Therapy Adherence Scale (Therapie-trouw schaal) voor Schematherapie bij de Borderline Persoonlijkheidsstoornis.

Vergelijkbare documenten
Beoordeel de twee vas-schalen. Indien niet van toepassing omcirkel: A. In hoeverre waren bovenstaande methoden en technieken op z n plaats?

Schemagerichte cognitieve therapie bij borderline-persoonlijkheidsstoornis

Schematherapie bij persoonlijkheidsstoornissen en verslaving. Tineke van der Linden GGz Breburg

Schematherapie bij zelfverwonding en suïcidaliteit

Schematherapie (ST) voor jongeren

Imaginaire rescripting in groepsschematherapie voor BPS. Guido Sijbers en Rosi Reubsaet

Het kind in de ouder Werken met schema s en modi bij ouders

Het kind in de ouder. Programma. 2. Definiëring ouderschematherapie (1) 1. Ouderschematherapie 9/04/18

Programma. Boze modi: varianten Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Leren herkennen en onderscheiden boze modi

Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Supervisor schematherapie, vice president ISST. Programma

Theoretische beschouwing

Workshop: Groepsschematherapie: tegengif bieden aan verslaving. Werken met modi: praten, voelen, doen.

Programma. Boze modi: varianten Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Remco van der Wijngaart, Kind modi Boze Kind, Razende Kind

Hanteren van Boze Modi in Schematherapie

Programma. Hanteren van Boze Modi in Schematherapie Wanneer je eigen schema s in de weg zitten

Boze modi: varianten. Programma. Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Wanneer je eigen schema s in de weg zitten

Boze modi: varianten. Programma. Differentiëren boze modi: Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Leren herkennen en onderscheiden boze modi

ST-supervisorencursus Dag 2

Accreditatiereglement schematherapie 2018

ERVAREN DOE JE MET HET LICHAAM

Schematherapie in groepen voor borderline persoonlijkheidsstoornissen

Voor welke toekomst leiden we op? Opleidersmiddag NVGP 5 februari 2015

Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie

schema therapie stap voor stap Remco van der Wijngaart Hannie van Genderen

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Woord vooraf bij de tweede druk 1 1

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek

Schematherapie. Algemene concepten. Mieke Boots

Schematherapie Definitie Doel 1. INLEIDING 21/12/17. Algemene concepten Mieke Boots

Schematherapie Doel Definitie Ontstaan schematherapie (2) 21/12/17 1. INLEIDING Ontstaan schematherapie (1)

Accreditatiereglement Cursussen Register Schematherapie Ingangsdatum: 1 mei 2015

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Programma cursus. Programma cursus. Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen. H. van Genderen 1. Gezonde Volwassene

Accreditatiereglement schematherapie 2018, aanpassing 2019

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Meerstoelen techniek. Remco van der Wijngaart

Agenda. Meerstoelen techniek. Meerstoelentechniek: opfrissen. Wanneer? Stoelentechniek vervolg. Start meerstoelentechniek

Agenda. Meerstoelen techniek. Meerstoelentechniek: opfrissen Remco van der Wijngaart

INLEIDING 1 DOCENTEN EN CURSISTEN 1 VOORWAARDEN AAN DOCENTEN EN GROEPSGROOTTE 1 VOORWAARDEN AAN DEELNEMENDE CURSISTEN 2

SCHEMATHERAPIE BIJ VERSLAVING EN COMPLEX TRAUMA 6 OKTOBER 2014 KEES BIEGER

door Michiel van Vreeswijk & Jenny Broersen

Handleiding. Schematherapie Formulier voor casusconceptualisatie. Tweede editie Versie 2.22

RESOURCE DEVELOPMENT AND INSTALLATION (RDI) PROTOCOL

VERS-I. Vaardigheidstraining Emotie Regulatie Stoornis. Deel I

Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant

Registratiereglement Schematherapeutisch Werkers Register Schematherapie Januari 2015

Winning without losing!

Positieve oplossingsgerichte gedragstherapie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Voorstelling werking Minor Ndako

Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën. praktijktoetsen. cognitief gedragstherapeut in opleiding

ZOEKSCHEMA MOEILIJK LOPENDE BEHANDELINGEN Naam patiënt: Naam behandelaar: Datum: ALGEMENE BEHANDELTHEMA S: PROGRESSIE (P), STAGNATIE (S)

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Een ingevuld voorbeeld

EFFECTIVITEIT VAN METHODIEKEN VOOR SLACHTOFFERS

Dag 1. Definitie schema: Schema-vorming. Verschil as I - as II. Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Dag 1. Definitie schema: Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen Hannie van Genderen Hélène Bögels Remco van der Wijngaart H. van Genderen Dag 1 H.

