Totaal budget Aandeel WVV Aandeel provincie Oorspronkelijke budget 7,4 mln. 1,0 mln. 6,4 mln.



Vergelijkbare documenten
Voortgang #BICON en projecten

BIC-ON EEN STERKE BASIS VOOR INNOVATIE. Partners in de totstandkoming van BIC-ON

Bioenergie in Oost-Nederland

Bio Energy to Overijssel

Biobased economy in het Groene Hart

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

Inhoud presentatie Cohesiebeleid Situatie Uitdaging EU2020

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Overijssel maakt werk van nieuwe energie!

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Energietransitie bij Mobiliteit

Bijlage 2: Beleidsnotitie ET Samen in versnelling

De Biobased Economy in de Zuidvleugel

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Biomethanol. Resultaten en bevindingen van project. Datum September 2010 Status Definitief. BioMCN, e.a. in opdracht van Agentschap NL

Subsidies Biobased Economy

Duurzame Industrie. De overgang van energie-intensief naar energie-efficient

Samenwerking overheid en bedrijfsleven

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H. Datum 05 april 2011

Gas geven voor duurzame energie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Communicatieplan CO2-prestatieladder

Verdeling en inzet Gelderse Revolverende Middelen 12 maart 2013

De Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie

NEW BUSINESS. Guy Konings

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Subsidieregelingen Topsector Energie

Duurzame mestverwerking voor productie van schone energie en groene mineralen

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Programma OP Oost - Prioriteiten - Resultaat- en 0utputindicatoren - Selectie. 2. Instrumenten. 3. Budget en planning. 4.

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur

Gijs Jansen (CEO Alucha)

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Watt anders, Energieagenda Ontwerpbesluit

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Datum 1 februari 2016 Betreft Beantwoording vragen over bij- en meestook van duurzame biomassa in kolencentrales

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Mono vergisting in Wijnjewoude?!

Financieringsmogelijkheden vanuit de provincie Gelderland. Hans Cornet 30 januari 2012 Wijnfort Lent

Twence: Transitie naar Euregionaal producent van duurzame energie en grondstoffen

We willen de wereld laten zien dat je van restproducten duurzame energie kunt maken

B-96 Green Deal de winst van paardenmest

We willen de wereld laten zien dat je van restproducten duurzame energie kunt maken

Biobased Economy economie en duurzaamheid

Onderwerp: financiering Biomassavergasser Milena-Olga-Esme

Spelregels BioRaffinage

Impressie Regiotour MIRT in Noord Nederland 13 juni

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving

Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG

Energietransitie in de Betuwse Bloem

Hernieuwbaar gas. Energiedrager van de toekomst. Wat is de rol van (hernieuwbaar) gas in de energietransitie

Uw afval is geld waard! Duurzamer produceren bij lagere kosten.

Fleetclub van 100. Welkom

Visie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september Maarten van Gils

Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek. onderdeel van Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

We willen de wereld laten zien dat je van restproducten duurzame energie kunt maken

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

Energieakkoord voor duurzame groei

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath

Glastuinbouw Business met Biomassa

Stichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer

De waarde van biomassa

Ondersteuning projecten duurzaam vervoer en DKTI-Transport. Erik van de Burgwal 5 september 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

WELKOM BIJ PORT OF ROTTERDAM! Remco Neumann en Ankie Janssen 19 April 2018

Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Presentatie Warmteproductie met snoeihout. 3 November 2011 Doen! Ervaring en tips uit de praktijk Ben Reuvekamp HeatPlus

Startnotitie Energietransitie. November 2018

Insights Energiebranche

Green Gas Technology. Duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar. Shared Succes

SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN. De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

ZUIDWEST-NEDERLAND DE NATIONALE KOPLOPER (OP WEG NAAR DE BIOBASED DELTA) Biobased Business Cases

Groot Composiet II Houtkoolschets

H-vision Blauwe waterstof voor een groene toekomst Alice Krekt, programmadirecteur Deltalinqs Cimate Program

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Duurzaam ondernemen in Renkum

VOORHOEK energie-slimme maakproducten-voedsel-recreatie Randstad en Ruhrgebied

Presentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm

Groene Fabriek Lochem

De energietransitie in internationaal perspectief Dr. Ir. Martien Visser, lector energietransitie, Hanzehogeschool Groningen.

