Inleiding... 5. 1. Voorwaarden, rollen en regels... 6. Voorwaarden voorlezer... 6. Rol coördinator... 6. Contact met de ouders...



Vergelijkbare documenten
Vaardighedenlijst Taal stimuleren

Wij wensen jou en je voorleesgezin heel veel voorleesplezier! Volg ons ook op:

Wij wensen jou en je voorleesgezin heel veel voorleesplezier! Volg ons ook op:

Inleiding Coördinator zijn bij de VoorleesExpress Verloop voorleesseizoen Communicatie Ouders betrekken...

Wij wensen jou en je voorleesgezin heel veel voorleesplezier! Volg ons ook op:

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

Wij wensen jou en je voorleesgezin heel veel voorleesplezier! Volg ons ook op:

Wij wensen jou en je voorleesgezin heel veel voorleesplezier! Volg ons ook op:

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

2.1 FaVoriete leestips

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Vaders Voor Lezen. Vaders die hun kind regelmatig voorlezen stimuleren het leesgedrag van hun kind in zeer positieve zin.

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

Mijn computer is leuk

Praten leer je niet vanzelf

Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm SG Schiedam violierkids@komkids

PeerEducatie Handboek voor Peers

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Logeer boeken. Groep 1-2

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Mijn digitale leesrugzak

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Als praten niet vanzelf gaat

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Effecten van het VVE-aanbod van Bibliotheek West-Achterhoek in gemeente X

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Handleiding Leesclub voor Laaggeletterden

TALEN JE LEVEN! Informatie over meertalig opvoeden voor ouders en opvoeders

ADHD en lessen sociale competentie

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring / 2016 groep 8

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

Uitleg boekverslag en boekbespreking

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0

3 Hoogbegaafdheid op school

Het houden van een spreekbeurt

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

Werkwijzer Verslagkring:

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0

In je kracht. Spelhandleiding

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Libra R&A locatie AC Tilburg/Breda. Samen praten

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Verbindingsactietraining

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Opname hulp. Stap voor stap uitleg over het opnemen van een Babbel - voor kinderen. Videoverhalen over kinderboeken, voor en door kinderen, 8+

Werkboek Het is mijn leven

lesmateriaal Taalkrant

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders

Vrij lezen groep 4. Doelen eind groep 4

Afhankelijk gedrag. Andere factoren zijn wel te beïnvloeden, met andere woorden: daar kun je mogelijk wel iets aan doen:

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Handboek TMO. Tussen de middagopvang voor overblijfkrachten. SKSG Kinderopvang

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wij gaan (voor)lezen

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Kleintje Leesplan. Leesbevordering voor de Kinderopvang en Peuterwerk

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Nieuws uit CBS Het Kompas. Toetsen

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Informatie voor ouders

Maart Nieuwsbrief Veilig leren lezen, kern 8. Beste ouders, verzorgers

Notitieboekje. Allemaal Taal

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Nieuwsbrief VoorleesExpress Haarlem

Waar een wil is, is een Weg!

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Reader voor pedagogisch medewerkers

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

De Keukentafel Uitdaging

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

Begrijpend Luisteren

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Transcriptie:

Inhoud Inleiding... 5 1. Voorwaarden, rollen en regels... 6 Voorwaarden voorlezer... 6 Rol coördinator... 6 Contact met de ouders... 6 Omgangsregels... 7 2. Verloop voorleesseizoen... 8 Planning... 8 Voorbereiding... 9 Voorlezen... 10 De eerste keer voorlezen... 10 Voorleesdagboek... 11 Projectkaart... 11 Bibliotheekbezoek... 11 Halverwege het project... 12 Afsluiting... 12 Vrijwilligersvergoeding... 12 Terugkommoment... 12 Extra: werven nieuwe vrijwilligers... 13 3. Interactief voorlezen... 14 Eigen taalaanbod... 14 Taalproductie van het kind... 14 Feedback geven... 15 Interactief voorlezen in 3 stappen... 15 Voorlezen: korte samenvatting... 16 4. Tips: Keuze van voorleesboeken... 17 Boekkeuze... 17 Boekentips... 17 Boekenlijst... 17 Geheid succes... 17 Platform VoorleesExpress, oktober 2012 2

Zoekboeken... 18 Veel te zien boeken (weinig tekst met veel actie in de tekening)... 18 Voor stoere jongens en meisjes / niet kinderachtige boeken... 18 Voor jonge kinderen (2-4 jaar)... 19 Boeken voor oudere kinderen (8+)... 19 Woordjes en cijfers leren... 19 Leesboeken in andere talen... 19 5. Tips: Taalontwikkeling en -stimulering... 20 Bibliotheekbezoek... 20 Liedjes zingen... 20 Televisie... 20 Schrijven en tekenen... 20 Leerzaam spelen met de kinderen... 20 Digitale prentenboeken: Algemeen... 20 Digitale prentenboeken: Bereslim Boeken en de VoorleesExpress... 21 Educatieve Apps... 22 Activiteiten en cursussen... 23 Tijdschriften... 23 Overige websites... 23 6. Overdracht van het voorlezen... 24 Uitdagingen voor ouders... 24 Ouderbetrokkenheid... 24 Uitleg geven: gebrekkig Nederlands... 25 Samen voorlezen... 25 Samen digitale prentenboeken bekijken... 26 Het gezin boeken laten lenen... 26 7. Tips: Omgaan met bijzondere situaties... 27 Als een nieuw gezin zich via jou wil aanmelden... 27 Als het niveau van de kinderen erg verschilt... 27 Als het kind geen interesse toont... 27 Als het voorleesgezin minder gemotiveerd is, afbelt of niet thuis is... 27 Als je onvoorzien moet stoppen met het project... 27 Verdenking kindermishandeling... 27 8. Hulpvragen & doorverwijzen... 28 Platform VoorleesExpress, oktober 2012 3

Signaleren van hulpvragen... 28 Doorverwijzen met en via de projectleiding... 28 Inzicht in soorten hulpvragen en doorverwijzingsmogelijkheden... 28 Zelf doorverwijzen naar aanbod van de Openbare Bibliotheek Amsterdam... 29 VoorleesExpress & ABC: samenwerking... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 10. Verdieping: Laaggeletterdheid... 32 Wat betekent laaggeletterd?... 32 Om wie gaat het?... 32 Wat zijn de oorzaken?... 32 Wat zijn signalen van laaggeletterdheid?... 32 Wat is de invloed op de kinderen?... 32 Is er sprake van meervoudige problematiek?... 33 In welke leeftijdsgroepen komt het voor?... 33 11. Verdieping: Het belang van voorlezen... 344 Plezier en taalontwikkeling... 34 Stimuleren van andere vaardigheden... 355 12. Verdieping: Meertaligheid... 366 Wat is meertaligheid?... 366 Belangrijke factoren bij meertalig opvoeden... 367 13. Declaratieformulier... 368 Platform VoorleesExpress, oktober 2012 4

