Studiegids Industriële Wetenschappen. Deel2 3 ABA-EM. 3 e jaar Academische Bachelor Industriële Wetenschappen Elektromechanica focus Elektromechanica



Vergelijkbare documenten
ECTS-fiche. 1. Identificatie HBO5. Code 7368 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

Opleiding. Elektromechanica. Code. Da2 PLC. Academiejaar Semester: - 5&6 avondtraject. Studieomvang. 6 studiepunten.

Bachelor in de elektromechanica. Competentiematrix

Overzicht modulefiches Elektromechanica TSO3

Professionele bachelor elektromechanica

Inhoud. Worldwide leading experts in pneumatics

Geslaagd zijn voor de module Da2 of basiskennis PLC aantonen met afleggen van competentietest bij titularis

ECTS-fiche. Elektro-mechanica HBO5. toegepaste mechanica

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

ECTS-fiche. HBO5 Werkplekleren productieautomatisering Code 7392 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100 %

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Studiegids Industriële Wetenschappen. Deel2 3 ABA-ELO. 3 e jaar Academische Bachelor Industriële Wetenschappen Elektronica-ICT

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Academiejaar Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Academiejaar Programmagids. Vroedkunde (PBA) 1eBa Vroedkunde

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Academiejaar Programmagids. Sociaal werk (PBA) 2eBa sociaal werk

Aanvulling opleidingsbrochure. Master en Schakel in de industriële wetenschappen

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Academiejaar Programmagids. Sociaal werk (PBA) 1eBa sociaal werk

Competentie-invullingsmatrix. Master of Science in de industriële wetenschappen: informatica. Academiejaar

Aanbevolen: kennis van of in hetzelfde semester met de modules A1(toegepaste wiskunde 1) en A6 (basis theoretische mechanica)

1.1 Inleiding. Gehanteerde input. - referentiekaders van de opleidingen:

Opleidingsonderdelen Telecommunicatie Bachelor Informatica. C. Blondia

Curriculum mapping als wegwijzer voor docent en opleiding

Competentie-invullingsmatrix

NODIG SCHRIFTELIJK LEERMATERIAAL EN HANDBOEKEN

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen

Studiewijzer Inleiding Digitale Techniek, versie 1.6, , J.E.J. op den Brouw

ECTS-fiche HBO5 100 %

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

DLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT

Semester 1 Studietijd (uren) Lestijden (60')

Talen en wetenschappen

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

STUDIEFICHE HBO5. identificatie. code module CA3 Geldig vanaf 01/09/2015 aantal lestijden 120 studiepunten. structuurschema / volgtijdelijkheid

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Didactische Competentie algemeen. Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale

HBO5 Boekhouden/Accountancy (90 studiepunten) Bij Organisatie:

HBO5 Informatica Netwerkbeheer (90 studiepunten) Het schematiseren van probleemstellingen. met zelfgedefinieerde klassen werken.

Academiejaar Programmagids. Ergotherapie (PBA) 3eBa ergotherapie

Studenten: stage en praktijkervaring zijn het meest waardevol in de opleiding, al doende leert men

Overzicht en doelstellingen van de cursus

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Actief in de digitale leeromgeving

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Vermogenelektronica Code 7371 Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale 160 studiebelasting

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA ELEKTRO MECHANICA TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

de vereiste integriteit in acht nemen.

THEME Competence Matrix - Mechatronics

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Studiewijzer Digitale Systeemengineering 1 (E-DIGSE1-13) 3 studiepunten

OVERZICHT FILOSOFISCHE EN LEVENSBESCHOUWELIJKE VAKKEN

Profilering derde graad

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

STUDIEFICHE HBO5. identificatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA

PROJECT BESTEMMING REISLEIDER EUROPA

OVERZICHT MODULES PAV

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Sterktes en zwaktes uit de peilingen wiskunde - mogelijke verklaringen. Patricia De Grande AHOVOKS

Inhoud. Introductie tot de cursus

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Studiewijzer (ECTS-fiche)

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

ELEKTROMECHANICA HBO5. Situering HBO5. Situering HBO5. Dagopleiding HBO5 EM: Avondopleiding HBO5 EM: Nieuwe dagopleiding. Uniek in Vlaanderen

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Van 2 naar 3 een belangrijke stap

Studiewijzer Digitale Systeemengineering , versie 1.7, , J.E.J. op den Brouw

Opleiding. Orthopedagogie. Code + officiële benaming van de module. E2 Samenwerkingsvaardigheden 2. Academiejaar Semester.

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 160

het verband tussen kwaliteitsmanagement en aansprakelijkheid weergeven een organisatie opdelen in processen en een processtroomschema opstellen.

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

STUDIEFICHE HBO5. identificatie

STUDIEFICHE HBO5. identificatie

Implementatie. van PROFINET. in de opleiding. van. professionele. bachelors. M. Ceuppens. Lessius. Campus De Nayer

Banaba sociale gezondheidszorg OO Verpleegkundige Wetenschappen

ECTS-fiche. 1. Identificatie. HBO5 Mechanica sterkteleer Code 7363 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Advies over het algemeen vak Informatica in de tweede en derde graad van het ASO

Planningsdocument voor de leerkracht / leerling

schakel TW ELO curriculum master industriële wetenschappen.xls

Opleiding. Meertalig secretariaat. Code + officiële benaming van de module. A3 Frans 1. Academiejaar Semester. 1 en 2.

RTC Vlaams-Brabant Regionaal Technologisch Centrum. vzw. project Pick & Place competence center'

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2007 STUDIEGEBIED ICT

Van 2 naar 3 een belangrijke stap

Juridische kennis en professionele vaardigheden

BSO TWEEDE GRAAD. vak TV ELEKTRICITEIT 2000/057. (vervangt 98036) 1 u/week. IT-e

Transcriptie:

Katholieke Hogeschool Limburg Industriële Wetenschappen en Technologie Faculteit Industrieel Ingenieur FI² Studiegids Industriële Wetenschappen Deel2 Vakfiches met o.m. inhouden en doelstellingen 3 ABA-EM 3 e jaar Academische Bachelor Industriële Wetenschappen Elektromechanica focus Elektromechanica Academiejaar 2011-2012

Identificatie opleiding Naam opleiding Graad opleiding Academische Bachelor in de Industriële Wetenschappen in Elektromechanica Bachelor Kwalificatie opleiding Academisch Aantal studiepunten 180 Diploma s die toegang verlenen tot opleiding Voltijds of anders opgebouwd onderwijs Contact- en/of afstandsonderwijs Diploma secundair onderwijs Voltijds opgebouwd, maar kan deeltijds opgenomen worden Contactonderwijs Overzicht afstudeerrichtingen Academische Bachelor in de Industriële Wetenschappen in Elektromechanica, focus Elektromechanica; Academische Bachelor in de Industriële Wetenschappen in Elektromechanica, focus Automatisering en Energie. Mogelijke vervolgopleidingen Master in de Industriële Wetenschappen in Elektromechanica; Master in de Industriële Wetenschappen in Energie, afstudeerrichting Automatisering; Master in de Industriële Wetenschappen in Energie, afstudeerrichting Elektrotechniek.

