Overheidsuitgaven en farmaceutische specialiteiten

Transcriptie

1 Overheidsuitgaven en farmaceutische specialiteiten Geneesmiddelen vertegenwoordigden in ,4 % van de totale uitgaven van het RIZIV, terwijl het reële aandeel van de industrie slechts 12,4 % bedroeg. Dit verschil is te wijten aan de distributiemarges en de btw. m of EUR Proportion of total INAMI/RIZIV expenditure on health care spent on pharmaceutical specialities (general scheme and self-employed scheme) As % INAMI/RIZIV expenditure on health care Proportion of health care expenditure spent on medicines Expenditure on medicines Industry's real share of health care expenditure Opmerkingen: 1. RIZIV uitgaven voor gezondheidszorg en farmaceutische specialiteiten = linkerschaal; aandeel van de uitgaven voor farmaceutische specialiteiten in de totale uitgaven voor gezondheidszorg van het RIZIV en reëel aandeel van de farmaceutische industrie = rechterschaal. 2. Aandeel van de industrie = aandeel van de af-fabriekprijs excl. btw in de prijs waarop de terugbetalingspercentages worden toegepast. Van 199 tot 212 is het relatieve aandeel van de farmaceutische specialiteiten in het totaal van de uitgaven voor gezondheidszorg gestegen van 14,2 % naar 16,4 %. In 26 neemt dat aandeel af (17,7 %), wat een plotse trendbreuk oplevert ten opzichte van de periode 199/25 1. Na een stabilisatie in 27, stijgt dit aandeel lichtjes in 28 (18,1 %). Deze stijging is deels te wijten aan de wijziging in de werking van het RIZIV, waardoor vanaf dan ook zelfstandigen verzekerd zijn voor kleine risico s. Sinds 29 vertoont het aandeel van farmaceutische specialiteiten binnen het totaal van de uitgaven voor gezondheidszorg een dalende lijn. Voor 212 bedraagt het 16,4 %. 1 Er werd reeds een kleine daling van dit aandeel vastgesteld van 17,9 % naar 17,8 % tussen 2 en 21. pharma.be vzw asbl Terhulpsesteenweg 166 Chaussée de La Hulpe Brussel 117 Bruxelles info@pharma.be fax BTW - TVA BE Ondernemingsnummer - Numéro d entreprise

2 Pharmaceutical industry's real share of total INAMI/RIZIV expenditure on health care Mio EUR En % Mio EUR En % Mio EUR En % Mio EUR En % Mio EUR En % Health care 12.82,1 1,% 17.25,2 1,% ,6 1,% 24.77,9 1,% ,9 1,% medicines 2.299,2 17,9% 3.17,3 18,4% 4.12,7 17,58% 4.143,4 17,21% 4.15,3 16,43% VAT 128,3 1,% 174,9 1,% 218,9,96% 225,5,94% 222,8,89% Distribution 58,2 4,% 61,9 3,5% 744,2 3,26% 749,4 3,11% 779,2 3,12% Industry 1.662,7 13,% 2.393,6 13,9% 3.49,6 13,36% 3.168,4 13,16% 3.13,3 12,42% Bronnen: RIZIV; berekeningen pharma.be De cijfers dekken de uitgaven van de algemene regeling en van de regeling voor zelfstandigen Het reële aandeel van de industrie in 212 komt neer op slechts 12,4 % van de totale uitgaven en bedraagt 3.13,3 miljoen euro ten opzichte van 4.15,3 miljoen euro voor de uitgaven in farmaceutische specialiteiten van het RIZIV. Het verschil is te wijten aan de btw (222,8 miljoen euro) en de distributiemarges (779,2 miljoen euro). Sinds het begin van de jaren 2 (behalve 28) daalt het relatieve aandeel van geneesmiddelen in de uitgaven voor gezondheidszorg (16,4 %). Total INAMI/RIZIV expenditure on health care per major item of expenditure from 1995 to m of EUR as % m of EUR as % m of EUR as % m of EUR as % m of EUR as % Health care 9.938,18 1, 12.82,5 1, 17.25,2 1, ,61 1, ,95 1, Medicines 1.551,9 15, ,23 17,9 3.17,34 18,4 4.12,7 17,6 4.15,32 16,4 GP and specialist fees 3.349,48 33,7 4.12,33 32, 5.24,97 3, ,92 29, ,43 29,1 of which clinical biology 66,37 6,1 736,25 5,7 939,59 5, ,11 5, ,16 5, Hospitalisation 2.58,91 26, 3.17,95 24, ,59 21, ,17 21, ,28 21,7 Convalescent and care homes, convalescent homes for elderly, day care centres Nursing staff fees 567,4 5,7 867,88 6, ,19 8,8 2.23,1 9, ,7 9,9 381,23 3,8 548,14 4,3 728,9 4,2 1.56,12 4, ,95 4,8 Dentist fees 332,24 3,3 398,4 3,1 514,18 3, 744,68 3,3 79,52 3,2 Physiotherapist fees Bron: RIZIV 319,55 3,2 392,64 3,1 48,56 2,4 58,1 2,5 624,86 2,5 Naast de uitgaven voor farmaceutische specialiteiten zijn de belangrijkste andere uitgavenposten enerzijds de honoraria voor artsen (huisartsen en specialisten), waartoe ook de uitgaven voor 2 5

