Workshop 1: Communiceren over zelfredzaamheid: daar is mijn volggroep!



Vergelijkbare documenten
GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Filmpje hcc4 Casus. ICT of WMO. Warming up

Smoesjes. TipsforTrouble HOME TROUBLE MEER WETEN < > EXTRA PITTIG

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

BEINVLOEDEN IS LEERZAAM Build or Push Bouwen of Drukken? Aanspreken op gedragsvoorkeuren. Werken met sociale voorkeuren.

Het beste uit jezelf

(Risico)communicatie voor het samenwerkingsverband

Want de vereniging is gaaf en andere sterke argumenten

Oogcontact is zeer goed. Eens knikken ook. Men moet de klant laten merken dat men voor hem beschikbaar is.

De paradox van de burger als uitgangspunt

Welkom bij Sociaal Succesvol Ondernemen. Week 2: je bedrijf op orde Les 2: een goed businessmodel

ogen en oren open! Luister je wel?

LUPUS: HOE GA JE ER MEE OM? Workshop voor de Lupus Patiënten Groep op zaterdag 7 november 2009 door Ditta van Dijk, MSc.

ADHD: je kunt t niet zien

Samen op zoek naar verandering of Hoe maak ik het contact met de cliënt efficiënter?

+ Te beantwoorden vragen

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Een oplossingsgerichte methodiek voor koppels die hun seksleven willen verbeteren

Tekst lezen en vragen stellen

Sociale leeromgeving. Wie zit er in jouw netwerk? Leeromgeving sociale leeromgeving

Beoordelingsformulieren

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Feedback geven (als het toch anders moet)

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Model van de logische niveaus

Succesvol veranderen

Gedragsbeïnvloeding in de praktijk

Accuraat communiceren

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

Van huidige situatie naar gewenste situatie

Vraag 1 Corné geeft in deze scène feedback aan Mirjam. Leg uit waarom dit feedback is. Typ het antwoord in in het antwoordformulier.

workshop? 2. In welke situatie(s) voel je je wel eens onveilig in je werk? 3. Wat heb je nodig om je veilig te voelen

Succes: jouw eigen formule Oefeningen Opgedragen aan iedereen die bereid is om te groeien

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Het schrijven van stukken. Een introductie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

STICKY STORY DE NIEUWE MANIER OM EEN ELEVATOR PITCH TE MAKEN DIE BLIJFT HANGEN

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]

Samenspel Formeel - Informeel. Vanuit ieders waarde en nieuw verhaal schrijven, , Jolanda Elferink

Voorbeeldprogramma werksessie communicatiekalender

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

21 Niveaus van interveniëren in groepen 22

Inleiding 2. Wie is Christine? 4. Tip 1: Houd het doel van feedback voor ogen 5. Tip 2: Richt feedback op gedrag, niet op de persoon 6

Bijlage Stoere Schildpadden

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

How2talk2kids. workshop. Malta. Juni Wouter Verboon

WERVINGSPLAN EN MIDDELEN

1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule

CONCEPT.. ( datum) Versie:. ( nummer )

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Drijfveren. Een belangrijke (on)bewuste drijfveer is dat ZELF beter wil zijn dan de ANDER

1Communicatie als. containerbegrip

Cursus raakbaarheid als fundament van de haptonomie: De ontwikkeling van het begeleidingsmodel

OPLEIDING LEIDINGGEVEN IN DE KINDEROPVANG. Een opleiding om hoger op te komen

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

DE AARDE IS OOK. TOOLKIT: TIPS & IDEEëN VOOR VRIJWILLIGERS. Mueller/GP

Beurstraining Starting Smart Together

opleiding Leergang Train de Trainer Trainers in

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Opdrachten bij de tentoonstelling Foodtopia

Vrijwilligersbeleid MVV 29 per januari 2013

OBSERVATIEFOCUS Oordeel observator

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland

Communiceren met de achterban

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar voor de originele versie.

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

MEDIATION & GEWELDLOZE COMMUNICATIE. Specialisatietraining

Over de streep. Uit de knoop. 3. Als je me echt kent, zou je weten dat.. 3. Cadeautje.. 3. Stap over de streep als 3.

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Zonder toestemming. Nota BOPZ eenvoudige versie

Begrijpen Beleven Bouwen Geluk op de werkplek. Peiling onder Nederlandse werknemers 5 januari 2016

REFLECTIE VANUIT HET PERSPECTIEF VAN KINDEREN EN JONGEREN

Hoe breng ik mijn boodschap over?

PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

De manus branding stichting

Onderhandelen en afspraken maken

Competentiescan Klant exemplaar

Je doel behalen met NLP.

Kiezen voor coaching als managementstijl

Module 1. Bewustwording.