Inleiding Leuk dat je komt voorlezen bij de VoorleesExpress! Dit landelijke project is een initiatief uit 2006 van SodaProducties, bureau voor maatschappelijke innovatie uit Utrecht. In Amsterdam wordt de VoorleesExpress sinds 2008 uitgevoerd door maatschappelijk projectbureau Diversion. In de afgelopen 4 jaar startten we twee keer per jaar met een nieuw voorleesseizoen, waarbij we 120 gezinnen per jaar bereikten; nog lang niet genoeg om aan de enorme vraag van gezinnen te voldoen. Vanaf eind 2012 heeft VoorleesExpress Amsterdam met steun van de gemeente Amsterdam op grote schaal kunnen uitbreiden. Om aan de doorlopende vraag van gezinnen te voldoen zijn wij van twee voorleesseizoenen naar meerdere startmomenten per jaar gegaan. In deze reader staat veel praktische informatie over het project en wat je te wachten staat als voorlezer. De reader bevat ook tips, handleidingen en dossiers met achtergrondinformatie. Iedere voorlezer en ieder gezin heeft zijn of haar eigen verwachtingen bij het project. Soms zal het project misschien anders zijn dan je verwachtte. Jij en je voorleesgezin zullen elkaar moeten leren kennen en de kinderen moeten wennen aan het lezen. Dit hoort er allemaal bij. Met een goede dosis enthousiasme, geduld en flexibiliteit zul je jouw rol als voorlezer goed kunnen vervullen. De organisatie is er om je te begeleiden en met je mee te denken. Heb je vragen en/of opmerkingen, dan horen wij dat graag. Je kunt contact opnemen met je coördinator of met de projectleiding. Wij wensen jou en je voorleesgezin heel veel voorleesplezier! Projectleider VoorleesExpress Amsterdam: Femke Pluymert amsterdam@voorleesexpress.nl en fpluymert@diversion.nl 020-305 92 76 Volg ons ook op: Volg de facebookpagina van VoorleesExpress Amsterdam en blijf op de hoogte van nieuwtjes en tips. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 5

1. Voorwaarden, rollen en regels Voorwaarden voorlezer Hieronder staat een aantal voorwaarden voor voorlezers beschreven. Start je met het project, dan ga je akkoord met de voorwaarden en verwachten Platform VoorleesExpress en VoorleesExpress Amsterdam dat jij er alles aan zult doen om je hieraan te houden. Wij verwachten dat een voorlezer aan het volgende voldoet: De voorlezer woont twee voorlezersbijeenkomsten bij. De voorlezer woont een training Interactief Voorlezen (voorafgaand aan het seizoen) en een training Ouderbetrokkenheid (gedurende het seizoen) bij. De voorlezer doet er alles aan om 20 weken lang bij een gezin wekelijks voor te lezen. De voorlezer zet hierbij de vaardigheden van interactief voorlezen in. De voorlezer zorgt iedere week voor voldoende voorleesboeken, die aansluiten bij de interesses en het (ontwikkelings)niveau van de kinderen. De voorlezer bezoekt samen met het gezin rond de 5 e á 6 e voorleessessie de bibliotheek. De voorlezer speelt tijdens het project zoveel mogelijk in op de behoeftes van de kinderen en ouders. De voorlezer probeert het voorlezen over te dragen aan een gezinslid. De voorlezer houdt de coördinator op de hoogte van het verloop van het project, bijzondere gebeurtenissen en veranderingen in de voorleessituatie. In het geval dat de voorlezer een keer niet kan voorlezen, zal de voorlezer dat duidelijk communiceren naar de ouders en proberen het voorlezen in te halen. De voorlezer reageert zo snel mogelijk op vragen of mails van de coördinator en projectleiding. Rol coördinator Iedere voorlezer en gezin hebben een vaste coördinator. Een coördinator begeleidt gemiddeld zes voorlezers en hun gezinnen. Met dit team van voorlezers heb je gedurende het seizoen minstens twee bijeenkomsten waarin jullie ervaringen uitwisselen, elkaar kunnen helpen en informatie ontvangen van de coördinator. Je coördinator zal de eerste keer dat je gaat voorlezen meegaan. Hij/zij stelt met de ouders de doelen op en jullie kijken samen hoe het voorlezen het beste vorm kan krijgen bij het gezin thuis. Halverwege het project zal hij/zij nog een keer met je meegaan om te kijken hoe het gaat. De laatste keer gaat de coördinator ook met je mee om het project af te sluiten. Ook buiten deze bijeenkomsten om kun je voor vragen, ideeën en advies contact opnemen met je coördinator. Houd je coördinator goed op de hoogte, ook als het goed gaat! De meeste communicatie verloopt via de coördinator, maar je kunt ook altijd terecht bij de projectleiding. Contact met de ouders Ouders die meedoen aan de VoorleesExpress geven aan dat ze moeite hebben met voorlezen. Ze zien dat hun kinderen een taalachterstand hebben en dat zij het daardoor moeilijker hebben om mee te komen op school en in de maatschappij. Hierbij enkele aandachtspunten in het contact met de ouders: Veel ouders zijn erg dankbaar en enthousiast en geven voorlezers af en toe cadeautjes. Dat is prima, maar neem geen geld aan van ouders. Je doet dit project vrijwillig uit naam van de VoorleesExpress. Geld aannemen zou jouw rol onduidelijk kunnen maken. Het gezin betaalt voor deelname eenmalig een bijdrage van 10 euro, deze overhandigt het gezin tijdens het eerste gezinsbezoek aan de coördinator. In totaal duurt het gezinsbezoek een uur. Hiervan zijn 45 minuten bestemd om voor te lezen en een kwartier voor het contact met de ouder(s). Deze tijdsindeling is een indicatie. Je hoeft je er niet strak aan te houden. Betrokken zijn is goed, maar wees je ervan bewust dat je verantwoordelijkheid bij het voorlezen ligt. Je bent niet verantwoordelijk voor overige problemen in het gezin. Echter, je bent wel in de positie dat je zaken kunt signaleren. Overleg altijd met je coördinator als je denkt dat het gezin ergens hulp bij nodig heeft. Lees hiervoor eerst het hoofdstuk over doorverwijzen en neem contact op met de Platform VoorleesExpress, oktober 2012 6

projectleiding. Wij zijn op de hoogte van diverse initiatieven en partijen in de stad waarnaar doorverwezen kan worden. Ga je door met voorlezen na afloop van het project, wil je iets extra's ondernemen met je familie of wil je ze met iets helpen, dan moedigen wij dat aan. Wees alleen wel duidelijk dat dit niet bij de VoorleesExpress hoort. Lees meer over het contact met ouders op het gebied van het overdragen van het voorlezen in hoofdstuk 3. Omgangsregels De VoorleesExpress heeft omgangsregels opgesteld, die zijn bedoeld als richtlijn voor jouw contact met het gezin, de projectleider en andere vrijwilligers. 1. Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij/zij is en discrimineer niet. 2. Ik houd rekening met de grenzen die de ander aangeeft. 3. Ik val de ander niet lastig. 4. Ik breng de ander geen schade toe. 5. Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen. 6. Ik geef de ander geen ongewenste seksueel getinte aandacht. 7. Ik stel geen ongepaste vragen en maak geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijk leven of uiterlijk. 8. Als iemand mij hindert of lastig valt dan vraag ik hem/haar hiermee te stoppen. Als dat niet helpt vraag ik een ander om hulp. 9. Ik neem geen problemen van anderen op mijn schouders. Als iemand een beroep op mij doet voor extra ondersteuning zal ik hem/haar waar mogelijk doorverwijzen en bij twijfel contact opnemen met de coördinator en/of projectleider. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 7

