B10 A VUm-omps toetsing Toets CAT B 2.2.3 /Cursusfhnkelijke toets stuiejr 2011-2012 Nm ursus Hemtolgie en Onologie Cursusoörintor (vie-) Gelegenhei Dr. Hns vn Oostveen 1e Toetstum 25-05-2012 Tij Plts Antl en type vrgen Antl versies 2 Druk Toegestne hulpmielen 08.45 uur 10.45 uur ( extr-tij hlf uur lnger) TenT 55 vrgen: 1 twee-, 5 rie-, 48 vierkeuze en 1 juist/onjuist vrg tweezijig erukt geen Stuentinstrutie (lees het goe oor): MC-toets: kies het este (volleig juiste en meest omplete) ntwoor moiele telefoons uit en in e ts oner e stoel lléén toetsenoigheen op tfel vul je stuentnummer uielijk in op het formulier en kleur e hokjes juist in vrgen over e inhou vn e toets woren NIET entwoor ommentren n floop nr e JVC vn je ursus toiletezoek NIET toegestn frue wort estrft krs NIET op het ntwoorformulier! Ook geen oorhlingen! Zo noig foutieve hokjes orrigeren oor zeer goe te gummen! Sues! CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
1 In het eenmerg is er, fhnkelijk vn e ellijn, vnf e hemtopoïetishe stmel het volgene wr te nemen:. lleen uitrijping. lleen vermenigvuliging. uitrijping én vermenigvuliging. noh uitrijping, noh vermenigvuliging. 2 Bij ute leukemie is er in tegenstelling tot een hronishe leukemie een uitrijpingsefet in e hemtopoiese. juist. onjuist 3 Een ptiënt met ziekte vn Hogkin wort ehnel met poliklinishe hemotherpie in omintie met G-CSF. Deze ptiënt komt op uw ohtenspreekuur in e huisrtsenprktijk vnwege koorts tot 39.1 gren C xillir. Hij heeft verer geen klhten en ij lihmelijk onerzoek vint u niets fwijkens, ehouens rhonhi links sl posterior thorl. Hoe ient u ls rts te hnelen? U:. mkt een X-thorx en hnelt nr evinen. stuurt e ptiënt nr het ziekenhuis voor ehneling met reespetrum ntiioti. instrueert e ptiënt retl e tempertuur geurene e g te vervolgen en te ellen ls e tempertuur > 40 gren C wort.. shrijft pretmol voor tegen e koorts en ziet ptiënt e volgene g terug. 4 Een ptiënt met loegroep O Rh-positief krijgt usievelijk loegroep B Rh-negtief loe. Hij plst enige tij lter roe urine. Dit wort veroorzkt oor. ute nierinsuffiiëntie. nierstenen oor klkneerslg. vrij hemoglouline oor intrvsulire hemolyse. hypotensie ij nfyltishe shok. 5 De universele onor vn erytroytenonentrten heeft loegroep. O rhesus positief. O rhesus negtief. AB rhesus positief. AB rhesus negtief. 6 Een 80-jrige vrouw komt ij e huisrts in vern met moehei en een vol gevoel in e uik. Bij lihmelijk onerzoek plpeert u een vergrote milt. Het loeeel toont: H 7.3 mmol/l, Tromo's 241 x 10*9/l, Leuo's 244 x10*9/l. De meest wrshijnlijke ignose is. perniieuze nemie. ute leukemie. essentiële tromoytose. hronish myeloie leukemie. CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
