Bijlage 12 Schouten & Nelissen Competentiemodel Deze figuur is de basis van het competentiemodel. De drie hoofddimensies van het menselijk functioneren zijn: denken, voelen en doen in het model weergegeven als dikke pijlen. Daartussenin staan de afgeleide dimensies: verbeeldingskracht, interactie en logica deze zijn weergegeven als dunne pijlen. Binnen dit model vinden 44 competenties hun plaats. Voor een uitgebreide toelichting: zie hoofdstuk 5. Leervermogen Cognitief Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Zorgvuldigheid/ Omgevingsbewustzijn Accuratesse Onafhankelijkheid Loyaliteit Probleemanalyse Voortgangsbewaking Plannen en organiseren Visie Doorzettingsvermogen Oordeelsvorming Creativiteit/ Volharding Zelfontwikkeling Vindingrijkheid Zelfsturing Taakgericht Stressbestendigheid Innovatie-/ Leiderschap Vernieuwingsgerichtheid Coachen Zelfkennis Confronteren Tactisch Gedrag/Schakelvermogen Delegeren Overwicht Integriteit Kunstzinnigheid Initiatief Artisticiteit Doelgerichtheid Assertiviteit Resultaatgerichtheid Conflicthantering Samenwerken Besluitvaardigheid Leervermogen Interactief Luisteren Durf Onderhandelen Tact/sensitief gedrag Organisatiesensitiviteit Flexibiliteit/aanpassingsvermogen Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Klantgerichtheid Gespreksvaardigheid Presenteren
Bijlage 13 Kwaliteitenster In deze figuur ziet u zes blokjes met kwaliteiten en valkuilen het gehele model bevat er overigens twaalf. De kwaliteiten staan richting het midden: het witte gebied dat stabiliteit vertegenwoordigt. De valkuilen staan meer aan de buitenkant van het model. Een valkuil betekent dat u te veel van het goede hebt, met als gevolg dat u uit evenwicht raakt. Kwaliteiten vertegenwoordigen het persoonlijkheidsaspect dat moeilijk veranderbaar is. De plaats van uw kwaliteiten correspondeert met de plaats van uw competenties in het competentiemodel. De tegenoverliggende kant is dan vaak uw zwakke kant (valkuilen). Geremd (Ver)oordelend Pietluttig Volgzaam IJverig Gewetensvol Methodisch Zorgvuldig Energiek Dynamisch Ambitieus Pragmatisch Sturend Ongeduldig Dominerend Agressief Wijs Rustig Stabiel Flexibel Evenwichtig Relativerend Authentiek Eenvoudig Integer Ethisch Gesloten Introvert Afstandelijk Kritisch Theoretisch Leergierig Intelligent Onderzoekend Vaag Zweverig Dromerig Idealistisch Fantasierijk Creatief Visionair Zorgzaam Behulpzaam Geduldig Collegiaal Gezellig Bemoeizuchtig Opdringerig Betuttelend
Bijlage 14 Managementstijlen In deze figuur ziet u zes van de tien leiderschapsstijlen van het competentiemodel, gebaseerd op de stijlen van Quinn. Wanneer u de competenties eroverheen legt (dit kan in het internetmodel), ziet u welke competenties nodig zijn voor welke stijl. Dit kunt u gebruiken bij het bepalen van het vereiste competentieprofiel. Als u uw stijl kent, geeft dit indicaties over uw competenties; als u uw competenties kent, geeft dit indicaties over uw leiderschapsstijl. Coördinator Toezichthouder Taakgericht leider/producent management l e Strateeg Bestuurder i d e r s c h a p Integrator Mensgericht leider Woordvoerder Vernieuwer Innovator
Bijlage 15 Managementniveaus In deze figuur ziet u drie managementniveaus. Wanneer u de competenties eroverheen legt, kunt u zien welke competenties nodig zijn voor een bepaald niveau. Dat kunt u gebruiken voor het maken van het competentieprofiel. U kunt als manager dus bepalen welke competenties u nodig hebt. Maar omgekeerd werkt het ook zo: als u uw competenties kent, kunt u zien welk niveau het beste bij u past. Operationeel management (Direct leidinggevenden, chefs) Tactisch management (Afdelingsmanagers/-hoofden) Strategisch management (Directie, senior management)
Bijlage 16 Afdelingen In deze figuur staan enkele afdelingen en functiegebieden afgebeeld. (Het gehele model bevat er overigens meer.) Als u de competenties eroverheen legt (dit kan met het internetmodel), ziet u welke competenties nodig zijn in welke afdelingen handig bij het maken van functieprofielen. Omgekeerd werkt het ook zo: als u uw competenties goed kent, kunt u zien in welke afdelingen deze goed te gebruiken zijn. Automatisering Productie Administratie Research en development Ontwerp vormgeving Reclame Verkoop Marketing
Bijlage 17 Besluitvorming In deze figuur staat de besluitvormingscyclus afgebeeld. Bij goede besluitvorming maakt u eerst een goede probleemanalyse, dan vormt u zich een oordeel en ten slotte neemt u een besluit. Sommigen blijven steken in de probleemanalyse, anderen nemen te snel besluiten. Het is de kunst aan alle fasen de juiste hoeveelheid tijd te besteden. Probleemanalyse Oordeelsvorming Besluitvaardigheid