Het diëtistisch consult



Vergelijkbare documenten
Het diëtistisch consult

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

Wondverzorging. Let op: het is belangrijk om precies deze schrijfwijze aan te houden, dus met tussenstreepjes.

Toelichting op de werkcahiers en studietips voor het hbo en het mbo

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Leerplanschema Minor Psychologie

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

Checklist trainingen het gesprek in de Wmo en het gehele sociale domein VOOR GEMEENTEN DIE TRAININGSBUREAUS SELECTEREN

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Training. Gesprekstechnieken

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Zorg voor de oudere cliënt

Programma van toetsing

Competentieprofiel instructeurs

Doorloop je eigen Traject!

Jaar 1 Studiejaar

Minor Toegepaste Psychologie

Programma van toetsing

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

KPB 1: Lesgeven en Stageverslag

LW-taak 27 Taalaanbod thuis Taalondersteuning. thuis

Opleiding Professioneel en inspirerend trainen Post-HBO registeropleiding tot trainer communicatieve en managementvaardigheden

1 Studieloopbaanbegeleiding (slb) Doel en taken slb slb-instrumenten en methoden 18

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

1.0 Uitleg themataken en legenda

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 6 Persoonlijke ontwikkeling Feedback

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten

Eindverslag stage jaar 1

Scholingsplan Samen in ontwikkeling

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Inleiding bij de handreiking

2 jarig Verzorgende IG BOL

Communicatieve vaardigheden Ac 1

Een holistische benadering door klinisch redeneren

Minor NLP: Opleiding Technician en Practitioner

Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Voorlichting geven.

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Woord vooraf 2 e druk

Voeding, uitscheiding en diagnostiek

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

Het voeren van een evaluatiegesprek

Professionele bachelor in de Ergotherapie

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

De skillslabmethode en inzet van trainingsacteurs als simulatieklant/ cliënt

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

2 Stappen en fasen bw.indd :35

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN

2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2016/2017

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Aanbod Persoonlijke Vaardigheden

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

NEUROMOTOR TASK TRAINING

Leerthema 1: De Intern Begeleider / Zorgcoördinator als spil in het onderwijs

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Modulaire opleiding cognitieve gedragstherapie

Stagedoelstelling exploratiestage

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Organisatie van werkzaamheden

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

ADL-vaardigheidstraining geven

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Begeleide interne stage

OVERZICHT INHOUD TRAINING

Trainingen Coaching Intervisie Supervisie. Voor de zorg

Samen naar een individueel opleidingsplan. Anouk Straus

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Als docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid

Rubrics vaardigheden

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

PROJECTHANDLEIDING. Maatschappelijke Zorg On Handleiding. your site Begeleidingsmethodieken Periode 3,

Training Resultaatgericht Coachen

Transcriptie:

Het diëtistisch consult

Vaardigheden diëtetiek Het diëtistisch consult Vierde druk Geertje Becker-Woudstra Menso Havinga Ria van Kuijeren Anke Leibbrandt Elly Linden-Wouters Lieve Pensaert Heleen Scholten Marlies Verweij Boom Lemma uitgevers Den Haag 2012

Inhoud Voorwoord 11 1 Inleiding 15 1.1 Algemene informatie 15 1.2 Skillslabmethode 16 1.2.1 Inleiding 16 1.2.2 Uitgangspunten van de skillslab-methode 16 1.2.3 Stappen in het skillsonderwijs 17 1.2.4 Verder leren in de stage 19 1.2.5 Leermiddelen 19 1.3 Reflectieverslag 20 1.4 Beginvereisten 21 1.5 Bijlage oefen- en observatielijst voor algemene communicatieve gespreksvaardigheden 21 2 Diëtistisch onderzoek: screening 31 2.1 Inleiding 31 2.2 Leermiddelen 31 2.3 Leerdoelen 32 2.4 Studieactiviteiten 32 2.4.1 Inleiding 32 2.4.2 Studietaken 32 2.5 Inhoudelijke analyse screening 32 2.5.1 Inleiding 32 2.5.2 Geheugensteun voor het uitvoeren van de screening 32 2.5.3 Screening inhoudelijke analyse 33 2.6 Test je kennis 36 2.7 Practicum 36 2.7.1 Inleiding 36 2.7.2 Studietaken voor het practicum 36 2.7.3 Het practicum 36 2.8 Zelfstandig oefenen 37 2.8.1 Inleiding 37 2.8.2 Studietaken voor het zelfstandig oefenen 37 2.8.3 Het simulatiecliëntcontact 37 2.8.4 Oefen- en observatielijst voor de screening 37 2.9 Samenvatting 39 3 Diëtistisch onderzoek: diëtistische anamnese 43 3.1 Inleiding 43 3.2 Leermiddelen 43 3.3 Leerdoelen 44 3.4 Studieactiviteiten 44 3.4.1 Inleiding 44 3.4.2 Studietaken 44 3.5 Inhoudelijke analyse diëtistische anamnese 44 3.5.1 Inleiding 44 3.5.2 Geheugensteun voor het afnemen van de diëtistische anamnese 45 3.5.3 Het afnemen van een diëtistische anamnese 46 3.6 Test je kennis 48

