STUDtE VAN DE VAR!AHE VAN DE B!OLOGtSCHE CONDtHE EN DE BACTER!OLOG)SCHE KWAHTEtT VAN MOSSELEN (Mytitus eduiis L.) TtJDENS HET BEWAREN.



Vergelijkbare documenten
VAR!AHE VAN DE CHEMtSCHE SAMENSTELUNG EN DE BiOLOGiSCHE COND!T)E VAN WtJUNG (Mertangius mertangus L.)

Bacteriologische contaminatie gedurende de machinale en manuele fabricatie van filets van hondstong (Glyptocephalus cynoglossus L.) (*).

Tit. Haagsteeg 6, 6708 PM Wageningen Tel.: (Publikatie uits]uitend met toestemming van de directeur RAPPORT NO Mw. H.

VERDERE TOEPASS!NG VAN DE TRESHEV-METHODE VOOR HET BEPALEN VAN DE V<SSER!J)NSPANN!NG

TECHNOLOGISCHE EN HYGIENISCHE ASPEKTEN BIJ DE VERWERKING V A N WIJTING (Gadus merlangus L.) TOT GEMALEN VISVLEES (*)

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek in de Zeevisserij (T. W. O. Z.

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent

MINISTERIE VAN LANDBOUW BESTUUR VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK RIJKSCENTRUM VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK - GENT

VISSERIJVERMOGEN EN SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN IJSLANDTREILERS

Haagsteeg 6, Wageningen Tel.:

Het watergehalte in verse en gerookte haringfilets

MINISTERIE VAN LANDBOUW

MINISTERIE VAN LANDBOUW STUDIE VAN DE MICROBICIDE EN DE ANTIOXIDATIEVE EIGENSCHAPPEN VAN FENOLEN BIJ HARDGEZOUTEN GEROOKTE HARING

MINISTERIE VAN LANDBOUW

TOTAAL VLUCHTIGE STIKSTOFBASEN IN VIS

.-.. IBLfOTHEEK. j anuar i

Verslag onderzoek OENOSAN (Agraphyt) - proef 2 #

ONDERZOEK NAAR DE TOX!C)TE!T VAN AFVALSTOFFEN AFKOM SHG VAN DE FOSFORZUURBERE!D)NG OP SCHOL (PLEURONECTES PLATESSA L. ), GARNALEN (C R A N G O N

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MICROBIOLOGISCHE GESTELDHEID VAN ZOUTE HARING

9.4 Invloed koude tijdens bewaring pootgoed K. Demeulemeester (Inagro)

SURVEY MICROBIOLOGISCHE GESTELDHEID ONVERPAKTE GEROOKTE PALING

Online request form for requesting articles, books and / or theses: Erasmus MC - employees

MINISTERIE VAN LANDBOUW. Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek. Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek. in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

MINISTERIE VAN LANDBOUW

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Chemische kinetiek Bepaling van de snelheidsconstante en de activeringsenergie voor de oxidatie van het jodide-ion door waterstofperoxide

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) RONDE DRAINEERBUIZEN VAN BETON

Groeikracht nieuwe zetmeelaardappelrassen. Kees Bus

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

ONDERZOEK NAAR CADMIUM, LOOD EN KWIK IN VISCONSERVEN

Marketing. De natuur maakt verpakkingen. die de mens inspireren

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

MINISTERIE VAN LANDBOUW

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

STAATSBLAD OVERWEGENDE

gewicfotsfrekwentieverdeling van aangevoerde haring

Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak?

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud

TOEGANG VOOR NL / ENTRANCE FOR DUTCH : lator=c&camp=24759

DE VEILIGHEIDSGRADEN VAN DE GRAFISCHE SECTOR

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST EVOLUTIE OP 5 JAAR ( )

Bacteriologische kwaliteit van gerookte zalm

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

Belang van goed water

Is de draagkracht van de Oosterschelde voor schelpdieren bereikt?

