V\ D O Postbus 236, 7 AE -Terborgseweg 16, 75 BC Doetinchem -Telefoon (314) 37 25 - Fax (314) 36 1 81 Bank BNG 28.5.12.495 - IBAN NL 62 BNGH 285 124 95 - Swiftadres BNGHNL2G E-maii wedeo@wedeo.nl - Internet www.wedeo.nl BTW-nummer NL 122753B1 Het College van Burgemeester en Wethouders van Doetinchem Postbus 92 7 HA DOETINCHEM onderwerp : jaarverslag Wedeo 28 Kenmerk : LB/mme 9-32 contactpersoon : A.J.H. Arntz, telefoon (314) 37 25 34 Doetinchem, 9 mei 29 Geacht College, Het is ons een genoegen u hierbij het jaarverslag 28 aan te bieden. In het jaarverslag is de jaarrekening opgenomen, evenals de accountantsverklaring. Het resultaat na bestemming bedraagt 24.,-- positief. De begrote bijdrage is niet noodzakelijk geweest en daarom ook niet bij de deelnemende gemeenten gedeclareerd. De jaarrekening is door de accountant gecontroleerd en zowel ten aanzien van de getrouwheid als ten aanzien van de rechtmatigheid is een goedkeurende verklaring verkregen. Het jaarverslag wordt, met de eventuele reacties van de gemeenten, in de vergadering van ons Algemeen Bestuur van 24 juni 29 behandeld. Wij verzoeken u vóór 12 juni 29 uw gevoelen ter zake kenbaar te maken. Met vriendelijke groeten, Namens het Dagelijks Bestuur gemeente [fld] Doetinchem Kopie MEI 23 mevr. d secretari
Jaarverslag 28 -aft P? VNEDfO Postbus 236 7 AE Doetinchem Terborgseweg 16 75 BC Doetinchem Telefoon: 314-3725 Fax: 314-36181 E-mail: wedeo@wedeo.nl Internet: www.wedeo.nl
Inhoudsopgave 1. Bericht van het Dagelijks Bestuur 1.1. Doelstelling van de sociale werkvoorziening 1.2. Algemene ontwikkeling op bestuurlijk niveau 1.3. Ontwikkelingen t.a.v. de gemeenschappelijke regeling 1.4. Beleidsvisie van het Bestuur 1.5. Realisatie doelmatigheid en rechtmatigheid 1.6. Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening 4 5 6 7 8 8 -Si ZS9 «me 2. Kerngegevens 3. Programmaverantwoording 3.1. Algemeen 3.2. Sociaal beleid 3.3. Integriteit 4. Organisatie 4.1. Processen 4.2. Organisatiestructuur 4.3. Commissies 4.3. Organogram per 31 december 27 5. Verplichte paragrafen 5.1. Weerstandvermogen 5.2. Onderhoud kapitaalsgoederen 5.3. Treasury paragraaf 5.4. Verbonden partijen 5.5. Bedrijfsvoering 6. Financiën 6.1. Resultaten analyse 6.2. Jaarrekening 7. Overige gegevens 7.1. Accountantsverklaring 7.2. Normenkader en controletoleranties 27 7.3. Samenstelling Bestuur per 31 december 27 7.4. Samenstelling Commissies per 31 december 27 7.5. Samenstelling Ondernemingsraad per 31 dec. 27 1 13 14 15 15 18 2 21 22 23 25 26 27 32 5 52 53 53 53 nfi Jaarverslag Wedeo 28
1. Bericht van het Dagelijks Bestuur 1.1. Doelstelling van de sociale werkvoorziening Opdracht/missie De centrale opdracht/missie van Wedeo is: het opleiden en het begeleiden van personen, die door een arbeidshandicap of ten gevolge van een andere problematiek een forse achterstand tot de arbeidsmarkt hebben, naar loonvormende arbeidsplaatsen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat iedere medewerker op de hoogst mogelijke plek van de 'werkladder' komt. Daarnaast wordt ernaar gestreefd deze arbeidsplek in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving te realiseren. De werkladder is een door brancheorganisatie Cedris geformuleerd begrip waarmee een indeling naar afstand tot de arbeidsmarkt wordt weergegeven. Werkladder Cedris: 7. Reguliere baan 6. Reguliere baan met subsidie en/of Begeleid Werken 5. Externe individuele detachering 4. Externe groepsdetachering 3. Intern geplaatst (beschutte werkplek) 2. Test, training/arbeidsinpassing 1. Zorg, welzijn en maatschappelijke participatie Doelgroep Tot de doelgroep rekent Wedeo alle personen met een fysieke, psychische, verstandelijke of meervoudige arbeidshandicap, langdurig werklozen, personen met een ontoereikende opleiding of met een belemmerende culturele of sociale achtergrond die, tijdelijk of blijvend, problemen ondervinden bij het zelfstandig vinden van loonvormende arbeid. De doelgroep is dus beduidend breder dan alleen de SW-geïndiceerden, en omvat ook aangrenzende groepen die voor het vinden van duurzame arbeidsplekken ondersteuning nodig hebben door het ontwikkelen van hun arbeidspotentieel. Doelstellingen Onderstaand zijn in algemene bewoordingen de vier hoofddoelstellingen geformuleerd aan de hand waarvan de realisatie van de centrale doelstelling van Wedeo voor wat betreft de uitvoering van de Wsw moet worden beoordeeld. De feitelijke targets hiervan, en van de mogelijke afgeleide prestatienormen worden jaarlijks met de principale opdrachtgevers, de deelnemende gemeenten, afgestemd. 1. Wachtlijstbeheer Doelstelling is om door het voeren van een actief wachtlijstbeheer zowel het aantal personen op de wachtlijst als de gemiddelde duur van de wachttijd te beperken. Uitgangspunt hierbij is het door de individuele gemeenten geformuleerde beleid, zoals vastgelegd in de Verordening Wachtlijstbeheer. Hierin is een prioriteitenstelling ten aanzien van bijzondere doelgroepen opgenomen. 2. Plaatsingsdoelstelling Het bieden van tijdelijke en blijvende arbeidsplaatsen, zoveel als mogelijk in een reguliere werkomgeving, is erop gericht het streven naar de hoogst mogelijke plaatsing op de werkladder te ondersteunen. Dit maakt het mogelijk dat medewerkers hun arbeidsbekwaamheid verder kunnen ontwikkelen (of behouden) en zelfstandig een inkomen Jaarverslag 28
mm kunnen verwerven. Dit houdt tevens in dat er rekening wordt gehouden met het feit dat er ook een groep blijvend op beschut werk is aangewezen. Ook voor hen dient passend werk te worden geboden, rekening houdend met de mogelijkheden van betrokkenen. De concrete doelstelling voor het aantal te realiseren plaatsingen wordt vastgelegd in de (werk)begroting. In principe is deze doelstelling gelijk aan de individueel met de deelnemende gemeenten afgesproken taakstelling. 3. Arbeidsontwikkelingsdoelstelling Het ontwikkelen van de individuele personen overeenkomstig de in het persoonlijk ontwikkelingsplan vastgelegde doelstelling binnen het in dat plan vastgelegde tijdspad. 4. Financiële doelstelling Het streven is om te komen tot een financieel neutraal resultaat. Dit betekent dat het saldo van baten en lasten minimaal op nul uitkomt. Hierbij is nadrukkelijk uitgegaan van een volledige uitvoering van de Wsw en het daarvoor ontvangen van de volledige hiervoor aan de gemeenten ter beschikking staande rijkssubsidie. 