3.7 Practicum 48 3.7.1 Inleiding 48 3.7.2 Studietaken voor het practicum 48 3.7.3 Het practicum 48 3.8 Zelfstandig oefenen 49 3.8.1 Inleiding 49 3.8.2 Studietaken voor het zelfstandig oefenen 49 3.8.3 Het simulatiecliëntcontact 51 3.8.4 Oefen- en observatielijst voor de diëtistische anamnese 51 3.9 Samenvatting 53 4 Diëtistisch onderzoek: voedingsanamnese 57 4.1 Inleiding 57 4.2 Leermiddelen 57 4.3 Leerdoelen 58 4.4 Studieactiviteiten 58 4.4.1 Inleiding 58 4.4.2 Studietaken 58 4.5 Inhoudelijke analyses 59 4.5.1 Inhoudelijke analyse van de dietary history-methodiek 59 4.5.2 Inhoudelijke analyse van de voedingsanamnesemethodiek 24-uur recall 73 4.5.3 Inhoudelijke analyse met behulp van een schriftelijke voedselfrequentievragenlijst 76 4.5.4 Inhoudelijke analyse van een voedingsanamnese met behulp van de één- of meerdaagse opschrijfmethodiek eetdagboekje 78 4.6 Test je kennis 80 4.7 Practicum 80 4.7.1 Inleiding 80 4.7.2 Studietaken vóór het practicum 80 4.7.3 Het practicum 80 4.8 Zelfstandig oefenen 81 4.8.1 Inleiding 81 4.8.2 Studietaken voor het zelfstandig oefenen 81 4.9 Het simulatiecliëntcontact 82 4.10 Oefen- en observatielijsten 82 4.10.1 Oefen- en observatielijst voor het afnemen van de voedingsanamnese met behulp van de dietary history-methodiek 83 4.10.2 Oefen- en observatielijst voor het afnemen van de voedingsanamnese met behulp van de 24-uur recallmethodiek 86 4.10.3 Oefen- en observatielijst voor het afnemen van de voedingsanamnese met behulp van de schriftelijke voedselfrequentievragenlijst 89 4.10.4 Oefen- en observatielijst voor het afnemen van een voedingsanamnese met behulp van de één- of meerdaagse opschrijfmethode eetdagboekje 91 4.11 Samenvatting 93 4.12 Bijlagen 94 4.12.1 Inhoudelijke analyse mondelinge voedselfrequentieanamnesemethodiek 94 4.12.2 Geheugensteun voor het afnemen van een mondelinge voedselfrequentievragenlijst 94 4.12.3 Het afnemen van een mondelinge voedselfrequentievragenlijst 95 4.12.4 Oefen- en observatielijst mondelinge voedselfrequentieanamnesemethodiek 96

5 Diëtistisch onderzoek: antropometrie 101 5.1 Inleiding 101 5.1.1 Uitgangspunten 101 5.2 Leermiddelen 101 5.3 Leerdoelen 102 5.4 Studieactiviteiten 102 5.4.1 Inleiding 102 5.4.2 Studietaken 102 5.5 Inhoudelijke analyse antropometrisch onderzoek 103 5.5.1 Inhoudelijke analyse meten van lichaamslengte 103 5.5.2 Inhoudelijke analyse meten van het lichaamsgewicht 107 5.5.3 Inhoudelijke analyse voor het meten van de middelomtrek 109 5.5.4 Inhoudelijke analyse voor het uitvoeren van de huidplooidiktemeting bij volwassenen 111 5.5.5 Inhoudelijke analyse meten lichaamssamenstelling met behulp van de bio-electrische impedantie-meting 117 5.5.6 Inhoudelijke analyse meten van de skeletbreedte 122 5.6 Test je kennis 126 5.7 Practicum 126 5.7.1 Inleiding 126 5.7.2 Studietaken vóór het practicum 126 5.7.3 Het practicum 126 5.8 Zelfstandig oefenen 126 5.8.1 Inleiding 126 5.8.2 Het simulatiecliëntcontact 126 5.8.3 Oefen- en observatielijsten voor de antropometrische bepalingen 126 5.9 Samenvatting 146 6 Dietistische diagnose 149 6.1 Inleiding 149 6.2 Leermiddelen 149 6.3 Leerdoelen 149 6.4 Studieactiviteiten 150 6.4.1 Inleiding 150 6.4.2 Studietaken 150 6.5 Inhoudelijke analyse diëtistische diagnose 151 6.5.1 Inleiding 151 6.5.2 Geheugensteun voor het uitvoeren van de diëtistische diagnose 151 6.5.3 Inhoudelijke analyse: formuleren van de diëtistische diagnose 152 6.6 Test je kennis 153 6.7 Practicum 153 6.7.1 Inleiding 153 6.7.2 Studietaken voor het practicum 153 6.7.3 Het practicum 153 6.8 Zelfstandig oefenen 154 6.8.1 Inleiding 154 6.8.2 Studietaken voor het zelfstandig oefenen 154 6.8.3 Het simulatiecontact 154 6.8.4 Oefen- en observatielijst voor de diëtistische diagnose 155 6.9 Samenvatting 155