3 1.124, ,3 2.25, ,3 2.74,8 klinische biologie behoren, en anderzijds de kosten voor een ziekenhuisopname. 65,9 % van de RIZIV-uitgaven voor geneesmiddelen gebeuren op de ambulante markt, maar het aandeel van geneesmiddelen dat door ziekenhuizen aan ambulante patiënten wordt verstrekt, neemt toe Breakdown of expenditure on medicines (in m of EUR) 814,1 947, ,3 484,4 452, ,6 513, ,4 344,7 422, Medicines dispensed by pharmacies open to the public Medicines dispensed by hospital pharmacies to non-hospitalised patients Medicines dispensed by hospital pharmacies to hospitalised patients Breakdown of expenditure on medicines (as %) ,3 7,8 14,2 2,3 23,9 22,2 18,4 16,2 12,1 11,3 72,5 73,8 69,6 67,6 65, Medicines dispensed by pharmacies open to the public Medicines dispensed by hospital pharmacies to non-hospitalised patients Medicines dispensed by hospital pharmacies to hospitalised patients De meeste uitgaven in farmaceutische specialiteiten doen zich op de ambulante markt voor (65,9 %), de overige 34,1 % vallen onder de ziekenhuizen. Het valt echter op dat het relatieve aandeel van geneesmiddelen dat in de ziekenhuizen aan ambulante patiënten wordt verstrekt van 5,3 % in 1995 tot 23,1 % in 212 is toegenomen, terwijl de hoeveelheid geneesmiddelen die worden verstrekt aan ambulante patiënten via openbare officina of via ziekenhuisapotheek aan 3 5

4 gehospitaliseerde patiënten, een omgekeerde tendens vertoont: van 72,5 naar 65,9 % in het eerste geval en van 22,2 naar 11 % in het tweede geval. De groei van de RIZIV-uitgaven voor geneesmiddelen (+ 4,8 % over 12 jaar) is vooral te wijten aan geneesmiddelen die in de ziekenhuizen aan ambulante patiënten worden verstrekt (+14,9 %). Average annual weighted growth rate of medicines (as %) 212/ / /2 medicines dispensed by pharmacies open to the public medicines dispensed by hospital pharmacies to hospitalised patients medicines dispensed by hospital pharmacies to non-hospitalised patients -2,5 5,3 4, -5,6 1,6,6 6,6 15,5 14,9 Total expenditure on medicines -3,1 5,8 4,8 Tussen 2 en 212 zijn de uitgaven in farmaceutische specialiteiten jaarlijks gemiddeld met 5,5 % toegenomen. In die hele periode was de groei grotendeels toe te schrijven aan de geneesmiddelen die in ziekenhuizen aan niet-gehospitaliseerde patiënten werden verstrekt (jaarlijks gemiddeld +15,7 %). In 212/211 zijn de RIZIV-uitgaven voor geneesmiddelen gedaald met -3,1 %: -2,5 % specialiteiten verstrekt via openbare officina, -5,6 % voor specialiteiten verstrekt door ziekenhuisapotheken aan gehospitaliseerde patiënten en +6,6 % voor geneesmiddelen verstrekt door ziekenhuizen aan ambulante patiënten. 4 5

5 Van 1995 tot 24 is het relatieve aandeel ten laste van de patiënten voor de terugbetaalbare farmaceutische specialiteiten verminderd; deze verhouding is gestegen tussen 25 en 26 en heeft de neiging te dalen tot 29. Sindsdien vertoont ze een lichte stijging en wordt ze geraamd op 16,2 % van de totale kost voor terugbetaalbare geneesmiddelen in 212. Estimation du coût total des spécialités pharmaceutiques remboursables - Financement public et financement privé de 1995 à 212e Total financement privé (copayement des patients pour spécialités pharmaceutiques) Total financement public (dépenses de l'inami en prestations pharamceutiques) Financement privé (en % du total) Bronnen : INAMI, pharmanet, pharma.be, Heymans Institute of Pharmacology ; berekeningen pharma.be ; 212 = schatting De bovenstaande grafiek geeft een raming van de totale kosten van terugbetaalbare farmaceutische prestaties van 1995 tot 212, opgesplitst in het aandeel van de overheidsfinanciering (totale RIZIVuitgaven voor de terugbetaalbare farmaceutische specialiteiten) en het aandeel van de privéfinanciering door de patiënten (kosten van de terugbetaalbare en niet-terugbetaalbare geneesmiddelen). Van 1995 tot 24 daalde het relatieve aandeel van de privéfinanciering van 22,8 % naar 18,5 %. Na een stijging in 26, is dit aandeel blijven dalen tot in 29 en sindsdien wordt een lichte stijging waargenomen. In 21 wordt het geraamd op 16,2 % van de totale kost voor terugbetaalbare geneesmiddelen. 5 5