2. Verloop voorleesseizoen Planning De VoorleesExpress kent meerdere startmomenten in een jaar. Deze startmomenten zijn ongeveer om de twee maanden. Neem contact op met de projectleiding als je wilt weten wanneer deze startmomenten precies zijn. Als voorlezer kom je twintig keer bij een vast gezin thuis. In principe lees je dus twintig weken voor. Het kan echter zijn dat het voorlezen wegens ziekte of vakantie een enkele keer niet door kan gaan. Je kan er voor kiezen om dit in te halen, maar het kan ook zo zijn dat je daardoor langer dan twintig weken voorleest. Fases in het seizoen Onderstaand schema geeft een indicatie van het verloop van het seizoen en dient als leidraad. Afhankelijk van de mogelijkheden binnen het gezin vanwege o.a. vaardigheden van kinderen of ouders kan worden ingezet op onderstaande deelaspecten van het voorleesseizoen. Voorleessessie Fase in voorleesseizoen Taakomschrijving 1 t/m 20 Voorbereiding Aanmelding Intakegesprek bij de organisatie Praktische voorbereiding Aanvragen en overdragen VOG Inhoudelijke voorbereiding doornemen Inhoudelijke voorbereiding Training Interactief Voorlezen volgen + ontvangst biebpas Gehele seizoen Voorbereiding voorleessessie Boekjes uitzoeken en voorbereiden Voorleessessie Voorlezen aan de kinderen (45 min. per week) Voorleessessie Napraten met de ouders (15 min. per week) Terugkoppeling + Overleg met coördinator begeleidingsmoment Eerste helft van het seizoen: Introductie Kennismaking coördinator Voorlezersbijeenkomst bijwonen 1 Kennismaking gezin 1 e gezinsbezoek (met coördinator) 2-10 Voorlezen Voorlezen aan de kinderen + napraten met ouders 2-5 Eerste introductie voorleesritueel Creëren van randvoorwaarden voor voorleesritueel: rustige plek, vaste tijd en boeken. Laat ouders er bij zitten en meekijken zodat zij kunnen zien hoe jij het voorlezen oppakt. Geef hen waar mogelijk een expliciete rol, zoals helpen met concentratie van de kinderen. 5 of 6 Introductie bibliotheek Bezoek aan de bibliotheek met het gezin + afsluiten bibliotheekabonnement 5 t/m 12 Inhoudelijke kennisoverdracht Optioneel bijwonen expertmeeting; stel jouw vraag aan een van de aanwezige experts 6-8 Introductie boekkeuze Leg aan de ouders uit waarom je voor de boeken die je meeneemt hebt gekozen. Laat verschillende soorten boeken zien, zoals sprookjesboeken, zoekboeken, letterboeken, woordenboeken, stripboeken, tekstloze prentenboeken, samenleesboeken, zelfleesboeken en/of gewone leesboeken. 8-10 Boekencultuur stimuleren Stimuleer ouders om meer en meer zelf voor boeken te zorgen en ondersteun hen in de keuze van geschikte boeken. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 8

8-10 Extra handvatten voor overdracht Halverwege seizoen 8-10 Tussenevaluatie + begeleidingsmoment 8-10 Tussenevaluatie + begeleidingsmoment Voorbereiding op overdracht van het voorlezen Introduceren Bereslim Boeken Voorlezersbijeenkomst bijwonen 2 e gezinsbezoek (eventueel eerder) (met coördinator) Ouders stimuleren om naar ouderbijeenkomst te gaan + zelf ouderbijeenkomst bijwonen (niet verplicht, wel gewenst) Tweede helft van het seizoen: Overdracht 10-20 Voorlezen Voorlezen aan de kinderen + napraten met ouders 10-20 Boekencultuur stimuleren Stimuleer ouders om meer en meer zelf voor boeken te zorgen en ondersteun hen in de keuze van geschikte boeken. Neem langzaamaan zelf minder boeken mee. 10-15 Introductie overdracht van voorlezen Ouders uitnodigen om ook een gedeelte uit het boek voor te lezen. Boekkeuze hiervoor afstemmen op hun taalvaardigheden (afwisselend prentenboek, samenleesboek, zelfleesboek, zoekboek, regulier kinderboek etc, eventueel in moedertaal). 13-16 Samen voorlezen Geef de ouders langzaamaan steeds meer ruimte tijdens de voorleessessie om zelf aan hun kinderen voor te lezen. 15-16 Hulpvragen Bespreek of het gezin aanvullende hulpvragen heeft 17-20 Ouders laten voorlezen Laat de ouders zelf voorlezen en ondersteun hierin. 17 of 18 Talige omgeving stimuleren Laat ouders (in hun moedertaal of Nederlands) verhalen, sprookjes of mythes vertellen aan hun kinderen. 18-20 Interactief voorlezen Indien realistisch ouders adviseren in o.a. de vragen die zij tijdens het lezen van een boek aan hun kinderen kunnen stellen. Afsluiting seizoen 18-20 Voorlezen Voorlezen aan de kinderen + napraten met ouders 19 of 20 Eindevaluatie Voorlezersbijeenkomst bijwonen (optioneel op initiatief van de coördinator) 19 of 20 Eindevaluatie + 3 e gezinsbezoeken (met coördinator) begeleidingsmoment + afscheid Na seizoen Praktische afronding seizoen Declaratieformulier, projectkaart en bibliotheekpas naar kantoor brengen/opsturen Na seizoen 2 maanden na afronding Terugkommoment Stimuleren voortzetten van voorleesritueel en boekencultuur Na terugkommoment Terugkoppeling terugkommoment Evaluatieformulier van terugkommoment invullen en overdragen aan kantoor Voorbereiding Verklaring Omtrent het Gedrag Wij vragen alle vrijwilligers om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Deze kan zowel digitaal als in papieren vorm aangevraagd worden. Digitale aanvraag: voor de digitale VOG aanvraag moet je als voorlezer beschikken over DigiD en een e- mailadres en moet je met Ideal kunnen betalen. De VoorleesExpress voert digitaal een VOG-formulier in en als voorlezer krijg je een e-mail waarin je deze aanvraag moet bevestigen en betalen. Je krijgt binnen 3 weken je VOG thuisgestuurd. Deze stuur je naar ons op samen met het betaalbewijs. De kosten voor de VOG-aanvraag Platform VoorleesExpress, oktober 2012 9

