STUDIE 79 OPLEIDINGSPROFIEL. ergotherapie



Vergelijkbare documenten
STUDIE 53 OPLEIDINGSPROFIEL. logopedie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

STUDIE 86 OPLEIDINGSPROFIEL. nautische wetenschappen

STUDIE 153 OPLEIDINGSPROFIEL. Automechanica

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Medewerker aan kwaliteitszorg. Sociaal communicator. bewaker. schriftelijk rapporteren naar het team of naar

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

STUDIE 58 OPLEIDINGSPROFIEL. assistent in de psychologie

Professionele bachelor in de Ergotherapie

STUDIE 160 OPLEIDINGSPROFIEL. Opleiding elektriciteit Optie elektriciteit

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2016/2017

STUDIE 167 OPLEIDINGSPROFIEL

STUDIE 96 OPLEIDINGSPROFIEL. medische laboratoriumtechnologie

STUDIE 57 OPLEIDINGSPROFIEL. hout

Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG

STUDIE 94 OPLEIDINGSPROFIEL. farmaceutische & biologische technieken

Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG

Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober Academiejaar

Academiejaar 2014/2015. bachelor. ergotherapie. ergotherapie. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Opleidingsprogramma

Programma s en volgtijdelijkheid Gezondheidszorg. Academiejaar Bijlage 2

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Logopedie en audiologie

STUDIE 67 OPLEIDINGSPROFIEL. landbouw en biotechnologie (1C)

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

Academiejaar Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde

STUDIE 46 OPLEIDINGSPROFIEL. elektromechanica algemeen

STUDIE 14 BEROEPSPROFIEL. logopedist (m/v)

Hilde Bottu Kristel Grondelaers Evi Neven

24 APRIL Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning. waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde

Integrale lichaamsmassage

Verkorte trajecten bachelor in de ergotherapie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS. Algemene inleiding

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED PERSONENZORG

Programma s en volgtijdelijkheid Sociaal-Agogisch Werk. Academiejaar Bijlage 1

NIEUWE CAMPUS ACADEMIEJAAR 2017/2018 BACHELOR ERGOTHERAPIE ARTESIS PLANTIJN HOGESCHOOL ANTWERPEN

Evaluatie stage extra muros

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 160

EINDTERMEN VAN DE MASTEROPLEIDING REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE (NEDERLANDSTALIG)

BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE VRIJSTELLINGEN ACADEMIEJAAR

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen: AP!

NVKVV Vlaamse beroepsorganisatie voor verpleegkundigen en vroedvrouwen

Functieprofiel: Studentenconsultant Functiecode: 0402

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED BIBLIOTHEEK-, ARCHIEF- EN DOCUMENTATIEKUNDE

De Vlaamse beroepsorganisatie voor verpleegkundigen en vroedvrouwen

STUDIE 71 OPLEIDINGSPROFIEL. scheepswerktuigkunde

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

INFORMATIE ZOEKEN OP WEBSITES

STUDIE 95 OPLEIDINGSPROFIEL. voedings- & dieetkunde

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

7 JULI Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en

Academiejaar 2016/2017. bachelor. ergotherapie. ergotherapie. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

VR DOC.0107/5

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-Cultureel werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Unit beschrijving: Extra leerresultaten

Academiejaar 2014/2015. bachelor. verpleegkunde. verpleegkunde. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

FUNCTIEBESCHRIJVING. deskundige juridische aangelegenheden. De deskundige juridische aangelegenheden rapporteert aan het diensthoofd stafdienst..

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Banaba sociale gezondheidszorg OO Verpleegkundige Wetenschappen

ERGOTHERAPIE GEEFT JE WEER TOEKOMST!

Welkom aan de opleiding logopedie en audiologie!

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding

VRIJSTELLINGEN ACADEMIEJAAR PRECEDENTENLIJST

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding

Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen: AP

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Master in de seksuologie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

Deskundige in animatie en activatie

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015.

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Afstudeerrichting Geriatrische Revalidatie

ECTS- FICHE. Hoofdvestiging centrum CVO Horito Via secretariaat en/of website

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED BIBLIOTHEEK-, ARCHIEF- EN DOCUMENTATIEKUNDE

Permanente Vorming Eerstelijns Psychologische Zorg

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING VERZORGING /VERPLEGING. 1. Plaats in de organisatie

STUDIE 78 OPLEIDINGSPROFIEL. facilitaire dienstverlening

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED BIBLIOTHEEK-, ARCHIEF- EN DOCUMENTATIEKUNDE

Aan de verantwoordelijke beheersinstanties van de rusthuizen

OCMW LEDE. Het OCMW Lede gaat over tot de aanwerving van een. HALFTIJDS KWALITEITSCOORDINATOR het betreft een vervangingsovereenkomst tot 30/06/12

Verpleegkunde HBO Situatie van de HBO 5 opleiding verpleegkunde

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED HANDEL

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Transcriptie:

STUDIE 79 OPLEIDINGSPROFIEL ergotherapie

OPLEIDINGSPROFIEL ergotherapie studiegebied : gezondheidszorg opleiding : fysische behandelingen optie : ergotherapie sector : gezondheidszorg Werkgroep opleidingsprofielen van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/18 De leden van de werkgroep opleidingsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.

