Migratie-, installatie- en configuratiegids voor ADOBE ACROBAT CONNECT PRO SERVER 7.5



Vergelijkbare documenten
Installatie- en configuratiegids voor ADOBE CONNECT 7.5 SERVICE PACK 1

MIGRATIE-, INSTALLATIE- EN CONFIGURATIEGIDS VOOR ADOBE ACROBAT CONNECT PRO SERVER 7

Migratie-, installatie- en configuratiegids voor ADOBE CONNECT 8

Migratie-, installatie- en configuratiegids voor ADOBE CONNECT 9

ADOBE CONNECT ENTERPRISE SERVER 6 INSTALLATIE- EN CONFIGURATIEGIDS VOOR CONNECT ENTERPRISE

Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd.

ADOBE CONNECT ENTERPRISE SERVER 6 SSL-CONFIGURATIEGIDS

Installatiegids. 1 Installatiegids Nintex Workflow 2010

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING

Factuur2King Multi User release notes

INSTALLATIE HANDLEIDING

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.0

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

instellen (POP3/IMAP)

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.1

Handleiding Opslag Online Client voor Windows. Versie maart 2015

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

// Mamut Business Software

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

Aan de slag met het adres van uw nieuwe Website

INSTALLATIE-INSTRUCTIE VIDA INHOUD

Inhoud Installatie en Setup... 5 IRISCompressor gebruiken... 13

Installatiehandleiding King Webservices 2.0

Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2

Crystal Reports Gebruikershandleiding. Crystal Reports XI R2 installeren

Installatiehandleiding FWG 3.0/ Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/ met een MS Access database

Qlik Sense Cloud. Qlik Sense Copyright QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Outlookkoppeling installeren

Windows 98 en Windows ME

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2

Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1

Gebruikershandleiding. Copyright 2013 Media Security Networks BV. All rights reserved.

Mail op Domeinnaam. Instellen in software en apparaten. Mail op domeinnaam Versie 1.5 Auteur : E.Mouws

Resusci Anne Skills Station

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR SMARTPHONES EN TABLETS MET HET ios BESTURINGSSYSTEEM GEBRUIKERSHANDLEIDING

Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0

Installatie Remote Backup

Mail op Domeinnaam. Instellen in software en apparaten. Mail op domeinnaam Versie 1.9 Auteur : E.Mouws

Aan de slag met het adres van je website. Handleiding

Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal 14 activeren

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

Handleiding: MRJ Online Back-up versie 1.0

Inhoudsopgave web2work Pagina 1 van 16

Handleiding ZorgMail Secure - Outlook

Installatiehandleiding Office 365 Exchange Online. Microsoft Outlook 2007, 2010, 2013, Mac OS X Mail, Android, ios, BlackBerry

PUBLICATIE INFORMATIE TRIMBLE ACCESS SOFTWARE. Versie Revisie A December 2013

Handleiding clients

Novell Vibe-invoegtoepassing

Software voor printerbeheer

Mamut Business Software

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING

2 mei Remote Scan

Introductie Werken met Office 365

Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad

Installatiehandleiding

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

Development Partner. Partner of the year 2010 Partner of the year Installatiehandleiding. Xerox Device Agent

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Handleiding ATA-Nederland

Uw Ogone Test Account aanmaken en configureren

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Installatiehandleiding. ZorgMail Secure . Veilig, snel en efficiënt communiceren met uw ketenpartners!

De nieuwste editie van dit document is altijd online beschikbaar: Activeren en beheren licenties

1 Nieuw in de Filr 2.0 Desktop-toepassing

1 INHOUDSOPGAVE INSTELLEN ANDROID TOESTEL INSTELLEN IPHONE TOESTEL INSTELLEN NOKIA TOESTEL... 6

Nieuwe versie! BullGuard. Backup

INSTALLATIE NIS UPDATE Q Q

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Handleiding installatie Rental Dynamics

Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie)

Installatiehandleiding. Facto minifmis

WorldShip Upgrade op een enkel werkstation of een werkstation voor werkgroepen

Logicworks CRM en Microsoft SQL Server 2005 (Express) Introductie

Volg de instructies op de website van Epson voor het downloaden en het installeren.

Sartorius ProControl MobileMonitor M

Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen...

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1

Installatie van een update Versie 10

Snelle installatiegids voor Symbian

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Handleiding Reinder.NET.Tasks.SQL versie 2

Documentatie Installatie Instructie. Microsoft Outlook: RPC over HTTPS. De Dierenbescherming

Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades)

Avaya Modular Messaging Microsoft Outlook Client Versie 5.0

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3

Factuur2King Multi User release notes

Windows XP SP2 Instellingen Internet Explorer en Outlook Express. Extra>lnternet-opties>Beveiliging>Aangepast niveau

Handleiding Migratie. Bronboek Professional

INSTALLATIE VAN KING 5.50 STAND ALONE

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Transcriptie:

Migratie-, installatie- en configuratiegids voor ADOBE ACROBAT CONNECT PRO SERVER 7.5

Copyright 2009 Adobe Systems Incorporated. All rights reserved. Migratie-, installatie- en configuratiegids voor Adobe Acrobat Connect Pro Server 7.5 voor Windows This guide is licensed for use under the terms of the Creative Commons Attribution Non-Commercial 3.0 License. This License allows users to copy, distribute, and transmit the guide for noncommercial purposes only so long as (1) proper attribution to Adobe is given as the owner of the guide; and (2) any reuse or distribution of the guide contains a notice that use of the guide is governed by these terms. The best way to provide notice is to include the following link. To view a copy of this license, visit http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/ Adobe, the Adobe logo, Acrobat, Acrobat Connect, Adobe Connect, Adobe Press, Breeze, Flash, and JRun are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the United States and/or other countries. Microsoft, Windows, and Windows Server are either registered trademarks or trademarks of Microsoft Corporation in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Adobe Systems Incorporated, 345 Park Avenue, San Jose, California 95110, USA.