betaalt de VoorleesExpress aan het einde van het project terug. Meer informatie over de Verklaring Omtrent het Gedrag vind je op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verklaring-omtrent-het-gedrag. Papieren aanvraag: Na het intakegesprek krijg je van ons een VOG-formulier, declaratieformulier en toelichting. Het VOG-formulier moet je invullen en inleveren bij een van de stadsdeelkantoren van de gemeente waar je staat ingeschreven. Je krijgt binnen 3 weken je VOG thuisgestuurd. Deze stuur je naar ons op samen met het ingevulde declaratieformulier en de originele bon. De kosten voor de VOG-aanvraag betaalt de VoorleesExpress aan het einde van het project terug. Meer informatie over de Verklaring Omtrent het Gedrag vind je op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verklaring-omtrent-het-gedrag. De planning Voorafgaand aan het voorleesseizoen maakt de projectleiding de koppeling tussen vrijwilligers en de gezinnen. Alles en iedereen is op elkaar afgestemd, dus als je beschikbaarheid verandert kun je dit alleen nog doorgeven als je de planning nog niet per mail hebt ontvangen. Training Interactief Voorlezen Door de projectleiding word je voorafgaand aan het project uitgenodigd voor de training Interactief Voorlezen. De training zal plaatsvinden in de avond, op een locatie van de bibliotheek en wordt gegeven door een medewerker van de bibliotheek. Bibliotheekpas Voorlezers krijgen een speciaal bibliotheekabonnement van OBA waarbij zij gedurende 20 weken een onbeperkt aantal kinderboekjes kunnen lenen. Let op: met deze pas kunnen boeken niet gereserveerd worden, maar wel worden verlengd door middel van pasnummer en eigen postcode. De boeken hebben een leentijd van 6 weken. De OBA raadt aan om voor het overzicht maximaal 10 boekjes per keer te lenen. De bibliotheekpassen worden door de VoorleesExpress tijdens de training Interactief Voorlezen uitgedeeld, maar kunnen ook daarna nog op kantoor opgehaald worden. Wanneer je het voorleesseizoen hebt afgerond - en het voorleesseizoen daarna niet weer gaat voorlezen dan lever je jouw pas weer in bij VoorleesExpress Amsterdam. Neem bij vragen over de bibliotheekpas of bibliotheekabonnement contact op met VoorleesExpress Amsterdam. Het gebruik van het bibliotheekpas en het abonnement is de eigen verantwoordelijkheid van de voorlezer. Voorlezersteam Je coördinator, de vijf andere voorlezers en jij vormen samen een voorlezersteam. Jullie komen tijdens twee bijeenkomsten bij elkaar om informatie te ontvangen, ervaringen te delen en elkaar te adviseren. De eerste bijeenkomst vindt plaats vóór de eerste voorleessessie/het gezinsbezoek. Je ontmoet dan de rest van het team en wordt voorbereid op de eerste keer voorlezen. De coördinator nodigt je hiervoor uit. De tweede bijeenkomst vindt plaats halverwege het project. Een derde voorlezersbijeenkomst is optioneel op initiatief van de coördinator. Voorlezen De bedoeling is dat je ongeveer drie kwartier voorleest. Dat is lang voor veel kinderen. Voel je daarom ook vrij om een gedeelte van de tijd met de kinderen te kletsen of activiteiten te doen die met de boekjes te maken hebben (zoekspelletjes, tekenen, liedjes zingen). Dit soort activiteiten stimuleren de taalontwikkeling van de kinderen ook. Probeer de tijd dat je voorleest steeds meer uit te bouwen. Je zult merken dat de kinderen zich steeds langer kunnen concentreren. Waar je als voorlezer vooraf alvast aan kunt denken Verwacht niet teveel in één keer; de kinderen zullen aan jou en aan het lezen moeten wennen en je moet nog een vertrouwensband met de kinderen en ouders opbouwen. Het is leuk om je van tevoren te verdiepen in de achtergrond van je gezin. Probeer echter gevoelig te zijn voor verschillen en te zien hoe uniek iedereen is. Vooroordelen hebben is niet erg, die zullen zij ook over jou hebben en dat is heel menselijk. Het kan echter kwetsend zijn als je mensen beoordeelt/veroordeelt op basis van deze vooroordelen. De eerste keer voorlezen Platform VoorleesExpress, oktober 2012 10

Je coördinator gaat mee naar je eerste voorleessessie en neemt hiervoor de nodige materialen mee. Jij neemt een aantal verschillende voorleesboekjes en het voorleesdagboek mee (deze krijg je tijdens de eerste voorlezersbijeenkomst). Het eerste gezinsbezoek gaat vooral om de kennismaking tussen gezin, coördinator en voorlezer, de bedoeling van het project bespreken en samen zoeken naar de beste manier om in de toekomst in dit gezin voor te gaan lezen. Ook wordt gesproken over hoe het gezin het voorlezen uiteindelijk kan gaan overnemen; kijken ze in het begin bijvoorbeeld alleen mee of willen ze zelf ook al voorlezen. Voorleesdagboek De coördinator geeft de ouders tijdens het eerste bezoek het voorleesdagboek (één per gezin). Voorin het dagboek kunnen de contactgegevens van het gezin, de voorlezer en de coördinator alsook de afgesproken dag en tijd van het voorlezen worden genoteerd. Achterop staan 20 vakjes die iedere keer na het voorlezen kunnen worden afgestreept worden. Op deze manier kan het verloop van het project worden bijgehouden en kunnen met name de ouders en de kinderen zich erop voorbereiden dat het project een keer eindigt. Wij merken namelijk vaak dat zij, ondanks dat we ze zo goed mogelijk informeren, toch teleurgesteld en verrast zijn op het moment dat het project na 20 keer ineens stopt. Daarnaast is het een mooi onderdeel van het ritueel om de kinderen elke week een vakje te laten inkleuren. Het voorleesdagboek biedt echter nog meer; het is een persoonlijk voorleesdagboek voor elk gezin dat rouleert tussen het gezin, de voorlezer en de juf of meester. Het is een middel om de samenwerking tussen de partijen te bevorderen om zo samen aan de slag te gaan met het verbeteren van de taalvaardigheden van de kinderen en de betrokkenheid van de ouders bij de taalstimulatie. Zo kunnen zij samen het beste halen uit de VoorleesExpress. Per voorleessessie is er ruimte voor vragen, tekeningen, spelletjes en/of leuke opdrachten. Ook zijn er tips voor met name het bevorderen van ouderbetrokkenheid opgenomen. Projectkaart Als voorlezer bij de VoorleesExpress krijg je steeds meer kennis over voorlezen; jij hebt veel tijd gestoken in het zoeken van geschikte boeken. Wij hechten veel waarde aan deze kennis en willen ervoor zorgen dat deze niet verloren gaat. Je kunt hiermee toekomstige voorlezers en gezinnen erg helpen. Houd tijdens het project op je projectkaart bij welke boeken het goed doen bij je gezin. Tijdens de tweede voorlezersbijeenkomst wissel je de boekentips uit met de andere voorlezers. Bibliotheekbezoek Na 5/6 keer voorlezen ga je met het gezin naar de bibliotheek. Om het bezoek goed te laten verlopen staan hier enkele belangrijke dingen op een rij. Het is belangrijk dat je de bibliotheek bezoekt waar het gezin dichtbij woont. Dit is immers de bibliotheek die zij zelf zullen bezoeken. Maak duidelijke afspraken met het gezin over de dag en tijd van het bezoek. Om de kans te vergroten dat het gezin vaker naar de bibliotheek gaat, is het goed om van tevoren te informeren naar de interesses van de kinderen en de ouders. Bij de rondleiding kun je zo juist de boeken laten zien die aansluiten bij hun interesse. Informeer voor het bezoek of er iemand in de bibliotheek jullie een rondleiding wil geven. Houdt hiermee rekening dat woensdagmiddag vaak een drukke middag is in de bibliotheek en de kans niet groot is dat een medewerker dan tijd heeft voor jullie. Als er niemand in de bibliotheek is om een rondleiding te geven, doe het dan zelf. Let hierbij vooral op het aanbod voor verschillende leeftijden, luisterboeken, leerzame dvd s, prentenboeken zonder tekst, de symbolen en zoektermen op de rug van het boek en wijs ouders ook op de Leeslicht-boeken. Dit zijn boeken voor volwassenen in toegankelijk Nederlands geschreven. Ook zijn er vaak speciale afdelingen met boeken voor kinderen met lees- en/of taalachterstanden. Maak de ouders en kinderen ook bekend met het leensysteem. Als het gezin thuis internet heeft, kun je hun uitleggen hoe zij via de webpagina van de bibliotheek de boeken kunnen verlengen of dat zij anders kunnen bellen of langsgaan. Laat zien hoe zij via de catalogus boeken kunnen zoeken en reserveren en hoe zij in de bibliotheek gebruik kunnen maken van internet. Tijdens het bibliotheekbezoek kan er voor de kinderen een abonnement worden aangemaakt. Voor Platform VoorleesExpress, oktober 2012 11