Vergelijkende bacteriologische studie van vacuüm verpakt Argentijns rundvlees en Belgisch wit blauw rundvlees

Warmwaterbehandeling lelie

De kunst van fouten maken

Energiewinst door toepassing van DCA in vergelijking met ULO

Value based healthcare door een quality improvement bril

LABORATOR!UMSTUD)E OVER DE tnvloed VAN SEDtMENTEN OP DE MAASWUDTE

K W A L IT E IT S B E P A LI N G E N OP VERPAKTE HALFKONSERVEN

ILVO. Identificatie van bederforganismen en houdbaarheid van de grijze garnaal

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

^z:z 3'Z-o3. çv? os K OJL. De invloed van de ph-waarde op het gebruik van Ethrel op tomaten ter versnelling van de rijping. W.

Augustus geel Chemie Vraag 1

Overheidsuitgaven en farmaceutische specialiteiten

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

Het mossel mysterie: identiteit, vorm en vestiging

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

INDUSTRIELE CICHOREI

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode

Productspecificatie. 1. Product Identificatie. Contactpersonen CBG. Fiche 249. Dubbel tomatenconcentraat 28/30% Elvea 1/800 g. Artikel.

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Levende grijze garnalen als een innovatief product voor de Belgische Garnaalvisserij

Seizoensverlenging van bloemkool door bewaring Extension of season trough storage of cauliflower C.P.de Moei,PAGV

EUROPEAN UNION SCIENCE OLYMPIAD ANTWOORDENBUNDEL TEST 1 13 APRIL 13, Land:

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Wet van Boyle en Mariotte

Technische Fiche. Tofu. Omschrijving. Ingrediënten. Specifiek. Vegan, koel bewaren. Gebruik

Eindexamen wiskunde A 12 VWO I

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Surveillance gefermenteerde buitenlandse worst, jaar 2001

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M.

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Bereide Veenbessen bok. Art. nr (150g) / (220g)

Examen VWO. Wiskunde A Experimenteel (oude stijl)

Climate impact on fish productivity: key mechanisms in North Sea plaice

B e l e i d s k a d e r K e r k e n, K l o o s t e r s e n a n d e r e r e l i g i e u z e g e b o u w e n

Opinieonderzoek. Inleiding

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende. (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE:

DE KWALITEIT VAN HET WATER IN HET ZWEMBAD "DE HOUTRIB" IN LELYSTAD IN 1979 door. S. de Jong Abw 79. maart

Dit rapport mag niet volledig worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium.

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende.

Pathogenen en PSP in schelpdieren

Verklaring kolommen Tape Lite

ILVO ILVO. Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek

Inhoudsopgave. Resultaten na oogst onderzoek inwendige gebreken bij paprika P8 bestuur 4 juli Opzet proef 2 inzet vrijdag 14 juni 2013

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Verantwoord rapporteren. Karin Schut

De honden en katten van de Belgen

De Belgische gepensioneerden in kaart gebracht

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Transcriptie:

M inisterie VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent Rijksstation voor Zeevisserij - Oostende Directeur - P. HOVART. STUDtE VAN DE VAR!AHE VAN DE B!OLOGtSCHE CONDtHE EN DE BACTER!OLOG)SCHE KWAHTEtT VAN MOSSELEN (Mytitus eduiis L.) TtJDENS HET BEWAREN. D. DECLERCK (*) R.P. Rijksstation voor Z eevisserij, W erkgroep " B iologie " (t.w.o.n.l.) M ededelingen van het Rijksstation voo r Z eevisserij (CLO G en t). Publikatie nr 213-B U.W.O.N.L.) 18. 1986 D O n d erzoek gesu b sid ieerd d oor h et instituut to t A a n m oed igin g van het W etenschappelijk O nderzoek in Nijverheid en Landbouw (I.W O.N.L.).