iii Inhoud Hoofdstuk 1: De installatie, configuratie en migratie voorbereiden Nieuw in Acrobat Connect Pro Server 7.5............................................................................... 1 Installatievereisten.................................................................................................... 2 Ondersteunde configuraties........................................................................................... 3 Migratie voorbereiden................................................................................................. 5 Installatie voorbereiden............................................................................................... 7 Hoofdstuk 2: Connect Pro installeren Connect Pro Server en Flash Media Gateway installeren............................................................... 15 De installatie controleren............................................................................................. 19 Acrobat Connect Pro Edge Server installeren.......................................................................... 21 De servers verwijderen............................................................................................... 22 Hoofdstuk 3: Connect Pro inzetten en configureren Acrobat Connect Pro Server inzetten.................................................................................. 23 Acrobat Connect Pro Edge Server inzetten............................................................................ 27 Integreren met een directoryservice.................................................................................. 30 Universal Voice inzetten.............................................................................................. 37 Geïntegreerde telefonieadapters gebruiken........................................................................... 43 Gedeelde opslag configureren........................................................................................ 45 Instellingen voor accountmelding configureren....................................................................... 48 Conversies van PDF naar SWF configureren........................................................................... 50 Integratie met Microsoft Live Communications Server 2005 en Microsoft Office Communications Server 2007........... 51 Single Sign-On (SSO) configureren.................................................................................... 56 Een reverse-proxy vóór Connect Pro Server configureren.............................................................. 61 Invoegtoepassing Acrobat Connect hosten........................................................................... 63 Hoofdstuk 4: Beveiliging SSL (Secure Sockets Layer)............................................................................................ 65 PKI (public key infrastructure)......................................................................................... 79 De infrastructuur beveiligen.......................................................................................... 82 Beveiligingstips en meer informatie................................................................................... 85 Hoofdstuk 5: Connect Pro Server beheren De servers starten en stoppen........................................................................................ 87 Logbestanden beheren en controleren............................................................................... 90 Schijfruimte behouden............................................................................................... 98 Een back-up van gegevens maken.................................................................................... 99 Aangepaste rapporten maken....................................................................................... 102

1 Hoofdstuk 1: De installatie, configuratie en migratie voorbereiden Lees de installatievereisten, de informatie over ondersteunde configuraties en het technische overzicht als voorbereiding op het ontwerpen en installeren van een Adobe Acrobat Connect Pro Server 7.5-systeem. Als u een migratie naar Acrobat Connect Pro Server 7.5 uitvoert, dient u de aanwijzingen voor het maken van back-ups van bestanden te volgen. Nieuw in Acrobat Connect Pro Server 7.5 De volgende functies zijn nieuw of gewijzigd in Acrobat Connect Pro Server 7.5: Dankzij VMWare Acrobat Connect Pro Server 7.5 worden nu ook installaties in een VMWare-omgeving ondersteund. Zie de whitepaper over het configureren van VMWare Configuration en de systeemvereisten van Connect Pro Server voor meer informatie. Universal Voice Met Acrobat Connect Pro Server 7.5 Universal Voice kunt u via VoIP een live audioconferentie uitzenden naar deelnemers aan de vergadering. U kunt een live audioconferentie ook opnemen met Connect Pro Meeting. Als u de oplossing Universal Voice wilt implementeren, installeert en configureert u Adobe Flash Media Gateway met uw Acrobat Connect Pro Server 7.5-installatie. Flash Media Gateway is ingebouwd in het installatieprogramma van Acrobat Connect Pro Server 7.5. Flash Media Gateway maakt communicatie tussen Acrobat Connect Pro Server 7.5 en uw SIP-infrastructuur mogelijk. U kunt Flash Media Gateway op dezelfde server als Acrobat Connect Pro Server 7.5 of op een andere computer installeren. Zie Universal Voice inzetten op pagina 37. Opmerking: Naast Universal Voice biedt Acrobat Connect Pro Server 7.5 ondersteuning voor volledig geïntegreerde telefonieadapters met geavanceerde belmogelijkheden en feedbackopties voor deelnemers. Zie Opties voor audioconferenties in Connect Pro op pagina 14 voor meer informatie. Adobe PDF-bestanden delen Deel PDF-bestanden in vergaderruimten. In een vergaderruimte kunt u PDFbestanden selecteren om deze te delen via de Connect Pro Central-inhoudsbibliotheek of uw computer. In de inhoudsbibliotheek zijn PDF-bestanden opgeslagen als PDF-bestanden. Voor weergave in de vergaderruimte worden deze bestanden geconverteerd naar de SWF-indeling. Zie Een document delen voor meer informatie. Verbeterde Microsoft PowerPoint-ondersteuning Deel PPTX-documenten, inclusief documenten met SmartArt, grafieken, tekst en vormen, met meer vertrouwen in vergaderruimtes. Presentatoren kunnen PPTX-documenten met meer vertrouwen naar vergaderruimtes uploaden vanuit Windows- en Mac-besturingssystemen. Adobe Acrobat Connect Pro Add-in voor IBM Lotus Notes Plan en beheer Adobe Acrobat Connect Provergaderingen vanuit Lotus Notes. Zie de installatie- en implementatiehandleiding voor Adobe Acrobat Connect Pro Add-in voor IBM Lotus Notes en Adobe Acrobat Connect Pro Add-in voor IBM Lotus Notes gebruiken voor meer informatie.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 2 Ondersteunings- en statuskoppelingen in het menu Help van Vergaderruimte Met configuratieparameters in het bestand custom.ini kunt u ondersteunings- en statusitems aan het menu Help van Vergaderruimte toevoegen. Geef URL's op waarmee deelnemers aan de vergadering informatie over ondersteuningsopties en de systeemstatus kunnen weergeven. Met de Acrobat Connect Pro-webservices kunt u een pagina met dynamische informatie over de systeemstatus maken. Zie Ondersteunings- en statuskoppelingen toevoegen aan het menu Help op pagina 48 voor meer informatie. Installatievereisten Hardware, software en gebruikersvereisten De vereisten voor Adobe Acrobat Connect Pro Server en Adobe Acrobat Connect Pro Edge Server zijn beschikbaar op www.adobe.com/go/connect_sysreqs_nl. Poortvereisten In de onderstaande tabel staan de poorten waarop gebruikers TCP-verbindingen tot stand moeten kunnen brengen. Getal Bindingsadres Toegang Protocol 80 */Willekeurige adapter Openbaar HTTP, RTMP 443 */Willekeurige adapter Openbaar HTTPS, RTMPS 1935 */Willekeurige adapter Openbaar RTMP Opmerking: RTMP (Real-Time Messaging Protocol) is een Adobe-protocol. In de onderstaande tabel worden de open poorten in een cluster weergegeven. Elke Acrobat Connect Pro-server in een cluster moet in staat zijn TCP-verbindingen op deze poorten tot stand te brengen met alle andere servers in de cluster. Opmerking: deze poorten mogen niet openbaar toegankelijk zijn, ook niet als u geen cluster gebruikt. Getal Bronpoort Bindingsadres Toegang Protocol 8506 Willekeurig */Willekeurige adapter Persoonlijk RTMP 8507 Willekeurig */Willekeurige adapter Persoonlijk HTTP Elke Acrobat Connect Pro-server in een cluster moet in staat zijn een TCP-verbinding tot stand te brengen met de databaseserver op de volgende poort: Getal Bronpoort Toegang Protocol 1433 Willekeurig Persoonlijk TSQL In de onderstaande tabel worden de serverpoorten weergegeven die door Acrobat Connect Pro worden gebruikt voor interne communicatie. Deze poorten mogen niet worden gebruikt op een server die als host fungeert voor Acrobat Connect Pro omdat Acrobat Connect Pro dan mogelijk niet kan worden gestart.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 3 Getal Bindingsadres Toegang Protocol 1111 127.0.0.1 Intern RTMP 1434 127.0.0.1 Deze poort is alleen actief wanneer u de ingesloten database gebruikt. Intern TSQL 2909 127.0.0.1 Intern RMI 4111 */Willekeurige adapter Intern JMX 8510 127.0.0.1 Intern HTTP Zie Flash Media Gateway-poorten en -protocollen op pagina 38 voor informatie over Flash Media Gateway-poorten. Ondersteunde configuraties Ondersteunde server- en databaseconfiguraties Acrobat Connect Pro gebruikt een database voor het opslaan van gegevens over gebruikers en inhoud. Hieronder vindt u een overzicht van de ondersteunde Acrobat Connect Pro- en databaseconfiguraties: Eén server met ingesloten database-engine Installeer Acrobat Connect Pro op één computer en installeer de ingesloten database-engine (die deel uitmaakt van het installatieprogramma van Acrobat Connect Pro) op dezelfde computer. De ingesloten database-engine is Microsoft SQL Server 2005 Express Edition. Opmerking: Deze configuratie is uitsluitend geschikt voor gebruik in testomgevingen en mag niet worden gebruikt voor productiedoeleinden. Eén server met SQL Server 2005 Standard Edition-database Installeer Acrobat Connect Pro op één computer en installeer Microsoft SQL Server 2005 Standard Edition op dezelfde computer. Eén server met externe SQL Server 2005 Standard Edition-database Installeer Acrobat Connect Pro op één computer en installeer SQL Server 2005 Standard Edition op een andere computer. Eén server met meerdere externe SQL Server 2005 Standard Edition-databases Installeer Acrobat Connect Pro op één computer en installeer SQL Server 2005 Standard Edition op meerdere computers (ook wel een cluster genoemd) die geen deel uitmaken van Acrobat Connect Pro. Acrobat Connect Pro biedt ondersteuning voor het spiegelen en clusteren van SQL Server-databases. Meerdere servers met externe SQL Server 2005 Standard Edition-database Installeer Acrobat Connect Pro op meerdere servers (ook wel een cluster genoemd) en installeer SQL Server 2005 Standard Edition op een andere computer. Meerdere servers met meerdere SQL Server 2005 Standard Edition-databases Installeer Acrobat Connect Pro op meerdere servers (ook wel een cluster genoemd) en installeer SQL Server 2005 Standard Edition in een aparte cluster. Acrobat Connect Pro biedt ondersteuning voor het spiegelen en clusteren van SQL Server-databases. Opmerking: Microsoft SQL Server 2005 Standard Edition maakt geen deel uit van Acrobat Connect Pro Server 7.5 en moet apart worden aangeschaft.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 4 Meer Help-onderwerpen Installatie voorbereiden op pagina 7 Connect Pro Server en Flash Media Gateway installeren op pagina 15 Ondersteunde scenario's voor de inzet van Flash Media Gateway Zet Flash Media Gateway in ter ondersteuning van Universal Voice. De volgende inzetscenario's worden ondersteund: Eén computer Installeer Connect Pro Server, Flash Media Gateway en SQL Server op dezelfde computer. Twee computers Installeer Connect Pro Server en Flash Media Gateway op dezelfde computer en installeer SQL Server op een andere computer. Een cluster met computers Installeer elk exemplaar van Connect Pro Server en elk exemplaar van Flash Media Gateway op een afzonderlijke computer. Meer Help-onderwerpen Opties voor audioconferenties in Connect Pro op pagina 14 Universal Voice inzetten op pagina 37 Ondersteunde LDAP-directoryservers U kunt verificatie van gebruikers configureren op basis van de LDAP-directoryserver van uw onderneming en directorygegevens importeren in Acrobat Connect Pro vanuit de LDAP-directoryserver van uw onderneming. Ga voor een lijst met ondersteunde LDAP-directoryservers naar www.adobe.com/go/connect_sysreqs_nl. Opmerking: U kunt elke LDAP v.3-directoryserver integreren met Acrobat Connect Pro Server 7.5, maar alleen directoryservers die door Adobe zijn getest, worden ondersteund. Meer Help-onderwerpen Integreren met een directoryservice op pagina 30 Ondersteunde apparaten voor inhoudopslag U kunt uw Acrobat Connect Pro-systeem zo configureren dat inhoud wordt opgeslagen op NAS-apparaten (Network Attached Storage) of op SAN-apparaten (Storage Area Network). Ga voor een lijst met ondersteunde NAS- en SANapparaten naar www.adobe.com/go/connect_sysreqs_nl. Meer Help-onderwerpen Gedeelde opslag configureren op pagina 45