KHLim IWT-FI² VakkenTabellen 2011-2012 3e jaar Academische Bachelor in de Industriële Wetenschappen in Elektromechanica, focus Elektromechanica 3ABA-EM Semester 5 Stp. O.O. Code Vak Docent Semester 6 O.O. Naam O.O./ Vak Ex Stp T O L Ex Stp T O L BEDRA Bedrijfsbeleid A 4 40 Wijsbegeerte/Ethiek BEDR1 LeSy P 2 1,5 c 2 20 Welzijn op het werk BEDR2 HaKo S 2 1,25 e 2 20 Contract Stp. Vak Punt./Vak Punt./O.O. DIGB Digitale Elektronica B 4 40 Digitale Elektronica 1 DIG1 MeNe M 3 2 e 3 30 Digitale Elektronica 1B Lab DIG1BL SmDi 1 1,5 c 1 10 ELAAN Elek. Aandrijvingen + lab 3 ELAAN VdsGe S 3 1,5 c 3 30 30 GeEr L 1 ELIN Elek. Installaties + lab 4 ELIN VdsGe S 4 2,25 c 4 40 40 GeEr L 1,25 GA_A Geïntegr.Automatisering A 4 40 Pneumatica + lab GA1 HoJo L/S 1 1,5 e 1 10 PLC GA2 ClEr M 1 0,75 c 3 30 LeGe P 2 1,75 MSYS Meetsystemen 3 MSYS BaJo S 3 1,5 c 3 30 30 GaEe 0,75 ONT4 Elektrisch ontwerpen 4 3 ONT4 ClEr M 3 1 c 3 30 30 MeRa P 0,75 REG1 Regeltechniek 1 3 REG1 BaJo M 3 1,5 c 3 30 30 GaEe 1 TMAT3 Toeg.Materiaalk. 3 + lab 3 TMAT3 VaBe M 3 1 1 c 3 30 30 TTHE_A Toeg.Thermodynamica A 6 60 Toeg.Thermodynamica 1 TTHE1 KeJu S 2 0,75 0,5 e 2 20 Toeg.Thermodynamica 2 TTHE2 RoFr M 4 2,25 1 c 4 40 VERM1 Vermogenelektronica 1 3 VERM1 GeJa M 3 1,25 c 3 30 30 WoDa 0,75 VG+ST Vormgeving + Sterketeleer 4 40 Vormgeving - EM U+T4 ThJo M 2 1,5 c 2 20 Sterkteleer 5 STER5 HeKr M 2 1,5 c 2 20 MTECHD Mech. Technologie D 4 40 CNC - EM U+T5L BijJo P 2 2 c 2 20 Mech.Meettechniek + lab MEET BijJo P 2 2 c 2 20 M_ONTA Mechanisch ontwerpen A 9 90 Methodisch ontwerpen ONT1 HoJo S* 1 1 c 1 10 Mechanisch ontwerpen ONT2 HoJo 1 1 P/M 2 1,75 c 4 40 BijJo 1 0,5 Cad/Pro-Engineer ONT3 BijJo P 2 2 c 2 20 Techn. communicatie - Duits COMM4 VbIv 1 1 S 1 0,5 c 2 20 M_OND Machine Onderdelen 3 M_OND HeKr P/M 3 1 1 e 3 30 30 Totaal 60 24 13,25 0 12,5 10,25 2,5 9,5 60 600 600 Aantal Opleid.Ond./Examens 15 8 7 Contacturen/Sem 25,75 22,25 ECTS-punten/Sem 31 29 Gemidd. contacturen/jaar 24,0 T: Theorie ; O: Oefeningen ; L : Lab --- Ex: P: permanente evaluatie ; L: lab-examen ; S: schriftelijk examen ; M: mondeling examen Contract: e: examencontract is mogelijk; c: geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk) O.O.: Opleidingsonderdeel

BEDR1_1112_LeSy Ethiek BEDR1 Titularis Sylvain Leysen (LeSy) Docenten Sylvain Leysen (LeSy) Jaar 3ABA-ELO, 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-CE, 3ABA-BIO ECTS-punten 2 Doelstellingen Inhoudsopgave - Een eigen mensvisie uitbouwen, argumenteren en verdedigen. AC3/AWC1 - De ethische vragen in verband met het eigen vakgebied kunnen stellen. AC3/AWC1/AWC2/AWC3 - Aan de hand van een ethische casus uit het eigen vakterrein kunnen aantonen en verdedigen dat de eigen mensvisie en de ethische vraagstelling geïntegreerd zijn om zo het kritische denken te stimuleren.awc1/awc3/ac10 Mensvisies 1. De existentieel-fenomenologische mensopvatting. 2. Levinas: een meervoudig persoonsbegrip 3. De omschrijving van onszelf (Bart Pattyn) 4. Het mensbeeld in de nieuwe natuurkunde (Willy Wielemans) Toegepaste ethiek I. Toegepaste ethiek 1. Inleiding 2. Waarom moraal? 3. Normen, waarden, deugden. 4. Morele vraagstukken. II. Enkele begrippen uit de toegepaste ethiek 1. Rechtvaardigheid 2. Vrijheid 3. Verantwoordelijkheid 4. Macht Toepassingen Onderwijsvorm Studiemateriaal -Zelfstudie -Groepsgesprekken -Werkcolleges -Opdrachten Cursus: Antropologie en ethiek S. Leysen Aanvullende leermiddelen Ethische sites op www. Filosofische en ethische tijdschriften in de mediatheek van KHLim en UH Examenvorm 1 ste examenkans Permanente evaluatie Één paper per doelstelling 2 de examenkans Mondeling examen

BEDR1_1112_LeSy Algemene Visie Ethiek BEDR1 De ingenieurscompetentie is een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die een sterke persoonlijkheid in staat stelt in een bedrijf en in de wereld op een professionele wijze als ingenieur te functioneren. Om die sterke persoonlijkheid te vormen heeft de ingenieur een stevig persoonlijk waardepatroon nodig op basis waarvan hij/zij ethisch kan reflecteren en handelen. Relatie met onderzoek Situering van het vak in het curriculum In het vak ethiek wordt uitdrukkelijk de vraag naar de ethische aspecten van onderzoek gesteld. De student raadpleegt daarvoor primaire bronnen. Na een korte theoretische inleiding in de antropologie (Wie ben ik?) en de ethiek (Wat moet ik doen om goed te doen?) waarbij voluit verwezen wordt naar de bouwstenen die werden aangebracht in de cursus filosofie van het eerste jaar, krijgt de student een opdracht. De student moet een casus uitwerken, aan zijn medestudenten voorleggen en in een teamvormend gesprek naar de best mogelijke oplossing streven. De studenten worden hierbij voortdurend aangespoord te reflecteren over wat ze zeggen. (socratische methode). Op basis van in deze oefening verworven kennis, vaardigheden en attitudes schrijft de student drie papers. (1. Wie ben ik? 2. Hoe zie ik mezelf als ingenieur 3. Ethische casus: Wat doe ik?) Instroom-Relatie met andere vakken Instroom:Omdat ethiek een mensvisie veronderstelt,wordt gebruik gemaakt van de in het eerste jaar ontwikkelde mensvisie in de cursus wijsbegeerte. Uitstroom: Het ethische denken en handelen van de toekomstige ingenieur vormen. Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties Omdat er wordt gewerkt met ethische casussen die de studenten zelf aanbrengen vanuit hun ervaringen met het bedrijfsleven is de relatie met het werkveld duidelijk aanwezig. Het formuleren en onderbouwen van een standpunt inzake een ethisch probleem maakt deel uit van de toetsing via de paper. Het zelfstandig ethisch reflecteren (zien, oordelen) en handelen is de competentie waarover elke ingenieur moet beschikken. De docent treedt in dit proces eerder als coach en supporter op en zet voortdurend aan tot reflectie. In de permanente evaluatie wordt eerder het groeiproces van de student in ogenschouw genomen. Omdat de student binnen het geschetste kader zijn casus vrij mag kiezen wordt de inhoud van de gesprekken mee door de student gestuurd en wordt de zelfstandigheid en het kritische denken gestimuleerd.