I NHOUD OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE INHOUD VOORWOORD 1 HOOFDRUBRIEK 1: INLEIDING 1 1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel 1 1.2 Opdracht 1 1.3 Ontwikkelingsproces 1 1.4 Legitimatie HOOFDRUBRIEK 2: SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING 3 2.1 Gegevens uit de beroepenwereld 3 2.1.1 Beroepenstructuur 3 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 3 2.1.3 Visie 4 2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 5 2.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties 5 2.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 5 2.2.3 Diploma's en getuigschriften 5 2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma's voor de opleiding 5 2.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma's in het buitenland 8 2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen. 9 2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 9 2.2.8 Infrastructuur 9 2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie c.q. opleiding (30ste dag na openstelling) 9 2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie c.q. opleiding volgens SO-vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten 10 2.2.11 Reële studieduur 10 2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland 10 2.3 Verantwoording van de optie c.q. opleiding 10 HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL 11 3.1 De exacte benaming van de optie c.q. opleiding 11 3.2 De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding 11 3.3 Het beroepsgericht opleidingsprofiel 11 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 11 3.3.2 De concrete uitwerking van de vertaalslag 12 3.3.3 Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie c.q. opleiding 18 3.4 Sleutelkwalificaties 18 3.5 De kern van het opleidingsprofiel 19 3.5.1 Karakteriseren van de optie/opleiding 19 3.5.2 Eventuele verwantschappen met anderen 20 HOOFDRUBRIEK 4: MEDEWERKERS 21

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 1 VOORWOORD H et decreet betreffende de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap bepaalt in art. 12 par. 1 : "Voor 1 mei 1998 worden de basisopleidingen en opties getoetst op hun (...) maatschappelijke relevantie, het beroepsprofiel en de inhoudelijke kwaliteit. Op basis van deze evaluatie kan de Vlaamse regering de opleidingen en opties herschikken vanaf oktober 1998". In uitvoering van deze decretale bepaling heeft de minister aan de Vlaamse Onderwijsraad verzocht overleg te organiseren inzake beroepsprofielen, opleidingsprofielen en basiscompetenties (brief aan de voorzitter van de Vlor 22 maart 1995). Het opleidingsprofiel - de tweede fase in het proces - is de vertaling van het beroepsprofiel door het onderwijs naar een aangepaste opleiding. In het Hoger Onderwijs komt een opleidingsprofiel in twee stappen tot stand: de overheid bepaalde reeds een kwalificatiestructuur, dit is het geheel van studiegebieden, opleidingen en opties, met de daaraan verbonden certificering. Deze kwalificatiestructuur wordt vervolgens door het onderwijsveld, meer bepaald door de betrokken hogescholen, in gezamenlijk overleg per optie voorzien van basiscompetenties. De overheid legt de aldus geformuleerde basiscompetenties vast. Inhoudelijk is het aanbod gericht op de professionele vorming, de persoonsvorming en de maatschappelijke integratie. De Koepelcommissie Opleidingsprofielen van de Vlaamse Onderwijsraad werd ingeschakeld als coördinerend orgaan bij het opstellen van de opleidingsprofielen. De Koepelcommissie heeft sectorcommissies opgericht waaronder de sectorcommissie "Gezondheidszorg". Op haar beurt heeft de sectorcommissie "Gezondheidszorg" experten aangesteld per opleiding/optie om de opleidingsprofielen concreet uit te schrijven. De sectorcommissie zal de aangemaakte opleidingsprofielen voorleggen aan de Raad Hoger Onderwijs. Deze zorgt voor legitimering. Het gelegitimeerde opleidingsprofiel wordt als voorstel overgemaakt aan de overheid.

2 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE HOOFDRUBRIEK 1 INLEIDING 1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel Opleidingsprofiel : Ergotherapie Sectorcommissie : Gezondheidszorg 1.2 Opdracht Opdrachtgever Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, de heer Minister L. Van den Bossche. Opdracht Een opleidingsprofiel aanmaken voor de opleiding ergotherapie. Doelstelling Het ontwikkelen van basiscompetenties voor de opleiding "Ergotherapie". De kloof tussen het arbeidsveld en het onderwijsveld verkleinen door de beroepsactiviteiten te betrekken op vaardigheden. 1.3 Ontwikkelingsproces Het opleidingsprofiel werd aangemaakt volgens de DVO-handleiding en is derhalve consistent met de door de DVO gevraagde rubrieken. Vergaderingen: Vergaderingen met de VLOR : 07/11/1996-28/11/96-20/02/97-20/03/97-15/05/97-9/10/97 Vergaderingen met de verschillende opleidingen ergotherapie en de beroepsvereniging: 3/12/96-17/12/96-14/1/97-6/2/97-13/3/97-21/4/97-22/5/97-3/7/97-16/12/97. 1.4 Legitimatie Het opleidingsprofiel dient gelegitimeerd door de Raad voor het Hoger Onderwijs.

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 3 HOOFDRUBRIEK 2 SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING 2.1 Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur Bron beroepsprofiel van de ergotherapeut decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel 1, bijlage 1 Het beroep van ergotherapeut kadert binnen het studiegebied gezondheidszorg basisopleidingen van één cyclus: Fysische behandelingen ergotherapie kinesitherapie orthopedie podologie Logopedie en audiologie logopedie audiologie Laboratorium- en voedingstechnologie farmaceutische en biologische technieken medische laboratoriumtechnologie voedings- en dieetkunde Verpleegkunde geriatrische verpleegkunde kinderverpleegkunde psychiatrische verpleegkunde sociale verpleegkunde ziekenhuisverpleegkunde Vroedkunde Aanverwante beroepen Geen Voorlopig wel brugfunctie mogelijk met de andere opties fysische behandelingen 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen Het opleidingsprofiel werd aangemaakt op basis van één beroepsprofiel nl. het beroepsprofiel van de ergotherapeut.

