Energie 1. Inspanningen. Wet- en regelgeving en beleid



Vergelijkbare documenten
Westvoorne CO 2 - uitstoot

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Helmonds Energieconvenant

Totale uitstoot in 2010: kiloton CO 2

Energie10. Wet- en regelgeving en beleid. Inspanningen

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie. Alex Ouwehand Directeur NMZH

Beleidskader windenergie

Achtergrond en doel presentatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Raadsakkoord energietransitie. Februari 2019

Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem Gevolg Waarschijnlijk gevolg Maatregel Voornemen E.U. Beleid Nederlandse regering

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Klimaatakkoord Rijk en UvW

Elektrisch rijden in de praktijk

Een 10 puntenplan gemeenten die echt iets aan het klimaatprobleem willen doen

Startnotitie Energietransitie. November 2018

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

4 Energie. 4.1 Inleiding

Raadsakkoord energietransitie. April 2019

De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid

Windenergie in Almere

4 Energie. 4.1 Inleiding ENERGIE

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat.

De energietransitie: kansen grijpen kansen creëren

Energietransitie bij Mobiliteit

Voortgangsrapportage over 2018 CO 2 -Prestatieladder

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Energiemonitor Zuid-Holland CO 2 en duurzame energie

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

De relaties tussen bronnen en effecten van energiegebruik worden toegelicht aan de hand van de volgende structuur:

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE. Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019

Wat kunnen we in Pijnacker-Nootdorp doen tegen klimaatverandering? Richard Smokers

Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Energieakkoord voor duurzame groei

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

De rol van biomassa in de energietransitie.

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

Energievoorziening Rotterdam 2025

Oosterhout Nieuwe Energie Voorbereiding oprichting coöperatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel. Te besluiten om

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv Versie 2.0 (summary)

Rotterdam CCUS Project Porthos: transport en opslag van CO2

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

1 Nederland is nog altijd voor 92 procent afhankelijk van fossiele brandstoffen

Nationale Energieverkenning 2014

Duurzame biomassa. Een goede stap op weg naar een groene toekomst.

Themacafé Energietransitie 22 februari 2016

Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

De voortgangsrapportage van CO 2 -reductie Visscher Oldebroek Eerste half jaar 2016

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv Versie 3.0 (Summary)

Wat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen CO2-afvang en -opslag (CCS*)?

Voortgangsrapportage over 2015 CO 2 -Prestatieladder 3.A.1 / 3.B.1

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Bouwen is Vooruitzien

Reductie doelstellingen (B: Reductie)

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem

Energie. Gebruik, kosten & transitie. Frans Rooijers directeur CE Delft

milieu dossier Over de auteurs > Overzicht energiegebruik provincie én gemeenten Nulmeting energie provincie Zuid-Holland

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst

Energiebesparing in de bouw

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

gemeente Eindhoven Hierin wil GroenLinks in ieder geval de volgende vragen beantwoord hebben.

Ontwerp Gezonde Systemen

Ontwikkelingen Zonne-energie

Inhoud. Pagina 2 van 7

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018

Meer grip op klimaatbeleid

H-vision Blauwe waterstof voor een groene toekomst Alice Krekt, programmadirecteur Deltalinqs Cimate Program

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Transcriptie:

Energie 1 De aandacht voor energie blijft onverminderd groot. De klimaattop in Kopenhagen in 29 en het energie- en klimaatpakket van de Europese Commissie zijn daar aansprekende voorbeelden van. Sinds de milieutop in Rio de Janeiro in 1992 staat klimaatverandering wereldwijd op de agenda. In 1997 was er al een bindend verdrag en nu staan we op het punt om een nieuwe stap te zetten. Een stap die ongetwijfeld op korte termijn zal ingrijpen in de economie. In vergelijking met problemen als bestrijding van bijvoorbeeld armoede, oorlog en kernwapens is dat snel. Een dreigend energietekort en het klimaateffect van het gebruik van fossiele brandstoffen zijn ingewikkelde problemen. Niet alleen technisch maar ook economisch, organisatorisch en politiek. Communiceren met de inwoners van de regio is nodig. Ondermeer voor bewustwording van het energie- en klimaatprobleem. Eén van de aandachtspunten op het gebied van energie en klimaat is duurzame mobiliteit. De inspanningen op dat terrein staan beschreven in hoofdstuk 2. Wet- en regelgeving en beleid Het Kyotoprotocol loopt tot 212. Het verdrag van Kopenhagen (november 29) moest de afspraken over uitstoot van broeikasgassen tot 25 regelen, maar heeft een niet-bindend verdrag opgeleverd. In de tekst van dit verdrag is opgenomen dat landen er naar streven de opwarming van de aarde te beperken tot 2 C. De intentie is om op de volgende klimaattop in Mexico in december 21 een juridisch bindend document op te stellen. Na de top in Kopenhagen hebben landen als China, India en Rusland zich alsnog gebonden aan het Kopenhagenverdrag. Er zijn veel verschillende beleidsdoelstellingen, van internationaal tot lokaal, waar verschillen in ambitie in te zien zijn. - Het beleidsprogramma van het Ministerie van VROM Schoon en zuinig kent de doelen: 2% energie efficiency verbetering per jaar; 2% duurzame energie en (waarschijnlijk) 3% reductie in uitstoot broeikasgassen ten opzichte van 199. Meer informatie is te vinden op www.vrom.nl. - De provincie Zuid-Holland heeft een 2-2-2 doelstelling voor 22: 2% CO 2 -reductie, 2% energiebesparing en 2% duurzaam energiegebruik in 22. Zie www.pzh.nl. - De stadsregio heeft samen met de zestien regiogemeenten in Rijnmond afgesproken om de CO 2 -uitstoot te verminderen met 4% in 225 ten opzichte van het niveau in 199. Dat is de leidraad voor de regionale Klimaatagenda. Meer informatie hierover is te vinden op www.klimaatagenda.stadsregio.nl. - Met het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, het Rotterdam Climate Initiative (RCI) wordt gewerkt aan het reduceren van de CO 2 -uitstoot van zowel de stad als de haven. Doelstelling is de CO 2 -uitstoot in Rotterdam in 225 met 5% te verminderen ten opzichte van 199. Om de CO 2 -reductiedoelstelling te halen, is het nodig in te zetten op energiebesparing, het gebruik van duurzame energie te vergroten én CO 2 af te vangen en in diepe ondergrond op te slaan. Meer informatie staat op www.rotterdamclimateinitiative.nl. De verhouding CO 2 die in de indicatoren 567, 114, 117 naar voren komt valt te verklaren doordat de grootste CO 2 -uitstoot in de regio afkomstig is van de bedrijven op Rotterdams grondgebied. De verhouding van de CO 2 -uitstoot door de stadsregio ten opzichte van de CO 2 -uitstoot door de gehele provincie Zuid-Holland is ongeveer 1 /3 : 2 /3, wat uit de indicatoren blijkt. Inspanningen De regiogemeenten hebben de krachten gebundeld en zijn voortvarend aan de slag gegaan met de uitvoering van de regionale Klimaatagenda. De regiogemeenten voeren inmiddels zestien samenwerkingsprojecten uit die energieverspilling tegengaan en duurzame energiebronnen benutten. De samenwerkingsprojecten zijn gericht op: - energieverspilling tegengaan in de bestaande woningvoorraad; - beïnvloeden bewonersgedrag; - scherpere energie-eisen stellen en controleren bij nieuwbouw van woningen en gebouwen; - energiebesparing in bedrijven voorschrijven en stimuleren; - duurzame energieproductie door wind en biomassa bevorderen; - energie meenemen in de herstructurering van de glastuinbouw; - energieverspilling aanpakken en duurzame energie toepassen in de gemeentelijke gebouwen en installaties; - verschonen van gemeentelijke en private wagenparken. De regiogemeenten en woningcorporaties gaan aan de slag met het opnemen van energieaspecten in de prestatieafspraken en er wordt een regionale aanpak voor het optimaal toetsen van EPCeisen ontwikkeld. Meer informatie is te vinden op www.klimaatagenda.stadsregio.nl. Er is een Samenwerkingsconvenant Energietransitie gebouwde omgeving binnen het Rotterdam Climate Initiative (RCI) opgesteld tussen het Rotterdamse bestuur en de woningbouwcorporatie Woonbron. Woonbron heeft duurzaamheid opgenomen als een van de strategische pijlers van haar bedrijfsbeleid. Daarbinnen zijn energiebesparing en toepassing van duurzame energie zeer belangrijke thema s. Woonbron is in Rotterdam een van de grote gebouweigenaren. Meer informatie over deze en andere Rotterdamse inspanningen is te vinden op www.rotterdamclimateinitiative.nl. Tijdens de Wereldhavendagen in september 29 hebben negen partijen een windconvenant getekend, waaronder de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam. Het convenant heeft een verdubbeling van het huidige windenergievermogen tot doel, zodat in 22 minimaal 3 megawatt in het Rotterdamse havengebied wordt opgewekt. Dit past in de ambities van het Rotterdam Climate Initiative, dat werkt aan de halvering van de CO 2 -uitstoot in 225. Meer informatie is te vinden op www.maasvlakte2.com. Thema Duurzaamheid: Energie 11