BEDR2_1112_HaKo Welzijn op het werk BEDR2 Titularis Koen Haagdorens (HaKo) Docenten Koen Haagdorens (HaKo) Jaar 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-ELO ECTS-punten 2 Doelstellingen Inhoudsopgave Onderwijsvorm Studiemateriaal Aanvullende leermiddelen Algemene begrippen van welzijn op het werk kunnen bespreken zoals gevaar, risico, preventiehierarchie, arbeidsongeval, beroepsziekte, werkvergunning, AC1/AC2/BC7 De structuur van de reglementering aangaande welzijn op het werk toelichten en kunnen opzoeken voor specifieke onderwerpen AWC4 Belangrijke risico s en typische risicoreductiemaatregelen van diverse risicovelden (brand, explosies, chemische risico s, elektrische risico s, mechanische risico s, stralingsrisico s, werken op hoogte, ) herkennen en verklaren AWC4 Een risico-analyse uitvoeren op een situatie, toestel of toestand en de gevolgde methodiek en de resultaten hiervan schriftelijk weergeven AWC15/AWC3/AWC12/BC1/BC2/BC4//BC7 Veiligheidsfilosofie Risico-analyse Praktische uitwerking van een risico-analyse Arbeidsongevallen en beroepsziekten Reglementering Werkvergunningen Gevaarlijke stoffen + veiligheidssignalering Branden en explosies Machines en gereedschappen Elektriciteit Straling Ergonomie Hijsen, tillen en dragen Struikelen, uitglijden en vallen Werken op hoogte Werken in besloten ruimten Geluid Persoonlijke beschermingsmiddelen Hoorcollege + Groepswerk (project) Cursus Welzijn op het werk door Koen Haagdorens Zie Toledo Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk examen voor 50 % van de punten Groepswerk risico-analyse voor 50 % van de punten 2 de examenkans Schriftelijk examen voor 50 % van de punten Individueel werk risico-analyse voor 50 % van de punten OPMERKING: het groeps- of individuele werk risico-analyse kan pas gestart worden nadat de docent het onderwerp heeft goedgekeurd. Op vastgelegde tijdstippen moet de groepsindeling, het onderwerp en het werkje worden ingeleverd.

BEDR2_1112_HaKo Algemene Visie Relatie met onderzoek Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties Welzijn op het werk BEDR2 Het vak welzijn op het werk gebruikt als rode draad de wet welzijn op het werk van 1996. Deze wet ziet het begrip welzijn op het werk als een complementair geheel van 8 domeinen nl. arbeidsveiligheid, bescherming van de gezondheid, psychosociale belasting, ergonomie, arbeidshygiëne, verfraaiing van de arbeidsplaatsen, mobbing en leefmilieu. Deze cursus geeft de studenten een opstap naar het bedrijfsleven waarin het welzijn op het werk een belangrijk deel van uit maakt. Hij/zij zal immers bij het realiseren van diverse industriële projecten, rekening moeten houden met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating. In het vak welzijn op het werk moeten de studenten actief onderzoeksgegevens verzamelen van een situatie, toestel of toestand om er een risico-analyse op uit te voeren. Dit onderzoeksproject wordt in groepjes van 4 studenten gemaakt en moet resulteren in een onderzoeksverslag, waarin op een wetenschappelijk onderbouwde wijze risicoreductiemaatregelen worden gezocht. Welzijn op het werk is gesitueerd in het domein van de bedrijfsbeheervakken. Het vak heeft de bedoeling de student in contact te brengen met het steeds groter belang van welzijn op het werk. Er is geen specifieke voorkennis van de studenten vereist. Het vak welzijn op het werk staat in relatie met andere vakken uit de ingenieursopleiding, waaronder: Wijsbegeerte: in het vak welzijn op het werk worden humanitaire, morele en sociale redenen besproken om een welzijnbeleid uit te bouwen en toe te passen. Recht: in het vak welzijn op het werk wordt ruime aandacht besteed aan juridische aspecten van welzijn op het werk waaronder aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers, arbeidsongevallenreglementering, beroepsziekten, Psychologie: in het vak welzijn op het werk wordt ingegaan op motivatie tot preventie, stress op het werk, ergonomie en coaching van werknemers om blijvende aandacht te hebben voor welzijn op het werk. Management accounting: in het vak welzijn op het werk wordt ruime aandacht besteed aan de kostprijs voor preventie: dit komt o.a. tot uiting bij de risico-analyse waar diverse risicoreductiemaatregelen t.o.v. elkaar moeten afgewogen worden rekening houdend met o.a. de economische impact van de maatregelen (kostprijs aankopen beschermingsmiddelen, invloed op productietijden, ). Verder wordt aandacht besteed aan de economische impact van arbeidsongevallen en beroepsziekten. Industrial engineering: in het vak welzijn op het werk komen aspecten van informatieinwinning en arbeidsanalyse aan bod voor de preventie van arbeidsongevallen. Technische vakken (o.a. mechanische en elektrische vakken, chemie, ) : in het vak welzijn op het werk komen diverse aspecten van veilig ontwerpen en veilig werken aan installaties aan bod, o.a. de preventiehiërarchie, het uitwerken van een risico-analyse, de machinerichtlijn, de arbeidsmiddelenrichtlijn, collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen, chemische risico s, het AREI, Het vak welzijn op het werk staat in relatie met het werkveld omdat het o.a. te verwachten is dat een ingenieur als toekomstig lid van de hiërarchische lijn mede verantwoordelijk is voor het welzijn op het werk. Hij of zij zal moeten meewerken bij een arbeidsongevallenonderzoek, deel uitmaken van een risico-analyse team, medewerkers motiveren om veilig en gezond te werken, actief meedenken bij het opmaken van een globaal preventieplan in de onderneming, Bij het ontwerpen van nieuwe toestellen of installaties moet de ingenieur rekening houden met de geldende normen en richtlijnen betreffende welzijn op het werk. Tijdens onderhandelingen over collectieve arbeidsovereenkomsten neemt welzijn op het werk een steeds belangrijkere plaats in omdat bekommernis omtrent welzijn op alle niveaus bijdraagt tot een betere onderlinge verstandhouding binnen de onderneming. Het groepswerk heeft tot doel de studenten in een multidisciplinair team te leren overleggen en aan de hand van een aantal deadlines op tijd een deel van het werk in te leveren. Tussenin kan overleg gepleegd worden met de vakdocent om tot een goed eindresultaat te komen. AC5/AWC15/AWC12/ BC1/BC2/ BC7