7 Een jonge negroïe vrouw komt innen met heftige pijn in hr rug en enen. Drnst onervint zij mile pijn in e thorx rehts. Zij vertelt sikkelelnemie te heen en zij herkent hr klhten ls een 'rise'. De vrouw is niet enuw, ze emt rustig. Hr sturtie is norml. Hr tempertuur is 38.2ºC en het hemogloinegehlte is 3.9 mmol/l. De X-thorx toont geen fwijkingen. Welke interventie is noig? Toeiening vn:. erythroyten, fysiologish zoutoplossing en ntiioti. erythroyten, ntiioti en verrihten vn wisseltrnsfusies. fysiologish zoutoplossing en zuurstof. erythroyten en zuurstof 8 Een jonge negroïe vrouw vn 21 jr heeft een (heterozygote) sikkeleltrit. Zij wort verlief op een Itlinse mn en wort zwnger vn hem. Wt is het ernstigste t kn geeuren?. e nstne moeer krijgt tijens e zwngershp sikkelelrises wroor e foetus in gevr komt. het kinje overlijt in utero oor een ernstige hemogloinopthie. het kinje krijgt een ernstige vorm vn thlssemie. het kinje krijgt een hemogloinopthie ie sikkelelrisen geeft 9 Een jonge voorheen gezone vrouw vn 20 jr heeft een plotseling geignostieere nemie: H 4.3 mmol/l. Het tromoyten- en leuoytenntl is norml. Het MCV is 110 en het retiuloytenntl is sterk verhoog. Zij heeft e ltste tij termpertuursverhoging tot 38 gren C. Wt is e meest wrshijnlijke oorzk?. een ijzergereksnemie in het ker vn een virle infetie. een vitmine B12 efiiëntie ij e ziekte vn Crohn. een foliumzuurefiiëntie ij lng estn fwijken ieet. een uto-immuunhemolyse ij een myoplsm pneumonie 10 Een voorheen gezone vrouw ie 14 weken zwnger is heeft een miroytire nemie. Het H gehlte is 6.5 mmol/l, het ferritinegehlte is norml. Welke fwijking zou verntwoorelijk kunnen zijn voor e nemie ij e moeer en wt is vn elng voor e foetus om te onerzoeken?. een ijzergereksnemie ij e moeer, een eho vn e foetus om een thyrie uit te sluiten. een HH ziekte ij e moeer, genetish onerzoek nr -thlssemie ij e foetus. een heterozygote -thlssemie ij e moeer, onerzoek vn e prtner. een mile vorm vn -thlssemie ij e moeer, genetish onerzoek ij e foetus CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
11 Een 70 jrige vrouw ie enkele jren in een nleunwoning woont, wort toenemen leek. Bij het lihmelijk onerzoek vint u geen fwijkingen, ehouens leke onjuntive en lihtgele slere. U verriht lortoriumonerzoek; Het H is 6.5 mmol/l, het tromoytenntl is 105x10 9 /l en het leuoytenntl is 2.8x10 9 /l. U elt het lortorium en vrgt een MCV t verhoog lijkt te zijn; 120. Welke vn e onerstne eweringen is ONJUIST?. u enkt t er een foliumzuurefiientie is, strt suppletie en verwht een stijging vn het H n enkele gen. u enkt t er een vitmine B12 efiientie is, strt suppletie en verwht een toenme vn het ntl retiuloyten n enkele gen. u enkt t er een vitmine B12 efiientie is, en vrgt nr neurologishe klhten. u enkt t er een foliumzuurefiientie is en regelt t tfeltje ek je lngs komt 12 Een 60 jrige mn presenteert zih ij e hemtoloog met een mile nemie (H 7 mmol/l), tromopenie (tromoyten 110 x 10 9 /l) en neutropenie (2 x 10 9 /l). Hij heeft geen klhten. De eviningen weren gen tijens een keuring voor een verzekering. Een eenmerg onerzoek toont een myeloysplsie, type refrtire nemie zoner een toenme vn het ntl lsten in het eenmerg. U vertelt t e ehneling vn myeloysplsie fhngt vn e prognose vn het ziekteeel. Gezien het ontreken vn klhten en een lg ntl kwrige ellen in het eenmerg ient u hem verer te vertellen t. er geen therpie noig is en ook geen verere ontrole. er nu geen therpie noig is, mr u hem wel zult lijven ontroleren. myeloysplsie een voorloperziekte vn ute leukemie is en er us iret intensieve hemotherpie noig is. myeloysplsie een voorloperziekte vn ute leukemie is en er vnf nu