1.2. Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau Wedeo is een gemeenschappelijke regeling (GR) voor de gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek. Daarnaast verzorgt Wedeo, in het belang van de SWmedewerkers uit dit voormalige Wedeo-gebied, de uitvoering van de Wsw voor een deel van de gemeente Bronckhorst, meer specifiek de voormalige gemeenten Hummelo & Keppel en Zelhem (HKZ-gebied). Dit is contractueel vastgelegd tussen de gemeente Bronckhorst, Delta en Wedeo middels een aanwijzingsbesluit. In de verdere presentatie in dit jaarverslag, inclusief de weergave in de jaarrekening, zijn de gecombineerde (personele) gegevens weergegeven. Onderstaand overzicht geeft aan welk deel van het totaal van de Wswmedewerkers afkomstig is uit het 'HKZ-gebied' alsmede uit andere gemeenten. is* Specificatie bezetting naar herkomstgebied Afkomstig uit Wedeo werkgebied Afkomstig uit Delta werkgebied ('HKZ gebied') Afkomstig uit overige gemeenten Totaal gemiddelde bezetting: infte in SE 78,9 736,9 63,7 65,9 17,7 17,9 79 3 82 7 bezetting ultimo 28: infte 76,7 61,9 17,3 7859 in SE 735,5 63,9 17,3 816 7 wachtlijst personen 19 11 12 Si* De gemeente Montferland, waarin de voormalige gemeenten Bergh (werkgebied Wedeo) en Didam (was werkgebied Presikhaaf) zijn opgegaan, heeft gekozen voor participatie in de GR Wedeo. Sinds 1 januari 25 melden nieuwe, voor de SW geïndiceerde inwoners uit Didam zich voor plaatsing aan bij Wedeo. Inwoners uit Didam met een dienstverband dat dateert van voor 1 januari 25 blijven in principe bij Presikhaaf. Een uitzondering hierop betreft de SW-medewerkers werkzaam in het groen in Didam. Sinds 1 januari 28 heeft Wedeo de opdracht voor het uitvoeren van dit onderhoud. Om de medewerkers die dit uitvoerden in de voor hun vertrouwde omgeving te laten blijven functioneren zijn de medewerkers van Presikhaaf over gegaan naar Wedeo. Een en ander heeft begin 28 zijn beslag gehad. Na een lastige periode zijn de 22 medewerkers op 1 ma^rt begonnen bij Wedeo. Uiteraard is er speciale aandacht geweest voor de ploeg. Zij kijken terug op een goede overplaatsing en hebben inmiddels allemaal hun draai gevonden. In 28 bestaat het Algemeen Bestuur uit 9 leden; hieruit is een Dagelijks Bestuur van 3 leden gekozen. De samenstelling van het bestuur is weergegeven in paragraaf 7.3. Samenstelling Bestuur. Jaarverslag Wedeo 28
i Het Dagelijks Bestuur is in 28 zes maal bijeengekomen. Het Algemeen Bestuur heeft twee keer vergaderd. 11 Naast de meer regulier onderwerpen zoals de Begroting, de Jaarrekening, de Boardletter en I Beleidsverantwoordingen is in het AB specifiek aan de orde geweest het opheffen van de f Financiële commissie en de vervanging daarvan door een directe rapportage aan het { Bestuur door de externe deskundige. Andere behandelde onderwerpen zijn het zoeken naar alternatieve financieringsmogelijkheden om enige instroom op gang te houden die door de I opgelegde krimp van de formatie nagenoeg stop dreigt te vallen en de mate waarin de visie i, zoals die door de commissie De Vries is uitgezet overeenkomt met de visie die Wedeo als \ i koersplan aanhoudt. 5 In het DB zijn, naast bovengenoemde onderwerpen, diverse zaken rond de bedrijfsvoering X j aan de orde geweest, ook is in het DB specifiek gesproken over het aanpassen van de GR in \ verband met de gewijzigde regierol die de gemeenten sinds de aanpassing van de Wet Wsw \ i per 1 januari 28 hebben. 1 De directie wordt in het verslagjaar gevormd door mevrouw drs E.M. Bosch (Algemeen [ directeur) en de heer A.J.H. Arntz (directeur middelen). { ; l, Op twee terreinen is in 28 een secuur gemaakt met voorgaande jaren. Beide ingrepen zijn > ' bedoeld om verdere transparantie in de bedrijfsvoering van Wedeo te bevorderen: n f ' 1. In de bestuursvergadering in mei is vastgesteld, op voorstel van het dagelijks bestuur, de ' financiële commissie om te vormen naar een meer passende vorm van toezicht. Vanaf medio 28 wordt de accountant twee keer per jaar uitgenodigd voor de I bestuursvergadering. Hij zal dan rechtstreeks verslag doen van zijn bevindingen, en : daarmee het gehele bestuur informeren over Begroting en Jaarverslag. f I [ 2. Daarnaast is in 28 het contact tussen bestuur en organisatie verder ontwikkeld: \ bestuursleden krijgen elk kwartaal een rapportage over de voortgang van activiteiten binnen j, de organisatie, ontvangen een knipselkrant en worden nadrukkelijker op de hoogte \ gehouden van de bedrijfsvoering bij Wedeo. Tevens worden zij - middels een abonnement op de nieuwsbrief van Cedris en het SW journaal - over ontwikkelingen in de branche in het f algemeen op de hoogte gehouden. In het verlengde heeft de algemeen directeur inmiddels j in Montferland en Doetinchem een presentatie gehouden voor Raadsleden. I i Deze vernieuwde vormen zullen in 29 geëvalueerd worden. [ ' 1.3. Ontwikkelingen ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling : i Begin 28 is een start gemaakt met het aanpassen van de gemeenschappelijke regeling in I verband met de modernisering van de Wet sociale werkvoorziening per 1 januari 28. 1 In het verslagjaar is meermalen overleg gevoerd met de beleidsmedewerkers van de I deelnemende gemeenten en een extern adviseur. Het vertalen van de versterkte regierol die I met de modernisering van de Wsw per 1 januari 28 aan de gemeenten is toebedeeld en j het vastleggen van de taken en bevoegdheden van het bij gemeenschappelijke regeling i ingestelde publiekrechtelijk orgaan - in casu Wedeo - bleek toch gecompliceerder dan bij de [ aanvang werd verondersteld. Het is dan ook niet gelukt in 28 een concept herziening j gemeenschappelijke regeling aan het bestuur voor te leggen.! Wel heeft het dagelijks bestuur een korte notitie vastgesteld waarin de verdeling van Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op hoofdlijnen is uitgewerkt: Uitgangspuntvan deze notitie is dat de gemeente de regie voert en tevens de kaders stelt waarbinnen de i organisatie kan opereren, Wedeo is verantwoordelijk voor de realisatie van hetgeen vastgesteld is, en voor de bedrijfsvoering. Jaarverslag 28