M!N!S TE R!E VAN LA N D BO UW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent R ijkssta tion voor Ze e v isse rij - Oostende Directeur - P. HOVART. STUDiE VAN DE VAR!AHE VAN DE BiOLOGtSCHE CONDtHE EN DE BACTER!OLOG!SCHE KWAUTEtT VAN MOSSELEN (Mytitus edutis L.) HJDENS HET BEWAREN. D. D EC LER C K (*) R.P. Rijksstation voor Zeevisserij, W erkgroep " B iologie " (i.w.o.n.l.) M ededelingen van het Rijksstation voo r Z eevisserij (C LO G e n t ). Publikatie nr 213-B (i.w.o.n.l.) 18, 1986 ( * ) O n derzoek gesu b sid ieerd d oor h et Instituut to t A a n m oed igin g van het W etenschappelijk O nderzoek in Nijverheid en Landbouw (i.w O.N.L.). D/1986/0889/1

Een onderzoek naar de variatie van de biologische conditie en de bakteriologische kwaliteit van mosselen tijdens het bewaren werd uitgevoerd. Uit de organoleptische en de bakteriologische resultaten ktsn worden afgeleid dat de houdbaarheid bij 2 C en 8 C respectievelijk 5 à 8 en 3 à 4 dagen bedroeg. Op het ogenblik van het bederf beliep het TAB 2 0 'C : 5 10 bakteriên per gram -auw m osselvlees. Een kookproces van 5 minuten was voldoende om de aanwezige Coliachtigen uit de flora te elimineren, doch had weinig invloed op de overblijvende m eaofiele flora. Met betrekking t*t het gebruik van de conditie-indexen leek C. I. 1 bruikbaar om een langdurige bewaring bij te hoge temperaturen aan te tonen. Het gebruik van C. I. 2 was echter minder geschikt om een bewaring onder slechte omstandigheden aan te wijzen, daar de daling van C. I. 2 bij de be- w aarproef op 8*C te gering was. Uiteindelijk bleek G. I. 3 enkel nuttig te zijn o m de mate van vochtverlies aan te duiden.

Naar aanleiding van de studie omtrent de evolutie van de kwaliteit van im portm osselen op de Belgische markt (Declerck 1983) w erd de m ogelijkheid naar voor gebracht naast de m icrobiologische analysen (dinoflagel- laten - en bakteriologisch onderzoek), kwaliteitsonderzoek te betrekken. ook het verlies aan conditie bij het Kwaliteitsindexen zoals conditie-indexen werden door Andrews (1961), Baird (1952), Engle (1950), F raser (I960), Hopkins (1949), Ingle (1949), Lawrence (1982), N'ann (1979), Medcaf (1941) en Walne (1970) gebruikt bij de bepaling van onder m eer de invloed van de groei en de seizoenvariaties op de conditie van mosselen en oesters. Onderhavige studie verm eldt de resultaten van een bewaarproef die op 2*C en 8 C werd uitgevoerd en waarbij de houdbaarheid van mosselen w erd vastgesteld. De bruikbaarheid van verschillende conditie-indexen voor de kwa- liteitsbepaling van deze weekdieren werd nagegaan. 2. Experim entele methodiek. 2.1. Opstelling van de bewaarproef. Een partij mosselen van Nederlandse herkomst werd bij twee v e r schillende temperaturen (2*C en 8 C) in getherm ostatiseerde koelcellen bewaard. De m osselen werden in een geperforeerde mand gebracht waarbij het lekvocht kon wegvloeien. Om uitdroging in de koelcellen te voorkomen, werden de manden met P V C -fo lie afgedekt. 2. 2. Methoden. De volgende bepalingen werden tijdens de bewaarproef uitgevotrd