loetrnsfusie en loepltjestrnsfusie noig is 13 Een mn vn 70 jr komt ij u nt hij heeft vernomen vn e hemtoloog t er ij hem een ute myeloie leukemie (AML) is vstgestel. Hij twijfelt zeer of hij nog wel intensief ehnel wil woren en komt met u spreken omt u elkr l lng kent. Zijn vrouw is reent overleen. Toh geniet hij vn het leven en vertelt hij t zijn kleinohter over 2 weken hr rtsenul krijgt. Hij wil t grg nog meemken. An e nere knt wil hij ook e grootste kns op overleving enutten. Welke vn e onerstne overwegingen ie u met e ptiënt espreekt is ONJUIST?. U vertelt t er een reële kns is t hij tijens e opnme vn e eerste intensieve hemotherpiekuur overlijt en ls hij perse e uluitreiking wil meemken u gt informeren of e opnme nog uitgestel kn woren. U vertelt t intensieve hemotherpie op zijn leeftij in zijn lgemeenhei er toe leit t er 20% kns is op overleving n 2 jr en t lleen onersteunene therpie niet tot genezing zl leien. U zegt t u met e hemtoloog zl overleggen r e prognose vn een leukemie zeer wisselen is en er welliht nog overwegingen zijn ie vn elng zijn. U vertelt t uitstel vn hemotherpie ij leukemie niet mogelijk is en gezien e uitreiking het het est is met mile hemotherpie te strten CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
14 Bij een ute myeloie leukemie kunnen multipele hromosomle fwijkingen voorkomen ie soms gessoieer zijn met een goee prognose. Een goee morfoloog kn t rees oor e mirosoop zien; te weten een AML-M4eo en een AML-M3, e zogenme monoytire leukemie met errnte eosinofielen en promyeloytenleukemie met tkkenossen. Deze fwijkingen kunnen het est evestig woren op moleulir niveu oor. klssiek ytogenetish onerzoek. polymerse kettingretie. Southern lotting. flowytometrie. 15 Een ptiënt vn 54 jr presenteert zih met een ovenste luhtweginfetie ij e huisrts. Die gf hem e fgelopen twee mnen l 2 ml ntiioti in vern met een sinusitis en een pneumonie. Hij enkt t er een verminere fweer is en lt het leuoytenntl eplen en een perifere loeuitstrijk verrihten. Welke perifere ifferentitie pst NIET ij het ovenstne klinishe eel?. een toegenomen leuoytenntl met linksvershuiving vn e myeloie reeks. een verlg leuoytenntl met 10% neutrofielen. een verhoog leuoytenntl met overwegen lymfoyten en Gumprehtse shollen. een verhoog ntl leuoyten met overwegen lymfolsten 16 Een ptiënte vn 80 jr heeft een CLL. Zij heeft een enkele klein vergrote lymfklier ij het lihmelijk onerzoek. Zij heeft een ernstige nemie en tromopenie. Het retiuloytenntl is sterk verhoog. U vrgt zih f hoe u e ptiënte gt ehnelen. Uw ifferentil ignostishe overwegingen leien tot e volgene juiste stelling:. e nemie en tromopenie is wrshijnlijk tgv eenmerginfiltrtie en ehoeft strten vn therpie. e nemie en tromopenie is wrshijnlijk uto-immuun gemeieer en is geen reen tot ytoreutieve therpie 17 Een ptiënt vn 46 jr presenteert zih met een leuoytose vn 300 x 10*9/l. Het H en het tromoytenntl zijn norml. U vrgt een perifere leuoyten ifferentitie n. In e perifere loeuitstrijk woren lle voorlopervormen vn e myeloie reeks gezien [vn metmyeloyt tot lst]. U vertelt e ptiënt t hij wrshijnlijk een hronishe myeloie leukemie heeft en t hij zih moet vervoegen ij e hemtoloog. Op