7 Dieetbehandeling 159 7.1 Inleiding 159 7.1.1 Meerwaarde behandeldoelen 160 7.1.2 ICF-indeling 161 7.2 Leermiddelen 162 7.3 Leerdoelen 162 7.4 Studieactiviteiten 163 7.4.1 Inleiding 163 7.4.2 Studietaken 163 7.5 Inhoudelijke analyses dieetbehandeling 163 7.5.1 Inleiding 163 7.5.2 Geheugensteun voor het eerste-, vervolg- en afsluitend consult 164 7.5.3 Inhoudelijke analyse dieetbehandeling eerste consult 165 7.5.4 Inhoudelijke analyse dieetbehandeling vervolgconsult 169 7.5.5 Inhoudelijke analyse dieetbehandeling afsluitend consult 171 7.6 Test je kennis 172 7.7 Practicum 172 7.7.1 Inleiding 172 7.7.2 Studietaken voor het practicum 172 7.7.3 Het practicum 172 7.8 Zelfstandig oefenen 174 7.8.1 Inleiding 174 7.8.2 Werkwijze voor alle oefeningen/rollenspelen 174 7.8.3 Het simulatiecliëntcontact 176 7.8.4 Oefen- en observatielijsten voor de dieetbehandeling 176 7.9 Samenvatting 182 8 Voorlichtingsmateriaal 185 8.1 Inleiding 185 8.2 Leermiddelen 186 8.3 Leerdoelen 186 8.4 Studieactiviteiten 186 8.4.1 Inleiding 186 8.4.2 Studietaken 186 8.5 Inhoudelijke analyse gebruik voorlichtingsmateriaal 187 8.5.1 Inleiding 187 8.5.2 Geheugensteun 187 8.5.3 Inhoudelijke analyse gebruik voorlichtingsmateriaal in de dieetbegeleiding 188 8.6 Test je kennis 192 8.7 Practicum 192 8.7.1 Inleiding 192 8.7.2 Studietaken vóór het practicum 192 8.7.3 Het practicum 192 8.7.4 Rollen voor het practicum 192 8.8 Zelfstandig oefenen 193 8.8.1 Inleiding 193 8.8.2 Werkwijze voor alle oefeningen/rollenspelen 193 8.8.3 Het simulatiecliëntcontact 194 8.8.4 Oefen- en observatielijst voor het gebruik van voorlichtingsmateriaal in de dieetbegeleiding 194 8.9 Bijlagen 197 8.10 Samenvatting 200

9 Lastige gesprekssituaties 203 9.1 Inleiding 203 9.1.1 Lastige gesprekssituaties 203 9.1.2 Toelichting op de cliëntencategorieën 204 9.2 Leermiddelen 204 9.3 Leerdoelen 205 9.4 Studieactiviteiten 205 9.4.1 Inleiding 205 9.4.2 Studietaken: cliënt met weerstand 206 9.4.3 Studietaken: moeilijk aanspreekbare cliënt 206 9.5 Inhoudelijke analyses 207 9.5.1 Inhoudelijke analyse van de begeleiding van de cliënt met weerstand 207 9.5.2 Inhoudelijke analyse van de begeleiding van de moeilijk aanspreekbare cliënt 214 9.6 Test je kennis 222 9.7 Practicum 222 9.7.1 Inleiding 222 9.7.2 Studietaken voor het practicum 222 9.7.3 Practicum 222 9.8 Zelfstandig oefenen 223 9.8.1 Inleiding 223 9.8.2 Studietaken voor het zelfstandig oefenen 223 9.9 Oefen- en observatielijsten 223 9.9.1 Inleiding 223 9.9.2 Oefen- en observatielijst van de begeleiding van de cliënt met weerstand 224 9.9.3 Oefen- en observatielijst van de begeleiding van de moeilijk aanspreekbare cliënt 225 9.10 Samenvatting 226 Begrippenlijst 227 Geraadpleegde experts en literatuur 237 Over de auteurs 243