Biobased Economy. Wageningen UR Food & Biobased Research. Windesheim 3 december, Ben van den Broek

Biobased producten uit resthout

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Voorjaarsnota 2017;

Proeftuin FoodValley. Biobased economy en energietransitie

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 2 juli 2013 zaaknr

Transcriptie:

Inhoud Inleiding... 3 Spoorwegovergang Veenendaal De Klomp Voorpoort... 3 Sanering Apeldoorns kanaal... 3 Subsidie m.b.t. het project waterstofbus... 4 Subsidieverstrekking aan Bioeconomy Innovation Cluster Oost Nederland (BICON)... 5 Bijlages:... 11 BIC-ON brochure... Separaat toegevoegd Uittreksel KvK inzake Alucha Management BV... Separaat toegevoegd 2

op het saneringsplan. Bij het saneringsplan hoort een aanvullend onderzoek van Tauw, dat mede gedaan is om het eerdere WBB onderzoek (Nader Onderzoek) te verifiëren en het zandgehalte te bepalen. Dit aanvullende onderzoek heeft bevestigd dat de aard en omvang van de verontreiniging zoals vastgesteld in het uitgevoerde Nader Onderzoek correct was. De beschikking en het aanvullende onderzoek maakten vervolgens deel uit van het bestek. Deze extra kosten zijn ontstaan doordat de terreinomstandigheden in de praktijk anders bleken te zijn dan uit de steekproefsgewijze onderzoeken mocht worden verwacht. Het zandgehalte bleek lager en het gehalte minerale olie bleek hoger te zijn dan mocht worden aangenomen. Naar onze mening zijn de onderzoeken op een correcte wijze uitgevoerd, is er een realistisch bestek opgesteld en heeft de aannemer een aanbieding gedaan die past binnen het bestek. Het risico voor dergelijke veranderde terreinomstandigheden ligt bij de opdrachtgever, in casu Waterschap Vallei en Veluwe. De afspraken over de sanering zijn vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst en in een Realisatieovereenkomst tussen Waterschap Vallei en Veluwe en de provincie Gelderland. De kostenverdeling over het meerwerk is op deze overeenkomsten gebaseerd. Zowel de aanbieding van de aannemer als de kostenverdeling over het meerwerk zijn gecontroleerd door een bouwrechtadvocaat. Op 3 december 2014 heeft het Waterschap in een persbericht op omroep Gelderland over de meerkosten gecommuniceerd. De genoemde bedragen in dat persbericht zouden aanleiding kunnen geven tot verwarring. Er zijn namelijk verschillen zichtbaar met de door ons college voorgestelde bedragen in deze Slotwijziging. Dit is te verklaren doordat er in het persbericht wordt gecommuniceerd over kosten exclusief BTW en exclusief een risicoreservering, dit in tegenstelling tot hetgeen in deze Slotwijziging is gebeurd. Ter informatie is een overzicht bijgevoegd wat het Waterschap met haar Algemeen Bestuur heeft gecommuniceerd: Totaal budget Aandeel WVV Aandeel provincie Oorspronkelijke budget 7,4 mln. 1,0 mln. 6,4 mln. Aanvullend budget 2,91 mln. 0,41 mln. 2,5 mln. Risicoreservering en overige bijkomende kosten 0,77 mln. In de realisatieovereenkomst met de provincie Gelderland is een verdeelsleutel overeengekomen van 86% provincie en 14% waterschap. Subsidie m.b.t. het project waterstofbus In de commissie MIE is de volgende vraag hierover gesteld: Hoe verhoudt het project waterstofbus zich tot eerdere projecten, rijksbeleid en wat is het verwachte (economische) effect? Reactie college: Naast elektrische auto s met een stroomstekker is rijden op waterstof een belangrijke route naar schone mobiliteit. In dat geval wordt waterstof via een brandstofcel omgezet in stroom, waardoor de accu continu wordt opgeladen en het voertuig een grotere afstand af kan leggen dan op alleen accu s. Bij de benutting van waterstofgas ontstaat uitsluitend waterdamp. Wanneer waterstof wordt geproduceerd met groene stroom wordt er geen koolstofdioxide (CO2) geproduceerd. Waterstof heeft de toekomst, maar de technologie vraagt om opschaling en praktijktoepassingen. In dat kader financiert het Rijk met een ondersteuningsprogramma een aantal regionale pilots en marktintroductieprojecten met brandstofcelauto s en speciale brandstofcelvoertuigen (bussen, vuilnisauto s), inclusief de productie en distributie van duurzame waterstof (tankstations). Gelderland -en met name Arnhem- is hiervoor nadrukkelijk in beeld. 4