Oriëntatie op het bedrijf

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

Handreiking Workshop Omgaan met probleemgedrag, hoe tevreden ben jij?

De Inner Child meditatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Transcriptie:

Workshop 1: Communiceren over zelfredzaamheid: daar is mijn volggroep! Workshopleiders: Guido Rijnja, communicatieadviseur bij de Rijksvoorlichtingsdienst Ellen van Selm, projectleider Buurtvoorlichters Guido Rijnja: Ik zou het woord doelgroep willen vervangen door volggroep. Jij hebt een doel, de ander is het doel.?? dat dekt de lading niet meer, want dat zou betekenen dat jij de zender bent en de ander een willoze ontvanger en dat is te passief. Het gaat er meer om; wat maakt dat mensen jou willen volgen in de voorgestelde richting en wat zijn hun argumenten om iets wel of niet te gaan doen? Aan de hand van de volgende vier modellen is onderzocht op welke wijze de communicatie het beste kan plaatsvinden en de mensen het beste kunnen worden bereikt: 1. Model 1: Ringen van invloed: Met wie heb ik te maken, welke belangen en welke invloed hebben zij en hoe nauw zijn ze al betrokken? Wie doet er toe? 2. Model 2: Willen, kunnen en mogen: Wat beweegt mensen? Wanneer mensen ergens bij betrokken worden, vragen zij zich af of ze dat willen (motivatie, normen, waarden), of ze dat mogen (hoe denken anderen daarover?) en of ze het kunnen (eigen capaciteit). De vraag die je stelt aan je volggroep moet hierop aansluiten. 3. Model 3: Voorlopers, middenmoot en achterhoede: Wie neemt het over? Op wie richt je je als je iets op gang wilt brengen? Meestal domineert de achterhoede (ca. 15%), dit zijn de aarzelaars die veel aandacht vragen. De middenmoot (ca. 70%) wil meestal wel, maar weet niet hoe. Met ondersteuning kun je hen in een verandering meenemen. 4. Model 4: De kernboodschappenmethode: Wat is de vraag? Mensen vragen zich in communicatie meestal af: Waarom moet ik dit weten, kan ik het volgen en wat moet ik ermee? De modellen staan ook beschreven in de bijlage. Uitkomsten Het is van belang om te luisteren vanuit relationele gelijkwaardigheid. De deelnemers konden zich het meeste vinden in model 2: Willen, kunnen en mogen: Wat beweegt mensen? Dit model sluit het beste aan bij de klanten en de professionals. De meeste deelnemers vinden het zelf prettig om ergens bij betrokken te zijn vanuit eigen motivatie (willen) en omdat ze er goed in zijn of omdat ze ook echt nodig zijn. Meebeslissen speelt een belangrijke rol voor een volggroep. Alleen informeren is vaak niet voldoende om anderen ergens bij te betrekken.

Communiceren over zelfredzaamheid: daar is mijn volggroep! Hand-out workshop programmaconferentie Meedoen is Mogelijk 27 november 2013 in Lelystad Guido Rijnja (Rijksvoorlichtingsdienst) Ellen van Selm (Buurtvoorlichters)

I. Ringen van invloed : wie doet ertoe? Dit model is ontleend aan de zogeheten factor C-methode. Die is bedoeld om beleidsmakers en projectleiders zélf instrumenten in handen geven om communicatie een plek in hun dagelijks werk te geven. Vertrekpunt van die methode is dat je bij de opzet van een plan gestructureerd nadenkt over: - Met wie heb ik te maken? - Welke (soort) invloed of belangen hebben ze eigenlijk? - Hoe nauw zijn ze al betrokken of kunnen ze betrokken worden? De taartpunten geven de verdeling op basis van invloed of belang van doelgroepen bij een project: - Beslissers: personen (of organisaties) die beslissingen nemen over het project. - Beïnvloeders: personen die invloed uitoefenen (formeer of informeel) op het project. - Uitvoerders:personen die een rol spelen bij de uitvoering of kennis kunnen aandragen. - Gebruikers: personen die de gevolgen van het project ervaren. De cirkels geven de (mogelijke) rol aan die de actoren in het project spelen: - Meebeslissen: (meestal projectteam, bestuurder). - Meewerken: (staan dicht bij het projectteam). - Meedenkers: inhoudelijke inbreng. Meeweters: hebben geen actieve rol bij het project: op de hoogte houden. Hoe spreken we die betrokkenheid aan en wat wordt het verhaal (de kernboodschap)? II. Willen en kunnen: wat beweegt mensen? Als mensen aangesproken worden op betrokkenheid stellen ze zichzelf drie vragen: Wil ik dit wel (waarbij normen en waarden een rol spelen, de motivatie) Mag ik dit wel (hoe denken anderen erover, de sociale druk?) Kan ik dit wel (ben ik in staat, hoe zit het met mijn eigen effectiviteit of capaciteit).

