Samenvatting dissertatie



Vergelijkbare documenten
I. Inleiding.. II. Opbouw van dit beleidsstuk.. 1. Motieven MVO.

inspireren en innoveren in MVO

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen

Advies van de commissie Burgmans over maatschappelijk verantwoord ondernemen en corporate governance

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

PK Benelux BV. Plan van aanpak maatschappelijk verantwoord ondernemen

Partner van duurzaamheid Duurzaamheidsbeleid Lensing Food B.V. Ruud Harmsen

Strategie duurzaam inkopen

RSM - General Counsel - mensenrechtenbeleid SURVEY

Bijlage C: Prioriteringsmatrix. In het kader van de zelfverklaring ISO Presentatie Techniek Holland B.V. 2017

Gemeenteraad. Motie. Datum : 30 juni : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen. : Duurzaamheid in Hoogeveen

De Relatie Tussen de OESO Richtlijnen voor Multinationale Bedrijven en de Sustainable Development Goals verwachting vs uitnodiging

Rapportage. 25 September 2018

IORP II-proof vanuit een ESG perspectief 2 7 S E P T E M B E R

Jaarverslag verantwoord beleggen 2015

PEOPLE STAKEHOLDER(S) PEOPLE STAKEHOLDER(S)

TruStone Stakeholders werken samen aan een verantwoorde natuursteensector

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Achtergrondinformatie rondetafelgesprek IMVO-convenanten 13 februari

ISO 26000, wereldwijde MVO richtlijn

Wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen?

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

Convenant Duurzaam Bosbeheer

Stichting Spoorwegpensioenfonds. Beleid voor betrokken aandeelhouderschap

Afspraken over de rol van de OR bij (I)MVO

Bijlage 1 - Medezeggenschap MVO Modelcode

Het maken van een duurzaamheidsbeleid

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Verklaring inzake Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

MVO Prestatieladder en Duurzame IT

4 Internationaal mvo en ketenbeheer: een korte stand van zaken

DE BLAAY-VAN DEN BOGAARD RAADGEVENDE INGENIEURS B.V.

Normalisatie: de wereld op één lijn. ISO Maatschappelijke Verantwoordelijkheid van Organisaties (MVO) Zet goede bedoelingen om in goede acties

Zo gaan we om met de maatschappij. Deelcode 4

De leden van de beleggingscommissie. 10 januari 2011 Beleid Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

De benchmark geanalyseerd

Bijlage 7. Conversie juni 2010 naar 2013 (info)

MVO en MBO in Haarlem

Verantwoord beleggen beleid

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Internationaal ondernemen: maatschappelijk verantwoord met de OESO-richtlijnen

Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag

Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector

DoubleDividend Management B.V. Onze visie op het uitsluiten van ondernemingen vanwege betrokkenheid bij controversiële activiteiten

Hoe met MVO te beginnen

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Maatschappelijk Jaarverslag 2012

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting

DoubleDividend Management B.V.

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Transnational Perspective

Inspreken Raadsplein

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MVO en OR. Welke rol voor de OR? Maatschappelijk verantwoord ondernemen met de OESO-richtlijnen. Catelene Passchier, Lid NCP Nederland

Seminar 'Aandeelhouderschap op de schop'

in de jaarverslaggeving

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

Verslag verantwoording betrokken aandeelhouderschap 2014

JURYRAPPORT NVP ESG AWARD 2017

MVO actieplan HKV

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen: Een globale visie voor lokaal beleid en actie

Duurzaam ondernemen Musea

Ethische Code van Compass Group

VERPAKKINGEN, DE LINK TUSSEN BOS EN CONSUMENT. Hét keurmerk voor duurzaam bosbeheer

Dieter Vander Beke. Maatschappelijk Verantwoorde Overheid ISO & GRI Provinciale milieudag provincie Antwerpen 24 juni 2014

Duurzame ontwikkeling

2012 MVO Jaarverslag

ALTERNATIEVE FINANCIERINGSMODELLEN

Samenvatting stembeleid MN

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

MVO principes Enexis. Onze kijk op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Wat kunt u doen aan risico s die spelen in uw toeleveringsketen?