4 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 2.1.3 Visie Bron Beroepsprofiel van de ergotherapeut. KB 8 juli 1996 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten. Uit deze bronnen kunnen de volgende elementen aangehaald worden Het beroep van ergotherapeut situeert zich in de sector "Gezondheidszorg" waarin de medische en paramedische beroepsbeoefenaars werkzaam zijn. Ergotherapie is een paramedisch beroep in de zin van art. 22bis van het KB nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies. In bijlage van het KB van 8 juli 1996 verscheen een lijst van de technische prestaties die door ergotherapeuten mogen worden verricht met toepassing van art. 23 º1, eerste lid, van het KB nr. 78 van 10 november 1967. De ergotherapie bevat zowel therapeutische als agogische benaderingen waarbij gestreefd wordt naar de optimale persoonlijke autonomie van het individu op het gebied van wonen/zelfzorg, werken/taken en ontspanning/vrije tijd. De essentie van de ergotherapie maakt dat ergotherapeuten kunnen tewerkgesteld worden in de welzijns- en in de gezondheidszorg van de 1ste, 2de en 3de lijn. In elk van deze voorzieningen ontplooien ergotherapeuten een grote verscheidenheid aan ergotherapeutische activiteiten. De hoofdactiviteit bestaat uit ergotherapeutische interventies door middel van het onderzoeken, behandelen en begeleiden van mensen met beperkingen en handicaps. Het beroepsprofiel is fundamenteel stabiel, maar evolueert uiteraard mee met de veranderingen op het brede maatschappelijke vlak. Vandaar dat zich nu reeds trends aftekenen voor de toekomst. meer en meer komen geriatrische patiënten voor in het bestand van de ergotherapeut er tekenen zich belangrijke perspectieven af in de thuiszorg en thuisbegeleiding het KB van 8 juli 1996 legt de nadruk op de adviesfunctie van de ergotherapeut inzake aanpassingen en hulpmiddelen voor personen met beperkingen en/of handicaps ditzelfde KB heeft ook bijzondere aandacht voor de adviezen van de ergotherapeut inzake woning- en omgevingsaanpassingen kwaliteitscontrole van het ergotherapeutisch handelen krijgt meer aandacht tenslotte oefent de vooruitgang op het vlak van informatica en technologie, ook op het terrein van de ergotherapie, een belangrijke invloed uit

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 5 2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties Bron decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel 1, bijlage 1 memorie decreet VII, 6 februari 1996 Studiegebied Gezondheidszorg Basisopleiding van één cyclus : ergotherapie In Vlaanderen zijn er 2 inrichtende machten : autonome hogescholen en privaatrechterlijke hogescholen. Er zijn 8 scholen: Autonome Hogeschool West-Vlaanderen, Renaat de Rudderlaan, 6, 8500 Kortrijk Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, Campus HTI, Spoorwegstraat, 12, 8200 Brugge-St. Michiels Autonome Hogeschool Gent, Vesalius, Keramiekstraat, 80, 9000 Gent Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen, St. Lievenspoortstraat, 143, 9000 Gent Autonome Hogeschool Antwerpen, Van Aertselaerstraat, 31, 2170 Antwerpen- Merksem Katholieke Sociale Hogeschool Brussel en Parnas Dilbeek, Stationstraat, 301, 1700 Dilbeek Provinciale Hogeschool Limburg, Stadsomvaart, 94, 3500 Hasselt Katholieke Hogeschool Kempen, Kleinhoefstraat, 4, 2440 Geel 2.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Nihil. 2.2.3 Diploma's en getuigschriften Bron decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel 1, bijlage1 KB 8 juli 1996 betreffende de toegang tot het beroep van ergotherapeut In zoverre men hogeschoolonderwijs bedoelt worden enkel de diploma s van Gegradueerde in de ergotherapie (benaming sedert 1994) en Gegradueerde in de arbeidstherapie aanvaard door de beroepssector. 2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma's voor de opleiding Bron Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs 1995-1996, afdeling informatie en documentatie, Koningsstraat, 7-1000 Brussel. (Tel. 02.219.36)

6 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE Studiegebied: Gezondheidszorg Basisopleiding van één cyclus : Fysische Behandelingen Optie: ergotherapie Per provincie De opleiding ergotherapie kan gevolgd worden in de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Vlaams Brabant. Per onderwijsnet De opleiding ergotherapie kan gevolgd worden in 3 autonome hogescholen, in 4 katholieke hogescholen en in 1 provinciale hogeschool. 2.2.4.1 Aantal diploma's per provincie Oost-Vlaanderen Einde academiejaar mannen Vrouwen totaal 1983-1984 14 146 160 1984-1985 28 127 155 1985-1986 16 117 133 1986-1987 14 126 140 1987-1988 16 79 95 1988-1989 13 67 80 1989-1990 5 53 58 1990-1991 2 37 39 1991-1992 9 34 43 1992-1993 2 27 29 1993-1994 5 44 49 Antwerpen Einde academiejaar mannen Vrouwen totaal 1991-1992 - 4 4 1992-1993 - 10 10 1993-1994 2 9 11 Vlaams-Brabant Einde academiejaar mannen Vrouwen totaal 1991-1992 - 4 4 1992-1993 1 5 6 1993-1994 1 7 8 Limburg Einde academiejaar mannen Vrouwen totaal 1990-1991 3 24 27 1991-1992 1 25 26 1992-1993 1 30 31 1993-1994 - 26 26