Aldus Fishbein en Ajzen, die dit ooit ontblootten. Van recentere datum is het inzicht dat deze vragen meestal niet heel bewust worden gesteld; naast rationele afwegingen spelen emoties een rol. Bij een appel op betrokkenheid doen gevoelens over de afzender ertoe, er is dus een vierde vraag: Deugt dit wel? (voelt dit goed, vertrouw ik de ander wel). In schema: Vraag Wil ik dit wel? Mag ik dit wel? Kan ik dit wel? Deugt dit wel? Wat te doen Spreek waarden aan, waarom is dit voor wie onmisbaar, belangrijk? Zorg voor (voor)beelden dus. Mensen die willen zijn je eerste ambassadeurs. Benut degenen naar wie mensen (wel..) luisteren, waar zoeken ze naar, zorg voor ontmoeting en feedback, faciliteer dus Help om aan informatie te komen, een twijfel of zienswijze te bevestigen, secundaire bronnen, ondersteun dus Maak duidelijk dat het je ernst is, wees zelf de boodschapper, maak direct contact mogelijk en zorg dat je er bent dus Het belangrijkste is dat je weet welke vragen ertoe doen. In de praktijk blijken het willen en kunnen de belangrijkste opgaven op te roepen. In schema ontstaat dan het volgende hulpmiddel: Niet willen Niet kunnen Voorschrijven > opdracht geven, sturen Wel kunnen Overtuigen en geruststellen > beelden of metaforen Wel willen Ondersteunen > voordoen, instructies, stapsgewijs helpen Belonen en steunen > contract, prijs geven III. Voorlopers, middenmoot en achterhoede: wie neemt het over? Bij iedere verandering zijn er voorlopers, mensen die eerst de kat uit de boom kijken en uitgesproken tegenhangers. Everett Rogers bedacht hiervoor een model met vijf typen betrokkenen. Dit model gaat ervan uit dat informele gesprekken de motor zijn voor sociale verandering. Bij een innovatie zal altijd eerst een kleine groep reageren (de early adopters) die eerst een early majority inspireert, waarna een late majority wordt bereikt. Uiteindelijk resteert alleen een kleine groep achterblijvers. Wij brengen de vijf fasen hier terug naar een drieslag: 1. Voorlopers, die kun je verder betrekken door ze te informeren, niet veel nodig, komen vaak zelf al in de benen. Je moet er wel zijn dan, breng ze bij elkaar etc. (15 procent) 2. Middenmoot, die wel willen vaak maar niet kunnen, en open staan voor ondersteuning: een formulier, een beetje hulp. Kijken ook naar elkaar. (70 procent) 3. Achterhoede: van de aarzelaars tot uitgesproken afhakers, kijken we wat de middenmoot doen, vragen in de praktijk het meeste aandacht en leveren het minste op. Vaak moet je hen opleggen de draai te maken. (15 procent).

De percentages zijn indicatief natuurlijk. In schema ziet dat er als volgt uit: Voorlopers Middenmoot Achterhoede Overdragen Ondersteunen Opleggen Voorlichting Voorzieningen Voorschriften Over de diffusie of overdracht van boodschappen wordt steeds meer bekend. Malcolm Gladwell introduceerde in dit verband het begrip sociale epidemie : niet zozeer de bewuste motivatie tot acceptatie van vernieuwingen zet in beweging, als wel de vaak onbewuste positie die anderen innemen. Er zijn, zegt Gladwell, bij de introductie van plannen of projecten altijd verbinders (ze kennen iedereen, netwerken), kenners (zoeken informatie en zijn vaardig deze uit te delen) en verkopers (zijn in staat anderen te overtuigen). De kernboodschappenmethode: wat is de vraag? Deze methode is ontleend aan mediatrainingen: hoe kan iemand die voor de camera moet verschijnen snel tot een goede, korte boodschap komen. De methode is ooit bedacht door Sander Wieringa van Bob de Ronde en partners (zie de website www.bdrp.nl). Alles begint met de wetenschap dat als mensen naar elkaar luisteren er onbewust - drie vragen meespelen: 1. Waarom moet ik dit weten? 2. Kan ik het volgen? 3. Wat moet ik ermee? De eerste vraag gaat over de afzender en de aanleiding, de tweede over de structuur waarin informatie wordt aangeboden en de derde over het perspectief, het vervolg. Als je een kernboodschap wilt formuleren concentreer je je dus op de vragen van de ander, voordat je met een verhaal op de proppen komt. Dan sluit je aan en biedt je een perspectief. Bij de verwoording van die boodschap helpt de Kijk Want - Dus structuur: Kijk ik zie dit of dat Want ik weet namelijk Dus ik denk dat we dit moeten gaan doen.