van en in 2010 / 2011 gebruikt. Het verschil in behandelingsmethode en periode van behandeling en behandelcombinaties is statistisch getoetst. Statistiek DWV, Nosema ceranae en Nosema apis Voor de statistische analyse zijn de uitslagen van de real time Taqman PCR van het bijenvolk verdeeld in: pathogeen aangetoond (Ct waarde < 40) en pathogeen niet aangetoond (Ct 40). De statistische analyses, uitgevoerd voor het bepalen van de hoofdeffecten DWV, Nosema ceranae en Nosema apis in mei/juni en in september en de interacties tussen de hoofdeffecten op de wintersterfte in de winter 2010/2011 en 2011/2012 zijn gedaan per volk. Hiervoor is de GLM test ((binomiale verdeling, link function = logit, P 0.05) met de complete dataset per jaar uitgevoerd. Om na te gaan of de manier van varroabestrijding en de periode waarin dit uitgevoerd is verband houdt met de wintersterfte, is over de periode 2010 / 2011 en over de periode 2011 / 2012 aan elk bijenvolk dat wel of niet overwinterde de gerapporteerde varroa behandeling gekoppeld. Vervolgens is berekend hoeveel procent van de volken die in de winter doodgegaan zijn en hoeveel procent van de volken die de winter overleefd hebben een bepaalde varroabehandeling in een bepaalde periode gehad hebben. Hierdoor komt het voor dat van een imker verschillende volken in beide groepen voor kunnen komen. De gegevens zijn geanalyseerd met de GLM toets (binomiale verdeling, link function = logit, P 0.05). Het verschil tussen het gemiddeld aantal varroamijten per bij in mei/juni en september en de wintersterfte is per periode 2010/2011 en 2011/2012 berekend met de ANOVA toets (P 0.05). Het verschil tussen procentuele sterfte op de bijenstanden waar wintersterfte was bij een, twee of drie NBO volken is berekend met de quasi binomiale verdeling (P 0.05). De statistisch berekeningen zijn uitgevoerd met Genstat 15 th ed. 7 van 17
8 Resultaten DWV. Nosema ceranae, Nosema apis, Tabel 1. frequentietabel van DWV, N ceranae en N apis in mei en september 2010 in de overwinterde en niet overwinterde (wintersterfte) volken in de winter 2010 / 2011 en de P waarde die aangeeft of er een hoofdeffect dan wel een interactie effect is van de pathogenen op de wintersterfte (P 0.05). hoofd effecten en interacties overwinterd (n = 22) niet overwinterd (n = 21) P hoofdeffecten besmet niet besmet besmet niet besmet DWV mei DWV sept N ceranae mei N ceranae sept N apis mei N apis sept interactie mei en sept N ceranae mei * N apis mei 0.60 N ceranae mei 2010 * DWV sept N ceranae mei 2010 * N ceranae sept 0.47 N ceranae mei 2010 * N apis sept N ceranae sept * N apis sept N ceranae mei 2010 * N ceranae sept. * N apis sept van 17
9 Tabel 2. frequentietabel van DWV, N ceranae en N apis in mei en september 2011 in de overwinterde en niet overwinterde (wintersterfte) volken in de winter 2011 / 2012 en de P waarde die aangeeft of er een hoofdeffect dan wel een interactie effect is van de pathogenen op de wintersterfte (P 0.05). Hoofdeffecten en interacties overwinterd (n = 21) niet overwinterd (n = 15) P hoofdeffecten besmet niet besmet besmet niet besmet DWV mei DWV sept N ceranae mei N ceranae sept N apis mei N apis sept interactie mei en sept DWV mei * DWV sept DWV mei * N ceranae mei 0.12 DWV sept. * N ceranae mei 0.12 DWV mei * N ceranae sept DWV sept. * N ceranae sept N ceranae mei * N ceranae sept. 0.3 DWV mei * N apis mei 0.99 DWV sept. * N apis mei 0.99 N ceranae mei * N apis mei 0.05 DWV mei * N apis sept DWV mei * DWV sept. N ceranae sept Deformed Wing Virus (DWV) Zowel in 2010 als in 2011 is geen hoofdeffect op de wintersterfte van DWV aangetoond. De DWV infectie kwam in 2010 zeer algemeen voor, in 2011 waren er verhoudingsgewijs minder besmette volken. In 2010 waren er geen volken die zowel in juni als in september niet besmet waren. In 2011 waren er wel volken die zowel in het voorjaar als in het najaar geen DWV hadden, er waren in tegenstelling tot 2010 wel volken die in mei geen en in september wel DWV hadden. Nosema ceranae In 2010 is geen en in 2011 is wel een hoofdeffect van N ceranae op de wintersterfte gevonden; in mei 2011 werd in meer volken N ceranae gedetecteerd die de winter niet overleefde dan in de volken die wel goed de winter doorkwamen. De N. ceranae infectie komt algemeen voor in het voorjaar. Het percentage volken met N ceranae werd, zowel in de niet en wel overwinterde volken, richting najaar 2010 ongeveer de helft minder. In het najaar 2011 was de afname t.o.v. mei 2011 kleiner. 9 van 17
10 Nosema apis Zowel in 2010 als in 2011 is geen hoofdeffect van N apis op de overwintering vastgesteld. N. apis en N ceranae kunnen samen in een bijenvolk voorkomen. Interacties tussen DWV, N ceranae en N apis In 2010 is geen verband tussen interactie tussen de bijenziekten en wintersterfte vastgesteld. Dit was wel het geval in 2011; het samen voorkomen van DWV en N ceranae correleerde met een hogere wintersterfte. Hetzelfde gold ook voor het samen voorkomen van N ceranae en N apis in mei. Varroa destructor De resultaten van de varroatellingen 2010 en 2011 op de bijen is gegeven in tabel 3 en 4. Er is geen aantoonbaar verschil tussen het gemiddeld aantal mijten op 80 bijen per volk in de volken die de winter 2010/2011 niet of wel goed doorgekomen zijn. In 2011 was er wel een significant verschil in het aantal mijten op 80 bijen per volk; de NBO volken die de winter niet doorgekomen waren hadden significant meer mijten. Tabel 3. Het gemiddelde aantal mijten per 80 bijen, de sd, het aantal volken waarin Varroa destructor geteld is in mei/juni en in september 2010 en de P (df factor, df residuaal) waarde voor wel of geen verschil (P 0.05) in volken met wel of geen wintersterfte. Wintersterfte Gemiddeld aantal mijten per bij (sd) / aantal volken Mei/juni 2010 September 2010 Wel wintersterfte 0.76 (1.04) / (3.04) / 21 Geen wintersterfte 1.05 (1.50) / (3.79) / 22 P (1,41) Tabel 4. Het gemiddelde aantal mijten per 80 bijen, de sd, het aantal volken waarin Varroa destructor geteld is in mei/juni en in september 2011 en de P (df regressie, df totaal) waarde voor wel of geen verschil (P 0.05) in volken met wel of geen wintersterfte. Wintersterfte Gemiddeld aantal mijten per bij (sd) / aantal volken Mei/juni 2011 September 2011 Wel wintersterfte 0.21 (0.63) / (3.12) / 19 Geen wintersterfte 0.5 (1.14) / (2.05) / 22 P (1,39) van 17
