Notitie Jeugd Team Beleid Van: F.T. de Bruin-Dragt E-mail: ft.debruin-dragt@rotterdam.nl Fax: (010) 498 42 68 Telefoon: 06 22 04 26 44 Aan: Rotterdamse onderwijsbestuurders, t.b.v. overleg 14 maart 13.00 uur Bezoekadres: Librijesteeg 4 Rotterdam Postadres: Postbus 70014 3000 KS Rotterdam Kenmerk: 12JOS06334 Kopie aan: Betreft: Inventarisatie en advies doorstroom Op 12 januari werd tijdens de bijeenkomst van de Programmaraad Beter Presteren met het hoger onderwijs geconstateerd dat veel uitval in vervolgonderwijs ontstaat door achterstanden op taal en rekenen, maar ook door verkeerde studiekeuze en verwachtingen. Er is behoefte aan een structurele aanpak op dit gebied, nu wordt te veel gewerkt op projectbasis. Met de invoering van de landelijke referentieniveaus taal en rekenen voor primair onderwijs tot en met mbo in het achterhoofd wordt de urgentie om tot een algemene structurele totaalaanpak te komen alleen maar groter. Afgesproken is dat er een inventarisatie wordt gedaan door JOS in samenwerking met de Kenniswerkplaats Rotterdams Talent. Er is daarom een online enquête verstuurd naar bestuurders en medewerkers van onderwijsorganisaties en gemeente. Tot 24 februari kon de enquête worden ingevuld. De resultaten van de inventarisatie zijn binnen en zullen in deze notitie samengevat worden, gevolgd door een voorstel ter bespreking op 14 maart aanstaande. Onderzoeksresultaten Op moment van schrijven zijn er 28 bruikbare doorstroom projecten/programma s ingevuld. In de bijlage bij deze notitie staat een overzicht van de 28 projecten/programma s. Wat opvalt aan de reacties is dat er projecten in de volgende categorieën zijn: (taal/reken)projecten binnen één onderwijssoort om leerprestaties te verhogen Studiekeuze/loopbaanbegeleiding en mentoring Samenwerking/deskundigheidsbevordering docenten Administratieve projecten (gegevensuitwisseling over o.a. inschrijvingen) Sectorspecifiek waarbij er verwevenheid is tussen het onderwijs aan de toeleverende en afnemende kant. De laatste categorie is het vaakst structureel gefinancierd en het vaakst succesvol door een intensieve samenwerking van docenten en studenten. Structurele financiering komt vooral voor bij de en projecten. Bij deze projecten is sprake van verwevenheid in de curricula waardoor het gemakkelijker structureel te bekostigen is. Het zijn succesvolle projecten maar door de sectorale focus niet toepasbaar om binnen de hele onderwijsinstelling de doorstroom te verbeteren. Er kan immers ook sprake zijn van intersectorale doorstroom.
Blad: 2/7 Opvallend is dat er veel projecten gemeld zijn en slechts een enkel vo-hbo/wo project, voornamelijk studiekeuze/peercoach projecten. Bovendien worden de vo-hbo/wo projecten vanuit het hoger onderwijs opgezet zonder actieve participatie van het vo. Conclusie Uit de evaluatieresultaten blijkt dat geen van de projecten en programma s een voldoende nuttige bijdrage levert aan het versoepelen van de overgang tussen schoolsoorten. Resultaten bestaan vooral uit elementen die deels bijdragen aan een soepele doorstroom; een betere samenwerking tussen docenten, een beter beeld van wat er van studenten in een andere schoolsoort verwacht wordt, het delen van informatie, een verkort programma voor mbo-ers, etc. Het doel van de inventarisatie was het zoeken naar een goed voorbeeld dat structureel ingezet kan worden om studiesucces te verhogen in vervolgonderwijs door achterstanden op taal en rekenen aan te pakken, maar ook door verkeerde studiekeuze en verwachtingen te voorkomen. Met dat doel in het achterhoofd kan geen enkel project of programma op geen enkel overgangsmoment de toets der kritiek doorstaan! Omdat elk project slechts een deel van mogelijke problematiek aanpakt wordt slechts marginaal een bijdrage geleverd aan het verhogen van het opleidingsniveau. Concluderen dat er op bepaalde overgangsmomenten maar een deel van de problematiek speelt kan met deze gegevens niet. Voor de meeste overgangsmomenten zijn namelijk projecten van verschillende categorieën (administratie, studiekeuze, taal etc.) bekend. Op basis van de verkregen informatie kunnen wel de voorwaarden voor een totaalaanpak opgesomd worden. Voorstel voorwaarden totaalaanpak Wij stellen voor dat u instemt met de voorwaarden voor een totaalaanpak, zoals die hieronder zijn geformuleerd. Een belangrijk uitgangspunt is dat er op dit moment over de overgangsmomenten (incl. de verschillende leerwegen),, havo/vwo-hbo, en vwo-wo geen instellingsbrede/bestuursbrede afspraken in Rotterdam zijn. Het ontvangende en het toeleverende