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 5 Migratie voorbereiden Migratiepaden Voer het installatieprogramma van Adobe Acrobat Connect Pro Server 7.5 uit om een upgrade van Adobe Connect Pro Server 7.x naar Acrobat Connect Pro Server 7.5 uit te voeren. Dit is het enige upgradepad. Het installatieprogramma van Acrobat Connect Pro Server en de toepassingsbeheerconsole bieden grafische gebruikersinterfaces die u door de upgrade begeleiden. Neem voor nadere informatie over het uitvoeren van upgrades contact op met de Technische Ondersteuning van Adobe: www.adobe.com/go/connect_licensed_programs_nl. Migratie van Acrobat Connect Pro Server 7.x naar Acrobat Connect Pro Server 7.5 uitvoeren Volg deze workflow om een migratie van Acrobat Connect Pro Server 7.x naar Acrobat Connect Pro Server 7.5 uit te voeren. 1. Test de migratie in een testomgeving (niet in een productieomgeving). Het verdient aanbeveling om, voordat u een migratie van uw productieomgeving uitvoert, een momentopname te maken van uw huidige productieomgeving en de migratie vervolgens te testen in een testomgeving. Ga wanneer de migratie goed is uitgevoerd in de testomgeving verder met stap 2. 2. Stel gebruikers op de hoogte van de migratie. Zie Gebruikers op de hoogte stellen van de migratie op pagina 6. 3. (Optioneel) Maak back-ups van inhouds- en configuratiebestanden. Zie Back-ups van bestanden maken op pagina 6. 4. Maak een back-up van de database. Zie Een back-up van de database maken op pagina 101. 5. Voer het installatieprogramma van Adobe Acrobat Connect Pro Server 7.5 uit. Zie Connect Pro Server en Flash Media Gateway installeren op pagina 15. Het installatieprogramma beëindigt de Acrobat Connect Pro Server-services en van bestaande bestanden, inclusief het bestand custom.ini, worden back-ups gemaakt. 6. Zet Acrobat Connect Pro Server 7.5 in. Zie Acrobat Connect Pro configureren met de wizard Toepassingsbeheerconsole op pagina 16. 7. Controleer de installatie. Zie De installatie controleren op pagina 19.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 6 Gebruikers op de hoogte stellen van de migratie Bij elke software-upgrade, vooral bij een upgrade die een werkgroep aangaat, spelen communicatie en planning een belangrijke rol. Voordat u met het uitvoeren van de migratie begint of modules aan Acrobat Connect Pro toevoegt, is het raadzaam het volgende te doen: Plan voldoende tijd voor de migratie, zodat deze goed kan worden uitgevoerd. De migratie dient in de normale onderhoudsperiode te worden uitgevoerd. Laat gebruikers vooraf weten dat zij Acrobat Connect Pro tijdens de migratie niet kunnen gebruiken. Laat gebruikers weten welke veranderingen zij na de migratie kunnen verwachten (nieuwe functies, verbeterde prestaties enz.). Ga voor informatie over nieuwe functies en kenmerken naar www.adobe.com/go/learn_cnn_whatsnew_nl. Back-ups van bestanden maken Het installatieprogramma maakt back-ups van de appserv- en comserv-directory's en van het bestand custom.ini en installeert nieuwe versies. Het installatieprogramma wist of overschrijft de inhoudsdirectory niet. Desgewenst kunt u back-ups van deze directory's en bestanden maken. SQL Server 2005 Express Edition bijwerken Hieronder wordt beschreven hoe u een migratie uitvoert van de ingesloten database naar SQL Server 2005 Standard Edition op een andere computer. Opmerking: U kunt deze migratie uitvoeren wanneer u van Acrobat Connect Pro Server 7.x naar Acrobat Connect Pro Server 7.5 migreert, maar u kunt deze migratie ook op elk moment uitvoeren nadat u Acrobat Connect Pro Server 7.5 hebt geïnstalleerd. 1. Installeer SQL Server 2005 Standard Edition op een andere computer dan de computer die als host fungeert voor Connect Pro Server. Volg de instructies van Microsoft voor het installeren van SQL Server. 2. Maak een back-up van SQL Server 2005 Express Edition. Zie Een back-up van de database maken op pagina 101. 3. Kopieer het BAK-bestand van de computer die als host fungeert voor Connect Pro Server naar de computer die als host fungeert voor SQL Server. Wanneer u een back-up van SQL Server Express Edition maakt, wordt er een bestand met de naam breeze.bak gemaakt (waarbij breeze de naam van de database is). 4. Herstel de database op de computer die als host fungeert voor SQL Server 2005 Standard Edition. Ga voor nadere informatie over het herstellen van SQL Server naar Microsoft TechNet. 5. Geef de SQL Server 2005 Standard Edition-databasegegevens op in de toepassingsbeheerconsole op de server die als host fungeert voor Connect Pro. Kies Start > Programma's > Adobe Acrobat Connect Pro Server > Adobe Acrobat Connect Pro Server 7 configureren.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 7 Installatie voorbereiden Technisch overzicht van Acrobat Connect Pro Een Acrobat Connect Pro-installatie bestaat uit verschillende componenten: Connect Pro Central Application Server, Adobe Flash Media Server, Connect Pro Presence Service, Flash Media Gateway en een database. Connect Pro Central Application Server is gebaseerd op J2EE en maakt gebruik van onderdelen van Macromedia JRun van Adobe. Deze component, ook wel de toepassingsserver genoemd, wordt gebruikt voor het beheer van gebruikers, groepen, on-demand-inhoud en clientsessies. Tot de taken van de toepassingsserver behoren toegangsbeheer, beveiliging, quota en licenties, evenals controle- en beheerfuncties zoals clustering, overname bij storing en replicatie. De server transcodeert bovendien media, waaronder het converteren van Microsoft PowerPoint en audio naar Adobe Flash. De toepassingsserver verwerkt vergaderingsaanvragen en verzoeken tot overdracht van inhoud (dia's, HTTP-pagina's, SWF-bestanden en bestanden in de pod voor gedeelde bestanden) via een HTTP- of HTTPS-verbinding. Flash Media Server, de vergaderingsserver, wordt geïnstalleerd als onderdeel van Acrobat Connect Pro en verwerkt in realtime audio- en videostreaming, gegevenssynchronisatie en interactieve multimedia-inhoud, waaronder Acrobat Connect Pro-vergaderinteracties. Tot de taken van Flash Media Server behoren het opnemen en afspelen van vergaderingen, de timing van de synchronisatie van audio en video, en de transcodering (dit is het omzetten en comprimeren van gegevens voor schermdeling en interactie in realtime). Flash Media Server verlaagt eveneens de serverbelasting en wachttijden door veel gebruikte webpagina's, streams en gedeelde inhoud in een cache op te nemen. Flash Media Server streamt audio, video en daarbij behorende vergaderingsgegevens via het geavanceerde Real-Time Messaging Protocol (RTMP of RTMPS) van Adobe. Connect Pro Presence Service integreert Acrobat Connect Pro met Microsoft Live Communication Server 2005 en Microsoft Office Communication Server, zodat de IM-aanwezigheid hiervan in Acrobat Connect Provergaderruimten wordt weergegeven. Flash Media Gateway integreert Acrobat Connect Pro met uw SIP/RTP-infrastructuur. Flash Media Gateway ontvangt audiogegevens van een SIP-server en verzendt deze naar de vergaderruimten van Connect Pro. Deze oplossing wordt Universal Voice genoemd. Voor Acrobat Connect Pro is een database nodig voor permanente opslag van transactie- en toepassingsspecifieke metagegevens, waaronder gegevens over gebruikers, groepen, inhoud en rapporten. U kunt de ingesloten databaseengine (SQL Server 2005 Express Edition) gebruiken die is opgenomen in het installatieprogramma van Acrobat Connect Pro Server 7.5, maar u kunt ook Microsoft SQL Server 2005 Standard Edition aanschaffen en installeren.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 8 Gegevensstroom In het onderstaande diagram wordt de gegevensstroom weergegeven tussen een clienttoepassing en Acrobat Connect Pro. Clienttoepassing Acrobat Connect Pro SQL-databaseserver Webbrowser 1 A HTTP:80 HTTPS:443 2 B Web Services API Web-/toepassingsserver HTTP:2222 C RTMPS:443 D Flash Media Gateway Flash Player 3 RTMP:1935 4 Flash Media Server RTMP:8506 3a RTMPT:80 4a SIP:5060 RTP:5000~5500 PSTN SIP-server Deelnemers audioconferentie Audioconferentieservice De gegevensstroom is mogelijk via een niet-gecodeerde of een gecodeerde verbinding. Niet-gecodeerde verbinding Niet-gecodeerde verbindingen worden tot stand gebracht via HTTP en RTMP en volgen het pad dat in de tabel wordt beschreven. De cijfers in de tabel komen overeen met de cijfers in het gegevensstroomdiagram. Getal Beschrijving 1 De clientwebbrowser vraagt om een vergaderings- of inhouds-url via HTTP:80. 2 De webserver reageert en brengt de inhoud over of stuurt de client gegevens voor het tot stand brengen van een verbinding met de vergadering. 3 De Flash Player-client vraagt om een verbinding met de vergadering via RTMP:1935. 3a De Flash Player-client vraagt om een verbinding met de vergadering, maar kan alleen een verbinding tot stand brengen via RTMP:80. 4 Flash Media Server reageert en opent een permanente verbinding voor het stroomsgewijs verzenden van Acrobat Connect-verkeer. 4a Flash Media Server reageert en opent een getunnelde verbinding voor het stroomsgewijs verzenden van Acrobat Connect-verkeer.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 9 Gecodeerde verbinding Gecodeerde verbindingen worden tot stand gebracht via HTTPS en RTMPS en volgen het pad dat in de tabel wordt beschreven. De letters in de tabel komen overeen met de letters in het gegevensstroomdiagram. Letter A B C D Beschrijving De clientwebbrowser vraagt om een vergaderings- of inhouds-url via een veilige verbinding op HTTPS:443. De webserver reageert en brengt de inhoud over via een veilige verbinding of stuurt de client gegevens voor het op veilige wijze tot stand brengen van een verbinding met de vergadering. De Flash Player van de client vraagt om een veilige verbinding met Flash Media Server via RTMPS:443. Flash Media Server reageert en opent een veilige, permanente verbinding voor het stroomsgewijs verzenden van Acrobat Connect Pro-verkeer. Installatieworkflow In de onderstaande stappen worden het samenstellen, installeren en configureren van een Acrobat Connect Prosysteem beschreven. Bij sommige stappen moet u een beslissing nemen, bij andere een taak uitvoeren. Elke stap bevat verwijzingen naar achtergrondinformatie over de beslissing of taak. 1. Kies welke database u wilt gebruiken. Zie Een database kiezen op pagina 11 voor meer informatie. 2. Installeer Acrobat Connect Pro op één server. Zie Connect Pro Server en Flash Media Gateway installeren op pagina 15 voor meer informatie. Wanneer u in stap 1 de ingesloten database-engine hebt geselecteerd, installeert u deze ook. De ingesloten database-engine maakt deel uit van het installatieprogramma van Acrobat Connect Pro. 3. Als u in stap 1 SQL Server 2005 Standard Edition hebt geselecteerd, dient u deze component te installeren. Raadpleeg de documentatie van SQL Server voor meer informatie. 4. Zet Acrobat Connect Pro in. Zie Acrobat Connect Pro Server inzetten op pagina 23 voor meer informatie. 5. Controleer of Acrobat Connect Pro op de juiste wijze is geïnstalleerd. Zie De installatie controleren op pagina 19 voor meer informatie. 6. (Optioneel) Integreer Acrobat Connect Pro met uw infrastructuur. U kunt Acrobat Connect Pro op vele manieren integreren met de bestaande infrastructuur van uw bedrijf. Het is raadzaam om na de configuratie van elk van deze functies te controleren of Acrobat Connect Pro goed functioneert. Integreren met een SIP-provider Integreer Acrobat Connect Pro met de SIP-provider (ook wel VOIP-provider genoemd) van uw organisatie voor vloeiende audioconferenties. Zie Universal Voice inzetten op pagina 37. Integreren met een LDAP-directory Integreer Acrobat Connect Pro met de LDAP-directoryserver van uw onderneming, zodat u geen meerdere directory's voor gebruikers hoeft te beheren. Zie Integreren met een directoryservice op pagina 30. Een Secure Socket Layer configureren Alle Acrobat Connect Pro-communicatie dient op een veilige manier te worden uitgevoerd. Zie SSL (Secure Sockets Layer) op pagina 65.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 10 Inhoud opslaan op NAS-/SAN-apparaten Gebruik netwerkapparaten om de taken voor inhoudsopslag te delen. Zie Gedeelde opslag configureren op pagina 45. Integreren met Live Communication Server en Office Communication Server Integreer Connect Pro met een communicatieserver zodat vergaderingsgastheren de IM-aanwezigheid van genodigden in vergaderruimten kunnen zien. Vergaderingsgastheren kunnen berichten sturen naar IM-gebruikers vanuit de vergaderruimte. Zie Integratie met Microsoft Live Communications Server 2005 en Microsoft Office Communications Server 2007 op pagina 51. Een infrastructuur voor openbare sleutels configureren Wanneer u Acrobat Connect Pro hebt geïntegreerd met een LDAP-directoryserver, kunt u een veiligheidslaag toevoegen door in te stellen dat clientcertificaten zijn vereist. Zie PKI (public key infrastructure) op pagina 79 Invoegtoepassing Acrobat Connect hosten Gebruikers kunnen de invoegtoepassing Acrobat Connect gemakkelijk downloaden van Adobe-servers. Wanneer het beveiligingsbeleid van uw onderneming echter geen externe downloads toestaat, kunt u de invoegtoepassing op uw eigen server hosten zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de gebruikers. Zie Invoegtoepassing Acrobat Connect hosten op pagina 63. 7. (Optioneel) Bepaal of u Acrobat Connect Pro Server 7.5 in een cluster wilt installeren. Zie Ervoor kiezen Acrobat Connect Pro in te zetten in een cluster op pagina 10 en Een cluster Acrobat Connect Proservers inzetten op pagina 23 voor meer informatie. 8. (Optioneel) Bepaal of u Edge-servers wilt installeren. Zie Ervoor kiezen om Acrobat Connect Pro Edge Server in te zetten op pagina 12 en Acrobat Connect Pro Edge Server inzetten op pagina 28 voor meer informatie. Ervoor kiezen Acrobat Connect Pro in te zetten in een cluster Hoewel het mogelijk is om alle Acrobat Connect Pro Server-componenten, waaronder de database, op één server te installeren, wordt deze systeemconfiguratie aangeraden voor testdoeleinden, niet voor productiedoeleinden. Een groep met elkaar in verbinding staande servers, die allemaal voor dezelfde taak verantwoordelijk zijn, wordt meestal een cluster genoemd. Bij een Acrobat Connect Pro Server-cluster wordt dezelfde kopie van Acrobat Connect Pro Server op elke server in de cluster geïnstalleerd. Opmerking: als u Acrobat Connect Pro Server in een cluster installeert, moet u SQL Server 2005 Standard Edition gebruiken en op een aparte computer installeren. Wanneer één host in de cluster uitvalt, kan een andere host in de cluster de taak overnemen en als host fungeren voor dezelfde vergadering. U dient hardware of software van derden te gebruiken voor de taakverdeling in de cluster. Hardware voor taakverdeling kan in veel gevallen ook als SSL-versneller worden ingezet. Opmerking: in de toepassingsbeheerconsole kunt u gedeelde opslag zo configureren dat inhoud wordt opgeslagen op externe apparaten en in een cachegeheugen wordt vastgelegd op Acrobat Connect Pro Server. Betrouwbare netwerksystemen beschikken over redundante componenten. Dit betekent dat, wanneer één component uitvalt, een andere, identieke (redundante) component de taak van de uitgevallen component kan overnemen. Wanneer een component uitvalt en een redundante component de taak overneemt, is sprake van failover, ofwel overname bij storing. In het ideale geval is niet alleen Acrobat Connect Pro Server, maar elke component in een systeem redundant. In dat geval zou u bijvoorbeeld meerdere apparaten voor taakverdeling (zoals BIG-IP van F Networks), een cluster met servers die fungeren als host voor Acrobat Connect Pro Server en SQL Server-databases op meerdere externe computers kunnen gebruiken. Stel uw systeem samen met de hoogst mogelijke mate van redundantie en breid uw systeem in de loop van de tijd uit.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 11 clients clients clients Router Apparatuur voor hardwaretaakverdeling Connect Pro-cluster Connect Pro-cluster Connect Pro-cluster Microsoft Network Load Balancing-software SQL Server-cluster SQL Server-cluster SQL Server-cluster A B C Drie mogelijkheden voor clustering A. Een cluster met netwerktaakverdelingssoftware (NLB-software) en twee externe databases B. BIG-IP-hardware voor taakverdeling, cluster en twee externe databases C. Twee BIG-IP-apparaten voor taakverdeling, cluster en twee externe databases Meer Help-onderwerpen Een cluster Acrobat Connect Pro-servers inzetten op pagina 23 Gedeelde opslag configureren op pagina 45 Een database kiezen Acrobat Connect Pro Server gebruikt een database voor het opslaan van gegevens over gebruikers, inhoud, cursussen, vergaderingen en rapporten. U kunt de ingesloten database-engine gebruiken (die deel uitmaakt van het installatieprogramma) of u kunt Microsoft SQL Server 2005 Standard Edition installeren (die u dan apart moet aanschaffen). Opmerking: de ingesloten database-engine is Microsoft SQL Server 2005 Express Edition. Ingesloten database De ingesloten database-engine wordt aanbevolen voor test- en ontwikkelingsdoeleinden. Deze database-engine maakt gebruik van dezelfde gegevensstructuren als SQL Server 2005 Standard Edition, maar is minder robuust. Voor de ingesloten database-engine gelden de volgende beperkingen: Vanwege licentiebeperkingen moet de ingesloten database-engine worden geïnstalleerd op de computer waarop ook Acrobat Connect Pro Server is geïnstalleerd. De computer mag slechts één processor bevatten. De database mag maximaal 2 GB groot zijn.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 12 De ingesloten database-engine heeft een opdrachtregelinterface in plaats van een grafische gebruikersinterface. Microsoft SQL Server 2005 Standard Edition Het is raadzaam de Microsoft SQL Server 2005 Standard Edition-engine te gebruiken in productieomgevingen omdat dit een schaalbaar databasebeheersysteem is (DBMS) dat geschikt is voor een groot aantal gelijktijdige gebruikers. SQL Server 2005 Standard Edition biedt bovendien een grafische gebruikersinterface voor het beheren van de database en het opvragen van informatie uit de database. U kunt SQL Server 2005 Standard Edition installeren op dezelfde computer als Acrobat Connect Pro Server of op een andere computer. Als u SQL Server op een andere computer installeert, dient u de computers te synchroniseren op basis van dezelfde tijdbron. Raadpleeg voor meer informatie de volgende TechNote: www.adobe.com/go/2e86ea67. Installeer SQL Server in de gemengde aanmeldingsmodus zodat u SQL-verificatie kunt gebruiken. Stel de database in op niet-hoofdlettergevoelig. SQL Server moet worden ingezet wanneer sprake is van de volgende scenario's: U wilt de database installeren op een computer waarop Acrobat Connect Pro Server niet is geïnstalleerd. Acrobat Connect Pro Server wordt ingezet in een cluster. Acrobat Connect Pro Server wordt geïnstalleerd op computers met meerdere processors en met Hyper-Threadingtechnologie. Meer Help-onderwerpen Ondersteunde server- en databaseconfiguraties op pagina 3 Connect Pro Server en Flash Media Gateway installeren op pagina 15 Ervoor kiezen om Acrobat Connect Pro Edge Server in te zetten Wanneer u Acrobat Connect Edge Server inzet in uw netwerk, maken clients verbinding met de Edge-server en verbindt de Edge-server met Acrobat Connect Pro (ook wel de oorspronkelijke server genoemd). Deze verbindingen worden transparant tot stand gebracht. Voor gebruikers lijkt het alsof ze rechtstreeks verbonden zijn met de oorspronkelijke server waarop de vergadering wordt gehost. Edge-servers bieden de volgende voordelen: Kortere wachttijden in het netwerk Edge-servers slaan on-demand-inhoud (zoals opgenomen vergaderingen en presentaties) op in een cachegeheugen en splitsen live streams, waardoor het verkeer naar de oorspronkelijke server afneemt. Edge-servers plaatsen bronnen op een kortere afstand van clients. Beveiliging Edge-servers vormen een extra laag tussen de client-internetverbinding en de oorsprong. Wanneer uw licentie dit toestaat, kunt u een cluster met Edge-servers installeren en configureren. Het inzetten van Edge-servers in een cluster heeft de volgende voordelen: Overname bij storing Wanneer een Edge-server uitvalt, worden clients omgeleid naar een andere Edge-server. Ondersteuning voor grote evenementen Wanneer voor een vergadering meer dan 500 gelijktijdige verbindingen nodig zijn, heeft één Edge-server niet voldoende sockets. In een cluster zijn meer verbindingen met dezelfde vergadering mogelijk. Taakverdeling Bij meer dan 100 gelijktijdige vergaderingen heeft één Edge-server mogelijk onvoldoende geheugen. Edge-servers kunnen worden opgenomen in een cluster achter een taakverdelingsmechanisme.