kinderen tot 19 jaar oud is dit gratis. Het bibliotheekbezoek vormt een mooie start voor de overdracht van het voorleesritueel door ouders vanaf nu ook een deel van de boeken te laten verzorgen waaruit jij en zij voorlezen. Halverwege het project Expert meeting Twee keer per jaar organiseert VoorleesExpress Amsterdam een expertmeeting waar de vrijwilligers van de VoorleesExpress hun vragen kunnen stellen aan experts op verschillende gebieden zoals bijvoorbeeld ouderbetrokkenheid, opvoeding en meertaligheid. Daarnaast zullen er ook medewerkers van scholen, ouder en kindcentra (OKC) en logopedisten aanwezig zijn. Door deze vraaggerichte aanpak hoopt de VoorleesExpress jou als vrijwilliger antwoord te bieden op de vragen die binnen jouw gezin(nen) spelen. In reactie op de uitnodiging voor de expertmeeting, kun je bij de projectleiding aangeven welke vragen er voor jou spelen, waar je graag antwoord op zou krijgen tijdens de expertmeeting. Gezinsbezoek Halverwege het project komt je coördinator weer mee naar het gezin. Het is belangrijk dat je het gezin van tevoren inlicht. Het gezinsbezoek is bedoeld om samen met het gezin te kijken hoe het voorlezen tot dan toe gaat en hoe het voorlezen overgedragen kan worden. Tijdens dit gezinsbezoek wordt er, als de ouders toestemming geven, een foto gemaakt van jou en de kinderen. Deze wordt gebruikt in het leesstimuleringspakket dat de deelnemende gezinnen aan het einde krijgen. Ouderbijeenkomst Ongeveer halverwege het seizoen zullen er ouderbijeenkomsten worden georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten komen groepen ouders die meedoen aan de VoorleesExpress bij elkaar om onder begeleiding van een medewerker van de VoorleesExpress te spreken over het voorlezen. Elke ouder krijgt een uitnodiging voor één van deze bijeenkomsten in zijn of haar buurt. Als voorlezer kun je de ouders nog eens extra stimuleren om naar deze bijeenkomst te gaan. Vaak zullen deze in een van de filialen van de bibliotheek (OBA) plaatsvinden, maar het kan ook een andere locatie zoals een school zijn. Doel van deze bijeenkomst is de ouders nog meer handvatten te geven het voorlezen op den duur zelf over te nemen. Ook jou als voorlezer nodigen we uit bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn, zodat de mogelijkheid zich voordoet eens op een eventueel andere manier met jouw voorleesouder in gesprek te raken en nader te bepalen wat de hulpvraag van de ouder is op het gebied van voorlezen en hoe je als voorlezer hierin iets kan betekenen. Afsluiting Bij de laatste keer voorlezen gaat je coördinator weer mee. Dit is een feestelijke afsluiting die je zelf kan vormgeven. We zorgen ervoor dat ieder deelnemend gezin aan het einde een pakket ontvangt met een leuk cadeautje en tips. Dit is het leesstimuleringspakket en is bedoeld als verrassing. In het pakket zit in ieder geval: een voorleesboekje; een voorleesdiploma voor de kinderen; een ingelijste foto van jou met de kinderen (gemaakt tijdens het tweede gezinsbezoek). Vrijwilligersvergoeding Nadat je het project hebt afgerond, ontvang je van de VoorleesExpress een vrijwilligersvergoeding van 40 euro waarmee gemaakte onkosten en reiskosten vergoed kunnen worden. Daarnaast ontvang je het gedeclareerde bedrag voor de VOG-aanvraag. Terugkommoment Naar aanleiding van een succesvolle pilot, stimuleren we voorlezers na afloop van het project nog (minimaal) één keer bij hun voorleesgezin langs te gaan. Idealiter vindt deze afspraak ongeveer twee maanden na de laatste voorleessessie plaats. Het terugkommoment wordt dan een laatste stimulans voor ouders om het voorlezen echt door te zetten. Tijdens dit terugkommoment kan er gesproken worden over de voorleeservaringen tot nu toe: wat gaat goed en waar lopen ouders tegenaan? Je kunt de ouders nu nog voorzien van de laatste tips. Eventueel hebben wij een vragenlijst voor je (opvraagbaar via amsterdam@voorleesexpress.nl) die je samen met de ouders door kunt nemen om een goede indicatie te krijgen welke plek het voorlezen nu heeft ingenomen. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 12

Extra: werven nieuwe vrijwilligers VoorleesExpress Amsterdam is continu op zoek naar nieuwe vrijwilligers die zich als voorlezer of coördinator voor de taalontwikkeling van Amsterdamse kinderen willen inzetten. Jij kan hier ook een actieve rol in spelen. Vraag vrienden, kennissen, collega s en familie of zij ook geïnteresseerd zijn om als vrijwilliger bij VoorleesExpress Amsterdam aan de slag te gaan! Ook komt het regelmatig voor dat bezoek of familie van een gezin aangeeft dat ze ook wel een voorlezer zouden willen. Hoe je dan moet handelen, vind je in het hoofdstuk Bijzondere situaties. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 13