De regio Arnhem kent een voor Nederland unieke concentratie van waterstoftechnologie gerelateerde bedrijven, zoals HyET, Nedstack, HyMove en HyGear. HAN-automotive is sterk in waterstof mobiliteit, Wageningen UR doet onderzoek naar waterstof uit biomassa. In Arnhem staat sinds 2010 het eerste openbare waterstoftankstation van Nederland. De afgelopen jaren heeft de provincie diverse projecten op het gebied van waterstoftechnologie ondersteund. Het pilotprogramma van het Rijk biedt nu een mooi platform om regionale technologie landelijk op te schalen en te etaleren. Een regionaal ontwikkelde en geproduceerde waterstofbus is letterlijk en figuurlijk een voertuig dat hiervoor kan dienen. Het afgelopen jaar zijn in ons concessiegebied door zowel Syntus als Connexxion projectvoorstellen ontwikkeld voor een waterstofbus. Hierbij kiest Syntus voor de technologie van HyMove en e-traction en wil gaan rijden tussen Arnhem en Apeldoorn (niet de geplande hoogwaardige OV verbinding, ook wel Koningslijn genoemd). Connexxion kiest voor de Brabantse bussenbouwer VDL en wil gaan rijden in stadsregiogebied. Wij verwachten dat de economische spin off voor Gelderland het grootst is in de pilot van HyMove/Syntus. Volgens penvoerder HyMove zou een opschaling naar 200 waterstofbussen in Gelderland de komende 10 jaar ca. 665 Fte. in productie en service kunnen betekenen, waarvan 365 Fte. in Arnhem. Bijkomend effect van subsidie aan dit project is versnelling van andere initiatieven in de regio rond waterstof, zoals een volwaardig openbaar waterstoftankstation en productie van regionale, duurzame waterstof. Het gevolg is opbouw van kennis, ook bij onderwijs- en onderzoeksinstellingen, vestiging van nieuwe, hoog technologische bedrijven binnen de regio en bijdrage aan energietransitie en luchtkwaliteit. Het project profileert de Regio Arnhem als landelijk centrum voor de waterstofeconomie. Rijksbeleid leidde onlangs tot mogelijke rijkscofinanciering voor een beperkte, tijdelijke pilot met waterstofbussen. Het Rijk koos aanvankelijk voor Connexxion en VDL. Gelet op de regionaal economische effecten hebben wij bij het Rijk aangegeven dat wij onze cofinanciering alleen beschikbaar stellen aan de Syntuspilot en niet aan de bussen van Connexxion. De beslissing om niet in het Connexxion-VDL voorstel te investeren, is in lijn met de beslissing die de provincie begin 2014 genomen heeft. (Het ging toen over nagenoeg hetzelfde voorstel.) In beide projecten is een tijdelijke tankvoorziening begroot. We werken nu samen met het Rijk aan een gezamenlijke pilot, waarbij zowel Syntus als Connexxion met waterstofbussen gaan rijden. Er komt een gezamenlijk en opgewaardeerd waterstoftankstation in de regio met Arnhem als de verbindende schakel. Via dit nieuwe tankstation kunnen straks niet alleen bussen, maar ook auto s waterstof gaan tanken. Dit biedt een kans voor het Rijk voor snellere uitrol van openbare infrastructuur voor waterstof; na Rhoon zou dit dan het tweede volwaardige tankstation in Nederland zijn, gunstig gelegen nabij Duitsland. De meerkosten voor de investering in het gezamenlijke waterstoftankstation komen hierbij voor rekening van het Rijk, al dan niet in combinatie met Europees geld. Dit wordt voor ons een voorwaarde om de subsidie aan Syntus te verstrekken. De provinciale subsidie wordt alleen ter beschikking gesteld wanneer het Rijk extra meebetaalt aan het project en het project zo deel uitmaakt van het landelijke waterstofprogramma. Besluitvorming hierover wordt begin 2015 verwacht. Subsidieverstrekking aan Bioeconomy Innovation Cluster Oost Nederland (BICON) In dit onderdeel van het vervolgvoorstel geven wij antwoord op de door uw gestelde vragen over de BICON projecten. Deze vragen werden gesteld in de commissies MIE en AFW. Graag clusteren wij deze tot de volgende hoofdvragen: 1. Waar komt opeens een BICON-programma van 284 miljoen euro vandaan en waarom deze route voor steun via de slotwijziging? 2. Hoe zit het met de selectie van projecten en bijvoorbeeld staatssteuntoets? 3. Kunnen wij meer informatie over de projecten krijgen? 4. Wat is de achtergrond van het bedrijf Alucha en wat is het beoogde (economische) effect? 5. Waarom nog meer geld aan Topell verstrekken? 5