Verslag verantwoording betrokken aandeelhouderschap 2015

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

CODE SOCIALE ONDERNEMINGEN TOELICHTING

Duurzaamheid en Responsible Care

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Project: Duurzaamheid

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Duurzaam ondernemen

Management van retour-logistieke ketens

Maatschappelijk Verantwoord beleggen Beleid

DoubleDividend Management B.V.

Duurzaamheidsverklaring

MVO Kwartaalbericht Juli 2017

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Het leveren van duurzaam geproduceerd hout

"De financiële sector is het probleem,

MVO volgens : een ISO26000 zelfverklaring

DAKACCENT MVO 2017 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Inhoud. Terberg Leasing Maatschappelijk Jaarverslag

ALGEMEEN. Vestiging (plaats) Naam/namen geïnterviewde personen. Naam student(en)

Convenant: stand van zaken Convenant in vogelvlucht Stap voor stap vooruit

Actiepunten 2016 van de overheid m.b.t. de uitvoering van het Convenant ten aanzien van de verbeteringen in de steenkoolketen

Aanvulling op Stakeholdersanalyse Duurzaam inkopen Standpunten van politieke partijen over duurzaam inkopen. Januari 2010

Maatschappelijk Verantwoord Beleggen en Corporate Governance

Transcriptie:

Samenvatting dissertatie Titel: MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Ondertitel: Juridische en semi-juridische kaders die maatschappelijk verantwoord ondernemen ondersteunen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is de laatste jaren een gevleugelde term geworden. Volgens de definitie van de Sociaal-Economische Raad betekent MVO ondernemen met inachtneming van mens en milieu en met als doel een waardevermeerdering te bewerkstelligen in de drie dimensies Planet People Profit. Duidelijk stelt de SER voorop dat het om de kernactiviteiten van een onderneming gaat: die moeten verduurzamen in de zin dat de aspecten milieu en mens in elke beslissing worden meegenomen. MVO gaat dus niet om charitatieve acties, al kunnen die natuurlijk een MVO-beleid van een onderneming mooi ondersteunen, in het bijzonder als de onderneming haar kernkwaliteiten naast het maken van winst ook aanwendt voor goede doelen. Vanuit de Verenigde Naties en andere internationale organisaties zoals de OESO en de ILO (Internationale Arbeidsorganisatie) werd het bedrijfsleven opgeroepen om een steentje bij te dragen aan duurzame ontwikkeling. De meest gebruikte definitie daarvoor is van Gro Harlem Brundlandt: sustainable development is meeting the needs of today without compromising the needs of future generations.1 Verschillende internationale organisaties en initiatieven lanceerden gedragscodes voor het bedrijfsleven met daarin internationaal erkende minimum normen voor MVO. Niet-gouvernementele organisaties (NGOs) zoals het Wereld Natuur Fonds (WNF), Greenpeace en Amnesty International hebben in de loop der tijd steeds meer aandacht gevraagd voor het gedrag van bedrijven ten aanzien van natuurverwoesting, klimaatverandering en mensenrechtenschendingen. Zij zijn ook in overleg met bedrijven getreden om samen aan verbetering te werken. Tevens wordt MVO gepromoot door bedrijfsorganisaties zoals de Internationale Kamer van Koophandel en - in Nederland verschillende vakorganisaties, de Stichting Multinationale Ondernemingsraden (MNO) en VNO-NCW (werkgeversorganisatie). Veel bedrijven onderzochten de afgelopen tien jaar wat MVO voor hen betekende. Sommige bedrijven concentreerden zich vooral op het reduceren van hun CO2 uitstoot en andere vormen van milieubelasting, andere bedrijven zochten contact met hun buitenlandse toeleveranciers teneinde de arbeidsomstandigheden waaronder producten worden gemaakt te verbeteren. Er zijn ook bedrijven die samen met NGOs nieuwe standaarden ontwikkeld voor duurzame producten, 1 Our Common Future (Oxford University Press: Oxford 1987), p. 43. Toenmalig premier van Noorwegen, mw Brundtland, was de voorzitter van de World Commission on Environment and Development.