Het op termijn realiseren van afvang, transport en ondergrondse opslag van CO 2 (CO 2 capture and storage) is een gezamenlijke inspanning van de partners in het Rotterdam Climate Initiative. Hiervoor zijn samenwerkingsovereenkomsten met bedrijven afgesloten en zijn projectplannen opgesteld voor mogelijke projecten. Op basis hiervan wordt ingeschreven op Europese en nationale stimuleringstrajecten. In 29 hebben E.ON en Electrabel zich met een gezamenlijk project gekwalificeerd voor ondersteuning uit het Europese (economische) crisispakket. De voorziene CO 2 - opslaglocatie bevindt zich onder de zeebodem. Met meer projecten die in voorbereiding zijn, zal worden ingeschreven op een ander stimuleringsprogramma van de Europese Unie. Door de nationale overheid is een project voor de ondergrondse te leveren aan het net. Warmtelevering door AVR Brielselaan is nog voor de realisatie onmogelijk geworden door sluiting van deze vestiging. Omdat de infrastructuur wordt aangelegd, komt de realisatie van meer industriële restwarmte-aansluitingen dichterbij. Tegelijkertijd wil de gemeente Rotterdam met het programma Stroomstoot een impuls geven aan elektrisch vervoer in deze regio. De gemeente wil dat er 2. elektrische voertuigen in 225 in deze regio rijden. Die stroom zou dan bij voorkeur groen moeten zijn. Eind 29 is 75% van het Rotterdamse gemeentelijk wagenpark verschoond. Hiermee is de collegedoelstelling gehaald. Daarnaast is er ook ingezet op het toepassen van de schoonst mogelijke leverbare technieken en brandstoffen. Meer informatie over mobiliteit staat in hoofdstuk 2 beschreven. Het milieu in de regio Rotterdam 21 opslag van CO 2 op land aan Shell gegund. De opslag van CO 2 moet plaatsvinden in twee lege gasvelden onder de gemeente Barendrecht. Dit project is ondertussen zeer omstreden bij bewoners en een deel van de politiek. Het zou als demonstratieproject voor technologie- en wetsontwikkeling moeten dienen. De industrie heeft een zeer groot aandeel in het regionale energieverbruik, maar levert eveneens veel inspanningen om dit energieverbruik terug te dringen. De meerjarenafspraken energie-efficiency zijn overeenkomsten tussen de overheid en bedrijven en instellingen. Deze afspraken gaan over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. Meer informatie staat op www.agentschapnl.nl. Grote bedrijven die veel energie verbruiken maar die niet onder CO 2 -emissiehandel vallen hebben met de ondertekening van de meerjarenafspraken energie-efficiency aangegeven tot 2% energieefficiëntie verbetering te zullen komen. Bedrijven die onder de CO 2 -emissiehandel vallen nemen deel aan het convenant MEE. Met de ondertekening van het convenant geven de deelnemende partijen aan zich maximaal te zullen inspannen om te komen tot energie-efficiëntieverbetering, met inachtneming van het level playing field 1. De provincies hebben tevergeefs gepleit om toch vooral kwantitatieve, bindende, afspraken in dit convenant te maken. Binnen het Rotterdamse industriële cluster spant Deltalinqs zich ervoor in om draagvlak te creëren voor de beoogde energiebesparing en om kansen te identificeren die de overstap naar duurzaam produceren versnellen. Deltalinqs heeft hiervoor een programma van workshops en symposia ontwikkeld. Dit programma geeft voorlichting aan de industrie onder de naam Deltalinqs Energy Forum. Ook is het initiatief genomen voor de oprichting van Plant One: een TechnoPark -omgeving waar demonstratieprojecten voor duurzame innovaties in de procesindustrie kunnen plaatsvinden. Deze demonstratieprojecten moeten bewijzen dat grootschalige moderne productiemethoden in de dagelijkse praktijk bruikbaar zullen zijn. Plant One zal in de loop van 21 operationeel zijn en de eerste klanten kunnen ontvangen. Om restwarmte zinvol in te zetten zal afvalverbranding Rozenburg als warmtebron gaan dienen voor het Rotterdamse stadsverwarmingsnet. De bedoeling is om in het najaar 211 de eerste warmte Het programma voor het midden- en kleinbedrijf (MKB-programma) stimuleert bedrijven in Rotterdam om hun energieverbruik te verminderen. Het gevolg is een beperking van de CO 2 -uitstoot en besparing van kosten. De projecten in het programma laten grote verschillen bij Rotterdamse bedrijven en instellingen zien. Zo worden bij winkeliers in het centrum van Rotterdam energiescans uitgevoerd, waardoor er zicht komt op de mogelijke besparingen. Samen met RCI streven hotels en conferentiecentra in heel Rotterdam naar het milieukeurmerk Green Key. Het RCI ondersteunt bedrijven en instellingen met bijeenkomsten en workshops en met informatie over milieuwetgeving op energiegebied. Bovendien is voor ieder Rotterdams bedrijf een gratis startlicentie van de milieubarometer beschikbaar, hét instrument om inzicht te krijgen in het eigen energieverbruik. De subsidieregeling Duurzame Energieproductie subsidieert de exploitatie van nieuwe projecten op het gebied van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbaar gas. Meer informatie is te vinden op www.agentschapnl.nl/sde. In 29 zijn diverse regelingen van start gegaan onder de paraplu van de Innovatieagenda Energie (28-212). Dit betreft onder meer regelingen voor aardwarmte, duurzame warmte voor bestaande woningen, bioraffinage, innovatieve vergassing en wind op zee. Voor meer informatie zie www.senternovem.nl/ duurzameenergie. SenterNovem is tegenwoordig een onderdeel van Agentschap NL. Uit de indicatoren zijn de effecten van al deze inspanningen nog niet zichtbaar. Toekomstige ontwikkelingen De huidige inspanningen gaan de komende jaren door. Een belangrijke les uit Kopenhagen is dat internationale afspraken onvoldoende worden gemaakt, terwijl regionale ambities en initiatieven wel van de grond komen. In onze regio blijkt dit uit de ambities van de Klimaatagenda en het Rotterdam Climate Initiative. Er wordt verwacht dat er tijdens de klimaattop in Mexico nog geen internationaal bindend verdrag komt. Maar mét een internationaal 12 1 Een level playing field is een rechtvaardigheidsprincipe, waarbij niet noodzakelijk is dat elke speler evenveel kansen heeft om te slagen, maar wel dat alle spelers het spel spelen volgens dezelfde regels.