onderwijs bepalen samen: Onderwijsinhoudelijk: Wat het noodzakelijke instapniveau aan taal, rekenen en studievaardigheden op het ontvangende onderwijs, conform de methodiek van de referentieniveaus en hoe deze zich verhouden tot de vastgestelde referentieniveaus/ wettelijke eisen en het eindniveau van het toeleverende onderwijs. Daarnaast bepalen ze het huidige instapniveau en bepalen welke inspanningen geleverd moeten worden om de leerlingen op het noodzakelijke instapniveau te krijgen. Hiertoe wordt informatie over curriculum, toetsing en resultaten in toeleverend en ontvangend onderwijs gedeeld. Op basis van redenen van studieuitval: 1. Een visie op loopbaanoriëntatie waarbij in elk geval aandacht wordt besteed aan het identificeren van talenten, motivatie en interesse van de jongere, methoden om kennis te maken met opleiding en beroep ten behoeve van een realistisch beeld 2. Een identificatie van de aard en inhoud van de begeleiding, inspanningen en activiteiten die de jongere vooraf, tijdens en na het overgangsmoment nodig heeft om sociaal en praktisch een soepele overstap te maken. Vooral voor vmbo: het loopbaanperspectief van de jongere, de doorlopende leerlijn, tot en met de eerste functie op de arbeidsmarkt. Het is noodzakelijk hierbij vervolgonderwijs en/of het werkveld te betrekken. Hoe voorgaande doorwerkt in de rol, taak en competenties van docenten voor, tijdens en na de poort en welke inspanningen nodig zijn om de docent daar te krijgen. De (on)mogelijkheden om inschrijfgegevens en studieresultaten administratief uit te wisselen zodat het ontvangende onderwijs een beeld heeft van sterke en zwakke vakken bij een leerling en het toeleverende onderwijs teruggekoppeld krijgt hoe de student presteert tot een jaar na de overgang.
Blad: 3/7 Welke gevolgen veranderingen in rijksbeleid hebben, zoals de referentieniveaus, het beleid van de onderwijsinspectie, Focus op Vakmanschap (mbo) en Kwaliteit in Verscheidenheid (HO), op het niveau van de jongere en de eisen aan dat niveau voor en na de poort (kansen en beperkingen vanuit het systeem). Op basis van de voorgaande punten wordt bepaald door welke organisatie welke inspanning geleverd moet worden op de doorstroom te verbeteren, idealiter voor de overgang tussen schooljaren 2011-2012 en 2012-2013. Specifieke adviezen per overgangsmoment Po-vo Gezien de lopende gesprekken tussen FOKOR en de gemeente Rotterdam over de overgangsprocedure po-vo, zal aan deze partijen slechts een advies op inhoud gegeven worden. Advies aan FOKOR en de gemeente: 1. Zet in op een totaalaanpak, en 2. neem bevindingen mee uit Doorlopende leerlijnen, Literatuurverkenning voor het Nationaal Programma Kwaliteitssprong Zuid/Zuid Werkt! Thema Talentontwikkeling door deelnemers van de Kenniswerkplaats, Risbo en Zadkine. In deze bevindingen wordt aangedrongen op begeleiding van de leerling bij sociale en praktische zaken in het overgangsmoment, gedegen schooladvisering, programmatische afstemming tussen po en vo, samenwerking en overleg tussen docenten in het kader van toelating en gegevensoverdracht (goed voorbeeld is de povo-procedure uit Utrecht). Vmbo-mbo In de hierboven genoemde literatuurverkenning Doorlopende leerlijnen is ook het onderzocht. Daar concludeert men dat samenwerking geconcentreerd moet zijn rond tenminste de volgende thema s: studie- en beroepenkeuze en een betere aansluiting op het gebied van studievaardigheden zoals elementen van competentiegericht onderwijs in het vmbo ter voorbereiding op het mbo. 1. Heb aandacht voor de thema s: studie- en beroepenkeuze en een betere aansluiting op het gebied van studievaardigheden. Aandacht voor deze thema s zorgt voor hogere en andere eisen aan docenten. In het programma Aanval op Uitval is een van de lijnen het versterken van in- en doorstroom naar het mbo. In dat kader loopt het project Rijnmond stapt over: invoer Intergrip in de regio Rotterdam, zijn de mbo punten genoemd en is de link gelegd met de elementen ouderbetrokkenheid en vakantiescholen uit het programma Beter Presteren. Een andere lijn in Aanval op Uitval is het stimuleren van de juiste loopbaan- en beroepskeuze gericht op de arbeidsmarkt waaronder een aanpak loopbaanoriëntatie. 2. Zo mogelijk aansluiten bij de bestaande overlegstructuur van Aanval op Uitval 3. en, net als bij po-vo, het klemmende advies om naar een totaalaanpak te kijken. Onder totaalaanpak wordt in dit geval ook verstaan de overgangsmomenten binnen het mbo en, naast de arbeidsmarkt, betrokkenheid van het hbo om de jongere perspectief te kunnen bieden.
