ASS: een uitdaging voor leerkrachten Programma SWV Passenderwijs 02-04- 2014 Ina van Berckelaer-Onnes Universiteit Leiden 1 Inleiding: ASS anno 2014 Problematische leerdomeinen en leerstijlen Talenten en beperkingen Waar horen leerlingen met ASS thuis? Wat verstaan we onder onderwijsondersteuning? Nederlandse Gezondheidsraad (2009) ASS anno 2014 Autismespectrumstoornissen: een leven lang anders! 1% VAN DE BEVOLKING Van jong tot oud Van DSM IV naar DSM 5 -Geen onderscheid in aparte classificaties -Van classificatie naar dimensie -ASS is geen kinderstoornis, maar een levenslange neuro-ontwikkelingsstoornis DSM 5: Neuroontwikkelingsstoornissen ASS 2014 Verstandelijke beperkingen Communicatie stoornissen Autisme Spectrum Stoornissen ADHD Specifieke leerproblemen Motorische stoornissen Van drie classificaties autistische stoornis, stoornis van Asperger en PDD-NOS) naar één classificatie Autismespectrumstoornis (ASS) Van drie naar twee hoofdkenmerken Leiden 1
Sociale interacties Criteria van ASS In de DSM 5 samengevoegd A) Blijvende beperkingen in sociale communicatie en sociale interactie Communicatie Gedrag Stereotypieën 1) Beperkingen in sociale wederkerigheid 2) Beperkingen in non-verbale communicatie 3) Beperkingen in het ontwikkelen, handhaven en begrijpen van relaties, bv moeite met aanpassen, moeite met fantasiespel, moeite om aandacht met anderen te delen Criteria van ASS Criteria van ASS B) Beperkte herhalende patronen van gedrag, interesses en activiteiten 1) Stereotiepe of zich herhalende motorische bewegingen,gebruik van voorwerpen of spraak, op een rij zetten van speelgoed, echolalie, idiosyncratisch taalgebruik 2) Het vasthouden aan hetzelfde, op een rigide manier vasthouden aan routines, rituele patronen van verbaal of non-verbaal gedrag,moeilijkheden bij overgangen 3) Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal zijn qua intensiteit of aard 4) Over of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling in de sensorische aspecten van de omgeving (zoals kennelijke onverschilligheid voor pijn, temperatuur, een afwerende reactie op specifieke geluiden of structuur van stoffen, overmatig ruiken visuele fixaties) Zintuiglijke (ver)werking Nabijheidszinnen Reuk Smaak Tast Vertezinnen Visus Gehoor Zintuiglijke (ver)werking Proprioceptie - onderhuids; rek- en druksensoren in spieren, gewrichten Vestibulaire systeem - evenwicht Thermoceptie -gevoel voor temperatuur Nicoceptie gevoel voor pijn Interoceptie waarnemen van prikkels van binnen uit Leiden 2
Criteria van ASS A) Blijvende beperkingen in sociale communicatie en sociale interactie Alle drie subcriteria moeten aanwezig zijn B) Beperkte herhalende patronen van gedrag, interesses en activiteiten Van de vier subcriteria moeten er twee aanwezig zijn ASS een eenheid in verscheidenheid Verschil in: * sexe * intelligentie * verbaliteit * ernst van de conditie * temperament * leeftijd Ratio jongen : meisje Autistische stoornis????? 4 : 1 Asperger syndroom????? 8 : 1 IQ > 70 4.7 : 1 IQ < 50 2.4 : 1 *Maar we zien een toename in volwassen vrouwen die zich zelf aanmelden met de vraag naar autisme Verschil in jongens en meisjes met ASS Meisjes zijn van nature socialer en communicatiever, worden als eerder als extreem verlegen of sociaal angstig gediagnosticeerd, als volwassen persoon eerder gediagnosticeerd met een borderline persoonlijkheidsstoornis of met een depressie volgen de omgeving meer, maar nemen wel weinig initiatief tot interactie Verschil in jongens en meisjes met ASS Meisjes: zijn zich meer bewust van gevoelens en sociale interacties hebben meer verbeelding en tonen vaker symbolisch spel, maar met grote kans op realiteitsverlies Verschil in jongens en meisjes met ASS Meisjes : obsessies voor dieren,mode, soap series ipv planeten, treinen ed het zijn vaak dezelfde dingen waarin andere meisjes geinteresseerd zijn, maar de kwaliteit en intensiteit is anders zijn minder agressief en geven minder gedragsproblemen dan jongens Leiden 3