Ad 1) Waar komt opeens een BICON-programma van 284 miljoen vandaan en waarom deze route voor steun via de slotwijziging? In het programma Energietransitie Werk met eigen energie hebben uw Staten de ambitie uitgesproken om de biobased economy te laten floreren (PS2012-193). Omdat alles dat van fossiele olie gemaakt wordt, ook van 'nieuwe' biomassa gemaakt kan worden. Omdat technologieontwikkeling nieuwe business brengt en bijdraagt aan werkgelegenheid en innovatie. Omdat biomassa de levende basis biedt voor de circulaire economie. Belangrijk is het besef dat we biomassa niet alleen voor bio-energie willen inzetten, maar juist ook hoogwaardig willen benutten. Innovaties op gebied van scheiding, verwerking en bioraffinage maken een meer volwaardig gebruik van biomassa mogelijk, waardoor er minder snel schaarste zal ontstaan. Hiermee kan de food-for-fuel discussie worden omgebogen naar een food-and-fuel aanpak. Zodoende kan bijvoorbeeld de sector chemie haar doelstelling halen om 15% van de chemicaliën uit biomassa te produceren in 2030. In het programma Energietransitie Werk met eigen energie is de provinciale ambitie verwoord als de biobased economy is gegroeid, verbreed, georganiseerd en zichtbaar. Binnen de provincie scharen wij biobased economy onder het werkveld Energie- en MilieuTechnologie (cleantech). Zoals ook in het programmaplan verwoord, zal Gelderland invulling geven aan het landelijke innovatiebeleid waarin biobased economy gepositioneerd is als een crossover van de topsectoren energie, chemie, agrofood, tuinbouw, water en logistiek. Doel was en is om te werken met netwerken, in samenwerking met relevante partners (zoals Wageningen UR, de nummer twee universiteit op gebied van biotechnologie ter wereld). We stimuleren het meervoudig gebruik van biomassa en bioraffinage voor mest en slib, vezels en bouwstenen van houtachtig materiaal (lignocellulose) en stoffen uit algen, natte en verse biomassa. Dit doen wij bijvoorbeeld door het vestigingsklimaat te versterken en gedeelde innovatie-faciliteiten te ondersteunen (shared facilities). Ook blijven wij rechtstreeks de marktintroductie van (eind)producten ondersteunen via de tender biobest products. Zie hier de bouwstenen voor BICON (het Bioeconomy Innovation Cluster Oost Nederland). Deze bouwstenen zijn al geprogrammeerd en door uw Staten vastgesteld in 2012 (PS2012-193). Na het aflopen van de samenwerkingsovereenkomst biobased economy tussen Wageningen UR en provincie Gelderland van 2008-2011 is gezocht naar een nieuwe vorm van samenwerking in een breder, meer georganiseerd en beter zichtbaar netwerk. Zoekend naar groei van de biobased economy. Daaruit is BICON ontstaan. Dit als partner dan wel tegenhanger voor Biobased Delta (Zuid-West Nederland), Source-B (Limburg) en biobased clusters in Noord Nederland. In BICON werken vertegenwoordigers van grote en kleine bedrijven, drie universiteiten, ondernemende hogescholen, enkele waterschappen en twee provincies samen (zie kader 1 voor de stakeholders). Kader 1: Stakeholders BICON (een impressie) Stichting Biomassa (samenwerkingsverband van bedrijven), BEON, ForFarmers, Wilba, FrieslandCampina, Dorset, Groot Zevert, Kroes, De Marke, LTO, Nijhuis Water, GMB, Opure, HoST, Waterstromen BV, Industriewater Eerbeek, Papierfabrieken, Ten Cate, Foreco, ABC Board, AkzoNobel, Byosis, Miccell, Van Wijhe, ENKI, Phycom, Stichting kiemt, Twence, Topell, BTG-BTL, Gascon, Alucha, Attero, Osomo, Hygear, Kenniscentrum Papier & Karton, PSP, OICAM, Texperium, NIZO Food Research, Stichting Hout Research, AlgaePARC (o.a. DSM, Unilever, Exxon, Biosolar-cells, BASF), Wageningen UR, Universiteit Twente, Radboud Universiteit Nijmegen, HAN (Biocentre), Saxion, Windesheim, Waterschappen Rijn en IJssel, Vallei &Veluwe, Vechtstromen, Groot-Salland, Reest en Wiede, Provincie Gelderland, Provincie Overijssel, Oost NV, IGEV, Groene Hub, BIC Achterhoek Wij hebben u over BICON geïnformeerd via de Planning en control cyclus (P&C cyclus), mededelingenbrieven, technische briefings voor leden van de commissie MIE (op 18 september 2013, respectievelijk 26 november 2014) en via een uitnodiging aan de leden van de commissie MIE voor de lancering van BICON op 26 juni 2014. Al op 18 september 2013 is gesproken over een mogelijk totaalbedrag van de partners van 200 miljoen. Bij de uitnodiging voor de lancering van BICON op 26 juni 2014 is de brochure BICON meegestuurd, waarin (opgeteld over de pijlers) de huidige indicatief vastgestelde omvang is 6