Voorwoord Het methodiekboek Het diëtistisch consult is bestemd voor studenten Voeding en Diëtetiek die opgeleid worden om in het paramedisch werkveld de beroepsrol van behandelaar te kunnen uitoefenen in het gebied van direct cliëntgebonden 1 taken. Het boek is primair bedoeld om te gebruiken bij het vaardigheidsleren het skillsonderwijs op de opleiding Voeding en Diëtetiek en tijdens de stage. Daarnaast is het boek geschikt voor de afgestudeerde diëtist, met name wanneer deze een student begeleidt tijdens de stage. Voor docenten is een digitale docentenhandleiding beschikbaar. In 1995 is een start gemaakt met de ontwikkeling van leermiddelen volgens de skillslabmethodiek voor het diëtistisch handelen in de individuele hulpverlening. Met behulp van deze methodiek worden studenten in een zo realistisch mogelijke setting voorbereid op de beroepspraktijk. De vier hogescholen in Nederland die een opleiding tot diëtist verzorgen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, De Haagse Hogeschool, de Hogeschool van Amsterdam en de Hanzehogeschool Groningen hebben bij de totstandkoming van het skillsonderwijs met elkaar samengewerkt. Bij deze vierde druk is de samenwerking uitgebreid met de Katholieke Hogeschool Leuven België. Onder verantwoordelijkheid van het Transferpunt Vaardigheidsonderwijs van de Universiteit Maastricht werden voor de verschillende onderdelen van het diëtistisch handelen aparte handleidingen en videobanden ontworpen en uitgegeven. In 2004 zijn deze aparte handleidingen door de auteurs samengevoegd en bewerkt tot de eerste druk van het boek Het diëtistisch consult, uitgegeven door Uitgeverij LEMMA. De samenwerking met het Transferpunt Vaardigheidsonderwijs werd daarmee beëindigd. Met het verschijnen van deze vierde druk zijn alle hoofdstukken herzien. In hoofdstuk 1 wordt uitgebreid ingegaan op de skillslabmethodiek en is het schema van de fasen in het diëtistisch consult aangevuld. Vanwege het invoeren van de Directe Toegankelijkheid Diëtetiek is hoofdstuk 2 Diëtistisch onderzoek: screening toegevoegd. Daarnaast is de Diëtistische diagnose nu als afzonderlijk hoofdstuk toegevoegd en uitgebreid, in overeenstemming met de cursus diëtistische diagnose van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD). De naam van het hoofdstuk hulpmiddelen is aangepast in voorlichtingsmateriaal. Vaardigheden die nodig zijn voor professiegebonden taken zoals deskundigheidsbevordering, wetenschappelijke onderbouwing van het vakgebied en taken op het terrein van organisatie en bedrijfsvoering, zijn buiten beschouwing gelaten. Om de verschillende hoofdstukken (onderdelen van een consult) te kunnen plaatsen binnen het consult, zijn video s te vinden op de website dietetiekvaardig.nl (aangegeven d.m.v. een ). Hier is een nieuwe video beschikbaar van een screening bij een cliënt zonder verwijzing. Daarnaast zijn alle studietaken op de website geplaatst, waar de student feedback krijgt op de gegeven antwoorden. In de studietaken is een groot deel van de video s opgenomen om het gebruik hiervan te bevorderen. Bij de totstandkoming van alle hoofdstukken, maar ook bij de recente herziening, is samengewerkt met diëtisten uit het werkveld en collega-docenten. Wij blijven ons aanbevolen houden voor commentaar en suggesties. Tot slot wensen wij de gebruikers van dit boek veel succes bij het vaardigheidsleren. We hopen dat dit methodiekboek een bijdrage levert aan de verdere professionalisering van de diëtist. Geertje Becker-Woudstra Menso Havinga Ria van Kuijeren Anke Leibbrandt Elly Linden-Wouters Lieve Pensaert Heleen Scholten Marlies Verweij Februari 2012 1 In verband met de leesbaarheid is er in dit boek voor gekozen om: de consument van diëtistische zorg aan te duiden met cliënt in plaats van patiënt, hulpvrager, revalidant of pupil. de verlener van diëtistische zorg aan te duiden met diëtist in plaats van voedingskundige of diëtiste.

Inleiding

Fasen in het diëtistisch consult Aanmelding Verwijzing Voorbereiding Diëtistisch onderzoek uitvoeren Screening Diëtistische anamnese Voedingsanamnese Antropometrie Voorlichtingsmateriaal Diëtistische diagnose stellen Lastige gesprekssituaties Behandelplan opstellen Behandelplan uitvoeren Evalueren Afsluiten