- bepaling van het aantal overlevende mosselen, - bepaling van de conditie-indexen (Phernambucq - van Iwaarden, 1982 Ç I 1 - Natvleesgewicht (g) x 100 Volume van de schelpholte (ml) ^ j 2 - Droogvleesgewicht (g) x 100 Volume van de schelpholte (ml) ç I 3 - Droogvleeseewicht (g) x 100 Natvleesgewicht (g) - bepaling van het totaal aantal bakteriën (TA B ) bij 20 C en 37'C (APH A I 960), - bepaling van het aantal Coliform en op V R B L -a ga r (APH A 1970), - bepaling van de feacale Escherichia coli stammen met de techniek van Mc Kenzie (1943) ; gasvorming in brilliantgroengal 2 %, indolvorming in tryptonwater, beide bij (44 + 0, 5) C, Bij de bepaling van het aantal overlevende mosselen werd als volgt te werk gegaan. Een m ossel wordt als nog levend beschouwd wanneer als reactie op mechanische druk^yf na stimulatie van de mantel of de voet de schelp sluit of het mossellichaam inkrimpt. Wanneer m eer dan 50 % van de onderzochte mosselen als dood werden bevonden, werd de partij niet verd er m eer onderzocht. Bij de bepaling van de schelpholtevolume werd gebruik gemaakt van het principe van de communicerende vaten (Desmet 1984). Voor de proefneming werden per testdag 2 x 1 0 onbeschadigde en levende mosselen op willekeurige w ijze genomen. Deze m osselen werden dan per 10 in een veelvuldig geperforeerde plastiekzakje verpakt en gedurende minstens een uur in een aquarium met stromend zeewater bewaard. Daarna werd het uitwendig schelpvolume bepaald. Na de meting van het uitwendig schelpvolume werden de mosselen terug in hun respektievelijke geperforeerde zakjes verpakt ; de rest van de mosselen werd in de twee koelcellen geplaatst

om m ee bewaard te worden. Deze voorsortering van mosselen per 10 is nodig omdat de verd ere bepalingen ter berekening van de conditie-indexen op dezelfde m osselen moet gebeuren. Op de voorafbepaalde testdagen worden telkens twee zakjes met 10 mosselen uit elke koelcel genomen om het nat- vleesgewicht, het droogvleesgewicht en het volume van de lege schelpen te bepalen. Tenslotte werden de bewaarde mosselen op de testdagen ook gedurende vijf minuten gekookt. Zow el op de bewaarde rauwe als op de gekookte mosselen werden bakteriologische bepalingen uitgevoerd. 3. Resultaten en besprekingen. De gemiddelde resultaten tijdens het bewaren op 2 C en 8 C werden in de tabel 1 en de figuren 1 en 2 samengebracht. Voor wat de percentages dode of uitgeputte mosselen betreft (tabel 1) diende het experiment op 8 C na acht dagen bewaren te worden stopgezet. Op dit ogenblik waren reeds 65 % van de m osselen als dood opgetekend. De mosselen verspreidden een y onaanvaardbare geur. Het bacteriologisch kiem getal was ^ 10 /g en bevestigde de organoleptische resultaten. Tabel 1 - Verloop van het percentage dode mosselen tijdens de bewaring bij 2 C en 8 C Bewaarduur Aantal dode m osselen ( %) in dagen 2 C 8" C 1 1 % 1 % 3 1 % 5 % 5 5 % 22 % 8 9 % 65 % 10 19 % - 12 28 % -

De resultaten van het bacteriologisch onderzoek zijn gegroepeerd in de figuren 1 en 2 en tabel 2. Tabel 2 - Evolutie van de bakteriologische kiemgetallen gedurende het bewaren bij 20 C en 37 C en na 5 minuten koken. Bewaarduur in dagen Bij 2 C bewaard en na 5 min. koken Kiem getallen per gram m osselvlees Bij 8 C bewaard en na 5 min. koken TAB 20 C TAB 37*C TAB 20 C TAB 37*C 1 480 63 480 63 3 15 200 30 300 5 490 460 1.500 740 8 270 350 1.900 950 10 46 410 - * Bij de bewaarproef op 2 C (figuur 1) was er een duidelijk verloop van 5 het TAB 2 0 C. De vooropgestelde lim iet van 10 bakteriën per gram werd na 6 dagen bereikt. Zowel voor het TAB 37* C, als voor het aantal Coli- formen werden geen belangrijke stijgingen genoteerd. Het aantal Escherichia coli was steeds kleiner dan 10 per g ^ m m osselvlees en de faecale Coliformen waren slechts in het aanvangsmonster aanwezig. 5 Bij de bewaaiproefop S C was de vooropgestelde lim iet van 10 ' teriën per gram reeds na 3 ^ dag bereikt. Na v ijf dagen bewaren werden reeds aanzienlijke hoge kiemgetallen genoteerd (figuur 2). bak- Uit de bakteriologische bepalingen op de gekookte mosselen (tabel 2) kon worden opgemaakt dat het kookproces van 5 minuten voldoende was om de aanwezige coliachtigen uit de flora te elimineren. Het totaal aantal bakteriën dat bij 20* C w erd geteld bleek afhankelijk te zijn van het initiaal kiem- getal bij de overeenkom stige rauwe mosselen. Het kookproces had evenwel