Blad: 4/7 Voorgestelde besluiten Aan de deelnemers van het overleg op 14 maart het verzoek besluiten te nemen over de volgende punten: 1. De voorwaarden voor een totaalaanpak zoals hierboven beschreven vast te stellen. 2. Voor po-vo en beschreven adviezen actief mee te nemen en huidige samenwerking uit te breiden. 3. Voor de overgangsmomenten vo/ en vwo-wo een werkgroep te formeren; en deze samen te stellen uit een afgevaardigde uit toeleverende en ontvangende onderwijsorganisaties, de gemeente, het vervolgonderwijs en eventueel andere belanghebbenden. De gemeente biedt aan de bijeenkomsten voor beide werkgroepen te organiseren. 4. De werkgroepen de opdracht mee te geven voor juni een plan van aanpak gereed te hebben waarin helder staat aangegeven wie welke inspanning zal leveren op welk moment. 5. Begin juni de plannen van de werkgroepen onderling te delen om te borgen dat deze op elkaar aansluiten en te bezegelen dat implementatie van start kan.
Blad: 5/7 Bijlage: Respons op de enquête; een overzicht van gemelde projecten/programma s en een overzicht van positief geevalueerde en voortgezette projecten. Wat is de naam van het beleid/project/programma Overgangsmoment Welke organisaties zijn betrokken? Brugkwartaal: doorstroom mbohbo Next Step als structureel onderdeel van de studieloopbaanbegeleiding. voor alle studenten. Een aantal opleidingen heeft structureel contact met vervolgonderwijs. doorstroom MBO -HBO leerafdelingen in de zorg Rotterdam Academy Succesvol doorstuderen wiskunde bijspijker en natuurkunde bijspijker STC-Group Samenwerkingsovereenkomst beroepskolom Sport in Zuidwest Nederland schakelprogramma (voorheen kopvoetklas mbohbo) Programmaraad Talentenklas de werktitel was 'van taalprofielklas naar taalprofielschool' po-vo Hogeschool Rotterdam. ISO = SPH. CMV. Pedagogiek. MWD W.b. doorstroom in Next Step: Hogeschool Rotterdam. InHolland. Haagse Hogeschool. Mondriaan. Albeda. Zadkine. Da Vinci. ID College. HR Rotterdam en de HAN in Arnhem Zadkine. Albeda. Hoornbeeckcollege. Hogeschool Rotterdam. zorginstellingen in de regio Rijnmond Zadkine. Albeda. Hogeschool Rotterdam ROC Mondriaan & De haagse Hogeschool Haagse Hogeschool (Academie LO en Sportmanagement) en de opleidingen Sport en bewegen van de ROC's Albeda College. Zadkine. Mondriaan. Cios Goes en ID College Zadkine. Albeda. Davinci. Hogeschool Rotterdam Civom. Hogeschool Arnhem Nijmegen. HR. Albeda College. Zadkine. Davinci College. ID College. Mondriaan De CED-groep. De scholen met een taalprofielklas (Junior Middeland. Calvijn. Hildegardis mavo). Scholen met een taalbrugklas (Vos Vlaardingen) een kop-voetklas of andere taalschakel (Topklas Zwijndrecht, Taalwerkplaats Emmen, Masterklas Nieuw Zuid.) Werkgroep doorstroomprocedure po-vo gemeente FOKOR en schoolbesturen VM2 OSG Schiedam. Carre college. Zadkineen CED-groep voor begeleiding van de werkgroep Nederlands bij het uitzetten van de lijn en eenmalig advies aan werkgroep Rekenen en Engels
Blad: 6/7 project Verbetering aansluiting sector horeca Mbo punten Rijnmond stapt over: invoer Intergrip in de regio Rijnmond Kenniscentrum (Kenwerk) Vereniging scholen horeca onderwijs (VSHO) Bedrijfsleven Diverse vo scholen (er zijn 25 mbo punten) albeda en Zadkine Alle vo- en mbo-scholen en gemeenten in de regio MBO punten De MBO Theaterschool. Leren in de context van het beroep. 