11 Varroabehandeling en wintersterfte De varroabehandelingen zijn gegeven in table 5 en 6 in een frequentietabel. Tabel 5. frequentietabel van Varroabehandelingen in 2010 in de overwinterde en niet overwinterde (wintersterfte) volken in de winter 2010 / 2011 en de P waarde die aangeeft of er een verband is met de wintersterfte (P 0.05). Varroabehandeling overwinterd (n = 18) niet overwinterd (n = 20) P niet niet behandeld behandeld behandeld behandeld Thymovar juli Apiguard juli Mierenzuur juli Thymovar augustus Apiguard augustus Mierenzuur augustus thymovar september Apiguard september Mierenzuur september Thymovar oktober Apiguard oktober Mierenzuur oktober niet behandeld in juli niet behandeld in augustus niet behandeld in september Niet behandeld in oktober van 17
12 Tabel 6. frequentietabel van Varroabehandelingen in 2011 in de overwinterde en niet overwinterde (wintersterfte) volken in de winter 2011 / 2012 en de P waarde die aangeeft of er een verband is met de wintersterfte (P 0.05). Varroabehandeling overwinterd (n = 22) niet overwinterd (n = 19) P niet niet behandeld behandeld behandeld behandeld Darrenbroed juni Thymovar juni Mierenzuur juli Oxaalzuur juli Thymoval aug Darrenbroed aug Oxaalzuur aug Mierenzuur aug Thymovar sept Thymovar okt Oxaalzuur okt Mierenzuur okt Niet juli Niet aug Niet sept Niet behandeld in oktober Zowel in 2010 als in 2011 laten de meeste behandelingen geen verschil zien tussen het percentage behandelde volken die in de winter doodgegaan zijn en die goed door de winter gekomen zijn. De verschillen die wel aangetoond konden worden zijn van behandelingen met Thymovar en met mierenzuur in oktober 2010 en niet behandelen in oktober Omdat de behandelingen met thymovar en mierenzuur, begonnen in juli, augustus en september, niet tot een lagere kans op wintersterfte leiden, is het zeer aannemelijk dat niet het middel maar de behandelperiode meer bepalend is voor de succesvolle overwintering. In 2011 zijn de verschillen minder duidelijk. Alleen de darrebroedbehandeling in augustus en de oxaalzuur behandeling in augustus laten verschillen zien maar net tegengesteld terwijl beide behandelingen niet geëigend zijn om op dat tijdstip uit te voeren. Bovendien worden de verschillen verklaard door de 0 bij de resp. niet en wel overwinterde volken. Op basis van de resultaten in 2010 is het zeer aannemelijk dat niet het middel maar de behandelperiode meer bepalend is voor de succesvolle overwintering. Dit kon echter in 2011 niet aangetoond worden; de getallen waren te laag voor betrouwbare statistische analyses. 12 van 17
13 Wintersterfte op de bijenstanden De wintersterfte op de bijenstanden met drie (3) NBO volken is gegeven tabel 5. Tabel 5. Gemiddelde wintersterfte op de standen met een of meer NBO volken die in de winter dood zijn gegaan en op de standen waar geen NBO volken in de winter doodgegaan zijn Wintersterfte (CI 95%)* Aantal volken ingewinterd Aantal volken uitgewinterd Aantal standen Wintersterfte NBO volken 37% (53% - 20% Geen wintersterfte NBO volken 16% (23% - 9%) Wintersterfte (CI 95%)* Aantal volken ingewinterd Aantal volken uitgewinterd Aantal standen Wintersterfte NBO volken 20% (30% - 10%) Geen wintersterfte NBO volken 7% (11% - 3%) *BeeBook v. Engelsdorp Er is een duidelijk verschil tussen de wintersterfte op de standen waar een of meer NBO de winter niet overleefden en waar de NBO volken wel succesvol de winter doorkwamen. Dit laat zien dat de wintersterfte op een bijenstand ofwel hoog is ofwel laag is. Er is sprake van een stand effect. Discussie Niet de middelen waarmee de varroabestrijding uitgevoerd wordt maar de periode waarin dit gebeurt blijkt in 2010 gecorreleerd te zijn met wintersterfte; in 2011 was dit minder duidelijk. Varroabestrijding die begint in juli en doorloopt tot in september geeft een grotere kans op een succesvolle overwintering dan behandelingen die beginnen in september en oktober. Een late varroabestrijding levert wel een gereduceerde mijtpopulatie op in september/oktober maar zegt niet zoveel over de vitaliteit en kansen op succesvolle overwintering van de winterbijen. Het is bekend dat bij een late varroabestrijding de vitaliteit van het volk lager is en dat er bij een latere varroabestrijding dan beginnen in juli/augustus meer wintersterfte optreedt dan bij een vroege bestrijding; het verschil tussen wel of niet vitaal de winter ingaan is dan al gemaakt omdat er een vitaal cohort voedsterbijen in juli/augustus moet zijn om te zorgen voor vitale winterbijen in september. Een vroege start van de varroabestrijding verhoogt de kans op een succesvolle overwintering maar is geen garantie; ook volken waarbij de behandeling pas in oktober gestart is kunnen de winter goed doorkomen. Varroa is een factor in de vitaliteit van de bijenvolken maar ook de kwaliteit en kwantiteit van de voedselbronnen in de omgeving kunnen hierin een rol gespeeld hebben naast andere onbekende factoren. Dat de varroabehandeling die op tijd begint voor een groot deel bepaalt of een volk wel of niet overwintert is ook al in eerder onderzoek aangetoond (PRI bijen, Gerritsen et al Bijenhouden, Resultaten monitoring 2011 NCB). Daarnaast spelen ook andere factoren zoals de leeftijd van de koningin een rol in wel of niet succesvol overwinteren. Er worden bestrijdingen met de dampmiddelen Thymovar, Apiguard en mierenzuur uitgevoerd in september en 13 van 17