1 Inleiding 1.1 Algemene informatie In dit methodiekboek staan de competenties centraal die je als diëtist nodig hebt voor de beroepsrol van behandelaar: het deel van de beroepsuitoefening dat cliëntgebonden is. Onder competenties wordt in dit verband verstaan een integratie van kennis, inzicht, vaardigheden en attitude die nodig is voor het uitvoeren van de diëtistische behandeling. Het diëtistisch handelen kenmerkt zich door zowel technische, methodische als communicatieve vaardigheden. Deze drie aspecten van het handelen van de diëtist komen dan ook geïntegreerd aan bod in dit boek, met andere woorden: er vindt integratie plaats van de verschillende domeinen (vakgebieden). Als student voeding en diëtetiek verwerf je als behandelaar competenties om bij gezondheidsgerelateerde voedingsproblemen in een tweegesprek: uitgaande van het samenwerkings- of participatiemodel een goede hulpverleningsrelatie op te bouwen; op methodische wijze interventies in het diëtistisch consult voor te bereiden, uit te voeren, te evalueren, bij te stellen en af te ronden, of een besluit te nemen tot verwijzing naar een andere zorgverlener; te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen en dit op basis hiervan verder te ontwikkelen. Het diëtistisch consult kan gezien worden als een probleemoplossend proces. De bijbehorende fasen zijn in het schema hiernaast weergegeven. De vaardigheden die horen bij de verschillende fasen in het diëtistisch consult zijn in afzonderlijke hoofdstukken opgenomen in het boek. Per hoofdstuk worden de betreffende vaardigheden verder benoemd en getraind. Uitgangspunt bij het samenstellen van de hoofdstukken 2 t/m 8 is een volwassen cliënt met voldoende beheersing van de Nederlandse taal die een Nederlands voedingspatroon heeft, meewerkt en geen psychosociale problematiek heeft. Als casus komt de heer Voskuil in elk hoofdstuk aan bod in een van de studietaken. Het boek Het boek is in de eerste plaats bedoeld voor het gebruik tijdens de periode van het binnenschools leren. Het is daarnaast een hulpmiddel bij de cliëntcontacten tijdens de stage, zowel voor de stagiair als voor de reeds afgestudeerde diëtist die de stagiair begeleidt. In dit boek komen de diëtistische vaardigheden in afzonderlijke, opzichzelfstaande hoofdstukken aan bod: Diëtistisch onderzoek: screening; Diëtistisch onderzoek: diëtistische anamnese; Diëtistisch onderzoek: voedingsanamnese; Diëtistisch onderzoek: antropometrie; Diëtistische diagnose; Dieetbehandeling; Voorlichtingsmateriaal; Lastige gesprekssituaties. De hoofdstukken zullen in de onderwijssituatie één voor één op het programma staan. De opleiding bepaalt zelf de volgorde waarin dit plaatsvindt. Vaak start men met hoofdstuk 4 Voedingsanamnese. Hoofdstuk 7 Dieetbehandeling kan vanzelfsprekend pas aan de orde komen na hoofdstuk 3 Diëtistische anamnese en hoofdstuk 6 Diëtistische diagnose. Hoofdstuk 9 komt meestal aan bod bij begeleidingsbijeenkomsten tijdens de stageperiode, het buitenschools leren. Hoofdstuk 8 wordt veelal ingezet gelijktijdig met het hoofdstuk Diëtistisch onderzoek: voedingsanamnese, en het hoofdstuk Dieetbehandeling. Elk hoofdstuk sluit af met een samenvatting van kernpunten die aangeven wat je in dit hoofdstuk hebt geleerd. Hoe te gebruiken Vóór je begint is het belangrijk om je een beeld te vormen van de vaardigheden die centraal staan in het onderdeel van het diëtis- 15

tisch consult waar je mee aan de slag gaat. Dit kun je doen door het beantwoorden van een aantal vragen. Vragen die je bij de start wilt beantwoorden zijn: Welke doelen moet en wil ik bereiken? Welke vaardigheden komen aan bod? Wat weet ik zelf al van het onderwerp? Hoe wordt het onderwijs aangepakt: wat moet ik allemaal doen, welke hulp kan ik krijgen en welke materialen zijn voorhanden? Door het bestuderen van hoofdstukinformatie, inleiding en leerdoelen van het betreffende hoofdstuk lukt het ongetwijfeld om de antwoorden op deze vragen te vinden. Het maken van een studieplanning stelt je vervolgens in staat om overzicht over je activiteiten te houden. 1.2 Skillslabmethode 1.2.1 Inleiding Hoe kun je als aankomend diëtist het beste je de competenties eigen maken die horen bij de rol van behandelaar? Als methode is gekozen voor de zogenoemde skillslabmethode. In het vervolg van deze paragraaf vind je een uitgebreide toelichting. 2 Aan bod komen uitgangspunten, stappen in het skillsonderwijs, de doorgaande lijn in binnenen buitenschools leren. Daarnaast vind je in deze paragraaf een toelichting op belangrijke leermiddelen, simulatiecliëntcontact, reflectieverslag en beginvereisten. 1.2.2 Uitgangspunten van de skillslabmethode Je kunt vier pijlers onderscheiden: 1 In het skillslabonderwijs sta jij als student centraal. 2 Geen skillsonderwijs zonder domeinspecifieke kennis. 3 Skillsonderwijs is meer dan het leren van een kunstje ; het is een vaardigheid. 4 Zonder veelvuldig oefenen géén skills. 1 In het skillslabonderwijs sta jij als student centraal In het hoger beroepsonderwijs moeten actieve kennisverwerving, verankering en verwerking van kennis centraal staan. Als gevolg hiervan en de opvattingen over leren leren, werk je zo zelfstandig mogelijk en ben je verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Als student leer je individueel en in groepen. Voorbeelden van onderwijsvormen die passen bij deze onderwijsvisie zijn o.a. probleemgestuurd onderwijs en projectonderwijs. Uiteindelijk leiden deze onderwijsvormen tot meer duurzame leerresultaten en zelfstandige studenten die beter zijn voorbereid op de praktijk. Ook de opleidingen Voeding en Diëtetiek in Nederland stellen kennisverwerving en probleem oplossen centraal, men hanteert studentgerichte onderwijsvormen. Hierop is een systematische methodiek voor het aanleren van vaardigheden, gebaseerd op dezelfde uitgangspunten, een welkome aanvulling. De skillslabmethode is zo n systematische methodiek. Uitgangspunt is de vraag welke activiteiten je moet verrichten om op een efficiënte manier vaardigheden aan te leren. Voor het skillslabonderwijs betekent dit dat de docent de facilitering van het leerproces van jou als student verzorgt. De docent stuurt minder, maar begeleidt, stimuleert en evalueert des te meer. Deze ondersteunende rol geldt zowel voor de inhoud als voor de begeleiding bij de leerstrategie die jij kiest. 2 Geen skillsonderwijs zonder domeinspecifieke kennis Kennis uit de diverse vakgebieden (domeinen) binnen je opleiding is een voorwaarde om de vaardigheden in de praktijk effectief toe te kunnen passen. Als de vaardigheid niet wordt ingebed in kennis, inzicht en houding, wordt het aanleren van de vaardigheid het aanleren van een kunstje. Zo gauw de situatie afwijkt van de leersituatie, weet je als student niet meer wat je moet doen. De aangeleerde vaardigheid ontbreekt het dan aan flexibiliteit. Omgekeerd moet je kennis over vaardigheden aanleren in direct verband met de uitvoering van vaardigheden, anders bestaat het gevaar dat je geïsoleerde of willoze kennis ontwikkelt. Geïsoleerde kennis wil zeggen dat kennis die je opdoet niet in verband staat met overige kennis. Willoze kennis wil zeggen dat je die kennis wel hebt opgedaan, maar dat je die niet op het juiste moment kunt oproepen. Kortom, het skillsonderwijs moet aansluiten bij kennis uit de diverse vakgebieden binnen je opleiding Voeding en Diëtetiek. Concreet betekent dit een integratie van specifieke kennis uit de medisch-biologische, voedingswetenschappelijke, sociaal-wetenschappelijke en communicatieve domeinen. 2 Deze toelichting in par. 1.2 is een voor de diëtetiek aangepaste versie van de tekst van het 16 Transferpunt Vaardigheidsonderwijs (TVPO) en met toestemming overgenomen. Het diëtistisch consult