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 13 Hoe Edge-servers werken Edge-servers verifiëren gebruikers en autoriseren hun aanvragen voor webservices zoals Acrobat Connect Pro Meeting, in plaats van elke aanvraag naar de oorspronkelijke server door te sturen en de bronnen van de server met deze taken te verbruiken. Als de aangevraagde gegevens worden gevonden in het cachegeheugen van de Edge-server, worden de gegevens geretourneerd naar de client die deze heeft aangevraagd zonder dat Acrobat Connect Pro wordt aangeroepen. Worden de aangevraagde gegevens niet gevonden in het cachegeheugen van de Edge-server, dan stuurt de Edge-server de aanvraag van de client door naar de oorspronkelijke server, waar de gebruiker wordt geverifieerd en de aanvraag voor services wordt geautoriseerd. De oorspronkelijke server retourneert de resultaten naar de Edge-server die de aanvraag heeft doorgestuurd, en de Edge-server stuurt de resultaten naar de client die de aanvraag heeft ingediend. De Edge-server slaat deze gegevens ook op in het cachegeheugen, zodat andere geverifieerde gebruikers hier toegang tot hebben. Voorbeeld van het inzetten van een Edge-server Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van het inzetten van een Edge-server: Vergadering X Connect Pro Edge Server BOSTON Vergadering X CHICAGO Oorspronkelijke Connect Pro-server Vergadering X Connect Pro Edge Server SAN FRANCISCO Clients in de vestiging in Chicago gebruiken de oorspronkelijke server in een datacenter in Chicago. De Edge-servers in Boston en San Francisco verzamelen aanvragen van lokale clients en sturen deze door naar de oorspronkelijke server. De Edge-servers ontvangen de antwoorden van de oorspronkelijke server in Chicago en sturen deze door naar clients in hun zones. Meer Help-onderwerpen Acrobat Connect Pro Edge Server installeren op pagina 21 Acrobat Connect Pro Edge Server inzetten op pagina 27