gepresenteerd. Als bijlage bij dit vervolgvoorstel op de slotwijziging sturen wij u de brochure BICON nogmaals toe, welke u ook op de website van het valleybureau kunt vinden (http://www.greentechalliances.nl/bicon). Het potentieel van 284 miljoen in de periode 2014-2020, is gebaseerd op projectvolume uit het verleden, innovatie kansen en opgaven en absorptievermogen naar de toekomst. Het is gebaseerd op gesprekken met bedrijven, kennisinstellingen en waterschappen. De volgende bijdragen werden geschat. Bedrijfsleven: 124 miljoen. EU: 70 miljoen, uit innovatiebudgetten en structuurfondsen (inclusief provinciale bijdragen aan EFRO en Interreg). Het rijk: 33 miljoen, uit innovatiebudgetten. Provincies (de regio): 57 miljoen. Hierin zitten nog niet de investeringen van de pijler bioenergie. In de technische briefing van 26 november 2014 is meegegeven, dat het qua bijdrage voor de provincie Gelderland om ongeveer 5 miljoen per jaar gaat deels revolverend, deels subsidie (en exclusief EFRO en Interreg) waarmee dit programma ondersteund kan worden. Met een jaarlijkse impuls van 5 miljoen in de periode 2014-2020 (exclusief de cofinanciering voor EFRO en Interreg), kan in totaal een projectvolume van 284 miljoen aan biobased economy worden aangejaagd in Oost Nederland (multiplier-effect). Voor de nu voorliggende projecten (en nog enkele andere projecten begin 2015) is budget gereserveerd binnen het programma Energietransitie. Voor toekomstige projecten is het wachten op de uitkomst van een nieuw coalitieakkoord c.q. besluitvorming in de nieuwe Provinciale Staten. De omvang van BICON is van belang om serieus genomen te worden door bedrijfsleven, andere regio s, Rijk, Nordrhein Westfalen (in BIG-C verband) en Europa. In een recente rapportage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ter onderbouwing van de biobased monitor voor de Tweede Kamer heeft BICON al 278 biobased projecten kunnen aanleveren uit Oost Nederland (over de afgelopen jaren). Die lijst is zelfs nog niet helemaal volledig. Eerste terugkoppeling is dat Oost Nederland zich hiermee zeer sterk op de kaart gezet heeft in het landschap van de biobased economy (zie ook kader 2). Bij circa 25% van bovengenoemde projecten is het BICON bouwteam actief betrokken geweest (ook in aanloop naar de lancering op 26 juni 2014). 7