COMM4_1112_VbIv Technische Communicatie Duits COMM4 Titularis Docent Ivy Verbeeck (VbIv) Ivy Verbeeck (VbIv) Jaar/ASR 3ABA-EM, 3ABA-AE ECTS-punten 2 Doelstellingen en competenties Ontwerpmethodologie is een manier van abstraherend denken in termen van mechanische functies die met werkwoorden worden aangeduid. Op basis van voor- en nadelen van uitvoeringsmogelijkheden wordt creatief naar een ideale oplossing gezocht. Op de weg naar een beslissing moet de student-ontwerper toegang hebben tot concrete informatie in het Duits over beschikbare apparatuur en componenten. Daartoe moet de student Duitse technische teksten kunnen lezen op basis van te verwerven en verworven kennis van en inzicht in de morfologisch-syntactische opbouw van de Duitse taal. AC1/WC1 Hij moet in staat zijn tot correcte interpretatie van dergelijke teksten. AC2 De correctheid van zijn interpretatie moet hij kunnen ondersteunen aan de hand van te verwerven en verworven lexicologische en structureel-grammatische kennis van en inzicht in de Duitse taal. AC1/WC1 Hij moet in staat zijn zijn competenties m.b.t. de Duitse taal verder zelfstandig en individueel uit te breiden en in nieuwe situaties, o.a. bij het zelfstandig lezen van Duitse (technische) teksten, relevant toe te passen. AC6/AC7 Inhoudsopgave Onderwijsvorm Studiemateriaal Aanvullende leermiddelen De syllabus biedt inhoudelijk als uitgangspunt een set Duitstalige beschrijvingen van authentieke voorbeelden van pneumatische automatiseringsoplossingen ontleend aan het werk van Stefan Hesse uitgegeven door Festo AG & Co. Alle beschreven installaties zijn grafisch geïllustreerd, wat de tekstinterpretatie vergemakkelijkt. De teksten geven een duidelijk beeld van een technische tekst van professioneel niveau. Naast en tevens in samenhang met de beschrijvingen wordt de Duitse taal in haar systematiek belicht: grammaticale items en structuurelementen, lexicologische en syntactische gegevens worden toegelicht en dienen als uitgangspunt om kennis van en inzicht in de Duitse taal te verwerven. De installatiebeschrijvingen worden systematisch doorgenomen: een eerste lezing aan de hand van de illustratie laat een algemene oriëntatie toe. Bijkomende toelichting van de Duitse taalsystematiek draagt bij tot verheldering van de tekstinhoud en beoogt een gestage opbouw van taalkundig inzicht. Als voorbereiding op een leszitting moet de student een aantal teksten doornemen en zich gericht op lexicale en/of grammaticale entiteiten concentreren. In de zitting wordt Duitse woordenschat opgebouwd en worden specifiek taalkundige en grammaticale structuren toegelicht. De student moet de aangeboden toelichting als kenniselement integreren en tevens kunnen aanwenden in het taalverwervingsproces. Syllabus Deutsch für Maschinendesigner en lexica Visueel en auditief studiemateriaal van het web via science-tv Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk 2 de examenkans Schriftelijk

COMM4_1112_VbIv Algemene visie Relatie met onderzoek Situering van het vak in het curriculum Instroom - relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende informatie betreffende competenties en evaluatie van de competenties Technische Communicatie Duits COMM 4 Voor het vak Technische Communicatie Duits is geopteerd, omdat het Duits in het werkveld van het mechanische ontwerpen een zeer belangrijke brontaal is. Toonaangevende bedrijven zoals Siemens en Festo in het Duitse taalgebied ontwikkelen producten en apparatuur waarvan de documentatie vooreerst in het Duits verschijnt. Kennismaking en samenwerking met Duitse bedrijven behoort bovendien voor afstuderenden tot de reële mogelijkheden. Daartoe strekt elementaire kennis van en inzicht in het Duits tot aanbeveling. Voor het vak Technische Communicatie Duits moeten de studenten o.a. Duitstalige teksten uit vaktijdschriften lezen, bespreken en zodoende relevante info begrijpen. Vanuit die optiek voorziet het vak Technische Communicatie Duits studieactiviteiten die gericht zijn op: - het snel en doelmatig gebruik van informatiebronnen; - een initiatie in het systeemdenken, waarbij wordt geleerd om via analyse en synthese probleemoplossend te denken. Zie Relatie met onderzoek. Instromers hebben een basiskennis van wetenschappen en worden opgeleid in het praktisch toepassen van moderne technologieën. In dit kader sluit het vak Technische Communicatie Duits inhoudelijk aan bij een kernvak van de opleiding, namelijk het mechanisch ontwerpen, en focust men pneumatische toepassingen, uiteraard in de doeltaal Duits gedocumenteerd en gepubliceerd. Ervaring leert dat slechts een kleine minderheid van de betreffende studenten in hun secundaire opleiding Duits als leervak hebben gekregen of gekozen. Het instapniveau moet dus laagdrempelig zijn en de leercontext zo activerend en realistisch mogelijk. Contacten met het werkveld verlopen via het vak mechanisch ontwerpen. In lessituaties worden aanvullend aan de reeds vermelde technische inhoud enkele basisfuncties geïntroduceerd voor sociaal verkeer in het Duits, o.a. m.b.t. het leggen (en onderhouden) van contacten, het voeren van een telefoongesprek. De student wordt geëvalueerd in het kader van het vak Technische Communicatie Duits. Zijn kennis van technische begrippen in het Duits en zijn inzicht in taalspecifieke morfosyntactische structuren van het Duits wordt geëvalueerd op basis van concreet behandelde teksten, tekstdelen, toegelichte grammaticale en lexicale gegevens.

DIG1_1112_MeNe Digitale elektronica 1 DIG1 Titularis Nele Mentens (MeNe) Docenten Dirk Smets (SmDi) Jaar 3ABA-EM, 3ABA-AE ECTS-punten 3 Doelstellingen De student moet: o het gedrag van logische schakelingen kunnen verklaren AC1/AC2. o de basisschema s van de bouwblokken waaruit grotere systemen zijn opgebouwd (tellers, decoders, multiplexers,...) kunnen tekenen en aanpassen aan specifieke noden AWC1. o zelf een logische schakeling kunnen ontwerpen die een bepaalde functie realiseert en die bovendien deze functie realiseert met de vereiste snelheid AWC1/BC2/BC4. o in staat zijn een logische schakeling te vereenvoudigen tot zijn meest eenvoudige vorm AWC1/BC4. Inhoudsopgave o Basis o Evolutie in de elektronica van analoog naar digitaal o Werking van de digitale basispoorten o Logische algebra en vereenvoudigen van Booleaanse uitdrukkingen o Sequentiële schakelingen o Latch en flipflops o Tellers en delers o Buffer- en schuifregisters o Toestandsmachines o Combinatorische schakelingen o Decoders, encoders, code-convertors o Multiplexers en demultiplexers o Rekenschakelingen, comparators en foutdetectieschakelingen o Multivibratoren o Schmitt-trigger, monostabiele en astabiele multivibrator, timer Onderwijsvorm Studiemateriaal Aanvullende leermiddelen Hoorcollege met geïntegreerde oefeningen Slides via cursusdienst en (met meest recente aanvullingen) beschikbaar op Toledo Extra informatie (teksten, presentaties, ) beschikbaar op Toledo Diverse handboeken en tijdschriften beschikbaar in mediatheek Aanbevolen: Programmeerbare logica van 0 en 1 tot FPGA, Vincent Himpe Examenvorm 1 ste examenkans mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) 2 de examenkans mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)