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 7 West-Vlaanderen Einde academiejaar Mannen vrouwen totaal 1983-1984 9 49 58 1984-1985 13 46 59 1985-1986 9 41 50 1986-1987 1 34 35 1987-1988 5 23 28 1988-1989 7 19 26 1989-1990 - 27 27 1990-1991 2 11 13 1991-1992 1 12 13 1992-1993 3 18 21 1993-1994 3 14 17 Totaal einde academiejaar Mannen vrouwen totaal 1983-1984 23 195 218 1984-1985 41 173 214 1985-1986 25 158 183 1986-1987 15 160 175 1987-1988 21 102 123 1988-1989 20 86 106 1989-1990 5 80 85 1990-1991 7 72 79 1991-1992 11 79 90 1992-1993 7 90 97 1993-1994 11 100 111 2.2.4.2 Aantal diploma's per onderwijsnet/inrichtende macht Einde academiejaar Autonome Hogescholen Provinciale Hogescholen Katholieke Hogescholen M V T M V T M V T 1983-1984 13 87 100 - - - 10 108 118 1984-1985 24 74 98 - - - 17 99 116 1985-1986 13 66 79 - - - 12 92 104 1986-1987 9 73 82 - - - 6 87 93 1987-1988 9 43 52 - - - 12 59 71 1988-1989 13 31 44 - - - 7 54 61 1989-1990 1 22 23 - - - 4 58 62 1990-1991 - 24 24 3 24 27 4 34 38 1991-1992 10 17 27 1 25 26 4 37 41 1992-1993 - 24 24 1 30 31 6 36 43 1993-1994 5 28 33-26 26 6 46 52 1994-1995 2 37 39 2 35 37 9 82 91

8 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 2.2.4.3 Aantal diploma's opgesplitst per geboortejaar en geslacht eind academiejaar 1992-1993 eind academiejaar 1993-1994 eind academiejaar 1994-1995 M V M V M V 1966 en voor 1 2 - - - - 1967 en voor - - - - - - 1968-2 1 - - 1 1969 2 2 - - 1 2 1970 1 4-2 - 2 1971-6 2 5 1 10 1972 1 34 1 13 5 17 1973 2 40 5 31 3 54 1974 - - 2 49 3 67 1975 - - - - - 1 2.2.4.4 Aantal diploma's per hogeschool Autonome Hogeschool West Vlaanderen Katholieke Hogeschool Brugge- Oostende Autonome Hogeschool Gent - Vesalius Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Gent Autonome Hogeschool Antwerpen Katholieke Hogeschool Brussel - Parnas Dilbeek 1991-1992- 1993-1994- 1995- totaal 1992 1993 1994 1995 1996 8 7 4 3 12 34 5 14 13 23 20 75 11 7 18 17 21 74 32 23 31 56 54 196 4 10 11 18 26 69 4 6 8 12 12 42 Provinciale Hogeschool Limburg 26 31 26 45 37 165 2.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma's in het buitenland Bron Brochure COTEC (Commitee of Occupational Therapists for the European Communities). Land Titel Duur Onderwijsorganisatie Denemarken Ergoterapeut 3 jaar Hogeschool Spanje Therapeuta Ocupational 3 jaar Universiteit Portugal Terapeuta Ocupational 3 jaar Hogeschool Finland Occupational therapist 3 jaar Hogeschool Italië Therapista occupazionale 3 jaar Hogeschool België Gegradueerde in de Ergotherapie 3 jaar Hogeschool Frankrijk Ergotherapeute 3 jaar Universiteit Nederland Ergotherapeut 4 jaar Hogeschool Engeland Occupational Therapist 4 jaar Universiteit Zweden Occupational Therapist 4 jaar Universiteit Ierland Occupational Therapist 4 jaar Universiteit

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 9 2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen. Geen gegevens bekend. 2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen Provincie Antwerpen : 2 hogescholen Provincie Vlaams Brabant : 1 hogeschool Provincie Limburg: 1 hogeschool Provincie Oost-Vlaanderen: 2 hogescholen Provincie West-Vlaanderen: 2 hogescholen In het totaal zijn er dus 8 hogescholen met de opleiding Ergotherapie. 2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie c.q. opleiding (30ste dag na openstelling) 2.2.8 Infrastructuur goed uitgeruste les- en practicalokalen met audiovisuele ondersteuningsapparatuur het nodige materiaal om vaardigheden nodig i.f.v. het beroep te kunnen oefenen (testmateriaal, hulpmiddelen, computers,...) bibliotheek met vakliteratuur (boeken, internationale tijdschriften en databanken). academiejaar 1ste studiejaar 2de studiejaar 3de studiejaar Totaal J M T J M T J M T J M T 1995-1996 62 346 408 23 237 260 16 188 204 101 771 872 1996-1997 64 444 510 29 220 249 23 229 252 116 893 1009

10 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie c.q. opleiding volgens SO-vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten Bron Inspectie HO, hogescholen (95-96). Op een totaal van 408 studenten SO-vooropleiding Algemeen 234 Beroeps 5 Kunst Secundair 7 Technisch 162 Indeling in generatiestudenten en niet-generatiestudenten Generatie 292 Niet-generatie 116 Onderwijsniveau in het voorgaande jaar van de generatiestudenten Andere 6 Gewoon secundair 284 HOBU 1 Universitair onderwijs 1 Onderwijsniveau in het voorgaande jaar van de niet-generatiestudenten Andere 19 HOBU 79 Universitair Onderwijs 18 2.2.11 Reële studieduur Bron : inspectie HO, hogescholen Deze gegevens zijn ons op dit moment onbekend voor wat betreft de totaliteit van de hogescholen. 2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland Zie 2.2.5. 2.3 Verantwoording van de optie c.q. opleiding De opleiding Ergotherapie is de enige opleiding die binnen het hogeschoolonderwijs leidt tot het beroep van ergotherapeut. Dit beroep is wettelijk erkend bij K.B. van 8 juli 1996.