In 29 wordt het proces van het vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling voortgezet en naar verwachting zal in de tweede helft van 29 een herziening van de regeling kunnen worden gepresenteerd. In verband met de modernisering van de sociale werkvoorziening moest ook een aantal verordeningen opnieuw vastgelegd worden (zoals voorgeschreven in de gemoderniseerde Wsw.) Het betreft de verordeningen met betrekking tot: het wachtlijstbeheer; het toekennen van een persoonsgebonden budget (PGB): het vormgeven van cliëntenparticipatie. Deze verordeningen zijn deels in 28, met een overloop naar het eerste kwartaal van 29, inmiddels in alle gemeenten vastgesteld. 1.4, Beleidsvisie van het Bestuur In de verslagperiode zijn de uitgangspunten van beleid, als hierboven beschreven, herijkt. Uitgangspunt daarbij vormt het beleidsplan voor de periode 28-212: 'Wedeo, vernieuwend, ondernemend'. aft "IS* Een commissie onder leiding van oud-minister Bert de Vries heeft in het najaar haar visie op de toekomst van de SW uiteengezet in haar rapport "Werken naar vermogen". Een en ander is zowel binnen het brede management van Wedeo, als met het Dagelijks - en Algemeen bestuur besproken. De kernpunten uit de notitie zijn daarbij in principe omarmd: zij sluiten in richting aan bij het door Wedeo gevoerde beleid. Binnen de organisatie is eind december in studiemiddagen nader geanalyseerd wat de notitie de Vries voor de organisatie betekent. In 29 worden deze zaken door de organisatie nader uitgewerkt Het Bestuur en de directie hebben zich gemeenschappelijk beraden over de vraag of de beoogde doelstellingen van de modernisering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de gewijzigde wetgeving op het gebied van aan Wsw grenzende doelgroepen eventueel een verdere aanscherping behoeft. Daarbij zijn als knelpunten onderkend: De doelstelling om extra detacheringen en Begeleid Werken plaatsingen te realiseren wordt, min of meer structureel, bemoeilijkt door de tegengestelde belangen tussen uitplaatsingen en interne, bestaande activiteiten. Anderzijds kan er, door meer en beter renderende activiteiten te genereren meer financiële ruimte worden gecreëerd, waardoor meer plaatsingen mogelijk zijn. Dit vereist echter een hoge mate van ondernemerschap. Voor het realiseren van de opdracht om passend werk te creëren 'in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving' is binnen het SW-bedrijf te weinig ruimte om ondernemerschap uit te voeren. Bovendien conflicteert dit in bepaalde gevallen met de kernopdracht arbeidsontwikkeling. Er is pas sprake van een 'reguliere arbeidsomgeving' als het bestaansrecht en de continuïteit van een activiteit in de markt is aangetoond. In het verlengde van het hiervoor genoemde blijft het (financiële) risico voor de gemeenten aanwezig. :ë Anderzijds bieden met name de ontwikkelingen op wetgevingsgebied van aan Wsw grenzende doelgroepen mogelijkheden. Jaarverslag Wedeo 28
De aanwezige expertise en infrastructuur maken dat Wedeo voor de uitvoering van het re-integratiebeleid van de Wet werk en bijstand (Wwb) een goede partner voor de gemeenten is; Het zelfde geldt voor de uitvoering van activeringsactiviteiten voor andere doelgroepen, vallende onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): '1? Om dit te realiseren heeft Wedeo ook in 28 zijn oriëntatie moeten bijstellen en aanscherpen: meer extern gericht en meer ondernemend. Hiervoor zijn ook structuurwijzigingen noodzakelijk die bedrijfsactiviteiten meer in de markt plaatsen en daarmee ook de uitvoering van de kerntaak, arbeidsontwikkeling, beter borgen. Het vigerende beleidsplan past binnen die visie op de modernisering van de Wsw, zoals deze door de aangesloten gemeenten gezamenlijk is geformuleerd en vastgelegd in de 'Kadernota modernisering WSW'. 1.5. Realisatie doelmatigheid en rechtmatigheid Vanaf 1 januari 24 is het financieel rechtmatig handelen onderworpen aan het oordeel van de accountant. In 24 is in overleg met de accountant een plan van aanpak Rechtmatigheid Wedeo opgesteld. Overeenkomstig dit stappenplan is er een formeel intern normenkader opgesteld en zijn de vanuit financiële rechtmatigheid belangrijkste risicogebieden gedefinieerd. Tevens is vastgesteld op welke wijze de risico's het best kunnen worden beheerst. In 28 is het, in overleg met de accountant vastgestelde, controleprogramma uitgevoerd door extern ingehuurde medewerkers. Op basis van de resultaten hiervan en in combinatie met de uitkomsten van de reguliere accountantscontroles heeft een en ander geresulteerd in een goedkeurende accountantsverklaring voor rechtmatigheid. In 28 is -conform afspraak- gestart met de werving van een medewerkers die tevens wordt belast met de interne controle activiteiten. Begin 29 is deze medewerker begonnen. Hij zal onder andere invulling gaan geven aan de resterende aandachtspunten rond de financiële beheersing zoals het opzetten van een gestructureerde integrale opzet en monitoring van de risicogebieden. Dit overeenkomstig de aanbeveling van de accountant in de boardletter over 28. 1,6. Voorste! tot vaststelling van de jaarrekening Het Dagelijks Bestuur stelt voor de jaarrekening zoals opgenomen in hoofdstuk 6.2. overeenkomstig vast te stellen en het resultaat ad 24.,-- positief te boeken ten gunste van de Reserve Bedrijfsrisico. Jaarverslag 28
2. Kerngegevens gemiddelde bezetting in fte personen op wachtlijst 85 -i» 83 ë C ol ü 2 79 1 77 75 24 25 26 27 28 jaren 15-1 13 - > 11-9- - 7-5 _.. 24 25 26 27 jaren, 28 trsm % ziek o.b.v. kalenderdagen 17,- 16, - «, 15, i SS 14, 13,- 12,- 11,- 24 25 _ 26 27 28 jaren toegevoegde waarde per fte (SW-activiteiten) 'S 9., S 8.6, Q. 8.2, T O I 7.8,C 24 25 26 27 28 jaren I Jaarverslag Wedeo 28