DIG1_1112_MeNe Algemene Visie Digitale elektronica 1 DIG1 Het doel van dit vak is een basisinzicht te geven in de werking van eenvoudige digitale basisblokken die voorkomen in nagenoeg eender welk digitaal systeem. De basiskennis hiervan hoort dus thuis bij de polyvalente technische achtergrond die de student in staat zal stellen om als master in de industriële wetenschappen efficiënt te communiceren met de verschillende geledingen waarmee hij contact heeft in zijn beroep Hedendaagse digitale systemen zijn zeer complexe en zeer hiërarchische systemen. Het ontwerp hiervan gebeurt vaak op zeer hoog niveau. Indien dit echter gebeurt zonder aandacht te schenken aan en een goed begrip van de basisbouwblokken die hieronder de fundamenten vormen, zal men bv. nooit een goed begrip hebben van het verband tussen complexiteit en snelheid van een schakeling en hoe het ene voor het andere kan ingeruild worden. Een goed begrip van deze basisbouwblokken is noodzakelijk om een inzicht te verwerven over de interne werking van de digitale systemen. Eens dit inzicht verworven is, kan er nagedacht worden over hoe dergelijke systemen te ontwerpen en/of hun prestaties te verbeteren. Deze cursus biedt dan ook de basisvorming en -kennis om als ingenieur te functioneren in het vakgebied van de digitale elektronica en is derhalve ook vereist om de toegang te verzekeren tot de masteropleiding elektronica. Relatie met Onderzoek In dit vak wordt verwezen naar toepassingen die aan bod komen in het wetenschappelijk onderzoek dat o.m. aan onze hogeschool doorgaat (bv. cryptografie, ). Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties De student ingenieur elektromechanica maakt kennis met digitale technieken die niet alleen de basis zijn van de digitale elektronica, maar ook terugkomen in PLC-sturingen, pneumatica, hydraulica, robotica enz. Voor de student ingenieur elektronica vormt deze cursus de brug tussen de cursus analoge componenten waarin de transistors bestudeerd worden en de cursus ontwerpstrategieën van digitale systemen, waarin hij de kans krijgt zelf complexe systemen te ontwerpen op basis van bestaande digitale basisbouwblokken en hardware. De behandelde bouwblokken komen uiteraard ook voor in cursussen als computersystemen, datacommunicatie, digitale regelrechniek, DSP enz. Deze cursus maakt gebruik van een aantal concepten van de vakken ELT1 (basiselektriciteit) en ANEL1 (analoge elektronica). Hierbuiten zijn er voor de beginnende student vanuit dit vak geen specifieke vereisten. De kennis van de basisbouwblokken van de digitale elektronica is een vanzelfsprekendheid voor elke ingenieur in het werkveld. Ze vormt de basis van een manier van denken die dagdagelijks gebruikt wordt door een ingenieur die digitale systemen gebruikt en/of ontwerpt. Zie onder doelstellingen

DIG1BL_1112_MeNe Digitale elektronica 1 DIG1BL Titularis Nele Mentens (MeNe) Docenten Dirk Smets (SmDi) Jaar 3ABA-EM, 3ABA-AE ECTS-punten 1 Doelstellingen Inhoudsopgave Onderwijsvorm Studiemateriaal Aanvullende leermiddelen De student moet: o eenvoudige digitale schakelingen met SSI-IC s (TTL/HC) kunnen opbouwen en uittesten op een digitale trainer; BC2, AC2 o sequentiële en combinatorische deelschakelingen met opgegeven specificaties schematisch kunnen ontwerpen en praktisch kunnen opbouwen en uittesten; BC2, AC1 o door logisch te redeneren optredende fouten kunnen lokaliseren en corrigeren AC1, AWC4 Labopgaven die aansluiten bij de in de theorie behandelde bouwblokken - met SSI - IC s op experimenteerbord : - schakelingen met basispoorten NOT-AND-OR en afgeleide poorten NAND-NOR- EXOR - latch en flipflop - tellers - schuifregisters - decoders/code-convertor - mux en demux 6 lab-zittingen Lab-opgaven via cursusdienst Lab materiaal (componenten, experimenteerbord, kabels) wordt ter beschikking gesteld Examenvorm 1 ste examenkans Permanente evaluatie + praktisch examen tijdens laatste lab-zitting (waarbij labnota s mogen gebruikt worden) 2 de examenkans Praktisch examen na het theorie-examen (waarbij labnota s mogen gebruikt worden)

DIG1BL_1112_MeNe Algemene Visie Relatie met Onderzoek Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties Digitale elektronica 1 DIG1BL Zie DIG1 De student - leert theoretische begrippen herkennen in praktijksituaties ; - leert een mogelijke oplossing (idee, logisch model) voor een gesteld probleem om te zetten naar een praktische implementatie ; - haalt hiervoor informatie uit het werkveld (gebruik van internet, ) ; - leert observeren, resultaten interpreteren en oorzaken van fouten/afwijkingen opsporen ; - leert individueel werken en waar nodig samenwerken in groep. Zie DIG1 Zie DIG1 Zie DIG1 Zie onder doelstellingen

ELAAN_1112_VdsGe Elektrische Aandrijvingen + lab ELAAN Titularis Geert Vandensande (VdsGe) Docenten Geert Vandensande (VdsGe), Erik Geuens (GeEr) Jaar 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-ELO ECTS-punten 3 Doelstellingen De student(e) 1. kent de werking van asynchrone motoren en stappenmotoren WC1 en kan het gedrag van deze motoren onder verschillende werkingsomstandigheden beschrijven AC1. 2. kent de verschillende soorten frequentieregelaars WC1 en kan de juiste sturing kiezen op basis van de toepassing en de systeemvereisten. AC1/AC2 3. kan eenvoudige aandrijvingen dimensioneren AWC1 4. kan een aandrijfsysteem (FR motor) in dienst nemen en kan de juiste parameters van de FR verklaren i.f.v. de gewenste toepassing. AWC4/ BC2/BC3/BC4 Inhoudsopgave THEORIE 1. De Asynchrone motor: Aanloop / remming / toerentalregeling / beveiliging / rendementsmeting belastingstoestanden / warmteontwikkeling / gebruik info catalogen 2. Stappenmotoren: Werkingsprincipe / stuurcircuits / statische koppelkarakteristiek / koppelsnelheidskarakteristiek / werking bij hoge snelheid / open-loop control. 3. Frequentieregelaars met spanningstussenkring, met stroomtussenkring, scalaire en vectorgestuurde: opbouw, werking, karakteristieken en afregeling. 4. Berekening eenvoudige aandrijvingen LABO: verschillende soorten aandrijfsystemen in meetopstellingen kunnen testen. Onderwijsvorm Hoorcollege, labozittingen. Studiemateriaal Theorie- en labocursus Boek: Stepping Motors: a guide to theory and practice : Paul Acarnley Boek: Aandrijftechniek in de praktijk :SEW Boek: Electrical Drives and Control Techniques : Gerd Terörde Aanvullende leermiddelen Toledo Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk examen over theorie en labo: Het examen omvat theorievragen, oefeningen en vragen over het labo. De theorievragen peilen zowel naar kennis als inzicht en veronderstellen geen letterlijke reproductie van de cursus. Voor de oefeningen kan de student gebruik maken van een beknopt formularium en een rekenmachine. De beoordeling van de oefeningen houdt zowel rekening met het resultaat als met de aanpak van het probleem. De vragen i.v.m. het labo peilen naar praktische kennis en inzicht opgedaan tijdens de labozittingen. 2 de examenkans Schriftelijk examen over theorie en labo: Het examen omvat theorievragen, oefeningen en vragen over het labo. Idem naar evaluatie en beoordeling.