verdrag zal Nederland meer inspanningen moeten verrichten om hieraan te voldoen en wordt het voor de regio makkelijker om aan haar ambities te voldoen. De stadsregio verkent in 21 of de doelen van de regionale Klimaatagenda gemonitord kunnen worden via het MSR rapport en welke indicatoren hiervoor gebruikt kunnen worden. Voor de regionale Klimaatagenda wordt een regionaal convenant windenergie voorbereid en wordt in 21 een regionale communicatiecampagne gelanceerd om bewoners bewust te maken van de mogelijkheden voor energiebesparing. Een digitaal en regionaal Energieloket maakt onderdeel uit van deze campagne. Ook gaan regiogemeenten bedrijven actief stimuleren energie te besparen door onder andere de Milieubarometer gratis aan te bieden. Meer informatie is te vinden op www.klimaatagenda.stadsregio.nl. De inspanningen van het RCI gaan ook door. Een voorbeeld is het vervangen van 15 kilometer straatverlichting dat tot eind 21 plaatsvindt in de gemeente Rotterdam. De nieuwe lampen gaan langer mee, zijn zuiniger en zorgen voor beter zicht en kleurherkenning. Door ze s nachts te dimmen tot 6% van het vermogen besparen ze extra energie zoals te lezen is op www.rotterdamclimateinitiative.nl. De EU Richtlijn Biobrandstoffen verplicht lidstaten zich in te spannen om in 21 5,75% van de fossiele brandstoffen uit biobrandstof te laten bestaan; in 22 moet dat minstens 1% zijn. Een stap verder gaat de introductie van de flexifuelauto. De motor van deze auto is geschikt gemaakt voor het gebruik van zowel gewone brandstof, als E85: een mengsel van 85% bio-ethanol (alcohol) en 15% benzine. In Rotterdam komen speciale E85- pompen. De gemeente Rotterdam wil het goede voorbeeld geven door in het eigen wagenpark flexifuelauto s in te zetten. Binnen het RCI werkt men aan het certificeren van biomassa. In Nederland worden steeds meer maatregelen genomen om het energieverbruik te verlagen en zo de CO 2 -uitstoot terug te dringen. Eén van deze maatregelen is dat nieuwbouwwoningen moeten voldoen aan een minimale Energie Prestatie Norm. Deze norm wordt uitgedrukt in de Energie Prestatie Coëfficiënt en geeft aan hoe energiezuinig een woning is. Om energieneutraal te kunnen bouwen in 22 de ambitie in het kabinetsprogramma Schoon en Zuinig wordt de Energie Prestatie Coëfficiënt voor woningbouw in 211 verlaagd van 1, naar,6 en in 215 naar,4; in 22 zou de Energie Prestatie Coëfficiënt dan nul moeten zijn. Ook de Energie Prestatie Coëfficiënt voor utiliteitsbouw gaat stapsgewijs omlaag. n Thema Duurzaamheid: Energie 13