De installatie, configuratie en migratie voorbereiden 14 VMWare-omgevingen maken en optimaliseren U installeert Connect Pro Server op dezelfde manier in VMWare als op een fysieke computer. Zie de documentatie over het uitvoeren van Connect Pro Server in een virtuele omgeving voor informatie over hardware-, software- en configuratievereisten. Opties voor audioconferenties in Connect Pro Connect Pro biedt ondersteuning voor twee manieren om verbinding te maken met audioconferentieproviders: Univeral Voice en geïntegreerde telefonieadapters. Beide oplossingen bieden verschillende voordelen. U kunt één oplossing of beide oplossingen configureren voor één audioconferentieprovider. Voor een Connect Pro-account kunt u zoveel audioconferentieproviders configureren als u wilt. Met Universal Voice kan Connect Pro audio van elke audioconferentieprovider ontvangen. U kunt de audio met uw webconferentie opnemen en de audio streamen naar VoIP-deelnemers. De oplossing Universal Voice gebruikt de component Flash Media Gateway, die wordt geïnstalleerd met Connect Pro Server. Flash Media Gateway ontvangt audiogegevens van een SIP-server en verzendt deze via RTMP naar Connect Pro. Als u Universal Voice wilt gebruiken, moet u als host voor uw eigen SIP-server fungeren of een account bij een SIP-provider hebben. Zie Universal Voice inzetten op pagina 37 voor informatie over het configureren van Flash Media Gateway. Wanneer u Universal Voice hebt ingezet, kunnen accountbeheerders Connect Pro Central gebruiken om audioconferentiegegevens te configureren. Zie www.adobe.com/go/learn_cnn_uvconfig_nl voor meer informatie. Geïntegreerde telefonieadapters zijn Java-extensies waarmee kan worden gecommuniceerd tussen Connect Pro en specifieke audioconferentieproviders. Geïntegreerde telefonieadapters bieden verbeterde mogelijkheden voor het beheren van oproepen. Adobe biedt verschillende geïntegreerde telefonieadapters aan op www.adobe.com/go/learn_cnn_adaptors_nl. U kunt ook de Connect Pro Telephony Java API gebruiken om een geïntegreerde telefonieadapter voor een audioconferentieprovider te ontwikkelen. Zie het artikel over gebruik van telefonie met Adobe Acrobat Connect Pro voor meer informatie. U kunt Universal Voice configureren voor geïntegreerde telefonieadapters. Zie Universal Voice configureren voor geïntegreerde telefonieadapters op pagina 43. In de volgende tabel worden de functies van beide oplossingen beschreven: Universal Voice-audioprovider Geïntegreerde telefonieadapter Audio uitzenden voor VoIP-deelnemers Ja Nee (tenzij adapter is geconfigureerd voor Universal Voice) Verbeterd gespreksbeheer. Bijvoorbeeld, dempen, wachtstand, enzovoort. Nee Ja Audio opnemen bij Connect Pro-vergadering Ja Ja Flash Media Gateway vereist (meegeleverd bij Connect Pro-installatieprogramma) Ja Nee (tenzij adapter is geconfigureerd voor Universal Voice)