14 oktober. De effectiviteit van deze late behandelingen kan lager zijn dan verwacht. De effectiviteit is gebaseerd op een temperatuur van 35 o C in het volk en een continue luchtstroom. Deze omstandigheden zijn er in een goed volk met broed in juli en augustus maar in september is over het algemeen het broednest kleiner en is de temperatuur in de kast (buiten het broednest) lager. Het voorkomen van de pathogenen DWV, Nosema ceranae en Nosema apis correleren niet altijd met een aantoonbaar hogere kans op wintersterfte maar uit de data bleek dat N. ceranae in mei wel in verband gebracht kan worden met wintersterfte in de daarop volgende winter; in 2010 was de verhouding tussen wel en niet aangetoonde N. ceranae in wel en niet overwinterde volken ongeveer gelijk en kon er daarom geen effect van N. ceranae vastgesteld worden. In 2011 werden in mei 2011 in verhouding meer volken met N. ceranae gevonden in de volken de daarop volgende winter niet overleefden. Over het algemeen wordt N. ceranae niet als directe veroorzaker van wintersterfte aangewezen. Wel is bekend dat N ceranae de ontwikkeling van bijenvolken remt omdat bijen met een N. ceranae besmetting minder actief zijn en zo een indirect effect hebben op de overwintering. Op de bijenstanden die meededen in dit onderzoek en die dode NBO volken hadden, was de gemiddelde wintersterfte gerekend over de hele bijenstand in 2010/2011, 37% en bij de imkers die geen wintersterfte van de NBO volken rapporteerde was deze 16%. In de winter 2011/2012 waren deze percentages 20% en 7%. Dit duidt erop dat wintersterfte vooral een bijenstand-omgeving / imkerpraktijk kwestie is. Bij de resultaten van de statistische analyses dient opgemerkt te worden dat het onderscheidend vermogen, vanwege de relatief lage aantallen niet hoog is. De resultaten vooral gezien moeten worden als aanwijzingen dat bepaalde ziekten en timing van de varroabehandeling een bepaalde kant op wijzen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zou de steekproefgrootte minimaal 70 moeten zijn. Dit is belangrijk voor vervolgonderzoek. 14 van 17
15 Dankwoord Dit onderzoek is uitgevoerd in het BIJ-1 project, gefinancierd door Min. EL&I. Hiervoor onze hartelijke dank. Het onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de medewerking van Romée van der Zee van het Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek (NCB). De deelnemers aan dit onderzoek zijn uit de NCB database geselecteerd en de contacten met de deelnemers zijn via de NCB tot stand gekomen. De gegevens over de bedrijfsmethode komen, met toestemming van de deelnemers door R. van der Zee uit de NCB database. Hiervoor onze hartelijke dank. En zeker niet in de laatste plaats dank aan de imkers die dit onderzoek mogelijk hebben gemaakt. Zonder hun belangeloze medewerking zou dit onderzoek niet mogelijk zijn geweest. 15 van 17
16 Bijlage Instructie monstername BIJ1 WP2: Nederlands Bijenvolk Onderzoek (BIJ1-NBO) Beste Imker, Om te beginnen hartelijk dank dat u deel wilt nemen aan het Nederlandse Bijenvolk Onderzoek, een onderdeel van het grote BIJ-1 onderzoek. In mijn mail van vorige week heb ik u gevraagd zelf de monsters te nemen en geschreven dat u een monsterpakket thuis krijg met instructie. Het gaat hierbij om een representatief monster van het bijenvolk. Dit krijgen we door bijen van de buitenste raat te nemen. Omdat virussen (RNA virussen) vrij snel vergaan en dan niet meer aangetoond kunnen worden, zijn de deksels van de monsterbakjes geperforeerd. Hierdoor blijven de bijen langer in leven. Ik wil u daarom vragen de bijen nog dezelfde dag van de monstername te verzenden. Ze komen dan binnen 24 uur in Wageningen en worden meteen geregistreerd en ingevroren. Hierdoor blijven de virussen aantoonbaar. Om een beeld te kunnen vormen van de mogelijke ziektegeschiedenis van de volken is het van belang dat er juni 2010, in september 2010 en in mei/juni en september 2011 steeds van dezelfde drie volken een monster genomen wordt. Ik wil u daarom vragen de door u geselecteerde volken duidelijk te markeren met BIJ1- NBO1, BIJ1-NBO2 en BIJ1-NBO3 en dit ook op de monsterbakjes te vermelden met de monsterdatum. Voor alle duidelijkheid, de volken waar u nu monsters van neemt blijven gedurende de looptijd in 2010 en 2011 dezelfde proefvolken, ongeacht of de koningin wel of niet gewisseld wordt. Van elk proefvolk wordt een apart monster genomen en verstuurd Uw imkermethode en varroabestrijding geeft u reeds door aan Romee van der Zee NCB. Romee en ik wisselen de relevante gegevens uit. Als extra wil ik u vragen bijgesloten kastkaart bij te houden met de relevante activiteiten van en met het bijenvolk zoals wanneer de varroabestrijding of een andere ziektebestrijding uitgevoerd is en of de koningin wel of niet gewisseld is tijdens de looptijd van het onderzoek. Het monstermateriaal dat u nu toegestuurd hebt gekregen bevat bakjes en doosjes en kastkaarten voor De pakketten kunnen retour gestuurd worden aan PRI bijen (biointeracties en plantgezondheid) T.a.v. Sjef van der Steen Antwoordnummer VB Wageningen 16 van 17
17 INSTRUCTIE MONSTERNAME EN VERZENDING NAAR PRI BIJEN WAGENINGEN: 1. Open de kast zodanig dat u de buitenste raat eruit kunt nemen; 2. Neem de buitenste raat zonder broed uit de kast; 3. Veeg voorzichtig bijen in het monsterbakje (1/2 bakje) 4. Sluit het monsterbakje goed met een geperforeerde deksel en plak er voor de zekerheid een plakband omheen; 5. Sluit de kast; 6. Schrijf op het monsterbakje de markering van het volk en de datum van monstername; 7. Stop behalve de drie gevulde monsterbakjes een briefje met uw naam en adres in het monsterpakket; (= bijgesloten nog te vouwen doos met adressering PRI en antwoordnummer). U hoeft dan geen postzegels te plakken; 8. Post het monsterpakket dezelfde dag. Bij voorbaat hartelijk dank voor de te nemen moeite. PRI bijen Sjef van der Steen, Chula Hok a Hin, Paklijst: brief Instructie monstername BIJ1 WP2 1 kastkaart voor BIJ1-NBO1 1 kastkaart voor BIJ1-NBO2 1 kastkaart voor BIJ1-NBO3 3 monsterbakjes + perforeerde deksel voor monstername juni monsterbakjes + perforeerde deksel voor monstername september 10. Nog zelf te vouwen doos met PRI-adres voor monstername juni 10 Nog zelf te vouwen doos met PRI-adres voor monstername september van 17
Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen
Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen Lonne Gerritsen, Tjeerd Blacquière, Bram Cornelissen, Jeroen Donders, Sjef van der Steen PPO Bijen Inleiding Er is de afgelopen jaren veel te doen geweest
Nadere informatieWORKSHOP GEZONDE BIJEN IS DE IMKER ZELF DE GROOTSTE VERSPREIDER? IMKER ALS STERKSTE SCHAKEL!