3. ProgrammaverantwoorcSIng 3.1, Algemeen SW-plus activiteiten In het kader van haar positionering als arbeids-ontwikkelbedrijf richt Wedeo zich op een bredere doelgroep dan alleen de SW. Zo voert Wedeo al gedurende vele jaren in opdracht van een viertal gemeenten een aantal regelingen van gesubsidieerde arbeid uit, voorheen de Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) en de Regeling In- en Doorstroombanen (l/d). Hoewel de verschillende gemeenten anders om gaan met de afbouw van deze regeling is ook in 28 een duidelijke daling van het aantal personen dat van deze regelingen gebruik maakt zichtbaar. Dit is gedaald van (gemiddeld) ongeveer 11 personen in 27 naar gemiddeld 95 personen in 28. In 25 is Wedeo tevens begonnen met de uitvoering van verschillende vormen van reintegratietrajecten (Work First, Direct Werk). In de jaren daarna is deze activiteit steeds verder in omvang toegenomen. Over 28 is er sprake van een afvlakking van de groei zoals uit onderstaand overzicht blijkt. Overzicht afgesloten trajecten)* SW+ 25 Reïntegratietrajecten Work First/Direct Werk 15 )* trajecten maximaal 3 maanden, waaronder verlengingen 26 55 27 461 28 473 Realisatie invulling beschikbare formatieruimte Deze met de gemeenten afgesproken prestatieafspraak betreft het volledig realiseren van de aan de gemeenten toegekende formatie. Een complicerende factor hierbij is gelegen in het feit dat inwoners van een gemeenten niet uitsluitend bij Wedeo zijn geplaatst, maar ook bij andere schappen een arbeidsovereenkomst kunnen hebben. Om desondanks deze opdracht te kunnen uitvoeren hebben de gemeenten aan Wedeo belast de volledige (financiële) coördinatie hiervan. Deze afstemming heeft nogal wat moeite gekost, maar heeft er toe gevoerd dat uiteindelijk voor alle drie gemeenten de toegewezen formatie volledig is benut. Realisatie per gemeente (in SE) Monferland Oude-IJsselstreek Doetinchem Totaal deelnemende gemeenten Bronckhorst HKZ-gebied Overicje ceneentcn Totaal gemiddelde realisatie: andere schappen Wedeo 94,3 144,4 12,5 212,2 8,7 38,3 115,5 736,9 n.v.t. 65,9 n v t 17 9 115 5 82 7 totaal 238,7 224,7 389, 852,4 65,9 17 9 936.2 formatieruimte 238,1 223,2 388,6 849,9 65,9 17 Q 933.7 o verrealisatie,6 1,5,4 2,5, 2.5 Realisatie plaatsingsdoelstellingen Deze prestatieafspraak heeft betrekking op het concreet realiseren van de beweging 'van binnen naar buiten'. Met de gemeenten hebben wij hierover individuele targets vastgesteld. Ën hoewel de resultaten, zeker per categorie (individueel of groepsdetachering, Begeleid werken), per gemeente verschillen moet worden geconstateerd dat we de met de gemeenten afgesproken doelstellingen slechts ten dele hebben kunnen realiseren. Een aantal oorzaken ligt hieraan ten grondslag. 1 Jaarverslag 28
Op de eerste plaats moeten wij vaststellen dat wij vanuit Wedeo veel te ambitieus zijn geweest bij het vaststellen van deze doelstellingen. We zijn teveel uitgegaan van de toenmalige gunstige marktomstandigheden en hebben daarnaast onvoldoende rekening gehouden met de weerbarstigheid die de mobiliteit van intern naar extern nu eenmaal kent. In het bijzonder de terughoudendheid van onze medewerkers in combinatie met de problematiek rond het realiseren van een goede match tussen de externe werkplek en de medewerker. Daarnaast is er sprake geweest van het omzetten van een flink aantal individuele detacheringen naar Begeleid werken. Het blijft lastig medewerkers 'los te weken' uit de Wedeo-omgeving. Een tussenstap naar individueel detacheren kan groepsdetachering zijn. In 28 hebben we hierop dan ook nadrukkelijk ingezet. Helaas zijn we in het laatste kwartaal geconfronteerd zijn met de gevolgen van de kredietcrisis. Enkele veelbelovende groepsdetacheringen, waar veel voorbereidingstijd aan is besteed, zijn voorlopig 'in de koelkast gezet'. ra» HB Voor alle drie de gemeenten geldt dat we er in zijn geslaagd het aantal in Begeleid werken geplaatsten te verhogen, hoewel niet voor elke gemeente de doelstelling is behaald. Sinds april 28 werken we op dit terrein samen met een gespecialiseerde partner. Hierdoor kunnen we, liefst direct vanuit de instroom, snel plaatsen. Het is dus belangrijk over voldoende instroommogelijkheden vanaf de wachtlijst te kunnen beschikken. Voor 28 was hier, m.u.v. de gemeente Doetinchem, slechts in beperkte mate sprake van, met name door een inkrimping van de formatie.desondanks is het aantal personen in deze regeling gegroeid van 16 ultimo 27 tot 4 ultimo 28. De ontwikkeling is per gemeente in een separate verantwoording uitvoerige toegelicht. Overigens is er voor elk van de gemeenten toch wel degelijk sprake van een verdere groei van de externe plaatsingen. Voor Wedeo totaal blijkt dit uit de volgende tabel waarin de plaatsingen volgens de Cedris-formule staan weergegeven. Plaatsing vlgs Cedris-formule (in procenten per ultimo jaar) Extern Op locatie Intern beschut Totaal 28 woikclijk 28 werkbegroting 32,6% 29,% 38,4% 1,% 27 27,9% 29,2% 42,9% 1,% Wachtlijst Wedeo voert een (pro-)actief wachtlijstbeleid. Dit kenmerkt zich door onder andere het periodiek toetsen op beschikbaarheid en het aanbieden van voortrajecten. Ons plaatsingsbeleid (tijdelijke contracten, deeltijdcontracten, adequate begeleiding en beoordeling) sluit hierbij aan. Desondanks is de wachtlijst in 28 opgelopen. aantal personen op wachtlijst (ultimo jaar) 145 125 15 85 65 f t, Jaarverslag Wedeo 28 11
Zoals reeds eerder gemeld kent de per 1 januari 28 vernieuwde Wet Wsw ook een andere verdeelsystematiek voor het toekennen van formatie aan gemeenten. Dit nieuwe financiële verdeelmodel, waarin de omvang van de wachtlijst in belangrijkere mate mede bepalend is voor de toekenning van formatie pakt voor de deelnemende gemeenten ongunstig uit doordat (als gevolg van het al lagere toegepaste wachtlijstbeleid) de gemeenten een relatief kleine wachtlijst kennen. In feite is de voor Wedeo beschikbare, gesubsidieerde formatie met 24 SE afgenomen ten opzichte van 27. Door de overgang van de groenploeg Didam van Presikhaaf naar Wedeo (22 SE) komt de totale formatie weilis waar weer op het niveau van 27, maar de instroom mogelijkheden zijn wel degelijk afgenomen. Immers,de overgekomen formatie was ook volledig 'ingevuld'. Het vorenstaande heeft tot gevolg dat de wachtlijst is gestegen tot 12 personen op 31 december 28 ten opzichte van 72 personen ultimo het jaar daarvoor. De gemiddelde wachttijd in maanden is hierdoor eveneens opgelopen van 7, maanden per eind 27 tot 7,5 per eind 28. Ondanks de groei van het aantal personen op de wachtlijst en de lichte toename van de gemiddelde wachttijd mag het wachtlijstbeheer in vergelijking met onze collega-bedrijven als succesvol worden getypeerd. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim heeft zich ook in 28 gunstig ontwikkelt. Het verzuimpercentage komt over geheel 28 op 12, %. Dit is gelijk aan de doelstelling voor het verslagjaar. Gemiddeld ziekteverzuim (in %)l 16,5 - Ten opzichte van het vorige verslagjaar (14,3%) mag gesproken worden van een flinke verbetering. Ook de ontwikkeling in het eerste kwartaal 29 is positief; het verzuim ligt ruim 2 procentpunten lager dan het zelfde tijdvak in 28. Financieel resultaat Ook de financiële doelstelling voor 28 is ruimschoots gehaald. Ondanks de beduidend forsere toevoegingen aan de voorzieningen (met name Groot onderhoud en Reorganisatie) is een positief netto resultaat van 24.,-- behaald. De begrote gemeentelijke bijdrage is niet noodzakelijk geweest en is daarom ook niet bij de deelnemende gemeenten gedeclareerd. Het positieve resultaat is met name het gevolg van een duidelijke verbetering van de opbrengsten en een gunstiger subsidieresultaat dan begroot. De indirecte kosten zijn daarentegen flink hoger dan begroot ( 582.,-), waarvan echter 467.,- door een toevoeging aan de voorziening Groot Onderhoud. Met name door een dotatie aan de voorziening voor reorganisatiekosten is het incidenteel resultaat per saldo 397.,- negatief. In paragraaf 6.1. Resultaten analyse staat een uitvoerige verantwoording over de mate waarin Wedeo in het verslagjaar 28 heeft voldaan aan de financiële doelstellingen en welke oorzaken ten grondslag liggen aan de belangrijkste afwijkingen. Tevens zijn de 12 Jaarverslag 28
financiële ontwikkelingen vergeleken met het voorgaande boekjaar. Graag verwijzen wij naar de genoemde paragraaf. 3.2. Sociaal beleid Ontwikkeling en opleiding Ontwikkeling en opleiding van medewerkers staat centraal, met als doel een zo hoog mogelijke positie op de zogenoemde "Werkladder". Het is onze doelstelling om medewerkers zodanig te ontwikkelen dat zij zo dicht mogelijk bij regulier werk kunnen worden geplaatst. Voor de een lukt dit wel, voor de ander zal beschutte arbeid het hoogst haalbare blijven. Een belangrijk instrument bij de ontwikkeling van medewerkers is het werkplekopleiden. Door in de werksituatie competenties te ontwikkelen, kan een medewerker groeien op de werkladder. Jaarlijks worden de ontwikkelingen van het afgelopen jaar met de medewerker besproken en de doelstellingen voor het komende jaar vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan, met daarin vermeld de trajectstappen om tot het vastgestelde doel te komen. De ontwikkeling van de medewerkers via vooraf vastgestelde trajecten worden gevolgd via het verder geoptimaliseerde cliëntvolgsysteem. In het verslagjaar is het oplèidingsbeleidsplan geactualiseerd. Er is het afgelopen jaar opnieuw veel aandacht besteed aan de opleiding van begeleidend personeel (opleiding praktijkopleider en assistent praktijkopleider). Het aanleren van arbeidsvaardigheden vraagt een andere rol en andere competenties van ons begeleidend personeel. Overige opleidingen Vele medewerkers hebben in het verslagjaar een opleiding of training gevolgd in het kader van hun persoonlijk ontwikkelingsplan. Hiermee wordt beoogd hun kansen op een succesvolle plaatsing in een zo regulier mogelijke omgeving te vergroten. Ook hebben diverse medewerkers in het verslagjaar weer (bijscholings)cursussen gevolgd voor verlenging spuitlicentie, spoedeisende eerste hulp en brandbestrijding. Bij de afdelingen Groenvoorziening en Technische Dienst van bedrijf Groen wordt gewerkt volgens de eisen Veiligheidschecklist Aannemers (VCA). Echter het VCA-certificaat heeft sinds juli 27 zijn geldigheid verloren. De eisen ten aanzien van het mondeling examen zijn gewijzigd en niet meer haalbaar voor een deel van de groep. Er wordt nog wel VCA-conform gewerkt. * Arbo Het arbeidsomstandighedenbeleid binnen Wedeo is gericht op het bevorderen van veiligheid, gezondheid en welzijn in de werksituatie voor alle medewerkers, op grond van de Arbo-wet. Bij de uitvoering van het arbobeleid zijn in het verslagjaar de volgende activiteiten aan de orde geweest: het uitvoeren van veiligheidsrondgangen; het uitvoeren van risico-inventarisatie en-evaluaties; - onderzoeken op gebied van gevaarlijke stoffen, geluid, fysieke belasting; het opleiden, voorlichten en geven van instructies op gebied van veiligheid en gezondheid; het formuleren van beleid met betrekking tot fysieke belasting, trillingen, beeldschermwerk, persoonlijke beschermingsmiddelen en melding van beroepsziekten; het up to date houden van veiligheidsvoorschriften; het uitvoeren van periodieke keuringen, risicoanalyses en metingen. Jaarverslag Wedeo 28 13
De werkgroep arbo en beleidsgroeps arbo voeren periodiek overleg over actuele zaken ten aanzien van de arbeidsomstandigheden. Wedeo is aangesloten bij de Arbodienst Ardyn en heeft voor zijn arbo- en verzuimbeleid ondersteuning en/of advies van onder andere deze arbodienst gevraagd. Verzuim Het verzuim heeft in het verslagjaar opnieuw veel aandacht gehad. Leidinggevenden vervullen als regisseur een belangrijke rol in de verzuimbegeleiding. Het cliëntvolgsysteem, dat de leidinggevenden daarbij ondersteunt, is verder geoptimaliseerd. Bedrijfsmaatschappelijk werk wordt vooral preventief ingezet, niet alleen individueel, maar soms ook groepsgericht. De externe verzuimadviseur is, na een geslaagde pilot in 27, in 28 Wedeobreed ingezet. De verzuimadviseur ondersteunt en faciliteert leidinggevenden bij verzuimbegeleiding. Voorwaarde voor de beperking van het verzuim is het beschikbaar hebben van voldoende re-integratieplekken. In 28 is een database ingericht waarin de beschikbaarheid en de kenmerken van de re-integratieplekken zijn opgenomen. Regelmatig wordt gebruikgemaakt van deze plekken, waardoor verzuimperiodes kunnen worden beperkt. De integrale en intensieve aanpak van verzuimbegeleiding heeft in het verslagjaar geleid tot een flinke daling van het ziekteverzuim. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad heeft een bewogen 28 gekend. Aan het begin van het jaar is de voorzitter vertrokken en werd besloten (vervroegde) verkiezingen uit te schrijven. Vervolgens zijn nog enkele leden opgestapt, waardoor de Ondernemingsraad gedurende een groot deel van het jaar slechts acht leden telde. Een verkiezingscommissie, ondersteund door een extern bureau, heeft zich vanaf april beziggehouden met het organiseren van de verkiezingen. Doel was om zoveel mogelijk nieuwe kandidaten voor de Ondernemingsraad te werven, zodat ook echt verkiezingen gehouden zouden kunnen worden. De verkiezingscampagne was een succes: er waren 26 kandidaten voor vijftien zetels. De opkomst voor de verkiezingen op 9 oktober 28 was eveneens bijzonder goed. Op 29 oktober 28 is de nieuwe Ondernemingsraad geïnstalleerd. In het verslagjaar is besloten deel te nemen aan het project 'vernieuwende medezeggenschap' binnen de sociale werkvoorziening. Eind 28 zijn de voorbereidingen getroffen voor een pilot, die inmiddels begin 29 van start is gegaan. Doel van dit project is om tot een andere, meer eigentijdse vorm van medezeggenschap te komen, die beter aansluit bij de veranderingen van de organisatie. 