Dag 1. Definitie schema: Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

L A N G S D E M E E T L A T V A N D E G R B

Bijlagen. Register 237

Individueel Traject Afdeling WORKSHOP FFZ 22 JANUARI 2019 DOOR JOLITA DE VETH EN IRENE BOS

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

Schematherapie voor Cluster C. Anoek Weertman

Achtergrondinformatie voor behandelaren

Contact met het gekwetste kind

Schematherapie in groepen

Feeling at the bright side of life. Hoe positieve cognities ook voelbaar te kunnen geloven

Rollenspel. om zich kind te voelen.

Experiëntiële technieken: 2 doelen. Starten met Imaginatie. Imaginatie. Imaginatie met Rescripting en Reparenting

Therapeutische relatie en herstellen breuken. Workshop van de training Geïntegreerde Richtlijnbehandeling Persoonlijkheidsstoornissen

VERS-cursus Vaardigheidstraining Emotie Regulatie Stoornis

Dag 1. Schema s. Korte inleiding schematherapie Schematherapie in groepen (STG) voor borderline persoonlijkheidsstoornis.

Schematherapie in groepen (STG) voor borderline persoonlijkheidsstoornis. Dag 1

Schematherapie in groepen (STG) voor borderline persoonlijkheidsstoornis

Evidence based behandeling van borderline patiënten: mentalisation

Dag 1. Schema s. Korte inleiding schematherapie. Copingstrategieën Schematherapie in groepen (STG) voor borderline persoonlijkheidsstoornis

Het kind in de ouder Werken met schema s en modi bij ouders

L A N G S D E M E E T L A T V A N D E G R B

Het therapeutisch gebruik van humor in de behandeling van Obsessief Compulsieve Persoonlijkheidsheidsstoornis. Guido Sijbers Remco van der Wijngaart

Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen Boechout Afdeling 2

Mogelijke modi. Narcistische PS Agenda. Narcistische PS-DSM V. Narcistische PS-DSM V. Schematherapie bij Narcisme

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen. dag Historie 1 en huidige. dag 1. situatie Inleiding schema s, copingstrategieën

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen. dag Historie 1 en huidige. opzet cursus. dag 1. situatie

RESOURCE DEVELOPMENT AND INSTALLATION (RDI) PROTOCOL KINDERVERSIE

Hou dat vast! EMDR bij mensen met ( C ) PTSS en een laag IQ

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

Schematherapie in groepen (STG) voor adolescenten

Schematherapie in groepen (STG) voor adolescenten

Schematherapie in groepen (STG) voor adolescenten. Dag 1

Schematherapie in groepen (STG) voor adolescenten. Dag 1. Korte inleiding schematherapie

Structuur bieden aan je kinderen (10 tips)

ST-supervisorencursus Dag 1 Copyright Rijkeboer & van Vreeswijk

Schematherapie in groepen (STG) voor adolescenten

Zelfmanagement ondersteuningsbehoeften. Bij mensen met EPA. Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016

Transcriptie:

Therapy Adherence Scale (Therapie-trouw schaal) voor Schematherapie bij de Borderline Persoonlijkheidsstoornis. Beoordelaar: Datum: Naam beoordeelde therapeut: Naam/nummer beoordeeld fragment: Indien niet van toepassing: NVT invullen. Reparenting, algemene therapeutische stijl en therapeutische relatie 1. De therapeut is warm en empathisch en toont belangstelling en zorg voor de patiënt 2. De therapeut heeft een warme, kalmerende en geruststellende stem/toon gedurende het grootste gedeelte van de zitting (3/4 van de zitting) 3. De therapeut vraagt naar de gevoelens van de patiënt en toont respect voor de gevoelens van de patiënt gedurende de sessie (totaal oordeel) 4. De therapeut is echt en open 5. De therapeut uit positieve gevoelens over de patiënt om de patiënt zich meer verbonden te voelen, zich meer begrepen te voelen, zich meer de moeite waard te voelen 6. De therapeut is op geen enkele wijze straffend of bekritiserend t.a.v. de patiënt gedurende de sessie, d.w.z. wel straffend of bekritiserend, misschien enigszins straffend of bekritiserend, d.w.z. helemaal niet straffend of bekritiserend 1