WORKSHOP GEZONDE BIJEN IS DE IMKER ZELF DE GROOTSTE VERSPREIDER? IMKER ALS STERKSTE SCHAKEL! Piet Huitema 26 maart 2013 MONITORING (VIRUS)ZIEKTEN 170 standen in Nederland (2008) 8 virussen onderzocht.
Nadere informatieDemonstratieproef varroabestrijding en wintersterfte (mei 2012 juli 2013)
Demonstratieproef varroabestrijding en wintersterfte (mei 2012 juli 2013) J. van der Steen, C. Hokahin, B. Cornelissen 28 juli 2013 1 van 23 Contents Samenvatting... 3 Inleiding... 4 Materiaal en methode...
Nadere informatieRAPPORT. Resultaten COLOSS-enquête wintersterfte
Your reference: Our reference: Contact: Date: DL/02061/2017 Dries.Laget@UGent.be 06/02/2017 RAPPORT Resultaten COLOSS-enquête wintersterfte 2015-2016 1. Inleiding In april 2016 werd vanuit COLOSS een enquête
Nadere informatieEffect varroa op volksgrootte pas zichtbaar als het te laat is? Coby van Dooremalen, Bram Cornelissen en Frank van Langevelde 1
Effect varroa op volksgrootte pas zichtbaar als het te laat is? Coby van Dooremalen, Bram Cornelissen en Frank van Langevelde 1 Dit artikel verscheen ook in de Bijenhouden van juni 2014 Kan de grootte
Nadere informatieHoningbijen als exotische soort. Honey bees, origin and distribution. Invasieve soort Varroa destructor: tijd voor een andere strategie
Invasieve soort Varroa destructor: tijd voor een andere strategie Tjeerd Blacquière Bijen@wur, Wageningen UR Symposium Bijengezondheid, Wageningen, 24 maart 18 Honey bees, origin and distribution Honingbijen
Nadere informatieEffect op honingbijenvolken van andere stressoren samen met de exotische invasieve varroamijt. Klimaat en weer. Coby van Dooremalen,
Effect op honingbijenvolken van andere stressoren samen met de exotische invasieve varroamijt Wetenschappelijke manuscript in voorbereiding (ingediend voor publicatie) Coby van Dooremalen, Honingbijenvolken
Nadere informatieversie 3 (sept 2016) Protocol voor het nemen van bijen en broedmonsters ten behoeve van ziektediagnose
versie 3 (sept 2016) Protocol voor het nemen van bijen en broedmonsters ten behoeve van ziektediagnose 1 versie 3 (sept2016)) 2016 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) onderzoeksinstituut
Nadere informatieRapport BIJ-1. (deel , vervolg op onderzoek 2011)
Rapport BIJ-1 (deel 2 2012, vervolg op onderzoek 2011) De impact van een chronische blootstelling van Imidacloprid op de ontwikkeling en overwintering van bijenvolken J. van der Steen, C. HokaHin, B. Cornelissen
Nadere informatiePilootbewakingsproject bijensterfte Voorlopige resultaten bezoekreeks 1
Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire Pilootbewakingsproject bijensterfte Voorlopige resultaten bezoekreeks 1 Bénédicte Verhoeven FAVV Controlebeleid Dierengezondheid 1) Algemeen kader
Nadere informatieRapport BIJ-1. (deel1 2011) De impact van een gereduceerde aanvoer van stuifmeel en van Imidacloprid op de ontwikkeling van bijenvolken
Rapport BIJ-1 (deel1 2011) De impact van een gereduceerde aanvoer van stuifmeel en van Imidacloprid op de ontwikkeling van bijenvolken J. van der Steen, C. HokaHin, P. Hendrickx, B. Cornelissen, C. van
Nadere informatieRapport BIJ-1 onderzoek, WP3, 2010
Rapport BIJ-1 onderzoek, WP3, 2010 De ontwikkeling van bijenvolken in interacties met de omgeving, stuifmeeldiversiteit, prevalentie en impact van Nosema spp., DWV en ABPV op bijenvolken J. van der Steen,
Nadere informatieResultaten multifactorieel onderzoek: effect multi-stressoren op bijenvolken. Coby van Dooremalen. 23 februari 2019 Bijscholingsdag leraren bijenteelt
Resultaten multifactorieel onderzoek: effect multi-stressoren op bijenvolken Coby van Dooremalen 23 februari 2019 Bijscholingsdag leraren bijenteelt Sommige links naar artikelen is alleen de samenvatting
Nadere informatie29/03/2017. Darwin in de imkerij: natuurlijke selectie zorgt voor resistentie tegen Varroa destructor. Fries: Gotland.
Percentage koloniesterfte 29/3/217 Darwin in de imkerij: natuurlijke selectie zorgt voor resistentie tegen Varroa destructor Tjeerd Blacquière bijen@wur, Wageningen UR Symposium Bijengezondheid 25 maart
Nadere informatieImkercafé Deel 4. Zwermen voorkomen, varroa bestrijden, voeren, nieuwe koninginnen en problemen oplossen..