ELAAN_1112_VdsGe Algemene Visie Relatie onderzoek Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties Elektrische Aandrijvingen + lab ELAAN 65% van elektrische energie gebruikt in de industrie, is nodig voor elektrische aandrijvingen. Het gebruik ervan in de tertiaire en residentiele sector wordt hier niet eens meegeteld. De belangrijkheid van deze systemen staat buiten discussie. In deze cursus worden voornamelijk aandrijvingen met asynchrone motoren en stappenmotoren bestudeerd samen met hun bijhorende sturing. Welke aandrijving is het meest geschikt gezien de toepassing en hoe moet men de aandrijving dimensioneren en afzekeren. Er wordt vooral aandacht besteed aan de dynamische processen. Kan de aandrijving snel genoeg versnellen en remmen. Kan zij de belastingstoestanden thermisch aan (belastingstypen!) Heeft ze voldoende houdkoppel, Er wordt hierbij uitvoerig gebruik gemaakt van catalogen van constructeurs van machines en drives. Verschillende toepassingen worden meer in het detail bestudeerd. Voor het vak ELAAN moeten de studenten primaire bronnen lezen en bespreken. Onderzoeksinformatie wordt beschikbaar gesteld via Toledo. Deze informatie ondersteunt kennis en inzicht en bereid de studenten voor op een houding van leven lang leren. Na het doorlopen van de cursus elektrische machines (ELT4), volgt hier de dimensionering van eenvoudige elektrische aandrijfsystemen. Er wordt hier gesteund op de kennis van kinematica en dynamica (MECH1,2) om de krachten die inwerken op een systeem terug te rekenen naar de motoras. Het bestuderen van gespecialiseerde elektronische aandrijvingen horen thuis in de Masteropleiding in het vak ET&VA. Hier worden de aandrijvingen als standalone toepassing bestudeerd en de elektronische aandrijving wordt behandeld als primair regelsysteem. Met deze kennis moet het mogelijk zijn in het vak mechanisch ontwerpen (ONT2) de keuze van een eventuele elektrische aandrijving beter te verantwoorden en in het vak geïntegreerde automatisering (GAB) drives via communicatienetwerken vlot te parametreren. Het doorlopen van de modules ELT4 en MECH1,2 als voorbereiding op deze cursus is aangewezen. Beroepservaring van de docent i.v.m. elektronische aansturing van motoren wordt mee verwerkt in de cursus. Naar de toekomst wordt deze ervaring nog verder uitgebreid via contacten met de industrie. Deze contacten verlopen zowel rechtstreeks als onrechtstreeks via andere docenten van de associatie KU-Leuven. Op deze manier hopen we de cursus continue aan te vullen met realistische voorbeelden uit de praktijk. Naast de evidente basiskennis rond het vak elektrische aandrijvingen voor motoren zelf, (AC1, AC2, WC1) vertegenwoordigt elektrische aandrijving eveneens een ingenieursvak dat zich uitstekend leent om het ingenieursdenken en probleemoplossend vermogen van de student te ontwikkelen: Een elektrische aandrijving omvat vaak naast een afwegen tussen de verschillende gestelde eisen ook een afwegen in de keuze van de meest geschikte, kost effectieve en toekomst gerichte overbrenging, sturing en motorkeuze (AWC1, AWC2). Via een aantal verplichte labo s kunnen de studenten zelfstandig en op eigen tempo de materie diepgaander verwerken.

ELIN_1112_VdsGe Elektrische Installaties + lab ELIN Titularis Geert Vandensande (VdsGe) Docenten Geert Vandensande (VdsGe), Erik Geuens (GeEr) Jaar 3ABA-EM, 3ABA-AE, SCH-EM, SCH-AUT, SCH-EL ECTS-punten 4 Doelstellingen AC1/AC2/AC4/BC2/BC3 De student(e) 1. kent de opbouw en werking van elektrische generatoren, driefasige transformatoren WC1 en kan hiervan de equivalente schema s opstellen en hierop berekeningen uitvoeren AC1 2. kent de werking van de verschillende bronnen van elektrische energie en de opbouw van ons Belgische transmissie en distributie netwerk en kan aan de hand van berekeningen bepaalde keuzes verantwoorden WC1/AC1 en alternatieven bedenken AWC3. 3. kan de componenten van een elektrische installatie selecteren en dimensioneren zodat de installatie voldoet aan de gestelde werkingsvoorwaarden en de wetgeving i.v.m. elektrische veiligheid. AWC4/ BC2/BC3/BC7 4. kan machines testen in meetopstellingen, equivalente schema's opstellen, karakteristieken opmeten en interpreteren AC3/AWC1/BC2/BC3 Inhoudsopgave DEEL1: Installaties 1. Dimensionering fabrieksinstallatie 2. Driefasige transfo s / inschakelstroom / stootkortsluitstroom 3. Elektrische generatoren / noodaggregaten DEEL 2 : Productie en distributie (situatie + toekomstperspectieven) 1. Productie van energie: a. Klassieke thermische centrales / nucleaire centrale / gascentrale / STEGcentrale / gecombineerde centrales b. Duurzame energietechniek: Windenergie / Zonne-energie / Waterkracht / Brandstofcellen 2. Distributie van energie: Opbouw van het elektriciteitsnet / Smart Grids 3. Werking van de vrije elektriciteitsmarkt. Labo: testen en opmeten van transformatoren, synchrone generatoren en berekenen van elektrische installaties. Onderwijsvorm hoorcollege, labozittingen, zelfstudie, bedrijfsbezoeken Studiemateriaal Theorie- en labocursus + een aantal recente publicaties i.v.m bovenstaande items. LS-gids Merlin Gerin / software CANECO BT Boek: Elektrische energie Deel 1 : Ronnie Belmans, Geert deconinck en Johan Driesen Boek: Productie, transport en distributie van elektriciteit : Daniël Van Dommelen Aanvullende leermiddelen Toledo Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk examen: het examen omvat theorievragen en oefeningen. De examenvragen peilen zowel naar kennis als inzicht en veronderstellen geen letterlijke reproductie van de cursus. Tijdens het examen kan de student gebruik maken van een rekenmachine. Labo-examen wordt afgenomen tijdens de laatste labozitting. 2 de examenkans Schriftelijk examen over theorie en labo: Het examen omvat theorievragen, oefeningen en vragen over het labo. Idem naar evaluatie en beoordeling.

ELIN_1112_VdsGe Algemene Visie Elektrische Installaties + lab ELIN In deze cursus wordt aangeleerd hoe men een industriële elektrische installatie dimensioneert. Eerst wordt de werking behandeld van alle onderdelen vertrekkende vanaf de transformator, condensatorenbatterij en noodvoeding tot aan de eindverbruikers. Vervolgens ligt de aandacht voornamelijk op de correcte dimensionering van de verschillende onderdelen en de gepaste keuze van de beveiligingsapparatuur. Veiligheid voor personen en installatie, bedrijfszekerheid en wetgeving komen hier uitgebreid aan bod. Deze cursus probeert verder uit te leggen waar de benodigde elektrische energie vandaan komt, in welke installaties ze geproduceerd wordt en hoe ze van deze zogenaamde centrales tot aan de dispersiecabines gedistribueerd wordt. De eindigheid van de fossiele brandstoffen, de milieuproblematiek en de liberalisering van de elektriciteitsmarkt hebben het elektriciteitslandschap de laatste jaren grondig veranderd. Dit vraagt naar een kritische beschouwing over de huidige situatie en een bevraging naar de verschillende alternatieven voor de toekomst. Relatie met onderzoek Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties Het vak ELIN stelt resultaten van onderzoek zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker en de onderzoekmethodes ter beschikking. Er worden onderzoeksgerelateerde opdrachten uitgevoerd. (uitvoeren + rapportering laboproeven / dimensionering reële elektrische installatie conform vereiste wetgeving). Na het aanbrengen van een initiële technologische kennis van elektrische installaties (ELT3), volgt hier de dimensionering van een industriële elektrische installatie. Deze cursus diept o.a. de theoretische achtergronden uit van kabelberekeningsprogramma s, die gebruikt worden in het vak elektrisch ontwerpen ONT4 in 3ABA-EM en 3ABA-AUT/ENE. Dit vak is het laatste in de reeks algemene elektrotechnische vakken. De basiskennis van elektrische verbruikers en installaties werd aangebracht. Alleen het opwekken en distribueren van deze elektrische energie om deze verbruikers en installaties te voeden ontbrak nog. Het doorlopen van de modules ELT3 en ELT4 als voorbereiding op deze cursus is aangewezen. Via eindwerken, bedrijfsstages en opleidingen kan de school terugvallen op concrete ervaring uit het werkveld. Het is belangrijk om deze concrete voorbeelden i.v.m de dimensionering van een LS-installatie mee te verwerken in de opleiding. De wetgeving vereist momenteel dat ieder systeem dat elektrisch gevoed moet worden, bij oplevering voorzien is van een berekening i.v.m vereiste draadsecties en beveiligingen. Het veilig stellen van de elektrische energielevering is meer dan ooit van cruciaal belang in onze maatschappij. Voor deze uitdaging zal men blijvend beroep doen op goed opgeleide ingenieurs die voorbereid zijn op de grote uitdagingen van de veranderende energiemarkt. Naast de uitbreiding van de basiskennis (AC1, AC2, WC1) beoogt de opleiding ook het verwerven van inzicht en het vermogen om bestaande installaties te verbeteren en om nieuwe installaties te dimensioneren conform de wetgeving over veiligheid (ACW1, AWC2). De opleiding verwacht ook een kritische houding naar de evoluties op het vlak van de veranderende energievoorziening (AWC3). Via een aantal verplichte labo s kunnen de studenten zelfstandig en op eigen tempo de materie diepgaander verwerken (BC2, BC3).