Aantal huishoudens (x 1) 6 5 4 3 2 1 Project milieudoel energie mogelijke CO 2 -reductie Doel 212 28 29 Te bezoeken branches Gemeentelijke instellingen Zorginstellingen Voortgezet onderwijs Supermarkten Bron: DCMR Beleid/doel De stadsregio Rotterdam heeft in 28 een doelstelling geformuleerd voor het beperken van de CO 2 -uitstoot: een 4% lagere uitstoot in 225 dan in 199. Via het project Milieudoel Energie draagt de DCMR bij aan het bereiken van de doelstelling van de stadsregio. Toelichting Het project richt zich op bedrijven waar een aanzienlijke energiebesparing behaald kan worden. In de grafiek is per branche weergegeven welke bijdrage aan de CO 2 -reductiedoelstelling in aantallen huishoudens mogelijk is. Eén huishouden komt overeen met 3,85 ton CO 2. Het grijze deel van de grafiek staat voor het besparingspotentieel van de nog niet bezochte branches, bijvoorbeeld de glastuinbouw; het gekleurde deel voor de onderzochte branches. Conclusie In 29 is bijna 6.2 keer het equivalent van het energieverbruik van een huishouden aan CO 2 aan potentiële energiebesparing geïdentificeerd. Voor het bereiken van de doelstelling is nog een forse inspanning nodig. 12 7 Trend CO 2 - uitstoot Provincie Zuid-Holland Mton 6 5 4 3 2 Doel 225 Beleid/doel De provincie Zuid-Holland heeft in 28 een doelstelling geformuleerd voor het beperken van de CO 2 -uitstoot: een 2% lagere uitstoot in 225 dan in 199. Toelichting De CO 2 -uitstoot in 199 was bijna 38,1 megaton (Mton), in 27 43,9 Mton en zal in 225 (bij autonome ontwikkeling) 61,9Mton zijn. Conclusie Deze indicator geeft het niveau van de CO 2 -uitstoot aan in 199 (basis voor doel), 27 ( huidige situatie ) en de verwachting voor 225 (doeljaar) en maakt duidelijk dat een besparing van 31,4 Mton nodig is. 1 199 27 225 Bron: PZH 117 Megaton 6 5 4 3 2 1 Trend CO 2 -uitstoot stadsregio Rotterdam Doel 225 199 27 225 Bron: stadsregio Rotterdam Beleid/doel De stadsregio Rotterdam heeft in 28 een doelstelling geformuleerd voor het beperken van de CO 2 -uitstoot: een 4% lagere uitstoot in 225 ten opzichte van 199. Om die ambitie te realiseren is met alle regiogemeenten een regionale Klimaatagenda opgesteld. Voor een aantal projecten uit die klimaatagenda is tevens SLOK-subsidie aangevraagd (SLOK = Stimulering LOkale Klimaatinitiatieven). Toelichting De stadsregio Rotterdam heeft een nulmeting CO 2 voor de regio uitgevoerd. De CO 2 -uitstoot in 199 was 26,4 megaton (Mton), in 27 31 Mton en zal in 225 (bij autonome ontwikkeling) 48,8 Mton zijn. Het aandeel van de regio buiten Rotterdam varieert in de verschillende jaren tussen 2 en 3 Mton. Conclusie Deze indicator geeft het niveau van de CO 2 -uitstoot aan in 199 (basis voor doel), 27 (huidige situatie) en de verwachting voor 225 (doeljaar) en maakt duidelijk dat een besparing van ongeveer 33 Mton nodig is. 567 5 Trend CO 2 - uitstoot Rotterdam Climate Initiative Het milieu in de regio Rotterdam 21 Mton 4 3 2 1 Doel 225 199 28 225 Bron: RCI Beleid/doel Het Rotterdam Climate Initiative heeft in 27 een doelstelling geformuleerd voor het beperken van de CO 2 -uitstoot in Rotterdam: een 5% lagere uitstoot in 225 dan in 199. Toelichting De CO 2 -uitstoot in 199 was bijna 24 megaton (Mton), in 28 bijna 29 Mton en zal in 225 (bij autonome ontwikkeling) bijna 46 Mton zijn. Conclusie Deze indicator geeft het niveau van de CO 2 -uitstoot aan in 199 (basis voor doel), 28 ( huidige situatie ) en de verwachting voor 225 (doeljaar) en maakt duidelijk dat een besparing van ongeveer 34 Mton nodig is. 114 14