15 Hoofdstuk 2: Connect Pro installeren U installeert Acrobat Connect Pro Server 7.5, Acrobat Connect Pro Edge Server 7.5 en Flash Media Gateway door het installatieprogramma uit te voeren en de wizard Toepassingsbeheerconsole te doorlopen. Connect Pro Server en Flash Media Gateway installeren Het installatieprogramma uitvoeren 1 Meld u op de computer aan als beheerder. 2 Sluit alle toepassingen. 3 Plaats de installatie-dvd in het dvd-romstation. Klik in het opstartscherm op de knop Adobe Acrobat Connect Pro Server 7.5 installeren. Als de installatie niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het bestand install.exe in de map Connect\7.5\Disk1\InstData\VM. 4 Selecteer een taal en klik op OK. 5 Klik in het scherm Introductie op Volgende om door te gaan. 6 Selecteer de producten die u wilt installeren en klik op Volgende om door te gaan: Connect Pro Server Flash Media Gateway Opmerking: installeer Flash Media Gateway niet als u geen SIP/VOIP-provider voor upstreams hebt. Zie Opties voor audioconferenties in Connect Pro op pagina 14 voor meer informatie. 7 Lees de tekst in het scherm met de licentieovereenkomst, geef aan dat u akkoord gaat met de licentieovereenkomst en klik op Volgende. 8 Voer een van de volgende handelingen uit om de installatielocatie voor Connect Pro Server te selecteren en klik vervolgens op Volgende: Klik op Volgende om de standaardlocatie voor Connect Pro Server (c:\breeze) te accepteren. Klik op Kiezen als u een andere locatie wilt selecteren. Als u een andere locatie hebt gekozen en vervolgens toch de standaardlocatie wilt gebruiken, klikt u op Standaardmap herstellen. Als Acrobat Connect Pro al op de computer is geïnstalleerd, wordt het scherm voor het bijwerken van een bestaande Connect Pro-installatie weergegeven. Schakel het selectievakje in om te bevestigen dat u een back-up van uw database en van de basismap van Connect Pro hebt gemaakt. 9 Voer een van de volgende handelingen uit om de installatielocatie voor Flash Media Gateway te selecteren en klik vervolgens op Volgende: Klik op Volgende om de standaardlocatie (C:\Program Files\Adobe\Flash Media Gateway) te accepteren. Klik op Kiezen als u een andere locatie wilt selecteren. Als u een andere locatie hebt gekozen en vervolgens toch de standaardlocatie wilt gebruiken, klikt u op Standaardmap herstellen.