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 11 HOOFDRUBRIEK 3 HET OPLEIDINGSPROFIEL 3.1 De exacte benaming van de optie c.q. opleiding Studiegebied : Gezondheidszorg Basisopleiding : Ergotherapie 3.2 De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding Het doel van deze opleiding kan als volgt worden geformuleerd: het geven van een algemene voorbereiding op het beroep van ergotherapeut ten dienste van de onderscheiden terreinen van de ergotherapie. De opleiding dient de grondslag te leggen voor het zelfstandig en in team kunnen vervullen van de ergotherapeutische interventies en het vermogen te ontwikkelen om mede vorm te geven aan het beroep van ergotherapeut. De hogeschoolopleiding richt zich op het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. 3.3 Het beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Beroepsprofiel van de ergotherapeut. Alle vaardigheden die vermeld worden in het opleidingsprofiel situeren zich binnen alle werkvelden van de ergotherapie, waaronder in ieder geval: de fysieke revalidatie, de geestelijke gezondheidszorg, de bejaardenzorg en de zorg voor mensen met ontwikkelingsstoornissen.

12 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE Functioneel 3.3.2 De concrete uitwerking van de vertaalslag Onderdeel Basiscompetentie Weten (1) - inzicht (2) toepassing (3) - integreren (4) Contextgegevens geheel Vaardigheid Kennis Attitude 1 Ergotherapeutisch interventieplan opstellen 1.1 Exploreren en inventariseren van mogelijkheden en beperkingen 1.1.1 De student kan een anamnese uitvoeren bij de cliënt, het cliëntsysteem en de verwijzer. 1.1.2 De student kan de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt en het cliëntsysteem inventariseren. 1.1.3 De student kan alle relevante en noodzakelijke gegevens van andere deskundigen verzamelen, analyseren en interpreteren. 1.1.4 De student kan d.m.v. testen en specifiek ergotherapeutisch assessment (met inbegrip van houdings- en bewegingsanalyse) onderzoek verrichten naar de aard en de oorzaak van motorische klachten en symptomen met het oog op de ergotherapeutische interventie. 1.1.5 De student kan d.m.v. testen en specifiek ergotherapeutisch assessment onderzoek verrichten naar de aard en de oorzaak van cognitieve klachten en symptomen met het oog op de ergotherapeutische interventie. 1.1.6 De student kan d.m.v. testen en specifiek ergotherapeutisch assessment onderzoek verrichten naar de aard en de oorzaak van sensorische klachten en symptomen met het oog op de ergotherapeutische interventie. 1.1.7 De student kan d.m.v. testen en specifiek ergotherapeutisch assessment onderzoek verrichten naar de aard en de oorzaak van intra- en interpersoonlijke klachten en symptomen met het oog op de ergotherapeutische 1.1.8 De student kan de klachten en symptomen relateren aan de ruimere context van de functioneringsgebieden van de cliënt te weten: wonen, productiviteit en ontspanning. Hij kan de problemen ergotherapeutisch formuleren. Algemeen Ondersteunende kennis Begrippen van mechanica (2) De terminologie van de lichaamsoriëntatie; de wetten van de spierwerking; principes van biomechanica, evenwicht en posturale functies (3) De algemene anatomische beschrijving van beenderen, spieren en gewrichten (2) en hun functie (3) De neuro-anatomische beschrijving van het centrale en het perifere zenuwstelsel (2) en hun functie (3) De beschrijving van het verloop van de craniale bloedvaten (2) en hun functie (2) Basiskennis over cellen, weefsels en organen (1) Werking van ademhalings- en bloedsomloopstelsel (2) Kennis van afweermechanismen van het lichaam (2) Begrippen van vegetatieve integratie, genetica, fysiologie van de beweging en van de prikkeling en biochemie (2) Algemene pathologie (2) Locomotorische pathologie en traumatologie (2) Neuro-vasculaire pathologie en traumatologie (2) Neuro-musculaire pathologie en rheumatologische aandoeningen (2) Neuropathologie (2) Psychopathologie bij kinderen, volwassenen en bejaarden (2) Oncologie (2) / Gerontologie (2) Telkens: beschrijving, medisch handelen en classificatie. Algemene psychologie. Inzichten in motivatie; leerpsychologie, functieleer, de belangrijke psychologische scholen, psychotherapeutische en ortho(ped)agogische kaders (2) Ontwikkelingspsychologie met inzichten in de affectiefdynamische, cognitieve en relationele ontwikkeling van de persoon doorheen de levensloop (2) Inzicht in test- en onderzoeks- accuratesse beslissingsvermogen contactbereidheid empathie kritische ingesteldheid imagobewustzijn zelfstandigheid dienstverlenende ingesteldheid. A Werkomstandigheden bureel en benodigdheden. algemene communicatiemiddelen (telefoon, fax,...) archief en dossierkasten computer en software audiovisuele middelen onderzoeksmateriaal therapieruimtes en therapiemateriaal Hulpmiddelen screeningsonderzoeken vragenlijsten en observatielijsten i.f.v. anamnese onderzoeks- en testmateriaal ondersteunende software en randapparatuur