Imkercafé Deel 4 Zwermen voorkomen, varroa bestrijden, voeren, nieuwe koninginnen en problemen oplossen.. Vandaag na de pauze: Overleg onderhoud Biebult (Wim Baselmans). Overleg koninginnenteeltcommissie
Nadere informatieVARROABESTRIJDING 2018
VARROABESTRIJDING 2018 Zomerbehandeling Wanneer? Uit het advies van het FAVV 2018 De zomerbehandeling zorgt ervoor dat gezonde en sterke winterbijen geboren worden. Ze moet tijdig gestart worden: vooraleer
Nadere informatieSamen imkeren naar Varroa resistente bijen: Introductie proef en voorstellen deelnemers
Samen imkeren naar Varroa resistente bijen: Introductie proef en voorstellen deelnemers EU honingprogramma 2017-2019 Helen Goossen & Coby van Dooremalen Foto stand met kasten over heel slide (interview
Nadere informatieSemi-natuurlijke selectie van varroaresistentie in Nederlandse bijen
Semi-natuurlijke selectie van varroaresistentie in Nederlandse bijen Bart Pannebakker (WU-Erfelijkheidsleer) bart.pannebakker@wur.nl Tjeerd Blacquière (PRI-bijen@wur) tjeerd.blacquiere@wur.nl Percentage
Nadere informatiePilootbewakingsproject bijensterfte Eerste resultaten
Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire Pilootbewakingsproject bijensterfte 2012-2013 Eerste resultaten Bénédicte Verhoeven FAVV Controlebeleid Dierengezondheid 1) Stand van zaken 2)
Nadere informatieHandleiding praktijklessen. Voor de cursus bijengezondheid
Naam cursist Handleiding praktijklessen Voor de cursus bijengezondheid De Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) is een landelijke vereniging van bijenhouders, gehuisvest in het Bijenhuis in Wageningen.
Nadere informatieVerslag enquête bijensterfte provincie Vlaams-Brabant
Verslag enquête bijensterfte provincie Vlaams-Brabant Resultaten verwerkt door dienst land- en tuinbouw, juli 2013 Erwin Dunon, Nathalie Haesevoets, Jona Lambrechts & Ine Vervaeke Er werden in totaal 473
Nadere informatieBijenhouden ten behoeve van zaadteelt en groente productie. Willem J. Boot & Johan N.M. Calis Inbuzz, Imkersbedrijf Boot en Calis, VOF
Bijenhouden ten behoeve van zaadteelt en groente productie Willem J. Boot & Johan N.M. Calis Inbuzz, Imkersbedrijf Boot en Calis, VOF Geschiedenis Vanaf 1989, onderzoekers aan de Wageningen Universiteit.
Nadere informatieSymposium en Expo
Symposium Symposium en en Expo Expo Bijen@wur Bijen@wur Symposium en Expo Bijen@wur Diagnose bijenziekten Wintersterfte toen en nu Voeding en Bijensterfte energie Diagnose bijenziekten Bijensterfte Varroabestrijding
Nadere informatieVarroabestrijdingsadvies 2017: een uniforme aanpak in heel België
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Controlebeleid Directie Dierengezondheid en Veiligheid van de Dierlijke Producten AC-Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel
Nadere informatieBeevital HiveClean Habeetat en Beetricious Habeetat Beetricious Habeetat Beetricious
Ik ga hier niet in op de geschiedenis van de varroamijt en de herkomst. Verderop kun je lezen hoe en wanneer de mijt moet worden bestreden. De mijt zelf is een parasiet van de bij. De mijt is in staat
Nadere informatieEffectieve bestrijding van varroa. bijen@wur
Effectieve bestrijding van varroa bijen@wur 1 2010 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) Alle intellectuele eigendomsrechten en auteursrechten op de inhoud van dit document behoren
Nadere informatieBijenwerk september en oktober 2017
Bijenwerk september en oktober 2017 De nazomerdrachten van de Reuzenspringbalsemien en de Heide liggen definitief achter ons. De varroabestrijding is uitgevoerd en de laatste hand wordt gelegd aan de inwintering.
Nadere informatieEPILOBEE Eerste resultaten
Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire EPILOBEE 2013-2014 Eerste resultaten Bénédicte Verhoeven FAVV Controlebeleid Dierengezondheid 1) Stand van zaken 2) Eerste resultaten 3) Conclusies
Nadere informatieToegelaten middelen bestrijding van de varroamijt met behulp van Etherische olien, gewonnen uit planten
Toegelaten middelen bestrijding van de varroamijt met behulp van Etherische olien, gewonnen uit planten Voorstel aanvullingen/wijzigingen 1. Waar op letten bij bestrijdingsmiddelen - een hoge effectiviteit
Nadere informatie2) Bepaling van de ernst van de varroabesmetting
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Controlebeleid Directie Dierengezondheid en Veiligheid van de Dierlijke Producten AC-Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel
Nadere informatieMonitor Uitwintering Bijenvolken 2014
Nederlands Centrum Bijenonderzoek a NCB Rapporten 2015 nummer 1 Monitor Uitwintering Bijenvolken 2014 Romée van der Zee Contact: romee.van.der.zee@beemonitoring.org Afbeeldingen en tekst uit dit rapport
Nadere informatieJ. van der Steen. PPO Bijen december 2007
UITWERKING VAN DE RESULTATEN VAN DE ENQUÊTES APRIL, JULI EN OKTOBER 2006 EN MAART 2007, GEHOUDEN VOOR DE EVALUATIE VAN DE WINTERSTERFTE 2006 2007 EN DE RESULTATEN VAN DE DIAGNOSE VAN BIJENZIEKTE VAN INGEZONDEN
Nadere informatieCursus bijengezondheid. Deel 2 Middelbeers 2012.
Cursus bijengezondheid. Deel 2 Middelbeers 2012. 1e Praktijkles.!!! 1. Donderdag 5 juli 2012. 10 personen Namen A t/m F. 2. Vrijdag 6 juli 2012. 10 personen Namen G t/m L. 3. Donderdag 12 juli 2012. 10
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 372 Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met de implementatie van Europese regelgeving op het gebied van het
Nadere informatie11/10/2017. Varroa Bijenhouderij in transitie. Opbouw college. 1. Inleiding collegereeks. 1. Inleiding collegereeks. 1. Inleiding collegereeks
Varroa Bijenhouderij in transitie Coby van Dooremalen Opbouw college 1. Inleiding collegereeks EU/NL honingprogramma? 7. Lering uit varroacrisis 7 oktober 2017 1. Inleiding collegereeks 1. Inleiding collegereeks
Nadere informatieBijensterfte: oorzaken en gevolgen + stand van zaken voorjaar Insectbestuiving & Bijenhouderij Succes story / Ramp scenario?