ASS en Intelligentie Autisme komt op alle niveaus van intelligentie voor Echter: in de jaren zestig, zeventig en tachtig werd verondersteld dat 75% van de autistische populatie ook een verstandelijke beperking zou hebben Sinds de laatste decennia blijkt dat niet meer dan 15%-20% te zijn! Van 75% naar 15-20%? Beter diagnostische middelen om personen met een normale intelligentie en autisme te onderkennen Grotere bekendheid met de stoornis van Asperger (zelden voor 4de levensjaar onderkend) Een toename in onderkenning van intelligente meisjes en vrouwen met ASS Maar 25% van de verstandelijk beperkte populatie lijdt een ASS ASS en een verstandelijke beperking Jonge kinderen met ASS worden vaak aangemeld vanwege een vertraagde ontwikkeling Zelden vanwege specifieke ASS-kenmerken Dit is de reden voor het aanvankelijke hoge percentage samengaan van ASS en een Verstandelijke Beperking Ernst van de conditie ASS DSM 5 Niveau van zwaarte 3) vraagt zeer substantiële ondersteuning 2) vraagt substantiële ondersteuning 1) vraagt ondersteuning Kritiek punt: Deze niveau indeling richt zich te veel op de zwaarte van de hulpvraag, gekoppeld aan de ernst van de autistische gedragskenmerken zonder duidelijk omschreven en meetbare voorbeelden. Temperament (hyper)actief overprikkeld driftig Mijlpalen Leeftijd 2 jaar alarmsignalen op sociaal en communicatief gedrag met ouders -2 jaar sociale-, spraaktaal- en spelontwikkeling -stereotiepe gedragingen 4 jaar externe observaties op school: gedrags en cognitieve opvallendheden Leiden 4
Leeftijd DSM 5 richt zich Gedrag op het gedragsniveau Mijlpalen, voorbeelden Schoolleeftijd: vriendschappen, vooral van af 9 jaar, moeilijkheden met indelen huiswerk Middelbare school: vriendschappen, nerd gedrag, onhandig naar andere sekse, orientatieproblemen in het gebouw Volwassen leeftijd: problemen op het werk, vooral in het samenwerken, geen relatie, weinig vrienden Cognitie? Neurobiologie Van gedrag naar cognitie Centrale Coherentie Onderzoek naar cognitie beoogt twee doelen: Het verklaren van het gedrag Cognitie Aanwijzingen te vinden voor mogelijke breindisfuncties Executieve Functies Theory of Mind Theory of Mind (ToM) Baron-Cohen, 2003,2005) Problemen: in het voorspellen van iemands gedrag in het lezen van iemands intenties in het begrijpen van iemands motieven Executieve Functies (Ozonoff 1997, Russel 1997, Hill 2004) Problemen: in anticiperen in plannen in organiseren in problemen oplossen Leiden 5
Problemen oplossen Central Coherence (Frith, 2003, 2004, 2006) Wat te doen als je rook uit het huis van je buurman ziet komen? Wat te doen als er een wegversperring is? Wat te doen als de bus 12 niet gaat? Problemen in : Het betekenisvol integreren van waargenomen prikkels; ze blijven aan de details hangen Het benutten van de context Het herkennen van dynamiek in een statische afbeelding A D G B Programma F E C ToM (A): abnormale socialisatie, communicatie en verbeelding C.C. (B): abnormale perceptie en verwerking van contextuele informatie E.F. (C): repetitief gedrag en cognitieve inflexibiliteit Inleiding: ASS anno 2014 Problematische leerdomeinen en leerstijlen Talenten en beperkingen Waar horen leerlingen met ASS thuis? Wat verstaan we onder onderwijsondersteuning? Problematische Leerdomeinen Imitatie Imitatie Communicatie-en-Taal Geheugen Organiseren en plannen Flexibiliteit in doen en denken Imitatie (is een zeer krachtig leermiddel): van niet-intentioneel naar intentioneel van letterlijk na-apen tot functioneel imiteren Leiden 6