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 13 2 Het uitvoeren van een ergotherapeutische inteventie 1.2 Bepalen van doelen, plannen van de interventie 2.1 Behandelen, begeleiden en ondersteunen 1.2.1 De student kan preventieve en/of curatieve interventiedoelen op korte en lange termijn formuleren. 1.2.2 De student kan de hiërarchie van de doelen bepalen en de eind- en subdoelen operationaliseren. 1.2.3 De student kan de interventiestrategie bepalen. 1.2.4 De student kan eisen formuleren waaraan aanpassingen, woningaanpassingen, hulpmiddelen, orthesen, materiaal en therapieomgeving moeten voldoen. De student kan de cliënt informeren en met hem overleggen over het interventie plan en de interventiedoelen 2.1.1 De student kan aan de cliënt functies en vaardigheden aanleren. 2.1.2 De student kan met de cliënt functies en vaardigheden inoefenen. 2.1.3 De student kan functies en vaardigheden integreren in de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. 2.1.4 De student kan de cliënt motiveren tot daadwerkelijk handelend omgaan met zijn mogelijkheden en/of beperkingen. 2.1.5 De student kan gebruik maken van specifieke technieken, materiaalverwerkende activiteiten, spelactiviteiten, creatief-expressieve activiteiten, activiteiten uit het dagelijkse leven, e.a. psychologie (2) Inzicht in neuropsychologie (2) Beroepsspecifieke kennis Ontleden van handelingen (met inbegrip van houdingsen bewegingsanalyse) (3) Ontleden van verstoord handelen en bewegen (3) Principes van motorisch leren en feedback (3) Palpatoire Anatomie (3) Begrippen van sociale psychologie (3) Inzichten in het communicatieproces, communicatieve vaardigheden en therapeutische basisvaardigheden (4) Begrippen van sociologie, agogie en antropologie i.v.m. wonen, productiviteit en ontspanning (2) Kennis van aanverwante beroepen in de gezondheidszorg (2) Organisatie van de gezondheids- en welzijnszorg (2) Ergotherapeutische evaluatietechnieken (4) Methodiek van het ergotherapeutisch handelen (4) Kennis van hulpmiddelen, aanpassingen, met inbegrip van woning- en omgevingsaanpassingen, verplaatsingshulpmiddelen en orthesen (4) Ethiek van de hulpverlening (2) Ethische code voor ergotherapeuten (4) Algemeen ondersteunende kennis idem als vermeld onder functioneel geheel 1. Noties van reanimatie en eerste hulp (3) Beroepsspecifieke kennis Idem als vermeld onder functioneel geheel 1 Het analyseren van handelingen naar functies en vaardigheden (4) Analyseren van de impact van verschillende dysfuncties op het handelen (4) Kennis over het trainen van functies (4) Kennis over arbeidsrehabilitatie, zelfredzaamheidstraining en vrijetijdsmanagement (4) doorzettingsvermogen kritische ingesteldheid zin voor initiatief contactbereidheid empathie flexibiliteit omgaan met stress zelfstandigheid resultaatgerichtheid beslissingsvermogen accuratesse dienstverlenende ingesteldheid imagobewustzijn veiligheidsbewustzijn zin voor esthetiek loyauteit zin voor relativering therapiemateriaal aangepast aan de specifieke stoornissen uit het ergotherapeutisch domein didactische hulpmiddelen technische hulpmiddelen specifieke therapieprogramma's therapeutische, didactische softwaretoepassingen en randapparatuur

14 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 2.1.6 De student kan de interventie zowel individueel als in groep organiseren. 2.1.7 De student kan afwijkende houdingen, handelingen en gedrag corrigeren. 2.1.8 De student kan afwijkende houdingen, handeling en gedrag bijsturen. 2.1.9 De student kan zoeken naar de nodige compensatiemogelijkheden. 2.1.10 De student kan de cliënt instrueren in het omgaan met aanpassingen en hulpmiddelen. 2.1.11 De student kan gewrichtsbeschermende principes hanteren binnen zijn therapeutisch handelen. Specifieke kennis van ergotherapeutische media o.a. materiaalverwerkende activiteiten, spelactiviteiten, creatiefexpressieve activiteiten, activiteiten uit het dagelijkse leven, educatieve en therapeutische software (4) Het aanwenden van deze activiteiten als medium van therapie (4) Materiaalkennis (3) Groepsdynamica (4) Ergonomie (4) Kennis over verstrekkers, ondersteunende instanties en aanvraagmodaliteiten (2) Noties van veiligheid (3) 2.2 Ontwerpen vervaardigen en aanpassen van ergotherapeutische hulpmiddelen 2.2.1 De student kan bestaande hulpmiddelen kritisch evalueren. 2.2.2 De student kan hulpmiddelen ontwerpen, maken en aanpassen. 2.2.3 De student kan tijdelijke revalidatiehulpmiddelen maken uit op lage temperatuur vervormbaar materiaal. 2.2.4 De student kan materiaal en therapie-omgeving aanpassen in functie van het accentueren van hun ergotherapeutische waarde en/of de veranderde mogelijkheden van de cliënt. 2.2.5 De student kan zowel functioneren in de intramurale als in de extra-murale voorzieningen. Kennis over het ontwerpen, maken, aanpassen en gebruiken van hulpmiddelen (4) Filosofie rond het aanwenden van hulpmiddelen (3) Transfers (4) Kennis over gewrichtshygiëne en manutentie zowel naar de cliënt als naar de hulpverlener (4) Rolstoeltraining (4) Kennis over organisatie van de ergotherapeutische thuiszorg (3) 3 Evalueren 3.1 Observeren 3.1.1 De student kan het handelingsgedrag van de cliënt observeren en weet daar de gepaste ergotherapeutische consequenties uit te trekken. Algemeen ondersteunende kennis idem als functioneel geheel 1 en 2 Kennis over observatie en interpretatie (4) Begrippen van kwaliteitszorg (3) kritische ingesteldheid contactbereidheid empathie zelfstandigheid accuratesse imagobewustzijn materiaal voor ergotherapeutisch assessment met inbegrip van soften hardware 3.2 Evalueren 3.2.1 De student kan permanent de kwaliteit van zijn eigen therapeutisch handelen evalueren. 3.2.2 De student kan evalueren of de cliënt het geleerde in de praktijk brengt. 3.2.3 De student kan evalueren of de huidige leefomstandighe- Beroepsspecifieke kennis Ergotherapeutische assessment methodes met inbegrip van informatica (4) Mondelinge en schriftelijke verslaggeving met inbegrip van informatica (4)