3.3. Integriteit Integriteit, integer handelen is de absolute en onbetwiste norm voor al ons handelen, zowel binnen de organisatie als naar de buitenwereld. Afgezien van het gegeven dat wij als publieke organisatie naar onze stellige mening hieraan moeten voldoen is het ook een intrinsieke overtuiging die binnen de organisatie sterk leeft. Hoewel het formuleren van een integraal, overkoepelend integriteitbeleid nadrukkelijk het einddoel is, is ook in 28 met name gewerkt aan het concretiseren van afspraken en/of richtlijnen op diverse deelgebieden. Zo is in 28 onder andere de gedragscode ongewenst gedrag geactualiseerd. Op dit moment zijn voor nagenoeg alle deelgebieden afspraken gemaakt en richtlijnen vastgelegd. In de nota Integraal Integriteitbeleid zullen deze uitgangspunten m.b.t. de 14 Jaarverslag 28
3 'J9-3 afspraken/richtlijnen voor de verschillende deelgebieden worden samengebracht en zonodig op elkaar afgestemd. Dit traject zal in de eerste helft van 29 worden afgerond. 4. Organisatie 4.1. Processen Vanuit de geformuleerde missie/de centrale opdracht kiest Wedeo ervoor te functioneren als een arbeidsontwikkelbedrijf met een bredere doelgroep dan uitsluitend de SW. Om eenduidig vast te leggen dat alle activiteiten in de organisatie ondersteunend dienen te zijn aan de centrale opdracht c.q. de missie zijn de te onderkennen bedrijfsprocessen gerangschikt. Deze rangschikking is zodanig gekozen dat het de geformuleerde missie ondersteunt. De organisatie richt haar processen op een transparante wijze in, met heldere, taakstellende doelstellingen. Dit draagt in belangrijke mate bij aan de gewenste cultuur binnen de organisatie. Primair proces Dit arbeidsontwikkelproces omvat het gehele traject van aanmelding tot uiteindelijke plaatsing, intern of extern, afhankelijk van de capaciteiten van de betrokken kandidaat. Te onderscheiden stappen zijn onder andere: intake, onderzoek/diagnose, ontwikkelingsplan opstellen, aanbodversterking via werkplekopleiden (WPO), bemiddeling/plaatsing en nazorg. r-tml Secundaire processen Dit zijn de productie- en dienstverlenende processen die nodig zijn om de verschillende stappen van het primaire proces te kunnen uitvoeren. Deze processen kennen elk een marktconforme doelstelling. Ondersteunende processen Dit zijn processen die noodzakelijk zijn om de uitvoering van het primaire en secundaire proces mogelijk te maken. Doelstelling van deze processen is een doelmatige en effectieve uitvoering ten behoeve van het voorgaande. 4.2. Organisatiestructuur 4.2.1. Ontwikkeling In het verslagjaar, het eerste jaar van de nieuwe algemeen directeur, heeft de Directie zich nader beraden over verdere invulling van de gekozen structuur. Een en ander overeenkomstig hetgeen hierover was afgesproken bij het wijzigen van de topstructuur in 27.Geconstateerd werd dat het voor een verdere professionalisering van Wedeo als arbeidsontwikkel- en re-integratiebedrijf noodzakelijk is een aantal aandachtsgebieden versneld op te pakken: aandachtspunten met betrekking tot mensontwikkeling, in het bijzonder de ontwikkeling op de werkladder met behulp van het instrument werkplekopleiden, de mobiliteit van (binnen naar buiten) van de medewerkers en het anticiperen op veranderende wetgeving. Na het vertrek van het hoofd Algemene en Personeelszaken begin 28 is gestart met een herbezinning op de taken van deze afdeling. Dit heeft geleid tot een splitsing van de afdeling in een afdeling Personeel & Organisatie en een afdeling Algemene Zaken. De medewerkers Jaarverslag Wedeo 28 15
Arbo, die tot dan toe als een zelfstandige afdeling opereerden, zijn geïntegreerd in de afdeling P&O. Belangrijke aandachtsgebieden voor de nieuwe afdeling P&O zijn: - een betere ondersteuning van het lijn-management (advies en instrumenten); - een strakkere regie op plaatsingen en doorstroom van medewerkers; - een strakkere regie op de ontwikkeling van medewerkers; - pro-actief inspelen op veranderende wet- en regelgeving. Voor de aansturing van de nieuwe afdeling P&O is een nieuw hoofd P&O aangetrokken. De afdelingen Financiën, Inkoop en ICT zijn ongewijzigd gebleven. De functie van controller is de afgelopen jaren steeds ingevuld door deels functionarissen van Financiën en deels inhuur van derden. In het verslagjaar is geconstateerd dat hiermee niet het gewenste effect wordt behaald. Er moet een verbeterslag worden gemaakt in het analyseren van financiële gegevens en het bewerken van deze gegevens tot managementinformatie. Daarnaast moet er regie zijn op het gebruikmaken van de managementinformatie en het zo nodig bijsturen. Ook de functie van interne controle/administratieve organisatie is de afgelopen jaren ingevuld door inhuur van externe capaciteit, echter op een minimumniveau. Een verdere uitbouw en professionalisering van deze functie is noodzakelijk om te kunnen blijven voldoen aan de toegenomen wet- en regelgeving en het verscherpte toezicht op de naleving hiervan. Uitbreiding van de IC/AO functie is nodig om als organisatie te komen tot procesbeheersingsmethodieken, zodat kansen en bedreigingen tijdig kunnen worden onderkend en hierop tijdig kan worden gereageerd. In 28 is daarom besloten tot het aantrekken van een controller. Tevens is in het verslagjaar besloten tot het aantrekken van een projectmanager. Re-integratieopdrachten komen steeds vaker tot stand door aanbestedingen, waarbij strikte regels worden gesteld ten aanzien van prestaties en verantwoording. Bij de uitvoering van deze opdrachten wordt in toenemende mate gewerkt volgens met opdrachtgevers gemaakte prestatïeafspraken. Dit betekent dat de huidige processen verder moeten worden geoptimaliseerd en geprofessionaliseerd. De strategische keuze om Wedeo als breed georiënteerd arbeidsontwikkelbedrijf te positioneren biedt mogelijkheden voor het verbreden van de aanbodportefeuille. Er is in voldoende mate kennis aanwezig over de ontwikkeling van de markt. De fysieke infrastructuur, met name het direct kunnen aanbieden van werkplekken, verschaft Wedeo een sterke uitgangspositie. Om kansen in de markt volledig te benutten is het noodzakelijk om snel (nieuwe) producten te kunnen ontwikkelen of te differentiëren naar (nieuwe) opdrachtgevers. 