GA1_1112_HoJo Pneumatica + lab GA1 Titularis Jos Holsteen (HoJo) Docenten Jos Holsteen (HoJo) Optie 3ABA-EM, 3ABA-AE Studiepunten 1 Doelstellingen Het aanleren van een strategie om pneumatische of elektro-pneumatische besturingen te ontwerpen. De cursus is multidisciplinair opgebouwd. D.w.z. dat uitgaande van de schakelalgebra, de besturing in "hardware" kan gerealiseerd worden. Er wordt gewerkt rond 2 ontwerpstrategieën nl. klassieke schakelformules en GRAFCET. - Nieuwe besturingsopgaven van combinatorische schakelingen zowel pneumatisch als elektro-pneumatisch oplossen en opbouwen. AC1/AWC4 - Nieuwe besturingsopgaven d.m.v. de schakelformulemethode zowel logisch, pneumatisch als elektro-pneumatisch oplossen en opbouwen. AC1/AWC4 - Nieuwe besturingsopgaven d.m.v. het Grafcet-functiediagram in pneumatische stappenschakeling oplossen. AC1/AWC4 - Aan de hand van een automatiseringsvraagstuk : AC1/AWC4 - een WSS-diagramma opstellen - volgens de klassieke methode de bijhorende schakelformules opstellen - volgens de GRAFCET-methode de schakelformules kunnen opstellen - het logicaschema kunnen uittekenen - de praktische schakeling uittekenen in de 3 technologieën zijnde : a. zuiver pneumatische schakeling b. elektro-pneumatische schakeling c. stappenschakeling - de schakeling opbouwen volgens de bovenstaande 3 technologieën. - De verschillende componenten die in de bovenstaande technologieën gebruikt worden herkennen, de werking ervan uitleggen en de componenten gebruiken + aansluiten in een schakeling. AC1/AC2 - Beoordelen welke specifieke technologie te verkiezen is bij een bepaald automatiseringsvraagstuk en de keuze van alternatieven kunnen verantwoorden. AC3 Inhoudsopgave - Inleiding in de besturingstechniek - Componenten - Symbolen en tekenregels - Combinatorische schakelingen - Tijdsfuncties - Geheugenfuncties - Volgordebesturingen met schakelformules - Volgordebesturingen met GRAPHCET Onderwijsvorm Studiemateriaal Aanvullende leermiddelen Hoorcollege en labo s Cursus Besturingstechnieken Didactisch materiaal in het labo Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk examen + praktische proef. 2 de examenkans Schriftelijk examen + praktische proef.

GA1_1112_HoJo Algemene Visie Pneumatica + lab GA1 Het is belangrijk dat een ingenieur elektromechanica weet hoe de besturing van een geautomatiseerd proces werkt. Met deze cursus wordt de inleiding van de besturingstechnieken aangeleerd om zo het denkpatroon aan te leren van de automatisering van productiemachines. Deze cursus geeft kennis rond pneumatica en is ook een soort inleiding naar het redeneren om PLC-programma s te schrijven. De student verwerft voldoende inzicht, vaardigheden en competenties om een besturingsopgave op te lossen volgens de verschillende methodes en hoort bij het algemene gedeelte van de bachelor opleiding. Relatie met onderzoek Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties Als ingenieur wordt je vaak betrokken bij het ontwerpproces. Het besturen van een machine is daar ook een onderdeel van. Je kan onmogelijk een goed mechanisch ontwerp maken als niet op de hoogte bent van de verschillende besturingstechnieken. Dit vak belicht één van de mogelijke besturingstechnieken nl pneumatisch. Het vak legt de basis voor het denken in het vak PLC. Voor dit vak is geen voorafgaande kennis noodzakelijk. Vandaag worden nog zeer veel problemen pneumatisch opgelost. De relatie met het werkveld word gelegd door zo realistisch mogelijk opgaven te stellen. Het is bedoeling dat de studenten groeien naar het kunnen opstellen van de juiste schakelformules voor de pneumatische besturing van een systeem. De student moet in staat zijn de aangeleerde principes toe te passen, te tekenen en op te bouwen.

GA2_1112_ClEr PLC GA2 Titularis Eric Claesen (ClEr) Docenten Eric Claesen (ClEr), Geert Leen (LeGe) Jaar 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-ELO ECTS-punten 3 Doelstellingen Inhoudsopgave Onderwijsvorm Studiemateriaal 1. De studenten moeten besturingseenheden kunnen ontwerpen waarbij ze gebruik maken van sensoren, contactors, hulprelais', timers, tellers, actuators en PLC/PC.AC2/AWC1/BC3 2. De studenten moeten het functionele onderscheid kunnen herkennen en gebruiken voor het ontwerpen van geautomatiseerde processturingen met behulp van in voorgaand punt beschreven autonome besturingseenheden.awc11/bc3 3. De studenten moeten de functionele werking kunnen definiëren en beschrijven van volgende veiligheids circuits: sturing in/sturing uit, noodstopcircuits, zonebeveiligingen, beveiligingen voor overbelasting, beveiliging van personen, beveiliging voor kortsluiting..ac2/awc11/bc7 4. De studenten moeten de opbouw en karakteristieken van programmeerbare automaten (PLC's) kun beschrijven en opsommen, rekening houdend met de norm IEC 1131.AC2/AWC1/BC4 5. De studenten moeten de elektrische aansluitingen kunnen tekenen voor elektrische automaten (voeding, inputs, outputs, aardingsystemen).ac2/awc1/bc2 6. De studenten moeten de verschillende communicatiemogelijkheden van locale netwerken kunnen uitleggen, zoals Profibus en Industrial Ethernet.AC2/BC2/BC6 7. De studenten moeten de programmeerbare sturingen en procescomputers kunnen programmeren met behulp van logigram, grafcet, ladderdiagramma, aanwijzingslijst. Daarbij moeten zij de relaties kunnen aangeven tussen deze verschillende programmeermethoden. Zij moeten deze programmeermethoden ook kunnen gebruiken in functie van het soort automatiseringsopgaven.awc11/bc4 1. Rechtstreekse sturingen. Automaten opgebouwd rond timers/tellers/relais. Sensorbesturingen. Integratiemethodes voor autonome stuureenheden in een installatie. Bewakingseenheden 2. Programmeerbare sturingen (PLC, ProcesComputer based). Opbouw en karakteristieken van de programmeerbare sturingen. De gebruikte sensoren. De gebruikte actuatoren. De communicatiemogelijkheden (ISO, Ether,... netwerken). Structuur van de verschillende programmeertalen. Installatiemethode van automatische installaties. Integratie van automatische installaties in een bestaande. - hardwareontwerp (elektrische schema's, installatieschema's) - softwareontwerp. Optimalisatie en foutzoekmethodes van installaties in bedrijf. Verwerking van analoge signalen door een programmeerbare sturing. Installatietechniek in ontploffingsgevaarlijke zones (EXI/EXD) Hoorcollege en labozittingen Eigen cursus PLC-sturingen en labo met gesimuleerde industriële processen (LUCAS-NULLE) Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1 ste examenkans Hoorcollege : Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Practicum : Permanente evaluatie tijdens de zittingen. 2 de examenkans Hoorcollege : Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Practicum : Oefening uitwerken, ingeven op PC en testen met PLC simulatie.