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 15 4 Samenwerking en Overleg 3.3 Rapporteren 4.1 Overleggen 4.2 Samenwerken den van de cliënt positief of negatief interfereren met de interventie. 3.2.4 De student kan de kwaliteit van de therapeutische relatie evalueren. 3.2.5 De student kan de samenwerking binnen het team evalueren. 3.2.6 De student kan binnen de thuiszorg en de nazorg het functioneren van de cliënt evalueren i.v.m. wonen, zelfzorg, werken, taken, ontspanning, vrije tijd. 3.3.1 De student kan op passende wijze rapporteren naar verwijzer, behandelingsteam of vragende instantie. 3.3.2 De student kan een afrondings-, overdracht- of doorverwijzingsverslag maken. 3.3.3 De student kan therapiegegevens rapporteren ten behoeve van registratie. 4.1.1 De student kan overleggen met de cliënt en het cliëntsysteem over de hulpvraag en de interventie. 4.1.2 De student kan overleggen met het behandelend team over de organisatie van de interventie. 4.1.3 De student kan overleggen over de inhoud en de organisatie van de nazorg met de mantelzorg, de eerstelijnszorg en/of de permanente begeleiding. 4.2.1 De student kan participeren aan intra- en interdisciplinair overleg. 4.2.2 De student kan contacten onderhouden met externe deskundigen. 4.2.3 De student kan deelnemen aan besprekingen die betrekking hebben op de cliënt en het cliëntsysteem. Algemeen ondersteunende kennis Principes van recht en wetgeving met inbegrip van sociale wetgeving (2) Deontologie (3) Beroepsspecifieke kennis Organigram van de tewerkstellende instantie en eigen plaats daarin (2) Grensgebieden en overlappingen bij multidisciplinaire aanpak en modus operandi ter plekke (2) Samenstelling van het team en de bijdrage van elk lid tot het algemeen behandelingsplan (2) Vakterminologie en wetenschappelijke terminologie (4) aandacht voor competentieontplooiing contactbereidheid assertiviteit zin voor samenwerken beslissingsvermogen loyauteit

16 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 5 Informatie verstrekken en voorlichten 5.1 Informeren 5.1.1 De student kan de cliënt informeren over alle aspecten van het ergotherapeutisch onderzoek. 5.1.2 De student kan de cliënt informeren over alle aspecten van de ergotherapeutische interventie, preventieve maatregelen en nazorg. Algemeen ondersteunde kennis idem vorige functionele gehelen Beroepsspecifieke kennis idem vorige functionele gehelen. Kennis over verwijzingsprocedures in de gezondheidszorg (2) Kennis over procedures en criteria voor het evalueren van resultaten van preventieve maatregelen (3) Mondeling en schriftelijk formuleren van adviezen op basis van gesignaleerde problemen (4) Kennis over casemanagement (3) Kennis over software in functie van woningadvies en werk- en ontspanningssituatie (3) kritische ingesteldheid zin voor initiatief flexibiliteit loyauteit resultaatgerichtheid zin voor samenwerking contactbereidheid empathie 5.2 Adviseren 5.2.1 De student kan advies geven i.v.m. het behoud van de harmonie tussen draagkracht en draaglast van de cliënt en het cliëntsysteem. 5.2.2 De student kan advies geven in verband met zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning. 5.2.3 De student kan advies geven met betrekking tot het voorkomen, wegnemen, verminderen en/of aanpassen van handelingsverstorende factoren in woon-, werk- en ontspanningsmilieu. 5.2.4 De student kan advies geven over woningaanpassing en hulpmiddelen voor het verhogen van de zelfredzaamheid, communicatie en verplaatsing. 5.2.5 De student kan ergonomisch advies geven naar woon- en werksituaties. 5.2.6 De student kan advies geven over ondersteunende instanties. 6 Toegepast weteschappelijk onderzoek doen 6.0.1 De student kan in samenwerking met ergotherapeuten toegepast onderzoek doen naar aspecten van het beroep. 6.0.2 De student kan wetenschappelijke onderzoeksliteratuur kritisch evalueren. 6.0.3 6.0.3. De student kan eigen onderzoekswerk kritisch evalueren en bijsturen. Algemeen ondersteunende kennis idem vorige functionele gehelen Toegepast wetenschappelijk onderzoek met inbegrip van noties van statistiek (4) Beroepsspecifieke kennis idem vorige functionele gehelen kritische ingesteldheid zin voor initiatief flexibiliteit omgaan met stress zin voor samenwerking resultaatgerichtheid accuratesse vakliteratuur aangepaste software en randapparatuur 7 Ontwikkelen van in- 7.0.1 De student kan de actuele ontwikkelingen binnen de ergotherapie volgen en situe- Algemeen ondersteunende kennis idem vorige functionele gehe- zelfstandigheid leergierigheid vakliteratuur

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 17 dividuele kennis en kunde. ren. 7.0.2 De student kan zelfstandig informatie opzoeken en kan deze ook verwerken 7.0.3 De student kan congressen en symposia volgen en de aangeboden informatie verwerken. len. Beroepsspecifieke kennis idem vorige functionele gehelen. Kennis over recente ontwikkelingen op ergotherapeutisch vlak (2) Kennis over de historiek (1) en de ontwikkeling van het beroep (2) 8 Organiseren van de beroepspraktijk 8.0.1 De student heeft inzicht in de organisatie van de gezondheidszorg. 8.0.2 De student kan de verwijs-, onderzoeks- en behandelingsgegevens verzamelen in een patiëntendossier. 8.0.3 De student heeft inzicht in dossierbeheer. 8.0.4 De student kan het management van de eigen dienst bewaken Algemeen ondersteunende kennis idem vorige functionele gehelen Beroepsspecifieke kennis idem vorige functionele gehelen Kennis over arbeids- en arbeidsspecifieke wetgeving (2) Kennis over inhoud, doel en middelen in verband met management van de ergodienst (3) Kennis over geautomatiseerd dossierbeheer (3) zin voor initiatief aandacht voor competentieontplooiing flexibiliteit assertiviteit zelfstandigheid beslissingsvermogen accuratesse archief management en documentatiebeheer aangepaste software en randapparatuur