7. De therapeut biedt hoop en geruststelling dat het leven en de gevoelens van de patiënt zullen verbeteren in de toekomst 8. De therapeut sluit aan bij (is in sync met) de gevoelens en zaken waar de patiënt mee bezig is Identificatie van de modus/schematoestand 9. De therapeut benoemt een of meer schema s of modi of vraagt de patiënt dat te doen. 10. De therapeut merkt op wanneer een patiënt van de ene naar de andere mode gaat gedurende de sessie en benoemt dit/bespreekt dit met de patiënt 11. De therapeut legt verbanden tussen specifieke symptomen of levensproblemen en een of meer modi 2

Gedragstechnieken voor levensproblemen Vooral gericht op problemen buiten de sessie. Niet gericht op acting-out problematiek 12. De therapeut maakt gebruik van rollenspelen om te oefenen met het hanteren van problemen buiten de sessie 13. De therapeut merkt op als patiënt zelf-ondermijnend of ongepast gedrag vertoont buiten de sessie 14. De therapeut en de patiënt bespreken samen nieuwe manieren om met levensproblemen buiten de sessie om te gaan, hoe die aan te pakken 15. De therapeut bespreekt samen met de patiënt hoe om te gaan met intieme relaties 16. De therapeut bespreekt samen met de patiënt hoe om te gaan met werk 17. De therapeut bespreekt samen met de patiënt hoe om te gaan met vriendschappen, hobbies, clubs, verenigingen etc. Experiëntiële technieken 18. De therapeut maakt gebruik van imaginatie (exposure in imaginatie, imaginatie en rescripting 3

18 b. De therapeut maakt gebruik van Historisch rollenspel 19. De therapeut maakt gebruik van schema-dialogen of twee- of meerstoelentechniek 20. De therapeut maakt gebruik van specifieke technieken om de patiënt sterke emoties (mening, behoefte) meer te laten voelen en/of uiten bv, schreeuwen, boosheid uiten (bv. Brieven schrijven of brieven voorlezen in de sessie) 21. De therapeut of de patiënt praat met de ouders van de patiënt in de sessie (dezen zijn niet aanwezig) 22. De therapeut moedigt de patiënt aan om vroege herinneringen op te halen Cognitieve en educatieve technieken 23. De therapeut geeft voorlichting aan de patiënt over een of meer modi 24. De therapeut geeft psycho-educatie over universele/algemene behoeften en/of waarde van emoties en/of meningen 4

25. De therapeut reattribueert de negatieve behandeling door de ouder(s) van patiënt als kind, als een tekortkoming van de ouder(s) i.p.v. een tekortkoming van de patiënt 26. De therapeut helpt de patiënt om levensproblemen als gevolg van schema s of schemamodi te zien i.p.v. als inherente gebreken van de patiënt 27. De therapeut helpt de patiënt om te onderzoeken of bepaalde overtuigingen of gevoelens kloppen door te zoeken naar bewijzen en deze te testen Confrontatie/Realiteitstoetsing/Grenzen stellen 28. De therapeut zet patiënt aan om moeilijke dingen of gevoelens die hij/zij vermijdt aan te gaan (pushen) 29. De therapeut confronteert de patiënt wanneer deze afgesproken huiswerk niet heeft gedaan of wanneer deze coping strategieën heeft gebruikt die eerder in de therapie bediscussieerd waren 30. De therapeut zet de patiënt aan om veranderingen in zijn/haar leven aan te gaan/uit te voeren, die eerder waren afgesproken, maar niet zijn uitgevoerd door de patiënt 31. De therapeut stelt grenzen wanneer de patiënt acting-out gedrag vertoont zoals teveel drinken, snijden, de therapeut teveel bellen 5

Leren van coping strategieën en huiswerkopdrachten 32. De therapeut leert de patiënt een of meer coping vaardigheden Flashcard Transitional object Dagboek of schemadagboek/modusdagboek Audiocassette Agressie-regulatie Imaginatie-dialoog Modes benoemen De therapeut bellen Imaginatie-oefeningen Meditatie/ontspanning Plezierige activiteiten of activiteiten waar de patiënt goed in is Vrienden opzoeken Troosten van het verlaten/verdrietige kind Problemen oplossen Stilstaan bij eigen gevoelens Brieven schrijven 33. De therapeut geeft huiswerk op of adviseert de patiënt om iets te doen/proberen buiten de sessie 34. De therapeut komt terug op/ bespreekt het opgegeven huiswerk na in de daarop volgende sessie Eindoordeel over de therapeut: 1 Ongeschikt voor schematherapie 2 Misschien geschikt voor schematherapie (behoeft nog bij/nascholing) 3 Zeker geschikt voor schematherapie 6