3. Interactief voorlezen Door Kees Broekhof van Sardes Interactie betekent: in gesprek met het kind. Om ervoor te zorgen dat het voorlezen veel oplevert voor de taalontwikkeling van het kind, is het belangrijk om ook het kind aan het woord te laten. Dat kan voorafgaand aan het voorlezen, tijdens het voorlezen en na afloop van het voorlezen. Je kunt daarvoor een aantal specifieke vaardigheden inzetten. Het gaat om vaardigheden op het gebied van: Het bewust zijn van je eigen taalaanbod. Het stimuleren van de taalproductie van het kind. Feedback geven op wat het kind zegt. Eigen taalaanbod Door te luisteren naar mensen die de taal goed spreken, leren kinderen nieuwe woorden en zinsconstructies kennen. Kinderen leren meer van de taal van anderen naarmate dat taalaanbod beter past bij hun eigen fase van ontwikkeling: niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk. Jouw taal is het voorbeeld waarvan het kind het moet leren, dus spreek de taal duidelijk en correct. Verwoord handelingen Gebruik in de gesprekken voorafgaand en naar aanleiding van het verhaal zo min mogelijk verwijswoorden. Benoem handelingen en voorwerpen expliciet. Zo horen kinderen de woorden vaker in de juiste context en is het makkelijker voor hen om die woorden te onthouden en zelf correct te gaan gebruiken. Zeg dus niet: kom maar hier, maar kom maar naast mij zitten, hier op de bank. Leg onbekende woorden kort en krachtig uit Een onbekend woord kun je voor of tijdens het voorlezen uitleggen. Geef een korte definitie, zoals een moestuin is een tuintje met groente en fruit of als je somber bent, ben je niet vrolijk. Ga daarna kort in op het nieuwe woord. Vraag bijvoorbeeld of het kind wel eens op een moestuin is geweest, hoe je kijkt als je somber bent, etc. Beeld nieuwe woorden ook uit ( leunen, krabben, knielen ), laat voorwerpen en afbeeldingen zien ( de bril, de veter ) en gebruik gezichtsuitdrukkingen ( peinzend, grote ogen opzetten ). Leg alleen woorden uit die belangrijk zijn om het verhaal te begrijpen. Het is niet erg als het kind niet alle woorden begrijpt, maar het moet wel het verhaal kunnen volgen. Herhaal veel Kinderen moeten nieuwe woorden en uitdrukking vaak horen voordat ze die zelf gaan gebruiken. Dat betekent: zelf de woorden veel gebruiken, maar ook het verhaal meerdere keren voorlezen. Taalproductie van het kind Het is belangrijk om kinderen de kans te geven om te oefenen met taal. Als kinderen ruimte krijgen om zelf te praten, raken ze meer betrokken bij gesprekken en gaan ze meer woorden en uitdrukkingen actief gebruiken. Stimuleer kinderen daarom om te praten. Dat kan voor, tijdens of na het voorlezen. Geef kinderen de ruimte om direct te reageren op het verhaal, ga er kort op in en ga dan verder met lezen. Zet de volgende vaardigheden in om dit te bereiken: Laat het kind vertellen: Geef het kind ruim de kans om ook zelf zijn verhaal te vertellen of het verhaal uit het prentenboek na te vertellen. Geef het kind de ruimte: Laat tijdens een gesprek gerust af en toe een stilte vallen en kijk het kind vragend aan. Een kind vult zo n stilte snel genoeg op. Geef luisterresponsen: Reageer niet altijd meteen verbaal op een opmerking. Je kunt ook knikken, wenkbrauwen optrekken, Mmmm of Oh? zeggen enz. Dit nodigt kinderen uit om verder te praten en uit te leggen wat ze bedoelen. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 14

Stel gevarieerd vragen: Stel niet alleen gesloten vragen (aanwijsvragen, wat/wie, ja/nee of/of vragen), maar ook niet alleen open vragen (waarom/hoe-vragen). Vraag door als je een kind niet begrijpt: Wat bedoel je daar precies mee? Doe prikkelende beweringen: Lok ook reacties uit met prikkelende beweringen, bijvoorbeeld: Ik ben helemaal niet bang voor spinnen. Feedback geven Kinderen gebruiken jouw feedback om hun eigen taal te toetsen, uit te breiden en zo nodig te corrigeren. Dat gebeurt automatisch, als natuurlijk onderdeel van de taalontwikkeling. Jij kunt deze ondersteunende functie versterken door de feedback bewust met dit doel in te zetten. Verbeter impliciet of herverwoord een opmerking Herhaal een incorrecte uiting van een kind op correcte wijze, dan merkt het kind tegelijkertijd dat zijn eigen uiting niet correct was en wat wel de juiste vorm is. Bijvoorbeeld het kind zegt: Hond loopte heel hard. Jij: O, liep de hond heel hard? Waar liep de hond zo hard naar toe? Het kind zal vanzelf die juiste vorm overnemen. Expliciet verbeteren ( Nee, loopte is fout. Je moet zeggen liep ), brengt het gesprek tot stilstand en maakt kinderen onzeker, waardoor ze minder graag gaan praten. Orden en vat samen Jonge kinderen vinden het vaak moeilijk om hun gedachten ordelijk onder woorden te brengen, zeker als het om een wat langer verhaal gaat. Help het kind door het verhaal te ordenen en samen te vatten. Hierdoor komen de woorden en het verloop van het verhaal nog eens duidelijk aan de orde. Herhaal en speel opmerkingen door Herhaal de uiting van een kind. Zo wordt het kind bevestigd in de waarde van zijn inbreng en taalgebruik. Bovendien is herhaling voor kinderen belangrijk om nieuwe woorden, uitdrukkingen en constructies goed te onthouden. Als er meerdere kinderen aanwezig zijn, speel dan een opmerking ook eens door naar een ander kind ( Katja, Omar zegt dat honden kunnen praten, wat vind jij daarvan? ). Zo worden meer kinderen betrokken bij het gesprek en geven meer kinderen een actieve inbreng. Interactief voorlezen in 3 stappen Interactief voorlezen vindt plaats in drie stappen: de voorbereiding, het voorlezen en napraten. Stap 1: De voorbereiding Bekijk de boeken goed en lees ze zelf voordat je gaat voorlezen. Signaleer voor jezelf wat de moeilijke woorden zijn en bedenk hoe je die gaat uitleggen. Bedenk wat je gaat vragen over het verhaal. Kies bijvoorbeeld al het moment in het verhaal waarop je het kind verwachtingsvol gaat aankijken met de vraag: Wat zou er nu gaan gebeuren, denk je? of Wat zou jij doen als je verdwaald was, net als Olivier? Stap 2: Het voorlezen Laat het kind de boeken zien die je hebt meegebracht. Bekijk samen de omslagen van de boeken en lees de titels voor. Laat het kind een boek kiezen en vraag waarom het kind juist dat boek kiest. Zorg dat de kinderen die je gaat voorlezen mee kunnen kijken in het boek. Praat even over de voorkant van het boek. Waar zal het boek over gaan? Wat zie je op de kaft? Maak na het gesprekje een bruggetje naar het verhaal: Nou, zullen we gaan kijken? Lees hierna het verhaal voor. Kijk het kind regelmatig aan om de aandacht vast te houden. Let op de interactieve kernvaardigheden (aanbod, taalproductie, feedback). Bij interactief voorlezen gaan we er vanuit dat er ook tijdens het voorlezen interactie is tussen de voorlezer en het kind. Stel af en toe een vraag om na te gaan of het kind het verhaal en de woorden begrijpt. Als uit de reacties blijkt dat het kind het verhaal niet begrijpt, pak er dan de betreffende bladzijden bij en leg het nog eens uit met andere woorden. Moedig het kind aan om mee te doen als het verhaal daartoe uitnodigt, bijvoorbeeld hard brullen als de hoofdpersoon dat ook doet of het meezeggen van een rijm of een herhaalde vraag. Als je de selectiecriteria goed hebt toegepast, komt er een moment in het boek waar het verhaal een wending krijgt die uitnodigt tot doen van een voorspelling. Dit is het beste moment om een kind een Platform VoorleesExpress, oktober 2012 15