GA2_1112_ClEr Algemene Visie Relatie met onderzoek PLC GA2 Het vakgebied Geïntegreerde Automatisering heeft tot doel om de kennis, nodig voor het ontwerpen, onderhouden en beheren van automatisch gestuurde processen te verwerven, verdiepen en verbreden. De automatiseringstechnieken duiken op alle mogelijke gebieden in onze maatschappij op. Ondanks het feit dat automatiseringstechnologie een typisch ingenieursvak is, zijn de toepassingen en kennisgebieden waarin deze technologie gebruikt wordt, vak-overschrijdend, zelfs discipline-overschrijdend. Toepassingen vinden we terug in mechanische, elektronische, chemische, pneumatische, hydraulische en thermische systemen.) Voor het realiseren van een automatische sturing maken we gebruik van verschillende vakoverschrijdende disciplines: elektrische-,hydraulische- en pneumatische aandrijvingen, mechanische constructies, robots, handlingtechnologie, informatica-technologie, netwerktechnologie specifiek voor automatiseringstoepassingen, supervisiesystemen, sensortechnologie, regeltechnologie, computervisie met diepgaande beeldanalyse. Het vak GA2, beoogt dat de student in deze disciplines basis inzicht, vaardigheid en competentie verwerft. Daardoor kan hij mensgericht en taakgericht geautomatiseerde systemen realiseren en hierover overleggen, rapporteren en nieuwe inzichten verwerven om alzo zichzelf continue te reflecteren. Het realiseren van automatische systemen begint bij het correct definieren van het automatiseringsontwerp. In het ontwerpstadium moeten we ook rekening houden met de betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid en beschikbaarheid van automatische installaties. Nieuwe technieken en standaardisaties laten ons toe om de doorlooptijd van nieuwe projecten drastisch in te korten, zonder daarbij de sociale en economische aspecten van deze technologie uit het oog te verliezen. Dit vak beoogt ook het ingenieursdenken en probleemoplossend vermogen van de student te ontwikkelen. Een automatiseringsontwerp vereist het afwegen tussen de verschillende gestelde eisen maar ook het afwegen van de meest geschikte ontwerptechniek Het vak Geïntegreerde Automatisering GA2 bespreekt resultaten van onderzoek binnen het vakdomein van automatische sturingen. Voor het vak GA2 moeten studenten primaire bronnen zoals vaktijdschriften, handleidingen en wettelijke normen raadplegen. Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties Dit vak integreert een aantal vakken van de opleiding. De belangrijkste zijn elektrotechniek, vermogenelektronica/drives, industriële informatica; analoge elektronica (gebruik en mogelijkheden van sensoren); industriële communicatietechnologie: ontwerpen van elektrotechnische installaties. In het vak GA2 wordt de student met basiskennis voorbereid op het specialisatievak van de Geïntegreerde Automatisering GA3. Als instroomvereisten zijn de vakken basiselektronica, basis elektrotechniek, basis informatica technologie en basis communicatietechnologie te vermelden Voor de werkveld gaan we van volgende elementen nader de basiskennis beschouwen op theoretische grondslag, maar ook in labo-toepassingen van echte industriële installaties: PLC- en PC (Proces Computer)-gebaseerde sturingen; Automatiseringsnetwerken met Gedistribueerde Intelligentie en Hardware; Sensortechnologie; HMI (Human Machine Interface); Netwerktechnologie. De cursus bestaat uit volgende delen : Het eerste deel behandeld de algemene principes van geïntegreerde automatisering en zijn toepassingsmogelijkheden. Het tweede deel behandeld de hardware van automatische sturingen. Het derde deel houd zich bezig met de industriele informatica en de norm IEC1131 die hierover handelt. Het vierde deel ten slotte handelt over alle mogelijke communicatiemogelijkheden die gebruikt worden in een automatische besturing met gedistribueerde hardware en gedistribueerde intelligentie. Met name de norm PROFIBUS en PROFINET komen hierin aan bod. Studenten moeten in staat zijn over deze materie adequate antwoorden te formuleren op gerichte vragen. In het labo worden de studenten geconfronteerd met industriële automatiseringsapparatuur. Hiermee gaan zij projectmatig reële automatiseringsopgaven oplossen en laten functioneren.

MEET_1112_BijJo Titularis Docenten Jaar ECTS-punten Doelstellingen Mechanische Meettechniek MEET John Bijnens (BijJo) John Bijnens (BijJo) 3ABA-EM 2 De student kan de begrippen en grootheden die een maat, een vorm of een oppervlakteruwheid van een werkstuk aangeven, verklaren en controleren. AC1/AC2 Voor die controle is vereist dat de student de verschillende meetopstellingen en meettoestellen voor de bepaling van de maat, de vorm of de ruwheid die aanwezig zijn in het labo begrijpt en kan bedienen (eventueel m.b.v. de gebruiksaanwijzing ervan).ac2 De student raadpleegt de nodige tabellen en grafieken bij het oplossen van een meetprobleem en past ze toe. AC2 De student analyseert een meetprobleem. AC1/AC10 De student verwerkt de uitgevoerde metingen in een verslag, interpreteert de resultaten en trekt h besluiten: voldoet een werkstuk of een meetmiddel aan de gestelde eisen en verklaar waarom (niet). AC1/AC3 Voor één van de laboproeven kan de student verantwoordelijkheid opnemen en andere studenten begeleiden bij de uitvoering, het verwerken van de resultaten en de verslaggeving erover. BC3/AC3 Inhoudsopgave Onderwijsvorm Studiemateriaal Aanvullende leermiddelen Deel 1: Theoretische achtergrond Deel 2: Laboteksten Grondslagen van de geometrische meettechniek. Inleiding tot het meten. Het meten van hoeken. Herkennen en keuren van schroefdraad. Meetmiddelen controleren. Meten in 1 en in 2 dimensies. Meten van plaats- en vormtoleranties. Oppervlakteruwheid. Geometrische controleproeven op een draaibank. Controle van tandwielen. Het meten met een 3D-meetmachine Labozittingen Cursus Mechanische meettechniek : laboteksten met theoretische achtergrond, handleidingen van de verschillende meettoestellen. Tabellenbuch Metall (EUROPA LEHRMITTEL: ISBN 3-8085-1671-2), eventueel internet en werken (boeken, CD-roms.) uit het labo of in de mediatheek Examenvorm 1 ste examenkans Permanente evaluatie: Peer- en co-assessment op basis van praktisch teamwork (uitvoering van de proeven, attitude, inzet, resultaten en verslagen die na iedere labozitting ingeleverd worden). 2 de examenkans Schriftelijk examen aan de hand van laboverslagen.