4.2.2, Organisatiestructuur Om de uitvoering van arbeidsontwikkeling goed te laten verlopen is vooralsnog de structuur gehandhaafd van arbeidsontwikkelbedrijf en twee werkbedrijven. Typering van de bedrijven: Arbeidsontwikkelbedrijf Binnen dit bedrijf vindt het eerste deel van het primaire proces plaats; dit deel eindigt voor elke kandidaat met een persoonlijk ontwikkelingsplan. Ook het trajectmanagement, het begeleiden van kandidaten in het WPO-traject, die in staat zijn een 'ontwikkeling op de werkladder' te maken, vindt vanuit dit bedrijf plaats. Tenslotte verzorgt dit bedrijf het individueel extern plaatsen (detacheren en Begeleid Werken) van de kandidaat, evenals de begeleiding hiervan. Leer-werkbedrijf Ook de werkbedrijven ondersteunen het streven om personen zo hoog mogelijk op de werkladder te plaatsen. Daartoe biedt het voldoende WPO-plaatsen aan, zowel kwalitatief 16 Jaarverslag 28
- (begeleiding) als kwantitatief. Groepsdetacheringen vinden plaats vanuit het werkbedrijf. Het werkbedrijf is deels ook een beschutte werkplek voor diegenen die niet in staat zijn extern een werkplek te bezetten. Ook hier geldt dat gestreefd wordt naar een verdere ontwikkeling van de arbeidscapaciteiten van de medewerker ('ontwikkeling op de trede'). Er zijn twee werkbedrijven: het werkbedrijf Groen en het werkbedrijf Industrie & Dienstverlening. Organogram Topstructuur Bestuur (AB/DB)» DIRECTIE Algemeen directeur Directeur middelen" Ondersteunende afdelingen - Groen Arbeidsontwikkeling Industrie & Diensverl Commercie *Algemeen Directeur: m De (formele) eindverantwoordelijke richting bestuur en intern richting OR en extern richting publieke organisatie en private ondernemingen; Verantwoordelijk voor het beleid en de controle op de uitvoering; Verantwoordelijk voor de commerciële aansturing; Verantwoordelijk voor uitvoering van het primaire proces en de aansturing van de bedrij fsmanagers. **Directeur Middelen: Verantwoordelijk voor de centrale stafafdelingen te weten Financiën, IC/AO, ICT, Inkoop, P&O, Algemene Zaken, ARBO, huisvesting en Technische Dienst. Voor de realisatie zal nog een nadere in te vullen fasering. worden toegepast; "Plaatsvervangend algemeen directeur fii 3 1» Jaarverslag Wedeo 28 17
4.3. Commissies Wedeo kent een aantal commissies die de directie en het bestuur ondersteunen en adviseren. De personele samenstelling van de verschillende commissies is opgenomen onder het hoofdstuk 7 Overige gegevens. Financiële commissie In het verslagjaar is besloten de structuur met betrekking tot de advisering aan het bestuur op financieel-economisch gebied te wijzigen. Gedurende meerdere jaren was de functie van extern deskundige in deze commissie ingevuld door een niet met Wedeo verbonden accountant. Na het vertrek van deze 'externe' accountant enkele jaren geleden is de 'eigen' accountant gevraagd als adviseur in de commissie op te treden. Op dat moment is een extern deskundige aangetrokken voor advisering op het gebied van (commerciële) bedrijfsvoering. Nadat deze in 27 zijn adviesfunctie had beëindigd, is de advisering aan het bestuur op financieel-economisch gebied opnieuw bekeken. De Financiële commissie heeft in haar vergadering van 12 juni 28 besloten het bestuur te adviseren deze commissie op te heffen. De vak- en branchekennis die voor een gedegen advisering noodzakelijk is, is met name aanwezig bij de accountant die de controle op de cijfers uitvoert. De beoogde adviesfunctie voor de bestuurlijke leden is steeds moeilijker in te vullen. Er is daarom gekozen voor een directe rapportage van de extern deskundige (de accountant) aan het bestuur. In het verslagjaar is Deloitte aangewezen als accountant, i.c. de heer drs. M. Knip RA Bij besluit van het Algemeen Bestuur van 25 juni 28 is de Financiële commissie opgeheven. Commissie voor Georganiseerd Overleg Deze commissie adviseert de Directie op het gebied van (de toepassing van) arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren. Klachtencommissie ongewenst gedrag Deze commissie onderzoekt klachten op het gebied van ongewenst gedrag, ingediend door personen die werkzaam zijn bij Wedeo of die scholing of training volgen. De commissie heeft een externe voorzitter, om professionaliteit en onafhankelijkheid te benadrukken. In paragraaf 7.4 is de samenstelling van deze commissie weergegeven. In het verslagjaar zijn bij de commissie geen klachten ingediend. Wel heeft de commissie voor een collega SW-bedrijf, dat op dat moment geen bezetting in de klachtencommissie had, een klacht behandeld. De klachtencommissie heeft de Directie op meerdere terreinen geadviseerd, onder andere over het onderwerp ongewenst gedrag en welke normen voor de organisatie daar aan moeten worden gekoppeld. In het verslagjaar heeft een stuurgroep, bestaande uit leden van de Klachtencommissie en de Vertrouwenspersonen, voorstellen gedaan over de gedragscode, het Klachtenreglement en de rol van de Vertrouwenspersonen, hetgeen heeft geresulteerd in een door de Directie vastgestelde Code ongewenst gedrag. Overige Sinds 26 worden bezwaren van ambtelijke medewerkers in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht voorgelegd aan de Regionale bezwarencommissie personeleaangelegenheden. In 28 is in dit kader een bezwaarschrift behandeld. Conform het advies van de commissie is dit bezwaarschrift ongegrond verklaard. 18 Jaarverslag 28
9 -is Voor SW-medewerkers is hiervoor, conform artikel 6 van de CAO voor de sociale werkvoorziening, een geschillencommissie benoemd. In het verslagjaar zijn geen geschillen aan deze commissie voorgelegd. Specifiek voor de toetsing van de toepassing van de regels en voorwaarden van het sociaal statuut (SW en ambtelijk) is een toetsingscommissie sociaal statuut geïnstalleerd. In 28 zijn geen zaken aan de toetsingscommissie voorgelegd. m i: I Jaarverslag Wedeo 28 19
4.4. Organogram per 31 december 28 BESTUUR Algemeen Dagelijks DIRECTIE Algemeen directeur Directeur Middelen Projectmanagement Controlling Commercie Bedrijven Middelen P&O Algemene Zaken Financiën Inkoop ICT Arbeidsontwikkeling Industrie & Dienstverlening Groen Bedrijfsbureau Bedrijfsbureau Magazijn Ontwikkeling Detachering Montage Metaalassemblage Groenvoorziening Machinale Ploeg Kwekerij Groepsdetachering Post 2 Jaarverslag 28