Kader 2: netwerk BICON in kaart Over de route van de steunvraag via de slotwijziging het volgende. Na de lancering van BICON willen wij ook gericht leveren in het prille partnerschap BICON. De route via de slotwijziging was de meest efficiënte en snelle in onze ogen. Uit de discussie in de commissie MIE leiden wij af dat uw Staten graag meer intensief geïnformeerd worden over de voortgang van het werkveld biobased economy. Graag herhalen wij het aanbod om periodiek werkbezoeken te organiseren naar de partners in BICON. Daarnaast blijven wij u natuurlijk informeren via de P&C cyclus, mededelingenbrief en technische briefings. 8

Ad 2) Hoe zit het met de selectie van projecten en bijvoorbeeld staatssteuntoets? Uw Staten hebben gevraagd om meer gebruik te maken van de kracht van Valleybureau s. Daarom is het ondersteuningsteam voor BICON ondergebracht bij GreenTechAlliances. Zij onderhouden nauw contact met leidende personen bij de partners. In het bouwteam BICON zitten deskundigen van Stichting kiemt, Oost NV, Wageningen UR, Universiteit Twente en beide provincies. Zij beheren een lijst met projecten. Sommige projecten leiden zij naar revolverende middelen dan wel leningen (zoals Gelderland voor Innovaties) en sommige projecten naar (provinciale) subsidies. Wat betreft het laatste gaan zij ook met innovatievouchers werken. Soms is geen sprake van behoefte aan cofinanciering en gaat het om andere vormen van ondersteuning (kennisbemiddeling en procesaanpak). Voorliggende projecten zijn door het bouwteam geselecteerd op verwachte effecten voor werkgelegenheid, innovatie en energie. Dat was het kader dat zij van de provincie(s) meekregen. Dat kader is afgeleid van de prestatie-indicatoren voor het programma Energietransitie. De vertegenwoordigers van de provincies hebben niet meegedaan aan de selectie en weging van projecten. Hoe het Valleybureau precies de projecten weegt is aan hen, zij gaan hierbij uit van de kaders die zij van ons meekrijgen. Vervolgens zijn voorliggende projecten getoetst op staatsteun door ons. De uitkomst daarvan is dat deze projecten voldoen aan die criteria en daarom verzoeken wij uw Staten om deze subsidies beschikbaar te stellen. Tenslotte hebben wij getoetst of de projecten voldoen aan de prestatie-indicatoren werkgelegenheid, innovatie en energie. Ad 3) Kunnen wij, Provinciale Staten, meer informatie over de projecten krijgen? Graag verwijzen wij u naar de sheets van de technische briefing (26 november 2014) welke u via de griffie ter beschikking zijn gesteld. Ad 4) Wat is de achtergrond van het bedrijf Alucha en wat is het beoogde (economische) effect? Het klopt dat het bedrijf 10 jaar geleden in Spanje begonnen is. Daar is toen Alucha S.L. opgezet. In de eerste paar jaren hebben zij pyrolysetechnologie ontwikkeld om plastic-aluminium afval te recyclen naar nieuwe grondstoffen. Dit begon met Research & Development (R&D) en kreeg een vervolg met een kleine pilot plant. Op basis van die ontwikkelingen heeft Alucha S.L. een eerste industriële installatie bij een commerciële partij helpen neerzetten. Het betreft een zeer succesvolle innovatie die vele prijzen heeft gewonnen (bron: Oost NV respectievelijk de aanvrager). Recent is er een alliantie aangegaan met een van s-werelds grootste equipment leveranciers aan de papierindustrie en daarmee wordt die oplossing globaal uitgerold. Zoals in de commissies MIE en AFW naar voren is gebracht, zijn de ondernemers achter Alucha S.L. twee Nederlanders, Gijs Jansen en Hans Cool, die na het Spaanse succes naar Nederland zijn teruggekeerd. Vorig jaar hebben zij Alucha Management BV opgezet met het doel om een nieuwe innovatie uit te ontwikkelen en op de markt te brengen: pyrolysetechnologie om papierslib (grootste afvalstroom in de papierindustrie) in nieuwe grondstoffen te recyclen. Het R&D traject is met Universiteit Twente gedaan en wordt begin 2015 afgerond. Daarna willen ze een kleine pilot plant bouwen, reden voor de beoogde subsidieaanvraag. Bij succes zal een eerste industriële installatie bij een papierfabriek worden gebouwd, waarna de verdere commerciële uitrol volgt. Voor de volledigheid ontvangt u een uittreksel van de KvK van Alucha Management BV (zie bijlage), zodat u kunt zien dat dit een volstrekt Nederlandse onderneming betreft. Alucha Management BV kiest voor een project in Gelderland, omdat hier het zwaartepunt ligt van de papierindustrie. Deze industrie heeft belang bij het project vanwege de problemen met papierslib. Het is de wens van de papierindustrie om de kosten voor de verwerking van papierslib te verlagen en om bij te 9