18 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 3.3.3 Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie c.q. opleiding 3.3.3.1 Het onderwijsprogramma De hieronder geformuleerde voorstellen voor wat betreft het onderwijsprogramma zijn louter indicatief en hebben geenszins de bedoeling een belemmering te vormen tot het uitwerken van een concreet programma: Onderwijsactiviteiten met betrekking tot ergotherapie : min. 60% waarvan min.25% theorie en min. 30% practicum Ondersteunende wetenschappen : min. 30% Eindwerk : studiebelasting van minimum 12 studiepunten Stage (met inbegrip van stageadministratie, supervisie en stage casuïstiek) 1000 uren (KB 8 juli 1996) 3.3.3.2 Globale opleidingsduur De opleiding ergotherapie behoort tot het hoger onderwijs van één cyclus en duurt 3 jaar. 3.3.3.3 Relatieve opleidingsduur van de functionele gehelen De opleidingsduur per functioneel geheel is als dusdanig niet te formuleren. De meeste tijd gaat echter naar functioneel geheel 2. 3.3.3.4 Opleidingsniveau Binnen de "Europese structuur van de opleidingsniveaus zoals bepaald in artikel 2, lid 2 van het Besluit van de Europese raad van 16 juli 1985 inzake de vergelijkbaarheid van getuigschriften tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap menen wij dat de opleiding ergotherapie zich situeert op niveau 5. 3.4 Sleutelkwalificaties Abstract denken Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Commercieel inzicht Contactbereidheid Creativiteit Dienstverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Een werkplan kunnen maken Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Inzicht in de arbeidsorganisatie/ organisatievermogen Kritische ingesteldheid Kunnen omgaan met informatie Kwaliteitsbewustzijn Leerbekwaamheid nooit zelden Regelmatig veel zeer veel

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 19 Leergierigheid Loyauteit Omgaan met stress Planmatig denken Problemen onderkennen en oplossen Productieve taalvaardigheid MVT Productieve taalvaardigheid moedertaal Receptieve taalvaardigheid moedertaal Receptieve taalvaardigheid MVT Resultaatgerichtheid Solidariteit Veiligheids- en milieubewustzijn Verantwoordelijkheidszin Zelfstandigheid Zelfvertrouwen Zin voor initiatief Zin voor samenwerking Zin voor esthetiek nooit zelden Regelmatig veel zeer veel 3.5 De kern van het opleidingsprofiel 3.5.1 Karakteriseren van de optie/opleiding Een ergotherapeut moet in staat zijn een ergotherapeutisch interventieplan op te stellen. Dat betekent dat de student bij het beëindigen van de studies een verwijzing kan analyseren, anamnesegegevens kan verzamelen, interpreteren en onderzoek kan doen. Hij/zij moet in staat zijn om ergotherapeutische doelstellingen op korte en lange termijn te formuleren en de ergotherapeutische interventie te plannen. Op het vlak van de ergotherapeutische interventie moet de student de verschillende behandelings-/interventiemogelijkheden, methodes en technieken leren kennen, verwerven en toepassen telkens in functie van de problematiek binnen het ergotherapeutisch gebied. Hij/zij dient interventies te kunnen uitvoeren, aangepast aan de hulpvrager en rekening houdend met de totale persoon van de cliënt. Hij/zij moet ergotherapeutische hulpmiddelen kunnen ontwerpen, vervaardigen en/of aanpassen. Het evalueren en rapporteren van behandelingsgegevens is evident. Wat betreft samenwerking leert de student te werken binnen een organisatie die hulpverlening verstrekt. In teamverband is hij/zij bereid op gepaste wijze informatie door te geven en op te vragen. Een ergotherapeut dient advies en informatie te kunnen verstrekken. Dat betekent dat een student bij het beëindigen van de studies aan verschillende populaties voorlichting kan geven in functie van wonen, werken en vrije tijd. Hij/zij kan stoornissen screenen en doorverwijzen naar andere instanties indien nodig.

20 OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE Op vlak van research is een student in staat nuttige onderwerpen binnen het ergotherapeutisch vakgebied te signaleren, zelfstandig onderzoek uit te voeren of hieraan mee te werken en kritisch te evalueren. Daarbij wordt de student aangemoedigd om zijn/haar individuele kennis en kunde voortdurend te ontwikkelen. Tenslotte moet de student in staat worden gesteld om zijn/haar beroepspraktijk te organiseren. 3.5.2 Eventuele verwantschappen met anderen Afhankelijk van het werkveld werkt de ergotherapeut samen met andere hulpverleners.

OPLEIDINGSPROFIEL ERGOTHERAPIE 21 HOOFDRUBRIEK 4 MEDEWERKERS Aan het uitschrijven van het opleidingsprofiel Ergotherapie werkten mee: Baetens Myriam, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende De Knop Greet, Katholieke Sociale Hogeschool Brussel en Parnas Dilbeek Derre Roland, Autonome Hogeschool Gent (expert opleidingsprofiel ergotherapie) De Vylder Linda, Autonome Hogeschool Antwerpen Himschoot Paul, Provinciale Hogeschool Limburg Op de Beeck Bie, Katholieke Hogeschool Kempen Questier Marie-Paule, Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Oost- Vlaanderen - Gent Seeuws Pierre, Voorzitter Nat. Belgische Federatie voor Ergotherapeuten Van Handenhoven Wilfried, Autonome Hogeschool Gent Willem Guido, Autonome Hogeschool West-Vlaanderen