zoals duurzaam hout en duurzame vis, respectievelijk het FSC en het MSC keurmerk. In beide gevallen speelde het WNF een grote rol, maar was de bijdrage van bedrijven eveneens zeer belangrijk. Zo heeft Unilever bijvoorbeeld meegewerkt aan het ontwikkelen en in de markt zetten van het MSC keurmerk. Andere multinationals dragen bij aan het verwezenlijken van de door de Verenigde Naties geformuleerde Millennium Development Goals (MDGs) voor duurzame ontwikkeling. Een voorbeeld is het Nederlandse bedrijf Friesland Food dat in Afrika bijdraagt aan de drinkwatervoorziening. De aanwezigheid van schoon drinkwater is niet alleen een basisbehoefte van de mens (MDG 7) maar ook een essentiele voorwaarde om melkpoeder te kunnen verkopen, een van de voornaamste producten van Friesland Foods. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat dit MVO-mes aan twee kanten snijdt: de hulp van dit bedrijf aan verbetering van de lokale levensomstandigheden vergroot ook de commerciële kansen. Er zijn ook bedrijven die MVO als een marketinginstrument zien en veelvuldig communiceren dat hun bedrijfsactiviteiten goed zijn voor mens en milieu. Indien die communicatie in overeenstemming is met de werkelijkheid, is het geen probleem om MVO in de marketing te gebruiken teneinde daarmee extra klanten te trekken. Als de bedrijfsberichtgeving op dat punt echter niet correct is, spreekt men van green washing. Dat doet MVO als moderne ontwikkeling niet goed en dient daarom bestreden te worden, bijvoorbeeld door transparantie van bedrijven te vragen over hun MVObeleid en over de (internationale) ketens die hun producten en diensten produceren. Onafhankelijke verificatie van maatschappelijke verslaggeving is daarbij een belangrijk punt, evenals het verlenen van een recht op informatie aan consumenten over de MVO-aspecten van een product. Deze studie bevat een onderzoek naar de ontwikkelingen met betrekking tot MVO in de periode 2000-2010. Met name wordt onderzocht wat de juridische raakvlakken van MVO zijn en hoe de interactie met het recht is. Nieuwe ontwikkelingen in het recht worden besproken en waar ruimte is voor verbetering wordt dat toegelicht. Naast rechtsontwikkelingen in Nederland worden ook relevante rechtsontwikkelingen in de Europese Unie en daarbuiten belicht. Voorts is alternatieve regulering, zoals gedragscodes, onderwerp van studie. Daarnaast wordt onderzocht hoe best practices op het gebied van MVO zich in het bedrijfsleven ontwikkelen. Met best practices wordt gedoeld op de meest vooruitstrevende wijze van ondernemen en inrichting van de bedrijfsactiviteiten. Eerst worden in de hoofdstukken 1 en 2 de concepten MVO en corporate governance (d.w.z. het bestuur van een bedrijf) geïntroduceerd en met elkaar vergeleken. Daarna gaan de hoofdstukken 3 tot en met 8 in op specifieke thema s (Deel I van de studie). Aan de orde komt achtereenvolgens wat de rol van MVO is of kan zijn in: een corporate governance code, jaarverslaggeving, bedrijfsmanagement- en informatiesystemen, gedragscodes en andere alternatieve regulering, due diligence onderzoeken en productinformatie.