Communicatie en taal Via imiteren naar communicatie Van naar nazeggen naar spraaktaal Communicatie (nonverbaal) Wijzen Aankijken Gebaren Toewenden Beurtnemen Wederkerigheid proto-imperatief proto-declaratief Joint attention ASS en Taal: bottom-up benadering Communicatie: voorloper van taal Taalproductie Taalbegrip Taalvorm Communicatie (verbaal) Taalgebruik (pragmatiek) Geen/beperkte sociale codes of gespreksregels Geen/beperkte wederkerigheid Geen/beperkte dialoog Communicatie (verbaal) Taalbegrip (semantiek) Problemen met persoonlijke vnw. synoniemen homoniemen uitdrukkingen Letterlijkheid Geen contextgebruik Taalvorm Communicatie (verbaal) Vertraagde spraakontwikkeling (uitzondering stoornis van Asperger) Afwijkende woord- en zinsvorming Onjuiste toepassing grammaticale regels Onjuist gebruik van intonatie, klemtoon Pedante en overprecieze (uit)spraak Leiden 7
Communicatie (verbaal) Afwijkingen Idiosyncrasie Neologisme Metaforen Echolalie Herhaald taalgebruik Problemen in generaliseren Geheugen feitenkennis is zeer goed werkgeheugen is slecht Daniel Tammet Getallenwonder Vooruit tellen t.o.v. terugtellen Organiseren en plannen Flexibiliteit Bijvoorbeeld Het overzicht verliezen aankleden opruimen huiswerk maken de weg op school kennen In doen en denken: Rigiditeit Schakelprobleem Leerstijlen Daniel Tammet Iedereen heeft een persoonlijke leerstijl, dat wil zeggen: een manier van verwerken van leerstof en leeractiviteiten. Je leerstijl heeft te maken met de wijze waarop je informatie opneemt en opslaat in je hersenen. De leerstijlen die personen met autisme tonen zijn vaak anders. Bijna bij iedereen wordt het geheugen ingezet, maar op verschillende manieren. De mensen met een linksgeoriënteerde leerstijl denken auditief/digitaal (horen en denken) De mensen met een rechtsgeoriënteerde leerstijl denken visueel/kinesthetisch (voelen en zien). (Daniel Tammet gebruikt beide) Ik ben geboren op 31 januari 1979, een woensdag. Ik weet dat het een woensdag was omdat de datum me blauw bijstaat, en woensdagen zijn altijd blauw, net als het cijfer negen of het geluid van harde, ruziënde stemmen Leiden 8
Programma Talenten en Beperkingen Inleiding: ASS anno 2014 Problematische leerdomeinen en leerstijlen Talenten en beperkingen Waar horen leerlingen met ASS thuis? Wat verstaan we onder onderwijsondersteuning? Wat een beperking is kan ook een talent zijn, wat een talent is kan ook een beperking zijn! Talenten en Beperkingen stimuli Centrale Coherentie Talent Zeer gedetailleerde en letterlijke waarneming Lokale waarneming Beperking Mist het overzicht (geen globale waarneming), Verliest zich in details Blijft aan irrelevante details hangen Geen contextgebruik voelen ruiken proeven zien horen betekenis stimuli Talenten en Beperkingen Geheugen voelen ruiken proeven zien horen fragmentarische en letterlijke betekenisverlening Talent Zeer goed geheugen voor feiten (jaartallen, tafels) Beperking Slecht werkgeheugen Slecht geheugen voor verhalenlijn (boeken uittrekken, werkstukken schrijven) Leiden 9