Connect Pro installeren 16 Als Flash Media Gateway al is geïnstalleerd op deze computer, wordt het scherm Bestaande installatie van Flash Media Gateway bijwerken weergegeven. 10 Voer uw serienummer in en klik op Volgende. Opmerking: u hebt van Adobe een e-mailbericht met een koppeling naar de Adobe-licentiesite ontvangen. Volg de koppeling om uw serienummer op te halen. 11 Ga als volgt te werk als het scherm Ingesloten database-engine wordt weergegeven: Als u een database op een andere computer wilt installeren, selecteert u De ingesloten database-engine niet installeren. Als u de ingesloten database-engine wilt installeren, selecteert u De ingesloten database-engine op de volgende locatie installeren. Klik op Volgende als u de database op de standaardlocatie wilt installeren (c:\program Files\Microsoft SQL Server). Klik op Kiezen als u een andere locatie wilt selecteren. Opmerking: als in het installatieprogramma wordt vastgesteld dat Microsoft SQL Server al op deze computer is geïnstalleerd, wordt de database niet geïnstalleerd. Als u een migratie wilt uitvoeren en u de ingesloten database al gebruikt, wordt de bestaande database gebruikt. Soms wordt in het installatieprogramma echter een eerdere versie van SQL Server aangetroffen die niet werkt met Connect Pro. Voer de stappen in Acrobat Connect Pro Server verwijderen op pagina 22 uit en voer de installatie opnieuw uit. 12 Als u de ingesloten database-engine hebt geïnstalleerd, voert u een sterk wachtwoord in en klikt u op Volgende. 13 Neem het pre-installatieoverzicht door. Klik op Vorige om deze instellingen te wijzigen. Klik op Installeren om de software te installeren. 14 Voer een van de volgende handelingen uit in het scherm Connect Pro-service initialiseren en klik op Volgende: Selecteer Start Connect Pro... (aanbevolen). Selecteer Start Connect Pro nu niet... Als u ervoor kiest om Connect Pro te starten nadat u opnieuw hebt opgestart, moet u Connect Pro configureren voordat u deze service voor het eerst start. Kies Start > Programma's > Adobe Acrobat Connect Pro Server > Connect Pro Enterprise Server configureren om de toepassingsbeheerconsole te openen waarin u Connect Pro kunt configureren. 15 Als u ervoor kiest Connect Pro te starten, wordt gemeld dat de service wordt gestart. Acrobat Connect Pro Server wordt uitgevoerd als vier Windows-services: Adobe Connect Enterprise Service, Flash Media Server (FMS), Flash Media Administration Server en Acrobat Connect Pro Presence Server. Flash Media Gateway wordt als Flash Media Gateway-service uitgevoerd. Zie De servers starten en stoppen op pagina 87. 16 Klik op Gereed om het installatieprogramma af te sluiten. Als u ervoor hebt gekozen Connect Pro te starten, wordt de wizard Toepassingsbeheerconsole in een browser geopend en wordt u door de configuratietaken geleid. Acrobat Connect Pro configureren met de wizard Toepassingsbeheerconsole Nadat u Acrobat Connect Pro hebt geïnstalleerd, wordt de wizard Toepassingsbeheerconsole gestart. In deze wizard configureert u de database- en serverinstellingen, uploadt u uw licentiebestand en maakt u een beheerder. Opmerking: de toepassingsbeheerconsole kan niet worden geopend wanneer een andere toepassing wordt uitgevoerd op poort 80. Stop de toepassing die wordt uitgevoerd op poort 80 en open de toepassingsbeheerconsole nogmaals. U kunt de toepassingsbeheerconsole openen via Start > Programma's >Adobe Acrobat Connect Pro Server > Connect Pro Enterprise Server configureren of via de volgende URL: http://localhost:8510/console.