dragen aan de circulaire inzetbaarheid van de inhoudstoffen. De locatie in Kleefse Waard is voor Alucha Management BV ideaal om de pilot unit te bouwen. Vanwege de nabijheid van papierindustrie, nabijheid van het Kenniscentrum Papier & Karton en vanwege de clustering met andere cleantech (EMT) en biobased bedrijven. Het project heeft de potentie om duurzame technologie op te leveren. Met kansen om hier ook een export-product van te maken (in analogie met het eerdere succes van de ondernemers in Spanje). De technologie kan in de toekomst bij grootschalige implementatie in de Gelderse papierindustrie jaarlijks ca. 6.5 kiloton pyrolyse gas en 18 kiloton pyrolyse olie opleveren, en bij omzetting in elektriciteit en stoom ca. 13 miljoen m3 aardgas besparen (= 7.000 huishoudens). De Gelderse papierfabrieken zouden hiermee ca. 5% van hun eigen energieverbruik kunnen opwekken, en bijdragen aan een reductie van CO2 emissies met ongeveer 79 kiloton/jaar. Bovendien kan dan ca. 55 kiloton mineralen op deze manier worden gerecycled. Het terugdringen van de afzetkosten van slib en het verkopen/hergebruiken van deze groene grondstoffen versterkt de economische positie van deze industrie, en draagt bij aan behoud van werkgelegenheid / nieuwe werkgelegenheid in die sector. De bouw van de installaties zal direct een tijdelijke impuls geven aan de maakindustrie. Dat effect neemt toe als de technologie ook voor zuiveringsslib kan werken, maar die toepassing valt nu buiten de scope van het project. Tenslotte geven wij nog een toelichting op door Alucha ontvangen subsidies: de meeste EU en Spaanse subsidies zijn ontvangen door hun klant voor de bouw van de eerste industriële installatie, niet door Alucha S.L. Het bedrijf Alucha Management BV heeft tot op heden geen enkele subsidie ontvangen. Ad 5) Waarom nog meer geld aan Topell verstrekken? Bekende duurzame energiebronnen zijn wind, water en zon. Iets minder bekend, maar verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de duurzame energie geproduceerd in Nederland, is energie uit biomassa. Energie uit biomassa wordt opgewekt door verbranding, vergassing of vergisting van organische materialen, zoals hout, gft-afval, maar ook plantaardige olie, mest en (delen van) speciaal hiervoor geteelde gewassen. Biomassa is dus nodig om onze nationale en provinciale doelstellingen voor hernieuwbare energie te halen. Bij torrefactie wordt biomassa geroosterd en gedroogd tot homogene pellets met hoge energie-inhoud. Het wordt ook wel gezien als milde vorm van pyrolyse. De pellets zijn energetisch goede vervangers van kolen in kolencentrales. Naast het gebruik als biobrandstof zijn de pellets ook te vergassen waardoor deze als grondstof kunnen dienen voor de chemie bij de productie van waterstof, methaan, biobrandstoffen, ammoniak (voor kunstmest). In 2009 zette Topell Energy in Duiven een testfaciliteit met testreactor op voor proof of technology van torrefactie. Topell Energy is een 100% onafhankelijk technologiebedrijf, gefinancierd door venture capital investeerders Yellow and Blue, PPM OOST en Innogy Ventures. Laatste is een fonds dat onder andere geld van RWE investeert. Topell Energy is dus geen onderdeel van RWE; net zo min als dat Topell Energy onderdeel is van de Provincie Gelderland. In 2010 bouwde Topell Energy -eveneens in Duiven- samen met andere partijen een zelfstandige commerciële demonstratiefabriek (genaamd Topell Nederland), met een productiecapaciteit van 7 ton per uur. Belangrijke afnemer was de Amercentrale in Geertruidenberg, welke met MEP subsidie (voorganger van SDE) de pellets van Topell Nederland af nam. Mede door het wegvallen van MEP subsidie in 2012 en vertraging van de in het Energieakkoord aangekondigde bijstookregeling voor biomassa (SDE+), kon Topell Nederland niet rendabel produceren en geen afnamecontracten afsluiten. Het gevolg was faillissement van Topell Nederland (demonstratie fabriek) eind 2014. Wij merken op dat de eerder genoemde testfaciliteit van Topell Energy in Duiven niet onder dit faillissement valt. 10