Talenten en Beperkingen Organiseren en plannen organiseren en plannen Talent Goed in schema s, in timetables, in spoorboekjes Beperking Slecht in planning Slecht in problemen oplossen Slecht in de praktische uitvoering Ze zijn niet goed in het organiseren van hun dagelijkse leven, maar ze zijn dol op schema s, bouwwerken, timetables, spoorboekjes etc Talenten en Beperkingen Flexibiliteit Programma Talent Standvastig, Houdt zich aan de regels,aan de waarheid Beperking Rigide, star, Shiftingprobleem Letterlijk, ook in taal Inleiding: ASS anno 2014 Problematische leerdomeinen en leerstijlen Talenten en beperkingen Waar horen leerlingen met ASS thuis? Wat verstaan we onder onderwijsondersteuning? ASS en onderwijs Regulier Onderwijs met ondersteuning Speciaal Basis Onderwijs Speciaal onderwijs (70.000 leerlingen) Speciaal onderwijs Cluster 1: leerlingen met ernstige visusproblemen en ASS horen op cluster 1 thuis -Cluster 1 -Cluster 2 -Cluster 3 -Cluster 4 Vallen niet onder de SWV Cluster 2: leerlingen met ASS wier leerproces ernsig wordt belemmerd door de taalproblematiek dienen op cluster 2 geplaats te worden 60 Leiden 10
Cluster 2 en ASS Hebben leerlingen met ASS ook een Taal ontwikkelingsstoornis TOS (comorbiditeit)? Hebben leerlingen met ASS secundaire taalproblemen die op symptoomniveau een overlap met TOS vertonen? Hebben leerlingen met ASS een eigen taalprobleem, een ASS-TOS? Cluster 3 Leerlingen met ASS en een IQ lager dan 60 worden naar cluster 3 verwezen Leerlingen met ASS, een IQ lager dan 70 kunnen op een cluster 3 geplaats worden als het leren ernstig stagneert en ook extra onderwjisondersteuning niet helpt Cluster 4 Reguliere onderwijs Leerlingen met een normale intelligentie en met gedragsproblemen die het leerproces ernstig belemmeren, of die gedragmatig dermate moeilijk zijn dat ze te storende voor de andere leerlingen zijn, of in de klas niet te handhaven zijn worden verwezen naar cluster 4 Alle andere leerlingen met ASS dienen volgens de wet Passend Onderwijs het regliere onderwijs te volgen met de mogelijkheid van onderwijsondersteuning Programma ASS en onderwijs Inleiding: ASS anno 2014 Problematische leerdomeinen en ASS Talenten en beperkingen Waar horen leerlingen met ASS thuis Wat verstaan we onder onderwijsondersteuning Samenwerkingsverbanden (SWV) -dragen de verantwoordelijkheid -hebben een zorgplicht -bepalen de onderwijsondersteuning -maken een ondersteuningsplan Leiden 11
Onderwijsondersteuning Waarop gebaseerd? Hoe moet die ondersteuning er uit zien? Wat kunnen de vier cluster bieden? Wat kan het reguliere onderwijs bieden? Klinische begeleiding van talent en beperking van ASS Zet de talenten functioneel in, dan pas is er sprake van kracht van een talent! Zorg dat de savant vaardigheden niet ontaarden in fixaties Maak een duidelijk sterkte en zwakte profiel Zorg dat ook de beperkingen in de begeleiding aan bod komen Zorg voor een goede balans tussen talent en beperking Wat helpt? Autisme en passend onderwijs Duidelijkheid en structuur Visuele ondersteuning Korte heldere opdrachten en één opdracht gelijkertijd Pas uw taalgebruik aan (taalbegrip ligt lager dan taalgebruik!) Wees concreet in uw taalgebruik Wees inventief! Leerkrachten zijn van essentieel belang! Leerkrachten hebben recht op bijscholing en ondersteuning Elke leerkracht is uniek, elke leerling is uniek Leerlingen met ASS hebben een andere manier van waarnemen, van perceptie, van betekenisverlening Moeilijk gedrag is geen onwil maar onmacht Vragen? Leiden 12