weinig invloed op de aanwezige m esofiele flora. Een bijkomende besmetting van het gekookte m osselvlees door het schelpmateriaal is mogelijk. 5 Rekening houdend met de TAB 20" C lim iet van 10 per gram rauw m osselvlees en het toelaatbare dodenaantal van 5 % kan, met een opslagtemperatuur van 2*C en 8'C, respectievelijk een houdbaarheid van 5 à 6 en 3 à 4 dagen worden verwacht. De evolutie van de conditie-indexen van de bewaarde mosselen zijn in tabel 3 samengevat. Tabel 3 - V erloop van verschillende conditie-indexen van mosselen bij op- slagtemperaturen van 2 C en 8 C. Bewaar duur Conditie- indexen (2 'C ) Conditie -indexen (8 C) in dagen C. 1. 1 C. 1. 2 C. 1. 3 C. 1. 1 C. 1. 2 C. 1. 3 1 39. 6 3. 2 20. 7 39. 6 8. 2 20. 7 3 36. 3 7. 6 21. 0 41. 6 9. 0 21. 6 5 37. 0 8.4 22. 7 36. 8 8. 6 23. 5 8 38. 4 8. 7 22. 6 28. 3 7. 3 25. 8 10 36. 3 7. 9 21. 7 - - 12 34. 2 8. 3 24. 4 - -!! Gedurende de bewaring bij 2*C was e r, tussen de verschillende monsters in acht genomen, de onderlinge variaties globaal een daling van de conditie-index-1. D eze daling was echter niet erg groot en ontstond door vochtverlies. De conditie-index-2 bleef gedurende de bewaarperiode nagenoeg konstant. Dit is begrijpelijk daar G. I. 2 enkel van de veranderingen van het droogvleesgewicht afhangt. Bij een temperatuur van 2 C is het metabolisme van de m ossel blijkbaar zo laag dat geen m erkbare hoeveelheden reserve- stoffen worden verbruikt om te overleven. Uit deze vaststellingen kon worden

afgeleid dat C. I. 2 niet bruikbaar is om het verloop van de biologische conditie bij lage bewaartemperaturen (g ^ 4 * C ) te volgen. Voor lage op- slagtemperaturen lijkt conditie-index-1 hiervoor beter geschikt. Daarentegen bleek dat C. I. 2 goed bruikbaar is om de beginconditie van een staal mosselen te bepalen. Indien de m osselen na het oogsten onder goede om standigheden worden bewaard, kan C. I. 2 nog twee weken later een beeld van de biologische beginconditie van de schelpdieren geven. Het verloop van C. I. 3 (het drogestofgehalte) bleef nagenoeg constant tot en met de tiende bewaardag. na 12 dagen bewaren gevoelig gestegen. De conditie-index-3 was echter De stijging van het drogestofgehalte was enkel afhankelijk van het vochtverlies daar het droogvleesge- wicht nagenoeg constant bleef. Het bewaren van mosselen bij 8 C had een groot vochtverlies tot gevolg. H ierdoor nam het drogestofgehalte (C. I. 3) voortdurend toe. Er trad eveneens een zeer duidelijke daling van C. I. 1 op (van 39.6 naar 28.3). De hogere waarde op de derde bewaardag moet aan individuele verschillen binnen het staal worden toegeschreven. Alhoew el minder uitgesproken dan voor C. I. 1 vertoonde ook C. I. 2 een lichte daling. W aarschijnlijk gebruikten de mosselen, wegens hun groter metabolisme bij deze temperatuur, een deel van hun reservestoffen. Hierdoor daalde het droogvleesgewicht en hieraan gekoppeld conditie-index-2. Conditie-index-1 leek aldus bruikbaar om een langdurige bewaring bij een te hoge temperatuur aan te tonen, vooropgesteld dat er richtwaarden bekend zijn voor de gemiddelde C.I. 1 op dat tijdstip van het jaar. Conditie-index-2 was minder geschikt om een bewaring onder slechte omstandigheden aan te tonen, proef op 8*C te gering was. daar de daling van C. I. 2 bij de bewaar- Conditie-index-3 bleek enkel nuttig te zijn om de mate van vochtverlies aan te tonen.