3 Skillsonderwijs is meer dan het leren van een kunstje ; het is een vaardigheid Wanneer spreek je nu van een vaardigheid? Is iedere handeling die wordt toegepast door een expert een vaardigheid? De omschrijving van een vaardigheid die hier wordt gebruikt is: Een vaardigheid is een doelgerichte complexe handeling. Voor deze handeling moet je theoretische kennis bezitten en je krijgt de vaardigheid pas onder de knie door veelvuldig oefenen. Hierdoor krijg je een zekere handigheid en voldoende zelfvertrouwen. Aan het correct uitvoeren van een vaardigheid ligt een leerproces ten grondslag. Als je een handeling na het een keer te hebben gezien al beheerst, is er geen sprake van een vaardigheid. Een kenmerk van een vaardigheid is dat je er een bedoeling mee hebt. Een vaardigheid wordt namelijk steeds doelgericht, in een bepaalde context, uitgevoerd. Ten slotte zal er een logische opbouw in de deelhandelingen moeten zitten. Er zitten dus de volgende kanten aan een vaardigheid: 1 Een cognitieve component. Dit is de kennis die je nodig hebt voor de uitvoering van de handeling: het hoe, wat, waarom, wanneer, enzovoort; 2 Een uitvoeringscomponent. Je moet de juiste uitvoering verankeren in een professioneel handelingsschema dat aansluit bij de beroepsrol behandelaar van de diëtist. 3 Een sociaal-psychologische component. Hier ligt het accent op het zelfvertrouwen dat je moet aanleren om de handeling toe te passen. 4 Een handigheidscomponent. Je moet een handeling in verschillende situaties snel en soepel kunnen uitvoeren. 4 Zonder veelvuldig oefenen géén skills Bij het leren van een vaardigheid zijn twee opeenvolgende fasen te onderscheiden. Eerst maak je kennis met de vaardigheid en daarna ga je je de vaardigheid eigen maken. Als je een vaardigheid oefent, boek je vrij snel vooruitgang in de uitvoering van de handeling. Maar in deze kennismakingsfase kun je nog niet spreken van beheersing. Stel dat je in deze fase geconfronteerd wordt met een moeilijkheid, bijvoorbeeld een cliënt die je voortdurend onderbreekt. Hier kun je dan nog niet effectief mee omgaan. Het is helder dat je na een eerste training regelmatig moet oefenen om een vaardigheid je eigen te maken en een plaats te geven in het langetermijngeheugen. Zo bereik je dat je een vaardigheid accuraat, snel en flexibel in kunt zetten. Veel studenten hebben de neiging om zich vooral te storten op deze kennismakingsfase van de vaardigheid en besteden daardoor te weinig aandacht aan het zich eigen maken van de vaardigheid. De skillslabmethode besteedt juist systematisch aandacht aan beide fasen van het oefenen. Kortom, regelmatig oefenen gedurende langere tijd (afhankelijk van de vaardigheid, je individuele capaciteit en leerstijl) is een voorwaarde om te komen tot beheersing van de vaardigheid op lange termijn. 1.2.3 Stappen in het skillsonderwijs Om je de vaardigheden eigen te maken, doorloop je als student de volgende stappen. Stap 1: Kennis verwerven Na het lezen van de inleiding en het bekijken van de video s op de website krijg je inzicht in de achtergrondinformatie en word je gemotiveerd. Dit alles is van belang om de handelingen die aan de orde zijn te beredeneren en te verantwoorden. Door het bekijken van de video s en het bestuderen van de inhoudelijke analyse van het betreffende hoofdstuk, maak je een voorstelling hoe de vaardigheden in de praktijk worden uitgevoerd. Elke opleiding bepaalt zelf welke studietaken aan bod komen. Deze studietaken met feedback vind je net als de video s op de website. Bij het formuleren van studietaken zijn de volgende kernboeken gebruikt: Bohn Stafleu van Loghum, Informatorium voor Voeding en Diëtetiek, Houten, t/m 2011. Silverman J. e.a., Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, een evidence based benadering. Lemma, Den Haag, 2006, 2e druk en eventuele aanvullende literatuur over gespreksvoering. Thomas & Bishop, Manual of Dietetic Practice, Blackwell Publishing, vierde druk, 2007 of een ander basisboek voor voeding en diëtetiek. Stap 2: Bijeenkomsten met de docent Om de opgedane kennis te evalueren, is het noodzakelijk feedback te krijgen van een docent. Elke opleiding bepaalt zelf hoeveel theoriebijeenkomsten worden gepland en hoe aan deze contacturen vorm wordt Hoofdstuk 1 Inleiding 17