vraag te stellen tijdens het voorlezen. Betrek hier eventueel de eigen ervaringen van het kind of die van jou bij. Stap 3: napraten en verder Vat de kern van het verhaal na het voorlezen samen. Doe dit samen met het kind. Samen met het kind haal je zo de verhaallijn terug. Concentreer je op de kern van het verhaal, ga niet teveel in op details. Voor het verhaalbegrip is het belangrijk dat het kind de grote lijn ziet. Praat naar aanleiding van het verhaal ook over de eigen ervaringen van het kind. Heeft het ook wel eens zoiets meegemaakt? Hoe ging dat dan precies? Hoe voelde dat? Zo n gesprek geeft het kind de gelegenheid om de nieuwe woorden te verbinden met zijn eigen leefwereld en zijn eigen ervaringen. De nieuwe woorden krijgen zo meer betekenis. Je kan ook op een creatieve manier na het lezen van een boek hiermee bezig zijn, lees hier meer over in het hoofdstuk Tips: taalontwikkeling en -stimulering. Voorlezen: korte samenvatting Zorg dat jij en het boek goed zichtbaar zijn voor de kinderen. Spreek niet te snel. Maak regelmatig oogcontact met de kinderen en kijk hoe ze reageren op het verhaal. Als de kinderen het te spannend of eng vinden, probeer het dan luchtig te maken door afleiding of probeer het verhaal iets minder griezelig te vertellen. Blijft het te eng? Sla dan het boek of de bladzijde over. Probeer verschillende personages in het boek verschillend neer te zetten. Dit kan door stemmetjes, intonatie, volume en snelheid van je lezen. Ook kun je je mimiek of je lichaamshouding veranderen. Bijvoorbeeld jezelf heel groot maken, langzaam en laag praten als een beer aan het woord is. Je kunt het bij voorlezen houden of er met liedjes en rollenspellen een heel toneelstuk van maken. Je merkt zelf of kinderen nog aandacht voor het boek hebben. Probeer verhalen af te maken, maar zorg ook dat ze tussendoor even wat anders kunnen doen om de spanningsboog te doorbreken. Herhaling is goed. Zo leren kinderen het verhaal beter begrijpen en wennen ze aan de opbouw van een verhaal. Naast het boekje zelf herhalen is het ook goed om kinderen het verhaal te laten navertellen. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 16

4. Tips: Keuze van voorleesboeken Boekkeuze Boekjes blijken vooral geschikt als ze de volgende kenmerken bevatten: weinig tekst per pagina en veel plaatjes; een clou of verrassende wending; plaatjes die aanleiding geven om erover te praten; een spelelement (raden, zoekplaatjes); er wordt een beroep gedaan op kennis die de kinderen net vergaard hebben (bijvoorbeeld tellen, kleuren, dieren, makkelijke woorden die beginnende lezers kunnen lezen); verborgen plaatjes of teksten achter flapjes, dit maakt het spannend; het sluit aan bij hun belevingswereld. Zoek uit welke interesses de kinderen hebben. een duidelijke verhaallijn, met een probleem dat wordt opgelost. een aansprekend en bekend onderwerp. Dit hoeft niet per se betrekking te hebben op de dagelijkse leefwereld van peuters (bijvoorbeeld kabouters, heksen); illustraties en tekst ondersteunen elkaar (verhaal wordt duidelijk aan de hand van illustraties); je voorspellingen kunt doen n.a.v. het verhaal ( Wat gaat er nu gebeuren denk je? ). Peuterspeelzalen en scholen werken vaak met thema s over periodes van enkele weken. Je kunt de ouder(s) eventueel vragen of zij weten met welk thema het kind op de peuterspeelzaal of op school bezig is. Vaak krijgen de ouders daar bij ieder nieuw thema informatie over. Je kunt dan boeken zoeken die passen bij dat thema. Verder is het altijd leuk om een boek te kiezen dat past bij het seizoen of bij een feest dat gezamenlijk gevierd wordt (bijvoorbeeld Sinterklaas of verjaardag). Boekentips www.bibliotheek.nl De website van de nationale bibliotheek heeft veel boekentips en is daarnaast op de hoogte van alle evenementen rondom boeken. www.boekenjeugd.nl Op deze website vind je een uitgebreide selectie aan jeugdboeken. Er is een ingebouwde zoekfunctie. Je kunt in deze database ook zoeken op onderwerp. www.leesplein.nl Op deze site vind je boekentips, verwijzingen naar digitale versies van de boeken, maar ook spelletjes, kleurplaten, etc. Boekenlijst Er bestaan verschillende soorten boeken; Prentenboeken: boek met mooie plaatjes met weinig of geen tekst Zoekboeken Uitklap/voelboeken Samenleesboeken: één deel van de pagina is voor de ervaren lezer, het andere deel is voor degene die net leert lezen. Door de afwisseling van moeilijke en makkelijke woorden kun je samen lezen. Informatieve boeken: (kinder)kookboeken, boeken met informatie over een specifiek onderwerp, woordenboeken. Strips: met tekst of zonder tekst Boeken in andere talen: vraag bij jouw bibliotheek welke talen zij in hun assortiment hebben. Babyboeken Kranten en tijdschriften (ter plekke lezen) Luisterboeken Geheid succes Rupsje Nooitgenoeg Carle, Eric Een muisje kan geen optocht zijn Dijkstra, Lida De leeuwenkoning Disney, W. 365 Pinguins Fromental, J.L. Ridder Rikki Genechten, Guido van Platform VoorleesExpress, oktober 2012 17

De wiebelbillenboogie De mooiste sprookjes van Grimm De prinses met de lange haren De grote rode bus Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft Vlinder, Vlinder Kleine muis zoekt een huis Allemaal in de file De mooiste vis van de zee Klipperdeklop Kikker (verschillende boeken) De prins op het witte paard Zoekboeken Makkelijk De gele ballon Zoek en vind Monkie Waar is de taart? Picknick met taart Genechten, Guido van Groot, R.K. Haeringen van, Annemarie Hindley, Judy Holzwartz, Werner en Erlbruch, Wolf Horácek, Petr Horácek, Petr Nicholson, Sue en Fox, Christyan Pfister, Marcus Smee, Nicola Velthuijs, Max Verroen, Dolf Dematons, Charlotte Dunrea, Olivier Schubert, Dieter Tjong-Khing, Thé Tjong-Khing, Thé Moeilijk 1001 dingen zoeken (verschillende boeken) Verschillende auteurs Waar is Wally Handford, Martin Zoekhuis 101 Nielandt, Dirk Ik zie, ik zie (verschillende boeken) Wick, Walter & Marzollo, Jean Veel te zien boeken (weinig tekst met veel actie in de tekening) Een eend met pech Alborough, Jez Kleine vis in een zee van verhalen Donaldson Al zijn eendjes Duda, C. Dat zoek ik op! Mijn eerste encyclopedie Llewelly, Claire Allebei blij Lorenz, Pauli Je gelooft je ogen niet Steiner, Joan Mijn eerste van Dale Verburg, Marja Voor stoere jongens en meisjes / niet kinderachtige boeken De reuzenkrokodil Dahl, Roald Sjakie en de chocoladefabriek Dahl, Roald De Gruffalo Donaldson, J. Ik zou wel een kindje lusten Donnio, Sylviane Gleivlucht Grey, Mini De boze heks Kraan, Hannah Pippi Langkous Lindgren, Astrid Dolfje Weerwolfje van Loon, Paul De Griezelbus van Loon, Paul Mannetje Jas Posthuma, Sieb Hoe herken ik een monster Roldan, G. Suffe Sunny Ross, Tony Verschrikkelijke Victor Rowe, John A. Floddertje Schmidt, Annie M.G. Gekke buren Schubert, Ingrid De Grote Wedstrijd Tielmann, Christian Agent en boef (gehele serie) Veldkamp, Tjibbe Piepsa durft alles Wolf, Brabara de Joris en de Draak Wormell, Christopher Platform VoorleesExpress, oktober 2012 18