e vrg vn e ptiënt wt e hemtoloog gt oen, vertelt u het volgene [in voor e ptiënt egrijpelijke ewooringen]: Hij zl e ignose kunnen evestigen oor het verrihten vn. een PCR geriht op het ntonen vn het r/l fusiegen en strten met een tyrosinekinse remmer en uitleggen t e ptiënt ou kn woren met eze therpie. klssieke ytogeneti op het ntonen vn e trnslotie 15;17 en strten met vitmine A zuur en vertellen t e kns op overleving heel hoog is. een PCR geriht op het ntonen vn e trnslotie 9;22 en strten met orle hemotherpie [hyre] en zeggen t er een grote kns estt op een lstenrise. een PCR geriht op het ntonen vn e trnslotie 14;18 en een wit en see elei voorstellen CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
18 Een 68-jrige mn onsulteert u wegens een sins enige mnen estne pijnloze zwelling in e hls. Bij lihmelijk onerzoek vint u iner enkele kliertjes in e hls vn 1-1,5 m, rnst ook een pr liht vergrote klieren in e eie oksels en in e liezen. In e ifferentil ignose zet u oner meer een lymfoom. Welke vorm hiervn ht u het meest wrshijnlijk?. Burkitt lymfoom. Folliulir lymfoom. Lymfolstir lymfoom. Hogkin lymfoom. 19 Het hypervisositeitssynroom wort gekenmerkt oor oner nere neurologishe vershijnselen, loeingen en kortemighei. Het synroom kn woren veroorzkt oor. IgM monolonl proteine en leuoytose. IgM monolonl proteine. leuoytose 20 Bij polyythemi ver wort in 90% vn e gevllen een muttie gevonen in. -Mpl gen. JAK2 gen. EPO gen. FGFR3 gen 21 Een ptiënte met polyythemi ver wort l jren 4 ml per jr ergelten wrij het Ht < 0.45 is. De ptiënte is zeer lij t it het fgelopen jr niet noig leek. Bij e ltste ontrole klgt zij over nhtzweten en een vol gevoel in e uik en lijkt zij een nemie te heen. Wt is NIET te verwhten?. een leuoytose met stven, metmyeloyten, myeloyten en erythrolsten in e perifere loeuitstrijk. trnruppelellen in e perifere loeuitstrijk. Howell Jolly oies in e perifere loeuitstrijk. een tromoytopenie 22 De speifieke hromosomle fwijking ij een hronishe myeloie leukemie is een. trnslotie 8;21. trnslotie 1;19. perientrishe inversie vn hromosoom 16. trnslotie 9;22. CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
23 Een ptiënt vn 84 jr is eken met multipel myeloom. Bij ignose vn e ziekte leek hij zeer uitgereie osteolytishe otziekte te heen. Hij is gestrt met melfln, prenison en thliomie. Zijn ehtgenote vertelt t hij e ltste gen klgt over pijn in e rug en ze vint hem verwr. Bij het lihmelijk onerzoek vint u krhtsverlies vn het linkereen en e ptiënt is iner trg en verwr. Het overige neurologish onerzoek is norml. Hoe ient u vervolgens te hnelen?. U verriht een een röntgenfoto vn thorle en lumle wervelkolom om een extrmeullir plsmytoom uit te sluiten en eplt het lium gehlte. U verriht een MRI om een extrmeullir plsmytoom uit te sluiten en eplt het lium gehlte. U verriht een een röntgenfoto vn thorle en lumle wervelkolom om een extrmeullir plsmytoom uit te sluiten en eplt het M-proteine. U verriht een MRI om een extrmeullir plsmytoom uit te sluiten en eplt het M-proteine 24 Of een ptiënt met een multipel myeloom ehnel moet gn woren hngt f vn het fwijken zijn vn e volgene prmeters:. liumgehlte, kretinine, hemogloine en