Bijensterfte: oorzaken en gevolgen + stand van zaken voorjaar 2009 Tjeerd Blacquière, bijen@wur, Plant Research International, WUR, Wageningen Insectbestuiving & Bijenhouderij Succes story / Ramp scenario?
Nadere informatieThermoregulatie bij honingbijen
Thermoregulatie bij honingbijen Hoe houd ik mijn huis warm in de winter? Frank van Langevelde & Coby van Dooremalen Wageningen University Resource Ecology Plant Research International Bees@wur Bijensterfte
Nadere informatieIMKERSBOND DEINZE VZW
IMKERSBOND DEINZE VZW Voorheen: Bieëntelersbond Sint-Ambrosius van Deinze en Omliggende Maatschappelijke zetel: Huisgaverstraat 52, 9750 Zingem info@imkersbonddeinze.be Bankrekening: IBAN BE05 9794 3044
Nadere informatieFor quality of life. Ministerie EL&I Directeur AKV Postbus EK Den Haag. Geachte heer,
A WAG ENIN GEN For quality of life QE Postbus 16 ( 6700 AA Wageningen Ministerie EL&I Directeur AKV Postbus 20401 2500 EK Den Haag DATUM 26 mei 20 ONDERWERP Uitbreiding onderzoeksproject BIJ-1 POSTADRES
Nadere informatieVarroabestrijding. J. van der Steen 2010
Varroabestrijding J. van der Steen 2010 Varroa en wintersterfte Timing, timing, timing, timing, timing, timing Alles draait om de timing van de varroabestrijding Juli ½ augustus klaar zijn Resultaten enquête
Nadere informatieSelectie op eigen stand op basis van de mijtval/dag. Egbert Touw, Mari van Iersel DDB
Selectie op eigen stand op basis van de mijtval/dag Egbert Touw, Mari van Iersel DDB Inhoud Bijenvolken verschillen in eigenschappen Selectie op eigen stand Bedrijfsmethode: imkers selecteren beste koninginnen
Nadere informatieVarroabestrijding. Varroamijt
Varroabestrijding Varroamijt Ik ga hier niet in op de geschiedenis van de varroamijt en de herkomst. Verderop kun je lezen hoe en wanneer de mijt moet worden bestreden. De mijt zelf is een parasiet van
Nadere informatieLaatste nieuws VSH teelt 2016 bij Buckfast Teeltgroep Flevo
Buckfast Teeltgroep Flevo Nieuwsbrief 18 oktober 2016 Laatste nieuws VSH teelt 2016 bij Buckfast Teeltgroep Flevo Door het koude voorjaar in 2016 konden we pas laat beginnen met de teelt voor ons VSH project.
Nadere informatieNatuurlijke selectie varroa resistentie (?)
Natuurlijke selectie varroa resistentie (?) Tjeerd Blacquière bijen@wur Plant Research International Boer zoekt vrouw Boer zoekt ehh... geen tijd... waar? lief... Imker zoekt niks ehh! alle tijd overal
Nadere informatieAalsteren tegen varroa
Aalsteren tegen varroa Bestrijding en zwermverhindering gecombineerd Bram Cornelissen Inleiding Dit jaar begon de lente erg vroeg. De bijen hebben er optimaal van geprofiteerd en veel bijensterfte is er
Nadere informatieSBV 20130211/ms/vs3.1 SBV. sacbrood virus zakbroed. behorende bij de Syllabus Bijengezondheid van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging
SBV 20130211/ms/vs3.1 SBV sacbrood virus zakbroed behorende bij de Syllabus Bijengezondheid van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging diagnose zakbroed 1 5.5 weinig larven zichtbaar ingezakte celdeksels
Nadere informatieBijenwerk januari februari
Bijenwerk januari februari In deze bijdrage aandacht voor: Intro Duitsers zijn gematigd positief over de mogelijke wintersterfte 2013/2014; Amerikaanse imker adviezen zijn ook hier toepasbaar; wel of geen
Nadere informatieMonitor Bijensterfte Nederland 2013
Nederlands Centrum Bijenonderzoek a NCB Rapporten 2013 nummer 2 Monitor Bijensterfte Nederland 2013 Romée van der Zee Contact: romee.van.der.zee@beemonitoring.org Afbeeldingen en tekst uit dit rapport
Nadere informatieDatum 14 januari 2013 Betreft Toezegging tijdens AO gewasbeschermingsmiddelen van 10 oktober 2012 over activiteiten ter versterking van de bijensector
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den
Nadere informatieImkercafé Deel 1. Voorjaarsinspectie.
Imkercafé Deel 1 Voorjaarsinspectie. Aantal Bijen en Broedcellen 40.000 20.000 begin April Frühjahr März/April Voedselvoorraad controleren Volkssterkte gelijk maken Ruimte geven Bouwraam geven Wintervoer
Nadere informatieGedurende het voorjaar zijn er diverse momenten om zwermen en afleggers zonder of met alleen open broed met oxaalzuur te benevelen.