Nacht in het poppenhuis Voor jonge kinderen (2-4 jaar) Knuffel Dikkie Dik (verschillende boeken) Het plaatjesboek Grote ogen Muis (verschillende boeken) Nieuwe laarzen Dribbel (verschillende boeken) Anton (verschillende boeken) Lawaai op de boerderij Bibi (verschillende boeken) Fien & Milo (verschillende boeken) Tegenstellingen Barbapapa Woltz, A. en T. Tjong-Khing Alborough, Jez Boeke, Jet Bruna, Dick Cabrera, Jane Cousins, Lucy Genechten, Guido van Hill, Eric Könnecke, Ole Lodge, Jo McQuinn, Anna & Beardshaw, Rosalind Oud, Pauline Pittau & Gervais Tison, Annette en Talus Taylor Boeken voor oudere kinderen (8+) Boven in een groene linde zat een moddervette haan Donkelaar, Maria van en Martine van Rooijen Luister en huiver Donkelaar, Maria van Rachid en de blauwe mannen Hoes, Elly Ridder Florian Huiberts, Marjet Het leven van een loser Kinney, Jeff Niet brullen in de bieb Knudsen, M. Sprookjesverteller Tjong-Khing, Thé Meester Jaap Vriens, Jacques Woordjes en cijfers leren De eerste duizend woorden Amery, Heather en Cartwright, Stephen Vroemm! Vroemm! Bentley, Dawn Ezelsoor Bruna, Dick Ik kan sommen maken Bruna, Dick Klein, groter, grootst Bruna, Dick Kleuren Burton, Jane Prinses Arabella maakt kleuren Freeman, M. Op school Pittau & Gervais Ik en ik Slegers, Liesbeth Eerste groot kinderwoordenboek Tyberg, Son Leesboeken in andere talen De kleine indiaan (Arabisch-Nederlands) Mooiste vis van de zee (Turks-Nederlands) Mooiste vis van de zee (Arabisch-Nederlands) Woeste Willem (Turks) Goede, Irene Pfister, Marcus Pfister, Marcus Schubert, Ingrid Platform VoorleesExpress, oktober 2012 19

5. Tips: Taalontwikkeling en -stimulering Naast voorlezen zijn er meer activiteiten die bijdragen aan de taalontwikkeling van kinderen. Deze kan je zelf toepassen of als tip meegeven aan de ouders. Bibliotheekbezoek Na 5 of 6 keer voorlezen ga je in plaats van voorlezen met je gezin naar de bibliotheek. Je kunt dan de ouders en kinderen aanwijzen waar ze geschikte boeken kunnen vinden en hun laten zien hoe de bibliotheek werkt. Daarnaast kun je stilstaan bij het aanbod van de bibliotheek voor ouders (die de Nederlandse taal willen leren). Wanneer ouders moeite blijven houden met voorlezen, kunnen ze in ieder geval zorgen dat er regelmatig nieuw leesmateriaal in huis is. Liedjes zingen Liedjes zijn een goed middel om een taal sneller, gemakkelijker en op een leuke manier te leren. Dit kan zowel in het Nederlands als in een andere taal. Ouders kunnen zelf liedjes aan de kinderen leren, maar de kinderen kunnen ook aan de ouders laten horen welke liedjes ze hebben geleerd. Televisie Als voorlezer kun je de ouders ook informeren over het tv-aanbod voor kinderen. Goede voorbeelden zijn: Sesamstraat, Klokhuis, Teletubbies, Tweenies, Koekeloere, Jeugdjournaal (voor de oudere kinderen). Je kunt op www.peutertv.nl informatie vinden over programma s voor peuters die speciaal bedoeld zijn om de (taal)ontwikkeling te stimuleren. Op www.kinderpleinen.nl vind je ook allerlei educatieve kinderprogramma s. Voor oudere kinderen kun je kijken op www.schooltv.nl. Schrijven en tekenen Een kleurplaat inkleuren en een tekening maken over een boek zijn eenvoudige activiteiten waar de meeste kinderen veel plezier aan beleven. Deze tekening in huis ophangen nodigt uit om nog eens over het boek na te denken of te praten. Je kunt je coördinator om kleurplaten vragen of zelf een afbeelding van het boek Googlen die je dan uitprint. Het is erg leuk om het gemaakte werk ook eens mee te laten nemen naar school. Als het kind het verhaal al wat beter kent, kan het zelf het verhaal natekenen en zo een eigen boekje maken. Het kan leuk zijn om aan de hand van dit boekje het verhaal aan broertjes, zusjes en ouders te laten vertellen. Leerzaam spelen met de kinderen Verschillende spelletjes zijn goed voor de taalontwikkeling en de concentratie, zoals memory, kwartet, ik zie ik zie wat jij niet ziet. Ook andere gezelschapspellen kunnen kinderen veel leren over tellen, samenspelen, enzovoort. Er worden bij dit soort spelletjes andere delen van de hersenen geprikkeld dan bij spellen op de Playstation. Actief bezig zijn sámen met de kinderen is sowieso gezellig en goed. Een verhaal naspelen is een manier om het verhaal zelf te beleven. De woorden uit het verhaal worden verbonden met fysieke handelingen en zo krijgt de betekenis van de woorden een extra dimensie. Digitale prentenboeken: Algemeen Digitale prentenboeken zijn geanimeerde prentenboeken. De prentenboekverhalen zijn gedigitaliseerd en tot leven gebracht met bewegende beelden, stemmen, geluidseffecten en muziek. De speelse, interactieve manier waarop de gevisualiseerde prentenboeken de taalontwikkeling van kinderen stimuleert, sluit goed aan bij de VoorleesExpress en kan je helpen om boekjes interessanter te maken voor de kinderen. Onderzoeken van Universiteit Leiden, de orthopedagogische instelling Molendrift en onderzoeks- en adviesbureau Sardes laten zien dat geanimeerde prentenboeken een enorm positieve uitwerking op kinderen hebben. Dat komt vooral door de kracht van de animatie. Door de bewegende beelden en de muziek en geluiden: leren kinderen makkelijker woorden; wordt hun denkontwikkeling gestimuleerd; begrijpen kinderen meer van het verhaal. Platform VoorleesExpress, oktober 2012 20