gegeven. Meestal worden bijeenkomsten georganiseerd waarin de theorie een plaats krijgt en feedback op de studietaken wordt gegeven. Na de theoriebijeenkomsten zullen practica of trainingen op het rooster staan. De opleiding bepaalt zelf het aantal practica. Vóór het practicum maak je oefentaken om de overgang van de theorie naar de praktijk te maken. Tijdens het practicum ga je de vaardigheden onder docentbegeleiding oefenen. Je leert kritisch te kijken naar je eigen handelen, zodat je de toepassing en de uitvoering kunt bijsturen op grond van signalen (gaat goed, gaat fout). Pas dan is het verantwoord om zonder docent verder te oefenen. Zo begin je voorzichtig met de uitvoering van de (deel) vaardigheden. Ter ondersteuning van het oefenen maak je gebruik van de in elk hoofdstuk opgenomen leermiddelen. Dit zijn geheugensteunen, inhoudelijke analyses en oefen- en observatielijsten. Zie paragraaf 1.2.5. Stap 3: Docentonafhankelijk oefenen Na het practicum ga je zelfstandig verder oefenen met medestudenten, familie en/of vrienden en bekenden. Hiervoor is casuïstiek toegevoegd. Hoe meer en gevarieerder je oefent, hoe beter je de vaardigheid onder de knie krijgt. Stap 4: Simulatiecliëntcontact Het zelfstandig oefenen wordt afgesloten met een simulatiecliëntcontact. In het gesprek dat je met de simulatiecliënt voert, demonstreer je de vaardigheid in een zo realistisch mogelijke setting. Alleen als je zelfstandig, herhaaldelijk en gevarieerd hebt geoefend in diëtistische vaardigheden, kun je voor het eerst de vaardigheden uitvoeren in een gesprek met een simulatiecliënt. Door al op de opleiding je gespreksvaardigheid te toetsen met behulp van een simulatiecliënt, is het mogelijk de meeste vaardigheden zodanig onder de knie te krijgen dat toepassing op echte cliënten verantwoord is. Het voordeel van simulatiecliënten is dat veel cliëntvariabelen onder controle kunnen worden gehouden. De opleiding instrueert de simulatiecliënten over de rol die zij moeten spelen aan de hand van een rolbeschrijving. In het gesprek met de simulatiecliënt demonstreer je de vaardigheid dus in een zo realistisch mogelijke situatie. Het belangrijke van deze stap is dat je verschillende vaardigheden integreert met elkaar én met ken- nis- en attitudeaspecten uit de verschillende vakgebieden. De simulatiecliënten zijn getraind om jou feedback te geven na afloop van de bijeenkomst, zodat je een kritische reflectie krijgt op je eigen handelen. Het simulatiecliëntencontact wordt bij voorkeur audiovisueel opgenomen en nabesproken in het bijzijn van een skillsdocent. Tot slot leg je je eigen ervaringen vast in een reflectieverslag. Zie paragraaf 1.3. Enkele praktische tips voor het zelfstandig oefenen en het simulatiecliëntcontact Voorbereiding Een goede voorbereiding maakt dat het gesprek zo soepel mogelijk kan verlopen. Werk in groepen van minimaal twee en maximaal vier studenten. Plan het gesprek. Zorg voor de juiste inrichting van het vertrek waar het gesprek plaatsvindt. Denk aan inhoudsmaten, voorbeelden van verpakkingen, folders en andere hulpmiddelen. Vergeet niet een registratieformulier en oefen- en observatielijsten mee te nemen en zorg dat je bekend bent met deze formulieren. De docent zorgt voor een rolbeschrijving. Bestudeer zo nodig dieetrichtlijnen, inhoudelijke analyse e.d. Spreek een rolverdeling af: diëtist, observator(en), bediener van de camera. Formuleer je persoonlijke leerdoelen ook voor de observator. Zorg dat opnameapparatuur klaar staat. Controleer het geluid en de opnamecapaciteit. Uitvoering Neem zowel het gesprek als de feedback op met audiovisuele apparatuur. Maak bij de feedbackbespreking gebruik van de oefen- en observatielijsten, de persoonlijke leerdoelen en de punten voor het reflectieverslag. Zie paragraaf 1.3. Laat de diëtist als eerste aan het woord, daarna de simulatiecliënt en de observator(en). Afronding Ga zorgvuldig om met de opname van het gesprek: respecteer de privacy van zowel de simulatiecliënt als de studenten. Schrijf een reflectieverslag (zie paragraaf 1.3). Iedere opleiding geeft apart aan hoe de feedback door de docent plaatsvindt. 18 Het diëtistisch consult