B esluit. Uit het onderzoek is gebleken dat mosselen die continue op 2 C en 8 C worden gestockeerd respectievelijk 5 à 6 en 3 à 4 dagen kunnen bewaard worden. Het kookproces van 5 minuten was voldoende om de aanw ezige coliachtigen uit de flora te verwijderen. Wat het gebruik van conditie-indexen betreft lijkt C. I. 1 (verhouding natvleesgewicht t. o. v. het volume van de schelpholte) bruikbaar te zijn om een bewaring bij te hoge temperaturen aan te tonen. Summary. Study on the variation of the biological condition and the bac- teriological quality of mussels (Mytilus edulis) during conservation. Experiments on mussels showed that conservation at 2 C and 8 C guarantees a keeping time of 5-6 and 3-4 days. A cooking process of 5 minutes was sufficiënt to eliminate coliform s. The condition-index C. I. (proportion wet flesh weight/volume scallop cavity) seems to be useful to indicate a conservation period at too high temperatures.

Bibliografie. - Am erican Public Health Association : "Standard Methods for the Examination of D airy Products" llth ed., A PH A inc. New York (i960). - ANDREWS, J. D., 1961. Measurement of shell growth in oysters by weighing in water. Proc. Nat. Shellfish Assoc., 52, pp 1-11. - BAIRD, R. H., 1953. Measurement of condition in mussels and oysters. J. Cons. perm. int. Expl. Mer, j23, 249-257. - DECLERCK, D., Evolutie van de kwaliteit van importmosselen. M ededelingen RvZ (C. L. O. Gent). P u blikatien r. 191, VB/VV (IWONL), 1933. - DESMET, J. Studie van de seizoenvariatie van de biologische en de m icrobiologische kwaliteit van mosselen (Mytilus Edulis), 1984. - ENGLE, J. B. and C. R. CHAFM AN, 1951. Oyster condition affected by attached mussels. Natl. Shellfish Assoc. Conv. Add., 70-78. - FRASER, J.R. and D. C. HOLMES, I 960. The détermination of glycogen in oysters. Analyst, 86, (1019) ; 131rl32. - HOPKINS, A.E., 1949. Détermination of condition of oysters. Science, 110 ; 567-568. - INGLE, R.M., 1949. A comparative study of oyster condition. Science, 109 ; 593. - LAW RENCE, D. R. and G. I. SCOTT, 1982. The détermination and use of condition index of oysters. Estuaries, _5, (1) ; 23-27. - M CKENZIE. Recent experiences in rapid identification of Bacterium coli. Type I. J. Gen. M icrobiology 2, p. 197-204 (1 948). - MANN, R., 1979. Som e biochemical and physiological aspects of growth and gametogenesis in Crassostrea gigas and Ostrea edulis grown at sustained elevated temperatures. J. Mar. Biol. Ass. U.K., 59! 95-110. - MEDCOF, J. C. and A.W.H. NEEDLER, 1941. The influence of tem - perature and salinity on the condition of oysters (Ostrea virgin ica). J. Fish. Res. Bd. Can., J5, (3) ; 253-257. - PH E R N A M B U C Q -V A N IW A A R D E N, A. J. W. : Conditie- en glycogeenindexen ter bepaling van de conditie van oesters. Rapport so 82, IJmuiden, Rijksinstituut voor Visserijonderzoek, 1982.

- United States Pharmacopeia, XVII, 846 (1970). - W ALN E, P. R., 1970. The seasonal variation of rreat and glycogen content of seven populations of oysters Ostrea edulis L. and a review of the literature. Fishery Investigations, Series II, Vol. XXVI, number 3.

Fig. 1- Evolutie van de bakteriotogische kiemgetahen gedurende het bewaren bij 2 C

Fig.2- Evotutie van de bakteriobgische kiemgetahen gedurende het bewaren bij 8 C.