3 Uitstoot kooldioxide grote bedrijven Miljoen ton 25 2 15 1 5 Beleid/doel Nederland heeft zich in Kyoto verplicht de uitstoot van broeikasgassen in de periode 28-212 met 6% terug te brengen ten opzichte van 199. Er zijn geen afspraken gemaakt over de verdeling van die reductie over de regio s. Toelichting De figuur toont het verloop van de uitstoot van CO 2 door de tachtig grootste bedrijven in Rijnmond. De uitstoot van de overige broeikasgassen door de industrie in Rijnmond is verwaarloosbaar, zodat deze verder buiten beschouwing blijven. Conclusie In 28 is de uitstoot van CO 2 licht toegenomen tot 26,3 miljoen ton. 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 Bron: DCMR 36 CO 2 -uitstoot stadsregio Rotterdam aandeel per sector 27 79% 9% 2% 9% 1% Verkeer & vervoer Landbouw Gebouwde omgeving Industrie regio Industrie Rotterdam Bron: stadsregio Rotterdam Beleid/doel De stadsregio Rotterdam heeft in 28 een doelstelling geformuleerd voor het beperken van de CO 2 -uitstoot: een 4% lagere uitstoot in 225 dan in 199. Om die ambitie te realiseren is met alle regiogemeenten een regionale Klimaatagenda opgesteld. Voor een aantal projecten uit die klimaatagenda is tevens SLOK-uitkering aangevraagd (SLOK = Stimulering LOkale Klimaatinitiatieven). Toelichting De stadsregio Rotterdam heeft een nulmeting CO 2 voor de regio uitgevoerd. Voor meer informatie zie http://klimaatagenda.stadsregio.nl/#pagina=849. De verdeling in 27 van de CO 2 -uitstoot over de sectoren verkeer en vervoer, landbouw, gebouwde omgeving en industrie is in de figuur weergegeven. Bij industrie is onderscheid gemaakt tussen industrie in Rotterdam en de rest van de regio. Conclusie De sector industrie is verantwoordelijk voor 8% van de CO 2 -uitstoot in de regio. 18 67% Aandeel duurzame energie naar bron 2% 14% 17% Wind Bijstook biomassa AVI's Zon WKO Biobrandstoffen (verplichte bijmenging) Beleid/doel De Europese Unie en de Nederlandse regering hebben zich ten doel gesteld het aandeel duurzame energie te verhogen naar 2% in 22. De provincie Zuid-Holland heeft deze ambitie overgenomen. Rotterdam heeft ook de intentie om 2% duurzame opwekking in 22 te realiseren. Toelichting De voorraad fossiele brandstof is eindig en door het stoken van kolen, olie en gas neemt het CO 2 -gehalte in de lucht toe. Een omschakeling is daarom nodig. In de grafiek is het duurzame energiegebruik in 27 in Rijnmond aangegeven. Dat aandeel is 6,6% van het totale energiegebruik. Conclusie Circa 67% van de duurzame energie wordt verkregen door verbranding in afvalverbrandingsinstallaties. Ook het aandeel bijstook van biomassa bij energiecentrales op de Maasvlakte en het aandeel van windenergie is aanzienlijk. Het aandeel zon en WKO is minder dan 1% en daarom niet zichtbaar in de grafiek. Om de doelstelling van 2% opwekking uit duurzame energie te realiseren is nog een grote inspanning nodig. Bron: PZH 397 (Deel)gemeenten Te realiseren of en bestaande aantal opstelling inwoners Gewenste opstelling Studielocatie Zoekgebied opstellingen Opstellingen windenergie 28 Bron: PZH Beleid/doel In de Nota Energie- en klimaatbeleid staat dat de provincie Zuid-Holland streeft naar ten minste 25 MegaWatt (MW) aan windenergie in 21 en 35 MW in 215 in de hele provincie, waarvan ongeveer de helft in Rijnmond. De nota Energie in nieuw perspectief 28-211 schetst een vooruitblik van 1. MW in 22. De Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) heeft tot doel om eind 211 landelijk 2. MW extra aan opgesteld vermogen te realiseren. Toelichting De kaart geeft aan waar zich in de regio de huidige windparken bevinden. Ook locaties waarvoor toekomstige ontwikkelingen zijn afgesproken, zijn hierop terug te vinden. Voor de ontwikkeling van de energieopbrengsten verwijzen we naar indicatornummer 828. Conclusie Het in 29 opgestelde vermogen bedraagt bijna 157 MW. Hiermee is de doelstelling voor Rijnmond gehaald. Het opgestelde vermogen neemt waarschijnlijk verder toe als gevolg van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE). 821 Thema Duurzaamheid: Energie 15