Mogelijkheden zijn onder andere: mondeling en individueel op basis van het ingeleverde reflectieverslag met audiovisuele opname; in plaats van individueel, een gesprek per groep van twee tot vier studenten; schriftelijke feedback met beoordelingsformulier; presentatie door student aan de hand van zelfgekozen beeldfragmenten. De praktische organisatie rond het simulatiecliëntcontact verschilt per opleiding. Stap 5: Toetsing Toetsing van de vaardigheden kan op diverse momenten plaatsvinden. De opleidingen maken hierin een eigen keuze. De afsluitende toets kan plaatsvinden in de vorm van een gesprek met een simulatiecliënt en/of een gesprek over het reflectieverslag (zie paragraaf 1.3). 1.2.4 Verder leren in de stage Om de doorgaande lijn van het vaardigheidsleren vast te houden, ga je bij de voorbereiding van een gesprek op stage je voorkennis terughalen. Je vergelijkt het op school geleerde met de toepassing in de praktijk. Concreet betekent dit dat je: nagaat op welke manier jij de handeling hebt leren uitvoeren; observeert hoe de handeling door de stagebegeleider wordt uitgevoerd; de verschillen tussen het op school geleerde en de praktijk signaleert en bespreekt; de principes achterhaalt die tijdens het handelen worden gehanteerd; eventuele conflicterende werkwijzen en achtergronden daarvan toelicht; eigen keuzen verantwoordt vanuit de situatie, organisatie en theoretische achtergronden. Transfer Je bent pas echt vaardig als je de vaardigheid kunt toepassen bij verschillende cliënten in verschillende situaties. Dit betekent: oefenen in verschillende cliëntsituaties; oefenen in sterk uiteenlopende cliëntsituaties; bespreken van de verschillen in werkwijze (opleiding - stage); bespreken van keuzen voor het handelen in de cliëntsituatie; plaatsen van het geleerde in andere (cliënt) situaties; met andere woorden je vaardigheid is breed inzetbaar. 1.2.5 Leermiddelen Binnen het skillsonderwijs maak je gebruik van verschillende leermiddelen zoals inhoudelijke analyses, geheugensteunen en oefen- en observatielijsten. Ze zijn bij elk hoofdstuk van het diëtistisch consult duidelijk aangegeven. Met behulp van studietaken verdiep je je in de literatuur, bereid je je voor op de docentbegeleide bijeenkomsten en het docentonafhankelijk oefenen. Inhoudelijke analyse Een inhoudelijke analyse is een analyse van een vaardigheid. Het is een uitgebreide schematische weergave van een standaardprocedure van een fase van het diëtistisch consult. De inhoudelijke analyse is niet bedoeld als een keurslijf. Elk gesprek verloopt immers anders, maar de inhoudelijke analyse biedt wel een duidelijke structuur. Geheugensteun Deze is bedoeld als een soort inhoudsopgave, een samenvatting van de kernpunten van de inhoudelijke analyse. Je kunt de geheugensteun gebruiken bij het oefenen. Je moet de stappen achter elkaar hardop kunnen noemen tijdens het practicum. Oefen daarna verder tot je de handelingen beheerst en ze zonder hulp kunt uitvoeren. Dan pas is het verantwoord het gesprek met de simulatiecliënt te beginnen. Het tussentijds registreren is niet opgenomen in de geheugensteun. Oefen- en observatielijsten De oefen- en observatielijsten gebruik je als feedbackinstrument bij het oefenen. Zo kun je systematisch en methodisch in kaart brengen wat je al wel of niet goed doet. De lijsten zijn geordend op inhoud en op vorm. Onder inhoud staan de voedingskundige en diëtetiekkennisvaardigheden. Onder vorm staan zowel de sociaal-psychologische kennisvaardigheden als de communicatieve vaardigheden gerangschikt. Uiteraard heb je het meest aan de feedback als de lijst zo kritisch mogelijk wordt ingevuld. Vraag daarom van je observator een opstelling als van een kritische vriend. Iemand die het goed met je meent, maar je wel verbeterpunten wil aanreiken. Met het zetten van een kruisje wordt aangegeven of de onderdelen goed, fout of niet zijn uitgevoerd. Ook is er ruimte voor opmerkingen. Als een observatiepunt niet van toepassing is, wordt dat aangekruist in de kolom n.v.t. Lees de lijst eerst helemaal door voordat je begint met invullen. Hoofdstuk 1 Inleiding 19