otlesies. liumgehlte, kretinine en otziekte. e hoogte vn het M-proteine, het hemogloinegehlte en otlesies. e nwezighei vn Bene-Jones proteinurie en het kretininegehlte 25 Een kin met een ute lymftishe leukemie heeft een etere prognose n een volwssene met een ute lymftishe leukemie. Dt komt oor een ntl ftoren. Welke vn onerstne ftoren verklrt het vershil in prognose NIET.. het meer voorkomen vn gunstige ytogenetishe fwijkingen ij ALL op e kinerleeftij. het meer voorkomen vn ongunstige ytogenetishe fwijkingen ij ALL op volwssen leeftij. e vershillen in ehnelshem s voor kineren en volwssen. e vershillen in meningele lolistie tussen kineren en volwssenen 26 Tumoren kunnen gessoieer zijn met virussen. Welke omintie is juist?. humn immunoefiiëntie virus (HIV) ervixrinoom. heptitis B virus (HBV) Kposi sroom. humn ppillomvirus (HPV) leverelrinoom. Epstein-Brr-virus (EBV) nsophrynxrinoom 27 De inientie vn knker is het hoogst in e leeftijsgroep:. 15-49 jr. 50 74 jr. 75+ jr CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
28 Het opstrten vn een evolkingsonerzoek is zinvol wnneer: I. Het op te sporen tumortype veel voorkomt en een nzienlijk risio op sterfte geeft II. e kns op genezing wort vergroot. I is juist, II is onjuist. I is onjuist, II is juist. I en II zijn eien juist. I en II zijn eien onjuist 29 Binnen e onologie woren vershillene systemishe ehnelingen gegeven. Welke ehneling wort op it moment slehts in stuievern toegepst? Behneling met. monoklonle ntilihmen. ntihormonen. genetish gemnipuleere enritishe ellen. ntimetolieten 30 De ehneling vn het lol uitgerei ervixrinoom of rinoom vn het hoofhlsgeie estt vk uit hemoritie. Tijens e estrling wort n gelijktijig hemotherpie gegeven, teneine. e lole ijwerkingen te eperken. e lole werking te optimliseren. e ehneluur te verkorten. metstsen op fstn te voorkomen 31 Ajuvnte hemotherpie vn orstknker met hormonle en/of hemotherpie wort gegeven om:. eventuele mirometstsen te oen. e tumor kleiner te mken opt e orst niet meer gemputeer hoeft te woren. te kunnen fzien vn nestrling 32 Trgete therpy vershilt vn e klssieke hemotherpie oner nere wt etreft e optreene ijwerkingen. Welke ijwerking is speifieker voor trgete therpy?. Misselijkhei en rken. Dirree. Hypertensie. Vermoeihei 33 De moeer vn een jongen vn 2 jr ou ziet ij hr zoon een witte pupil vn het linker oog. Vi e huisrts wort hij snel oorverwezen nr e oogrts, ie stelt oor miel vn funusopie e ignose retinolstoom. Is een eenzijig retinolstoom erfelijk? Een eenzijig retinolstoom. is nooit erfelijk. kn erfelijk zijn. is ltij erfelijk CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
34 Een 58-jrige vrouw is ij u eken met een olonrinoom met levermetstsen. Er is een hemioletomie links verriht en nsluiten ehnel met pllitieve hemotherpie. Twee mnen geleen wer e hemotherpie gestkt, omt er op e CT-sn sprke ws vn progressie vn e levermetstsen. In vern met pijnklhten in e leverstreek geruikt ze morfine retr (MS Contin ) 2 x 30 mg. Hr ehtgenoot elt nu omt hij zih zorgen mkt. Ptiënte gt hteruit. Zij is toenemen misselijk en rkt. Omt e pijnklhten wt zijn toegenomen, is rie gen geleen e osering vn e morfine retr opgehoog nr 2 x 60 