5. Verplichte paragrafen 5.1. Weerstandsvermogen Definitie weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is in de Nota weerstandsvermogen, welke het Algemeen Bestuur op 15 december 24 heeft vastgesteld, als volgt gedefinieerd: de mate waarin Wedeo (onverwachte) verliezen door niet-gestructureerde financiële tegenvallers kan opvangen, zonder dat de continuïteit van Wedeo direct in gevaar komt of financiële noodmaatregelen noodzakelijk zijn. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door enerzijds de weerstandscapaciteit, anderzijds de risico's (de niet-gestructureerde financiële tegenvallers). Sinds het opstellen van deze nota zijn de omstandigheden waarbinnen- en de omgeving waarin Wedeo opereert sterk gewijzigd. Om deze reden zal de nota in 29 worden geactualiseerd. Inventarisatie risico's Risico's afgedekt via een verzekering Er zijn verzekeringen afgesloten voor de risico's van brand, bedrijfsschade, transport, werkmaterieel en voertuigen, aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Daarnaast zijn voor de Kwekerij specifiek verzekerd de schade aan kassen en de hierin staande gewassen. Risico's afgedekt via een voorziening Deze risico's betreffen onzekere verplichtingen, voortkomend uit activiteiten/transacties in het verleden. Deze verplichtingen zijn onzeker qua omvang en/of tijdstip van betaling, maar zijn redelijkerwijs in te schatten. Aan de vorming en hoogte van voorzieningen liggen bedrijfseconomische criteria ten grondslag. Voorzover toegestaan en relevant, is door Wedeo deze mogelijkheid om risico's af te dekken grotendeels ingevuld. Per 31 december 28 kent Wedeo de volgende voorzieningen: voorziening oninbare vorderingen; voorziening incourante voorraden; voorziening groot onderhoud; voorziening milieuverplichtingen; voorziening reorganisatie; voorziening FPU; voorziening BPM. Bij de toelichting op de balans staat per item een nadere toelichting op de ontwikkeling van elke post, waaronder een overzicht van de onttrekkingen en de toevoegingen. Onvoorziene risico's, macro-economisch van aard Dit zijn algemene (macro) economische risico's die als 'normale' risico's zijn te beschouwen, uitgaande van een 'going business' situatie. Bedrijfsspecifieke onvoorziene risico's Risico's welke samenhangen met de aard van de activiteiten die Wedeo uitvoert en de bijzondere omgeving waarin dit gebeurt worden gerekend tot de organisatiespecifieke risico's. De financiële gevolgen van de macro economische en bedrijfsspecifieke risico's zijn direct verwerkt in de resultaten. Volgens de Nota Weerstandsvermogen komen deze resultaten, voor zover de oorzaken een incidenteel karakter hebben, via de programmarekening ten laste van het weerstandsvermogen.
Overeenkomstig dezelfde nota komen de negatieve financiële effecten van structurele ontwikkelingen niet ten laste van het weerstandsvermogen, maar dienen die via een gemeentelijke bijdrage te worden verrekend. Bij de vaststelling van de voorjaarsbegroting 28 is vastgesteld dat het begrote negatieve resultaat ad 1.,- een gevolg is van structurele ontwikkelingen (met name onvoldoende gecompenseerde stijging van de loonkosten) en als zodanig ten laste van de gemeenten komt. Door een gunstigere ontwikkeling van het resultaat is reeds gedurende het boekjaar 28 besloten de gemeentelijke bijdrage niet in rekening te brengen. Weerstandsvermogen De aanwezigheid van een afdoende weerstandsvermogen is belangrijk als: egalisatierekening voor het opvangen van incidentele exploitatietekorten door algemene (macro-economische) risico's; dekking voor de gevolgen van bedrijfsspecifieke risico's met een incidenteel karakter. Daarnaast kan de aanwezigheid van een afdoend weerstandsvermogen de kwaliteit van de besluitvormingsprocessen bij tegenvallers positief (geen paniekvoetbal) beïnvloeden. Binnen Wedeo bestaan in principe de volgende middelen die tezamen het weerstandsvermogen vormen: de post onvoorzien in de programmarekening; de post reserve bedrijfsrisico. Per ultimo 28 is de omvang van de post reserve bedrijfsrisico 4.73., ; dit is exclusief het resultaat over 28, over de bestemming hiervan moet het Algemeen Bestuur nog beslissen. Voor de toekomstige financiële verplichting verbandhoudend met het stuwmeer aan vakantiedagen en vakantiegeld is, overeenkomstig het besluit van het Algemeen bestuur d.d. 15 december 24, een bestemmingsreserve gevormd. Op basis van een berekening van de hiervoor noodzakelijke middelen, waarbij rekening is gehouden met het feit dat volgens de bestaande beleidslijn aan het eind van een dienstverband in principe geen vakantiedagen worden uitbetaald, is de omvang van deze bestemmingsreserve per ultimo 28 ongewijzigd vastgesteld op 1.2.,-. In de Nota Weerstandsvermogen is als minimale norm voor het weerstandsvermogen 35% van het balanstotaal gesteld. Bij de berekening hiervan dient de bestemmingsreserve buiten beschouwing te worden gelaten. Per 31 december 28 bedraagt het op deze wijze berekende weerstandvermogen 38,% (ultimo 27: 36,6%) van het balanstotaal. Claims van derden, faillissement verbonden partijen en/of derde partijen Er zijn er geen claims bekend die niet in de cijfers zijn verwerkt. En er zijn geen redenen of aanwijzingen dat de verbonden partijen, de Stichting Talent en Direct Werk BV financiële problemen kennen of zelfs failliet gaan. De post uitstaande leningen betreft uitsluitend leningen aan personeelsleden onder hypothecaire zekerheidsstelling. 5.2. Onderhoud kapitaalgoederen Om de (waarde van de) aanwezige kapitaalgoederen zo goed mogelijk in stand te houden besteedt Wedeo hier veel aandacht (en middelen) aan door het hanteren van een zo adequaat als mogelijk onderhoudsprogramma. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen kort en lang cyclisch onderhoud. Het kort cyclisch onderhoud betreft met name het onderhoud van machines, installaties, voertuigen en werkmaterieel. Het jaarlijkse onderhoud gebeurt zoveel mogelijk door de eigen Technische Dienst op basis van een jaarrond onderhoudsplan. Uiteraard omvat dit ook het verhelpen van onvoorziene storingen en niet uit te stellen noodreparaties. Omdat de 22 Jaarverslag 28