25 locaties van vmbo scholen. de twee ROC's namens de MBO scholen ROC Albeda College en Stichting Hofplein Rotterdam VMBO-MBO: doorgaande leerlijn/vm2 en vakschool i.o. vmbo's CVO en LMC Programmalijn Doorstroom en Doorlopende Leerlijnen vmbo Programmalijn Doorstroom en Doorlopende Leerlijnen vmbo Programmalijn Doorstroom en Doorlopende Leerlijnen vmbo (DDL) Projectprogramma 'Studiesucces voor iedereen' Afdeling Aansluiting. De accountmanagers Aansluiting van de dienst Communicatie & Externe betrekkingen brengen het vo/ mbo en hbo met elkaar in contact en stimuleren de ontwikkeling van gezamenlijke activiteiten en trajecten die de aansluiting van de vooropleiding op de opleidingen van Hogeschool Rotterdam verbeteren. vmbo- vmbo- vmbo- Kenniscentrum Talentontwikkeling van de Hogeschool Rotterdam Hogeschool Rotterdam. De programmalijn valt onder het Kenniscentrum Talentontwikkeling van de HR. Hogeschool Rotterdam Het programma DDL is één van de vier programma's van het Kenniscentrum Talentontwikkeling van de HR. Rotterdams (Taal) Effect vo BOOR. LMC. CVO. JOS. CED-Groep Hogeschool Rotterdam en. via onze accountmanagers Aansluitingsvraagstukken (wat een structurele taak is) het toeleverend vo vo/ en mbo De overstap, doorstroming nieuwkomers 16+ Elkaars taal spreken Mentorenprogramma vo/ vo-mbo vo-mbo vwo-wo Voortgezet onderwijs en mbo in de regio. CED-groep. VMBO Nieuw Zuid (ISK putsebocht. ISK Nachtegaalstraat),ISK Wolfert van Borselen. ISK Carre College,ISK VOS Vlaardingen. diverse opleidingen Zadkine. Albeda/Zadkine/ Melanchthon/Pentacollege Erasmus Universiteit en een aantal Rotterdamse vo-scholen
Blad: 7/7 Projecten die positief geëvalueerd zijn en worden voortgezet zijn: Wiskunde bijspijker en natuurkunde bijspijker ( STC); de animon stijgt bij een goede roostering in het mbo en de studenten zijn tevreden omdat het ze helpt het 1 e jaar hbo soepeler door te komen. Samenwerkingsovereenkomst beroepskolom Sport in Zuidwest Nederland (); mbo-ers krijgen als groep een verkort maatwerkprogramma. VM2 handel/verkoop (); de samenwerking tussen docenten zorgt voor een beter beeld van elkaars opleiding en wat er van de leerlingen wordt verwacht. Leerafdelingen in de zorg (), dit experiment heeft niet alleen diverse publicaties opgeleverd maar ook een goede afstemming van verwachtingen en mogelijkheden. Het vereist professionaliteit van de opleiders. Rotterdams (Taal) Effect (VO jaar 1 en 2); door de keuze voor een toets en de mogelijkheid om met elkaar te verdiepen op basis van concrete resultaten, plus de externe input van CED is de bereidheid toegenomen om van elkaars te leren en met elkaar te delen. Programma Studiesucces voor iedereen (vo/ incl. 1 e jaar);acceptatie binnen de organisatie en waardering van studenten, docenten en directie. Tevens een voldoende oordeel bij een audit van OCW. Afdeling aansluiting van de HR (vo/); samenwerking moet wel van twee kanten komen en is ook essentieel bij het toeleverende onderwijs. Mentorenprogramma (vwo-wo); geen significante positieve resultaten maar nog onderzoek naar kritische succesfactoren.. Bij Next step wordt aangegeven dat de evaluatie verbetering in de content opgeleverd heeft, maar dat over de effecten nog weinig bekend is. In geval van het schakelprogramma (voorheen kopvoetklas ) is de evaluatie positief en wil men graag voortzetten, maar is het elk jaar de vraag of er financiering is (uit structurele budgetten). Rotterdam Academy wordt voortgezet zonder evaluatie. VMBO_MBO: doorgaande leerlijn / VM2 en vakschool i.o. wordt gemonitord door OCW en zal op basis van tussenresultaten zorgen voor aanpassing van wetgeveing en structureel aanbod. Er zijn zelfs bewegingen vanuit OCW richting VM3 en VM4 doorlopende leerlijnen omdat men enthousiast is. Over de werkgroep doorstroom procedure worden door FOKOR en gemeente Rotterdam gesprekken gevoerd voor een eventueel vervolg.