Zo wordt in hoofdstuk 3 onderzocht in hoeverre het onderwerp MVO is opgenomen in de Nederlandse corporate governance code, de Code Frijns (de opvolger van de Code Tabaksblat). Deze code wordt bestudeerd tegen de achtergrond van relevante rechtsregels, zowel bestaande als aankomende. Hoofdstuk 4 bespreekt in hoeverre een bedrijf helderheid (transparantie) in zijn jaarverslag moet bieden over de vraag of het daadwerkelijk in zijn kernactiviteiten rekening houdt met het milieu en de mens. Daarbij wordt relevante Europese en Nederlandse wet- en regelgeving geëvalueerd en wordt getest op welke wijze een aantal Nederlandse multinationals daaraan gevolg geeft. Hoofdstuk 5 gaat in op het voorkomen van corruptie, een van de MVO-thema s. Hierbij wordt een link gelegd met bedrijfsmanagement- en informatiesystemen en betoogd dat het introduceren van doelgericht anti-corruptiebeleid essentieel is voor een bestuur om in controle te zijn over de bedrijfsvoering. Het is aan bestuurders om hierover te beslissen. In hoofdstuk 6 gaat de aandacht naar informele regelgeving, ook wel zelf-regulering of alternatieve regelgeving genoemd. Daarmee wordt gedoeld op regels die niet zijn uitgevaardigd door de overheid, maar bijvoorbeeld door bedrijfsorganisaties of door samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en NGOs die een keurmerk hebben ontworpen. Op het gebied van MVO is een grote toename van alternatieve regelgeving waar te nemen. Een aantal belangrijke internationale gedragsregels voor ondernemingen wordt op effectiviteit geanalyseerd in dit hoofdstuk. In hoofdstuk 7 wordt onderzocht hoe het thema mensenrechten een ingang heeft gekregen in het zakendoen. Het is de verwachting dat met name bij het uitgeven van aandelen en het aangaan van nieuwe fusies en andere samenwerkingvormen, vooral als deze met buitenlandse partners worden aangegaan, steeds diepgaander zal moeten worden onderzocht of de mensenrechten worden gerespecteerd. Met ander woorden: dat de gebruikelijke due diligence onderzoeken die in dergelijke situaties door bedrijven worden uitgevoerd, het thema mensenrechten zullen moeten adresseren. Hoofdstuk 8 richt zich op de andere kant van ondernemen: het contact met de klant. Transparantie over het MVO-gehalte van de bedrijfsactiviteiten gebeurt deels via jaarverslaggeving. Echter, voor een klant is het veel praktischer als hij of zij informatie op productniveau kan vernemen. De klant weet dan meteen of een bepaald product of dienst duurzaam is geproduceerd. Dit hoofdstuk biedt een analyse van het recht van een consument op informatie over de MVO-aspecten van een product. Vooral Europees recht wordt beoordeeld, waarna een Nederlands voorstel voor een wet specifiek op het vlak van MVO-informatie van consumenten wordt besproken. Tot slot worden de uitkomsten van twee praktijktesten gepresenteerd. Ter verdieping van de theorie wordt in Deel II een vijftal case studies gepresenteerd. De eerste case study gaat in op geschillen tussen Shell en milieuactivisten in Nigeria, de tweede geeft het verloop weer van een MVO-geschil in een internationale textielketen. In beide case studies wordt