Connect Pro installeren 17 1. Lees het welkomstscherm. Het welkomstscherm geeft een overzicht van de wizard. 2. Geef de database-instellingen op. Stel waarden in voor de onderstaande parameters. Klik op Volgende om verbinding tot stand te brengen met de database en uw instellingen door te nemen. Databasehost De hostnaam van de computer waarop de database is geïnstalleerd. Als u de ingesloten database-engine hebt geïnstalleerd, is de waarde localhost. Databasenaam De naam van de database. De standaardwaarde is breeze. Databasepoort De poort die de database gebruikt om te communiceren met Acrobat Connect Pro. De standaardwaarde is 1433. (Als u de ingesloten database-engine gebruikt, wijzigt u de waarde in 1434.) Databasegebruiker De naam van de databasegebruiker. Als u de ingesloten database hebt geïnstalleerd, is de waarde sa. Wachtwoord databasegebruiker Het wachtwoord voor de databasegebruiker. Als u de ingesloten database hebt geïnstalleerd, stelt u in het installatieprogramma het wachtwoord in. 3. Geef de serverinstellingen op. Naam account Een naam die de Acrobat Connect Pro-account aangeeft, zoals Acrobat Connect Pro 7-account. Connect Pro-host Een volledig gekwalificeerde domeinnaam (ook wel FQDN genoemd) die clients gebruiken om verbinding te maken met Acrobat Connect Pro. Als de URL van de account bijvoorbeeld http://connect.voorbeeld.com is, is de waarde voor de Connect Pro-host connect.voorbeeld.com. HTTP-poort De poort die Acrobat Connect Pro gebruikt om te communiceren met HTTP. De standaardwaarde is 80. Als u een andere waarde dan 80 invoert, moeten clients het poortnummer toevoegen aan de hostnaam in de URL wanneer zij toegang willen verkrijgen tot de Acrobat Connect Pro-account. Hosttoewijzingen Naam is de hostnaam van de computer die als host fungeert voor Acrobat Connect Pro. Externe naam is de FQDN die clients gebruiken om verbinding te maken met Acrobat Connect Pro. Opmerking: voeg geen poort toe aan de FQDN in het vak Externe naam. SMTP-host De hostnaam van de computer die als host fungeert voor de SMTP-mailserver. SMTP-gebruikersnaam De gebruikersnaam die wordt gebruikt voor verificatie op basis van de SMTP-host. Als dit veld niet wordt ingevuld, worden vanuit Connect Pro e-mailberichten zonder verificatie met de SMTP-server verzonden. SMTP-wachtwoord Het wachtwoord voor de SMTP-gebruikersnaam. E-mailadres voor het systeem Het e-mailadres dat wordt gebruikt voor het verzenden van administratieve berichten. E-mailadres Technische Ondersteuning Het ondersteuningse-mailadres voor Acrobat Connect Pro-gebruikers. BCC e-mailadres Een e-mailadres voor 'blinde' kopieën, waarnaar alle gebruikersmeldingen eveneens worden verzonden. Met deze variabele kunnen via Acrobat Connect Pro verzonden e-mailberichten worden bijgehouden, zonder dat een intern e-mailadres wordt prijsgegeven. Gedeelde opslag Een volume en map op een externe server waar inhoud wordt opgeslagen, bijvoorbeeld \\volume\map. Als u inhoud op meerdere volumes wilt opslaan, scheidt u de volumes met een puntkomma (;). Lees Gedeelde opslag configureren op pagina 45 voordat u deze functie configureert. Grootte inhoudcache Een geheel getal tussen 1 en 100 dat aangeeft hoeveel procent aan vrije schijfruimte wordt gebruikt voor opslag van inhoud in Acrobat Connect Pro. De cache kan groter worden dan het percentage dat u instelt en het is daarom raadzaam een waarde in te stellen die ligt tussen 15 en 50. Als u het vak leeg laat of 0 invoert, wordt