GWh 45 4 35 3 25 2 15 1 5 Windenergie opbrengsten 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Bron: Windservice Holland Beleid/doel Het beleid van met name de provincie Zuid-Holland, maar ook van individuele gemeenten, is erop gericht beschikbare locaties voor de opwekking van windenergie in kaart te brengen en er vervolgens voor te zorgen dat op de geschikte locaties energie wordt opgewekt. Toelichting In de regio zijn twintig grote en kleine locaties voor de opwekking van windenergie. De cijfers zijn gebaseerd op daadwerkelijke productiegegevens en voor een deel ook op berekeningen en weergegeven in GWh (= 1 miljoen kwh). De gemiddelde windsterkte was in 29 aanzienlijk lager dan die in 28. Conclusie De windenergieopbrengsten van de locaties vertonen vanaf 23 een aanzienlijke stijging door de groei van het opgestelde vermogen. De opbrengsten in 29 waren lager dan in 28 door de lagere gemiddelde windsterkte en een lichte daling van het opgesteld vermogen. Landelijk gezien staat 7% van het opgesteld vermogen in het Rijnmondgebied en wordt 7,4% van de landelijke productie hier opgewekt. 828 MW 6 5 4 3 2 1 Koelwaterlozingen 28 24 25 26 27 28 Vergunde koelwaterlozingen Werkelijke lozingen Bron: RWS ZH Beleid/doel Om te voorkomen dat de waterkwaliteit afneemt door te hoge temperaturen van het oppervlaktewater worden beperkingen gesteld aan koelwaterlozingen. Daarnaast moeten bedrijven uit oogpunt van energieefficiency streven naar minder restwarmtelozing naar water en lucht. Toelichting In vorige edities van MSR werd de vergunde warmtelozing naar het oppervlaktewater gerapporteerd. Inmiddels kunnen we over een reeks van jaren rapporteren over de werkelijk geloosde hoeveelheid warmte. Alleen de bedrijven die meer dan 1 MW lozen, rapporteren hierover. In 28 omvatte die groep 21 bedrijven. Ter vergelijking zijn ook de eerder gerapporteerde vergunde koelwaterlozingen in de grafiek gezet. Conclusie In de tabel is te zien dat de feitelijke warmtelozing naar water een neergaande trend vertoont. Dit in tegenstelling tot de vergunde lozing, die al jaren stijgt. De feitelijke lozing is ongeveer half zo groot als de vergunde lozing. 28 Woningequivalenten (x 1) 7 6 5 4 3 2 1 Warmtebedrijf Realisatie Doelstelling 21 Doelstelling 215 Doelstelling 22 Rotterdam-Noord Rotterdam-Zuid Hoogvliet Bron: BSD Rotterdam Beleid/doel Doel is het gebruik van industriële restwarmte voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en efficiënte benutting van energiebronnen. Voor verschillende jaren heeft het Warmtebedrijf doelstellingen geformuleerd voor de aansluiting op het restwarmtenet van woningequivalenten. Toelichting Verschillende partners werken samen in het Warmtebedrijf om restwarmte bij de industrie vrij te maken. Deze restwarmte wordt via een warmtetransportleiding geleverd aan een warmtedistributeur, die de warmte naar de eindafnemers brengt. De eindafnemers zijn zowel woningen als voorzieningen. De doelstelling en realisatie wordt gemeten in woningequivalenten. Dit is een eenheidsmaat voor het aantal woningen en vierkante meters voorzieningen. Het aantal woningequivalenten is indicatief en een momentopname en bevat naast harde projecten ook studieprojecten. Conclusie Eind 29 zijn ongeveer 3.8 woningequivalenten aangesloten, waarvan circa 1.5 in Hoogvliet en 2.3 in Rotterdam-Noord. 351 Het milieu in de regio Rotterdam 21 21.46 13.11 46.381 Energielabels 29 woningen 5.928 1.125 11.52 41.638 A++ A+ A B C D E F G Bron: AgentschapNL Beleid/doel Het energielabel vloeit voort uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD), die moet leiden tot verbetering van de energieprestaties van de gebouwen in de Europese Gemeenschap. Het energielabel voor gebouwen wordt geregeld in het Besluit energieprestatie gebouwen en de daarop gebaseerde Regeling energieprestatie gebouwen. Per januari 21 is het verbeterd energielabel verplicht en beschikbaar. Toelichting In oktober 29 is het verbeterd energielabel gepresenteerd. In de grafiek is het aantal geregistreerde energielabels voor woningen in Rijnmond weergegeven. Categorie A++ is het energiezuinigst; G het onzuinigst. Voor meer informatie: http://www.senternovem.nl/energielabelgebouwen/index.asp. Conclusie Bijna 141. van de ruim 551. woningen is inmiddels van een energielabel voorzien. Dit is ruim 25%. De meeste energielabels vallen in de categorieën C en D. 11 16