duidelijk dat oplossingen niet dichterbij kwamen door het voeren van lange juridische procedures. Onderdeel van MVO is juist het tijdig in overleg treden met belanghebbenden. Belanghebbenden kunnen zowel personen binnen als buiten een bedrijfsorganisatie zijn. Bij het opstarten van nieuwe projecten of het nemen van (strategische) bedrijfsbeslissingen is het zaak om eerst de belangen van de verschillende belanghebbenden in kaart te brengen en daarmee op een zorgvuldige wijze om te gaan. Indien daarna toch zou blijken dat bepaalde belanghebbenden, zoals bijvoorbeeld omwonenden van een nieuwe chemische fabriek, last hebben van bepaalde aspecten van de bedrijfsvoering, dan is de beste remedie vanuit MVO-perspectief om een mogelijkheid te bieden om klachten te uiten. Vervolgens kan het bedrijf met de klagers in overleg treden, de klachten op hun merites beoordelen en gezamenlijk met de klagers (en eventuele andere belanghebbenden) naar oplossingen zoeken. In het algemeen worden oplossingen niet snel gevonden indien partijen met behulp van alle rechtsmiddelen voorhanden proberen hun gelijk te halen. MVO-geschillen blijken dan te escaleren en zeer zeker geen recht te doen aan de belangen van de benadeelden en ook niet aan die van het bedrijf. De derde case study gaat over het beheer van water en de rol van bedrijven daarin. Dient een bedrijf verantwoordelijkheid op zich te nemen om waterschaarste of overvloed te voorkomen? Zo ja, in welke situaties en tot hoe ver gaat die verantwoordelijkheid? Wat zijn de middelen en methoden om duurzaam watergebruik in de bedrijfsvoering te implementeren? Dit hoofdstuk eindigt met het verslag van een onderzoek naar watergebruik en best practices van 20 Nederlandse multinationals. De vierde case study doet verslag van een onderzoek hoe institutionele beleggers (pensioenfondsen, banken en verzekeraars) omgaan met het thema biodiversiteit. Indien institutionele beleggers van rating agencies en andere adviseurs informatie kopen over individuele bedrijven, vragen zij dan ook naar de impact van die bedrijven op de natuur? En kopen ze informatie betreffende de afhankelijkheid van die individuele bedrijven van de natuur en ecosysteemdiensten? Dat soort informatie kan lange termijn beleggingsbeslissingen beïnvloeden. Immers, zoals de ijsfabrikant Haägendasz aangeeft: als de bijen uitsterven, kunnen wij geen vruchtenijs of notenijs meer maken; dat zal de winst drukken. Haägendasz publiceert op haar website dat zij wetenschappelijk onderzoek naar bijen steunt. De laatste case study en tevens laatste hoofdstuk gaat ook over biodiversiteit en ecosysteem diensten en de kapitaalmarkt. Het hoofdstuk biedt een overzicht van nieuwe investeringscategorieën voor investeerders: duurzame bosbouw, biodiversiteits credits, CO2 compensatie credits, waterkwaliteits- en kwantiteitszorg en ecotoerisme. Innovatieve bedrijven hebben investeringsfondsen opgericht waarmee institutionele en andere beleggers in natuurbehoud kunnen investeren teneinde de continuïteit van de beschikbaarheid van natuurproducten en ecosysteemdiensten zoals hout, water en het tegengaan van erosie te

bewaken. De nieuwe investeringscategorieën worden aan de hand van concrete voorbeelden besproken. Resumerend, dit boek geeft inzicht in de ontwikkelingen op het gebied van MVO in Nederland en voor zover relevant in de Europese Unie en in andere landen. In Deel I is de insteek om bestaande (semi)juridische kaders te analyseren en te beoordelen of zij MVO ondersteunen; of de regels recentelijk veranderd zijn zodat zij MVO kunnen ondersteunen; en of de regels nog verder zouden kunnen worden aangescherpt om MVO te bevorderen. Deel II laat zien hoe MVO in de praktijk werkt en niet werkt: welke lessen kunnen worden geleerd worden uit conflicten in het verleden? Welke innovatieve methoden worden ontwikkeld? En: welke knelpunten bestaan er in het huidige systeem die de voortgang van MVO belemmeren? Het gezichtspunt is nu eens vanuit het bedrijfsleven: hoe gaat het bedrijfsleven om met de nieuwe uitdagingen, wat zijn best practices en zijn bedrijven gebaat bij meer heldere kaders? Dan weer wordt vanuit de beleidsbepaler bekeken hoe bestaande kaders met kleine ingrepen kunnen worden verbeterd. Maar ook wordt vanuit het gezichtspunt van de belanghebbende gekeken: heeft de consument mogelijkheden om informatie te verkrijgen over de MVO-aspecten van producten? Of: op welke wijze kan een NGO een bedrijf assisteren bij het uitvoeren van een mensenrechtencheck bij een due diligence onderzoek? En: hoe kunnen NGOs en bedrijven en overheid hun krachten bundelen om die systeemveranderingen te introduceren die kunnen bijdragen aan een meer duurzame toekomst die ook voor de komende generaties nog de natuurlijke treasures biedt waar wij vandaag van kunnen genieten? Tineke Lambooy, Amsterdam, 1 september 2010