mg. Ptiënte is niet iterish. De peristltiek is sprzm, mr klinkt norml. Er zijn geen nwijzingen voor sites. Bij retl touher voelt u zhte ontlsting in e mpul. Wt is het miel vn eerste keuze voor e symptomtishe ehneling vn e misselijkhei en het rken?. Metoloprmie (Primpern ). Hloperiol (Hlol ). Dexmethson. Onnsetron (Zofrn ) 35 Bij een 35-jrige vrouw wort een invsief utl enorinoom vn e linker orst vstgestel, imeter 2,5 entimeter, gr III, oestrogeen- en progesteronreeptor positief, Her2Neu-reeptor negtief. Zij onergt een lumpetomie, wrij e tumor ril verwijer wort. Bij e sentinel noe proeure woren 2 lymfklieren verwijer zoner metstsen. Wt viseert u volgens e Neerlnse rihtlijn ls juvnte ehneling?. riotherpie, hemotherpie, trstuzum. hemotherpie, hormonle therpie. riotherpie, hemotherpie en hormonle therpie. riotherpie en hormonle therpie 36 De hemotherpeutishe ehneling vn knker kn ook op e lnge termijn tot omplities leien, zols:. hrtflen. irree. muositis. neuropthie 37 Csus 1 Bij een 20-jrige jongemn wort een non-seminom testis vstgestel met uitziingen in longen en lymfklieren. Hij is wt enuw en heeft rugpijn. Er wort gestrt met hemotherpie. Het oel vn eze ehneling is om:. verere uitziingen te voorkomen en stiele ziekte te ereiken. hem te genezen. e kwliteit vn leven te verhogen. e metstsen te verkleinen zot opertie mogelijk is CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
38 Vervolg sus 1 De gegeven hemotherpie estt uit 4 zogenme BEP-kuren: Bleomyine, Etoposie, ispltin. Hij krijgt nti-emeti om zo min mogelijk lst te heen vn misselijkhei en/of rken. Welk miel is het meest emetogeen?. leomyine. etoposie. ispltin 39 De WHO-ler vn e pijnestrijing wort veel geruikt in e pllitieve zorg. Tot e tweee trp vn e neuropthishe pijnler ehoort. oeïne. pretmol. morfine. mitriptyline 40 Een 50-jrige mn met een gemetstseer melnoom nr oner nere e lever en hersenen gt stees verer hteruit. Hij herkent zijn nsten niet meer, ligt hele gen op e en eet en rinkt nuwelijks meer. Pijn lijkt hij niet te heen. Zijn fmilieleen ringen n op euthnsie en tonen e euthnsieverklring ie ptiënt enkele mnen eerer heeft opgestel en onerteken. Wt is e juiste hnelwijze?. ngezien ptiënt hier zorgvulig over heeft ngeht en voorerei, kunt u meegn in het verzoek. oort ptiënt niet meer heler is, is pllitieve setie een etere optie. uitleggen n e fmilie t u niet in kn gn op it verzoek ngezien ptiënt zijn wensen niet meer goe zelf kenr kn mken. uitleggen n e fmilie t u hier liever niet op in wil gn omt u prinipiële ezwren heeft tegen euthnsie, mr t u een nere rts zl vrgen 41 De estrling wrij e tumor met smlle strlenunels vnuit vele, vershillene knten uitwenig wort estrl heet:. eletieve riotherpie. stereottishe riotherpie. rhytherpie. hyperthermie 42 Welke ptiënt heeft nr verwhting e slehtste prognose? Een ptiënt met een ossl gemetstseer. nierelrinoom. prosttrinoom. mmmrinoom. olonrinoom CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