199 48 52 Energielabels 29 utiliteitsgebouwen 62 6 43 136 A++ A+ A B C D E F G Bron: AgentschapNL Beleid/doel Het energielabel vloeit voort uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD), die moet leiden tot verbetering van de energieprestaties van de gebouwen in de Europese Gemeenschap. Het energielabel voor gebouwen wordt geregeld in het Besluit energieprestatie gebouwen en de daarop gebaseerde Regeling energieprestatie gebouwen. Per januari 21 is het verbeterd energielabel verplicht en beschikbaar. Toelichting In oktober 29 is het verbeterd energielabel gepresenteerd. Categorie A++ is het energiezuinigst; G het onzuinigst. Voor meer informatie: http://www.senternovem.nl/energielabelgebouwen/index.asp. In de grafiek is het aantal geregistreerde energielabels voor utiliteitsgebouwen exclusief overheidgebouwen in Rijnmond weergegeven. Conclusie Van de utiliteitsgebouwen zijn er inmiddels 6 van een energielabel voorzien. Deze labels zijn alleen in de gemeenten Rotterdam (589) en Capelle aan den IJssel (11) toegekend. De meeste energielabels vallen in de categorieën A en G. 111 32 4 Energielabels 29 overheidsgebouwen 15 7 16 15 A++ A+ A B C D E F G Beleid/doel Het energielabel vloeit voort uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD), die moet leiden tot verbetering van de energieprestaties van de gebouwen in de Europese Gemeenschap. Het energielabel voor gebouwen wordt geregeld in het Besluit energieprestatie gebouwen en de daarop gebaseerde Regeling energieprestatie gebouwen. Per januari 21 is het verbeterd energielabel verplicht en beschikbaar. Toelichting In oktober 29 is het verbeterd energielabel gepresenteerd. Categorie A++ is het energiezuinigst; G het onzuinigst. Voor meer informatie: http://www.senternovem.nl/energielabelgebouwen/index.asp. In de grafiek is het aantal geregistreerde energielabels voor overheidsgebouwen in de regio Rijnmond weergegeven. Conclusie Van de overheidsgebouwen zijn er inmiddels 89 van een energielabel voorzien. De meeste energielabels vallen in de categorie G (32). De hoeveelheden in de categorieën C tot en met E zijn gelijkmatig verdeeld met respectievelijk 16, 15 en 15 labels. 112 Bron: AgentschapNL Thema Duurzaamheid: Energie 17

Het milieu in de regio Rotterdam 21 18