Ik ga hier niet in op de geschiedenis van de varroamijt en de herkomst. Verderop kun je lezen hoe en wanneer de mijt moet worden bestreden. De mijt zelf is een parasiet van de bij. De mijt is in staat
Nadere informatieTellen van mijten. Doel: Schatten van de groei van de mijtenpopulatie in een bijenvolk. Door: Henk Kok DDB De Duurzame Bij
Tellen van mijten Doel: Schatten van de groei van de mijtenpopulatie in een bijenvolk Door: Henk Kok DDB De Duurzame Bij Studiegroep Utrecht 08-02-2012 Tellen van mijten Selectiemogelijkheden Tel mogelijkheden
Nadere informatiedestructor, neonicotinoïden en andere
1 Een observationele studie naar wintersterfte bij honingbijvolken en de associaties met Varroa destructor, neonicotinoïden en andere risicofactoren Romée van der Zee 1*, Alison Gray 2, Lennard Pisa 1,
Nadere informatieHet bijenjaar. Even opfrissen. Leerdoelen Verloop van het bijenjaar Het werkt van de imker. Kijken naar de vliegplank
Het bijenjaar 18 T 2 Jan Westerhof 1 Even opfrissen Sociaal insect, superorganisme Insect 3 paar poten, mijt 4 paar poten Ei, larve, pop: Broed Gedaanteverwisseling Verpoppen Gesloten broed Koningin, werkbij,
Nadere informatieMonitor Bijensterfte Nederland 2012
Nederlands Centrum Bijenonderzoek a NCB Rapporten 2013 nummer 1 Monitor Bijensterfte Nederland 2012 Romée van der Zee, Lennard Pisa Contact: romee.van.der.zee@beemonitoring.org 1 Dit onderzoek was mogelijk
Nadere informatieVarroa bestrijden. De belangrijkste bestrijdingsmethoden op een rij
` Varroa bestrijden De belangrijkste bestrijdingsmethoden op een rij 2006 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
Nadere informatieBerekening van de groei en patroon van de natuurlijke mijtval uit een bijenvolk. Henk Kok Austerlitz, 2017 Februari 11 DDB Voorjaarsbijeenkomst
Berekening van de groei en patroon van de natuurlijke mijtval uit een bijenvolk Henk Kok Austerlitz, 2017 Februari 11 DDB Voorjaarsbijeenkomst Selectie op varroa resistentie Een idee om varroa resistentie
Nadere informatiePRI HealthyBEE [3380] v2
Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 338 - HealthyBEE [338] v2 C : conform NC : niet-conform NA : niet van toepassing H : Hoofdstuk B : Bijlage
Nadere informatieOmdat: Natuurlijke selectie levert weerbare honingbijen. Opbouw van dit college
Percentage koloniesterfte Natuurlijke selectie levert weerbare honingbijen Waarom juist Varroa? Tjeerd Blacquière Bijen@wur, Wageningen UR Bijscholing leraren en BGCs Austerlitz 14 april 218 exotisch (Azië)
Nadere informatieRapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg
Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatie11. Multipele Regressie en Correlatie
11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in
Nadere informatieBestrijding van Fusarium in lisianthus
Bestrijding van Fusarium in lisianthus 2014 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 13485 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl
Nadere informatieBijenwerk augustus en september 2017
Bijenwerk augustus en september 2017 De zomer ligt bijna achter ons. De zomerhoning is geoogst. Sommige imkers verlengen het seizoen door met hun volken naar de Heide of de Reuzenspringbalsemien te reizen.
Nadere informatieOpbouw verhaal 26/04/2013. Honingbijen, oorsprong en verspreiding. Het V-woord en de weerstand daartegen
Het V-woord en de weerstand daartegen Onderzoek bijen@wur Tjeerd Blacquière (PRI) / bijen@wur 13 april 2013 Symposium Bijengezondheid bijen@wur, Wageningen Bestuiving Voeding van bijen Ziekten van bijen
Nadere informatieImkeren in mei. Zwermverhindering
Imkeren in mei Zwermverhindering Ontwikkeling bijenvolk in voorjaar gericht op voortplanting 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 cellen half mrt begin apr eind apr eind mei 1,6 bk rm 6 bk
Nadere informatieDe Bij hoort erbij. 10 juni 2015 Probus 1 Maastricht Guus Gerards
. 10 juni 2015 Probus 1 Maastricht Guus Gerards Wat heb ik met bijen. Als klein jongetje al met mieren en bijen bezig. Grote tuin met fruitbomen Kortom, de natuur en het behoud ervan is mij lief Einstein
Nadere informatieBijenwerk juli / augustus
Bijenwerk juli / augustus In deze uitgave van Imkernieuws aandacht voor: hoofddrachten in juli en augustus; het oogsten van de zomerhoning; de zomerbestrijding van de varroamijten; praktische aandachtspunten
Nadere informatieEvolution of the results achieved to date during the implementation of the previous apiculture programma
ANNEX 1 Evolution of the results achieved to date during the implementation of the previous apiculture programma The document hereafter (Evaluatie honingprogramma 214-216 en Behoefte sector en beleid)
Nadere informatieImkercafé Deel 2. Bestuiving, zwermverhindering/ vermeerdering.
Imkercafé Deel 2 Bestuiving, zwermverhindering/ vermeerdering. Aantal Bijen en Broedcellen 40.000 20.000 begin April Frühjahr März/April Voedselvoorraad controleren Volkssterkte gelijk maken Ruimte geven
Nadere informatieBijenwerk 2016 september/oktober
Bijenwerk 2016 september/oktober In deze editie van Bijenwerk: Heeft de varroabehandeling succes gehad? Hoe meet je de besmetting van de bijen? September de finale check op de mijtenval; Selecteer op de
Nadere informatieBijenwerk september/oktober 2015
2015 De onderwerpen in deze uitgave van Bijenwerk zijn: Houd inbrekers op gepaste afstand! Hoe pakt de varroabestrijding uit? Het aanvullen van de wintervoorraden in je volken; Beter minder en sterker
Nadere informatieRapport Honingbijen Surveillance Programma Koos Biesmeijer Naturalis Biodiversity Center 30 april 2015
Rapport Honingbijen Surveillance Programma 2014 Koos Biesmeijer Naturalis Biodiversity Center 30 april 2015 Inhoudsopgave 1 Samenvatting stand van zaken 2 2 Korte Inleiding van het programma 3 3 Het eerste
Nadere informatieCursus bijengezondheid 2012 in Middelbeers. Deel 3.
Cursus bijengezondheid 2012 in Middelbeers. Deel 3. 1 1e Praktijkles.!!! 1. Donderdag 5 juli 2012. 10 personen Namen A t/m F. 2. Vrijdag 6 juli 2012. 10 personen Namen G t/m L. 3. Donderdag 12 juli 2012.
Nadere informatieOxaalzuur sublimeren bij 180º werkt nu subliem
Inleiding Henk Arends en ik (Werry Jonker) zijn 7 jaar imker en lid van NBV Nietap Als bijvangst knutselen van alles: zoals kunstraatmallen, bijenkasten (Golzkast), zonnewassmelter, etc. Nu zijn we bezig
Nadere informatieImkercafé Deel 5. Inwinteren, varroa bestrijden, opruimen en studeren.