43 Bij een 64-jrige mn wort een tumor geonstteer op e overgng vn slokrm nr mg. Het pthologish iopt zl meest wrshijnlijk etreffen:. plveiselelrinoom. GIST (gstro-intestinle stromeltumor). enorinoom. leiomyoom 44 De meest voorkomene solie tumor ij mnnen oven e 75 jr is een. prosttrinoom. longrinoom. slokrmrinoom. olonrinoom 45 Wt is e funtie vn een lymfklierissetie vn e oksel ij e ehneling vn het mmmrinoom?. ter verkrijging vn weefsel voor e hormoonreeptorepling. ter stiëring en veretering vn het osmetish resultt vn e mmm opertie. ter stiëring en ehneling ter voorkoming vn een reiief in e oksel. het voorkomen vn lymfoeeem postopertief 46 Klinish wetenshppelijk onerzoek kn woren ingeeel in zogeheten fse I-, fse II- en fse III-onerzoek. Wt is het einpunt vn een fse II-onerzoek?. e mximl verrgzme osering. e eonomishe hlrhei. e tumorrespons en toxiiteit. e overleving en ijwerkingen 47 Het ovriumrinoom wort ook wel silent killer genoem. Wt is hiervn e reen? De tumor. is vk zeer gressief en progressief. is vk l gemetstseer wnneer er klhten optreen. kn met mile hemotherpie estreen woren. is vk lleen met hirurgish ingrijpen n te tonen 48 Tumoren kunnen oor proutie vn stoffen eple symptomen veroorzken. Bij welke vn e volgene tumoren komt SIADH voor (= synrome of inpproprite ntiiureti hormone seretion)?. kleinellig longrinoom. melnoom. olonrinoom. nierelrinoom CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
49 Welke epling is eslissen voor het wel of niet strten vn een ehneling met etuxim of pnitumum ij een ptiënt met gemetstseer olonrinoom? Dit is e expressie of epling vn:. e vsulr enothelil growth ftor reeptor (VEGFR). e somtosttine reeptor (SSTR). het rinoemryonl ntigeen (CEA). e k-rs muttiesttus 50 Ruim eenere vn e ptiënten ie e ignose knker krijgen heen lst vn verhooge istress. Uit onerzoek lijkt t e kns op eze istress verhoog kn woren oor een ntl risioftoren. Welk ntwoor is geheel juist?. Lg inkomen, fmilieprolemen. Risiogerg ls roken en intensief zonnen, jonge leeftij. Beperkte soile steun, reente psyhitrishe voorgeshieenis. Lge opleiing, eerere ingrijpene levensgeeurtenissen 51 Welke eiwit wort gefosforyleer ls retie op DNA she?. RAS. APC. BCL-2. P53 52 De t(14;18) trnslotie in follikel-entrumellymfoom veroorzkt een lokke vn e poptoserespons, oort het resulteert in overexpressie vn een gen. Welk gen?. P53. BCL-2. BAX. FADD 53 Wrom ontstn zoveel vershillene soorten vn mligniteiten in het Li-Frumeni synroom?. Het p53 eiwit is essentieel voor het ewken vn het intte genoom vn veel vershillene soorten ellen. Het p53 eiwit stimuleert prolifertie in veel vershillene soorten ellen.. Het RAS eiwit stimuleert eleling vi een krhtige, oor veel ellen geruikte route: e RAS-MAPK pthwy. Het ATR gen is essentieel voor het in gng zetten vn een poptoserespons in veel elsoorten. 54 Wt wort verstn oner een mitotishe tstrofe? Het ontstn vn.... een neuploïe el, oor efete segregtie vn hromosomen.. een neuploïe el, oor rugvorming tussen hromosomen. eloo ten gevolge vn flene hromosoomsegregtie in e M-fse CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012
. een tetrploïe el, ls gevolg vn non-segregtie 55 De histologishe gr vn een mligne tumor is een mt voor een klinish relevnte prmeter. Welke?. De mte vn uitreiing vn e tumor. Het ifferentitietype vn e tumor. De pthogenese vn e tumor. De gressiviteit vn e tumor CAT Hemtolgie en onologie 2.2.3 2011-2012/ 25-5-2012