Topell Energy zien wij als een veelbelovend technologiebedrijf dat onder andere met eerdere subsidie van provincie Gelderland voor doorontwikkeling van droogtechnologie ( 1 mln.) een wereldwijd leidende positie heeft verworven op gebied van biomassa torrefactie technologie. Door externe omstandigheden is Topell Nederland in de problemen geraakt, Maar de technologie is nog steeds in handen van Topell Energy. De gevraagde innovatiesubsidie stelt het bedrijf in staat om verder door te ontwikkelen en zijn leidende positie op dit gebied te behouden en verder uit te bouwen. De toekomst van het bedrijf ligt in een snelle differentiatie naar nieuwe en andere product markt combinaties. Naast de markt voor de grootschalige bijstook in energiebedrijven liggen er juist kansen in duurzame lokale warmte-opwekking zoals biomassaketels van zwembaden of verzorgingstehuizen. In samenwerking met het bedrijf Boonstoppel Engineering worden deze nieuwe product-markt combinaties nu getest/ontwikkeld om vervolgens naar de markt te brengen. De provinciale subsidie versterkt de marktpositie van de Topell technologie. De vragen in de commissies MIE en AFW gehoord hebbende, stellen we vast dat er geen directe relatie is tussen Topell Energy en RWE. De provinciale subsidie bedraagt minder dan 50% van de projectkosten en dient als cofinanciering. Topell en partner Boonstoppel dragen zelf het merendeel van de kosten. Wij begrijpen echter de zorg van uw Staten over de toekomst van Topell Energy en de testfaciliteit in Duiven ( waarom lukt het nu wel? ). De recente belangstelling uit de markt zien wij als bewijs dat de beoogde innovatieroute van Topell kansrijk is. Behoud van de test / R&D faciliteit zorgt voor behoud van kennis over de technologie; technologie wordt exportproduct en behoudt fte s op innovatie. Maar van technologie alleen kunnen we niet leven, er moet een relatie met afnemers zijn. Met de hiervoor genoemde mogelijke samenwerkingspartners in gedachten willen we van Topell Energy vooraf meer garanties dat de innovatiesubsidie ook ten goede komt aan energietransitie in Gelderland. Wij stellen als voorwaarde aan Topell Energy om in de definitieve aanvraag de verbinding met meer Gelderse bedrijven partners/afnemers verder uit te werken, met een ondertekende samenwerkingsovereenkomst. We vragen ons Valleybureau GreenTechAlliances (GTA) om hen hierin te ondersteunen. Bijlages: BIC-ON brochure Uittreksel KvK inzake Alucha Management BV 11