Imkercafé Deel 5 Inwinteren, varroa bestrijden, opruimen en studeren. Belangrijk!!!!! 1. Cursus Honingkeurmeester. 2. Cursus voor gevorderden. 3. Commissie koninginnenteelt (bevruchtingskastjes + 10,00)
Nadere informatieWitte voelsprieten als VSH signaal
Witte voelsprieten als VSH signaal De varroalade als diagnosemiddel Foto: Mathijs Herremans Henk Kok De Duurzame Bij 2018 Inhoud Enkele waarnemingen op de varroalade Proef met een VSH volk bij Arista Bee
Nadere informatieKoninklijke Imkersvereniging Ons Denderbieken Geraardsbergen
Koninklijke Imkersvereniging Ons Denderbieken Geraardsbergen Nieuwsbrief 1 / 2012 Beste imkers, Hierbij vinden jullie onze eerste nieuwsbrief. Hierin zullen allerlei (actuele) onderwerpen voorgesteld en
Nadere informatieRapportage Ervaringsonderzoek WOT's
Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatiePRI 3512 Houden van bijen - Diergezondheid [3512] v.3
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen LCE : Datum : Verantwoordelijke controleur : Operator : VEN : Adres : PRI 3512 Houden van bijen - Diergezondheid [3512] v.3 C: conform NC: Niet-conform
Nadere informatieBasiscursus Bijenhouden 2016/2017
Naam cursist : Basiscursus Bijenhouden 2016/ Cursusgids Cursusgids basiscursus bijenhouden 1 Inhoudsopgave 1 Inhoud van de cursus 3 2 Organisatie 4 2.1 Wie organiseert deze cursus? 4 2.2 Wie is verantwoordelijke
Nadere informatieDiergeneeskundig middel tegen Varroa (*)
Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond Jaargang: 94 Jaar: 2008 Maand: maart Auteurs: Andermatt BioVet GmbH Vertaling: Alois Schotanus & Dries Laget Diergeneeskundig middel tegen Varroa (*) Verpakking
Nadere informatieHet wordt stil in de bijenkast
De wetenschap over bijensterfte Het wordt stil in de bijenkast Er is iets goed mis met de honingbij: s winters legt een derde van de volken het loodje. Geleidelijk aan krijgt de wetenschap meer inzicht
Nadere informatieData analyse Inleiding statistiek
Data analyse Inleiding statistiek 1 Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen»
Nadere informatieDe Duurzame Bij. Springlevend. Marleen Boerjan, voorzitter. Koninginnenteeltdag
De Duurzame Bij Springlevend Marleen Boerjan, voorzitter Koninginnenteeltdag 2011-01-29 Inhoud Inleiding: over de DDB Doelstelling Varroa tolerantie Werkwijze DDB (hybriden project) Resultaten tot nu toe
Nadere informatieAfweer van bijenvolken
Afweer van bijenvolken Tjeerd Blacquière Bijen@wur, Wageningen UR Symposium bijen@wur, 14 maart 2015 Actieplan Bijengezondheid pijler 1: pesticiden pijler 2: ziekten en plagen pijler 3: voedsel en biodiversiteit
Nadere informatieBijenwerk december 2015 / januari 2016
Bijenwerk december 2015 / januari 2016 In deze uitgave van Bijenwerk: Zijn er geen zomer bestrijdingsmiddelen achter gelaten in de kast? De jaarlijkse herfsttrek van mijten; December: de maand bij uitstek
Nadere informatieBijen en zo. Villa Augustus 6 mei 2014. Adriaan Guldemond, CLM Eva Cossee
Bijen en zo Villa Augustus 6 mei 2014 Adriaan Guldemond, CLM Eva Cossee Maar eerst een BIJENQUIZ Alle antwoorden staan in Het lied van de honing Vraag 1: Hoe lang leeft een bijenkoningin? 1 jaar of 5 jaar
Nadere informatieProjectleider J. van der Steen Praktijkonderzoek Plant en Omgeving sector Bijen Ambrosiusweg NV Hilvarenbeek
RAPPORT Onderzoek naar de invloed van diëten met stuifmeel en stuifmeelvervangingsmiddelen op de ontwikkeling van hommelvolken en individuele hommels (Bombus terrestris L) projectnr: 630901 2002 datum:
Nadere informatieBESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT
BESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT 2009 Dit project is gefinancierd via Productschap Tuinbouw Ing. C. Oostingh Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telephone (0228) 56 31 64
Nadere informatieSelectie op VSH bij de Carnica
Selectie op VSH bij de Carnica Wat is VSH? De hier gepresenteerde activiteiten en resultaten zijn mogelijk dankzij de stichting Arista Bee esearch De stichting werkt in principe met alle rassen bijen;
Nadere informatieOxaalzuur sublimeren werkt subliem vooral met temperatuurregeling
Oxaalzuur sublimeren werkt subliem vooral met temperatuurregeling Samenvatting: Verdampen (sublimeren) meest effectief. Oxaalzuur-stof is erg slecht voor de longen. FPP3masker! Dosering is niet echt kritisch.
Nadere informatieEFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS
EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS INORNATUS) OP EEN PROEFLOCATIE (PERCEEL 119) IN DE OOSTERSCHELDE Tussenrapportage Delta Academie 17 augustus
Nadere informatieTiming of varroa control & bee and colony survival in winter
Timing of varroa control & bee and colony survival in winter Tjeerd Blacquière, Lonne Gerritsen, Sjef van der Steen & Bram Cornelissen tjeerd.blacquiere@wur.nl Intro brood cell infestation with varroa:
Nadere informatieVitamine B12 deficiëntie
Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn
Nadere informatie1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test
Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De
Nadere informatieBijen en Exoten. Tjeerd Blacquière,
Bijen en Exoten Tjeerd Blacquière, bijen@wur tjeerd.blacquiere@wur.nl Bijen en exoten / bijen als exoten 1. Honingbijen (Apis mellifera) 1. herkomst en voorkomen 2. Apis mellifera als exoot 1. koloniën
Nadere informatie1. Volwassen vrouwtje; 2. Moedermijt; 3. Mannetjes; 4. Onvolwassen vrouwtje
De levenscyclus van de varroamijt Hoewel de varroamijt een natuurlijke parasiet is van de Aziatische honingbij is zijn biologie bestudeerd op de Westerse honingbij omdat de mijt voor deze bij een economische
Nadere informatieBIJSLUITER VOOR: PolyVar Yellow 275 mg Strip voor in de bijenkorf
BIJSLUITER VOOR: PolyVar Yellow 275 mg Strip voor in de bijenkorf 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN
Nadere informatieOxaalzuur. J. van der Steen
Oxaalzuur J. van der Steen Oxaalzuur wordt algemeen gebruikt voor de bestrijding van Varroa destructor in broedloze volken. Bijen@wur adviseert een oxaalzuurbehandeling in combinatie met de zwermverhindering.
Nadere informatie